DE PRODUCTIESLAG 1941.
De radio m dienst va
n de volksopvoeding.
Het geheim
van het
doodelljke
91'
Dr. Posthuma stelt richtlijnen vast.
Uiteenzetting van ir.
Dinsdagmiddag werd op het departe
ment van volksvoorlichting en kunsten in
's-Gravenhage een bijeenkomst gehouden
welke tot doel had een nauwer contact
tot stand te brengen tusachen de ver
schillende leidende figuren van dit departe
ment en de dagblad-redacties. Daartoe had
men de hoofdredacteuren van de in ons
land verschijnende dagbladen uitgenoodigd,
die vrijwel alle aanwezig waren, toen de
directeur van het perswezen van het depar
tement van volksvoorlichting en kunsten,
de heer N. Oosterbaan, deze eerste pers
bijeenkomst opende met een woord van
welkom en zich eer6t tot de Duttsche gas
ten en daarna tot de hoofdredacteuren
richtte.
Hierna was hét woord aan ir. W. L. Z.
van der Vegte, raadadviseur ten departe
ment®, die een rede hield, welke is te
beschouwen als een aanvulling op de
radiorede van eind December van het
'vorige jaar.
In dien tuascbentyd ia veel voorbereidend
werk voor de beoogde concentratie op het
gebied van de radio, aldus spreker ver
richt Een volledige samensmelting is in
feite nog niet bereikt, doch de tweede
radio-verordening neemt in deze aange
legenheid de laatste beletselen weg.
Deze tweede radio-verordening op 12
Maart 1641 heft de bestaande radio-ver-
eenigingen op en bepaalt dat opgericht
worat het staatsbedrijf rjjksradio-omroep.
De bezittingen van de oude omroepver-
eenigingen gaan hierdoor aan het staats
bedrijf over, terwijl aan alle medewerkers
de gelegenheid zal worden geboden om in
rijksdienst te treden.
Indien sommigen dit niet mochten ver
kiezen of voor hen geen geschikte plaats
kon worden gevonden, wordt schadeloos*
stelling toegekend.
Er zijn luisteraars die 't betreuren dat de
omroepvereenigingen zijn verdwenen, doch
over eenigen tijd zullen zy met den nieuwen
stand van zaken tevreden zijn en niet meer
naar de oude verhoudingen terug verlan
gen, want by. die een juiste opvatting om
trent de taak van den omroep heeft, zal
het toejuichen, dat er in plaats van ver
deeldheid, een eenheid op radio-gebied is
bereikt.
Nu da bezittingen van de verschillende
omroepvereenigingen bijeengebracht zijn,
wordt de vraag gesteld wat er met de ver
schillende studio's geschiedt Zullen die
niet meer gebruikt worden? Men vergeet
by die vraag echter dat de Nederlandsche
omroep 3 programma's heeft te verzorgen,
n.l. 2 op de middelgolf en 1 op de ultra-
korte-golf voor de overzeesehe gewesten.
Hiervoor zijn meestal 3 studio's noodlg en
daarvoor komen in de eerste plaats de
AVRO. KRO en NCRV studio's in aan
merking, de VARA-studio kan voor bij
zondere doeleinden dienen.
Naast de bepaling over de samenvoe
ging van verschillende omroepvereenigingen
bepaalt de tweede radio-verordening,' dat
aan het hoofd van het staatsbedrijf zal
staan een directeur-generaal. Zooals be
kend zal zijn, is door den secretaris-gene
raal als zoodanig benoemd- dr. ir. W. A.
Herweyer te Haarlem.
Met de komst van den directeur-generaal
valt samen het heengaan van ir, Dubois.
Als gemachtigde voor de concentratie heeft
hjj het voorbereidend werk met veel ener
gie en toewijding verricht Op zyn verzoek
is hij thans door den secretaris-generaal
van zijn functie ontheven onder dankbe
tuiging voor de bewezen diensten.
De programma's.
