De regeling betreffende den hémdel in
Amerikaansche fondsen.
Het geheim
van het
doodelijke
gif
Derde blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Zaterdag 12 April 1941
Financieel Economisch Overzicht
Na willige stemming volgde op de beurs een reactie.
Arbeidsbemiddeling uitslutend rijkszaak.
Opheffing gemeentelijke arbeidsbeurzen.
Kort na de publicatie van de opheffing
van de deviezengrens tusschen Nederland
en 'Duitschland deed zich voor de beurs
een nieuwe belangrijke kwestie voor, die
van niet minder ingrijpenden aard moet
worden geacht. Er hadden reeds sinds
eenigen tijd geruchten geloopen betref
fende een mogelijk verbod van den handel
in Amerikaansche fondsen. Regelmatig
had er in Amerikaansche certificaten han
del tusschen ingezetenen plaats. In totaal
wordt hier aan Amerikaansche certifica
ten een bedrag gehouden van omstreeks
5575 millioen. Deze waarde is berekend
naar de jongste beurskoersen, waarbij de
dollar naardé Amsterdamsche usance is
aangenomen op 2.50.
Een verbod tot stopzetting van den han
del kwam Vrijdag 4 April af. Het verbod
luidt in dien zin, dat van 1 April af geen
officieele noteering meer mag worden op
gemaakt. Onmiddellijk daarna is de notee
ring gedurende eenige dagen stopgezet,
om een al te ruïneuze uitwerking op de
koersen te voorkomen en om het beursbe-
stuur gelegenheid te geven voorschriften
uit te werken voor de afwikkeling van de
loopende posities. J.l. Woensdag is de han
del weder heropend, en zooals te verwach
ten was, waren de koersen aanzienlijk la
ger dan op den laatsten dag, waarop offi
cieel werd gehandeld.
Uit de inmiddels gepubliceerde beurs-
voorschriften voor Amerikaansche fond
sen, die een regeling inhouden voor de
loopende posities, is intusschen gebleken,
dat het Ook na 1 Mei mogelijk zal zijn
om Amerikaansche fondsen te koopen en
te verkoopen, doch dat hiervan geen offi
cieele noteering zal worden opgemaakt.
Verder is er uit de voorschriften gebleken,
dat de geldgevers een splitsing moeten
maken tusschen het Amerikaansche ge
deelte en het Nederlandsche gedeelte van
de loopende geldleeningen, waarbij effec
ten als onderpand zijn gegeven. Het be
drag van de leeningen van het Ameri
kaansche gedeelte wordt berekend naar
de waarde van de fondsen overeenkomstig
de onderpandkoersen, die daarvoor spe
ciaal door het bestuur van de vereeniging
zijn vastgesteld. De dollar.wordt daarbij
berekend tegen 1.8S. Voor deze leenin
gen zal het gebruikelijke surplus van 20
worden vereischt, doch dit zal moeten
bestaan, hetzij uit contanten of uit niet-
Amerikaansche fondsen.
Verder is bepaald, dat de loopende geld
leeningen met Amerikaansch onderpand
door regelmatige aflossingen vóór het
einde van het jaar, geheel zullen moeten
worden terugbetaald. De eerste aflossing
zal moeten plaats hebben met 10 in de
maand Juni en in de daarop volgende
maanden telkens 15 Uiterlijk 23 April
zal moeten worden gezorgd, dat het sur
plus van 20 aanwezig is. Als rentecon
dities zullen dezelfde voorwaarden gelden,
die .tot nu toe van kracht waren. De geld
gever zal. indien aan de hierboven ge
noemde voorwaarden niet wordt voldaan,
bijv. indien er geen aflossing plaats
vindt, het recht hebben tot executie over
te. gaan. Overigens bevat de geheele re
geling geen sancties, die een garantie zou
den kunnen geven voor een onvoorwaar
delijke toepassing der voorwaarden.
