Kroniek van den dag
Moskou, Tokio en de as.
IS ER NOOD IN NEDERLAND
De legerberichten van gisteren.
Tweede biad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Donderdag 17 April 1941
Een der meest de aandacht trekkende
gebeurtenissen van de Paaschweek was
het afsluiten van een neutraliteitsverdrag
tusschen Rusland en Japan. Grooter
Paaschverrassing ongetwijfeld, dan de be
zetting van Belgrado door de Duitsche
troepen. Deze laatste was een logische
consequentie van de krijgsoperaties, die
sinds een week in den Balkan gaande wa
ren. Er zal wel niemand geweest zijn, die
gemeend heeft, dat deze verovering van de
Yoegoslavische hoofdstad, nadat zij gedu
rende de voorafgaande dagen door de
Duitsche bombardementen vrijwel in een
ruïne was herschapen, lang op zich zou
laten wachten. De bezetting van de hoofd
stad had voor alles moreele beteekenis en
men kan er uit afleiden dat de Duitsche
opmarsch door de vlakten van Kroatië en
Noord-Servië al even onweerstaanbaar was
als de doorbraak door West-Thracië naar
Saloniki.
Grooter verrassing was het Paasch-
accoord van Moskou, waar Molotof en
Matsoeoka een neutraliteitsverdrag sloten,
dat om velerlei reden belangrijk was. Be
langrijk, omdat hier een contact werd ge
legd dat in verband met het Driemogend-
hedenverdrag van beteekenis kan zijn.
Over het doel van Matsoeoka's reis heeft
men goed beschouwd, in het onwetende
verkeerd. Wel verklaarde de Japansche
staatsman zelf, dat hij het op prjjs stelde,
eindelijk kennis te maken met de beide
andere partners van het driehoeksverdrag,
doch over het politieke doel van zijn reis
werd niets openbaar. Berlijn en Rome heb
ben den man van Tokio een grootsche ont
vangst bereid, maar de aandacht werd toen
wel heer sterk afgeleid naar den Balkan,
waar de situatie zich plotseling toespitste.
De veronderstelling is echter gewettigd,
dat Matsoeoka die zich op de heenreis
reeds te Moskou had opgehouden Ber
lijn en Rome had gepolst over de avances
van de zijde van het 'Kreml.
Het is van belang te weten, hoe de as-
mogendheden staan tegenover de nieuwe
verankering der Russisch-Japansche be
trekkingen. Daarvoor is het noodig den
achtergrond van het verdrag op te sporen.
Toen Duitschland, Italië en Japan hun ver
drag sloten, dat ten doel had een afbake
ning der belangensferen in het kader der
„groot-ruimte"-ideologie te bevorderen,
was Moskou in een uitzonderings-positie
geplaatst. Vanzelfsprekend, omdat Rus
land belangen had naar beide zgden en ook
omdat de politiek van Moskou zich naar
Molotof's woord op een eigen plan beweegt.
In deze verhouding schijnt thans een wij
ziging te zijn ingetreden, nu Rusland, na
dat de betrekkingen met den Westelijken
buurman zgn geregeld, ook met den Oos-
telijken buurman tot een overeenkomst is
geraakt, welke vooralsnog slechts negatie
ve beteekenis heeft, maar die, naarmate de
politieke en militaire situatie zich verder
ontwikkelt, ook positieve beteekenis kan
krijgen.
De wrijving tusschen Tokio en Moskou
was steeds een punt van zorg voor de as-
mogendheden. Op grond van de neutrali-
teits-verklaring, voorzoover betreft de aan
gehechte overeenkomst inzake de Mon-
goolsche volksrepubliek is deze weggeno
men.
Japan heeft zich zoodoende een rugdek
king verschaft, voor het geval het in een
oorlog verwikkeld geraakt. Daarop wordt
in de commentaren wel den nadruk gelegd.
