De regeling betreffende den hémdel in Amerikaansche fondsen. Het geheim van het doodelijke gif Derde blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 12 April 1941 Financieel Economisch Overzicht Na willige stemming volgde op de beurs een reactie. Arbeidsbemiddeling uitslutend rijkszaak. Opheffing gemeentelijke arbeidsbeurzen. Kort na de publicatie van de opheffing van de deviezengrens tusschen Nederland en 'Duitschland deed zich voor de beurs een nieuwe belangrijke kwestie voor, die van niet minder ingrijpenden aard moet worden geacht. Er hadden reeds sinds eenigen tijd geruchten geloopen betref fende een mogelijk verbod van den handel in Amerikaansche fondsen. Regelmatig had er in Amerikaansche certificaten han del tusschen ingezetenen plaats. In totaal wordt hier aan Amerikaansche certifica ten een bedrag gehouden van omstreeks 5575 millioen. Deze waarde is berekend naar de jongste beurskoersen, waarbij de dollar naardé Amsterdamsche usance is aangenomen op 2.50. Een verbod tot stopzetting van den han del kwam Vrijdag 4 April af. Het verbod luidt in dien zin, dat van 1 April af geen officieele noteering meer mag worden op gemaakt. Onmiddellijk daarna is de notee ring gedurende eenige dagen stopgezet, om een al te ruïneuze uitwerking op de koersen te voorkomen en om het beursbe- stuur gelegenheid te geven voorschriften uit te werken voor de afwikkeling van de loopende posities. J.l. Woensdag is de han del weder heropend, en zooals te verwach ten was, waren de koersen aanzienlijk la ger dan op den laatsten dag, waarop offi cieel werd gehandeld. Uit de inmiddels gepubliceerde beurs- voorschriften voor Amerikaansche fond sen, die een regeling inhouden voor de loopende posities, is intusschen gebleken, dat het Ook na 1 Mei mogelijk zal zijn om Amerikaansche fondsen te koopen en te verkoopen, doch dat hiervan geen offi cieele noteering zal worden opgemaakt. Verder is er uit de voorschriften gebleken, dat de geldgevers een splitsing moeten maken tusschen het Amerikaansche ge deelte en het Nederlandsche gedeelte van de loopende geldleeningen, waarbij effec ten als onderpand zijn gegeven. Het be drag van de leeningen van het Ameri kaansche gedeelte wordt berekend naar de waarde van de fondsen overeenkomstig de onderpandkoersen, die daarvoor spe ciaal door het bestuur van de vereeniging zijn vastgesteld. De dollar.wordt daarbij berekend tegen 1.8S. Voor deze leenin gen zal het gebruikelijke surplus van 20 worden vereischt, doch dit zal moeten bestaan, hetzij uit contanten of uit niet- Amerikaansche fondsen. Verder is bepaald, dat de loopende geld leeningen met Amerikaansch onderpand door regelmatige aflossingen vóór het einde van het jaar, geheel zullen moeten worden terugbetaald. De eerste aflossing zal moeten plaats hebben met 10 in de maand Juni en in de daarop volgende maanden telkens 15 Uiterlijk 23 April zal moeten worden gezorgd, dat het sur plus van 20 aanwezig is. Als rentecon dities zullen dezelfde voorwaarden gelden, die .tot nu toe van kracht waren. De geld gever zal. indien aan de hierboven ge noemde voorwaarden niet wordt voldaan, bijv. indien er geen aflossing plaats vindt, het recht hebben tot executie over te. gaan. Overigens bevat de geheele re geling geen sancties, die een garantie zou den kunnen geven voor een onvoorwaar delijke toepassing der voorwaarden. Bij het vaststellen van de onderpands- koersen door de daarvoor aangewezen commissie, heeft deze niet de laatste no teering van Amsterdam, maar die vah New York tot uitgangspunt aangenomen. De Amsterdamsche pariteit werd bere kend tegen een wisselkoers van 1.88 met behoud van de hier ter beurze in gebruik zijnde omrekeningswaarde