Een geboren Vlissinger, grondlegger van Brandenburgs Marine en Koloniaal Bezit. Zeeuwsch-Vlaanderen en de productieslag 1941. U VOELT U NIET PRETTIG CARTER'S Een koude, gure wind tracht alle lente- gevoelene te verdringen en maakt het verblyf op de onbeschutte velden en we gen nu niet bepaald aangenaam. Edooh, al blijkt de temperatuur wat laag, de lente is er. Wie daaraan nog mocht twijfelen, trekke naar buiten, de natuur in, waar alles getuigt van nieuw leven. In Zeeuwsch Vlaanderen, de zoo vrucht bare landbouwstreek, heerscht een groote bedrijvigheid. Op de uitgestrekte landouwen wei-ken de boeren thans van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Hiér ziet men rooien, daar is men aan 't mesten, ginder gaan groepjes arbeiders in bukkende hou ding en vullen de gemaakte -vooren met pootaardappels, waarna deze vooren ach ter hen worden dichtgekapt. Weer verder z\jn het de zware Zeeuwsche paarden die in gelykmatigen tred de landbouwwerktui gen voorttrekken door de mulle aarde. Het is hetzelfde verschijnsel dat ieder voor jaar opnieuw terugkeert. In normalen tyd is daar nooit zooveel aandacht aan geschonken, thans is dat anders. Onze geheele landbouw staat in het teeken van den productieslag 1941, dus ls zulks vanzelfsprekend ook het geval met den landbouw ln dit gewest. Brengt deze productieslag nU veel ver anderingen mede voor deze streek? Daar op zouden wij kunnen antwoorden ja en neen Ja. omdat de boeren zich ditmaal meer zullen toeleggen op den-verbouw van producten die in normale omstandigheden minder verbouwd zouden worden, waar over wÜ verder iets meer willen vertellen. Neen, omdat de Zeeuwsch Vlaamsche boer ook in normale tflden 0p volle capa citeit pleegt te werken. Alleen is men dit jaar over het algemeen wat vroeger be gonnen, heeft men, waar mogelyk, braak liggende gronden productief gemaakt, heeft men hier en daar overtollig gras land gescheurd, zoodat er ongetwijfeld alles is gedaan om de productie zoo hoog mogelijk te kunnen opvoeren. Heel veel verschil zal dat alles echter niet geven, om de eenvoudige reden dat er slechts weinige gronden waren die daarvoor in aanmerking kwamen. In enkele gemeenten zijn lapjes gemeentegrond aan particulie ren verpacht, in vele gemeenten was geen grond meer beschikbaar. De meeste be woners hier beschikten reeds over een lapje grond en opvallend is het dat vele tuintjes, waarin anders bloemen werden gekweekt, thans ten nutte worden ge maakt voor den verbouw van groenten én aardappelen. Dat wil echter niet zeggen dat uitbrei ding van de landstreek niet mogeiyk zou zijn. Wij denken dan aan de ondergeloopen landen van Saeftingen en de Braakman, welke op inpoldering wachten. Daarmede zouden duizenden' hectaren grond kunnen worden gewonnen. Doch dat is voorloopig nog toekomstmuziek, welke hopeniyk niet te lang meer zal klinken. Zooals wij hierboven reeds aanhaalden, is deze productieslag van invloed op de te verbouwen producten. In de eerste plaats zal de bietenverbouw sterk worden Ingekrompen. De oorzaak daarvan is ge legen in het gebrek aan de vereischte kunstmeststoffen. Wy vernamen daarom trent dat op vele plaatsen de bietenver bouw slechts 50 zal bedragen van het vorige jaar. De daardoor vrijgekomen gronden zullen voor het grootste gedeelte worden bestemd voor den verbouw van aardappelen, zoodat daaraan zeker geen gebrek zal zijn. De puike Zeeuwsche bonte en blauwe zullen we echter niet te veel eten, doch ook Bintje en Industrie zijn voedzaam