DE PRODUCTIESLAG 1941. De radio m dienst va n de volksopvoeding. Het geheim van het doodelljke 91' Dr. Posthuma stelt richtlijnen vast. Uiteenzetting van ir. Dinsdagmiddag werd op het departe ment van volksvoorlichting en kunsten in 's-Gravenhage een bijeenkomst gehouden welke tot doel had een nauwer contact tot stand te brengen tusachen de ver schillende leidende figuren van dit departe ment en de dagblad-redacties. Daartoe had men de hoofdredacteuren van de in ons land verschijnende dagbladen uitgenoodigd, die vrijwel alle aanwezig waren, toen de directeur van het perswezen van het depar tement van volksvoorlichting en kunsten, de heer N. Oosterbaan, deze eerste pers bijeenkomst opende met een woord van welkom en zich eer6t tot de Duttsche gas ten en daarna tot de hoofdredacteuren richtte. Hierna was hét woord aan ir. W. L. Z. van der Vegte, raadadviseur ten departe ment®, die een rede hield, welke is te beschouwen als een aanvulling op de radiorede van eind December van het 'vorige jaar. In dien tuascbentyd ia veel voorbereidend werk voor de beoogde concentratie op het gebied van de radio, aldus spreker ver richt Een volledige samensmelting is in feite nog niet bereikt, doch de tweede radio-verordening neemt in deze aange legenheid de laatste beletselen weg. Deze tweede radio-verordening op 12 Maart 1641 heft de bestaande radio-ver- eenigingen op en bepaalt dat opgericht worat het staatsbedrijf rjjksradio-omroep. De bezittingen van de oude omroepver- eenigingen gaan hierdoor aan het staats bedrijf over, terwijl aan alle medewerkers de gelegenheid zal worden geboden om in rijksdienst te treden. Indien sommigen dit niet mochten ver kiezen of voor hen geen geschikte plaats kon worden gevonden, wordt schadeloos* stelling toegekend. Er zijn luisteraars die 't betreuren dat de omroepvereenigingen zijn verdwenen, doch over eenigen tijd zullen zy met den nieuwen stand van zaken tevreden zijn en niet meer naar de oude verhoudingen terug verlan gen, want by. die een juiste opvatting om trent de taak van den omroep heeft, zal het toejuichen, dat er in plaats van ver deeldheid, een eenheid op radio-gebied is bereikt. Nu da bezittingen van de verschillende omroepvereenigingen bijeengebracht zijn, wordt de vraag gesteld wat er met de ver schillende studio's geschiedt Zullen die niet meer gebruikt worden? Men vergeet by die vraag echter dat de Nederlandsche omroep 3 programma's heeft te verzorgen, n.l. 2 op de middelgolf en 1 op de ultra- korte-golf voor de overzeesehe gewesten. Hiervoor zijn meestal 3 studio's noodlg en daarvoor komen in de eerste plaats de AVRO. KRO en NCRV studio's in aan merking, de VARA-studio kan voor bij zondere doeleinden dienen. Naast de bepaling over de samenvoe ging van verschillende omroepvereenigingen bepaalt de tweede radio-verordening,' dat aan het hoofd van het staatsbedrijf zal staan een directeur-generaal. Zooals be kend zal zijn, is door den secretaris-gene raal als zoodanig benoemd- dr. ir. W. A. Herweyer te Haarlem. Met de komst van den directeur-generaal valt samen het heengaan van ir, Dubois. Als gemachtigde voor de concentratie heeft hjj het voorbereidend werk met veel ener gie en toewijding verricht Op zyn verzoek is hij thans door den secretaris-generaal van zijn functie ontheven onder dankbe tuiging voor de bewezen diensten. De programma's. Wat de programma's betreft, deze zullen in de naaste toekomst zoowel wat de mu ziek als wat het gesproken woord betreft, steeds verbeterd worden. Het gesproken woord zal behalve voordrachten, hoor spelen e.d. volksvoorlichting in- den ruim- sten zin omvatten niet het minst ook ten einde misverstanden uit den weg te ruimen. De omroep zal In staat zjjn toelichtingen on alle vraagstukken van den nieuwen tijd te geven en daardoor mede te werken aan de hereeniging van alle volksgenooten. Er wordt naar gestreefd vervlakking te voorkomen. In verband hiermede wordt