van 2.50. De New Yorksche noteering werd dan verme nigvuldigd met 1.88 waardoor men de beurswaarde kreeg in -guldens. Deze beurswaarde werd dan gedeeld door 2.50 om op deze wijze te komen tot de koersen volgens Amsterdamsche usance. Deze koersen waren uit den aard der zaak een heel stuk lager dan de laatste beurskoer sen. Gemiddeld was het verschil ongeveer 25 Cy heropening der beurs hebben de koersen zich eenigermate aan dit nieuwe niveau aangepast, maar toch blyven zij zich nog altijd boven bedoelde pariteit be wegen. Nadat er aanvankelijk een willige stem ming op de beurs had bestaan, is er la ter een vrij scherpe reactie ingetreden, die gedeeltelijk kan worden verklaard met de hierboven besproken maatregel ten aan zien van de Amerikaansche fondsen. Men hield immers rekening met de mogelijk heid, dat verschillende posities, waarin zoowel Amerikaansche als andere fondsen in onderpand waren gegeven, zouden wor den afgewikkeld. Inderdaad hebben er ook reeds dergelijke liquidaties plaats gehad en het is niet onmogelijk, dat er in de toekomst meer zullen volgen. Daarbij kwam nog, dat de vraag voor Duitsche rekening,, die in de voorafgaan de week een ware hausse op de markt had veroorzaakt, plotseling zeer sterk was verminderd en ook de volgende da gen heeft men weinig van dergelijke operaties kunnen bespeuren. In de voorafgaande week zijn er in tusschen in enkele dagen tijc^ vrij be langrijke posten uit de markt genomen, niet alleen aandeelen, maar ook obligaties. Dit beteekent dus, dat er Nederlandsche kapitaal is vrijgekomen, dat straks waar schijnlijk opnieuw om belegging zal vra gen. Op dien grond zal men dus mogen verwachten, dat de factoren, die de laat ste dagen een koersdaling hebben ver oorzaakt, t.z.t. weer zullen worden ge compenseerd door hernieuwde vraag. De financieele resultaten van de onder nemingen, die in de afgeloopen week haar jaarverslag hebben gepubliceerd, zyn over het algemeen zeer' bevredigend. De beleggingsmarkt, die de vorige week zeer vast gestemd was, voornamelijk in verband met de Duitsche aankoopen, heeft in de afgeloopen periode eenige terugslag te zien gegeven. De leening 1938 kwam op een vol procent lager te staan, terwijl ook de leening 1941 een kleine fractie te rugliep. Gemeenteleeningen waren tamelyk prijshoudend. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop in de afgeloopen week. 4 Nederland 1940 II 97%, 96%. 96% 4 Nederland 1941 97%, 96%, 97% Aku 125%, 124, 126, 125%' Lever Bros 128%, 133%, 130%,134%, 126%, 127 Philips 220, 238, 226, 228 Bethlehem Steel 76%, 65% U. S. Steel 58%, 47, 47% Kon. Petroleum 266, 258, 275, 255, 256% A'dam Rubber 289, 282, 298, 291%, 293 exd., 276%, 279 Deli Bat. Rubber 230%, 228, 234 exd., - - 224 Ned. Scheepv. Unie 184%, 180, 188, 183% H. V. A. 468. 485%, 459, 461. Deli Bat. Mij. 210, 207, 212, 211 exd. 200% Deli My. 275, 290, 276, 278 Senembah Mij. 224, 221, 234, 219 UNIFORMMANIAK AANGEHOUDEN. Den Haag herbergt een uniformmaniak, die reeds verschillende keeren door de politie is gearresteerd wegens het onbe voegd dragen van een legeruniform. Zondagmiddag zag men hem weer zitten in het uniform van sergeant van het voor malige Nederlandsche leger in een café in de binnenstad. De man werd gear resteerd temeer omdat h\jnog een jaar gevangenisstraf moet ondergaan wegens verduistering van rijwielen. Ook elders heeft deze 27-jarige schilder B. J. P. van D. zich aan verduistering schuldig ge maakt en werd deswege door de politie van Haarlem, Delft en Rotterdam gezocht. FRAUDULEUS GESLACHTE KALVEREN Vrijdagochtend vroeg heeft de gemeen tepolitie van Helmond twee personen, vader en zoon, uit Deurne aangehouden, toen zij den slagerswinkel