en smakelijk. Verder zullen ér meer erwten en boonen worden verbouwd, terwijl ook voor zomer- gerst meer belangstelling is. Het is te be grijpen dat de boeren bij hun zaaiplan re kening houden met dén grond, het kli maat ende beurs. Zoo is het logisch dat voor zomertarwe minder animo be staat, temeer daar de weersgesteldheid het vroeg zaaien daarvan heeft verhin derd. Zom-rgerst \iit Zeeuwsch Vlaande ren brengt altijd een goede prys op, in te genstelling met zomertarwe. Ook met de vlasteelt zal dit jaar hier wéinig bereikt worden, omdat er weinig kajxs is op een goeden oogst. De stryd, die hier reed3 jaren wordt gevoerd tegen de schadelijke stripsoorten, zal dit jaar nog zwaarder zyn wegens ge brok aan goede bestrijdingsmiddelen. Al met al moge men overtuigd zyn dat de boeren in Zeeuwsch Vlaanderen hun productie zoo hoog moge lijk zullen opvoeren en hun aandeel in de productieslag 1941 zal daardoor zeker niet gering zijn. De wederopbouw van Rotterdam. Interessante cijfers en nadere mededeellngen. De gevolmachtigde van den rijkscommis saris voor de stad Rotterdam dr. Voelckers gaf in de dagelrjksche persconferentie te 's-Gravenhage een zeer interessante ver handeling over Rotterdam. De stad Rotterdam, aldus dr. Voelckers, heeft door de oorlogshandelingen ontzet tend geleden 25.000 woningen, die 80.000 inwoners huisvesting boden, werden ver woest. Maar de stad, aldus ging dr. Voelckers voort, verdient alle hulde voor de energie, waarmee zij dadeiyk do problemen aanvatte. De opruimingswerkzaamheden werden iri 6 maanden voltooid (MeiNovember 1940). Tot 20.000 arbeiders waren daarmee geiyktydig bezig. Een getal van 2400 vrachtauto's voerde het puin weg. Het wederopbouwplan 'is op 10 tot 30 jaar berekend. De stad heeft thans 620.000 inwoners. Sommigen schatten van 2 mil- lióen in de toekomst. Die schatting schynt voorshands te hoog. Een havenstad is afhankeiyk van het zeeverkeer en kan voeden, wat door het zeeverkeer met al wat daarmee samen hangt, gevoed kan worden. Annexatie-plannen. Normaal en .gezond is, dat Schiebroek, Hillegersberg en IJselmonde by de stad ge voegd worden. Het is te verwachten, dat zulks nog dit jaar geschieden zal. Mogelyk volgen Schiedam en Vlaardingen later, maar dit is nog niet zeker. De inlyving der drie eerstgenoemde plaatsen voert het inwonertal tot 700.000 op. Verder zal het na den oorlog te wachten groote zee verkeer het inwonertal sterk doen stygen, maar men moet hierin toch niet phantas- tisch worden. Wellicht is op 900.000, 1 mil- lioen, hoogstens 1.200.000 inwoners te re kenen. Deze cyfers in elk geval liggen aan het opbouwplan ten grondslag. De nieuwe stad. Hierby is het groote probleem, om in een reeds bestaande stad met een be langrijke geschiedenis, een nieuwe binnen stad te scheppen. De eerste vraag is hierby het verkeer. Reeds voorheen was dit probleem wegens de nauwe straten moei- lyk. Er wordt op gerekend om breede stra ten (tot 52 m. toe) te scheppen. Pleinen zullen zeer groot gemaakt worden (Hof plein, Blaak) met groote parkeergelegenhe- den. Ook zal er groen in het centrum komen. Het groote'verkeer zal worden om geleid. Wat de spoorwegen betreft: het viaduct kan niet verdwijnen, een omleggen van de spoorbaan om de stad heen zou 6 km méér kosten en oneconomisch zyn; maar—wel zal worden getracht het on schoon zooveel mogelijk weg te werken. De architectuur. Wat de architectuur betreft: ln elk ge- val moet vermeden worden, dat er Ame- rikaansch zou worden