er op gewezen, dat zeer zeker ook goede jazz-muziek zal worden gegeven. Hot-jazz zal echter uit de programma's worden geweerd. Er wordt naar gestreefd aan de zeer uiteenloopende behoeften tegemoet te komen, zonder dat echter het opbouwend karakter van de radio uit het oog wordt verloren. De verzorging van de uit te zenden mu ziek geschiedt door verschillende orkesten. Een zorgvuldige samenstelling van deze orkesten heeft de volle aandacht van den L. Z. van der Vegte. leider van het staatsbedrijf. Extra misici zijn voor een goede bezetting vereischt. Hierdoor ontstaat een besta ismogeiyk- heid voor 60 nieuwe orkestleden. De moei lijkheden, die zouden kunnen ontstaan door dat op deze wijze bestaande orkesten „leeggezogen" zouden worden, zullen wor den ondervangen. De radio-centrales. Er zal. natuurlijk naar gestreefd worden, zooveel mogelijk luisteraars en aangeslo tenen by de radio-centrales te bereiken. IA verband hiermede is het goed te her inneren aan de zwartgallige voorspellingen, welke gedaan zijn, toe aangekondigd werd dat er een radio-bijdrage van 9 gulden per jaar per toestel zou zijn verschuldigd. Door den raadadviseur werd toen de toe stand niet zoo somber Ingezien en eerder gedacht aan een herstel na een aanvanke- Ujken teruggang. Dat dit juist is gêbleken, blijkt uit het feit, dat het aantal aanmel dingen de verwachtingen overtroffen heeft en het getal van 1.200.000 eeda is over schreden. Een gedeeltelijke teruggang in het aantal der aangeslotenen b\j de radio- distri utie-bedrtjven valt te constateeren doch dit is nnt te verwonderen, daar deze aansluitingen per week 07 wegbaar zijn en er geen toestel verzegeld of opgeborgen behoeft te worden. De mogelijkheid bestaat dat hier de ziekelijke beiiosft: om naar verboden zenders te luisteren een ro! speelt, doch waarschijnlijk is dit niet, daar deze afwijking ook reeds voor Januari 1941 bestond. Gebleken is dat gaarne geluisterd wordt naar uitzendingen, die nieuwen ttjd be lichten, hetgeen blijkt uit de talrijke reac ties, welke het departement bereikten, en uit de belasting van de radio-centrales gedurende de uitzendingen. De bewering van de tegenstanders dat naar deze uit zendingen niet zou worden geluisterd wordt dus door de practtjk gelogenstraft. Hilversum omroepstad. Spreker wees er met nadruk op, dat aan uitzendingen van godsdienstigen aard niets te kort zal woraen gedaan. De voorbereiding hiervan geschiedt door de zelfde organen, die hiervoor, vroeger ver antwoordelijk waren. Hilversum gaat als omroepstad een mooie toekomst tegemoet. Thans bestaat nog het gemis aan een centraal kantoorgebouw, daar de bestaande ten deele in Amsterdam zijn gevestigd en ongeschikt zijn voor het doel Het ligt in de bedoeling een groot centraal geoouw in Hilversum te stichten. Hierdoor zal deze stad tot een ware omroepstad worden, een hoedanigheid waarop zij recht heeft op grond van een geschiedenis van 20 jaren. De bezwaren, welke gelegen zijn in do minder gunstige verbindingen zullen in oen loop der tijden wegvallen. In een grootü stad zal het omroepbedrijf opgaan in hét groote geheel terwijl voor #een plaats als Hilversum de omroep van zeer groote bé- teekenis zal biyken te zijn, niet het minst door dat- door de vestiging in Hilversum aan een kleine 1000 menschen werk zal 'worden gegeven. De radio programma bladen, Van geheel anderen aard is de beschik king van den secretaris-generaal van het departement van volksvoorlichting en kun sten inzake de uitgifte van raoio-program- ma-bladen. Deze beschikking beoogt het verstrekken van de radio-programma's aan zekere regels te onderwerpen^ Op den voorgrond staat, dat de gegeven regelen zijn vastgesteld in het belang van omroep en luisteraars. Evenals bö de radio verordening het geval was, wordt ook hier eenheid nagestreefd. Deze eenheid uit zich zoowel in de omstandigheid, dat in de programma-bladen voortaan niet meer bet onderscheid