Bij het vaststellen van de onderpands-
koersen door de daarvoor aangewezen
commissie, heeft deze niet de laatste no
teering van Amsterdam, maar die vah
New York tot uitgangspunt aangenomen.
De Amsterdamsche pariteit werd bere
kend tegen een wisselkoers van 1.88 met
behoud van de hier ter beurze in gebruik
zijnde omrekeningswaarde van 2.50. De
New Yorksche noteering werd dan verme
nigvuldigd met 1.88 waardoor men de
beurswaarde kreeg in -guldens. Deze
beurswaarde werd dan gedeeld door 2.50
om op deze wijze te komen tot de koersen
volgens Amsterdamsche usance. Deze
koersen waren uit den aard der zaak een
heel stuk lager dan de laatste beurskoer
sen. Gemiddeld was het verschil ongeveer
25
Cy heropening der beurs hebben de
koersen zich eenigermate aan dit nieuwe
niveau aangepast, maar toch blyven zij
zich nog altijd boven bedoelde pariteit be
wegen.
Nadat er aanvankelijk een willige stem
ming op de beurs had bestaan, is er la
ter een vrij scherpe reactie ingetreden, die
gedeeltelijk kan worden verklaard met de
hierboven besproken maatregel ten aan
zien van de Amerikaansche fondsen. Men
hield immers rekening met de mogelijk
heid, dat verschillende posities, waarin
zoowel Amerikaansche als andere fondsen
in onderpand waren gegeven, zouden wor
den afgewikkeld. Inderdaad hebben er ook
reeds dergelijke liquidaties plaats gehad
en het is niet onmogelijk, dat er in de
toekomst meer zullen volgen.
Daarbij kwam nog, dat de vraag voor
Duitsche rekening,, die in de voorafgaan
de week een ware hausse op de markt
had veroorzaakt, plotseling zeer sterk
was verminderd en ook de volgende da
gen heeft men weinig van dergelijke
operaties kunnen bespeuren.
In de voorafgaande week zijn er in
tusschen in enkele dagen tijc^ vrij be
langrijke posten uit de markt genomen,
niet alleen aandeelen, maar ook obligaties.
Dit beteekent dus, dat er Nederlandsche
kapitaal is vrijgekomen, dat straks waar
schijnlijk opnieuw om belegging zal vra
gen. Op dien grond zal men dus mogen
verwachten, dat de factoren, die de laat
ste dagen een koersdaling hebben ver
oorzaakt, t.z.t. weer zullen worden ge
compenseerd door hernieuwde vraag.
De financieele resultaten van de onder
nemingen, die in de afgeloopen week haar
jaarverslag hebben gepubliceerd, zyn over
het algemeen zeer' bevredigend.
De beleggingsmarkt, die de vorige week
zeer vast gestemd was, voornamelijk in
verband met de Duitsche aankoopen, heeft
in de afgeloopen periode eenige terugslag
te zien gegeven. De leening 1938 kwam
op een vol procent lager te staan, terwijl
ook de leening 1941 een kleine fractie te
rugliep. Gemeenteleeningen waren tamelyk
prijshoudend.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop in de afgeloopen week.
4 Nederland 1940 II 97%, 96%. 96%
4 Nederland 1941 97%, 96%, 97%
Aku 125%, 124, 126, 125%'
Lever Bros 128%, 133%, 130%,134%,
126%, 127
Philips 220, 238, 226, 228
Bethlehem Steel 76%, 65%
U. S. Steel 58%, 47, 47%
Kon. Petroleum 266, 258, 275, 255,
256%
A'dam Rubber 289, 282, 298, 291%,
293 exd., 276%, 279
Deli Bat. Rubber 230%, 228, 234 exd.,
- - 224
Ned. Scheepv. Unie 184%, 180, 188,
183%
H. V. A. 468. 485%, 459, 461.
Deli Bat. Mij. 210, 207, 212, 211 exd.
200%
Deli My. 275, 290, 276, 278
Senembah Mij. 224, 221, 234, 219
UNIFORMMANIAK AANGEHOUDEN.
