Een geboren Vlissinger, grondlegger
van Brandenburgs Marine en Koloniaal Bezit.
De bedoeling van de kinderbijslagwet.
BRANDENBURGS MARINE.
De in ons land welbekende „groote keur
vorst", nl. Friedrich Wilhelm (1640—1688),
die met Louise Henriette van Oranje
(t 1667), dochter van Frederik Hendrik
gehuwd was, is de Duitsche vorst geweest,
die als verdediger der zelfstandigheid van
Duitschland optrad in tegenstelling met
den toenmaligen keizer van het Duitsche
rijk. Leopold I, (1658—1705), die meer be
dacht was op de vergrooting van de macht
der Habsburgsche dynastie.
Door de gevolgen van den dertigjarigen
oorlog, verkeerden de Duitsche staten bij
den vrede van Munster en Osnabrück deer
lijk in verval, en het streven van den groo-
ten keurvorst was er dan ook op gericht,
zijn land tot bloei te doen komen. Hij had
in Holland niet tevergeefs getoefd en daar
waargenomen, hoe deze gewesten bij den
zelfden vrede, die tevens een eind maakte
aan den 80-jarigen oorlog, bloeiden en
hoopte dan ook dergelijke bronnen van wel
vaart en rijkdom te openen voor zrjnsge-
bied, die Holland en Engeland groot had
den gemaakt.
Er werden van nu af aan middelen
beraamd, een eigen marine te stichten,
welke moest dienen als middel ter verkrij
ging van koloniën. Maar de vrede van
Munster had gemaakt, dat de voor-
naaste Oostzeehavens in het bezit van
Zweden gekomen waren en zoo konden de
plannen hiet of .zoo goed als niet worden
uitgevoerd. Het duurde nog tot 1672, toen
de uitgebroken oorlog tusschen Branden
burg en Zweden een kans bood, die een
drietal jaren later benut zou worden.
Door tusschenkomst van den Branden-
burgschen gezant in Den Haag werd
uit naam van den Keurvorst aan Benjamin
Raule, toenmaals schepen der stad Middel
burg, een kaperbrief uitgereikt, die den
daarin genoemde het recht gaf, zoowel te
gen Frankrijk als tegen Zweden op te
treden, hun schepen te bevechten, er zich
van meester te maken en op te brengen
naar het Keurvorstelijk rechtsgebied. Dit
geschiedde in het begin van 1675, maar
reeds, voordat aan de vereischte formalitei
ten voldaan was, had de ondernemende
Zeeuw zich meester gemaakt van vier
schepen, waarvan hij er twee in 'ons land
opbracht en twee in Dover.
Met het oog op onzen levendigen handel
o.a. met Zweden, was men er ten onzent
niet van gediend, zoodat de hier opge
brachte schepen in vrijheid werden ge
steld; die in Engeland werden in beslag
genomen bij wijze van represaille wegens
gekaapte Engelsche goederen, 's Keurvor
sten tusschenkomst baatte niet en Raule
verloor er zoo goed als zijn geheele ver
mogen bij. Wie was nu deze Benjamin
Raule, die bij wijze van vergoeding door
den Keurvorst tot Brandenburger Rath
Werd benoemd
Van hem werd door een zijner landge-
nooten getuigd, dat hij was „een man van
jongs aff opgebrocht in de marine en ne
gotie, infatigabel om syn saeken uyt te
voeren, daer syn matrosen en bedienden
seer content mede syn, bequaem om com-
compagnien en entre-prise te stichten, ja
selver des noot synde een esquader schee
pen te commandeeren".
