Kroniek van den dag Moskou, Tokio en de as. IS ER NOOD IN NEDERLAND De legerberichten van gisteren. Tweede biad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Donderdag 17 April 1941 Een der meest de aandacht trekkende gebeurtenissen van de Paaschweek was het afsluiten van een neutraliteitsverdrag tusschen Rusland en Japan. Grooter Paaschverrassing ongetwijfeld, dan de be zetting van Belgrado door de Duitsche troepen. Deze laatste was een logische consequentie van de krijgsoperaties, die sinds een week in den Balkan gaande wa ren. Er zal wel niemand geweest zijn, die gemeend heeft, dat deze verovering van de Yoegoslavische hoofdstad, nadat zij gedu rende de voorafgaande dagen door de Duitsche bombardementen vrijwel in een ruïne was herschapen, lang op zich zou laten wachten. De bezetting van de hoofd stad had voor alles moreele beteekenis en men kan er uit afleiden dat de Duitsche opmarsch door de vlakten van Kroatië en Noord-Servië al even onweerstaanbaar was als de doorbraak door West-Thracië naar Saloniki. Grooter verrassing was het Paasch- accoord van Moskou, waar Molotof en Matsoeoka een neutraliteitsverdrag sloten, dat om velerlei reden belangrijk was. Be langrijk, omdat hier een contact werd ge legd dat in verband met het Driemogend- hedenverdrag van beteekenis kan zijn. Over het doel van Matsoeoka's reis heeft men goed beschouwd, in het onwetende verkeerd. Wel verklaarde de Japansche staatsman zelf, dat hij het op prjjs stelde, eindelijk kennis te maken met de beide andere partners van het driehoeksverdrag, doch over het politieke doel van zijn reis werd niets openbaar. Berlijn en Rome heb ben den man van Tokio een grootsche ont vangst bereid, maar de aandacht werd toen wel heer sterk afgeleid naar den Balkan, waar de situatie zich plotseling toespitste. De veronderstelling is echter gewettigd, dat Matsoeoka die zich op de heenreis reeds te Moskou had opgehouden Ber lijn en Rome had gepolst over de avances van de zijde van het 'Kreml. Het is van belang te weten, hoe de as- mogendheden staan tegenover de nieuwe verankering der Russisch-Japansche be trekkingen. Daarvoor is het noodig den achtergrond van het verdrag op te sporen. Toen Duitschland, Italië en Japan hun ver drag sloten, dat ten doel had een afbake ning der belangensferen in het kader der „groot-ruimte"-ideologie te bevorderen, was Moskou in een uitzonderings-positie geplaatst. Vanzelfsprekend, omdat Rus land belangen had naar beide zgden en ook omdat de politiek van Moskou zich naar Molotof's woord op een eigen plan beweegt. In deze verhouding schijnt thans een wij ziging te zijn ingetreden, nu Rusland, na dat de betrekkingen met den Westelijken buurman zgn geregeld, ook met den Oos- telijken buurman tot een overeenkomst is geraakt, welke vooralsnog slechts negatie ve beteekenis heeft, maar die, naarmate de politieke en militaire situatie zich verder ontwikkelt, ook positieve beteekenis kan krijgen. De wrijving tusschen Tokio en Moskou was steeds een punt van zorg voor de as- mogendheden. Op grond van de neutrali- teits-verklaring, voorzoover betreft de aan gehechte overeenkomst inzake de Mon- goolsche volksrepubliek is deze weggeno men. Japan heeft zich zoodoende een rugdek king verschaft, voor het geval het in een oorlog verwikkeld geraakt. Daarop wordt in de commentaren wel den nadruk gelegd. De diplomatie heeft zich den laatsten tijd uitermate actief betoond. Zij is er, wat betreft de activiteit der spilstaten, van uit gegaan, dat Japan in oorlog kan