Den Haag herbergt een uniformmaniak,
die reeds verschillende keeren door de
politie is gearresteerd wegens het onbe
voegd dragen van een legeruniform.
Zondagmiddag zag men hem weer zitten
in het uniform van sergeant van het voor
malige Nederlandsche leger in een café
in de binnenstad. De man werd gear
resteerd temeer omdat h\jnog een jaar
gevangenisstraf moet ondergaan wegens
verduistering van rijwielen. Ook elders
heeft deze 27-jarige schilder B. J. P. van
D. zich aan verduistering schuldig ge
maakt en werd deswege door de politie
van Haarlem, Delft en Rotterdam gezocht.
FRAUDULEUS GESLACHTE
KALVEREN
Vrijdagochtend vroeg heeft de gemeen
tepolitie van Helmond twee personen,
vader en zoon, uit Deurne aangehouden,
toen zij den slagerswinkel van T. binnen
gingen. Het bleek, dat ieder der mannen
een frauduleus geslacht kalf op zijn fiets
vervoerde. Het vleesch is in besag ge
nomen. De politie onderzoekt, of de sla
ger bij deze zaak betrokken is.
TEELT VAN
VOEDINGSGEWASSEN.
GECOMBINEERDE TEELTEN.
vm.
Wie in het bezit is van een tuin, zal
vooral nu, daarvan zooveel mogelijk willen
oogsten. Hoofddoel is thans het verkrijgen
van wintervoorraad, waardóór direct al
een groot stuk gereserveerd wordt voor
den teelt van aardappelen.
De oppervlakte, die we met groenten
betelen, is dan ook niet zoo groot en
wanneer we de verschiLende soorten alle
afzonderlijk gaan zaaier of planten, ko
men we al spoedig grond tekort. Maar het
is zeer goed mogelyk om verschillende
gewassen by elkaar op het zelfde grond
stuk te telen of wel te combineeren. Daar
bij moeten de voor combinatie gekozen
gewassen zooveel mogelijk in ver uit el
kaar liggende deelen van het jaar hun
volle ontwikkeling bereiken en geoogst
worden. Bij een gelijktijdige ontwikkeling
heeft combineeren weinig zin, daar men
dan immers de gewassen op ruimeren af
stand zal moeten zetten.
We willen hier enkele voorbeelden noe
men van goede combinaties. Pootuien
kunnen we thans planten op ryen van 35
c.M. van elkaar komen. Tusschen deze
rijen zaaien we in Mei een rij kroten.
Tegen dat deze kroten flink beginnen
door te groeien, zijn de pootuien uitge
groeid en kunnen al spoedig worden ge
oogst. Ook kunnen we er in Mei tot be
gin Juni stamboonen tusschen leggen. We
zullen dan echter de njen pootuien iet§
ruimer nemen, b.v. 40 tot 50 c.M.
De teelt van vroege kropsla kunnen we
combineeren met den teelt van verschil
lende andere gewassen. Tusschen tuinboo-
nen, die een rrjenafstand krijgen van 60
c.M., kunnen we 2 ryen kropsla uitplan-
ten op 30 c.M. afstand. Omstreeks begin
tot half Juni kunnen we dan in het mid
den tusschen de rijen spruitkool uitplan-
ten; de kropsla is dan geoogst. Hier kun
nen we dus 3 opbrengsten van hetzelfde
grondstuk krygen.
Inplaats van kropsla en spruitkool kan
er ook vroege bloemkool tusschen worden
geplant. We moeten voor deze combina
ties overwinterde planten gebruiken van
kropsla en bloemkool, zoogenaamde weeu-
wen, daar deze gewassen anders niet tij
dig genoeg kunnen worden geoogst en
de boonen zouden gaan hindei'en, waar
door dit gewas geen volledige opbrengst
zou kunnen geven.