gewerkt. Leelijkc bouwsels, gelyk men die soms in snel groeiende steden ziet, moeten vermeden worden. Het was een zeer goede gedachte van ir. Witteveen voorop te stellen, dat een Rotterdammer, die in 1950 zyn stad terug zou zien na 'ze vóór Mei 1940 ver laten te hebben, zyn eigen stad zou moe ten hervinden, hoezeer ook vei-anderd. De molen op het Oostplein blyft, het raad huis, het postkantoor enz. ze blyven en noodigen om daaromheen een stad te groe- peeren, die opnieuw een echt Rotterdam zal zyn. In dezen geest wordt de architec- tuur geleid. Bij de Kralingsche plas komen in een nieuwe wyk een 800-tal woningen te mid den van veel groen. In de binnenstad zul len een 8000-10.000 woningen komen. De andere van de 25.000 verwoeste huizen vin den hun vervangers in Vreeswijk, Usel- monde, Blijdorp. De scheepvaart. De havens der stad ontvingen in vredes- tyd 14.000 zeeschepen per Jaar; dat be- teekent, dat gemiddeld elke 20 minuten een schip den Waterweg op of af gaan. De Rijn- en binnenscheepvaart omvatte 200.000 schepen per jaar, dit is 700 per dag. Rotterdam heeft een goede toekomst! Het is nog niet noodig, thans nieuwe ha vens te ontwerpen, ofschoon bij eventueele behoefte natuurlijk in de noodige ruimte voorzien is. Over de tarieven kan thans nog niet met vruchtbaarheid gesproken wdi'den; dit onderwerp biyve bewaard tot het einde van den oorlog. II (Slot). BRANDENBURGS KOLONIAAL BEZIT. Breed omvattend was het plan van Ben jamin Raule, 's-Keurvorsten General-Di- rektor i), want hij hield niet alléén het oog gericht op de kust van Guinea, maar beoogde ook, door ter kaapvaart te gaan in de Oceanen, uit de te behalen winsten eene Brandenburgsche Oost-Indische Com pagnie op te richten. Dit laatste ging voorloopig den Keur vorst te ver de ondernemingslust van zijn dienaar Werd door hem in zooverre ge matigd, dat Raule alleen toestemming kreeg, twee schepen uit te rusten, om daar mee de expeditie naar de kust van Guinea op touw te zetten. De Keurvorst verschafte hem 20 „gute Kerls" per schip. Hy kon dan deze aanvullen met het benoodigde scheepsvolk, maar tevens ontving hij het bevel, alle mogelyke voorzorgen te nemen, dat de rechten van andere natiën, die zich reeds op de kust van Guinea gevestigd hadden, ontzien werden. De door Raule opgerichte Compagnie rustte twee schepen uit in den zomer van 1681 werd de tocht aanvaard. Deze ging in zooverre .voorspoedig, dat de kust van Guinea bereikt werd, ook werd een han delsverdrag gesloten met enkele neger hoofden, maar de Nederlanders, die er zich gevestigd hadden en ongaarne concurren ten zagen, maakten een einde aan de ex peditie door het eer.e schip „Het wapen van Brandenburg" in beslag te nemen en het andere „de Moriaen' te dwingen de te rugreis te aanvaarden. Dat de Keurvorst zich bij deze abrupte handelwyze niet neer legde, spreekt van zelf ten slótte na her haalde vertoogen, keerden de Staten-Gene- raal in 1685 40.000 thaler schadevergoeding aan den Keurvosrst uit, maar niet, voordat deze gedreigd had, drie schepen te zullen •uitrusten tegen de West-Indische Com pagnie. Niet alleen waren dus de plannen van Raule verijdeld, maar erger nog was, dat een nieuwe poging van hem even eens faalde. Hy had nl. de reeders Gilles Royard te Rotterdam en Jean Fedy2) te Vüssingen, bewogen, overeenkomsten te sluiten met den Keurvorst, wqarby. weder schepen in Brandenburgschen dienst hier te lande zouden worden uitgerust naar de j kust van Guinea, maar tengevolge van