geraken met Engeland en de Vereenigde Staten. De spanning is tusschen deze drie niet ver minderd en naarmate de Britten zich op hun koloniën zullen moeten terugtrekken, wordt het gevaar voor Tokio meer acuut, vooral ook, omdat Londen en Washington de Japansche stelling over de groot-Oost- Aziatische levensruimte onvoorwaardelijk van de hand hebben gewezen. Beziet men het accoord van Moskou vanuit dezen gezichtshoek, dan schijnt de opvatting niet verwerpelijk, dat Rome en Berlijn rekening houden met een uitbrei ding van den oorlog naar het Verre Oosten, Daarvoor, om op alle eventualiteiten voor bereid te zijn, hebben zij een regeling der JapanschRussische betrekkingen aange moedigd. De figuur zou overigens wel zeer ge wrongen zqn geworden, indien Moskou in geval van een conflict tusschen Japan en de Angelsaksische staten, stelling zou heb ben genomen tegen Tokio en daarmede ook tegen de driehoekspartners, die op grond van het verdrag van Berlijn in het Verre Oosten bijstand zouden moeten verleenen. Nu te Moskou de neutraliteits-politiek Is bevestigd, komt ook de vraag naar vo ren, in hoeverre rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid eener Ame- rikaansche deelname aan den oorlog. Het kan niet ontkend worden, dat de Vereenig de Staten een politiek van voortgaande provocatie voeren. De kwestie der con- voyeering en de bezetting van Groenland alsmede de inbeslagname van schepen ten gunste van Engeland vormen even zoovele uitdagingen van de spilmogendheden. Washington is den weg van den oorlog opgegaan, zonder nochtans den oorlog te verklaren. Het lrjkt wel, of Amerika de spilmogendheden tot een oorlogsverklaring wil aanmoedigen, maar daartoe niet zelf wil overgaan, omdat in dit geval ook Japan in den oorlog zou worden meegesleept. De bjj dit bedekte conflict betrokkenen draaien steeds om elkander heen en het is wel opvallend, hoe de Amerikanen steeds driester worden in hun uitdagingspolitiek. De spilstaten en Japan hebben zich thans met succes beijverd om Rusland van een 6tellingname tegen Japan af te houden. Er is aan de Paaschverrassing van Mos kou ook een.anderen kant. Dat is de Rus sische kant en ook die sehjjnt niet zonder beteekenis. Het initiatief voor deze over eenstemming schijnt te zijn uitgegaan van Stalin. Zjjn de berichten dienaangaande juist, dan ligt de gevolgtrekking voor de hand, dat ook Moskou zich rugdekking heeft willen verschaffen. De Russische di- Zie verder laatste kolom. Winterhulp Nederland zegt: Ja! Offideele rapporten van vóór 10 Mei bevestigen dit volkomen. Van onzen Haagschen correspondent Na maanden van ingespannen werken de organisatie moest immers in het na jaar „uit den grond worden gestampt" zal Winterhulp-Nederland op 15 Mei haar eerste werkperiode afsluiten. Met taaie vasthoudendheid hebben de organisatoren van dit lofwaardig werk dóórgezet. Hun moeite is in ieder geval niet geheel on beloond gebleven, want een deel van het wantrouwen en de antipathie, welke aan vankelijk in niet geringe mate aan de W.H.N. ten deel vielen, kon worden over wonnen. Juist den laatsten tijd mocht ge constateerd worden, dat velen zich ten slotte door de voor ieder controleerbare daden van deze instelling hebben laten overtuigen en winnen. De laatst-gehouden collecte is hiervan een sprekend bewijs de opbrengst was grooter dan die van iedere voorgaande collecte en lag zelfs aanzien lijk hooger dan het gemiddelde bedrag van alle overige collecten tezamen. Ons volk toonde zich grootendeels nog reëel en nuchter