Voor het zaaien van spinazie maken we
ook geen afzonderlijk bed, daar deze
groentensoort kan worden gezaaid tus-
ïchen erwtenrijen of tuinboonen. Ook ra-
dys kan tusschen deze gewassen gezaaid
worden, en verder zaaien we radijs vaak
tusschen zomerpeen. Hiertusschen gebrui
ken we echter slechts zeer weinig zaad,
opdat de jonge worteltjes er niet onder
lijden.
Een gewas, dat we gewoonlijk langs
padkanten öf langs de randen van een
béd plaatsen', is de sjalot. Men kan ze
ook tusschen stokboonen ujtplanten. Men
zij echter voorzichtig bij het uitvoeren
van verschillende werkzaamheden, opdat
de grond niet te veel wordt vastgetrapt.
De teelt van stokboonen kunnen we com
bineeren met die van vroege bloemkool en
kropsla.
Het plaatsen van boonenstokken.
Het is nog wel te vroeg om snij- en
slaboonen te leggen, maar de stokken voor
de hoog groeiende soorten kunnen toch
al worden geplaatst. En hoe zullen we
deze nu plaatsen, want er zijn verschil
lende mogelijkheden. We kumen de stok
ken loodrecht plaatsen, waarby ze op de
ry 60 c.M. uiteen komen en de rijen
een tusschenruimte van I M. krijgen.
Dit is voor "de belichting van het gewas
het meest wenschelijke, wat de vruchtzet
ting ten goede komt, en een goede op
brengst mag doen verwachten. Maar op
vlak terrein hebben de stokboonen vaak
veel te lijden van den wind, en waaien
ze met stok en al om.
Daarom plaatst men gewoonlijk de stok
ken op 80 c.M. afstand, zoowel op de
rij als de rijen onderling, waarbij dan
telkens de stokken van 2 rijen worden
verbonden aan een lat of langen stok, die
ter hoogte van ongever 2 M. in het mid
den van deze 2 rijen wordt aangebracht.
Met wilgenteenen, touw of dun ijzer-
draad worden de stokken hieraan be
vestigd.
'Deze wijze van stokken plaatsen noe
men we „schranken". Aldus verzekerd,
waaien de stokken niet zoo spoedig om
De 1ste Mei a s zal voor de arbeidsbe
middeling in ons land een belangrijke da
tum zijn. Dan immers treedt de nieuwe
organisatie van de arbeidsbemiddeling,
waartoe in het najaar van 1940 het besluit
werd genomen, in werking.
Daarmede houden de gemeentelyke ar
beidsbeurzen op te bestaan, om plaats te
maken voor 37 over het geheele land ver
spreide gewestelijke arbeidsbureaux, die,
hierin bijgestaan door 148 bijkantoren, on
der leiding van het rijksarbeidsbureau,
voortaan de arbeidsbemiddeling zullen ver
zorgen.
Terwijl de tot dusver bestaande gemeen
telijke arbeidsbemiddeling een aangelegen
heid vormde, die plaatselijk een zeer uit
eenloopend beeld vertoonde, is dus thans
de toestand ingetreden, waarbij deze zaak
voor het geheele land uniform is geregeld.
Terwijl de gemeentelijke arbeidsbeurzen
in hoofdzaak hun aandacht schonken aan
de arbeidsbemiddeling in de eigen ge
meente, wordt thans van rykswege de zorg
voor de arbeidsbemiddeling van meet af
aan als een gewestelijke aangelegenheid
beschouwd. Ieder gewestelijk arbeidsbu
reau is er op ingericht om, met behulp
van een aantal bijkantoren, de behoeften
te peilen van het district, dat aan zijn zor
gen is toevertrouwd. 'Hierdoor wordt reeds
aanstonds een verruiming verkregen van de
mogelykheid tot plaatsing van werkzoe
kenden. Doch er is meer. De arbeidsbemid
deling als sociaal instituut is bezig een
grondige vernieuwing te ondergaan.