van de oude omroep vereenigingen mag worden tot uitdrukking gébracht, als in het feit, dat de program ma-bladen in vele opzichten onder gelijke omstandigheden komen te verkoeren en daardoor een volkomen onnoodige concur rentie wordt voorkomen, Hierby wordt aan een uniformen prijs en het niet toestaan van premies gedacht. Er is direct naar gestreefd de bestaande bladen in te schakelen, deze zijn dan ook onmiddellijk door den secretaris-generaal aangewezen als toegelaten programma- bla den. Ook de dagbladen, die tot nu toe de programma's openbaar maakten werden door een sooitgelijke aanwijzing in staat gesteld met deze publicatie door te gaan. Naar Ir. van der Vegte voorts mede deelde, zal de nieuwsberichten-verzorging voor den omroep voortaan geschieden door een aparten dienst (berichtendienst Neder- landschen omroep)." Als voorzitter van de commissie ter on dersteuning van do maatregelen, getroffen voor de regeling van de landbouwproduc tie, ingesteld by besluit van den Rijkscom missaris voor het bezette Nederlandsche gebied, daartoe bevoegd volgens bedoeld besluit, heeft dr. F. E. Postuma een aantal richtlijnen vastgesteld. Aan de toelichting, welke dr. Postuma hierop heeft gegeven, wordt het volgende ontleend. De productieslag is aangevangen op een tijdstip, waarop het land vrijwel poot- en zaalklaar was. Het teeltbed was gereed. Ook het zaaiplan zal brj de meeste land bouwers wel gereed zijn geweest. De vraag was dus, is er nog iets in de richting van het verkrijgen van de meest gewenschte gewassen te doen? Het antwoord op deze vraag kan volgens dr. Postuma toestem mend gegeven worden, en er kan dan wor den gezegd „Bouwt zooveel mogelijk aardappelen Dr. Posthuma zegt verder, dat hij wel weet, dat het niet zoo eenvoudig ls goed gekeurde poters te krijgen, dat het ook niet eenvoudig is poters te krijgen van de meest gewenschte grootte en dat, als dit wel mogelijk is, de poters nog al duur zijn, doch trots al deze bezwaren is zijn eerste oproep tot de akkerbouwers in Nederland: „Bouwt zooveel mogelijk aardappelen". De aardappelen, die er nog zijn, en als poters kunnen worden gebruikt, leveren voor de voeding van mensch en dier het beste re sultaat als zij in den grond worden gezet en niet in de maag van mensch of dier verdwijnen. Dr. Posthuma.moet natuurlijk raden „Gebruikt goedgekeurde poters", doch als deze niet jn de gewenschte maat en tegen een behoorleken prijs verkrijg baar zijn en men meent, dat iemand in de omgeving poters van een gezond gewas heeft, die dan weliswaar een andere maat hebben, dan is zijn dringend advies „Ge bruikt deze poters". De organisatie. Door den Rijkscommissaris voor het be zette Nederlandsche gebied is een commis sie ingesteld ter ondersteuning van de maatregelen, getroffen voor de regeling van de landbouwproducten. Deze commissie bestaat uit den voorzitter van den Chris- telijken Boeren- en Tulndersbond in Ne derland den voorzitter van den Katholie ken Nederlandschen Boeren- en Tuinders- bond, den voorzitter van het Nederlandsch Agrarisch Front en den voorzitter van het Nederlandsch Landbouw-comité, terwyi dr. Posthuma als voorzitter van deze commis sie is aangewezen. 0 Deze organisatie voor het geheele land wenscht dr. Postuma gewestelijk voort te zetten. De vier hierboven genoemde ver- cenigingen hebben niet een gelijke ondor- vcrdeeling. De eene heeft kringen, de an dere diocesen, de derde gouwen en de vierde is een vereenlglng van provinciale vereeniglngen. Met deze onderverdeelingen van de vier vereenigingen kan rekening gehouden worden by de verdeeling in stre ken. Bovendien acht dr. Posthuma het ge- wenscht, de verschillende culturen in acht nemende, een gewestelijke verdeeling te doen plaats hebben. In ieder van de gebieden wijst ieder der vier landbouwvereenigingen iemand aan, nl. den voorzitter of onder omstandighe den den ondervoorzitter van het in deze gebieden werkende onderdeel