van T. binnen gingen. Het bleek, dat ieder der mannen een frauduleus geslacht kalf op zijn fiets vervoerde. Het vleesch is in besag ge nomen. De politie onderzoekt, of de sla ger bij deze zaak betrokken is. TEELT VAN VOEDINGSGEWASSEN. GECOMBINEERDE TEELTEN. vm. Wie in het bezit is van een tuin, zal vooral nu, daarvan zooveel mogelijk willen oogsten. Hoofddoel is thans het verkrijgen van wintervoorraad, waardóór direct al een groot stuk gereserveerd wordt voor den teelt van aardappelen. De oppervlakte, die we met groenten betelen, is dan ook niet zoo groot en wanneer we de verschiLende soorten alle afzonderlijk gaan zaaier of planten, ko men we al spoedig grond tekort. Maar het is zeer goed mogelyk om verschillende gewassen by elkaar op het zelfde grond stuk te telen of wel te combineeren. Daar bij moeten de voor combinatie gekozen gewassen zooveel mogelijk in ver uit el kaar liggende deelen van het jaar hun volle ontwikkeling bereiken en geoogst worden. Bij een gelijktijdige ontwikkeling heeft combineeren weinig zin, daar men dan immers de gewassen op ruimeren af stand zal moeten zetten. We willen hier enkele voorbeelden noe men van goede combinaties. Pootuien kunnen we thans planten op ryen van 35 c.M. van elkaar komen. Tusschen deze rijen zaaien we in Mei een rij kroten. Tegen dat deze kroten flink beginnen door te groeien, zijn de pootuien uitge groeid en kunnen al spoedig worden ge oogst. Ook kunnen we er in Mei tot be gin Juni stamboonen tusschen leggen. We zullen dan echter de njen pootuien iet§ ruimer nemen, b.v. 40 tot 50 c.M. De teelt van vroege kropsla kunnen we combineeren met den teelt van verschil lende andere gewassen. Tusschen tuinboo- nen, die een rrjenafstand krijgen van 60 c.M., kunnen we 2 ryen kropsla uitplan- ten op 30 c.M. afstand. Omstreeks begin tot half Juni kunnen we dan in het mid den tusschen de rijen spruitkool uitplan- ten; de kropsla is dan geoogst. Hier kun nen we dus 3 opbrengsten van hetzelfde grondstuk krygen. Inplaats van kropsla en spruitkool kan er ook vroege bloemkool tusschen worden geplant. We moeten voor deze combina ties overwinterde planten gebruiken van kropsla en bloemkool, zoogenaamde weeu- wen, daar deze gewassen anders niet tij dig genoeg kunnen worden geoogst en de boonen zouden gaan hindei'en, waar door dit gewas geen volledige opbrengst zou kunnen geven. Voor het zaaien van spinazie maken we ook geen afzonderlijk bed, daar deze groentensoort kan worden gezaaid tus- ïchen erwtenrijen of tuinboonen. Ook ra- dys kan tusschen deze gewassen gezaaid worden, en verder zaaien we radijs vaak tusschen zomerpeen. Hiertusschen gebrui ken we echter slechts zeer weinig zaad, opdat de jonge worteltjes er niet onder lijden. Een gewas, dat we gewoonlijk langs padkanten öf langs de randen van een béd plaatsen', is de sjalot. Men kan ze ook tusschen stokboonen ujtplanten. Men zij echter voorzichtig bij het uitvoeren van verschillende werkzaamheden, opdat de grond niet te veel wordt vastgetrapt. De teelt van stokboonen kunnen we com bineeren met die van vroege bloemkool en kropsla. Het plaatsen van boonenstokken. Het is nog wel te vroeg om snij- en slaboonen te leggen, maar de stokken voor de hoog groeiende soorten kunnen toch al worden geplaatst. En hoe zullen we deze nu plaatsen, want er zijn verschil lende mogelijkheden. We kumen de stok ken loodrecht plaatsen, waarby ze op de ry 60 c.M. uiteen komen en de rijen een tusschenruimte van I M. krijgen. Dit is voor "de belichting van het gewas het meest wenschelijke, wat de vruchtzet ting ten goede komt, en een goede op brengst mag doen verwachten. Maar op vlak terrein hebben de stokboonen vaak veel te lijden van den wind, en waaien ze met stok en al om. Daarom plaatst men gewoonlijk de stok ken op 80 c.M. afstand, zoowel op de rij als de rijen onderling, waarbij dan telkens de stokken van 2 rijen worden verbonden aan een lat of langen stok, die ter hoogte van ongever 2 M. in het mid den van deze 2 rijen wordt aangebracht. Met wilgenteenen, touw of dun ijzer- draad worden de stokken hieraan be vestigd. 