Zij komt op een veel breederen grondslag
te berusten en zal daardoor in het maat
schappelijk bestel een meer ingrypende
functie gaan vervullen dan in het verleden
het geval was.
Door medische keuring, psychotechnisch
onderzoek en de inrichting van een ar-
beidsboek voor eiken werknemer zullen
uitgebreide gegevens omtrent de werkzoe
kenden worden verkregen. Daarbij ligt het
in de bedoeling om in onderscheidene be
roepen en bedrijven de bemiddeling aan
deskundige ambtenaren op te dragen.
Ook de bijzondere behoeften van het ge
west zullen in het oog worden gevat, waar
bij gelegenheid zal bestaan de gewestelijke
structuur van het bedrijfsleven in aanmer
king te nemen en de bemiddeling bedrijfs-
gewijze te specialiséeren. Een aan elk ar
beidsbureau te verbinden sociaal-econo
mische afdeeling is belast met het verza
melen van de hiertoe benoodigde gegevens,
GEEN KIND EREN DOOR DEN
OORLOG INVALIDE GEWORDEN.
In Januari nam het Bestuur van de Jo-
hanna-Stichting te Arnhem het besluit om
vier gratis plaatsen aan te bieden aan
kinderen van 810 jaar, die door den
oorlog invalide waren geworden en wier
ouders of verzorgers niet in staat waren
om opname in een inrichting te bekosti-
gen. De Johanna-Sticn'ing heeft daarmede
geprobeerd eert stukje van den last te
dragen, d.e de oorlog ons land en volk
heeft opgelegd.
Dit t aanbod werd ter kennis gebracht
van alle colleges van B. en W. in Ne
derland, terwijl tevens medede.elingen en
annoces verschenen in tijdschriften en
dagbladen. De resultaten waren eenigs-
zins verrassend. In geheel Nederland ble
ken deze kinderen niet gevonden te wor
den. Met dank en waardeering voor het
aanbod lieten vele gemeentebesturen we
ten, dat ze ter plaatse geen kinderen had
den, die door den oorlog invalide waren
geworden.
Er moge nog even vermeld worden, dat
onder de gemeenten, die een negatief ant
woord instuurdën zich o.a. bevonden:
Vlissingen, Middelburg, Den Helder,
Utrecht, Den Haag, Dordrecht, Maas
tricht, Deventer, Zutphen, Arnhem, Wa-
geningen, Rhenen, Tilburg, Hillegersberg,
Bergschen Hoek en Rotterdam.
en heeft het gewas .niet zooveel van den
wind te lijden.
Tuinders plaatsen dikwijls de stokken
op 80 c.M. afstand, waarbij van 2 rijen
telkens 3 stokken op ongeveer ^.25 M.
hoogte onderling worden verbonden. Men
noemt dit „hokken". Aldus behandelt, heb
ben ze van den wind het minst te lij
den, maar ten opzichte van de belichting
verkeert het gewas dan in een ongun
stige conditie. Men houde dus by het
plaatsen van de stokken rekening met de
ligging van den tuin en handele naar om
standigheden. G.
zoodat een uitgebreid materiaal beschik
baar komt voor het. nauwkeurig volgen
van de ontwikkeling van het bedrijfsleven
en als leidraad voor de practische werk
zaamheid van het bureau. Door een gere
gelde uitwisseling der verkregen gegevens
zal voorts een omvattend en diepgaand in
zicht worden bereikt in de Nederlandsche
arbeidsmarkt en haar behoeften.
Het behoeft wel niet te worden gezegd,
dat de gewestelyke arbeidsbureaux niet
dadelijk bij hun inwerkingtreding tot volle
krachtsontplooiing zullen kunnen geraken.
Daartoe is allerhand voorbereidend werk
noodig, tallooze gegevens zullen moeten
worden verzameld en verwerkt, terwijl ook
het vertrouwen dient te worden gewonnen
van degenen, die door de arbeidsbemidde
ling in haar nieuwen vorm tot elkaar moe
ten worden gebracht.
