De legerberichten van gisteren. Tweede blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Vrijdag 11 April 1941 Liefdadigheid in Nederland en Winterhulp. Een uiteenzetting van den heer Eekhof. Een verslaggever van het A.N.P. wend de zich tot den heer Eekhof, chef van de hoofdafdeeling propaganda van Winter hulp Nederland met het verzoek het vraagstuk der liefdadigheid in Nederland nader te belichten. De heer Eekhof, die van deze materie een uitgebreide studie heeft gemaakt, ver klaarde zich daartoe gaarne bereid. Door het collecte-verbod en de oprich ting van 'Winterhulp Nederland, aldus de heer Eekhof, is het probleem van de lief dadigheid in Nederland opnieuw in het middelpunt der belangstelling gekomen. By de oprichting van de stichting Win terhulp Nederland had de leiding zeer ze ker voor oogen het toekomstbeeld van een coördinatie op het gebied der weldadig heidsinstellingen. Coördinatie beteekent als vanzelfspre kend samenwerking, doch gedurende het korte bestaan van Winterhulp Nederland is reeds gebleken dat verschillende groe peeringen in onze samenleving het secta- risme in het weldadigheidswerk niet wil len loslaten, zoodat helaas vastgesteld moet worden, dat op het gebied van het wel dadigheidswezen een bewust streven voor handen is om het niet tot een nationale samenwerking te laten komen. In dit verband moge een korte beschou wing van het ontwikkelingsproces van het weldadigheidswezen volgen. Honderd jaar geleden was het armwe zen in Nederland een weinig gecompliceerd en daardoor overzichtelijk gebied. Wie wa ren in die dagen behoeftig en wie wilden daarvoor doorgaan? Hoofdzakelijk waren het physiek en geestelijk invalide perso nen, drankzuchtigen en misdadigers. Te gen het einde van de vorige eeuw is een groote verandering ingetreden. Het mo derne economische proces bracht aan den eenen kant maatregelen van overheids- zijde, welke sociaal gezien verbeteringen brachten, maar daartegenover staan ge volgen van het moderne economische pro ces, ten opzichte van 'de sociale toestan den, welke minder gunstig zijn. Hierbij behoeft alleen maar gedacht te worden aan het meest in het oog loopende ge volg: de van Het begin dezer eeuw steeds meer toenea*ende en zich stabiliseerende werkloosheid. Ten opzichte van het aim wezen is daardoor een prinslpieel verschil ontstaan. De staat heeft deze veranderingen begre pen en is ten slotte overgegaan tot hét vaststellen van vaste steunnormen vOor Valide werkloozen. Maar niet alleen de werkloosheid is een gevolg van de economische verhoudingen der laatste 40 50 jaren. Lage loonen, lage landbouwprijzen en dergelijke feiten hebben' allerlei soorten gebrek doen ont staan, welke in wezen verschillen van de armoede van een eeuw geleden. Het, wezen van de armenzorg is niet in .gelijke mate-gewijzigd' met de noodtoe standen. Aan den eenen kant moet de staatstaak véél ruimer ën ingrijpender worden gezien, maar daarnaast moet de volksgemeenschap een taak op zich nemen ten opzichte van de behoeftige landge- nooten, welke tot doelstelling moet heb ben het verschaffen van hulp boven de minimum-levensbehoefte vit. Dit is tenslotte de grondgedachte van Winterhulp Nederland. De oplossing van het probleem, de bijstand in den nood, moet nationaal worden aangepakt, om voldoende krachtig te kunnen optreden tegen den werkelijk overstelpend grooten omvang van het gebrek, dat zich in den loop van tientallen jaren heeft uitgebreid. Elk sectarisch streven is thans uit den tijd: en gaat tegen de belangen van de ge- heele volksgemeenschap in. Negentig procent van alle weldenkende Nederlanders heeft belang bij een natio nale samenwerking opdit gebied. De weinigen, die deze nieuwe taak niet begrijpen of zelfs bewust willen tegen gaan, laden een groote verantwoordelijk heid ten opzichte van ons geheele volk op zich. Op grond van