volksoploopen te Rotterdam en te Vüssin gen, uitgelokt door de nayverige Neder- West-Indische Comgapnie, zagen deze ree ders zich genoodzaakt de contracten met den Keurvorst op te zeggen3). Maar Raule was niet de man, om zich nu maar gewonnen te gevenop zijn ad vies besloot de Keurvorst nu zelf daadwer- keiyk op te treden. - Bij Keurvorstelyk besluit van 1 Januari -en 17 Maait 1682 werd goedkeuring ver leend tot het oprichten van een Afrikaan- sche Compagnie voor den tijd van dertig jaar, op aandeelen van 200 thaler. De vorst zelfs schreef in voor 8000, Raule en -eenige vrienden voor 20.000 thaler, terwijl nog ruim 100 aandeelen elders werden geplaatst, zoodat het oprichten der Maat schappij verzekerd was. Reeds den 16en Mei staken twee sche pen van uit Pillau in zee het bevel was opgedragen aan den kamerheer Otto Frie- drlech von der Gröben. terwijl Raule de zaken in het moederland zou beheeren, er ouden nl. wel een 30-tal schepen in ge- eedheid worden gebracht, waarvan er 12 'aan de Compagnie en aan Raule behoorden én 5 aan den Keurvorst. Von der Gröben werd gesteund door het gezag van den Keurvorst en had geleerd van de ervaring bij den eersten tocht en dus toen de Ne derlanders op de kust van Guinea, de komst der Brandenburgers met leede oogen aanziende, door middel van een ambtenaar, gezonden door den gouverneur, hem aanzegde, dat de handel op de kust verboden was, daar dit recht alleen de Ned. West-Ind. Compagnie toekwam, beet hy' van zich af, temeer omdat hem tevens werd medegedeeld, dat hy zich met het eskader moest verwyderen en dat er an ders geweld zou gebruikt worden. Onvervaard trad Von der Gröben in on derhandeling met de negerhoofden van Ac- coda, teneinde een handelsverdrag te slui ten. Doch onze landgenooten lieten niet met zich spelen en plantten de Nederland- sche vlag, voordat het accoord met de stammen was getroffen. Dientengevolge trok het eskader verder Zuidwaarts, waar Von der Gröben met andere stammen een of- en defensief verbond sloot. Met behulp van de inboorlingen stichtte hij een ver sterking, die den naam kreeg van Gross- Friedrichsburg (Januari 1683). Wel tracht ten de Hollanders ook hier den Branden burger dwars te zitten, maar nu was hy hun voor geweest en werd zyn doortastend heid met goed gevolg bekroond. Raule had intusschen in het moederland niet stil gezeten. Hij voelde het als een groot bezwaar, dat Pillau niet alleen aan een binnenzee lag, maar bovendien onder dè argusoogen der naijverige Oostzee-sta- ten. Veel vrijer en meer onbelemmerd zou een haven meer naar het Westen zijn. Ver wikkelingen in Oost-Friesland kwamen ter vervulling van dezen wensch uitnemend te stade. De graaf van Oost-Friesland of eigeniyk, de regente voor haar minderjari gen zoon, gravin Christine Charlotte, stond op vyandigen voet met de Stenden en vond steun by Hunne Hoogmogenden, de Staten- Generaal van ons land, die te Emden nog steeds een bezetting en dus van de 16e eeuw af, grooten invloed in 't graafschap hadden. De keizer nam het voor de Sten den op. toen de gravin met behulp van de Hollanders haar zin doorzette en droeg de beslechting der geschillen op aan den Keurvorst van Brandenburg en den Bis schop van Munster. De Keurvorst wist den keizer duidelijk te maken, hoe onge- wenscht het was, dat vreemde staten zich in een Duitsche aangelegenheid mengden en dus verbood de keizer de gravin en de Stenden vreemde inmenging te bevorderen. Toen de gravin niet wilde buigen, maakten in November 