De familie Raule was, vermoedelijk tij
dens den strijd tegen Spanje uit Duinker
ken naar Veere verhuisd, en vervolgens
naar 'Vlissingen vertrokken te Veere 'was
Benjamin Raule 2 Nov. 1624 met Esther
Janmaerts gehuwd, deze laatste woonde
te Vlissingen. Toen hg in 1627 als weduw
naar hertrouwde met Maria le Sage, we
duwe van Hendrik Janssen, blijkt hij in
Vlissingen te wonen. Omstreeks 1628 werd
de zoon geboren, Benjamin Raüle, de Jon
ge, die onze hoofdpersoon is. Ook diens
zuster werd te Vlissingen geboren en wel
Maria Raule, die in Maart 1653 huwde
met „Capiteyn Cornelis Evertsen de
Jonghe, beyde van Vlissingen, sij wo
nende op de Oost-zijde" nu Bellamypark
even nummers Als getuige van haar
trad de moeder op, dus Maria le Sage, als
getuige van den bruidegom, diens vader,
de vice-admiraal Jan Evertsen. Benjamin
Raule huwde eenige jaren later en wel No
vember 1658, met Apollonia van den Bran-
de. Door dit huwelijk met Apollonia, doch
ter van Filip, raad der admiraliteit te Rot
terdam en' Catharina Veth, werd hij aan de
aanzienlijkste Zeeuwsche geslachten ver
maagschapt.
Als hem in September 1659 een
zoon geboren wordt, Jean, zijn getuigen
Jan Raule, de peet, en de beide groot
moeders Maria le Sage en Catharina Veth,
Niet lang daarna bracht hij het handels
kantoor, waarvoor hij reeds van jongs af
ter zee gevaren had, alvorens op het kan
toor zelf te komen, naar Middelburg over,
waar hij een aanzienlijk huis bewoonde op
de Balans, karos en paarden hield, in 1667
schepen en raad der stad werd, wat hg
bleef tot 1674. Hij wilde van den oorlog
tusschen Frankrijk en Duitschland partij
trekken, vroeg kaperbrieven door tusschen
komst van den Brandenburgschen agent in
Den Haag, liet er zooals wij zagen geen
gras over groeien, doch raakte, zooals
leeds vermeld, in den diplomatieken dool
hof zijn vermogen kwijt, hoe succesvol ook
zyn debuut was geweest in Brandenburg
schen dienst. De Vlissingsche leerschool
voor het kapersbedrijf had hij met veel
vrucht doorloopen, maar dit werd door de
hoogere diplomatieke wijsheid nu als „pira-
tery" gewraakt, wat bij andere gelegen
heden als „commissievaart" van hooger-
hand werd aangemoedigd.
Weldra ging hij op verzoek van den
Brandenburgschen Keurvorst naar dit
land. waar hij door Friedrich Wilhelm met
den titel van „General-Director" aan het
hoofd werd gesteld eener marine, die door
Raule ontworpen en tot stand gebracht
werd. Hij knoopte met enkele Rotterdam-
sche kooplieden onderhandelingen aan ter
uit resting van vier schepen voor de Bran-
denburgsche regeering. Weldra had hij een
eskader van vijf schepen bijeengebracht
cn nam een werkzaam aandeel in den strijd
tegen Zweden, dat mede door zware Fran-
sche subsidie's aan de zijde van Frankrijk
streed. Had de keurvorst den Zweden in
den slag bij Fehrbellin18 Juni 1775
te land een zware nederlaag toegebracht,
Raule boekte ter zee tegen de Zweden
groote successen. Intusschen bracht de
vrede den 29en Juli 1675 zgn heer niet het
gewenschte resultaat. Voor-Pommeren
moest weder aan Zweden worden terugge
geven en dit rijk behield de opperheer
schappij in de Oostzee. Raule trachtte in
zgn nieuw vaderland door het oprichten
eener scheepsbouwvereeniging te voorko
men, dat men opnieuw tot den vroegeren
staat van werkloosheid op dat gebied te
rugkeerde, maar deze poging mislukte 2).
Eenige jaren later scheen een conflict
tusschen Spanje en Brandenburg betere
kansen te bieden. Spanje was aan Bran
denburg, als bijdrage in de oorlogskosten
tegen Frankrijk en Zweden, een som schul
dig van 1.800.000 thaler en ondanks de
vertoogen van den gezant aldaar, kon deze
geen thaler los krijgen als de „markies"
van Brandenburg, dat geld wijde hebben,
moest hij -het maar komen halen. Nu was
's keurvorsten geduld ten einde en Raule
was de man, voor uien dit een kolfje naar
zijn hand was. Hijzelf stelde veel krasser
maatregelen voor, maar bij keurvorstelijke
besluiten van 23 Juli en 12 Augustus 1680
werd hem instructie gegeven in het Ka
naal, op den Atlantischen Oceaan en de
kusten van Spanje met zijn eskader te
kruisen, teneinde zich van zooveel Spaan-
sche schepenmeester te maken, dat het
verschuldigde met de te maken kosten zou
verrekend zijn. De Brandenburgsche 'vloot
stak ter sterkte van zeven schepen, be
mand met 702 koppen en bewapend met
165 stukken geschut, vanuit Pillau in zee.