al het voorgaande ziet de leiding van Winterhulp Nederland zich dan ook genoodzaakt voor het Nederland- sche volk te treden met de vraag, of het de belangen van een alles omvattende sa menwerking inziet en de consequenties daaruit wil trekken en aan de besturen van sociale instellingen wordt hiermede de directe vraag gesteld, of zij hun stand punt ten deze duidelijk willen bepalen. De directeur-generaal vanWinterhulp Nederland, die zijn taak ziet in nationalen zin, acht zich als eerste geroepen deze samenwerking op de krachtigste wijze te ondersteunen en practisch mogelijk te ma ken. Te allen tijde is hij volkomen bereid het zijne te doen om tot samenwerking te komen. Dit veronderstelt echter ook een gelijke bereidwilligheid bij alle instellin gen, welke zeggen het sociale belang van het Nederlandsche volk voor oogen te heb ben. In de. komende weken zal Winterhulp Nederland haar ervaringen op het gebied der noóden aan het Nederlandsche publiek békend maken, zoodat iedere landgenoot in staat is zich een oordeel te vormen over het werk, dat verzet moet worden en dat slechts door gezamenlijke inspanning van allen tot een goed .einde gebracht kan Worden. HET ZIEKENFONDSWEZEN IN 1940. Toeneming van het aantal verzekerden. MET EEN KWART MILLIOEN. In de 2e aflevering van het maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statis tiek is een overzicht opgenomen van den nuari 1941. Op dezen datum waren stand van het ziekenfondswezen op 1 Ja- 4.273D00 personen bij ziekenfondsen aan gesloten, d.i. 47,9 der Nederlandsche be volking. Gedurende 1940 nam het aantal verzekerden met rond 246.000 toe dit is de grootste stijging, die sinds het samen stellen van de statistiek in 1936 is gecon stateerd. Speciaal de maatschappjjfondsen, de directiefondsen en de onderling beheerde fondsen vertoonden een belangrijken groei. Op 1 Januari 1941 waren in Zeeland 80.268 personenbij ziekenfondsen aange sloten, d.i. 315 per 1000 inwoners. Leveringsvergunningen voor gordijnen enz. Artikelen, zooals gordijnen, matrassen, karpetten, tapijten, 'loopers en matten kunnen uitsluitend betrokken worden op een „leveringsvergunning", afgegeven door den plaatselijken distributiedienst. Uit de vele brieven, die de economische voorlichtingsdienst dag in dag uit ont vangt van personen, die bij de distributie moeilijkheden ondervinden, is gebleken, dat dit nog- onvoldoende bij het publiek bekend is. Bij den aankoop der goederen moet de leveringsvergunning aan den winkelier worden afgegeven. Wil men de artikelen koopen in meer dan één winkel, dan is het noodzakelijk meer dan een vergun ning aan te vragen. Men houde dit goed in het oog, daar er anders voor den kooper moeilijkheden en voor de distributiediens ten veel extra werk ontstaat. Vraag dus twee vergunningen, indien in twee zaken gekocht moet worden. VERSCHILLENDE VEREENIGINGEN IN GELDERLAND EN OVERIJSEL GESCHORST. Naar het A.N.P. verneemt heeft de procureur-generaal bij het gerechtshof te Arnhem verschillende vereenigingen in Gel derland en Overijsel, die zich volgens hun statuten ten doel stellen maatschappelijke of cultureele belangen te behartigen, ge schorst wegens het feit, dat uit deze ver eenigingen bepaalde personen werden ge weerd, uitsluitend wegens hun nationaal- socialistische overtuiging. Dergelijke daden van maatschappelijke boycot worden ontoelaatbaar geacht. GENERAAL CATROUX TER DOOD VEROORDEELD. Uit Vichy meldt het D.N.B. Generaal Catroux is gisteren door den Franschen krijgsraad wegens verraad bij verstek ter dood veroordeeld. Kampeeren In tenten en overnachten in kajuiten verboden In een circulaire van den sécretaris-' generaal van justitie aan hoofdcommissa rissen en commissarissen van politie wordt medegedeeld, dat de hoogere S.S.