hunner ver- eenlging. Van de dan gevormde gewestelijke commissies wordt door dr. Posthuma de voorzitter benoemd. De taak van deze ge westelijke commissies is in de eerste plaats hun gebied in streken te verdeeien, waarin weer op dezelfde wyze als biervoren om schreven streekcom missies worden be noemd. Met deze streekcommissies houdt de gewestelijke commissie voortdurend contact, opdat de voor. den productieslag noodige propaganda, die uiteindelijk plaat- sciyk zal moeten worden gevoerd of al thans gesteund en bevorderd, zoo Inten sief mogëiyk zal zijn. De gewesteiyke commissie stelt zich in verbinding met de(n) productiecommissa- ris(sen), aangewezen voor het gebied waarover de gewesteiyke commissie werkt en verzoekt deze(n) door middel van zijn (hun) assistenten de noodige hulp voor de streekcommissies. De groote Ijjncn. Om een goed gewas te krijgen zoo gaat de toelichting verder moet men den grond goed bewerken. Dat weet iedere boer. Verder moet men goed mesten, het zij met natuur-, hetzy met kunstmest, moet men de gewassen goed verplegen en moet men goed oogsten. Ook van dit alles DOOR FRANK F. BRACN. 23) Toen Kybander weer op het hoofdbu reau terug was en daar met commissaris Larris de zaak nog eéns besproken had, waarbij ktf voor het eerst hoorde, dat Peter Braubach zyn eerste verklaring om trent het poeder, dat Angelica in de gla zen had gedaan, had herroepen, waren de beide mannen een tydje zwygend blüven staan. Larris nam het dossier met het in sierlijke letters geschreven opschrift „Fa- breani" op. „Kybander", zei hy, „jc hebt een uitstel verzocht van vierentwintig uur of zelfs achtenveertig uur. Hoe staat het er mee? Heb je ook niet het gevoel, dat de tttd om is? We moeten nu niet langer dralen. Wanneer er morgen vingerafdrukken van Angelica Fabreani op de lamp worden gevonden, zou ik van de gelegenheid ge bruik willen maken, dat het meisje toch hier is, om meteen toe te grijpen. Als we haar recht In haar gezicht beschuldigen en daarbij den noodlgen nadruk in onze woorden leggen, zal ze bekennen." Hy keek zijn vertrouwden medewerker aan. Kybander's gezicht verried hem zijn mee ning, nog voordat hy iets gezegd had. kan men rustig zeggeniedere boer weet het. Bemesting. Nu zit het met de bemesting zoo, dat men daar niet te kust en te keur kan gaan. Van de kunstmest kan men niet zéggen, dat men zooveel kan krijgen als men meent noodig te hebben. Het eerste is dus, goed na te gaan of de meening, welke men heeft wel juist is. En of het ook niet eens met iets minder kunstmest kan. En het tweede wat men beeft te doen is, na gaan, of er Iets anders is, wat de kunst mest kan aanvullen. Dit zal natuurlijk in de eerste plaats zyn de op de boerdery voortgebrachte miluurmest, maar mis schien is hier en daar ook nog wel in den vorm van compost of iets dergeiyks een aanvulling voor de natuurroest van de boerdery te verkrijgen. Wat de behandeling van de op do boer dery gewonnen mest betreft zullen de berg plaatsen van de mest, met name de grond vlakte waarop de mest gestort wordt, en de bewaarplaatsen van de gier. in vele streken en op vele boerderijen een grondige verbetering kunnen verdragen en daardoor de mestvoorziening van den grond veel verbeteren. Hoofdgewas en nabouw. Voor het hoofdgewas was het zaalplan en de bodembereiding voor een overgroot deel gereed, toen do productieslag een aan vang nam. By den nabouw kunnen wy nog alle mogeiyko voorbereidingen treffen. Dr. P'-thuma zegt, dat hy hierop later terug komt, doch hy zou nu al wel willen op merken, waar dit nog mogeiyk is, vlinder bloemige gewassen in te zaaien. Hy denkt in de eerste plaats aan wikken. Behalve n.1. voor den nabouw kunnen we hier ook nog als nevenvoordeel een soort stikstof bemes ting van den grond verkrygen. En juist in verband met gebrek aan stikstof kunnen we hiervan dan het noodige voordeel trek ken. Weidebouw. Op den weidebouw vestigt dr. Posthuma