Groot was de verbazingopschudding
wekte dit krachtig initiatief in Zweden,
dat zich per geheime nota tot Denemarken
wendde met de vraag, of dit geen inbreuk
was op het „Dominium Maris Baltici",
m.a.w. op de rechten der Oostzeebeheer-
schers, maar daar bleef het bij. Groote ver
ontwaardiging verwekte het bg den Spaan-
schen koning, die aan den stadhouder der
Zuidelijke toen Spaansche Nederlan
den, bevel gaf, een inval te doen in het
grondgebied van den Keurvorst 3). "Ver
scheiden Spaansche vaartuigen vielen in
handen der Brandenburgers, maar Enge
land en Hunne Hoogmogenden de Staten-
generaal der Vereenigde Nederlanden wil
den een minnelijke schikking, daar men
vreesde, dat dit geschil wel eens de lont
in het Europeesche kruitvat zou kunnen
zijn.
Ook hier stuitte dus Raule weer op de
zelfde diplomatieën, die zijn'eerste succes
sen hadden gedwarsboomd en hij richt zich
dan ook met een verontwaardigd schrijven
tot den Geheimen Raad van Brandenburg,
om het betoog van den gezant Hunner
Hoogmogenden der Nederlanden, den Heer
Van Amerongen, neergelegd in diens me
moriaal van 3 Dec. te ontzenuwen. „Van
een vriendschappelijke schikking „via ami-
citiae" verwacht hij geen heil, men is langs
dezen weg begonnen maar tevergeefs. Bg
ontwapening der schepen krijgt men niets
gedaan, bovendien ziet hg geen kans, der
gelijke instructies aan de schepen te zen
den, daar ze zich in eskaders verdeeld heb
bende, zopwel langs de kusten als in de
Spaansche West-Indiën kruisen, dus ze zijn
even moeilijk te vinden als een speld in
een hooi voer. Men moet zooveel nemen
als men maar kan, zooveel eerder komt
men tot een billijk vergelijk, zonder dwang
bereikt men niets. Den ellendigen toestand
van het Spaansche koninklijk in aanmer
king nemend, behoeft men niet te deelen in
de bezorgdheid van de secrete resolutie
Hunner Hoogmogenden d.d. 18 Nov., dat de
Prins van Parma daadwerkelijk zou kun
nen optreden tegen de onderdanen van den
Keurvorst, want de laatste zou onmiddel
lijk satisfactie kunnen nemen door inbezit
neming van het kwartier Gelder (Geldern
in de tegenwoordige Rijnprovincie) 4). De
Vereenigde Nederlanden zouden naar zgn'
meening niet ingrijpen, daar. Spanje dan
immers zelf aanleiding zou gegeven heb
ben, maar bovendien weet ieder wel, dat
de Nederlanden op het tegenwoordige tijd
stip zelf vrijwel machteloos zijn. Over de
groote rijkdommen en welvaart der Neder
landen van voorheen beschikken zij niet
meer hun macht was mede gegrondvest
op hun groot krediet, maar sedert 1672,
toen de Franschen bg'na het geheele land
in één- maand hadden genomen, heeft
iedereen duidelijk kunnen zien, dat Holland
niet zoo solide was, als de geheele wereld
geloofde. Deze staat heeft thans nauwelijks
voor'een stuiver krediet, al de inkomsten
moeten voortaan bestaan uit allerlei nieuw
bedachte middelen, onder anderen uit den
200sten penning, die naar mijn' beste we
ten, sedert 8 jaar reeds bij de 40 maal is
betaald geworden, zoodat vele lieden, die
toen rijk waren en 3, 4, 5 tonnen gouds
bezaten, nu bedelaars zijn geworden. Om
de drukkende belastingen te betalen heb
ben deze eertijds welgestelde lieden hypo
theken op hunne bezittingen genomen te
gen 6, 7, 8 en deze vaak nog vergroot,
totdat de geldschieters uit vrees dat de
panden niet zooveel waard zouden zijn, als
erop voorgeschoten was, tot verkoop over
gingen deze brachten dikwijls niet meer
dan de helft, dikwijls slechts een vierde op.