De diplomatie heeft zich den laatsten
tijd uitermate actief betoond. Zij is er, wat
betreft de activiteit der spilstaten, van uit
gegaan, dat Japan in oorlog kan geraken
met Engeland en de Vereenigde Staten. De
spanning is tusschen deze drie niet ver
minderd en naarmate de Britten zich op
hun koloniën zullen moeten terugtrekken,
wordt het gevaar voor Tokio meer acuut,
vooral ook, omdat Londen en Washington
de Japansche stelling over de groot-Oost-
Aziatische levensruimte onvoorwaardelijk
van de hand hebben gewezen.
Beziet men het accoord van Moskou
vanuit dezen gezichtshoek, dan schijnt de
opvatting niet verwerpelijk, dat Rome en
Berlijn rekening houden met een uitbrei
ding van den oorlog naar het Verre Oosten,
Daarvoor, om op alle eventualiteiten voor
bereid te zijn, hebben zij een regeling der
JapanschRussische betrekkingen aange
moedigd.
De figuur zou overigens wel zeer ge
wrongen zqn geworden, indien Moskou in
geval van een conflict tusschen Japan en
de Angelsaksische staten, stelling zou heb
ben genomen tegen Tokio en daarmede ook
tegen de driehoekspartners, die op grond
van het verdrag van Berlijn in het Verre
Oosten bijstand zouden moeten verleenen.
Nu te Moskou de neutraliteits-politiek
Is bevestigd, komt ook de vraag naar vo
ren, in hoeverre rekening moet worden
gehouden met de mogelijkheid eener Ame-
rikaansche deelname aan den oorlog. Het
kan niet ontkend worden, dat de Vereenig
de Staten een politiek van voortgaande
provocatie voeren. De kwestie der con-
voyeering en de bezetting van Groenland
alsmede de inbeslagname van schepen ten
gunste van Engeland vormen even zoovele
uitdagingen van de spilmogendheden.
Washington is den weg van den oorlog
opgegaan, zonder nochtans den oorlog te
verklaren. Het lrjkt wel, of Amerika de
spilmogendheden tot een oorlogsverklaring
wil aanmoedigen, maar daartoe niet zelf
wil overgaan, omdat in dit geval ook Japan
in den oorlog zou worden meegesleept.
De bjj dit bedekte conflict betrokkenen
draaien steeds om elkander heen en het is
wel opvallend, hoe de Amerikanen steeds
driester worden in hun uitdagingspolitiek.
De spilstaten en Japan hebben zich thans
met succes beijverd om Rusland van een
6tellingname tegen Japan af te houden.
Er is aan de Paaschverrassing van Mos
kou ook een.anderen kant. Dat is de Rus
sische kant en ook die sehjjnt niet zonder
beteekenis. Het initiatief voor deze over
eenstemming schijnt te zijn uitgegaan van
Stalin. Zjjn de berichten dienaangaande
juist, dan ligt de gevolgtrekking voor de
hand, dat ook Moskou zich rugdekking
heeft willen verschaffen. De Russische di-
Zie verder laatste kolom.
Winterhulp Nederland zegt: Ja!
Offideele rapporten van vóór 10 Mei bevestigen dit volkomen.
Van onzen Haagschen correspondent
Na maanden van ingespannen werken
de organisatie moest immers in het na
jaar „uit den grond worden gestampt"
zal Winterhulp-Nederland op 15 Mei haar
eerste werkperiode afsluiten. Met taaie
vasthoudendheid hebben de organisatoren
van dit lofwaardig werk dóórgezet. Hun
moeite is in ieder geval niet geheel on
beloond gebleven, want een deel van het
wantrouwen en de antipathie, welke aan
vankelijk in niet geringe mate aan de
W.H.N. ten deel vielen, kon worden over
wonnen. Juist den laatsten tijd mocht ge
constateerd worden, dat velen zich ten
slotte door de voor ieder controleerbare
daden van deze instelling hebben laten
overtuigen en winnen. De laatst-gehouden
collecte is hiervan een sprekend bewijs de
opbrengst was grooter dan die van iedere
voorgaande collecte en lag zelfs aanzien
lijk hooger dan het gemiddelde bedrag van
alle overige collecten tezamen. Ons volk
toonde zich grootendeels nog reëel en
nuchter genoeg, om bereid te zijn onge
lijk te erkennen en ook de W.H.N. naar
haar daden welsprekende daden te
beoordeelen.