Er wordt echter krachtig gewerkt om de
organisatie zoo spoedig mogelijk tot volle
werkzaamheid te brengen en haar zoodanig
in te richten, dat zij haar diensten kan
verrichten met de kunde, die het gewicht
harer sociale functie vereischt en met een
vlotheid, die aan het tempo van het mo
derne bedrijfsleven beantwoordt. Uiteraard
wordt bij de personeelkeuzc voor het ap
paraat der arbeidsbemiddeling met deze
vereischten ter dege rekening gehouden.
Een telexnet zorgt voor een snelle ver
binding tusschen het departement van so
ciale zaken,, waaronder het hoofdbureau
ressorteert, met de onderscheidene gewes
telijke bureaux. Zoo kunnen de gewestelijke
arbeidsbureaux van uur tot uur op de
hoogte worden gesteld van al hetgeen,
waarover zij voor een vlotte taakvervulling
moeten kunnen beschikken.
De aanwijzing van de directeuren der
gewestelijke arbeidsbureaux heeft inmid
dels plaats gevonden.
Zooals bekend, is de heer H. P. Staal,
directeur der arbeidsbeurs -te Middelburg
tot directeur van het gewestelyk bureau te
Groningen benoemd, terwijl de heer ir. W.
M. Welleman te Voorburg als zoodanig te
Middelburg is benoemd.
De heer Joh. Brinkman, directeur der
arbeidsbeurs te Temeuzen, wordt directeur
van het gewestelyk bureau aldaar.
Thans is men doende met de samenstel
ling van de verdere personeelsstaf van de
gewestelyke bureaux, zoomede met de aan
wijzing van de leiders der bijkantoren en
het overige daarby in de deelen personeel.
REEDS 300 OVERTREDINGEN DER
PRIJS VOORSCHRIFTEN BEHANDELD.
In vele gevallen zware straffen geëischt.
Gedurende de maand Maart werden er
door de 5 inspecteurs voor de prijsbeheer-
sching 248 veroordeelingen gewezen. Sinds
den aanvang der werkzaamheden van deze
afdeeling van den dienst van den gemach
tigde voor de pry zen, ongeveer half Fe
bruari, werden er in totaal ruim 300 von
nissen geveld.
Zooals men reeds herhaaldelijk heeft
kunnen lezen, wordt door de inspecteurs
voor de prysbeheerschink snel en vaak ook
hard recht gesproken. Dit is noodzakelijk
om met eenig succes, de gevaren tegen te
gaan, welke uit prijsopdrijving voort
vloeien.
Van de in Maart gevelde vonnissen leg
gen er 15 den veroordeelde een geldboete
op van meer dan 1000.
Een bedrijf, dat krenten te duur ver
kocht, werd met 6000 gestraft. Een
naamlooze vennootschap betaalde 5500
voor het vragen van een te hoogen prijs
voor vetten. Voor prijsopdrijving van noot
muskaat, luiers en slaolie, werden boeten
opgelegd van 3000 en voor overtredingen
ten aanzien van verschillende andere arti
kelen, voornamelijk levensmiddelen, boeten
van 2000.
Vele straffen leggen ook lagere boeten
op. In die gevallen werd rekening gehou
den met den ernst en den omvang van de
overtreding en met de financieele draag
kracht van den verdachte. In twee geval
len werd de verdachte vrijgesproken.
De inspecteurs leggen ook vaak bijko
mende straffen op. Zoo werd in 70 gevallen
de verdachte veroordeeld tot verbeurdver
klaring van de goederen, welige bij de over
treding in het geding waren. Vaak was
daarby sprake van groote voorraden. In
38 vevallen werd bepaald, dat het vonnis
gepubliceerd zou worden.
De overtredingen hadden plaats in het
geheele land, zoowel in steden als in dor
pen. Men kan niet zeggen, dat men zich in
sommige provincies beter of minder aan
de prysvoorschriften houdt dan in andere.