tenslotte opzetteiyk afzonderiyk de aan dacht. Als er iets is ln het landbouw bedrijf, wat in vele streken nog in hooge mate kan worden verbeterd, dan is het de weidebouw, en bet betreft niet alleen de behandeling eu verpleging van de welde, maar ook in hooge mate het gebruik van den daarop gegroeiden oogst. Zoowei by het weidon van het vee, bJs by het oog sten van het gras, kan men veel doen om het nuttig resultaat van den weidebouw te vergroot^n. Wat het w Men van het vee betreft, is de hoofdzaak deze: „Zorgt dat het vee zoo min mogelijk vertrapt en zooveel mogelijk alles opeet, wat ©r groeit". By 3e behandeling van de weide is een belangrijke zaak deze: „Zorgt, dat de ge maakte pannekoeken zoo spoedig mogeiyk over de weide verdeeld worden; liefst, ter stond, hetgeen nu eenmaal bezwaariyk Is, maar dan toch zeker eens per dag". Wat de oogst van het gras betreft, zullen ensi lage en drogen den gewonen hooibouw moeten aanvullen. Op dit gebied zoo besluit dr. Posthu ma is nog veel te doen en dit is te moer aan te bevelen, omdat een vrucht bare oogRt hier ook de melkproductie in den winter zeer ten goede komt. Zaaien en verplegen. Reeds het zaaien dient zoo te geschieden, dat de opbrengst de meeste kans heeft groot te zyn. Nu Iaat het zich denken, dat daarvoor een zaaimachine moet worden gebruikt, tcrwyl de boer de zaalmachine niet heeft, misschien ook een veel te klein bedrijf heeft om er een aan te schaffen. Het is natuuriyk bekend, dat in som mige, misschien vele streken, aan dit be zwaar reeds is tegemoetgekomen door gezamenlijk een zaaimachine aan te schaf fen. Waar dit niet het geval is, doet dr. Postuma een beroep op de gemeenschappe- iyke hulp, die de boeren in 'het bloed zit Pen dus eigen is. Helpt in dezen elkander! Help uw buurman en geeft elkander steun I By de verpleging van het gewas doen zich dergeiyke vraagstukken voor. Sommi ge gewassen, in het bijzonder hakvruchton, eischen dikwijls voel handenarbeid. Nu is deze handenarbeid in menig geval door een werktuig te vervangen. Ook hier kan het zyn, dat een buurman in bet gelukkige bezit is van een dergeiyk werktuig on het op het eigen boerderytje nog ontbreekt. Welnu, vraagt vriendelijk om hulp. En tot de rykcr gezegenöen zegt dr. Posthu ma: „Helpt uw broeder". Vooral bij de verpleging van het gewas, misschien ook „Ben je er tegen? Waar wacht je nog op? Als je me dat tenminste eens wilde zeggen!" „Ik kan het niet zeggen, mynheer. Op het wonder, op de verrassing, op de licht straal." „Onzin, dat i6 er allemaal niet Je bent er oltyd voor. een moordenaar uit intuïtie te pakken. Verrassingen zouden maar on gemakkelijk zyn." Kybander knikte. „U heeft geiyk. Ik heb me slecht uitgedrukt Ik wacht op de fout, die de dader nu toch elndeiyk eens moet maken. Zoo slim is niemand, dat hU zonder fouten werkt Dat weten wy uit alle zaken. Deze dader, jongeman of meisje, heeft geluk. Maar ook hy of zy zal ergens of eindeiyk eens een verkeerde berekening maken. „Dan zcuden we eventueel lang moeten wachten." „Dat geloof ik niet." Kybander schudde gewichtig zijn hoofd. Hy keek naar den kalen wand van zün kamer, alsof hy daar wat va,n aflas. „Ik leg er myn hand voor in het vuur: morgen wetey we meer." Larris haalde zyn schouders op. „Het zou jamnier zyn," zei hy met sceptischen spot, „je hebt zulke mooie handen, Ky bander. Maar onze opvattingen komen toch in zooverre overeen. Ik wilde ook tot morgen wachten." H'J gaf zyn medewerker de hand ten afscheid, groette hem en ging de kamer uit. De hoofdinspecteur bleef alleen achter. Hg had honger; daartegen zou een sigaar wel helpen. Hjj haalde er een te voor schijn, sneed het puntje er af en legde een lucifer er naast; maar dan vergat Het bezoek van Matsoeoka aan Moskou. EEN VERKLARING. De Japan sche minister van buitenland- sehe zaken. Matsoeoka, heeft, kort voordat hij zyn hotel verliet om een onderhoud te hebben met Molotov, aan den correspon