genoeg, om bereid te zijn onge lijk te erkennen en ook de W.H.N. naar haar daden welsprekende daden te beoordeelen. Met niet minder taaie vasthoudendheid heeft de leiding van de W.H.N. keer op keer betoogd, dat er inderdaad in Neder land nood, en zelfs greote nood, heerscht. Toen zg haar arbeid aanving, was de W.H.N, hiervan reeds ten volle overtuigd; thans, na zoovele' maanden pz-actisch werk, op ruime schaal, treedt zij voor het Nederlandsche volk en zegt met na druk: „onze verwachtingen zjjn nog overtroffen; de nood was en is nog veel grooter dan ook wg hebben vermoed" Het ligt niet in den aard van den Ne derlander om met zgn nood te koop te loopen"; nog minder: om er mee te co- quetteeren. Het aantal z.g. stille armen, dat de werkers van de W.H.N. op hun tochten door de steden en dorpen van ons land ontdekten, was dan ook onrust barend groot. Derhalve wil de W.H.N. haar eerste werkperiode niet afsluiten zonder eerst ons geheele volk over de door haar opgedane ervaringen te hebben ingelicht. Zou de W.H.N. echter slechts haar eigen ervaringen zonder meer mededeelen, dan zou een belangrijk deel van het Neder landsche publiek argwaan koesteren, om dat het nu eenmaal tot nog toe getoond heeft, niet ten volle van het goede doel van de W.H.N. overtuigd te zijn. Daarom heeft de leiding van het hoofdkantoor van de W.H.N. in den landelijke persconfe rentie, middels een rapport, haar bewe ringen gestaafd mét gegevens, gepubli ceerd m officieele rapporten van de Ne- derlarls-jhe regeering van vóór den tien den Mei 1940, ofschoon haar eigen erva ringen vaak ruimer, In vele gevallen helaas ook dieper, lagen. In vergelQking met deze laatsten zijn de gegevens van vóór 10 Mei slechts een zwakke weerspiegeling van de huidige behoeften onder ons volk. Het levenspeil. Allereerst wordt nagegaan op welk levenspeil de bevolking van Nederland zich bevindt. De gegevens over de inkom stenbelasting geven hiervan een aardige voorstelling. De hierna volgende cijfers betreffen alleen diegenen, die belasting betalen, dus een inkomen hebben van 800.of meer. De meesten dezer belastingbetalers onder houden uit dit inkomen nog een gezin. Tevens zgn hierin niet begrepen de onder steunde werkloozen, die immers geen be lasting behoeven te betalen, en andere categorieën armlastigen. In dezelfde pe rioden ris waarover onderstaande inkom- stencQfers gelden, n.l. van 1 Mei 1937 tot 30 April 1938, waren gemiddeld 362124 ondersteunde werkloozen en bij werkver ruimingen geplaatste werkloozen inge schreven. Voor het belastingjaar 1 Mei 1938 tot 30 April 1939 werden de volgende ge gevens inkomens vóór kinderaftrek genoteerd: 47.18 of 643649 personen verdienen van 800.tot 1400. 27.07 of 369295 personen verdienen van 1400.— tot 2000.—; d.i. tezamen 74.25 of 1.012.944 personen met minder dan 2000.13.46 of 183599 personen verdienen van 2000.tot 3000. dus 87.71 of 1.196.543 personen met minder dan 3000.—. 12.29 of 167865 personen verdienen 3000.of meer. Hieruit leeren wij, dat bgna de helft aller belastingbetalers met de van hen af hankelijke personen moeten leven van een inkomen van tusschen de 800.en 1400.terwijl 88 der bevolking min der dan 3000.verdient. Een officieel onderzoek naar de gezins uitgaven van personen die minder dan 1400.vex-dienen, toont aan, dat deze gezinnen in doorsnee op de volgende wgze hun gelden besteden: voeding 491. huishuur 180.woning 127.klee ding en schoeisel 87.belasting 16. ontspanning f 19.ontwikkeling 16. diversen 187. De gemiddelde gezinsgrootte