INCASSO-BANK «ouvc**01"®" De legerberichten van gisteren. Tweede bladPROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT „Ons volk moet kunnen eten". Het gaat om het hoogste belang van ons volk. Middelburg Nv" Vraagt nadere inlichtingen J DR. POSTHUMA OVER ZIJN TAAK. „Geen enkel nut heeft het, om met de armen over elkaar te gaan zitten, en maar af te wachten. Want wat heeft het Nederlandsche volk daar aan? Totaal niets. Het Nederlandsche volk begr\jpt blijkbaar verschillende dingen niet al te best. Doch één ding moet het goed en duidelijk begrijpen: dat deze tijd er zeker niet een is om met de handen in de schoot te gaan zitten. Als ledereen dat zou doen, en als er geen enkele goede vaderlander was, die de handen uit de mouw durfde steken, dan zou er voor ons volk njets anders opzitten dan verhongeren. Het allereerste belang van het Nederland sche volk is, dat het voldoende te eten heeft. Om dat doel te bereiken, moet er meer gewerkt en wat minder gepraat worden." Hij, die zoo tot den interviewer spreekt, is niemand minder dan de man, dien heel Nederland kent, de man, op wien waar schijnlijk in den loop van de jaren wel de meeste glossen en spotliedjes zijn ge maakt, de man, die van 1914 tot 1918 onze voedseldictator was, en op wiens kennis en ervaring thans opnieuw een dringend beroep is gedaan: Dr. F. E. Posthuma. Ik zeg met opzet geen Excellentie, want dat mag ik niet zeggen: „Als je zoo in het publieke leven excellent bent geworden, loop je goede kans om Excellentie te wor den; ben je eenmaal Excellentie, dan ben je niet excellent meer, want dan weet iedereen het beter dan jij. Maar ben je Excellentie-af, dan ben je in eens weer excellent, want dan willen ze je weer overal voor hebben", zegt Posthuma met een guitig gezicht. „Zooals men U nu weer de voedselvoor ziening van Nederland in oorlogstijd heeft toevertrouwd, precies als 25 jaar geleden", constateer ik meteen maar. VERGELIJKINGEN. Ja, dat is zoo, en toch js die tgd van toén niet te vergelijken met dien van nu. Ik werd in den vorigen oorlog, hoewel ik nooit aan politiek had gedaan, minister, omdat men daar iemand zocht die ver stand had van den landbouw en van de landbouwers. Dat had ik, dat heb ik nog. Zoo werd ik minister, maar by mijn op treden was erniets. Maar thans, dit maal hebben we een lange voorbereidings tijd gehad, waarin men vele en velerlei voorraden en reserves heeft kunnen maken. Dat is zeker een belangrijk verschil. En nu we toch aan het maken van vergelij kingen bezig zijn, moet ik ook even op merken, dat men bij de vergelijking van den vorigen oorlog en dezen dikwijls de fout maakt, dat men den winter van 1937- 1918 dus den laatsten oorlogswinter, den vierden, vergelijkt men den winter, dien we nu gehad hebben. Datv is natuurlijk niet juist: in den eersten oorlogswinter van 1914-1915 merkten we er nog zoo goed als niets van, in den tweeden ook nog niet. Pas in den derden begon het met de kolen te nijpen, en de vierde pas was volkomen misère. Als, wat God verhoede, deze oor log ook eens vier winters zou moeten duren, dan weet ik het nog niet......" „Wat is nu de, taak, welke U thans door de overheid is opgedragen?" Heel kort en krachtig gezegd: de agrarische productie te bevorderen, trots allerlei bezwaren. Of het lukken zal, zal in de eerste plaats afhangen van de boeren, maar ook van het Ne derlandsche volk in het algemeen. Ik heb gelukkig alle reden om aan te ne men, dat de Nederlandsche boeren hun volle medewerking aan deze productie- vergrooting zullen verleenen, omdat het nu eenmaal hun aard is: produ- ceeren en nog eens produceeren, maar ook, omdat zg zich van allen kant gesteund weten, in de eerste plaats door de overheid. Alleen de kwestie van dc kunstmest is een bezwaar, dat wel degelijk onder oogen moet worden gezien." v OPTIMISTISCH. „U bent dus ten aanzien van Uw taak nogal optimistisch gestemd, merk ik wel." „Als ik mijn optimisme had verloren, zou ik op het verkeerde spoor zgn geraakt. Ik heb op 't oogenblik een ervaring van ruim 40 jaar met den Nederlandschen boer, langer dus dan wie ook in ons land; dat durf ik gerust te zeggen. Op dien grond durf ik zeggen, dat de boer zal meewer ken, als men hem maar duidelijk maakt, waarom het gaat. In die veertig jaren heb ik den boer nooit stroop om den mond gesmeerd, en toch heb ik altgd zgn volle medewerking gehad, omdat ik hem zei, waarop het stond. Ik heb hem zelfs mee gekregen voor de Centrale Landbouw On derlinge, in den tjjd, toen die nog heelemaal onverplicht was; ik heb hem daarvoor meegekregen, hoewel hjj beginnen moest met betalen. Zou ik hem dan nu niet mee krijgen, nu het gaat om het hoogste belang van het heele volk?" Zooeven hadt U het over de medewerking van het geheel e volk. Hoe stelt U zich die dan voor?" „Kijkt U eens, er is voor den gewonen burger nog heel wrat te doen, op het gebied van den productieslag. Het volk kan bijvoorbeeld afval sparen, dat gebrvikt kan worden vr or de dierlijke voeding; er kun nen nog allerlei andere maatregelen wor den genomen, waaraan men in normale tjjden niet denkt. Van de menschelijke fae- caliën bijvoorbeeld komt zeker de helft in zee terecht. Misschien dat die hoeveelheid ook nog voor de bemestingsdoeleinden kan worden aangewend op de een of andere manier. En ook op de boerderij kan op het gebied van de mestbesparing nog wel het een en ander gebeuren, speciaal wat de bewaring van compost betreft. Dat zijn zoo allemaal onderdeelen van mijn taak als productie-promotor, die ik allemaal nog eens bekijken moet." GEEN VOLDOENDE INZICHT. „Bent U ook niet van oordeel, dat een groot deel van ons volk nog altijd geen voldoende inzicht heeft in het groote be lang van onze agrarische bedrijven?" „Inderdaad, daaraan ontbreekt nog veel in Nederland. Tal van menschen hebben nog niet het respect voor de productie, dat zij behooren te hebben. Terwijl toch iedereen graag zijn dag begint met een boterham aan zgn ontbijt. Maar men denkt er geen oogenblik aan, met hoeveel moeite en opoffering die boterham eindelijk op de ontbijttafel komt. Daaraan gaat men waarschijnlijk eerst denken, als zjj er eens niet meer zou zijn. Maar dat zullen wc wéten te voorkomen. Eigenlijk is het beschamend, dat de ïiest van de bevolking van dit boeren land zoo weinig weet van de agrari sche productie. Maar ik verwacht wat dit betreft veel goede resultaten van het uitzenden der jeugd naar het plat teland. Dan leert ten minste ons jonge volk de agrarische productie kennen. En dan zal Nederland op den duur ook weten, dat wij veel kunnen doen, maar dat wjj één ding niet in de hand heb ben: het groeiproces. Wat dat betreft, zjjn w\J van een Hoogere Macht af hankelijk." „Ik geloof, dat U een groot vertrouwen in het welslagen van de U opgedragen taak heeft." „Natuurlijk heb ik dat. Ik heb mijn heele leven lang altijd graag de zonzijde der dingen gezien, en dat doe ik nog. Ik kan dat trouwens aan iedereen aanraden. Men moest hier in Nederland in het algemeen eens wat meer de zonzijde zien. Men moest liever ophouden met allerlei fantasiën te vertellen, want daardoor beoerft men de stemming van alle menschen, die het goede willen, maar