'Deze wijze van stokken plaatsen noe men we „schranken". Aldus verzekerd, waaien de stokken niet zoo spoedig om De 1ste Mei a s zal voor de arbeidsbe middeling in ons land een belangrijke da tum zijn. Dan immers treedt de nieuwe organisatie van de arbeidsbemiddeling, waartoe in het najaar van 1940 het besluit werd genomen, in werking. Daarmede houden de gemeentelyke ar beidsbeurzen op te bestaan, om plaats te maken voor 37 over het geheele land ver spreide gewestelijke arbeidsbureaux, die, hierin bijgestaan door 148 bijkantoren, on der leiding van het rijksarbeidsbureau, voortaan de arbeidsbemiddeling zullen ver zorgen. Terwijl de tot dusver bestaande gemeen telijke arbeidsbemiddeling een aangelegen heid vormde, die plaatselijk een zeer uit eenloopend beeld vertoonde, is dus thans de toestand ingetreden, waarbij deze zaak voor het geheele land uniform is geregeld. Terwijl de gemeentelijke arbeidsbeurzen in hoofdzaak hun aandacht schonken aan de arbeidsbemiddeling in de eigen ge meente, wordt thans van rykswege de zorg voor de arbeidsbemiddeling van meet af aan als een gewestelijke aangelegenheid beschouwd. Ieder gewestelijk arbeidsbu reau is er op ingericht om, met behulp van een aantal bijkantoren, de behoeften te peilen van het district, dat aan zijn zor gen is toevertrouwd. 'Hierdoor wordt reeds aanstonds een verruiming verkregen van de mogelykheid tot plaatsing van werkzoe kenden. Doch er is meer. De arbeidsbemid deling als sociaal instituut is bezig een grondige vernieuwing te ondergaan. Zij komt op een veel breederen grondslag te berusten en zal daardoor in het maat schappelijk bestel een meer ingrypende functie gaan vervullen dan in het verleden het geval was. Door medische keuring, psychotechnisch onderzoek en de inrichting van een ar- beidsboek voor eiken werknemer zullen uitgebreide gegevens omtrent de werkzoe kenden worden verkregen. Daarbij ligt het in de bedoeling om in onderscheidene be roepen en bedrijven de bemiddeling aan deskundige ambtenaren op te dragen. Ook de bijzondere behoeften van het ge west zullen in het oog worden gevat, waar bij gelegenheid zal bestaan de gewestelijke structuur van het bedrijfsleven in aanmer king te nemen en de bemiddeling bedrijfs- gewijze te specialiséeren. Een aan elk ar beidsbureau te verbinden sociaal-econo mische afdeeling is belast met het verza melen van de hiertoe benoodigde gegevens, GEEN KIND EREN DOOR DEN OORLOG INVALIDE GEWORDEN. In Januari nam het Bestuur van de Jo- hanna-Stichting te Arnhem het besluit om vier gratis plaatsen aan te bieden aan kinderen van 810 jaar, die door den oorlog invalide waren geworden en wier ouders of verzorgers niet in staat waren om opname in een inrichting te bekosti- gen. De Johanna-Sticn'ing heeft daarmede geprobeerd eert stukje van den last te dragen, d.e de oorlog ons land en volk heeft opgelegd. Dit t aanbod werd ter kennis gebracht van alle colleges van B. en W. in Ne derland, terwijl tevens medede.elingen en annoces verschenen in tijdschriften en dagbladen. De resultaten waren eenigs- zins verrassend. In geheel Nederland ble ken deze kinderen niet gevonden te wor den. Met dank en waardeering voor het aanbod lieten vele gemeentebesturen we ten, dat ze ter plaatse geen kinderen had den, die door den oorlog invalide