is 4.93, dus bgna 5 personen. Van deze bedragen moeten dus 5 personen leven. Wanneer men alleen het bedrag neemt, dat per gezinslid aan voeding besteed wordt, dan is dit 99.50 per jaar en dus per dag 0.27 per gezinslid. Het gemiddelde te kort per week bij deze gezinnen is 54 ct. In dezelfde perioden, waarin de onderzoe kingen plaats vonden, liggen de kosten van een minimum voeding per dag iets daarboven, zoodat gesproken moet wor den van een voeding, die beneden het minimum ligt. Wanneer men nu bedenkt, dat de. werkloozen in Nederland, voor zoover zij gezinnen hebben, binnen deze zelfde inkomstenklasse vallen, dan kan ieder de eenige juiste en voor de hand liggende conclusie trekken, namelijk, dat in de werkloozen-gezinnen de toestand nog slechter is. Een onderzoek bij 700 wei'kloozen-geein- nen uit het geheele land, in allerlei om standigheden levende, gedurende alle seizoenen, en ingesteld naar aanleiding van een toezegging van den Minister van Sociale Zaken in een kamerzitting van 5 Maart 1936, leverde de volgepde resul taten op De gemiddelde grootte der gezinnen be draagt ten naaste bij 6 personen; man vrouw en 4 kinderen. Omtrent het bud getonderzoek komt men tot de conclusie, dat de kosten van voeding over het ge heele land practisch gelijk zgn. Voor de 9 steuntarief-klassen w^zen de budgetten, behalve voor de tweede klasse, alle een nadeelig saldo aan, dat van de tweede tot de negende klasse geleidelijk toeneemt. Bovendien moet worden aange nomen, dat een groot deel der ondersteun den schulden bjj leveranciers hebben ge maakt. Vergelijking der budgetten van werkloozen-gezinnen met die van werken den (met een inkomen van 1400.of minder per jaar) toont aan, in welke mate het werkloozen-gezin zich bezuini gingen oplegt: 6 aan huishuur, 7 aan vuur en licht, 25 aan voeding, 47 aan kleeding en wasch, 52 aan ver zekeringen en 58 aan overige uitgaven. Het gemiddelde nadeelige saldo be draagt voor alle klassen 58 ct. per week. Het nadeelige saldo is in den winter het grootste (98 ct.), neemt in de lente af (62 ct.) en is het geringst in den zomer (14 ct.). Hierbij moet worden opgemerkt, dat tegenover de hoogere brandstoffen- uitgaven in den winter de brandstoffenbij- slag staat. De budgettekorten loopen op tot 15.1 Kleinstgemiddelde is 3.1 bij gezinnen van 3 personen. Hoogste gemiddelde tekort is 11.5 bij gezinnen met 10 personen. Er is dus mindere welvaart bij gezinnen met veel kinderen. Huishuur kan niet verminderd worden zonder te verhuizen. Op vuur kan niet be zuinigd worden zonder de gezondheid te be- nadeelen en op licht niet zonder groot on gerief. Op voeding bezuinigt men in de eer ste instantie op kwaliteit en eerst in tweede instantie op kwantiteit. Bezuiniging op kleeding en wasch met 47 is niet moge lijk zonder de aanvulling van de kleeren- kast te verwaarloozen. Tijdens de werkloos- iheid gaan huisraad en kleeding door niet aanvulling dan ook snel achteruit. Ook de inkomens beneden 1400 der werkenden zijn onvoldoende, daar zij een gemiddeld tekort per week van 54 ct. hebben. Vergelijking van de budgetten met lage en hooge voedingscijfers maakt het aanne melijk, dat hierbij ook begrippen van mo raal en fatsoen een rol spelen. De gezinnen met lage voedingscijfers verkiezen veelal hongerlijden boven schulden maken, gezin nen met hooge voedingscijfers maken veelal alles ondergeschikt aan een ruime voeding. DE VOEDING. In het algemeen is het voor de werkloo zen mogelijk zich, mede dank zij de voor hen gedistribueerde