daardoor hun moed zien verminderen. Ik begrijp trouwens niet, waarom er niet meer menschen zijn, die vrij staan van welke politieke richting ook, en hun kennen en kunnen stellen in dienst van het Nederlandsche volk, om het te helpen door dezen tgd heen te komen. Want dat zou zoo stimuleerend ook weer op anderen werken. Maar helaas blijven de m eesten met de handen in den schoot zitten." „Gelukkig geeft U dan het goede voor beeld." „Ik heb geen moment geaarzeld, toen men mij vroeg, voorzitter te worden van de commissie ter ondersteuning van de maatregelen, getroffen door de voor de regeling van de landbouwproductie bevoeg de officieele instanties, ten behoeve van de eenvormigheid en de samenvatting der werkzaamheden van de landbouwvereeni- gingen. Als het volk, mijn volk, mij en mijn ervaring noodig heeft, dan ben ik bereid. Ik zei ja in 1914, ik heb thans weer ja gezegd, omdat ik dat zie als een belang van ons volk: het moeten eten kun nen. Dat is hit voornaamste:' MAXIMUMPRIJZEN VOOR ZOETWATERVISCH. De secretaris-generaal van het departe ment van landbouw en visscherij deelt mede Met ingang van Maandag 7 April 1941 ztjn maximumprijzen vastgesteld voor zoet- watervlsch, waardoor zoowel producenten, groothandelaren, rookers als kleinhandela ren aan bepaalde prijzen zgn gebonden, welke in een afzonderlijke publicatie in de dagbladen worden bekend gemaakt. Voor het geval een consument de visch rechtstreeks van den visscher koopt, zal de prijs, waarvoor hg de visch ontvangt, niet hooger mogen zgn dan de prijs, waarvoor de groothandelaar aan den kleinhandelaar aflevert. Voorzoover zoetwatervisch wordt ver kocht in partijen, waarin verschillende soorten of sorteeringen voorkomen en een van deze soorten of sorteeringen bedraagt meer dan 20 van de geheele party, geldt als maximum verkoopprijs de maximum prijs van de goedkoopste in die partij aan wezige vischsoort of sorteering. Aangezien het van groot belang is, dat de consument te allen tijde bekend is met de hoogte van de maximumprijzen, zijn de handelaren, die direct aan het publiek ver- koopen en afleveren verplicht, op voor de koopers duidelijk zichtbare plaatsen prijs lijsten te bevestigen. Deze prijslijsten zullen van flinke afmetingen moeten zgn en bij winkeliers zgn aangebracht in den winkel en de etalages. Bij de venters, die bij het verhandelen van voertuigen gebruik maken, zullen de prijslgsten op in het oog vallende wyze daarop moeten worden bevestigd. HET DUITSCHE. Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakt bekend: Duikbooten hebben in het Noordeiyke deel van den Atlantischen Oceaan 88.616 brt. vijandelyke koopvaardgscheepsruimte tot zinken gebracht. Daarvan werden alleen van een voor Engeland bestemd krachtig beschermd convooi tien schepen met 58.000 brt. beschoten en tot zinken gebracht. Bo vendien werd een schip van ongeveer 12.000 brt. zwaar beschadigd. Zooals reeds in een extrabericht is ge meld, is de achtervolging der in Noord- Afrika bij Marsa El Brega door Duitsche en Italiaansche formaties bestookte Engel- schen op den 2en April voortgezet. Ageda- bia is ingenomen en Zuetina bereikt. De vgand bevindt zich op haastigen aftocht naar het Noorden. Het aantal gevangenen alsmede de buit aan gepantserde en on gepantserde voertuigen zijn aanzienlgk. De eigen verliezen zijn buitengewoon gering. Op 3 April hebben de Duitsch-Italiaan- sche troepen bg het verdere oprukken Ghe- mines bereikt. Tijdens zgn terugtrekkende bewegingen heeft de vgand, volgens zyn eigen bericht, ook Benghazi ontruimd. Aanvallen van het