Zoo zijn de meeste renteniers totaal ge
ruïneerd. De geringe burgers geven weinig
of niets, de koopman heeft door de kaap
vaart geweldige verliezen geleden, ja door
de algemeene ellende in alle landen is de
handel geheel dood. Vandaar, dat er vele
onvermogende kooplieden zgn, die alleen
op krediet zaken doen. Dientengevolge zie
ik de Geünieerde Provinciën met bedroefde
oogen aan en meen, dat haar geen nieuwe
oorlog past. Ja, zou de een of andere vorst
haar daarin wikkelen, dan zouden zij nog
minder'weerstand bieden dan in 1672. Van
dien kant is er dus niets .te vreezen".
Wat Engeland betreft, daarmee is de
schrijver minder op de hoogte, doch het
schijnt daar ook niet zoo heel pluis te zijn,
een binnenlandsche oorlog is daar niet on
mogelijk (de gebeurtenissen van 1688, toen
Jacobus door zijn schoonzoon, onzen stad
houder Willem Hl, van den troon gèstoo-
ten werd, wierpen reeds haar schaduwen
vooruit) en wanneer dergelijke oneenighe-
den ontstaan, zal er van hulp aan den ar
men Spanjaard niet veel komen. „En dus
hoe meer men hem benauwt, liefst met nog
meer drang dan alleen te water (de schrij
ver zinspeelt hier op een binnenrukken
van Geldern in de Rijnstreek) dan zal
Zijne Hoogheid de Keurvorst er voordee-
liger van afkomen, dan wanneer hfl 4ich
met ijdele beloften laat paaien".
Wel bleven de bemoeiingen van Hunne
Hoogmogenden en van Engèland vruchte
loos, maar veel voordeel werd er niet meer
Oploopende koersen op de
Amsterdamsche beurs.
De mode deeling dat de certificaten van
Amerikaansche aandieelen per 1 Med a.s.
als buitenland3che fondsen zullen worden
aangemerkt, maakte óp de Effectenbeurs
heden den noodigen indruk. Het Neder-
landsche publiek heeft bij Amerikaansche
waarden een groot belang en deze effec
ten hebben reeds gedurende eenige gene
raties op de Amsterdamsche markt een
zeer vooraanstaande plaats ingenomen
het behoefde dus geen verwondering te
wekken dat de mededeeling in kwestie
eenige aandoening veroorzaakte. Door de
Vereeniging voor den Effectenhandel is
bepaald, dat tot en met Dinsdag 8 April
geen noteeringen in de Amerikaansche
aandeelen zullen plaats vinden. Men
scheen de schrik echter spoedig te boven
te komen, want het duurde niet la'ng pf de
koersen liepen in een snel tempo naar
boven, waardoor de aanvankelijke nadee-
lige verschillen geheel of gedeeltelijk
werden uitgewischt. Mididen beurs echter
kreeg het aanbod wederom de overhand
en trad vrijwel allerwege een reactie in.
In Olies ging het tamelijk druk toe. De
koers steeg in een ommezien van tijd,
doch zakte later we,er in tot in de nabij
heid van den inzet. Op de Industrie-af-
deeling werden A.K.U.'s druk verhandeld.
In de Scheepvaartrubriek ging het meeste
om in Scheepvaart Unies, die zich in
overeenstemming met de algeheele markt-
tendens bewogen en aan hét einde van de
rekening een kleinigheid lager kwamen te
liggen. De affaire in Rubberfondsen was
van kalmen aard. De handel in Neder-
landsche beleggingen was ingekrompen.
De nieuwe 4 pet. obligatiën waren onge
veer prijshoudend, in doorsnee zoo goed als
onveranderd. Voor Duitsche fondsen kwam
het ook thans weer niet tot affaire. Wel
werd de biedprijs opgegeven en voor de in
Nederlandsche guldens, Engelsche ponden
en Zwitsersche francs luidende obligatiën
waren deze biedprijzen gelijk aan die van
Donderdag. Door de vereeniging van den
effectenhandel is medegedeeld, dat met
ingang van gisteren de omrekeningskoers
van de Reichsmark ten aanzien van den
handel in effecten is vastgesteld op 0.75.
