De legerberichten van gisteren.
Tweede blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Vrijdag 11 April 1941
Liefdadigheid in Nederland en Winterhulp.
Een uiteenzetting van den heer Eekhof.
Een verslaggever van het A.N.P. wend
de zich tot den heer Eekhof, chef van de
hoofdafdeeling propaganda van Winter
hulp Nederland met het verzoek het
vraagstuk der liefdadigheid in Nederland
nader te belichten.
De heer Eekhof, die van deze materie
een uitgebreide studie heeft gemaakt, ver
klaarde zich daartoe gaarne bereid.
Door het collecte-verbod en de oprich
ting van 'Winterhulp Nederland, aldus de
heer Eekhof, is het probleem van de lief
dadigheid in Nederland opnieuw in het
middelpunt der belangstelling gekomen.
By de oprichting van de stichting Win
terhulp Nederland had de leiding zeer ze
ker voor oogen het toekomstbeeld van een
coördinatie op het gebied der weldadig
heidsinstellingen.
Coördinatie beteekent als vanzelfspre
kend samenwerking, doch gedurende het
korte bestaan van Winterhulp Nederland
is reeds gebleken dat verschillende groe
peeringen in onze samenleving het secta-
risme in het weldadigheidswerk niet wil
len loslaten, zoodat helaas vastgesteld moet
worden, dat op het gebied van het wel
dadigheidswezen een bewust streven voor
handen is om het niet tot een nationale
samenwerking te laten komen.
In dit verband moge een korte beschou
wing van het ontwikkelingsproces van het
weldadigheidswezen volgen.
Honderd jaar geleden was het armwe
zen in Nederland een weinig gecompliceerd
en daardoor overzichtelijk gebied. Wie wa
ren in die dagen behoeftig en wie wilden
daarvoor doorgaan? Hoofdzakelijk waren
het physiek en geestelijk invalide perso
nen, drankzuchtigen en misdadigers. Te
gen het einde van de vorige eeuw is een
groote verandering ingetreden. Het mo
derne economische proces bracht aan den
eenen kant maatregelen van overheids-
zijde, welke sociaal gezien verbeteringen
brachten, maar daartegenover staan ge
volgen van het moderne economische pro
ces, ten opzichte van 'de sociale toestan
den, welke minder gunstig zijn. Hierbij
behoeft alleen maar gedacht te worden
aan het meest in het oog loopende ge
volg: de van Het begin dezer eeuw steeds
meer toenea*ende en zich stabiliseerende
werkloosheid.
Ten opzichte van het aim wezen is
daardoor een prinslpieel verschil ontstaan.
De staat heeft deze veranderingen begre
pen en is ten slotte overgegaan tot hét
vaststellen van vaste steunnormen vOor
Valide werkloozen.
Maar niet alleen de werkloosheid is een
gevolg van de economische verhoudingen
der laatste 40 50 jaren. Lage loonen,
lage landbouwprijzen en dergelijke feiten
hebben' allerlei soorten gebrek doen ont
staan, welke in wezen verschillen van de
armoede van een eeuw geleden.
Het, wezen van de armenzorg is niet in
.gelijke mate-gewijzigd' met de noodtoe
standen. Aan den eenen kant moet de
staatstaak véél ruimer ën ingrijpender
worden gezien, maar daarnaast moet de
volksgemeenschap een taak op zich nemen
ten opzichte van de behoeftige landge-
nooten, welke tot doelstelling moet heb
ben het verschaffen van hulp boven de
minimum-levensbehoefte vit.
Dit is tenslotte de grondgedachte van
Winterhulp Nederland. De oplossing van
het probleem, de bijstand in den nood,
moet nationaal worden aangepakt, om
voldoende krachtig te kunnen optreden
tegen den werkelijk overstelpend grooten
omvang van het gebrek, dat zich in den loop
van tientallen jaren heeft uitgebreid.