- en poli tieleider heeft bericht, dat naar zijn oor deel zulks in overeenstemming met de zienswijze van den Wehrmachtsbefehls- haber in Nederland het kampeeren in tenten in de open lucht alsmede het over nachten in kajuiten van jachten moet wor den beschouwd als een verblijf in de open lucht in den zin van verordening nr. 188/ 1940, artikel 2 en derhalve gedurende den in die verordening genoemden tijd >an middernacht tot 4 uur) niet is toegestaan. DE GESLOTEN TIJDEN VOOR ENKELE ZOETWATERVISCHSOORTEN. In verband met de vastgestelde maxi mumprijzen voor zoetwatervisch wordt er de aandacht van hèt publiék op gevestigd, dat baars, snoek en snoekbaars, voor welke vischsoorten de gesloten tijd inmiddels is ingegaan, tot 1 Juni a.s. niet mogen worden verkocht. Barbeel, blankvoorn, brasem, karper, kol- bleg meun, ruischvoorn, serpeling, sneep en winde, waarvoor de gesloten tijd 21 dezer ingaat, mogen gedurende het tijdvak van 27 April tot en met 31 Mei eveneens niet worden verkocht. Het Joegoslavisch-Roemeensche front Op dit kaartje is de omgeving van Bel grado aangegeven, de hoofdstad van Joe- goslavia waarvan reeds melding is ge maakt, dat deze stad te lijden heeft gehad van Duitsche luchtaanvallen. Alhoewel in de Duitsche weermachtsberichten niet de uitgangspunten van de Duitsche troepen (komende uit Roemenië) zyn vermeld, kan men wel aannemen, dat deze opgerukt zyn van uit Temesvar en Turnul-Severin. - Van Hongarije uit rukten de Duitschers op van- uit Szeged in de richting van Ma- riatheresiopel (Subotica). Pijnen V O V TTtijnficvicUjes hebben veelzijdig pijnuitdrijvende werking. De moord op den Bredaschen koopman. DE TWEEDE DADER ONTMASKERD. Zooals bekend, verdween op Dinsdag 12 November 1940 de koopman. P. van A. uit Breda, nadat hy voor zaken naar Rot terdam was gegaan. Uit het eerste onder zoek bleek, dat v. A. in gezelschap was geweest van een koopman uit Bussum, zekeren J. H. J. D. uit Amsterdam en een vierden onbekenden man, en dat het doèl was geweest een partij textiel te koopen. De Bussumsche koopman verklaarde bij zijn verhoor, dat hij op den bewusten dag in een café te Rotterdam was achtergeble ven, terwijl v. A., D. en de onbekende de party goederen waren gaan bekijken. Toen v. A. niet terug was gekomen, was hy naar Bussum teruggekeerd. Toen de politie naar D. informeerde, bleek deze onvindbaar te zyn. Het bleek dat D. omgang had met T. A. F. S., wo nende te Rotterdam. Toen S. aan het po litiebureau werd ontboden bekende hij dat hij v. A. met een kolenschop in zyn wo ning aan de Fransche Laan te Rotterdam had gedood en het lijk daarop in zijn wo ning onder den vloer had begraven. S. beweerde dat hij het misdrijf in op welling van drift, veroorzaakt doordat v. A. hem een vuistslag had toe?;"A.end, had gepleegd. Het geld en de voorwerpen van waarde zou hij hebben verbrand of ver nietigd, terwijl de Amsterdammer D. ge heel buiten de zaak stond, aangezien deze in een café had zitten wachten. Het onderzoek in deze aangelegenheid werd echter voortgezet en reeds spoedig kon de onjuistheid van de verklaring van S. worden aangetoond. Het gevolg was dan ook dat S. een bekentenis aflegde, waar uit ook de rol van D. in deze aangelegen heid bleek. Intusschen werd het onderzoek voortge zet, waarbij met omzichtigheid te werk moest worden gegaan, omdat D., die zich nog steeds schuil hield, niet mocht weten, wat reeds omtrent hem bekend was ge worden. Op Woensdag 2 April 1914 meld de D. zich bij de politie te Amsterdam aan,gezien, naar hij zeide, hij had gehoord dat de politie hem zocht. D. werd naar Rotterdam overgebracht en ontkende elk aandeel in den moord op v. A. Zijn verklaring was, dat hij wel met S. en v. A. het café te Rotterdam had vei'laten, maar later in een ander café had zitten wachten, terwijl S. en v. A. alleen verder waren gegaan, om de tex- tielgoederen te bezichtigen. Later was v. S. bij. hem gekomen met de