dent van Domei te Moskou verklaard, dat hy nog eenige dagen langer dan hy gedacht had in Moskou zal blyven, waaneer hy hier door kan bijdragen tot een verbetering der betrekkingen tusschen Japan en Sovjet- Rusland; Sedert hy Duitschland verlaten heeft, zyn er zekere veranderingen ont staan, zooals de Dultsche opmarsch in Yoegoslavië en Griekenland. Ik geloof niet, zoo verklaarde Matsoeoka, dat deze ge beurtenissen van invloed zullen zyn op de Duitsch-Russische betrekkingen. Thans overbodige besprekingen achterwege te la ten over de vraag of een hervorming of een handhaving van den status quo noodzake- ïyk ls, noemde Matsoeoka de belangrijkste taak. Het is hoog tyd. ernstig en vry van egoïstische belangen te bestudeeren. welk^ soort nieuwe structuur het beste zou zt|n geschikt voor den tegenwoordigen ernsti- gen toestand. Gisteravond heeft de Japansche ambas sadeur, Tatekawa, een maaltyd aangebo den, waaraan werd deelgenomen door Mo lotov, zyn plaatsvervangers Wysjinski en Losowski, een aantal andere Russische functionnarissen en de ambassadeurs en gezanten van de staten van het driemo- gendhedenverdrag. Vanavond zal Matsoe oka voor een bezoek aan Leningrad ver trekken. De Amerikaansche productie. VERKLARINGEN VAN ROOSEVELT. Uit Washington meldt het D,N,B. Pre sident Roosevelt heeft in de persconferen tie bekend gemaakt, dat een nieuwe fe derale overheid wordt opgericht, die tot taak zal hebben alle particuliere organi-1 saties voor sociale verzorging en vulling van den vry'en tyd in bet leger en in de fabrieken geiyk te schakelen. Op de vraag, of hy ook de opvatting was toegedaan van zün medewerker Biggers. dat de eerstvol gende 100 dagen van kritieken aard zul len zijn voor de Amerikaansche productie, antwoordde Roosevelt, dat niet alleen de eerstvolgende, maar de daarna komende honderd dagen kritiek zullen zijn. Verder kon hij niet in de toekomst kijken. In scherpen vorm laakte Roosevelt ver volgens de dagbladen, die berichten en fo to's van het in de haven van New York binnen geloopen beschadigde Engelsche slagschip „Malaya" hebben gepubliceerd. De president noemde de verklaring van deze bladen, dat iedere bewoner van New- York het Engelsche schip ln de haven en zyn matrozen op de Broadway heeft kim men zien en dat daarom het weglaten van een publicatie; betreffende de „Malaya" geen zin had, een „slap excuus". Hy wees er op, dat de meeste Amerikaansche bla den niets hebben gepubliceerd over de ge heele aangelegenheid en de instructies van den Amerikaanschen minister van marine, Knox, hebben opgevolgd. De „Malaya" in Amer'ka. Het in de haven van New York aange komen zwaar beschadigde Engelsche slag schip is, naar de New Yorksche correspon dent van Svenska Dagbladet meldt, de „Malaya". Dit schip escorteerde een con. vooi en zou toen door een Duitsche duik boot getorpedeerd zün. Het schip kreeg een gat van zeven A acht meter grootte in den scheepswand. Het herstel van de Malaya zal, naar Svenska Dagbladet ver der uit New York meldt, minstens een maand duren. De Malaya heeft een water verplaatsing van 31.100 ton en is in 1915 van stapel geloopen. wel reeds vroeger, zal zich het gebrek aan arbeidskrachten kunnen voordoen en ook daarom is het zoo noodig, overal waar dit mogeiyk is, de machine te hulp te roepen. Oogsten. In den tegenwoordigen tyd gaat not er om, by het oogsten van het gewas alle maatregelen te nemen, die genomen kun nen worden om den oogst zoo goed moge lijk binnen te brengen. Ook hier zullen hulp middelen hun dienst kunnen doen. B.v. de z.g. klaverruiters. die ook voor andere ge wassen, misschien in eenigszins andéren vorm, bruikbaar kunnen zyn. Doch met of zonder hulpmiddelen zal het bij het oogsten op de grootste zorgvuldigheid aan komen.