In verband hiermede konden ook voor de
in marken luidende obligatiën heden
biedprijzen worden opgegeven en deze
biedprijzen waren 101.
Amsterdam 1936 3 y2 88% 871',
Bataafsche Per. Mij. Obl. 3IA 82ló S2%
A Amsterdamsche Bank 119 118%
A Ned. Gist- en Spiritusfabr. 409 404
A K.M. De Schelde Nat. Bez. 74 74
A Houthandel Alberts 117
Nederland le lng 1940 4 98%
Nederland 2e lng 1940 4 97% 97%
Nederland met bel. fac. 1940 4 98%
Ned. h 1000 1938 (3%) 3 90%
Indië a 1000 1937 3 91
A Koloniale Bank 200
A Ned. Ind.' Handelsbank 140
C Ned. Handel Mij. 145
A Van Berkels Pat. 48%
C Calvé Delft 77%
A Lever Br. en Unilever 133% 125%—132
A Philips Gloeil. Gem. Bez. 221% 225
C Am. Car Foundry
C Anaconda Copper
C Bethlehem Steel
C General Motcr
C Kennec. Copper
C North Am. Aviation
C Rep Steel
C Un. States Steel
C North Am. Cy.
A Kon. Petroleum Mij.
C Contin. Oil. Cy.
C Philips Petrol.
C Shelle Union
C Shell Union
C Tide Water Ass. Oil.
A NecL Scheepv. Unie 190% 185 /2191%
A Handelsver. Amsterdam 466475
279 271
211 203—211
289% 273—282
223% 217—225
23%
13%
298% 287295
230%
148
A Ned. Ind. Suiker U
A Deli Batavia Mij.
C Deli Mg. f 1000
A Senembah Mij.
C Permsylv. Rr.
A South Railway
C Amsterdam Rubb.
A Deli Batavia 'Rubb. Mij. 234%
A Hessa Rubber Mij.
A Serbadjadi Sum Rubb. 138% 135135%
Nederland 1941 4 100 97% 97
Nederland 1941 4 500 97% 97
Ned. 1941 4 1000 97 97% —97 15/16
EEN GOEDE VANGST TE HILVERSUM.
De Hilvcrsumsche recherche heeft met
de arrestatie van een 50-jarigen man, die
op heeterdaad betrapt werd bij een rijwiel
diefstal, een goede vangst gedaan. De man
heeft een bekentenis afgelegd ten aanzien
van ruim twintig rijwieldiefstallen, welke
hij in Hilversum heeft gepleegd. Hij kon
zich niet alles meer herinneren, daar hij
bg voorkeur op de fietsenjacht ging, wan
neer hg eenigen drank genoten had. De
man verkocht de gestolen rijwielen in ge
meenten in de omgeving van Hilversum,
o.m. te Naarden en Eemnes en ook in
Utrecht.- Een groot aantal gestolen fietsen
is reeds in beslag genomen. De man, die
sedert December van het vorige jaar ope
reerde in het Gooi, is naar Amsterdam
overgebracht en daar ter beschikking ge
steld van den officier van justitie.
op de Spanjaarden behaald, echter Europa
had een nieuwe marine zien opdagen.
Pillau werd tot oorlogshaven verheven,
tal van- versterkingen werden aldaar aan
gelegd, weiwen opgericht, waar in 1681
het eerste Duitsche oorlogsschip „Der
Kurprinz" gebouwd werd.
Was door .Raule alzoo het eerste gedeel
te van 's Keurvorsten streven het bezit
eener eigen marine verwezenlijkt, thans
zou hij ook het tweede gedeelte, het ver
werven van koloniën, trachten uit te voe
ren. Daarover in mijn slotartikel.
1) Vgl. Tijdspiegel, 1889, Deel III, blz.
2gg299
2) Tijdspiegel, 1889, Deel m, blz. 290.