mededeeling, dat de koop afgesprongen was en v. A. vertrokken was. Intusschen was echter reeds zooveel bewijs tegen ~D. verzameld, dat hij -zyn verklaring moest herroepen. Uit het onderzoek is thans wel het na volgende komen vast te staan: De bewering van D. en S. dat zij een partij, textielgoederen te ko.op hadden, was gefingeerd. Dit was voorgewend, om in aanraking te komen met een kapitaal krachtig persoon. Via den Bussumschen koopman, die in deze affaire waarschijn lijk wel vrijuit gaat, is v. A. naar Rotter dam gelokt. De Bussumer werd in het café te Rotterdam achtergelaten, waarna S.. D. en v. A. samen naar de woning van eerstgenoemde gingen. Hier heeft men Van A. onverhoeds met een smidshamer op het hoofd geslagen. Het onderzoek wees uit, dat deze kamer eenige dagen voor den moord is gekocht. De hamer is na den moord weggeworpen, maar kon nog door de politie opgespoord worden. Toen van A. beroofd was, is het lijk be roofd van het geld en de voorwerpen van waarde. Het geld werd behouden, de op het lijk gevonden goederen echter vernie tigd, om ontdekking te voorkomen. Ten slotte yrerd het lijk van Van A. begraven, op de wijze, welke reeds eerder werd ver meld. Op Woensdag 13 November 1940 kwamen S. en D. weer samen en hebben zy afgesproken, hoe zy bij eventueele ont dekking van den moord zouden handelen. Hierbij werd overeengekomen dat S. by ontdekking alle schuld op zich zou nemen en zou voorgeven, dat Van A. tijdens een twist was gedood. Vast kwam te staan dat S. en D. met alle geraffineerdheid hun plannen hebben gemaakt en uitgevoerd. Zoo hebben beiden hun costuum na den moord laten stoomen om eventueele bloedsporen weg te krygen. D. nam zelfs de voorzorg dit costuum daarna nog te verbergen, maar het is gelukt dat costuum nog in beslag te nemen. Op grond van hetgeen tot heden van deze zaak bekend is geworden, kan wel aangenomen worden, dat alleen S. en D. b$j het misdrijf betrokken zyn. De aflevering van ijzer en staal. Percentage tot 20 pet. met een max. van 100 kg. verlaagd. Tot nu toe bestond voor aflevering van walserrjproductcn in de gewone handelskwa liteit de regel, dat een handelaar zonder vergunning van het rijksbureau voor ijzer en staal aan den verbruiker per maand 4 pet. van de hoeveelheid mocht afleveren, welke hij in 1939 uit den voorraad aan dien verbruiker had afgeleverd tot een maximum van 500 kg. In verband met de voorraadpositie van dit materiaal is genoemd percentage van 1 April 1941 af verlaagd met 2 pet. en het maximum tot 100 kg. De Britsche verliezen bij Keren. Uit Rome meldt het D.N.B.Naar aan leiding van de verklaring van Churchill, volgens welke by de gevechten om Keren 4000 Engelschen gesneuveld waren, con stateert de „Giornale d' Italia" opnieuw, dat by die operaties 15.000 Engelschen ge vallen en vele duizenden gewond zyn en dat bovendien de groote materieele verlie zen der Britsche troepen niet aangevuld kunnen worden» Aan het front in Lybië. - Duitsch geschut in stelling in de woestijn (Foto Weltbild) HET DUITSCHE. Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakte gisteren bekend: De groote successen in Servië en Grie kenland werden op den 9den April reeds in extra berichten bekend gemaakt. Uit Stiermarken oprukkende Duitsche troepen hebben op 9 April Maribor (Marburg) be zet. Gepantserde afdeelingen en divisies infanterie van den Generaloberst Von Kleist, achtervolgden na bezetting van het spoorweg- en verkeersknooppunt Nisj. den wijkenden vijand. Bij het doordringen tot de grens van Albanië werden na het pas- seeren van de Vardar, Tetovo en Prilep ingenomen. Behalve die Woensdag vermelde 20.000 krijgsgevangenen, vielen ongeveer honderd stukken geschut en eenige honderden ma chinegeweren alsmede groote voorraden benzine, munitie en materiaal in onze han den. Duikbommenwerpers deden met suc ces aanvallen