Wat de programma's betreft, deze zullen
in de naaste toekomst zoowel wat de mu
ziek als wat het gesproken woord betreft,
steeds verbeterd worden. Het gesproken
woord zal behalve voordrachten, hoor
spelen e.d. volksvoorlichting in- den ruim-
sten zin omvatten niet het minst ook ten
einde misverstanden uit den weg te ruimen.
De omroep zal In staat zjjn toelichtingen
on alle vraagstukken van den nieuwen
tijd te geven en daardoor mede te werken
aan de hereeniging van alle volksgenooten.
Er wordt naar gestreefd vervlakking te
voorkomen. In verband hiermede wordt
er op gewezen, dat zeer zeker ook goede
jazz-muziek zal worden gegeven. Hot-jazz
zal echter uit de programma's worden
geweerd. Er wordt naar gestreefd aan de
zeer uiteenloopende behoeften tegemoet te
komen, zonder dat echter het opbouwend
karakter van de radio uit het oog wordt
verloren.
De verzorging van de uit te zenden mu
ziek geschiedt door verschillende orkesten.
Een zorgvuldige samenstelling van deze
orkesten heeft de volle aandacht van den
L. Z. van der Vegte.
leider van het staatsbedrijf. Extra misici
zijn voor een goede bezetting vereischt.
Hierdoor ontstaat een besta ismogeiyk-
heid voor 60 nieuwe orkestleden. De moei
lijkheden, die zouden kunnen ontstaan door
dat op deze wijze bestaande orkesten
„leeggezogen" zouden worden, zullen wor
den ondervangen.
De radio-centrales.
Er zal. natuurlijk naar gestreefd worden,
zooveel mogelijk luisteraars en aangeslo
tenen by de radio-centrales te bereiken.
IA verband hiermede is het goed te her
inneren aan de zwartgallige voorspellingen,
welke gedaan zijn, toe aangekondigd werd
dat er een radio-bijdrage van 9 gulden
per jaar per toestel zou zijn verschuldigd.
Door den raadadviseur werd toen de toe
stand niet zoo somber Ingezien en eerder
gedacht aan een herstel na een aanvanke-
Ujken teruggang. Dat dit juist is gêbleken,
blijkt uit het feit, dat het aantal aanmel
dingen de verwachtingen overtroffen heeft
en het getal van 1.200.000 eeda is over
schreden. Een gedeeltelijke teruggang in
het aantal der aangeslotenen b\j de radio-
distri utie-bedrtjven valt te constateeren
doch dit is nnt te verwonderen, daar deze
aansluitingen per week 07 wegbaar zijn en
er geen toestel verzegeld of opgeborgen
behoeft te worden. De mogelijkheid bestaat
dat hier de ziekelijke beiiosft: om naar
verboden zenders te luisteren een ro!
speelt, doch waarschijnlijk is dit niet, daar
deze afwijking ook reeds voor Januari 1941
bestond.
Gebleken is dat gaarne geluisterd wordt
naar uitzendingen, die nieuwen ttjd be
lichten, hetgeen blijkt uit de talrijke reac
ties, welke het departement bereikten, en
uit de belasting van de radio-centrales
gedurende de uitzendingen. De bewering
van de tegenstanders dat naar deze uit
zendingen niet zou worden geluisterd wordt
dus door de practtjk gelogenstraft.
Hilversum omroepstad.
Spreker wees er met nadruk op, dat
aan uitzendingen van godsdienstigen aard
niets te kort zal woraen gedaan. De
voorbereiding hiervan geschiedt door de
zelfde organen, die hiervoor, vroeger ver
antwoordelijk waren. Hilversum gaat als
omroepstad een mooie toekomst tegemoet.
Thans bestaat nog het gemis aan een
centraal kantoorgebouw, daar de bestaande
ten deele in Amsterdam zijn gevestigd en
ongeschikt zijn voor het doel Het ligt
in de bedoeling een groot centraal geoouw
in Hilversum te stichten. Hierdoor zal deze
stad tot een ware omroepstad worden, een
hoedanigheid waarop zij recht heeft op
grond van een geschiedenis van 20 jaren.