1682 vermomde Brandenbur ger troepen zich meester van de vesting Greetsyl, blijkbaar met voorkennis van de Stenden en van de stad Emden. Hunne Hoogmogenden, onze Staten-Generaal dus, protesteerden bij Keizer en Keurvorst, waarby de laatste hun van repliek diende door te antwoorden, dat hij het verdrag tusschen hen cn de Stenden niet ltende/ maar wel wist, dat Oost-Friesland bij Duitschland behoordemochten Hunne Hoogmogenden zich verder willen mengen in deze rijkszaak, dan zou hy zich genood zaakt zien, nog meer troepen naar Oost- Friesland te zenden. De Keurvorst sloot met de stad Emden een overeenkomst, waarna de troepen uit Greetsyl naar Emden werden verlegd, ter wijl tevens de zetel der Afrikaansche Compagnie hierheen werd verplaatst. Wel bleef de Höllandsche bezetting, (deze trok eerst in 1744 af), doch deze verzette zich niet tegen de Brandenburgsche troepen, die onder den naam van Brandenburger mariniers, uitsluitend dienden ten behoevé* der Afrikaansche Compagnie. De gezant van Hunne Hoogmogenden te Beriyn, de Heer van Amerongen, gaf ech ter op last van den Raadpensionaris Fa- gel den Keurvorst te kennen, dat de Brandenburgsche Afrikaansche Compagnie geen recht had, handel te drijven op de kust van Guinea. Volgens de octrooien der Nederl. W.-I. C. was haAr alléén de vaart op Guinea vergund. De Keurvorst ant woordde, dat de octrooien door de Staten aan eenigen hunner ingezetenen verleend, wel golden voor hun overige ingezetenen, maar niet voor andere mogendheden. Zon der twyfel, vervolgde de Keurvorst, mocht de West-Indische Compagnie handel drij ven met uitsluiting van anderen op plaat sen, welke zij door kracht van wapenen veroverd had of gekocht van de inboorlin gen of alwaar zij de inboorlingen bij ver drag verplicht had, om alleen met haar te handelen, doch dat er behalve deze nog vele plaatsen overschoten, waarop voor an deren de handel vrij stond, m.a.w. Afrika was groot genoeg en bood plaats voor meer dan één Compagnie. De gravin zette ook haar bezwaren uiteen in den loop van 1683, maar ook deze protesten haalden niets uit. In Afrika had men onderwijl vanuit Gross-Friedrichsburg onderhandelingen aangeknoopt met de omwonende stammen, met wie men een zeer voordeelig handels verdrag sloot. Met de uitbreiding van grondgebied ging gepaard een vermeerde ring van het aantal versterkingen. Zooals bekend was de kust van Guinea behalve voor ruilhandel in ivoor een gewaardeerd d< voor negerslaven, welk „croesvee" naar de West-Indiën en Ame rika werd gebracht, om daar aan de plan- tagebouders verkocht te worden. Zelfs in de 18e eeuw nog hebben de Vlissingers o.a. daar levendige handel in gedre ven: de beroemde David Henry Gallandat, geneesheer en vroedmeester te dezer stede in de laatste helft, der 18e eeuw, heeft zijn eerste medische ontwikkeling aan boord der slavenhalers opgedaan. Men beschouw de hen niet als menschen, vandaar de be titeling van „croesvee", om hun kroeshaar. De Directeur-koopman was met dit mate riaal zeer ingenomen blijkens zyn schrijven toen hij na „een bijkans viermaendelik zwerven op den woesten Oceaan vri,s en gesont an Capo tres Puntas gearriveert" was. „De seeden en manieren van deeze Negers syn niet heel en al barbarisch, want sy geschikt en van een gauw en smedich verstand syn". Wat hun geloof betreft „haer geloov is an den Duivel, die sy, sullende een eet doen, in een stuck broot sick in 't lyf eeten. Die verstorvenen gelooven sy dat in en andre werelt gaen, of