levensmiddelen, een voeding te verschaffen, die zoowel kwanti tatief als kwalitatief aan redelgke eischen voldoet. Ongetwijfeld is de samenstelling voor verbetering vatbaar, doch dit is tevens het geval bij de voeding der niet werk loozen. Al bestaat over het algemeen de moge lijkheid, dat de voeding der werkloozen vol doende is, toch is in 24 van de gezinnen de voeding krap of matig te noemen (het overeenkomstige cijfer bij de werkende be draagt 6 terwijl de Ca, Fe, eiwit- en vitamine A-voorziening bij resp. 31, 26, 20 en 10 van de gezinnen beneden de door de commissie gestelde normen blijft. Ongunstige beïnvloeding van bestaande tuberculose door lage welvaart is waarge nomen. In verband hiermede is hetzelfde voor de werkloozen onder de oogen te zien. Geneeskundige rapporten en meeningen der medici wijzen erop. dat in het algemeen de gezondheidstoestand der werkloozen-ge zinnen niet onrustbarend is, maar dat toch telkens symptomen worden waargenomen, die tot voorzichtigheid in dit oordeel nood zaken. Uit de rapporten van de artsen blijkt, dat de gezondheidstoestand bij de werkloozen niet belangrijk slechter is dan bij de werkenden. HET PLATTELAND. Wat het platteland betreft kan worden vastgesteld, dat men behalve in de kleistre ken in het Noorden en Westen van ons land, op de zand- en veengronden in het Oosten en Zuiden om en onder het mi nimum leeft. Vooral in vele kleine boeren bedrijven heerschen noodtoestanden, zoowel ten aanzien van het huishouden en de woon ruimte als van voeding en kleeding. Met name de onderkleeding laat dikwijls veel te wenschen over. Zakjes voor verpakking van meel, rjjst en kippenvoer worden vrg alge meen gebruikt voor fiet maken van onder- kleertjes voor de kinderen. 90 der gezin nen bezit niet van elk stel onderkleeding 2 stuks. Bij de kinderen moet vaak 's avonds de kleeding worden gewasschen, opdat zij den volgenden dag weer naar school zullen kunnen gaan. Men verzuimt naar een zui gelingen-consultatiebureau te gaan, daar men zich schaamt voor de kleertjes van de- baby. ARMENZORG. Wat de armenzorg betreft, die in Neder land van overheids- en particuliere zgde werd beoefend, mogen de volgende getallen een indruk geven Aantal instellingen van weldadigheid op 1 Januari 1938 8187, met een toename van 71 tegenover 1937. Hiervan waren 6923 in stellingen voor ondersteuning in geld en levensbehoeften. Aan 572.210 personen werd ondersteuning verleend. Hieronder zijn niet begrepen de ondersteunde valide werkloozen en in werk verschaffing werkende werkloozen. De ondersteuning met geld en levensbe hoeften bedroeg 60.691.250. Hiervan werd S4 door de overheid en 16 door ker kelijke en liefdadige instellingen betaald. Deze getallen hebben dus betrekking op liefdadigheid in engeren zin. De totale uit gaven van alle soorten hulpbetoon bedra gen 130.646.854. Hierbij komen aan on kosten 4.279.326, hetgeen een totaal uit- HET DUITSCHE. Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakt bekend: „De overblijfselen van het Servische le ger gaan de ontbinding tegemoet. Duit sche gemotoriseerde troepen drongen tot Serajewo op en bezetten de stad. Duizen den Serviërs legden de wapens neer. Het aantal gevangenen en de buit nemen met het uur toe. Het luchtwapen bombardeer de de spoorweginstallaties en militaire steunpunten in het Zuiden van de Herze- gowina, alsmede een vlootsteunpunt aan de Adriatische zee. Duikbommenwerpers plaatsten voor de Dalmatische kust vol treffers op een groot gewapend vracht schip, dat na den