DOOR FRANK F. BRAUN.
28)
„Tot ziens, Ladislaus", zei ze en er klonk
een laatste teerderheid in deze paar woor
den. Ze nam afscheid voor immer.
„Ja, tot ziens, Angelica", z,ei hij.
Zelfs dat heeft hy niet gemerkt, dacht
Angelica. Ze ging naar de deur. Het
meisje was op de gang. „Dag juffrouw",
zei het meisje beleefd.,
Angelica schudde haar hoofd.
Het meisje sloot verbaasd de deur achter
dit zonderlinge bezoek.
Beneden op straat stond in de schaduw
van een boom een man. Hij las de biljet
ten op een reclamezuil en Angelica sloeg
geen acht op hem. Ze zou den rechercheur
Ilenke ook niet erkend hebben.
Toen een taxi voorbijreed, hield zy den
chauffeur aan. Het huis van Otto Horn
was niet ver hier vandaan. Ze moest een
paar straten verder zyn en dan tot het
eind doorryden, totdat ze bij de nieuwe
huizen kwam.' Daar waren de hooge num
mers.
Voor het nummer 210 moest ze geruimen
tijd wachten. Intusschen kwam achter
haar een andere auto aangereden; een
man stapte uit, betaalde en verdween in
de schaduw van een portiek. Dat hij zich
daar slechts verstopte, kon Angelica niet
vermoeden.
De huisdeur werd niet geopend, wel ech
ter een raam op de eerste verdieping en
een booze stem riep naar beneden: „Wie
is daar?"
Angelica legde haar beide handen als
een spreekbuis voor haar mond. „Is myn
heer Horn thuis?"
„Hy is op zyn kamer".
„Ik moet hem dringend spreken. Als hy
al slaapt, maakt u hem dan maar wak
ker. Zegt u maar, dat juffrouw Fabreani
er voor hem is."
Het raam werd weer gesloten. Het
duurde slechts twee minuten en toen werd
in de gang licht gemaakt en Otto Horn
kwam naar beneden. Hy maakte de deur
open. „Angelica, wat doe jij hier om dezen
tijd?" Hy hield haar hand vast. „Is er
iets
„Ik ben hier niet zoomaar gekomen." Ik
moet je spreken."
„Ja", zei hij en wierp de deur achter zich
dicht. „Waar zullen we naar toe gaan?"
Ze haalde haar schouders op. Hy kwam
niet op de gedachte, haar voor te stellen,
naar zijn kamer te gaan. „Hier in de buurt
is een klein café. Ik zit daar 's avonds
vaak aan de leestafel. Er zal wel niemand
meer zyn, alleen een slaperige juffrouw."
Angelica knikte. Het was maar een paar
minuten loopen. Het café, het had nauwe
lijks vijf of zes tafels, was behangen met
papieren guirlandes De tafels stonden
tegen de muren in kleine nissen. De ver
lichting was heel poover, nauweiyks ge
schikt voor menschen, die de krant wilden
lezen, maar het loonde zich waarschijnlijk
niet meer voor die paar bezoekers.
Angelica en Otto namen in een hoek
plaats. Ze behoefden niet eens zachtjes
te spreken. Behalve zij was er nog een
paartje in het café, een soldaat met zijn
meisje. De radio liet dansmuziek hooren,
zachtjes en kiesch.
„Wat is er, Angelica, je ziet bleek. Een
kopje koffie, ja. Twee koffie, alstublief.
Hoe gaat het met je moeder?"
„Dank je, ze zal den schrik wel te bo
ven komen. Daarvoor ben ik niet geko
men."
De Juffrouw zette de koffie voor hen
neer.
„Maar je hebt natuurlijk een bepaalde
reden?"
„Ja zeker." Ze roerde in haar kopje.
Heel langzaam hief ze haar oogen op en
keek hem aan. Haar oogen kaatsten het
spaarzame licht terug. Ze waren volko
men hemelsblauw.