Met niet minder taaie vasthoudendheid
heeft de leiding van de W.H.N. keer op
keer betoogd, dat er inderdaad in Neder
land nood, en zelfs greote nood, heerscht.
Toen zg haar arbeid aanving, was de
W.H.N, hiervan reeds ten volle overtuigd;
thans, na zoovele' maanden pz-actisch
werk, op ruime schaal, treedt zij voor
het Nederlandsche volk en zegt met na
druk: „onze verwachtingen zjjn nog
overtroffen; de nood was en is nog
veel grooter dan ook wg hebben vermoed"
Het ligt niet in den aard van den Ne
derlander om met zgn nood te koop te
loopen"; nog minder: om er mee te co-
quetteeren. Het aantal z.g. stille armen,
dat de werkers van de W.H.N. op hun
tochten door de steden en dorpen van
ons land ontdekten, was dan ook onrust
barend groot. Derhalve wil de W.H.N.
haar eerste werkperiode niet afsluiten
zonder eerst ons geheele volk over de
door haar opgedane ervaringen te hebben
ingelicht.
Zou de W.H.N. echter slechts haar eigen
ervaringen zonder meer mededeelen, dan
zou een belangrijk deel van het Neder
landsche publiek argwaan koesteren, om
dat het nu eenmaal tot nog toe getoond
heeft, niet ten volle van het goede doel
van de W.H.N. overtuigd te zijn. Daarom
heeft de leiding van het hoofdkantoor van
de W.H.N. in den landelijke persconfe
rentie, middels een rapport, haar bewe
ringen gestaafd mét gegevens, gepubli
ceerd m officieele rapporten van de Ne-
derlarls-jhe regeering van vóór den tien
den Mei 1940, ofschoon haar eigen erva
ringen vaak ruimer, In vele gevallen helaas
ook dieper, lagen. In vergelQking met
deze laatsten zijn de gegevens van vóór
10 Mei slechts een zwakke weerspiegeling
van de huidige behoeften onder ons volk.
Het levenspeil.
Allereerst wordt nagegaan op welk
levenspeil de bevolking van Nederland
zich bevindt. De gegevens over de inkom
stenbelasting geven hiervan een aardige
voorstelling.
De hierna volgende cijfers betreffen
alleen diegenen, die belasting betalen, dus
een inkomen hebben van 800.of meer.
De meesten dezer belastingbetalers onder
houden uit dit inkomen nog een gezin.
Tevens zgn hierin niet begrepen de onder
steunde werkloozen, die immers geen be
lasting behoeven te betalen, en andere
categorieën armlastigen. In dezelfde pe
rioden ris waarover onderstaande inkom-
stencQfers gelden, n.l. van 1 Mei 1937 tot
30 April 1938, waren gemiddeld 362124
ondersteunde werkloozen en bij werkver
ruimingen geplaatste werkloozen inge
schreven.
Voor het belastingjaar 1 Mei 1938 tot
30 April 1939 werden de volgende ge
gevens inkomens vóór kinderaftrek
genoteerd: 47.18 of 643649 personen
verdienen van 800.tot 1400.
27.07 of 369295 personen verdienen van
1400.— tot 2000.—; d.i. tezamen 74.25
of 1.012.944 personen met minder dan
2000.13.46 of 183599 personen
verdienen van 2000.tot 3000.
dus 87.71 of 1.196.543 personen met
minder dan 3000.—. 12.29 of 167865
personen verdienen 3000.of meer.
Hieruit leeren wij, dat bgna de helft
aller belastingbetalers met de van hen af
hankelijke personen moeten leven van een
inkomen van tusschen de 800.en
1400.terwijl 88 der bevolking min
der dan 3000.verdient.
Een officieel onderzoek naar de gezins
uitgaven van personen die minder dan
1400.vex-dienen, toont aan, dat deze
gezinnen in doorsnee op de volgende wgze
hun gelden besteden: voeding 491.
huishuur 180.woning 127.klee
ding en schoeisel 87.belasting 16.
ontspanning f 19.ontwikkeling 16.
diversen 187.