De bezwaren, welke gelegen zijn in do
minder gunstige verbindingen zullen in oen
loop der tijden wegvallen. In een grootü
stad zal het omroepbedrijf opgaan in hét
groote geheel terwijl voor #een plaats als
Hilversum de omroep van zeer groote bé-
teekenis zal biyken te zijn, niet het minst
door dat- door de vestiging in Hilversum
aan een kleine 1000 menschen werk zal
'worden gegeven.
De radio programma bladen,
Van geheel anderen aard is de beschik
king van den secretaris-generaal van het
departement van volksvoorlichting en kun
sten inzake de uitgifte van raoio-program-
ma-bladen. Deze beschikking beoogt het
verstrekken van de radio-programma's aan
zekere regels te onderwerpen^
Op den voorgrond staat, dat de gegeven
regelen zijn vastgesteld in het belang van
omroep en luisteraars. Evenals bö de radio
verordening het geval was, wordt ook
hier eenheid nagestreefd. Deze eenheid
uit zich zoowel in de omstandigheid, dat
in de programma-bladen voortaan niet
meer bet onderscheid van de oude omroep
vereenigingen mag worden tot uitdrukking
gébracht, als in het feit, dat de program
ma-bladen in vele opzichten onder gelijke
omstandigheden komen te verkoeren en
daardoor een volkomen onnoodige concur
rentie wordt voorkomen,
Hierby wordt aan een uniformen prijs en
het niet toestaan van premies gedacht.
Er is direct naar gestreefd de bestaande
bladen in te schakelen, deze zijn dan ook
onmiddellijk door den secretaris-generaal
aangewezen als toegelaten programma- bla
den. Ook de dagbladen, die tot nu toe de
programma's openbaar maakten werden
door een sooitgelijke aanwijzing in staat
gesteld met deze publicatie door te gaan.
Naar Ir. van der Vegte voorts mede
deelde, zal de nieuwsberichten-verzorging
voor den omroep voortaan geschieden door
een aparten dienst (berichtendienst Neder-
landschen omroep)."
Als voorzitter van de commissie ter on
dersteuning van do maatregelen, getroffen
voor de regeling van de landbouwproduc
tie, ingesteld by besluit van den Rijkscom
missaris voor het bezette Nederlandsche
gebied, daartoe bevoegd volgens bedoeld
besluit, heeft dr. F. E. Postuma een aantal
richtlijnen vastgesteld.
Aan de toelichting, welke dr. Postuma
hierop heeft gegeven, wordt het volgende
ontleend.
De productieslag is aangevangen op een
tijdstip, waarop het land vrijwel poot- en
zaalklaar was. Het teeltbed was gereed.
Ook het zaaiplan zal brj de meeste land
bouwers wel gereed zijn geweest. De vraag
was dus, is er nog iets in de richting van
het verkrijgen van de meest gewenschte
gewassen te doen? Het antwoord op deze
vraag kan volgens dr. Postuma toestem
mend gegeven worden, en er kan dan wor
den gezegd „Bouwt zooveel mogelijk
aardappelen
Dr. Posthuma zegt verder, dat hij wel
weet, dat het niet zoo eenvoudig ls goed
gekeurde poters te krijgen, dat het ook
niet eenvoudig is poters te krijgen van de
meest gewenschte grootte en dat, als dit
wel mogelijk is, de poters nog al duur zijn,
doch trots al deze bezwaren is zijn eerste
oproep tot de akkerbouwers in Nederland:
„Bouwt zooveel mogelijk aardappelen". De
aardappelen, die er nog zijn, en als poters
kunnen worden gebruikt, leveren voor de
voeding van mensch en dier het beste re
sultaat als zij in den grond worden gezet
en niet in de maag van mensch of dier
verdwijnen. Dr. Posthuma.moet natuurlijk
raden „Gebruikt goedgekeurde poters",
doch als deze niet jn de gewenschte maat
en tegen een behoorleken prijs verkrijg
baar zijn en men meent, dat iemand in de
omgeving poters van een gezond gewas
heeft, die dan weliswaar een andere maat
hebben, dan is zijn dringend advies „Ge
bruikt deze poters".
De organisatie.