op wegen en spoorlijnen in Yoegoslavië. Gevechtsvliegtuigen bestook ten vliegvelden in Bosnië met bommen, vernietigden hierbij zeven en beschadigden vyf op den beganen grond staande toe stellen In het gebied tusschen de Drau en de Save werden treinen die voor aan vulling zorgden, alsmede spoorwegempla cementen door brisantbommen getroffen. Gepantserde afdeelingen welke uit Yoegoslavië het dal van de Vardar bin nentrokken, veroverden Saloniki. De meer Oostwaarts strijdende troepen bereikten, na door de Metaxaslinie gebroken te zijn, en na inneming van Xanthi, de Egeïsche Zee. De Grieksche strijdmachten ten Oos ten van de Vardar, welke vaar him ver bindingen volkomen waren afgesneden, hebben onvoorwaardelijk gecapituleerd. In Noord-Afrika werd na hardnekkigen strijd Derna genomen. Tachtig kilometer ten Zuidwesten daarvan viel ook Mechilli in handen van de Duitsch-Italiaansche troepen. Zes generaals, twee kolonels met den rang van generaal en 2000 manschap pen werden gevangen genomen. De buit aan oorlogsmateriaal is nog niet te over zien. Sterke formaties gevechtsvliegtuigen brachten in den nacht van 9 op 10 April bij bijzonder goed aanvalweer, harde sla gen toe aan het Britsche bewapenings centrum Birmingham en aan de belang rijke haven- en werfstad New Castle. Op wapenfabrieken, scheepswerven en docks, richtten voltreffers van bommen van zwaar en het zwaarste kaliber uitgebreide verwoestingen aan. Groote branden en tal rijke ontploffingen konden worden waarge nomen. Ook in de havens van Ipswich en Southampton werden belangrijke militaire doelen doeltreffend gebombardeerd. Bo vendien voerde het luchtwapen Woensdag den strijd tegen de vijandelijke koopvaar dijscheep vaart in het zeegebied om Enge land met groot succes verder. Gevechts vliegtuigen brachten negen schepen met tezamen 49.000 b.r.t., waaronder een groot tankschip, tot zinken. Vyf andere groote schepen, cismede een Britsche torpedoja ger werden door bommen zwaar bescha digd. In deze successen hebben formaties van den Generaloberst Stumpff een groot aandeel gehad. De vijand vloog Woensdagnacht naar Noord-Duitschland. Zyn voornaamste aan val was gericht op de rijkshoofdstad. Bri sant- en brandbommen veroorzaakten vooral in woonwijken, alsmede in het centrum der stad aan openbare gebouwen en aan panden van cultuur-historische waarde, alsook aan kerken en musea deels aanzienlijke schade. De verliezen aan doo- den en gewonden onder de burgerbevol king zyn in verhouding tot het aantal uit geworpen bommen bijzonder gering. De vijand viel bovendien Emden en Bremen alsmede eenige andere punten van Noord- Duitschland met zwakkere strijdkrachten aan. In de beide laatste nachten gelukte het, bijzondere resultaten te bereiken bij den afweer. Formaties nachtjagers, onder be vel van den generalmajor Kammhuber, alsmede luchtdoel- en vlootartillerie, scho ten Woensdagnacht zestien, in den nacht daarvoor zeven vijandelijke vliegtuigen neer. Een van den aanval terugkeerend eigen gevechtsvliegtuig haalde Woensdag nacht nog een vijandelijk gevechtsvliegtuig in het bezette gebied omlaag. Bij pogingen van den vjjand om overdag de bezette ge bieden binnen te vliegen werden Dinsdag en Woensdag tien vijandelijke vliegtuigen neergeschoten. Met inbegrip van een reeds vermeld vliegtuig en van een door jagers in Lybië neergeschot vliegtuig bedra gen de gezamenlijke verliezen van den vy and sinds den 8sten April 43 vliegtuigen, waarvan 36 Britsche en zeven Yoegoslavi- sche. Een aantal andere Britsche en Yoegoslavische vliegtuigen werd bescha digd. In hetzelfde tijdvak zyn negentien eigen toestellen tot dusver niet terugge keerd. In den nacht van 7 op 8 Aprü heetf de bemanning van een gevechtsvliegtuig met den eersten luitenant Forgatsch als com mandant en bestuurder, luitenant Gerlaeh. als waarnemer, onderofficier