De gemiddelde gezinsgrootte is 4.93, dus
bgna 5 personen. Van deze bedragen
moeten dus 5 personen leven. Wanneer
men alleen het bedrag neemt, dat per
gezinslid aan voeding besteed wordt, dan
is dit 99.50 per jaar en dus per dag
0.27 per gezinslid. Het gemiddelde te
kort per week bij deze gezinnen is 54 ct.
In dezelfde perioden, waarin de onderzoe
kingen plaats vonden, liggen de kosten
van een minimum voeding per dag iets
daarboven, zoodat gesproken moet wor
den van een voeding, die beneden het
minimum ligt. Wanneer men nu bedenkt,
dat de. werkloozen in Nederland, voor
zoover zij gezinnen hebben, binnen deze
zelfde inkomstenklasse vallen, dan kan
ieder de eenige juiste en voor de hand
liggende conclusie trekken, namelijk, dat
in de werkloozen-gezinnen de toestand nog
slechter is.
Een onderzoek bij 700 wei'kloozen-geein-
nen uit het geheele land, in allerlei om
standigheden levende, gedurende alle
seizoenen, en ingesteld naar aanleiding
van een toezegging van den Minister van
Sociale Zaken in een kamerzitting van
5 Maart 1936, leverde de volgepde resul
taten op
De gemiddelde grootte der gezinnen be
draagt ten naaste bij 6 personen; man
vrouw en 4 kinderen. Omtrent het bud
getonderzoek komt men tot de conclusie,
dat de kosten van voeding over het ge
heele land practisch gelijk zgn.
Voor de 9 steuntarief-klassen w^zen de
budgetten, behalve voor de tweede klasse,
alle een nadeelig saldo aan, dat van de
tweede tot de negende klasse geleidelijk
toeneemt. Bovendien moet worden aange
nomen, dat een groot deel der ondersteun
den schulden bjj leveranciers hebben ge
maakt. Vergelijking der budgetten van
werkloozen-gezinnen met die van werken
den (met een inkomen van 1400.of
minder per jaar) toont aan, in welke
mate het werkloozen-gezin zich bezuini
gingen oplegt: 6 aan huishuur, 7
aan vuur en licht, 25 aan voeding, 47
aan kleeding en wasch, 52 aan ver
zekeringen en 58 aan overige uitgaven.
Het gemiddelde nadeelige saldo be
draagt voor alle klassen 58 ct. per week.
Het nadeelige saldo is in den winter het
grootste (98 ct.), neemt in de lente af
(62 ct.) en is het geringst in den zomer
(14 ct.). Hierbij moet worden opgemerkt,
dat tegenover de hoogere brandstoffen-
uitgaven in den winter de brandstoffenbij-
slag staat.
De budgettekorten loopen op tot 15.1
Kleinstgemiddelde is 3.1 bij gezinnen
van 3 personen. Hoogste gemiddelde tekort
is 11.5 bij gezinnen met 10 personen. Er
is dus mindere welvaart bij gezinnen met
veel kinderen.
Huishuur kan niet verminderd worden
zonder te verhuizen. Op vuur kan niet be
zuinigd worden zonder de gezondheid te be-
nadeelen en op licht niet zonder groot on
gerief. Op voeding bezuinigt men in de eer
ste instantie op kwaliteit en eerst in tweede
instantie op kwantiteit. Bezuiniging op
kleeding en wasch met 47 is niet moge
lijk zonder de aanvulling van de kleeren-
kast te verwaarloozen. Tijdens de werkloos-
iheid gaan huisraad en kleeding door niet
aanvulling dan ook snel achteruit. Ook de
inkomens beneden 1400 der werkenden
zijn onvoldoende, daar zij een gemiddeld
tekort per week van 54 ct. hebben.
Vergelijking van de budgetten met lage
en hooge voedingscijfers maakt het aanne
melijk, dat hierbij ook begrippen van mo
raal en fatsoen een rol spelen. De gezinnen
met lage voedingscijfers verkiezen veelal
hongerlijden boven schulden maken, gezin
nen met hooge voedingscijfers maken veelal
alles ondergeschikt aan een ruime voeding.
DE VOEDING.