Door den Rijkscommissaris voor het be
zette Nederlandsche gebied is een commis
sie ingesteld ter ondersteuning van de
maatregelen, getroffen voor de regeling
van de landbouwproducten. Deze commissie
bestaat uit den voorzitter van den Chris-
telijken Boeren- en Tulndersbond in Ne
derland den voorzitter van den Katholie
ken Nederlandschen Boeren- en Tuinders-
bond, den voorzitter van het Nederlandsch
Agrarisch Front en den voorzitter van het
Nederlandsch Landbouw-comité, terwyi dr.
Posthuma als voorzitter van deze commis
sie is aangewezen.
0 Deze organisatie voor het geheele land
wenscht dr. Postuma gewestelijk voort
te zetten. De vier hierboven genoemde ver-
cenigingen hebben niet een gelijke ondor-
vcrdeeling. De eene heeft kringen, de an
dere diocesen, de derde gouwen en de
vierde is een vereenlglng van provinciale
vereeniglngen. Met deze onderverdeelingen
van de vier vereenigingen kan rekening
gehouden worden by de verdeeling in stre
ken. Bovendien acht dr. Posthuma het ge-
wenscht, de verschillende culturen in acht
nemende, een gewestelijke verdeeling te
doen plaats hebben.
In ieder van de gebieden wijst ieder der
vier landbouwvereenigingen iemand aan,
nl. den voorzitter of onder omstandighe
den den ondervoorzitter van het in deze
gebieden werkende onderdeel hunner ver-
eenlging.
Van de dan gevormde gewestelijke
commissies wordt door dr. Posthuma de
voorzitter benoemd. De taak van deze ge
westelijke commissies is in de eerste plaats
hun gebied in streken te verdeeien, waarin
weer op dezelfde wyze als biervoren om
schreven streekcom missies worden be
noemd. Met deze streekcommissies houdt
de gewestelijke commissie voortdurend
contact, opdat de voor. den productieslag
noodige propaganda, die uiteindelijk plaat-
sciyk zal moeten worden gevoerd of al
thans gesteund en bevorderd, zoo Inten
sief mogëiyk zal zijn.
De gewesteiyke commissie stelt zich in
verbinding met de(n) productiecommissa-
ris(sen), aangewezen voor het gebied
waarover de gewesteiyke commissie werkt
en verzoekt deze(n) door middel van zijn
(hun) assistenten de noodige hulp voor de
streekcommissies.
De groote Ijjncn.
Om een goed gewas te krijgen zoo
gaat de toelichting verder moet men
den grond goed bewerken. Dat weet iedere
boer. Verder moet men goed mesten, het
zij met natuur-, hetzy met kunstmest,
moet men de gewassen goed verplegen en
moet men goed oogsten. Ook van dit alles
DOOR FRANK F. BRACN.
23)
Toen Kybander weer op het hoofdbu
reau terug was en daar met commissaris
Larris de zaak nog eéns besproken had,
waarbij ktf voor het eerst hoorde, dat
Peter Braubach zyn eerste verklaring om
trent het poeder, dat Angelica in de gla
zen had gedaan, had herroepen, waren de
beide mannen een tydje zwygend blüven
staan. Larris nam het dossier met het in
sierlijke letters geschreven opschrift „Fa-
breani" op.
„Kybander", zei hy, „jc hebt een uitstel
verzocht van vierentwintig uur of zelfs
achtenveertig uur. Hoe staat het er mee?
Heb je ook niet het gevoel, dat de tttd om
is? We moeten nu niet langer dralen.
Wanneer er morgen vingerafdrukken van
Angelica Fabreani op de lamp worden
gevonden, zou ik van de gelegenheid ge
bruik willen maken, dat het meisje toch
hier is, om meteen toe te grijpen. Als we
haar recht In haar gezicht beschuldigen
en daarbij den noodlgen nadruk in onze
woorden leggen, zal ze bekennen." Hy
keek zijn vertrouwden medewerker aan.
Kybander's gezicht verried hem zijn mee
ning, nog voordat hy iets gezegd had.
kan men rustig zeggeniedere boer weet
het.
Bemesting.