luchtwapen op scheepsdoelen in het zeegebied om Enge- land en in het gebied van de Middelland- sche Zee hadden ook eergisteren goed suc ces. Voor de Schotsche Oostkust brachten gevechtsvliegtuigen twee koopvaardg sche pen met tezamen 10.000 brt. tot zinken en beschadigden twee andere groote schepen op ernstige wgze. Ten Westen van Kreta werd een door kruisers en torpedojagers krachtig beschermd convooi aangevallen. Een groot transportschip geraakte na twee bomtreffers in brand. Het moet als waar schijnlijk verloren beschouwd worden. Binnen het bestek der gewapende ver kenning werden vliegvelden van het Brit- sche eiland doeltreffend met bommen be- stookt. Sterke lormatles gevechtsvliegtui gen bombardeerden in den nacht van 3 op United Press meldt uit Bristol, dat een armade van verscheidene honderden Duit sche vliegtuigen, bg een poging om deze belangryke haven aan eenzelfde verwoes ting te onderwerpen als Plymouth, dui zenden bommen Donderdagnacht en Vrij dagochtend heeft laten vallen. Slechts een van de groote vloot vyandeiyke machines, die massa's brand- en brisantbommen in een aanval van vier uren uitwierpen, is neergeschoten. Naar de Britsche berichtendienst meldt, waren de Duitsche luchtaanvallen Donder dagnacht voomameiyk gericht op Bristol, waar, aldus de berichtendienst, door brand en brisantbommen een zekere schade is aangericht. Er brak een reeks branden uit. Afzonderiyke bomaanvallen werden ge daan op verscheidene plaatsen in Zuid- Engeland, de Midlands en aan de Oost kust. Daardoor is eenige schade aange richt. Ook vannacht Bristol aangevallen. Duitsche formaties gevechtsvliegers heb ben ook in den loop van dezen nacht, naar het D.N.B. verneemt, de haveninstallaties van Bristol in een actie van verscheidene uren, doeltreffend met bommen aangeval len. Door groote branden ontstonden in de haveninstallaties zware verwoestingen. Bo vendien bestookte een deel der formaties een havenstad aan de Oostkust doeltreffend met bommen. Drie Spitfires omlaag gehaald. Gisterochtend zgn naar het D.N.B. verneemt verscheiden Spitfires in de na- 4 April opnieuw de havenwerken van Bristol. Een reeks groote branden kon worden waargenomen. Andere doeltreffende aanvallen waren gericht op belangrgke militaire installaties aan de Zuid- en Oost kust van het eiland. Stelselmatig werd voortgegaan met het leggen van mgnen voor Engelsche havens. De vgand vloog ook Donderdag noch overdag noch des nachts naar het gebied van het Duitsche rijk. Bij de jongste successen op de Britsche koopvaardijschéepvaart in het Noordelgke deel van den Atlantischen Oceaan hebben zich de onderzeebooten onder leiding van den luitenant ter zee le klasce Rosenbaum en den luitenant ter zee 2e klasse Endrass bijzonder onderscheiden. HET ITALIAANSCHE. In zijn weermachtsbericht no. 301 maakt het Italiaansche opperbevel het volgende bekend Grieksche front: activiteit van de artil lerie. Eén onzer formaties jachtvliegtui gen viel op marsch zgnde troepen aan langs den weg van Koritza naar Pogradec. Den vijand werden gevoelige verliezen toe gebracht en verscheidene gemechaniseer de strgdmiddelen werden in brand gescho ten. Eén onzer verkenningsvliegtuigen haalde een vgandeüjk jachtvliegtuig neer ten Westen van Sardinië. Noord-AfrikaDe operaties der geme chaniseerde Italiaansch-Duitsche afdee- lingen in Cyrenaica duren voort. Onze luchtmacht is zeer bedrijvig. Een vgande lgk vliegtuig werd brandend bg Benghazi neergehaald. Britsche vliegtuigen deden een aanval op Tripolis. Er vielen circa vgftien slachtoffers in de jodenwgk. An dere Engelsche