na 't landt der blanken verreisen". „Vandaar ook dat by den dood van voor namen eenige slaven mede begraven wor den, opdat dezen hen in de andere wereld kunnen dienen, bij de graven wordt ook lederen dag spijs en drank gebracht „op dat sy geen gebrek mogen lijden". Toen Denemarken toestemming gaf 5), een slavenmarkt op St. Thomas (in West- Indië) te houden, leek alles in kannen en kruiken en wel bitter was de ontgooche ling, dat de flnantieele resultaten zoo ge ring waren en zelfs een deficit opleverden. De vestigingen op de kust kostten veel geld, terwijl de bedrijfskosten door de on oordeelkundige handelingen derbeambten, te hoog werden opgevoerd. De ontevre denheid der aandeelhouders in Oost-Fries land over den stand der zaken was zoo hoog gestegen, dat de Keurvorst, teneinde een ontbinding der Compagnie te voorko men, een overeenkomst sloot met de Sten den en de stad Emden, als gemachtigden dei- belanghebbenden, waarbij hun aandee len door den Keurvorst werden overgeno men (Juni 1686). Door een meer beleid vol bestuur ging alles thans veel beter, maar met dien vooruitgang steeg ook de naijver der Nederlanders. De Höllandsche bevelhebber van het fort ontzag zich niet, in vredestijd by verrassing eenige verster kingen der Brandenburgers te nemen en Grosz-Friedrichsburg te blokkeeren, ten einde op die wijze in één slag de Branden burgsche Afrikaansche Compagnie te ver nietigen. In October 1687 werd de schans Accada genomen, het volgend jaar het blokhuis Taccary, terwijl het schip „Berlin" gekaapt werd. Zeer waarschynlijk zou dit tot een vredebreuk tusschen Brandenburg en Holland geleid hebben, ware het -niet, dat de groote Keurvorst deze gebeurtenis sen eerst op zijn sterfbed gehoord had (1688). Zijn opvolger Friedrich III, die in 1701 koning zou worden van Pruisen, trad in diplomatieke onderhandelingen met de SÉa- ten-Genoraal, welke leidden tot teruggave der versterkingen. Eerst in 1694 werd Tac cary teruggegeven, over welk fort de on derhandelingen het langst geduurd hadden, maar veel had men er niet aan, daar de Hollanders die versterking in de lucht had den doen vliegen. De schuldenlast der Compagnie was intusschen zoodanig ge stegen, dat de Keurvorst in 1697 de ge heele vereeniging met haar activa en pas siva overdeed aan een consortium van Ne- derlandsche kooplieden, waai-door de helft van het kapitaal der aandeelhouders ge red werd. Erger is dat de Directeur-Generaal Raule in 1698, op zijn zeventigste jaar, be schuldigd werd van oplichting, voor het gerecht gedaagd, doch In 1702 volkomen werd vrygespi-oken. Intusschen had hy al dien tijd in de vesting Spandau opgesloten gezeten; hij vestigde zich te Hamburg in zeer kommervolle omstandigheden op een woonschip tot zijn overlijden op 6 Mei 1708. Het ging de nieuwe Compagnie slecht, zoodat de inmiddels tot koning verheven ALS uw lever niet voldoende LEVER-GAL afscheidt. lederen dag moet o« lerer een titer lerer-gal ln uv Ingewanden doen vloeien. Wanneer deze etroom van tever-gal onvoldoende 1». verteert uw voedsel niet. het bederft- U voelt u opge blazen- u raakt verstopt, üw lichaam is ver giftigd. u voelt a beroerd en ellendig, a siet alles zwart. De meeste laxeermiddelen ztjn slechts lapmid delen. U moet CARTER'S LEVER-PILLETJES nemen om deze titer lever-gal vrij te doen vloeien en u zult u een geheel andei mensch voelen. Onschadelijk, plantaardig, zacht, onover troffen om de lever-gal te doen vloeien, Elscht Carter's Lever-Pilletjes bij apothekers en drogisten f 0.75. 