3) De Keurvorst was nl. bij den oorlog
tegen Frankrijk weder in het bezit geko
men van het hertogdom Cleve, wat een
kwetsbare plaats was bg een aanval uit
het Westen.
4) Bg den vrede van Utrecht in 1713
kreeg het Koninkrijk Pruisen Ober-Geldern
aan de Maas.
H. G. VAN GROL,
Archivaris van Vlissingen.
Nadere mededeellngen.
Al eerder hebben wij een uitvoerige be
schouwing in ons blad geplaatst betref
fende deze per 1 Januari 1941 in werking
getreden wet. Het blijkt echter, dat zich
in de practijk nogal eens moeilijkheden
voordoen, doordat zij, die den kinderbij
slag ontvangen moeten, uit onwetendheid
onjuiste of onvolledige inlichtingen aan
de uitvoeringsorgahen verstrekken. Verder
is de wet op enkele belangrijke punten
gewijzigd. Daarom vestigen wij op een en
ander nog eens bijzonder de aandacht.
Wat is de bedoeling van de wet
Aan de arbeiders, die meer dan 2 kin
deren beneden den leeftijd van 15 jaar
hebben, kinderbijslag te geven boven het
van den werkgever ontvangen loon. Een
arbeider komt voor het jaar 1941 in aan
merking voor kinderbijslag als op 1 Oc
tober 1940 zijn gezin meer dan 2 wettige
of gewettigde kinderen van hem of van
zijn echtgenoote telde.
- Welke kinderen tellen mee
In de eerste plaats wettige kinderen, dat
zijn kinderen, die gedurende het huwelijk
geboren zijn. Ook zgn het kindereh, die
gedurende een vroeger huwelijk van den
vader of de moeder zijn geboren. Voorts
gewettigde kinderen, dat zijn kinderen, die,
reeds vóór het huwelijk zijn geboren, maar
bg het huwelijk gewettigd zgn.
Alle kinderen, die soms in een gezin
leven zooals pleegkinderen, aangenomen
kinderen en natuurlijke, al of niet erken
de kinderen, tellen voor deze regeling dus
niet mee.
Welke. kinderen behooren tot het
gezin
Dat lijkt een eenvoudige vraag. Natuur
lijk de kinderen, die met vader en moeder
in één huis wonen. Zeker, maar voor de
toepassing van deze wet zijn er nog meer
die meetellen. Indien bijv. de vader of de
moeder overleden is blijft het kind be
hooren tot het gezin van den overblijven-
den ouder; dit geldt ook dan, wanneer het
elders (bij familieleden of in een wees
huis) wordt opgevoed. Een kind wordt
verder geacht tot het gezin te behooren
als vader en moeder verplicht zijn voor
zijn onderhoud të zorgen, wat bij kinderen
beneden 15 jaar vrijwel altijd het geval
is. Ook als een van de kinderen bijv. voor
gezondheid in een andere plaats verblijft,
dan wordt het toch gerekend bij het gezin
te behooren. Wanneer zich het geval voor
doet, dat de arbeider van de ouderlijke
macht is ontheven of daaruit ontzet en de
kinderen worden in een gesticht opgevoed,
dan tellen dez? toch mede voor diens aan
spraak op kinderbijslag, ook al worden de
kosten van plaatsing in het gesticht noch
geheel, noch gedeeltelijk op den arbeider
verhaalt
Bij scheiding van tafel en bed blijven
de kinderen tot het gezin van den ar
beider behooren, ook al verblijven zij niet
in zijn woning.
Is het huwelijk ontbonden door echt
scheiding, dan worden de kinderen al naar
gelang of zij aan den vader of aan de
moeder zijn toegewezen, geacht tot het
gezin van den vader of de moeder te
behooren.
De Kinderb\jslaglijst.
De arbeider wiens gezin op 1 October
1940 meer dan 2 wettige of gewettigde
kinderen beneden 15 jaar telde en die de
Bedrijfsvereeniging of den Raad van Ar
beid, waarbij zijn werkgevers op 1 Januari
1941 voor de ziekengeldverzekering is aan
gesloten, de aanvrage richtte om een kin
derbijslagboekje, werd of wordt door het
betrokken orgaan in het bezit gesteld van
een kinderbij slaglij st over het le kwartaal
1941.