waren geworden. Er moge nog even vermeld worden, dat onder de gemeenten, die een negatief ant woord instuurdën zich o.a. bevonden: Vlissingen, Middelburg, Den Helder, Utrecht, Den Haag, Dordrecht, Maas tricht, Deventer, Zutphen, Arnhem, Wa- geningen, Rhenen, Tilburg, Hillegersberg, Bergschen Hoek en Rotterdam. en heeft het gewas .niet zooveel van den wind te lijden. Tuinders plaatsen dikwijls de stokken op 80 c.M. afstand, waarbij van 2 rijen telkens 3 stokken op ongeveer ^.25 M. hoogte onderling worden verbonden. Men noemt dit „hokken". Aldus behandelt, heb ben ze van den wind het minst te lij den, maar ten opzichte van de belichting verkeert het gewas dan in een ongun stige conditie. Men houde dus by het plaatsen van de stokken rekening met de ligging van den tuin en handele naar om standigheden. G. zoodat een uitgebreid materiaal beschik baar komt voor het. nauwkeurig volgen van de ontwikkeling van het bedrijfsleven en als leidraad voor de practische werk zaamheid van het bureau. Door een gere gelde uitwisseling der verkregen gegevens zal voorts een omvattend en diepgaand in zicht worden bereikt in de Nederlandsche arbeidsmarkt en haar behoeften. Het behoeft wel niet te worden gezegd, dat de gewestelyke arbeidsbureaux niet dadelijk bij hun inwerkingtreding tot volle krachtsontplooiing zullen kunnen geraken. Daartoe is allerhand voorbereidend werk noodig, tallooze gegevens zullen moeten worden verzameld en verwerkt, terwijl ook het vertrouwen dient te worden gewonnen van degenen, die door de arbeidsbemidde ling in haar nieuwen vorm tot elkaar moe ten worden gebracht. Er wordt echter krachtig gewerkt om de organisatie zoo spoedig mogelijk tot volle werkzaamheid te brengen en haar zoodanig in te richten, dat zij haar diensten kan verrichten met de kunde, die het gewicht harer sociale functie vereischt en met een vlotheid, die aan het tempo van het mo derne bedrijfsleven beantwoordt. Uiteraard wordt bij de personeelkeuzc voor het ap paraat der arbeidsbemiddeling met deze vereischten ter dege rekening gehouden. Een telexnet zorgt voor een snelle ver binding tusschen het departement van so ciale zaken,, waaronder het hoofdbureau ressorteert, met de onderscheidene gewes telijke bureaux. Zoo kunnen de gewestelijke arbeidsbureaux van uur tot uur op de hoogte worden gesteld van al hetgeen, waarover zij voor een vlotte taakvervulling moeten kunnen beschikken. De aanwijzing van de directeuren der gewestelijke arbeidsbureaux heeft inmid dels plaats gevonden. Zooals bekend, is de heer H. P. Staal, directeur der arbeidsbeurs -te Middelburg tot directeur van het gewestelyk bureau te Groningen benoemd, terwijl de heer ir. W. M. Welleman te Voorburg als zoodanig te Middelburg is benoemd. De heer Joh. Brinkman, directeur der arbeidsbeurs te Temeuzen, wordt directeur van het gewestelyk bureau aldaar. Thans is men doende met de samenstel ling van de verdere personeelsstaf van de gewestelyke bureaux, zoomede met de aan wijzing van de leiders der bijkantoren en het overige daarby in de deelen personeel. REEDS 300 OVERTREDINGEN DER PRIJS VOORSCHRIFTEN BEHANDELD. In vele gevallen zware straffen geëischt. Gedurende de maand Maart werden er door de 5 inspecteurs voor de prijsbeheer- sching 248 veroordeelingen gewezen. Sinds den aanvang der werkzaamheden van deze afdeeling van den dienst van den gemach tigde voor de pry zen, ongeveer half Fe bruari, werden er in totaal ruim 300 von nissen geveld. Zooals men reeds herhaaldelijk heeft kunnen lezen, wordt door de inspecteurs voor de prysbeheerschink snel en vaak ook hard recht gesproken. Dit is noodzakelijk om met eenig succes, de gevaren tegen te gaan, welke uit prijsopdrijving