Nu zit het met de bemesting zoo, dat
men daar niet te kust en te keur kan gaan.
Van de kunstmest kan men niet zéggen,
dat men zooveel kan krijgen als men
meent noodig te hebben. Het eerste is dus,
goed na te gaan of de meening, welke
men heeft wel juist is. En of het ook niet
eens met iets minder kunstmest kan. En
het tweede wat men beeft te doen is, na
gaan, of er Iets anders is, wat de kunst
mest kan aanvullen. Dit zal natuurlijk in
de eerste plaats zyn de op de boerdery
voortgebrachte miluurmest, maar mis
schien is hier en daar ook nog wel in den
vorm van compost of iets dergeiyks een
aanvulling voor de natuurroest van de
boerdery te verkrijgen.
Wat de behandeling van de op do boer
dery gewonnen mest betreft zullen de berg
plaatsen van de mest, met name de grond
vlakte waarop de mest gestort wordt, en
de bewaarplaatsen van de gier. in vele
streken en op vele boerderijen een grondige
verbetering kunnen verdragen en daardoor
de mestvoorziening van den grond veel
verbeteren.
Hoofdgewas en nabouw.
Voor het hoofdgewas was het zaalplan en
de bodembereiding voor een overgroot deel
gereed, toen do productieslag een aan
vang nam. By den nabouw kunnen wy nog
alle mogeiyko voorbereidingen treffen. Dr.
P'-thuma zegt, dat hy hierop later terug
komt, doch hy zou nu al wel willen op
merken, waar dit nog mogeiyk is, vlinder
bloemige gewassen in te zaaien. Hy denkt
in de eerste plaats aan wikken. Behalve n.1.
voor den nabouw kunnen we hier ook nog
als nevenvoordeel een soort stikstof bemes
ting van den grond verkrygen. En juist in
verband met gebrek aan stikstof kunnen
we hiervan dan het noodige voordeel trek
ken.
Weidebouw.
Op den weidebouw vestigt dr. Posthuma
tenslotte opzetteiyk afzonderiyk de aan
dacht. Als er iets is ln het landbouw
bedrijf, wat in vele streken nog in hooge
mate kan worden verbeterd, dan is het de
weidebouw, en bet betreft niet alleen de
behandeling eu verpleging van de welde,
maar ook in hooge mate het gebruik van
den daarop gegroeiden oogst. Zoowei by
het weidon van het vee, bJs by het oog
sten van het gras, kan men veel doen om
het nuttig resultaat van den weidebouw
te vergroot^n. Wat het w Men van het
vee betreft, is de hoofdzaak deze: „Zorgt
dat het vee zoo min mogelijk vertrapt en
zooveel mogelijk alles opeet, wat ©r
groeit".
By 3e behandeling van de weide is een
belangrijke zaak deze: „Zorgt, dat de ge
maakte pannekoeken zoo spoedig mogeiyk
over de weide verdeeld worden; liefst, ter
stond, hetgeen nu eenmaal bezwaariyk Is,
maar dan toch zeker eens per dag". Wat
de oogst van het gras betreft, zullen ensi
lage en drogen den gewonen hooibouw
moeten aanvullen.
Op dit gebied zoo besluit dr. Posthu
ma is nog veel te doen en dit is te
moer aan te bevelen, omdat een vrucht
bare oogRt hier ook de melkproductie in
den winter zeer ten goede komt.
Zaaien en verplegen.
Reeds het zaaien dient zoo te geschieden,
dat de opbrengst de meeste kans heeft
groot te zyn. Nu Iaat het zich denken,
dat daarvoor een zaaimachine moet worden
gebruikt, tcrwyl de boer de zaalmachine
niet heeft, misschien ook een veel te klein
bedrijf heeft om er een aan te schaffen.
Het is natuuriyk bekend, dat in som
mige, misschien vele streken, aan dit be
zwaar reeds is tegemoetgekomen door
gezamenlijk een zaaimachine aan te schaf
fen. Waar dit niet het geval is, doet dr.
Postuma een beroep op de gemeenschappe-
iyke hulp, die de boeren in 'het bloed zit
Pen dus eigen is. Helpt in dezen elkander!