„Ctto, zou jij willen bekennen, dat je
den moord op Joachim gepleegd hebt?"
Zyn gezicht bleef onbewegelijk, maar
hij beet de tanden op elkaar, óp zyn juk
beenderen spanden de sferen zich samen.
„Geloof je dan, dat ik het gedaan heb?"
„Nee," Ze zei slechts dit korte woord.
Hy l,nikte. „Moet ik voor je insprin
gen?"
„Denk je, dat ik Joachim vergiftigd
heb?"
„Beslist niet. Maar ik zóti me kunnen
voorstellen, dat je er toch vandoor zoudt
willen gaan."
Ze schudde haar hoofd. „Ik biyf hier.
Maar iemand moet den moord op zich
nemen, om dén werkelyken dader op een
dwaalspoor te brengen en een veilig ge
voel te geven. Om hem, kort gezegd, daar
heen te krijgen, dat hy L. ce val loopt."
„Weet je dan, wie het gedaan heeft?"
„Ja, ik weet het. Maar ik heb nog geen
bewijzen."
Het heele tooneel had iets onwerke
lijks. Daar zaten twee jonge menschen by
elkaar en bespraken dingen, die betrek
king hadden op een moord en op een
arrestatie, alsof ze van tennis spraken of
van nog minder opwindende zaken.
Otto Hom lachte zacht, maar zijn stem
had een bijzondere klank, toen hy zeide:
„•Ie hebt eens gezegd, Angelica, als je
me werkelyk noodig had, dan zou je by
me komen. Dat was in ieder geval, voor
dat je Ladislaus Marczali ontmoet had.
Ik had gedacht, dat je nu wel naar hem
zoudt gaan."
„Ik ben bij hem geweest."
„En?" Zijn gezicht kwam dichter by
het hare.
„Hy heeft geweigerd zooals ik wel ge
dacht had."
„Dus ben ikhij zocht naar de
juiste woorden, ben ik je laatste
hoop?" Zijn glimlach kon pyn doen.
„Ja Otto," bekende ze, zonder omwe
gen.
Hij knikte. Zyn glimlach verdween.
„Dan doe ik het." Ze keken elkaar in de
oogen. Angelica ging voor zyn blik niet
uit den weg.
„Ben je niet bang?"
Hy hoorde haar vraag niet.
„Ben ik misschien wel te vertrouwen?
Ik zou je wel eens in den steek kunnen
laten. Ladislaus heeft me tferaekerd, dat
hy van me hield. Maar dit verzoek heeft
hy toch maar afgewezen."
Otto Hom scheen zijn woorden van
ver weg te halen. „Misschien houd ik meer
van je, Angelica?"
„Daar heb je nog nooit over gesproken.
„Zou dat eenig doel hebben gehad? Je
was blijkbaar je hart al kwijt en ik maak
me niet graag belachelyk."
„Otto
„Ja?"
„Mag ik je een zoen geven?"
„Ik verlang geen beloomng vooruit, ma
dame." Hij sloot de oogen. Zyn gezicht
werd bleek; het was in het geheel niet
bruin meer. Toen boog Angelica zich voor
over en gaf hem een lange kus.
Otto Horn verroerde zich niet. Hy
voelde, dat er, als hij toetastte, iets
kapot ging, wat nog maar aan het ont
kiemen was.
Angelica zei: „Dank je."
Hy drukte de nagels in zijn handpal
men. Waarvoor dankt ze me, dacht hij;
hij wist het werkelyk niet precies; cn
toen vernam hy haar laatste woorden:
„Ik wist werkelijk niet, by wien ik hoor
de."
Toen was het voorbij.
Angelica begon te spreken. Ze had
schitterende oogen. Ze ontvouwden hun
plan. Hy luisterde toe. Zweetdruppels
stonden er op zijn hooge voorhoofd.
„Ben je nu bang, Otto?" Ze keek hem
onzeker aan.
(Wordt vervolgd.)