In het algemeen is het voor de werkloo
zen mogelijk zich, mede dank zij de voor
hen gedistribueerde levensmiddelen, een
voeding te verschaffen, die zoowel kwanti
tatief als kwalitatief aan redelgke eischen
voldoet. Ongetwijfeld is de samenstelling
voor verbetering vatbaar, doch dit is tevens
het geval bij de voeding der niet werk
loozen.
Al bestaat over het algemeen de moge
lijkheid, dat de voeding der werkloozen vol
doende is, toch is in 24 van de gezinnen
de voeding krap of matig te noemen (het
overeenkomstige cijfer bij de werkende be
draagt 6 terwijl de Ca, Fe, eiwit- en
vitamine A-voorziening bij resp. 31, 26, 20
en 10 van de gezinnen beneden de door
de commissie gestelde normen blijft.
Ongunstige beïnvloeding van bestaande
tuberculose door lage welvaart is waarge
nomen. In verband hiermede is hetzelfde
voor de werkloozen onder de oogen te zien.
Geneeskundige rapporten en meeningen
der medici wijzen erop. dat in het algemeen
de gezondheidstoestand der werkloozen-ge
zinnen niet onrustbarend is, maar dat toch
telkens symptomen worden waargenomen,
die tot voorzichtigheid in dit oordeel nood
zaken. Uit de rapporten van de artsen
blijkt, dat de gezondheidstoestand bij de
werkloozen niet belangrijk slechter is dan
bij de werkenden.
HET PLATTELAND.
Wat het platteland betreft kan worden
vastgesteld, dat men behalve in de kleistre
ken in het Noorden en Westen van ons
land, op de zand- en veengronden in
het Oosten en Zuiden om en onder het mi
nimum leeft. Vooral in vele kleine boeren
bedrijven heerschen noodtoestanden, zoowel
ten aanzien van het huishouden en de woon
ruimte als van voeding en kleeding. Met
name de onderkleeding laat dikwijls veel te
wenschen over. Zakjes voor verpakking van
meel, rjjst en kippenvoer worden vrg alge
meen gebruikt voor fiet maken van onder-
kleertjes voor de kinderen. 90 der gezin
nen bezit niet van elk stel onderkleeding
2 stuks. Bij de kinderen moet vaak 's avonds
de kleeding worden gewasschen, opdat zij
den volgenden dag weer naar school zullen
kunnen gaan. Men verzuimt naar een zui
gelingen-consultatiebureau te gaan, daar
men zich schaamt voor de kleertjes van de-
baby.
ARMENZORG.
Wat de armenzorg betreft, die in Neder
land van overheids- en particuliere zgde
werd beoefend, mogen de volgende getallen
een indruk geven
Aantal instellingen van weldadigheid op
1 Januari 1938 8187, met een toename van
71 tegenover 1937. Hiervan waren 6923 in
stellingen voor ondersteuning in geld en
levensbehoeften.
Aan 572.210 personen werd ondersteuning
verleend. Hieronder zijn niet begrepen de
ondersteunde valide werkloozen en in werk
verschaffing werkende werkloozen.
De ondersteuning met geld en levensbe
hoeften bedroeg 60.691.250. Hiervan werd
S4 door de overheid en 16 door ker
kelijke en liefdadige instellingen betaald.
Deze getallen hebben dus betrekking op
liefdadigheid in engeren zin. De totale uit
gaven van alle soorten hulpbetoon bedra
gen 130.646.854. Hierbij komen aan on
kosten 4.279.326, hetgeen een totaal uit-
HET DUITSCHE.
Het opperbevel van de Duitsche weer
macht maakt bekend:
„De overblijfselen van het Servische le
ger gaan de ontbinding tegemoet. Duit
sche gemotoriseerde troepen drongen tot
Serajewo op en bezetten de stad. Duizen
den Serviërs legden de wapens neer. Het
aantal gevangenen en de buit nemen met
het uur toe. Het luchtwapen bombardeer
de de spoorweginstallaties en militaire
steunpunten in het Zuiden van de Herze-
gowina, alsmede een vlootsteunpunt aan
de Adriatische zee. Duikbommenwerpers
plaatsten voor de Dalmatische kust vol
treffers op een groot gewapend vracht
schip, dat na den aanval met slagzij bleef
liggen. Een ander groot koopvaardijschip
werd bij het eiland Brazza zwaar bescha
digd en een vliegboot door mitrailleurvuur
vernield.