aanval met slagzij bleef liggen. Een ander groot koopvaardijschip werd bij het eiland Brazza zwaar bescha digd en een vliegboot door mitrailleurvuur vernield. In Griekenland hebben snelle troepen met de teruggaande Britsche en Grieksche formaties door scherpe achtervolging aan den voet van den Olympus en de bergen ten Westen hiervan strijd geleverd. Aan het Grieksche front brachten for maties duikbommenwerpers den ten Zui den van de Servia terugwijkenden vijand zware verliezen toe. In luchtgevechten werden drie Britsche vliegtuigen omlaag- geschoten en op Grieksche vliegvelden ze ventien vijandelijke vliegtuigen in brand geschoten. In de haven van Piraeus wer den opnieuw negen grootè schepen door bommen zwaar beschadigd.- In Noord-Afrika werd een door oorlogs schepen ondersteunde aanval van Britsche pantserstrijdkrachten op Solloem afgesla gen. In den nacht van Dinsdag op Woensdag vielen sterke formaties gevechtsvliegers de belangrijke Britsche ravitailleeringsha- ven en scheepsbouwstad Belfast in Noord- Ier land aan. Reeds de eerste aanvalsgolven plaatsten voltreffers in het havengebied en op de wapenfabrieken der stad. Talrijke brisant- en brandbommen deden op de Harland- en Wolffwerven uitgebreide bran den ontstaan. Tegelijkertijd vielen andere formaties gevechtsvliegtuigen voor den oorlog belangi-gke doelen, vooral havenste den aan de Engelsche Oost- en Zuidkust doeltreffend aan. Bij pogingen om overdag naar de bezette gebieden te vliegen en door eigen acties van jachtvliegtuigen tegen de Britsche Zuidkust verloor de vijand op 15 April in luchtgevechten zes jachtvliegtuigen en een gevechtsvliegtuig. Eli gen verliezen deden zich hierbij niet voor. In den nacht van 15 op 16 April heeft de vijand alleen storingsaanvallen onder nomen op het Noord-Duitsche kustgebied. Door neergeworpen bommen ontstond slechts geringe materieele schade. De ma rine-artillerie schoot een vijandelijk vlieg tuig neer. In de periode van 11 tot 15 April verloor de vgand 135 vliegtuigen en vier versperringsballons. Hiervan werden 24 vliegtuigen in luchtgevechten 11 door de luchtdoelartilleiie, 3 door de marine neergeschoten. 97 op den grond staande vliegtuigen werden vernield, In dezelfde periode gingen 32 eigen vliegtuigen verlo ren. Luitenant Schutters van een regiment bergjagers heeft zich bijzonder onderschei den door het feit, dat hij met een zwakke verkenningspatrouille diep in de vijande lijke stelling binnendrong, een vijandelijke divisiecommandant en verscheidene officie ren gevangen nam en zonder verliezen te rugkeerde. HET ITALIAANSCHE. Het weermachtsbericht nr. 313 luidt als volgt: „In Yoégoslavië hebben de gemotori seerde colonnes van het tweede legercorps,, na den tegenstand van den vijand te heb ben gebroken, Spalato bezet op 400 kilo meter afstand van de grens, vanwaar zij waren vertrokken. Afdeelingen van de ko ninklijke marine met gewapende detache menten en zwarthemden hebben de bezet ting van den Dalmatgnschen archipel ten Noorden Van de eilanden van Zara voort gezet. Aan het Grieksche front rukken onze troepen vanaf de streek der meren tot aan de Voloutza op. Na levendige gevech ten is Erzeke bezet en gepasseerd. Het luchtwapen heeft aanvalsacties uitgevoerd op installaties langs de wegen, gemechani seerde colonnes en op marsch zijnde troe pen. De vilegvelden van Podgouritza, Ja- nina, Paramithia en Korfoe zijn verschei dene malen in scheervlucht aangevallen. Tien vliegtuigen werden op den grond ver nield en talrijke andere zwaar