Op die lijst moet hij o.a. vermelden het
aantal dagen, waarop hij werkt, alsmede
het door hem ontvangen loon.
Wat is ontvangen loon
Ook dat is weer zoo'n kwestie die een
voudig lijkt en toch vaak tot vergissingen
aanleiding geeft. Loon is alles wat een
arbeider voor het verrichten van z\jn ar
beid van zgn werkgevers ontvangt ook al
heeft hij op een bepaalden dag eens niet
gewerkt. Heeft hij dus bijv. op 1 Januari
vrijaf gehad, doch over dien dag wel loon
ontvangen, dan moet dit loon op de kbi-
derbijsle;igst worden verantwoord. Ook
wachtgeld wordt als loon beschouwd.
Indien van het loon iets wordt afgehou
den bgv. premiën voor pensioen- of zieken
geldverzekering, loonbelasting en dergelijke
dan moet toch het loon worden opgegeven
zonder dien aftrek.
Vacantiebon».
In sommige takken van bedrijf bestaat
de regel, dat de arbeider wekelijks van
zijn werkgever een vacantiebon ontvangt.
Over feestdagen, vacantiedagen enz. wordt
hem door zijn werkgever dan geen loon
betaald; voor die dagen dient hg de noo-
dige vacar.tiebons in te wisselen. Het be
drag van een ontvangen vacantiebon moet
op Ü- kinderbijslaglijst verantwoord worden
op het oogenblik, dat deze ontvangen
wordt, dusniet bij de inwisseling. Dit
heeft tot gevolg, dat over de op deze wijze
betaalde vacantiedagen geen kinderbijslag
wordt ontvangen.
Uitkeerlng bij ziekte of ongeval
Voor het-eerste kwartaal van het jaar
1941 worden die uitkee ingen niet als
„ontvangen loon" voor deze. wet be
schouwd. Zij moeten dus niet op de lijst
van dat kwartaal worden verantwoord en
op de dagen, dat deze uitkeeringen wed
den genoten, moet geen kruisje op de li t
geplaatst worden.
Van 1. April 1941 af zullen tengevo). j
van een wijziging der Kinderbijslag^
ziekengelduitkeering en uitkeerlng krac -
tens de Ongevallenwet, de Land- en Tui -
bouwongevallenwet en de Zee-ongevallei
wet wèl als loon in den zin van die wet
worden beschouwd. Wordt de uitkeeriny
krachtens een van deze ongevallenwetten
echter verleend wegens arbeidsongeschikt
heid van minder dan 70%, dan worden
die uitkeeringen niet als loon beschouwd.
Het zal voor iedereen even gemakkelijk
zijn dit na te rekenen, daarom kunnen vï
zeggen, dat het er in de practijk op nee.
komt, dat wanneer iemand een ongeval
uitkeering krijgt kleiner dan de helft vr i
zijn laatst verdiende loon, hij goed do t
bij den Raad van Arbeid of een Bedriji -
vereeniging te informeeren of hij dit ru
wel of ..iet als loon moet verantwoorde
Op de lijst van het tweede en de volgen
kwartalen van het jaar 1941 moeten
uitkeeringen dus wèl verantwoord worde i
en wel op de speciaal daarvoor op
lgst aangewezen plaats. Dit zal tot gevo r
hebben, dat dan over de dagen waarov.
ongevals- of ziekengelduitkeering is ver
leend, eveneens kinderbijslag zal worden
gegeven.
Aanvulling door de werkgevers.
Door verschillende werkgevers wordt
over de dagen, die als wachttijd ingevolge
de Ziektewet en Ongevallenwetten moeten
worden doorgemaakt, het volle loon be
taald, terwijl over de dagen, waarover
uitkeering ontvangen wordt, de ontvangen
uitkeeringen worden aangevuld tot het
volle loon. Deze aanvulling, dus niet de uit
keering zelf, moet wèl als loon worden
beschouwd en opgegeven en op de dagen,
dat men zoo'n aanvulling ontvangt, wordt
wèl een kruisje op de lijst geplaatst. (Na
1 April dus, zooals boven gezegd, boven
dien op de daarvoor aangewezen plaats
de uitkeering vermelden.