Elk sectarisch streven is thans uit den
tijd: en gaat tegen de belangen van de ge-
heele volksgemeenschap in.
Negentig procent van alle weldenkende
Nederlanders heeft belang bij een natio
nale samenwerking opdit gebied.
De weinigen, die deze nieuwe taak niet
begrijpen of zelfs bewust willen tegen
gaan, laden een groote verantwoordelijk
heid ten opzichte van ons geheele volk op
zich.
Op grond van al het voorgaande ziet
de leiding van Winterhulp Nederland zich
dan ook genoodzaakt voor het Nederland-
sche volk te treden met de vraag, of het
de belangen van een alles omvattende sa
menwerking inziet en de consequenties
daaruit wil trekken en aan de besturen
van sociale instellingen wordt hiermede
de directe vraag gesteld, of zij hun stand
punt ten deze duidelijk willen bepalen.
De directeur-generaal vanWinterhulp
Nederland, die zijn taak ziet in nationalen
zin, acht zich als eerste geroepen deze
samenwerking op de krachtigste wijze te
ondersteunen en practisch mogelijk te ma
ken. Te allen tijde is hij volkomen bereid
het zijne te doen om tot samenwerking te
komen. Dit veronderstelt echter ook een
gelijke bereidwilligheid bij alle instellin
gen, welke zeggen het sociale belang van
het Nederlandsche volk voor oogen te heb
ben. In de. komende weken zal Winterhulp
Nederland haar ervaringen op het gebied
der noóden aan het Nederlandsche publiek
békend maken, zoodat iedere landgenoot in
staat is zich een oordeel te vormen over
het werk, dat verzet moet worden en dat
slechts door gezamenlijke inspanning van
allen tot een goed .einde gebracht kan
Worden.
HET ZIEKENFONDSWEZEN
IN 1940.
Toeneming van het aantal
verzekerden.
MET EEN KWART MILLIOEN.
In de 2e aflevering van het maandschrift
van het Centraal Bureau voor de Statis
tiek is een overzicht opgenomen van den
nuari 1941. Op dezen datum waren
stand van het ziekenfondswezen op 1 Ja-
4.273D00 personen bij ziekenfondsen aan
gesloten, d.i. 47,9 der Nederlandsche be
volking. Gedurende 1940 nam het aantal
verzekerden met rond 246.000 toe dit is
de grootste stijging, die sinds het samen
stellen van de statistiek in 1936 is gecon
stateerd. Speciaal de maatschappjjfondsen,
de directiefondsen en de onderling beheerde
fondsen vertoonden een belangrijken groei.
Op 1 Januari 1941 waren in Zeeland
80.268 personenbij ziekenfondsen aange
sloten, d.i. 315 per 1000 inwoners.
Leveringsvergunningen voor
gordijnen enz.
Artikelen, zooals gordijnen, matrassen,
karpetten, tapijten, 'loopers en matten
kunnen uitsluitend betrokken worden op
een „leveringsvergunning", afgegeven
door den plaatselijken distributiedienst.
Uit de vele brieven, die de economische
voorlichtingsdienst dag in dag uit ont
vangt van personen, die bij de distributie
moeilijkheden ondervinden, is gebleken,
dat dit nog- onvoldoende bij het publiek
bekend is.
Bij den aankoop der goederen moet de
leveringsvergunning aan den winkelier
worden afgegeven. Wil men de artikelen
koopen in meer dan één winkel, dan is
het noodzakelijk meer dan een vergun
ning aan te vragen. Men houde dit goed in
het oog, daar er anders voor den kooper
moeilijkheden en voor de distributiediens
ten veel extra werk ontstaat. Vraag dus
twee vergunningen, indien in twee zaken
gekocht moet worden.
VERSCHILLENDE VEREENIGINGEN IN
GELDERLAND EN OVERIJSEL
GESCHORST.