beschadigd. Tijdens luchtgevechten zijn vier vijande lijke jachttoestellen brandend neergescho ten. Een van onze duikbommenwerpers is niet op zijn basis teruggekeerd. In de om geving van Korfoe hebben onze vliegtui gen met mitrailleurvuur twee stoomsche pen van 3.000 b.r.t. beschoten. Een der schepen vloog in brand. In den nacht van 14 op 15 April hebben formaties van het Duitsche vliegercorps aanvallen gedaan op de vliegvelden Mikabbr. en Venetzia en op de wei-ven van La Valetta, waarbij zg in stallaties, startbanen en geschutsstellingen troffen. In denzelfden nacht hebben Duit sche luchtformaties een aanval onderno men op het vliegveld Eleusis in Grieken land en op schepen, die in de baal van Eleusis voor anker lagen, waarbg zij scha de toebrachten aan de installaties en een schip van 6.000 ton met een voltreffer raakten, terwijl twee andere schepen van gelgke tonnage werden beschadigd. In Noord-Afrika worden de operaties in de omgeving van Solloem en de aanvallen op de sterkten van Tobroek voortgezet, waar de vgand zich hardnekkig verdedigt met steun van vlooteenheden. Italiaansche en Duitsche luchtformaties zetten hun bestokingsacties tegen de sterkte en de vijandelijke schepen op de reede voort. Tijdens luchtgevechten zgn vijf Hurri- canetoestellen neergeschoten. Twee van onze toestellen zijn niet op hun basis te ruggekeerd. In het Oosten van de Middel- landsche Zee hebben onze luchteenheden in convooi varende vgandelgke schepen aan gevallen. Een groot schip van 15.000 ton, dat door torpedos was getroffen, is ge zonken. Andere schepen, die door bommen getroffen werden, werden ernstig bescha digd. Een van onze jachtformaties heeft in scheervlucht het vliegveld van Iraklion op Kreta aangevallen en op den grond twee vijandelijke bommenwerpers in brand geschoten. Een onzer vliegtuigen werd neergeschoten. De piloot bracht zich met zgn valscherm in veiligheid. In Oost-Afrika hebben onze luchtfor maties gemechaniseerde colonnes in den sector van Dessie met mitrailleurvuur en granaten bestookt. maakt van 134.926.180. Hiervan werd 109.526.351 of 81.18 door de overheid gedragen en 25.399.829 of 18.82 door kerkelijke en particuliere instellingen. Hierbij komt nog 1.318.670 aan steun van verschillende crisiscomité's en Zuider- zeesteun. Bovendien besteedden in hetzelfde jaar Rijk en gemeenten aan werkverschaf fing en werkloozensteun 135.193.500, waarin niet is begrepen steun uit bijdragen van leden van werkloozenkassen. SAMENWERKING NOODIG. Met dit somber en sober relaas besluit do W.H.N. haar eerste werkperiode, de conclu sies van een en ander aan ons latend. Het collecte-ver bod blijft echter ook na 15 Mei van kracht, want het werd uitgevaardigd om een samenwerking een hoognoodige samenwerking op het terrein der lief dadigheid te bevorderen. Helaas is de toe stand nog steeds zoo, dat enkele groote lan delijke organisaties deze samenwerking niet wenschen, en soms zelfs saboteeren. Zoo is het in bepaalde gemeenten aan ondersteun den van de diakonie verboden, steun van de W.H.N. aan te nemen, op straffe van ver lies van den diakonalen steun Het laat zich verstaan, dat de autoriteiten deze din gen niet blijvend zullen kunnen dulden. Ondertusschen worden onze behoeftige lnnd- genooten de onschuldige slachtoffers dezer schuldige verdeeldheid. Dit zal straks, wan neer op 15 Mei de W.H.N. haar werkzaam heden naar buiten voorloopig afsluit, nog sterker het geval worden, daar andere or ganisaties door het bestaande collectever bod, niet over voldoende