Help uw buurman en geeft elkander steun I
By de verpleging van het gewas doen
zich dergeiyke vraagstukken voor. Sommi
ge gewassen, in het bijzonder hakvruchton,
eischen dikwijls voel handenarbeid. Nu is
deze handenarbeid in menig geval door
een werktuig te vervangen. Ook hier kan
het zyn, dat een buurman in bet gelukkige
bezit is van een dergeiyk werktuig on het
op het eigen boerderytje nog ontbreekt.
Welnu, vraagt vriendelijk om hulp. En
tot de rykcr gezegenöen zegt dr. Posthu
ma: „Helpt uw broeder". Vooral bij de
verpleging van het gewas, misschien ook
„Ben je er tegen? Waar wacht je nog
op? Als je me dat tenminste eens wilde
zeggen!"
„Ik kan het niet zeggen, mynheer. Op
het wonder, op de verrassing, op de licht
straal."
„Onzin, dat i6 er allemaal niet Je bent
er oltyd voor. een moordenaar uit intuïtie
te pakken. Verrassingen zouden maar on
gemakkelijk zyn."
Kybander knikte. „U heeft geiyk. Ik
heb me slecht uitgedrukt Ik wacht op de
fout, die de dader nu toch elndeiyk eens
moet maken. Zoo slim is niemand, dat hU
zonder fouten werkt Dat weten wy uit
alle zaken. Deze dader, jongeman of
meisje, heeft geluk. Maar ook hy of zy
zal ergens of eindeiyk eens een verkeerde
berekening maken.
„Dan zcuden we eventueel lang moeten
wachten."
„Dat geloof ik niet." Kybander schudde
gewichtig zijn hoofd. Hy keek naar den
kalen wand van zün kamer, alsof hy daar
wat va,n aflas. „Ik leg er myn hand voor
in het vuur: morgen wetey we meer."
Larris haalde zyn schouders op. „Het
zou jamnier zyn," zei hy met sceptischen
spot, „je hebt zulke mooie handen, Ky
bander. Maar onze opvattingen komen
toch in zooverre overeen. Ik wilde ook
tot morgen wachten."
H'J gaf zyn medewerker de hand ten
afscheid, groette hem en ging de kamer
uit. De hoofdinspecteur bleef alleen achter.
Hg had honger; daartegen zou een sigaar
wel helpen. Hjj haalde er een te voor
schijn, sneed het puntje er af en legde
een lucifer er naast; maar dan vergat
Het bezoek van Matsoeoka aan
Moskou.
EEN VERKLARING.
De Japan sche minister van buitenland-
sehe zaken. Matsoeoka, heeft, kort voordat
hij zyn hotel verliet om een onderhoud te
hebben met Molotov, aan den correspon
dent van Domei te Moskou verklaard, dat
hy nog eenige dagen langer dan hy gedacht
had in Moskou zal blyven, waaneer hy hier
door kan bijdragen tot een verbetering der
betrekkingen tusschen Japan en Sovjet-
Rusland; Sedert hy Duitschland verlaten
heeft, zyn er zekere veranderingen ont
staan, zooals de Dultsche opmarsch in
Yoegoslavië en Griekenland. Ik geloof niet,
zoo verklaarde Matsoeoka, dat deze ge
beurtenissen van invloed zullen zyn op de
Duitsch-Russische betrekkingen. Thans
overbodige besprekingen achterwege te la
ten over de vraag of een hervorming of een
handhaving van den status quo noodzake-
ïyk ls, noemde Matsoeoka de belangrijkste
taak. Het is hoog tyd. ernstig en vry van
egoïstische belangen te bestudeeren. welk^
soort nieuwe structuur het beste zou zt|n
geschikt voor den tegenwoordigen ernsti-
gen toestand.
Gisteravond heeft de Japansche ambas
sadeur, Tatekawa, een maaltyd aangebo
den, waaraan werd deelgenomen door Mo
lotov, zyn plaatsvervangers Wysjinski en
Losowski, een aantal andere Russische
functionnarissen en de ambassadeurs en
gezanten van de staten van het driemo-
gendhedenverdrag. Vanavond zal Matsoe
oka voor een bezoek aan Leningrad ver
trekken.