Naar het A.N.P. verneemt heeft de
procureur-generaal bij het gerechtshof te
Arnhem verschillende vereenigingen in Gel
derland en Overijsel, die zich volgens hun
statuten ten doel stellen maatschappelijke
of cultureele belangen te behartigen, ge
schorst wegens het feit, dat uit deze ver
eenigingen bepaalde personen werden ge
weerd, uitsluitend wegens hun nationaal-
socialistische overtuiging.
Dergelijke daden van maatschappelijke
boycot worden ontoelaatbaar geacht.
GENERAAL CATROUX TER DOOD
VEROORDEELD.
Uit Vichy meldt het D.N.B. Generaal
Catroux is gisteren door den Franschen
krijgsraad wegens verraad bij verstek ter
dood veroordeeld.
Kampeeren In tenten en
overnachten in kajuiten verboden
In een circulaire van den sécretaris-'
generaal van justitie aan hoofdcommissa
rissen en commissarissen van politie wordt
medegedeeld, dat de hoogere S.S.- en poli
tieleider heeft bericht, dat naar zijn oor
deel zulks in overeenstemming met de
zienswijze van den Wehrmachtsbefehls-
haber in Nederland het kampeeren in
tenten in de open lucht alsmede het over
nachten in kajuiten van jachten moet wor
den beschouwd als een verblijf in de open
lucht in den zin van verordening nr. 188/
1940, artikel 2 en derhalve gedurende den
in die verordening genoemden tijd >an
middernacht tot 4 uur) niet is toegestaan.
DE GESLOTEN TIJDEN VOOR ENKELE
ZOETWATERVISCHSOORTEN.
In verband met de vastgestelde maxi
mumprijzen voor zoetwatervisch wordt er
de aandacht van hèt publiék op gevestigd,
dat baars, snoek en snoekbaars, voor welke
vischsoorten de gesloten tijd inmiddels is
ingegaan, tot 1 Juni a.s. niet mogen worden
verkocht.
Barbeel, blankvoorn, brasem, karper, kol-
bleg meun, ruischvoorn, serpeling, sneep
en winde, waarvoor de gesloten tijd 21
dezer ingaat, mogen gedurende het tijdvak
van 27 April tot en met 31 Mei eveneens
niet worden verkocht.
Het Joegoslavisch-Roemeensche
front
Op dit kaartje is de omgeving van Bel
grado aangegeven, de hoofdstad van Joe-
goslavia waarvan reeds melding is ge
maakt, dat deze stad te lijden heeft gehad
van Duitsche luchtaanvallen. Alhoewel in
de Duitsche weermachtsberichten niet de
uitgangspunten van de Duitsche troepen
(komende uit Roemenië) zyn vermeld, kan
men wel aannemen, dat deze opgerukt zyn
van uit Temesvar en Turnul-Severin. -
Van Hongarije uit rukten de Duitschers
op van- uit Szeged in de richting van Ma-
riatheresiopel (Subotica).
Pijnen
V O V TTtijnficvicUjes
hebben veelzijdig pijnuitdrijvende werking.
De moord op den Bredaschen
koopman.
DE TWEEDE DADER ONTMASKERD.
Zooals bekend, verdween op Dinsdag 12
November 1940 de koopman. P. van A.
uit Breda, nadat hy voor zaken naar Rot
terdam was gegaan. Uit het eerste onder
zoek bleek, dat v. A. in gezelschap was
geweest van een koopman uit Bussum,
zekeren J. H. J. D. uit Amsterdam en
een vierden onbekenden man, en dat het
doèl was geweest een partij textiel te
koopen.
De Bussumsche koopman verklaarde bij
zijn verhoor, dat hij op den bewusten dag
in een café te Rotterdam was achtergeble
ven, terwijl v. A., D. en de onbekende de
party goederen waren gaan bekijken. Toen
v. A. niet terug was gekomen, was hy naar
Bussum teruggekeerd.