middelen kunnen beschikken om de nooden, welke ook in den zomer in vele gezinnen blijven heerschen, te lenigen. Het probleem van een coördinatie der liefdadigheid in ons land wordt dus bin nen enkele weken wel bijzonder urgent. Het zou immers misdadig zgn, deze onderlinge strijd te willen uitvechten op de ruggen on zer behoeftige landgenooten. Dit mag niet gebeuren Een dringend beroep op allen, die in dit opzicht invloed kunnen doen gel den, is derhalve allerminst misplaatst. In dien men bereid is, rond de groene tafel plaats te nemen, kan er nog heel wat wor den bereiktIn verschillende plaatsen werd trouwens het bewijs geleverd, dat samen werking, ook onder auspiciën van de W.H. N., zeer wel mogelijk is. Wg noemen b.v. Rotterdam, waar zelfs een zeer breede sa menwerking werd verkregen, waaraan o.a. wordt deelgenomen door Maatschappelijk Hulpbetoon, de steunregeling, den socialen dienst van de Unie, den socialen dienst van de N.S.B., de stichtingen Rotterdam-1939 en Rotterdam-1940, enz. Of moet ons geheele land eerst een lot als dat van Rotterdam ondergaan, alvorens men zich zgn saamhoorigheid en zijn ver antwoordelijkheid bewust wordt? DE BEZETTING VAN GROENLAND. DE DEENSCHE GEZANT IN WASHINGTON ONTSLAGEN. Omtrent de overeenkomst die de door de Deensche regeering intusschen terug geroepen Deensche gezant H. van Kauff- mann in Washington met de Amerikaan- sche regeering betreffende Groenland heeft gesloten, heeft het Deensche mi nisterie van buitenlandsche zaken Woens dag een verklaring gepubliceerd, waarin o. m. wordt gezegd: Doordat gezant Von Kauffmann op eigen gelegenheid, zonder dat de Deensche koning of de door hem benoemde wettige Deensche regeering er bij hebben medegewerkt of er ook maar iets van geweten hebben, een overeen komst heeft gesloten omtrent het over nemen der verantwoordelijkheid voor Groenlands' defensie door de regeering der V. S. heeft hij misbruik gemaakt van den naam van den Deenschen koning en de Deensche regeering ernstige moeilijkheden bereid. Hij heeft met zgn actie het oog gehad op het vestigen van een toestand, waaronder Groenland of deelen daarvan onder vreemde heerschappij komen en on der bepaalde constellaties het uitgangs punt zouden kunnen worden voor acties in verband met oorlogsoperaties. Daardoor heeft hij zich schuldig gemaakt niet alleen aan een grof op zij zetten van zijn plichten als ambtenaar, maar tevens aan een mis daad jegens de zelfstandigheid en veilig heid van den Deenschen staat. Bij ko ninklijk besluit van heden is gezant Von Kauffmann derhalve ontslagen uit den buitenlandschen dienst overeenkomstig de ambtenarenwet. Tegelijkertijd heeft de Deensche regeering stappen genomen, op dat een strafrechtelijk onderzoek tegen hem zal worden ingesteld. Vervólg eerste kolom. plomatie is den laatsten tgd zeer actief geweest, de verklaring jegens Turkije was er o.m. de vrucht van en hoewel omtrent de Russische opvatting inzake de Balkan- ontwikkeling niets bekend is geworden, kan toch wel worden aangenomen, dat Moskou de Europeesche constellatie met groote aandacht gadeslaat. Men denke slechts aan het Russisch-Yoego-Slavische vriendschapsverdrag. Het verdrag van Moskou onthult niets omtrent de relaties met het driemogend- hedenpact. Het is echter wel duidelijk, dat dit verdrag het resultaat is van diploma tieke hersengymnastiek in grooten stijl. Waarbg Rusland zijn plaats op het eigen politieke platform ongetwijfeld heeft ver sterkt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5