In Griekenland hebben snelle troepen
met de teruggaande Britsche en Grieksche
formaties door scherpe achtervolging aan
den voet van den Olympus en de bergen
ten Westen hiervan strijd geleverd.
Aan het Grieksche front brachten for
maties duikbommenwerpers den ten Zui
den van de Servia terugwijkenden vijand
zware verliezen toe. In luchtgevechten
werden drie Britsche vliegtuigen omlaag-
geschoten en op Grieksche vliegvelden ze
ventien vijandelijke vliegtuigen in brand
geschoten. In de haven van Piraeus wer
den opnieuw negen grootè schepen door
bommen zwaar beschadigd.-
In Noord-Afrika werd een door oorlogs
schepen ondersteunde aanval van Britsche
pantserstrijdkrachten op Solloem afgesla
gen.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag
vielen sterke formaties gevechtsvliegers
de belangrijke Britsche ravitailleeringsha-
ven en scheepsbouwstad Belfast in Noord-
Ier land aan. Reeds de eerste aanvalsgolven
plaatsten voltreffers in het havengebied en
op de wapenfabrieken der stad. Talrijke
brisant- en brandbommen deden op de
Harland- en Wolffwerven uitgebreide bran
den ontstaan. Tegelijkertijd vielen andere
formaties gevechtsvliegtuigen voor den
oorlog belangi-gke doelen, vooral havenste
den aan de Engelsche Oost- en Zuidkust
doeltreffend aan.
Bij pogingen om overdag naar de bezette
gebieden te vliegen en door eigen acties
van jachtvliegtuigen tegen de Britsche
Zuidkust verloor de vijand op 15 April in
luchtgevechten zes jachtvliegtuigen en een
gevechtsvliegtuig. Eli gen verliezen deden
zich hierbij niet voor.
In den nacht van 15 op 16 April heeft
de vijand alleen storingsaanvallen onder
nomen op het Noord-Duitsche kustgebied.
Door neergeworpen bommen ontstond
slechts geringe materieele schade. De ma
rine-artillerie schoot een vijandelijk vlieg
tuig neer. In de periode van 11 tot 15
April verloor de vgand 135 vliegtuigen en
vier versperringsballons. Hiervan werden
24 vliegtuigen in luchtgevechten 11 door
de luchtdoelartilleiie, 3 door de marine
neergeschoten. 97 op den grond staande
vliegtuigen werden vernield, In dezelfde
periode gingen 32 eigen vliegtuigen verlo
ren.
Luitenant Schutters van een regiment
bergjagers heeft zich bijzonder onderschei
den door het feit, dat hij met een zwakke
verkenningspatrouille diep in de vijande
lijke stelling binnendrong, een vijandelijke
divisiecommandant en verscheidene officie
ren gevangen nam en zonder verliezen te
rugkeerde.
HET ITALIAANSCHE.
Het weermachtsbericht nr. 313 luidt als
volgt:
„In Yoégoslavië hebben de gemotori
seerde colonnes van het tweede legercorps,,
na den tegenstand van den vijand te heb
ben gebroken, Spalato bezet op 400 kilo
meter afstand van de grens, vanwaar zij
waren vertrokken. Afdeelingen van de ko
ninklijke marine met gewapende detache
menten en zwarthemden hebben de bezet
ting van den Dalmatgnschen archipel ten
Noorden Van de eilanden van Zara voort
gezet.
Aan het Grieksche front rukken onze
troepen vanaf de streek der meren tot
aan de Voloutza op. Na levendige gevech
ten is Erzeke bezet en gepasseerd. Het
luchtwapen heeft aanvalsacties uitgevoerd
op installaties langs de wegen, gemechani
seerde colonnes en op marsch zijnde troe
pen. De vilegvelden van Podgouritza, Ja-
nina, Paramithia en Korfoe zijn verschei
dene malen in scheervlucht aangevallen.
Tien vliegtuigen werden op den grond ver
nield en talrijke andere zwaar beschadigd.