Thoms als marconist en onderofficier Starke als schutter, zich in een dubbelen aanval op een belangrijke fabriek der Engelsche vliegtuigindustrie in de Midlands door bij- zonderen aanvalsgeest en dapperheid on derscheiden. HET ITA1IAANSCHE, Het Italiaansche legerbericht 307, van gisteren luidt: Aan het Julische front duurt de op- marsch van onze troepen in het dal van de Save voorbij Kranjska Gora voort. In Albanië zijn aan het Zuidslavische front de vijandelijke acties in de zone van Skoetari gebroken. Talrijke krijgsgevan genen werden gemaakt. Onze colonnes ruk ken op op Joegoslavisch gebied in ooste lijke richting om de Duitsche colonnes te ontmoeten. Van het Grieksche front geen vermel denswaardig nieuws. Italiaansche luchtformaties hebben vijan delijke troepen en gemechaniseerde strijd- middelen in de zone van Bencovazzo (Zara), gebombardeerd. De haveninrichtingen van Sebenico werden wederom door onze af deelingen bombardementstoestellen getrof fen. Afdeelingen jachtvliegtuigen hebben defensieve installaties en troepen aan het Joegoslavische front in Albanië met- mi- traill'eurvuur bestookt en in scheervlucht in de omgeving van Sloseila (Zara) aanvallen gedaan op tien gemeerde watervliegtuigen, waarvan er vier getroffen werden, terwijl andere vliegtuigen ernstig werden bescha digd. Vijandelijke vliegtuigen zyn boven Zara verschenen,waar zij eenige bommen neerwierpen en eenige schade veroorzaak ten. In Cyrenaica tracht de vijand tevergeefs te ontkomen aan de omsingeling die ten uitvoer wordt gelegd door de Itaüaansch- Duitsche strijdkrachten, welke, vertrokken van de kust en van een punt ten zuiden van Gebel zich voorbij Derna by elkander hebben gevoegd. De buit aan materiaal is aanzienlijk. Onder de gevangenen heeft men ruim 2.000 manschappen met zes generaals, en verscheidene hooge officieren geteld. On ze luchtdetachementen hebben vijandelijke schepen getroffen en zware branden ver oorzaakt in de haven van Tobroek, Twee van onze vliegtuigen zijn niet teruggekeerd. Een Engelsch vliegtuig is neergeschoten. In Oost-Afrika is Massawa onder den druk der sterkere vijandelijke strijdkrach ten na een moedige verdediging gevallen. De haven is versperd. De haveninstallaties zijn vernield. In het oosten van de Middellandsche Zee heeft een van onze duik boo ten onder bevel van luitenant ter zee Domenico Romano een vijandelyken kruiser getorpedeerd van het type Liverpool. De Engelsche terugtocht in Noord-Afrika. Uit Rome meldt het D.N.B.Korten tijd, nadat de Engelschen Benghazi en Derna hadden ontruimd, heeft het Italiaansche burgerlijke bestuur in die plaatsen zijn werkzaamheden hervat. Hoézeer de Engel schen te Benghazi verrast werden, blijkt uit het feit, dat zij zelfs niet den tyd heb ben gevonden om kostbare benzinevoorra den te vernietigen. By Dsjebel en Derna konden Italiaansche gevangenen, die de Engelschen niet hadden kunnen wegvoeren* bevrijd worden. Engelsche generaals In LybiS vermist. Naar Reuter meldt, behoort tot de bij de operaties in Lybië vermisten, ook generaal Sir Richard O'Conno, die de rechterhand was van generaal Wavell. Voorts behoor den tot de vermisten generaal Meame, de vroegere opperbevelhebber van de Britsche strijdkrachten in Palestina en ten slotte generaal-majoor Gambier Parry, die chef van de Britsche militaire missie was, wel ke destijds naar Griekenland geweest is. Haven van Tobroeb gebombardeerd. Duitsche gevechtsvliegtuigen hebben on 9 April de havenwerken vein Tobroek aans gevallen. Zoeklichten, afweerbatterijen en schepen werden gebombardeerd. Eden en Dill In Londen terug. Naar de Londensche Nieuwsdienst meldt, zijn de minister van buitenlandsche zaken, Eden, en generaal Sir John Dill, van hun. reis naar het Nabije Oosten en den Balkan* in Engeland teruggekeerd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5