Toen de politie naar D. informeerde,
bleek deze onvindbaar te zyn. Het bleek
dat D. omgang had met T. A. F. S., wo
nende te Rotterdam. Toen S. aan het po
litiebureau werd ontboden bekende hij dat
hij v. A. met een kolenschop in zyn wo
ning aan de Fransche Laan te Rotterdam
had gedood en het lijk daarop in zijn wo
ning onder den vloer had begraven.
S. beweerde dat hij het misdrijf in op
welling van drift, veroorzaakt doordat v.
A. hem een vuistslag had toe?;"A.end, had
gepleegd. Het geld en de voorwerpen van
waarde zou hij hebben verbrand of ver
nietigd, terwijl de Amsterdammer D. ge
heel buiten de zaak stond, aangezien deze
in een café had zitten wachten.
Het onderzoek in deze aangelegenheid
werd echter voortgezet en reeds spoedig
kon de onjuistheid van de verklaring van
S. worden aangetoond. Het gevolg was dan
ook dat S. een bekentenis aflegde, waar
uit ook de rol van D. in deze aangelegen
heid bleek.
Intusschen werd het onderzoek voortge
zet, waarbij met omzichtigheid te werk
moest worden gegaan, omdat D., die zich
nog steeds schuil hield, niet mocht weten,
wat reeds omtrent hem bekend was ge
worden. Op Woensdag 2 April 1914 meld
de D. zich bij de politie te Amsterdam
aan,gezien, naar hij zeide, hij had gehoord
dat de politie hem zocht.
D. werd naar Rotterdam overgebracht
en ontkende elk aandeel in den moord op
v. A. Zijn verklaring was, dat hij wel met
S. en v. A. het café te Rotterdam had
vei'laten, maar later in een ander café
had zitten wachten, terwijl S. en v. A.
alleen verder waren gegaan, om de tex-
tielgoederen te bezichtigen. Later was v.
S. bij. hem gekomen met de mededeeling,
dat de koop afgesprongen was en v. A.
vertrokken was. Intusschen was echter
reeds zooveel bewijs tegen ~D. verzameld,
dat hij -zyn verklaring moest herroepen.
Uit het onderzoek is thans wel het na
volgende komen vast te staan:
De bewering van D. en S. dat zij een
partij, textielgoederen te ko.op hadden, was
gefingeerd. Dit was voorgewend, om in
aanraking te komen met een kapitaal
krachtig persoon. Via den Bussumschen
koopman, die in deze affaire waarschijn
lijk wel vrijuit gaat, is v. A. naar Rotter
dam gelokt. De Bussumer werd in het
café te Rotterdam achtergelaten, waarna
S.. D. en v. A. samen naar de woning van
eerstgenoemde gingen.
Hier heeft men Van A. onverhoeds met
een smidshamer op het hoofd geslagen. Het
onderzoek wees uit, dat deze kamer eenige
dagen voor den moord is gekocht. De hamer
is na den moord weggeworpen, maar kon
nog door de politie opgespoord worden.
Toen van A. beroofd was, is het lijk be
roofd van het geld en de voorwerpen van
waarde. Het geld werd behouden, de op
het lijk gevonden goederen echter vernie
tigd, om ontdekking te voorkomen. Ten
slotte yrerd het lijk van Van A. begraven,
op de wijze, welke reeds eerder werd ver
meld. Op Woensdag 13 November 1940
kwamen S. en D. weer samen en hebben
zy afgesproken, hoe zy bij eventueele ont
dekking van den moord zouden handelen.
Hierbij werd overeengekomen dat S. by
ontdekking alle schuld op zich zou nemen
en zou voorgeven, dat Van A. tijdens een
twist was gedood. Vast kwam te staan dat
S. en D. met alle geraffineerdheid hun
plannen hebben gemaakt en uitgevoerd. Zoo
hebben beiden hun costuum na den moord
laten stoomen om eventueele bloedsporen
weg te krygen. D. nam zelfs de voorzorg
dit costuum daarna nog te verbergen, maar
het is gelukt dat costuum nog in beslag
te nemen. Op grond van hetgeen tot heden
van deze zaak bekend is geworden, kan wel
aangenomen worden, dat alleen S. en D.
b$j het misdrijf betrokken zyn.