voort vloeien. Van de in Maart gevelde vonnissen leg gen er 15 den veroordeelde een geldboete op van meer dan 1000. Een bedrijf, dat krenten te duur ver kocht, werd met 6000 gestraft. Een naamlooze vennootschap betaalde 5500 voor het vragen van een te hoogen prijs voor vetten. Voor prijsopdrijving van noot muskaat, luiers en slaolie, werden boeten opgelegd van 3000 en voor overtredingen ten aanzien van verschillende andere arti kelen, voornamelijk levensmiddelen, boeten van 2000. Vele straffen leggen ook lagere boeten op. In die gevallen werd rekening gehou den met den ernst en den omvang van de overtreding en met de financieele draag kracht van den verdachte. In twee geval len werd de verdachte vrijgesproken. De inspecteurs leggen ook vaak bijko mende straffen op. Zoo werd in 70 gevallen de verdachte veroordeeld tot verbeurdver klaring van de goederen, welige bij de over treding in het geding waren. Vaak was daarby sprake van groote voorraden. In 38 vevallen werd bepaald, dat het vonnis gepubliceerd zou worden. De overtredingen hadden plaats in het geheele land, zoowel in steden als in dor pen. Men kan niet zeggen, dat men zich in sommige provincies beter of minder aan de prysvoorschriften houdt dan in andere. DOOR FRANK F. BRAUN. 28) „Tot ziens, Ladislaus", zei ze en er klonk een laatste teerderheid in deze paar woor den. Ze nam afscheid voor immer. „Ja, tot ziens, Angelica", z,ei hij. Zelfs dat heeft hy niet gemerkt, dacht Angelica. Ze ging naar de deur. Het meisje was op de gang. „Dag juffrouw", zei het meisje beleefd., Angelica schudde haar hoofd. Het meisje sloot verbaasd de deur achter dit zonderlinge bezoek. Beneden op straat stond in de schaduw van een boom een man. Hij las de biljet ten op een reclamezuil en Angelica sloeg geen acht op hem. Ze zou den rechercheur Ilenke ook niet erkend hebben. Toen een taxi voorbijreed, hield zy den chauffeur aan. Het huis van Otto Horn was niet ver hier vandaan. Ze moest een paar straten verder zyn en dan tot het eind doorryden, totdat ze bij de nieuwe huizen kwam.' Daar waren de hooge num mers. Voor het nummer 210 moest ze geruimen tijd wachten. Intusschen kwam achter haar een andere auto aangereden; een man stapte uit, betaalde en verdween in de schaduw van een portiek. Dat hij zich daar slechts verstopte, kon Angelica niet vermoeden. De huisdeur werd niet geopend, wel ech ter een raam op de eerste verdieping en een booze stem riep naar beneden: „Wie is daar?" Angelica legde haar beide handen als een spreekbuis voor haar mond. „Is myn heer Horn thuis?" „Hy is op zyn kamer". „Ik moet hem dringend spreken. Als hy al slaapt, maakt u hem dan maar wak ker. Zegt u maar, dat juffrouw Fabreani er voor hem is." Het raam werd weer gesloten. Het duurde slechts twee minuten en toen werd in de gang licht gemaakt en Otto Horn kwam naar beneden. Hy maakte de deur open. „Angelica, wat doe jij hier om dezen tijd?" Hy hield haar hand vast. „Is er iets „Ik ben hier niet zoomaar gekomen." Ik moet je spreken." „Ja", zei hij en wierp de deur achter zich dicht. „Waar zullen we naar toe gaan?" Ze haalde haar schouders op. Hy kwam niet op de gedachte, haar voor te stellen, naar zijn kamer te gaan. „Hier in de buurt is een klein café. Ik zit daar 's avonds vaak aan de leestafel. Er zal wel niemand meer zyn, alleen een slaperige juffrouw." Angelica knikte. Het was maar een paar minuten loopen. Het café, het had nauwe lijks vijf of zes tafels, was behangen met papieren guirlandes De tafels stonden tegen de muren in kleine nissen. De ver lichting was heel poover, nauweiyks ge schikt voor menschen, die de krant wilden lezen, maar het loonde zich waarschijnlijk niet meer voor die