De Amerikaansche productie.
VERKLARINGEN VAN ROOSEVELT.
Uit Washington meldt het D,N,B. Pre
sident Roosevelt heeft in de persconferen
tie bekend gemaakt, dat een nieuwe fe
derale overheid wordt opgericht, die tot
taak zal hebben alle particuliere organi-1
saties voor sociale verzorging en vulling
van den vry'en tyd in bet leger en in de
fabrieken geiyk te schakelen. Op de vraag,
of hy ook de opvatting was toegedaan van
zün medewerker Biggers. dat de eerstvol
gende 100 dagen van kritieken aard zul
len zijn voor de Amerikaansche productie,
antwoordde Roosevelt, dat niet alleen de
eerstvolgende, maar de daarna komende
honderd dagen kritiek zullen zijn. Verder
kon hij niet in de toekomst kijken.
In scherpen vorm laakte Roosevelt ver
volgens de dagbladen, die berichten en fo
to's van het in de haven van New York
binnen geloopen beschadigde Engelsche
slagschip „Malaya" hebben gepubliceerd.
De president noemde de verklaring van
deze bladen, dat iedere bewoner van New-
York het Engelsche schip ln de haven en
zyn matrozen op de Broadway heeft kim
men zien en dat daarom het weglaten van
een publicatie; betreffende de „Malaya"
geen zin had, een „slap excuus". Hy wees
er op, dat de meeste Amerikaansche bla
den niets hebben gepubliceerd over de ge
heele aangelegenheid en de instructies van
den Amerikaanschen minister van marine,
Knox, hebben opgevolgd.
De „Malaya" in Amer'ka.
Het in de haven van New York aange
komen zwaar beschadigde Engelsche slag
schip is, naar de New Yorksche correspon
dent van Svenska Dagbladet meldt, de
„Malaya". Dit schip escorteerde een con.
vooi en zou toen door een Duitsche duik
boot getorpedeerd zün. Het schip kreeg
een gat van zeven A acht meter grootte
in den scheepswand. Het herstel van de
Malaya zal, naar Svenska Dagbladet ver
der uit New York meldt, minstens een
maand duren. De Malaya heeft een water
verplaatsing van 31.100 ton en is in 1915
van stapel geloopen.
wel reeds vroeger, zal zich het gebrek
aan arbeidskrachten kunnen voordoen en
ook daarom is het zoo noodig, overal waar
dit mogeiyk is, de machine te hulp te
roepen.
Oogsten.
In den tegenwoordigen tyd gaat not er
om, by het oogsten van het gewas alle
maatregelen te nemen, die genomen kun
nen worden om den oogst zoo goed moge
lijk binnen te brengen. Ook hier zullen hulp
middelen hun dienst kunnen doen. B.v. de
z.g. klaverruiters. die ook voor andere ge
wassen, misschien in eenigszins andéren
vorm, bruikbaar kunnen zyn. Doch met
of zonder hulpmiddelen zal het bij het
oogsten op de grootste zorgvuldigheid aan
komen.-
hy in gedachten sigaar en lucifer.
Hij nam nog eens de situatie in den
blauwen salon van mevrouw Fabreani in
gedachten. Uit zyn portefeuille haalde hij
de schets, die hij daar gemaakt had.
Zoo stonden de menschen. Daar het bu
reautje. De lamp er boven op.
Hy sloot de oogen. Heel duidelijk zag
hij alles: en toen viel hem iets in. Hy had
het by zyn aanwezigheid daar ter plaatse
gemerkt, maar hy had er geen aandacht
aan besteed omdat hy meende, dat het
niet van belang was.
De lamp, deze staande lamp met den
breeden metalen voet, stond verkeerd om.
Het knopje van den schakelaar was naar
achteren gedraaid. Dat was niet zoo da
delijk te zien, maar als men de lamp wilde
aansteken, moest men het merken.