De aflevering van ijzer en staal.
Percentage tot 20 pet. met een max. van
100 kg. verlaagd.
Tot nu toe bestond voor aflevering van
walserrjproductcn in de gewone handelskwa
liteit de regel, dat een handelaar zonder
vergunning van het rijksbureau voor ijzer
en staal aan den verbruiker per maand
4 pet. van de hoeveelheid mocht afleveren,
welke hij in 1939 uit den voorraad aan dien
verbruiker had afgeleverd tot een maximum
van 500 kg.
In verband met de voorraadpositie van
dit materiaal is genoemd percentage van
1 April 1941 af verlaagd met 2 pet. en
het maximum tot 100 kg.
De Britsche verliezen bij Keren.
Uit Rome meldt het D.N.B.Naar aan
leiding van de verklaring van Churchill,
volgens welke by de gevechten om Keren
4000 Engelschen gesneuveld waren, con
stateert de „Giornale d' Italia" opnieuw,
dat by die operaties 15.000 Engelschen ge
vallen en vele duizenden gewond zyn en
dat bovendien de groote materieele verlie
zen der Britsche troepen niet aangevuld
kunnen worden»
Aan het front in Lybië. - Duitsch geschut in stelling in de
woestijn (Foto Weltbild)
HET DUITSCHE.
Het opperbevel van de Duitsche weer
macht maakte gisteren bekend:
De groote successen in Servië en Grie
kenland werden op den 9den April reeds
in extra berichten bekend gemaakt. Uit
Stiermarken oprukkende Duitsche troepen
hebben op 9 April Maribor (Marburg) be
zet. Gepantserde afdeelingen en divisies
infanterie van den Generaloberst Von
Kleist, achtervolgden na bezetting van het
spoorweg- en verkeersknooppunt Nisj. den
wijkenden vijand. Bij het doordringen tot
de grens van Albanië werden na het pas-
seeren van de Vardar, Tetovo en Prilep
ingenomen.
Behalve die Woensdag vermelde 20.000
krijgsgevangenen, vielen ongeveer honderd
stukken geschut en eenige honderden ma
chinegeweren alsmede groote voorraden
benzine, munitie en materiaal in onze han
den. Duikbommenwerpers deden met suc
ces aanvallen op wegen en spoorlijnen in
Yoegoslavië. Gevechtsvliegtuigen bestook
ten vliegvelden in Bosnië met bommen,
vernietigden hierbij zeven en beschadigden
vyf op den beganen grond staande toe
stellen In het gebied tusschen de Drau
en de Save werden treinen die voor aan
vulling zorgden, alsmede spoorwegempla
cementen door brisantbommen getroffen.
Gepantserde afdeelingen welke uit
Yoegoslavië het dal van de Vardar bin
nentrokken, veroverden Saloniki. De meer
Oostwaarts strijdende troepen bereikten,
na door de Metaxaslinie gebroken te zijn,
en na inneming van Xanthi, de Egeïsche
Zee. De Grieksche strijdmachten ten Oos
ten van de Vardar, welke vaar him ver
bindingen volkomen waren afgesneden,
hebben onvoorwaardelijk gecapituleerd.
In Noord-Afrika werd na hardnekkigen
strijd Derna genomen. Tachtig kilometer
ten Zuidwesten daarvan viel ook Mechilli
in handen van de Duitsch-Italiaansche
troepen. Zes generaals, twee kolonels met
den rang van generaal en 2000 manschap
pen werden gevangen genomen. De buit
aan oorlogsmateriaal is nog niet te over
zien.