11 LEVER-PILLETJES NEDERLANDSCH AGRARISCH FRONT. LANDELIJKE VAKGROEPLEIDERS B"".EN. De persdienst v i het Nederlandsch Agrarisch front meldt o.m. In het Agrarische huis te 's-Gravenhage werd een byeenkomst gehouden van den landolijken raad van vakgroepen van het Nederlandsch Agrarisch front. Aan de hand van rapporten der vak- groepleiders werd de melkprijs in verschil lende deelen van het land besproken en daaruit de conclusie getrokken, dat het noodig is te komen tot een zomer melk- prys voor de veehouders van tenminste 3 cent per liter per procent vet voor industriemelk. Met betrekking tot de kunstmestvoor- zienlng kon worden medegedeeld, dat er kopersulfaat voor besproeiing van aard appelen en vruchtboomea in voldoende hoeveelheid zal komen. Over den handel ln kunstmestbonnen en de niet 'bevredigende verdeeling van de" stikstof werden gegevens byeengebracht, waaruit bleek, dat aan de desbetreffende maatregelen onvoldoende de hand wordt gehouden. In verband met den productieslag werd medegedeeld, dat verordeningen op komst zyn, waarin voorzieningen worden getroffen tegen onvoldoende ontwatering van sommige polders. Ook ten opzichte van pachtmoeilijk- heden zyn maatregelen te verwachten. Getracht zal worden het afslachten van magere koeien te doen ophouden. Ook werd er op gewezen, dat de regeling van afneming van slachtvee, waarby men de dieren soms een paar dagen zonder ver- zörging op de leveringsplaats laat staan, onduldbare dierenkwelling en aanzienlyk vleesch- en vetverlics veroorzaakt. Varkens voor eigen gebruik. Uit tal van plaatsen buiken de leiding van het N. A. F. klachten,' waaruit biykt, dat de arbeidersbevolking onvoldoende op de hoogte is met do bepalingen in zake de varkenshoudery. Uit het feit, dat geen voedertoewy'zingen worden vci-strekt aan niet-landbouwers wordt veelal afgeleid, dat het niet mogelijk is een varken te houden voor eigen gebruik, zooals dat ten platteland© veelal gewoonte is. Deze mee ning nu is niet juist. Wie een varken kan voeden zonder meeltoewyzing, dus met afvalstoffen enz., kan een toewijzing beko men by den plaatselijken bureauhouder van den voedselcommissr ris. Gezien het groote belang, dat hierby voor de voed selvoorziening betrokken is, zal gevraagd worden, hierop de algemeene aandacht te vestigen en te bevorderen, dat aan arbei ders, die een varken voor oigen gebruik willen houden, ecnig krachtvoer wordt toegewezen. Betoogd werd dat de steun van kleine boeren in de tegenwoordige omstandighe den beslist te laag is en verhooging niet kan uitblijven. By het inzetten van den productieslag 1941 werd vooropgesteld de noodzakelijk heid van aanzienlijke vermeerdering van de aardappelteelt. Nu de tijd van het poten der aardappelen is aangebroken, kan, zoo bleek uit de mededeelingen ter vergade ring worden vastgesteld, dat de genomen maatregelen en degevoerde propaganda zoo zeer doel troffen, dat een verrassende uitbreiding van de met de zoo nuttige knol- vruchten bebouwde oppervlakte plaats vindt. De voorloopige rapporten wijzen uit, dat m sommige zandstreken tot honderd procent meer aardappelen gepoot worden. In andere streken is het percentage 25, 40, 50, al naar gelang de omstandigheden op voering der aardappelproductie toelaten. keurvorst in 1711 haar ophief. Pogingen om een nieuwe vereeniging in het leven te roepen slaagden niet, zoodat de koning de wijste partij koos en In 1720 z(jn gezamen lijke bezittingen op de kust aan de West- Indische Compagnie verkocht voor 7200 ducaten en 12 Zwarten. Dit was in de 18e eeuw het einde van Pruisens koloniaal bezit, als herinnering treft men in de „Ruhmeshalle" te Berlijn een stuk geschut aan, afkomstig van de versterking Gross-Friedrichsburg 6). 