Het kruisje wordt dus 'alleen geplaatst
indien en voor zoo-lang een aanvulling op
deze uitkeering wordt gegeven).
Tcwerkgestelden In werkverschaffingen.
Ook de tewerkgestelden in werkverschaf
fingen vallen onder de Kinderbijslagwet.
Voor het eerste kwartaal 1941 zal de
kinderbijslag berekend worden naar het
door hen ontvangen loon. Door een wets
wijziging wordt echter vanaf 1 April 1941
af als loon voor de berekening van den
kinderbijslag beschouwd hetzelfde loon, als
de tewerkgestelden krachtens de Ziekte
wet geacht worden te ontvangen, en waar
naar dus in geval van ziekte het zieken
geld wordt berekend. Dit loon is afhanke
lijk van de plaats van inwoning van den
tewerkgestelde.
HIJ MOEST KOSTGELD AAN ZIJN
MOEDER BETALEN.
Het gokken op straat komt in de volks
buurten van Den Haag nog vrij veel voor,
hoewel de politie er streng tegen optreedt.
Zoo had een 19-jarige, loopjongen verleden
week Zaterdag zijn' weekloon ontvangen,
doch het daarna verdobbeld. Daar hij ech
ter kostgeld aan zijn moeder moest afdra
gen, stal hij een fiets, welke in een poort
stond, en verkocht deze aan een brandstof-
fènhandelaar voor 11.De brandstof-
fenhandelaar zoo bleek later had de
fiets geheel te goeder trouw gekocht.
Donderdagmiddag zag de vroegere eige
naar van het karretje iemand met zijn
fiets rijden. De man zette het rijwiel tegen
een huis en ging naar binnen, waarna
de gedupeerde eigenaar de politie waar
schuwde, die spoedig verscheen en voor het
huis post vatte. Toen de man, die later
de brandstoffenhandelaar bleek te zijn;
naar buiten kwam, werd hij aangehouden.
Gelukkig wist deze van wien hij de fiets
had gekocht en de loopjongen kon hierdoor
nog denzelfden avond worden gearresteerd.
Daar deze zich ook het vorige jaar aan
een rijwieldiefstal heeft schuldig gemaakt,
is hij in bewaring gesteld.
EEN DIEFACHTIGE
VERTEGENWOORDIGER.
Een 38-jarige vertegenwoordiger woon
de in een pension te Den Haag. Zijn hos
pita vermiste meermalen thee, koffie, rgst
en andere artikelen.
De politie ging, nadat aangifte was ge
daan, ook in de kamer van den vertegen
woordiger eens kijken. Ze vond een koffer
met monsters dames, en kimderkleeding,
welke op 14 Maart op het perron van het
Hollandsche Spoorstation gestolen was
van een Amsterdammer, die even de
dienstregeling was gaan inzien en toen
den koffer had laten staan bij den rand
van het perron.
De verdachte is aangehouden. De le
vensmiddelen zijn teruggevonden, maar
een eveneens ontvreemd biljet van 25
is voorgoed verdwenen.
JENEVER, VLEESCH EN VET.
De gemeentepolitie en ambtenaren van
den landbouw crisis controledienst te Olst
hebben een auto aangehouden en daardoor
beslag kunnen leggen op een vat jenever,
dat ongedekt vervoerd werd. Een en amder
was aanleiding voor een huiszoeking bij
den eigenaar van den drank. Men vond
daar 60 kg vleesch en vet, afkomstig van
een frauduleus geslapht rund. De slachter
kon worden opgespoord en men kon bij
twee andere personen 100 kg. vleesch in
beslag nemen. Proces-verbaal is opge
maakt.
De Bureaux van de Provinciale
Zeeuwsche Courant zijn gevestigd te
VLISSINGEN
Redactie en Adm.: Walstraat 5860
Telefoon 10 (2 lijnen)
MIDDELBURG
Londensche Kaal 29
Redactie Tel. 269
Administratie Tel. 139
GOES
Redactie en Adm.Turfkade 15
Telefoon 2863
OOSTBURG
Redactie en Adm.Breedestraat 45
Telefoon 102
t
SOUBURG
Kanaalstraat 45, Telefoon 35
BRESKENS
Dorpsstraat 85, Telefoon 21
vj