Sterke formaties gevechtsvliegtuigen
brachten in den nacht van 9 op 10 April
bij bijzonder goed aanvalweer, harde sla
gen toe aan het Britsche bewapenings
centrum Birmingham en aan de belang
rijke haven- en werfstad New Castle. Op
wapenfabrieken, scheepswerven en docks,
richtten voltreffers van bommen van
zwaar en het zwaarste kaliber uitgebreide
verwoestingen aan. Groote branden en tal
rijke ontploffingen konden worden waarge
nomen. Ook in de havens van Ipswich en
Southampton werden belangrijke militaire
doelen doeltreffend gebombardeerd. Bo
vendien voerde het luchtwapen Woensdag
den strijd tegen de vijandelijke koopvaar
dijscheep vaart in het zeegebied om Enge
land met groot succes verder. Gevechts
vliegtuigen brachten negen schepen met
tezamen 49.000 b.r.t., waaronder een groot
tankschip, tot zinken. Vyf andere groote
schepen, cismede een Britsche torpedoja
ger werden door bommen zwaar bescha
digd. In deze successen hebben formaties
van den Generaloberst Stumpff een groot
aandeel gehad.
De vijand vloog Woensdagnacht naar
Noord-Duitschland. Zyn voornaamste aan
val was gericht op de rijkshoofdstad. Bri
sant- en brandbommen veroorzaakten
vooral in woonwijken, alsmede in het
centrum der stad aan openbare gebouwen
en aan panden van cultuur-historische
waarde, alsook aan kerken en musea deels
aanzienlijke schade. De verliezen aan doo-
den en gewonden onder de burgerbevol
king zyn in verhouding tot het aantal uit
geworpen bommen bijzonder gering. De
vijand viel bovendien Emden en Bremen
alsmede eenige andere punten van Noord-
Duitschland met zwakkere strijdkrachten
aan.
In de beide laatste nachten gelukte het,
bijzondere resultaten te bereiken bij den
afweer. Formaties nachtjagers, onder be
vel van den generalmajor Kammhuber,
alsmede luchtdoel- en vlootartillerie, scho
ten Woensdagnacht zestien, in den nacht
daarvoor zeven vijandelijke vliegtuigen
neer. Een van den aanval terugkeerend
eigen gevechtsvliegtuig haalde Woensdag
nacht nog een vijandelijk gevechtsvliegtuig
in het bezette gebied omlaag. Bij pogingen
van den vjjand om overdag de bezette ge
bieden binnen te vliegen werden Dinsdag
en Woensdag tien vijandelijke vliegtuigen
neergeschoten. Met inbegrip van een reeds
vermeld vliegtuig en van een door jagers
in Lybië neergeschot vliegtuig bedra
gen de gezamenlijke verliezen van den vy
and sinds den 8sten April 43 vliegtuigen,
waarvan 36 Britsche en zeven Yoegoslavi-
sche. Een aantal andere Britsche en
Yoegoslavische vliegtuigen werd bescha
digd. In hetzelfde tijdvak zyn negentien
eigen toestellen tot dusver niet terugge
keerd.
In den nacht van 7 op 8 Aprü heetf de
bemanning van een gevechtsvliegtuig met
den eersten luitenant Forgatsch als com
mandant en bestuurder, luitenant Gerlaeh.
als waarnemer, onderofficier Thoms als
marconist en onderofficier Starke als
schutter, zich in een dubbelen aanval op
een belangrijke fabriek der Engelsche
vliegtuigindustrie in de Midlands door bij-
zonderen aanvalsgeest en dapperheid on
derscheiden.
HET ITA1IAANSCHE,
Het Italiaansche legerbericht 307, van
gisteren luidt:
Aan het Julische front duurt de op-
marsch van onze troepen in het dal van de
Save voorbij Kranjska Gora voort.
In Albanië zijn aan het Zuidslavische
front de vijandelijke acties in de zone van
Skoetari gebroken. Talrijke krijgsgevan
genen werden gemaakt. Onze colonnes ruk
ken op op Joegoslavisch gebied in ooste
lijke richting om de Duitsche colonnes te
ontmoeten.