1) Vgl. Tydsplegel, 1889, Deel III, blz. 293 en vlg. 2) Of was dit Pottey 8) Hofmeister, Die Maiitlmen und Co- lonialen Bestrebungen des 'Grossen Kur- fürsten. 1640—1688, Archiv für Post und Telegraphie, 13«r Jahrgang, Berlin 1885, S 567. Daartoe gemachtigd door Hunne Hoogmogenden by beschikking d.d. 15 Sept. 1683. 8) Overeenkomst d.d. 5 Nov. 1685. Vlg. Tydsplegel 1889, Deel III. blz. 288—299 R. Schück, Brandenb.-Preuszens Kolonial Politik 1647-1721 (Leipzig 1889); O. F. v. d. Greuben, Voorname scheepstogt na Guinea in 1682 (Leyden 2707) Hof- meister, Die maritimen und colonialen Bestrebungen des - Grossen Kurfürsten 1640-1688. Archiv für Post und Telegra phie, 13ter Jahrgang, Berlin 1885. H. G. VAN GROL. Archivaiis van Vüssingen. Roode Zee voor Amerika geen oorlogszöne meer. De correspondent van de New York Ti mes meldt uit Washington, dat men aldaar over het opdringen van de as in de richting van Egypte en over de successen op den Balkan ven-ontrust is. Anderzyds ziet men in, dat het bevaren van de Roode zee en het eventueele aandoen van de haven Hali fax (Nieuw-Schotland) door Amei-ikaan- sche schepen, het Brltsche scheepsprobleem niet zal oplossen. Op zekeren dag wordt het voor Engeland onvermydelijk, dat de Ame- rikaansche vloot den convooidienst over neemt. Uit Washington wordt voorts gemeld, dat president Roosevelt verklaard heeft, dat de Roode zee voor de V. S. geen oorlogs zöne meer is. De Amerikaansche schepen zouden dus voortaan het materiaal naar Egypte kunnen brengen. Troepen van Irak bezetten Engelsch woestijnstation. Het D.N.B. meldt uit IstanboelVolgens een bencht uit Bagdad heeft .een afdeeling Irakeesche troepen het fort Rulba, het tusschen Bagdad en Damascus gelegen woestijnstation, dat tot dusver een belang rijk Engelsch controlepunt was, bezet. De contróle der reizigers op dit woestijntraject is van de politie op de Irakeesche mili tairen overgegaan. De Amerikaansche bezetting van Groenland. Het D.N.B. meldt De bezetting van Groenland door strydki'achten der Veree- ntgde Staten schuift de Amerikaanscho versterkingen nog dichter bU het Euro- peesche oorlogsgebied, schryft de „Was hington Dally News". Daardoor wordt wellicht een weg gevonden, merkt liet blad op, om via New-Foundland en Groenland de in de Ver. Staten voor Enge land gemaakte vliegtuigen in niet al to groote étappes naar Groot-Brittannië te kunnen sturen. Wellicht kan men op Ame rikaansche schepen oorlogsmateriaal naar Gi-oenland brengen, vanwaar Engeland dit dan kan afhalen. Ingeval daardoor de Ver. Staten het convooi-vi-aagstuk* zouden kun nen omzeilen en het gevaar eener actieve verwikkeling in den oorlog voor hen daar door verminderd zou worden, zou de bezet ting van Goenland zeer zijn toe te juichen. AFSCHEIDSRECEPTIE OBERREGIERUNCSRAT HUSHAHN. De raad van voorlichting der Nederland- sche pers heeft Donderdag te Den Haag ter gelegenheid van het vertrek van den pers attaché van het Duitsche gezantschap, Qberregieiungsrat H. Hushahn, die als vrij williger naar het front gaat een afscheids receptie gehouden. Velschillende vooraan staande personen uit de perswereld heb ben bier Act woord gevoerd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 6