Tijdens luchtgevechten zijn vier vijande
lijke jachttoestellen brandend neergescho
ten. Een van onze duikbommenwerpers is
niet op zijn basis teruggekeerd. In de om
geving van Korfoe hebben onze vliegtui
gen met mitrailleurvuur twee stoomsche
pen van 3.000 b.r.t. beschoten. Een der
schepen vloog in brand. In den nacht van
14 op 15 April hebben formaties van het
Duitsche vliegercorps aanvallen gedaan op
de vliegvelden Mikabbr. en Venetzia en op
de wei-ven van La Valetta, waarbij zg in
stallaties, startbanen en geschutsstellingen
troffen. In denzelfden nacht hebben Duit
sche luchtformaties een aanval onderno
men op het vliegveld Eleusis in Grieken
land en op schepen, die in de baal van
Eleusis voor anker lagen, waarbg zij scha
de toebrachten aan de installaties en een
schip van 6.000 ton met een voltreffer
raakten, terwijl twee andere schepen van
gelgke tonnage werden beschadigd.
In Noord-Afrika worden de operaties in
de omgeving van Solloem en de aanvallen
op de sterkten van Tobroek voortgezet,
waar de vgand zich hardnekkig verdedigt
met steun van vlooteenheden.
Italiaansche en Duitsche luchtformaties
zetten hun bestokingsacties tegen de
sterkte en de vijandelijke schepen op de
reede voort.
Tijdens luchtgevechten zgn vijf Hurri-
canetoestellen neergeschoten. Twee van
onze toestellen zijn niet op hun basis te
ruggekeerd. In het Oosten van de Middel-
landsche Zee hebben onze luchteenheden in
convooi varende vgandelgke schepen aan
gevallen. Een groot schip van 15.000 ton,
dat door torpedos was getroffen, is ge
zonken. Andere schepen, die door bommen
getroffen werden, werden ernstig bescha
digd. Een van onze jachtformaties heeft
in scheervlucht het vliegveld van Iraklion
op Kreta aangevallen en op den grond
twee vijandelijke bommenwerpers in brand
geschoten. Een onzer vliegtuigen werd
neergeschoten. De piloot bracht zich met
zgn valscherm in veiligheid.
In Oost-Afrika hebben onze luchtfor
maties gemechaniseerde colonnes in den
sector van Dessie met mitrailleurvuur en
granaten bestookt.
maakt van 134.926.180.
Hiervan werd 109.526.351 of 81.18
door de overheid gedragen en 25.399.829
of 18.82 door kerkelijke en particuliere
instellingen.
Hierbij komt nog 1.318.670 aan steun
van verschillende crisiscomité's en Zuider-
zeesteun. Bovendien besteedden in hetzelfde
jaar Rijk en gemeenten aan werkverschaf
fing en werkloozensteun 135.193.500,
waarin niet is begrepen steun uit bijdragen
van leden van werkloozenkassen.
SAMENWERKING NOODIG.
Met dit somber en sober relaas besluit do
W.H.N. haar eerste werkperiode, de conclu
sies van een en ander aan ons latend. Het
collecte-ver bod blijft echter ook na 15 Mei
van kracht, want het werd uitgevaardigd
om een samenwerking een hoognoodige
samenwerking op het terrein der lief
dadigheid te bevorderen. Helaas is de toe
stand nog steeds zoo, dat enkele groote lan
delijke organisaties deze samenwerking niet
wenschen, en soms zelfs saboteeren. Zoo is
het in bepaalde gemeenten aan ondersteun
den van de diakonie verboden, steun van de
W.H.N. aan te nemen, op straffe van ver
lies van den diakonalen steun Het laat
zich verstaan, dat de autoriteiten deze din
gen niet blijvend zullen kunnen dulden.