Van het Grieksche front geen vermel
denswaardig nieuws.
Italiaansche luchtformaties hebben vijan
delijke troepen en gemechaniseerde strijd-
middelen in de zone van Bencovazzo (Zara),
gebombardeerd. De haveninrichtingen van
Sebenico werden wederom door onze af
deelingen bombardementstoestellen getrof
fen. Afdeelingen jachtvliegtuigen hebben
defensieve installaties en troepen aan het
Joegoslavische front in Albanië met- mi-
traill'eurvuur bestookt en in scheervlucht in
de omgeving van Sloseila (Zara) aanvallen
gedaan op tien gemeerde watervliegtuigen,
waarvan er vier getroffen werden, terwijl
andere vliegtuigen ernstig werden bescha
digd. Vijandelijke vliegtuigen zyn boven
Zara verschenen,waar zij eenige bommen
neerwierpen en eenige schade veroorzaak
ten.
In Cyrenaica tracht de vijand tevergeefs
te ontkomen aan de omsingeling die ten
uitvoer wordt gelegd door de Itaüaansch-
Duitsche strijdkrachten, welke, vertrokken
van de kust en van een punt ten zuiden
van Gebel zich voorbij Derna by elkander
hebben gevoegd. De buit aan materiaal is
aanzienlijk. Onder de gevangenen heeft men
ruim 2.000 manschappen met zes generaals,
en verscheidene hooge officieren geteld. On
ze luchtdetachementen hebben vijandelijke
schepen getroffen en zware branden ver
oorzaakt in de haven van Tobroek, Twee
van onze vliegtuigen zijn niet teruggekeerd.
Een Engelsch vliegtuig is neergeschoten.
In Oost-Afrika is Massawa onder den
druk der sterkere vijandelijke strijdkrach
ten na een moedige verdediging gevallen.
De haven is versperd. De haveninstallaties
zijn vernield.
In het oosten van de Middellandsche Zee
heeft een van onze duik boo ten onder bevel
van luitenant ter zee Domenico Romano
een vijandelyken kruiser getorpedeerd van
het type Liverpool.
De Engelsche terugtocht in
Noord-Afrika.
Uit Rome meldt het D.N.B.Korten tijd,
nadat de Engelschen Benghazi en Derna
hadden ontruimd, heeft het Italiaansche
burgerlijke bestuur in die plaatsen zijn
werkzaamheden hervat. Hoézeer de Engel
schen te Benghazi verrast werden, blijkt
uit het feit, dat zij zelfs niet den tyd heb
ben gevonden om kostbare benzinevoorra
den te vernietigen. By Dsjebel en Derna
konden Italiaansche gevangenen, die de
Engelschen niet hadden kunnen wegvoeren*
bevrijd worden.
Engelsche generaals In LybiS
vermist.
Naar Reuter meldt, behoort tot de bij de
operaties in Lybië vermisten, ook generaal
Sir Richard O'Conno, die de rechterhand
was van generaal Wavell. Voorts behoor
den tot de vermisten generaal Meame, de
vroegere opperbevelhebber van de Britsche
strijdkrachten in Palestina en ten slotte
generaal-majoor Gambier Parry, die chef
van de Britsche militaire missie was, wel
ke destijds naar Griekenland geweest is.
Haven van Tobroeb gebombardeerd.
Duitsche gevechtsvliegtuigen hebben on
9 April de havenwerken vein Tobroek aans
gevallen. Zoeklichten, afweerbatterijen en
schepen werden gebombardeerd.
Eden en Dill In Londen terug.
Naar de Londensche Nieuwsdienst meldt,
zijn de minister van buitenlandsche zaken,
Eden, en generaal Sir John Dill, van hun.
reis naar het Nabije Oosten en den Balkan*
in Engeland teruggekeerd.