Kybander wist niet, dat Otto Horn na
het ongeluk de lainp onderzocht had. Hij
opende weer zijn oogen. Opeens was hy
half wakker. De honger was verdwenen.
Hoe zat dat, hoe zat dat in elkaar? HU
kreeg een idee. De lamp was expres om
gedraaid geweest om het knopje te ver
bergen. Een vreemde zou zich op het half
donkere bureau piet dadeiyk kunnen
oriënteeren. Waar moet die lamp worden
aangestoken moest hy vragen, als hy
daar licht wilde brengen. Zoo zou dus heel
duldeiyk een vreemde ervan worden afge
houden, de lamp aan te steken en als
gevolg daarvan den schok te krijgen. De
eenige vreemde in het huis was Otto Horn
geweest. Derhalve waren die maatregelen
genomen, dat Otto Hom niet by vergis
sing het bedoelde slachtoffer zou zyn. Dus
moest het uitgesloten zijn, dat Otto Horn
de valstrik had gelegd. Hy was slechts
tusschenpersoon geweest Misschien was
het portret van Joachim Fabreani daar
neergezet en moest hy vragen: kan hier
licht gemaakt worden, ik zou die foto
graag eens precies bekaken.
Wie zou dan naderby komen en licht
voor hem maken? Wie moest den eleo
trischen schok krijgen? Zonder twUfel me
vrouw Fabreani of Braubach. Belden had
den een hartkwaal, voor hen kon de
stroom gevaarlyk zijn.
Het moest als uitgesloten worden be
schouwd, dat mevrouw Fabreani in haar
eigen val liep. De commissaris vergistte
zich Jn dat opzicht beslist Ze had de lamp
niet daarvoor in orde gemaakt: voor elec-
triclteit en alle technische dingen had zy
een heidensche angst
Er bleven dus over Angelica en Brau
bach.
Kybander zuchtte. Steeds weer drong
de gevolgtrekking zich aan hen op: dit
was de tweede poging om Braubach uit
den weg te ruimen. Hy moest den elactri-
echen schok oploopen; hU had een hart
kwaal, hU zou er vennoedeitjk ernstig door
worden getroffen.
Kybander greep toch naar zyn sigaar.
„Angelica", zei hy, „weer dat meisje.
Waarom grijp ik elgeniyit niet toe?"
Hy staarde naar zyn koekoksklok. Ne
gen uur. Heel laat al. Misschien te laat
De kamer werd blauw. Kybander zat
temidden van dikke rookwolken. Een klei
ne Jupiter, nog niet zeker, of hy den blik
sem en de verplettering zou wegslingeren.
Want zulk esn bliksem was niet meer
terug te nemen, hij vernietigde den recht
vaardige evengoed als den moordenaar of
de moordenares.
Ze kan het niet geweest zyn! Ik ben
geen jonge man, dien ze met haar mooie
blauwe oogen op een dwaalspoor kan
brengen.
Dan biyft dus Peter Braubach over.
Maar dat gaat ook niet HU kan niet ge
poogd hebben, zUn neef Joachim en tege-
lyk zichzelf om het leven té1 brengen. Maar
dat de moord met het vergif en deze truc
met de lamp uit een en hetzelfde stel
hersens te voorschyn is gekomen, staat
voor my vast
De telefoon gonsde zachtjes. Kybander
nam den hoorn van de haak en noemde
zyn naam. Het was de directe aansluiting
met het stadsnet
„Met Henke, inspecteur. Angelica Fa
breani heeft zoo juist haar huis verlaten
en is met een taxi naar het pension van
Ladislaus MarczaU gegaan. Ze is daar naar
binnen gegaan en is tot nu toe nog niet
weer buiten gekomen".
„Goed, dank je, Hènke. Biyf maar op
je post. Bel me maar op. Ik biyf hier. Wil
je de tijden goed noteeren? Misschien ls
dat later van belang". Hy legde de telefoon
weer neer.
Merkwaardig dacht hy. Wat wil ze op dit
uur by den Hongaar? Zoekt ze een bond
genoot, waarom komt pe dan niet by my?
(Wordt vervolgd.)