vliegtuigen beschoten onze op marsch zgnde colonnes met mitrail leurs, waarbij lichte verliezen ontstonden. Oost-Afrika: Zoowel in Erytrea als in het gebied van Harrar wor'": verder ver zet geboden. bgheid van de Kanaalkust door Duitsche Messerschmidts in een hevig luchtgevecht gewikkeld, waarin een Spitfire werd neer geschoten. By een ander luchtgevecht tus- schen Duitsche en Engelscne jagers aan de Engelsche Zuidoostkust werden twee an dere Spitfires neergeschoten. Hierbg schoot majoor Galland zgn 58sten tegenstander neer. Geen eigen verliezen. ENGELSCHE AANVALLEN OP BREST. Uit Berlgn meldt het D.N.B. In den nacht van Donderdag op Vrijdag hebben zwakke strijdkrachten van de R.A.F. een aanval op de Kanaalhaven Brest onderno men. De sterke Duitsche luchtafweer dwong de Engelsche machines tot een spoedigen terugkeer. Daarbg wierp de vg and eenige niet gerichte brisantbommen uit, die grootendeels op een open terrein terechtkwamen. Er ontstond geen militaire schade en ook de schade aan woonhuizen was onbeteekenend. Een Engelsche bom menwerper werd neergeschoten. De Engelsche berichtendienst meldt, dat na de aanvallen op Brest gisternacht vier Engelsche vliegtuigen vermist worden. Engelsche vliegtuigen boven West-Duitschland. Eenige Engelsche vliegtuigen hebben in den afgeloopen nacht, naar aan het D.N.B. wordt medegedeeld, in West-Duitschland enkele bommen, weinige in getal, neerge worpen. Zg richtten geen schade aan. Zaterdag 5 April 1911 BINNENKORT WETTELIJKE REGELING VOOR DE JACHT. Op het gebied van de jacht heerscht in ons land nog een groote wanorde. Een wettel Jke regeling is dringend noodzake- lgk en zal thans binnenkort worden in gevoerd overeenkomstig den wensch van het grootste deel der Nederlandsche ja gers. Ten opzichte van de Nederlandsche jachtwet, zooals deze tot nu toe gold:, brengt de nieuwe verordening belangryke! verbeteringen. Het gevaar, dat de land bouw door de jacht benadeeld zou worden en daardoor schade zou oploopen, is niet aanwezig. Volgens de nieuwe verordening zullen Zoogenaamde jachtschappen worden ingesteld die uit drie leden bestaan, t.w. een voorzitter, een vertegenwoordiger van de grondbezitters en een vertegenwoordi ger van de jachtorganisaties. Iedere jager moet in de toekomst lid van de Neder landsche jagervereeniging zgn. Het lid maatschap hiervan is de -oorwaarde voor het verstrekken van een jachtvergunning. Tot nu toe kon iedere grondbezitter op zyn eigen grond jagen. De minimumgrootte van de jachtopper- vlakte was niet vastgesteld. Thans zullen deze minimumgrootten voor klein wild op 50 h.a. en voor groot \rild op 150 h.a. wor den vastgesteld. Een groot gevaar voor het wild was de tot nu toe in Nederland in ongelooflglce mate verbreide wilddief stal, in het bgzonder de strooperg. De nieuwe verordening zal hier scherp tegen optreden en de straffen voor stroopery en hen, die daarvan hun beroep maken, worden belangrgk verhoogd. Het gevolg hiervan zal een sterke vermindering van wilddiefstal zgn, zoo hét niet tot het ge heel verdwgnen hiervan lijdt. Gezien de regels vam de jacht en het jagersgebruik, is het zeer te begroeten dat het schieten met schroot op groot wild verboden wordt. Dit wild mag in de toekomst nog slechts met de kogel worden neergelegd. De verboden jachttgden van de afzon- derlgke wildsoorten werden tot nu toe van jaar tot jaar opnieuw vastgesteld. Thans zullen deze tgden bg de wet worden gere geld en in overeenstemming gebracht met die van de nabuurlanden. Dit zijn in groote trekken de belang rijkste voordeelen van de nieuwe jacht- verordening