- hy in gedachten sigaar en lucifer. Hij nam nog eens de situatie in den blauwen salon van mevrouw Fabreani in gedachten. Uit zyn portefeuille haalde hij de schets, die hij daar gemaakt had. Zoo stonden de menschen. Daar het bu reautje. De lamp er boven op. Hy sloot de oogen. Heel duidelijk zag hij alles: en toen viel hem iets in. Hy had het by zyn aanwezigheid daar ter plaatse gemerkt, maar hy had er geen aandacht aan besteed omdat hy meende, dat het niet van belang was. De lamp, deze staande lamp met den breeden metalen voet, stond verkeerd om. Het knopje van den schakelaar was naar achteren gedraaid. Dat was niet zoo da delijk te zien, maar als men de lamp wilde aansteken, moest men het merken. Kybander wist niet, dat Otto Horn na het ongeluk de lainp onderzocht had. Hij opende weer zijn oogen. Opeens was hy half wakker. De honger was verdwenen. Hoe zat dat, hoe zat dat in elkaar? HU kreeg een idee. De lamp was expres om gedraaid geweest om het knopje te ver bergen. Een vreemde zou zich op het half donkere bureau piet dadeiyk kunnen oriënteeren. Waar moet die lamp worden aangestoken moest hy vragen, als hy daar licht wilde brengen. Zoo zou dus heel duldeiyk een vreemde ervan worden afge houden, de lamp aan te steken en als gevolg daarvan den schok te krijgen. De eenige vreemde in het huis was Otto Horn geweest. Derhalve waren die maatregelen genomen, dat Otto Hom niet by vergis sing het bedoelde slachtoffer zou zyn. Dus moest het uitgesloten zijn, dat Otto Horn de valstrik had gelegd. Hy was slechts tusschenpersoon geweest Misschien was het portret van Joachim Fabreani daar neergezet en moest hy vragen: kan hier licht gemaakt worden, ik zou die foto graag eens precies bekaken. Wie zou dan naderby komen en licht voor hem maken? Wie moest den eleo trischen schok krijgen? Zonder twUfel me vrouw Fabreani of Braubach. Belden had den een hartkwaal, voor hen kon de stroom gevaarlyk zijn. Het moest als uitgesloten worden be schouwd, dat mevrouw Fabreani in haar eigen val liep. De commissaris vergistte zich Jn dat opzicht beslist Ze had de lamp niet daarvoor in orde gemaakt: voor elec- triclteit en alle technische dingen had zy een heidensche angst Er bleven dus over Angelica en Brau bach. Kybander zuchtte. Steeds weer drong de gevolgtrekking zich aan hen op: dit was de tweede poging om Braubach uit den weg te ruimen. Hy moest den elactri- echen schok oploopen; hU had een hart kwaal, hU zou er vennoedeitjk ernstig door worden getroffen. Kybander greep toch naar zyn sigaar. „Angelica", zei hy, „weer dat meisje. Waarom grijp ik elgeniyit niet toe?" Hy staarde naar zyn koekoksklok. Ne gen uur. Heel laat al. Misschien te laat De kamer werd blauw. Kybander zat temidden van dikke rookwolken. Een klei ne Jupiter, nog niet zeker, of hy den blik sem en de verplettering zou wegslingeren. Want zulk esn bliksem was niet meer terug te nemen, hij vernietigde den recht vaardige evengoed als den moordenaar of de moordenares. Ze kan het niet geweest zyn! Ik ben geen jonge man, dien ze met haar mooie blauwe oogen op een dwaalspoor kan brengen. Dan biyft dus Peter Braubach over. Maar dat gaat ook niet HU kan niet ge poogd hebben, zUn neef Joachim en tege- lyk zichzelf om het leven té1 brengen. Maar dat de moord met het vergif en deze truc met de lamp uit een en hetzelfde stel hersens te voorschyn is gekomen, staat voor my vast De telefoon gonsde zachtjes. Kybander nam den hoorn van de haak en noemde zyn naam. Het was de directe aansluiting met het stadsnet „Met Henke, inspecteur. Angelica Fa breani heeft zoo juist haar huis verlaten en is met een taxi naar het pension van Ladislaus MarczaU gegaan. Ze is daar naar binnen gegaan en is tot nu toe nog niet weer buiten gekomen". „Goed, dank je, Hènke. Biyf maar op je post. Bel me maar op. Ik biyf hier. Wil je de tijden goed noteeren? Misschien ls dat later van belang". Hy legde de telefoon weer neer. Merkwaardig dacht hy. Wat wil ze op dit uur by den Hongaar? Zoekt ze een bond genoot, waarom komt pe dan niet by my? (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 6