Ondertusschen worden onze behoeftige lnnd-
genooten de onschuldige slachtoffers dezer
schuldige verdeeldheid. Dit zal straks, wan
neer op 15 Mei de W.H.N. haar werkzaam
heden naar buiten voorloopig afsluit, nog
sterker het geval worden, daar andere or
ganisaties door het bestaande collectever
bod, niet over voldoende middelen kunnen
beschikken om de nooden, welke ook in den
zomer in vele gezinnen blijven heerschen, te
lenigen. Het probleem van een coördinatie
der liefdadigheid in ons land wordt dus bin
nen enkele weken wel bijzonder urgent. Het
zou immers misdadig zgn, deze onderlinge
strijd te willen uitvechten op de ruggen on
zer behoeftige landgenooten. Dit mag niet
gebeuren Een dringend beroep op allen,
die in dit opzicht invloed kunnen doen gel
den, is derhalve allerminst misplaatst. In
dien men bereid is, rond de groene tafel
plaats te nemen, kan er nog heel wat wor
den bereiktIn verschillende plaatsen werd
trouwens het bewijs geleverd, dat samen
werking, ook onder auspiciën van de W.H.
N., zeer wel mogelijk is. Wg noemen b.v.
Rotterdam, waar zelfs een zeer breede sa
menwerking werd verkregen, waaraan o.a.
wordt deelgenomen door Maatschappelijk
Hulpbetoon, de steunregeling, den socialen
dienst van de Unie, den socialen dienst van
de N.S.B., de stichtingen Rotterdam-1939
en Rotterdam-1940, enz.
Of moet ons geheele land eerst een lot
als dat van Rotterdam ondergaan, alvorens
men zich zgn saamhoorigheid en zijn ver
antwoordelijkheid bewust wordt?
DE BEZETTING VAN
GROENLAND.
DE DEENSCHE GEZANT IN
WASHINGTON ONTSLAGEN.
Omtrent de overeenkomst die de door
de Deensche regeering intusschen terug
geroepen Deensche gezant H. van Kauff-
mann in Washington met de Amerikaan-
sche regeering betreffende Groenland
heeft gesloten, heeft het Deensche mi
nisterie van buitenlandsche zaken Woens
dag een verklaring gepubliceerd, waarin o.
m. wordt gezegd: Doordat gezant Von
Kauffmann op eigen gelegenheid, zonder
dat de Deensche koning of de door hem
benoemde wettige Deensche regeering er
bij hebben medegewerkt of er ook maar
iets van geweten hebben, een overeen
komst heeft gesloten omtrent het over
nemen der verantwoordelijkheid voor
Groenlands' defensie door de regeering der
V. S. heeft hij misbruik gemaakt van den
naam van den Deenschen koning en de
Deensche regeering ernstige moeilijkheden
bereid. Hij heeft met zgn actie het oog
gehad op het vestigen van een toestand,
waaronder Groenland of deelen daarvan
onder vreemde heerschappij komen en on
der bepaalde constellaties het uitgangs
punt zouden kunnen worden voor acties in
verband met oorlogsoperaties. Daardoor
heeft hij zich schuldig gemaakt niet alleen
aan een grof op zij zetten van zijn plichten
als ambtenaar, maar tevens aan een mis
daad jegens de zelfstandigheid en veilig
heid van den Deenschen staat. Bij ko
ninklijk besluit van heden is gezant Von
Kauffmann derhalve ontslagen uit den
buitenlandschen dienst overeenkomstig de
ambtenarenwet. Tegelijkertijd heeft de
Deensche regeering stappen genomen, op
dat een strafrechtelijk onderzoek tegen
hem zal worden ingesteld.
Vervólg eerste kolom.
plomatie is den laatsten tgd zeer actief
geweest, de verklaring jegens Turkije was
er o.m. de vrucht van en hoewel omtrent
de Russische opvatting inzake de Balkan-
ontwikkeling niets bekend is geworden,
kan toch wel worden aangenomen, dat
Moskou de Europeesche constellatie met
groote aandacht gadeslaat. Men denke
slechts aan het Russisch-Yoego-Slavische
vriendschapsverdrag.
Het verdrag van Moskou onthult niets
omtrent de relaties met het driemogend-
hedenpact. Het is echter wel duidelijk, dat
dit verdrag het resultaat is van diploma
tieke hersengymnastiek in grooten stijl.
Waarbg Rusland zijn plaats op het eigen
politieke platform ongetwijfeld heeft ver
sterkt.