ten opzichte van de tot nu toe geldende jachtwet. De nieuwe regeling waarborgt ingrijpende verbetering in het jachtwezen hier te lande. DE WAARDEBONS VAN WINTERHULP NEDERLAND. De directeur-generaal van de stichting Winterhulp Nederland maakt bekend, dat de termgn, waarbinnen de waardebonnen series A, B, C, D en E bg de winkeliers en handelaren kunnen worden aangeboden, in afwgking van den op de voorzijde vermel den tekst, is verlengd tot uiterlgk 31 Mei 1941. De verzilvering van deze series waarde bonnen bg alle banken en spaarbanken kan eveneens in afwgking van den op de rugzg- de vermelden tekst geschieden tot 31 Juli 1941. De banken en spaarbanken kunnen de ingewisselde waardebons uiterlijk den 15en Augustus 1941 inzenden bg de Kasvereeni- ging N.V. te Amsterdam. Deze maatregel is getroffen in verband met het feit, dat uit het publiek de wensch naar voren is gekomen over een ruimere periode in de gelegenheid te worden ge steld, op deze wgze goederen aan te koopen. KETTINGHANDEL IN MELKPOEDER ONTDEKT. De politie te Woerden is in samenwer king met den rgksveldwachter te Nieuwer- sluis op het spoor gekomen van een wgd- vertakten handel in melkpoeder. In den loop van den tijd werd een party van tienduizenden kilogrammen melkpoe der clandestien aan den man gebracht. De frauduleuze handel kwam aan het licht toen een juffrouw uit Woerden zich bg de plaatselgke politie kwam beklagen, dat binnen 24 uur de prijs van een pakje melkpoeder met een dubbeltje was opge slagen. De winkelier, bg wien de politie naar aanleiding van deze klacht een onderzoek instelde, vertelde den melkpoeder te heb ben ontvangen van een koopman te Leid- schendam. De koopman werd aan den tand gevoeld en deze zeide zijn voorraad melkpoeder te hebben gekocht van iemand te Koudekerke aan den Rijn. Deze persoon wees op zijn beurt een relatie te Bode graven aan. Spoedig werd duidelgk, dat de kettinghandel zich uitstrekte over de geheele Rgnstreek en dat in vrgwel elke plaats langs de rivier winkeliers of afne mers van een groot-leverancier te Alphen aan den Rgn zaten, die duizenden kilo's melkpoeder omzette. Na verloop van tijd kon de politie er achter komen, hoeveel kilo's precies er clandestien waren afgeleverd. Bg de ver schillende winkeliers werden de voorraden geteld en ten slotte bleken er nog 200 kilo's te ontbreken. Bg den koopman te Leidschendam werd opnieuw een onderzoek ingesteld. Daarbij kwam vast te staan, dat hij de politie had voorgelogen en dat hij den winkelier te Woerden meer had geleverd, dan de man den eersten keer aan de politie had opge geven. Het spoor leidde toen naar Wad- dinxveen en aldaar werd 400 kilo melk poeder in beslag genomen de politie had nu 200 kilo te veel Het vermoeden rees, dat de Leidschen- dammer de politie een rad voor de oogen draaide. Het einde van het onderzoek wees ook wel uit, dat deze man alles behalve betrouwbaar is. Tegen alle handelaren en leveranciers is proces-verbaal opgemaakt. De prijs van den melkpoeder was opge- loopen van 54 cent per kilo tot 90 cent voor den handelaar, die de melkpoeder aan de klanten verkocht voor 1.20 en meer. Thans zijn duizenden kilo's melkpoeder in beslag genomen en te Woerden opgesla gen. Het rgksbureau voor voedselvoorzie ning in oorïogstgd zal nu den melkpoeder onder de ingezetenen van Woerden ver- koopen tegen den normalen prys van 30 ys cent per .kilo. Duitsche troepen in Afrika. Een gemotoriseerde afdeeling op weg door de woestijn (Foto Weltblld) Duitsche luchtaanvallen op Bristol.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5