paar bezoekers. Angelica en Otto namen in een hoek plaats. Ze behoefden niet eens zachtjes te spreken. Behalve zij was er nog een paartje in het café, een soldaat met zijn meisje. De radio liet dansmuziek hooren, zachtjes en kiesch. „Wat is er, Angelica, je ziet bleek. Een kopje koffie, ja. Twee koffie, alstublief. Hoe gaat het met je moeder?" „Dank je, ze zal den schrik wel te bo ven komen. Daarvoor ben ik niet geko men." De Juffrouw zette de koffie voor hen neer. „Maar je hebt natuurlijk een bepaalde reden?" „Ja zeker." Ze roerde in haar kopje. Heel langzaam hief ze haar oogen op en keek hem aan. Haar oogen kaatsten het spaarzame licht terug. Ze waren volko men hemelsblauw. „Ctto, zou jij willen bekennen, dat je den moord op Joachim gepleegd hebt?" Zyn gezicht bleef onbewegelijk, maar hij beet de tanden op elkaar, óp zyn juk beenderen spanden de sferen zich samen. „Geloof je dan, dat ik het gedaan heb?" „Nee," Ze zei slechts dit korte woord. Hy l,nikte. „Moet ik voor je insprin gen?" „Denk je, dat ik Joachim vergiftigd heb?" „Beslist niet. Maar ik zóti me kunnen voorstellen, dat je er toch vandoor zoudt willen gaan." Ze schudde haar hoofd. „Ik biyf hier. Maar iemand moet den moord op zich nemen, om dén werkelyken dader op een dwaalspoor te brengen en een veilig ge voel te geven. Om hem, kort gezegd, daar heen te krijgen, dat hy L. ce val loopt." „Weet je dan, wie het gedaan heeft?" „Ja, ik weet het. Maar ik heb nog geen bewijzen." Het heele tooneel had iets onwerke lijks. Daar zaten twee jonge menschen by elkaar en bespraken dingen, die betrek king hadden op een moord en op een arrestatie, alsof ze van tennis spraken of van nog minder opwindende zaken. Otto Hom lachte zacht, maar zijn stem had een bijzondere klank, toen hy zeide: „•Ie hebt eens gezegd, Angelica, als je me werkelyk noodig had, dan zou je by me komen. Dat was in ieder geval, voor dat je Ladislaus Marczali ontmoet had. Ik had gedacht, dat je nu wel naar hem zoudt gaan." „Ik ben bij hem geweest." „En?" Zijn gezicht kwam dichter by het hare. „Hy heeft geweigerd zooals ik wel ge dacht had." „Dus ben ikhij zocht naar de juiste woorden, ben ik je laatste hoop?" Zijn glimlach kon pyn doen. „Ja Otto," bekende ze, zonder omwe gen. Hij knikte. Zyn glimlach verdween. „Dan doe ik het." Ze keken elkaar in de oogen. Angelica ging voor zyn blik niet uit den weg. „Ben je niet bang?" Hy hoorde haar vraag niet. „Ben ik misschien wel te vertrouwen? Ik zou je wel eens in den steek kunnen laten. Ladislaus heeft me tferaekerd, dat hy van me hield. Maar dit verzoek heeft hy toch maar afgewezen." Otto Hom scheen zijn woorden van ver weg te halen. „Misschien houd ik meer van je, Angelica?" „Daar heb je nog nooit over gesproken. „Zou dat eenig doel hebben gehad? Je was blijkbaar je hart al kwijt en ik maak me niet graag belachelyk." „Otto „Ja?" „Mag ik je een zoen geven?" „Ik verlang geen beloomng vooruit, ma dame." Hij sloot de oogen. Zyn gezicht werd bleek; het was in het geheel niet bruin meer. Toen boog Angelica zich voor over en gaf hem een lange kus. Otto Horn verroerde zich niet. Hy voelde, dat er, als hij toetastte, iets kapot ging, wat nog maar aan het ont kiemen was. Angelica zei: „Dank je." Hy drukte de nagels in zijn handpal men. Waarvoor dankt ze me, dacht hij; hij wist het werkelyk niet precies; cn toen vernam hy haar laatste woorden: „Ik wist werkelijk niet, by wien ik hoor de." Toen was het voorbij. Angelica begon te spreken. Ze had schitterende oogen. Ze ontvouwden hun plan. Hy luisterde toe. Zweetdruppels stonden er op zijn hooge voorhoofd. „Ben je nu bang, Otto?" Ze keek hem onzeker aan. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 9