Vierde blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 5 April 1941 De opheffing van de Nederlandsche deviezengrenzen. «ZEELAND» Het geheim van het doodelijke Financieel Economisch Overzicht .EEN HAUSSEGOLF, GEVOLGD DOOR EEN REACTIE. Wf waren reeds eerder iin staat om bij zonderheden te geven wat betreft de fi- nancieele maatregelen, die in voorberei ding waren. De in de afgeloopen week aangekondigde opheffing van de Neder- landsch-Duitsche deviezengrens, komt der halve niet heelemaal als een verrassing. Voor velen zal het begrip, deviezengrens, betrekkelijk vaag zijn en wij zullen hier dan ook trachten in het kort een zoo dui delijk mogelijke verklaring te geven. Door de beperking van het betalings verkeer tusschen Duitschland en de ove rige landen, zooals die reeds jaren gele den moest worden doorgevoerd, had zich geleidelijk het clearingverkeer ontwikkeld en tegelijkertijd voor de betaling van ren ten op obligaties en andere schulden, de z.g. transfer. Deze laatste was al eerder gevallen en zoo gingen den laatsten tijd alle betalingen over de clearing. Het prin cipe daarvan is, zooals men weet, hierop gebaseerd, dat de schulden van beide be trokken landen worden betaald uit de we- derz\jdsche vorderingen. Het was echter niet alleen Duitschland, die beperkende bepalingen ten opzichte het betalingsverkeer had; genomen, want ook Nederland was hiertoe na den lOen Mei overgegaan, hetgeen noodzake lijk was in verband met de vrees, dat er anders een overhaaste afvloeiing van ka pitaal naar het buitenland zou plaats vin den. In verband hiermede werd toen het Nederlandsche Deviezeninstituut opgericht, terwijl er een deviezenverordening werd gepubliceerd, die het kapitaal-betalings- verkeer met het buitenland aan allerlei controlevoorschriften onderwierp. Zoo moest hier het goud worden ingeleverd, de handel in buitenlandsche fondsen was verboden, terwijl de verkoop van Neder landsche effecten naar het buitenland, dus aan niet-ingezetenen onderworpen was aan de goedkeuring van het Deviezen- instituut. Een der belangrijkste gevolgen van de opheffing van de Nederlandh-Duitsche deviezengrens, is nu, dat inwoners van Duitschland niet meer zullen worden be schouwd als buitenlanders in den zin van de Deviezenverordening, hetgeen dus wil zeggen, dat Nederlandsche effecten aan inwoners van Duitschland kunnen worden verkocht, zonder dat daarvoor toestem ming van het Deviezeninstituut wordt ver- eischt. Maar om te koopen heeft men geld noodig en zoo werd tegelijkertijd de be paling gemaakt, dat voor wederzijds alle betalingen zullen kunnen geschieden, zon der eenige restrictie, een bepaling, die vanzelfsprekend de opheffing van het clearingverkeer beteekent. Voor den ham- del is het dus van belang, dat voortaan alle afrekeningen zullen kunnen geschie den over particuliere bank. en crediet- instellingen, waarbij dan echter de Mark gebonden is aan den vasten omrekenings koers van 75,36 per Rm. 100. - Tegen de opheffing van de deviezen grens zijn ongetwijfeld zekere bedenkingen te opperen. Hieruit is het dan ook te ver klaren, dat het publiek op een dergelijke wijze heeft gereageerd, dat men eenige vrees koesterde voor de waardevastheid van het geld. De marken, die hier be steed worden voor aankoop van effecten en andere waarden, zullen weliswaar niet in het gewone verkeer worden opgeno*- men, zoodat men zeker niet kan zeggen, dat de mark wettig betaalmiddel zal wor den. Doch zij zullen tenslotte bg de Ne derlandsche Bank terecht komen, zoodat zich daar een .vordering accumuleert. Een van de eerste gevolgen van de hier boven besproken maatregelen, is geweest, dat er een vloed van kooporders op de aandeelenmarkt was uit te voeren. Reeds Woensdagochtend hadden de groote ban ken opdrachten van grooten omvang ont vangen van Duitsche iristellingen om Ne derlandsche aandeelen te koopen en tege lijkertijd trad ook het Nederlandsche pu bliek als kooper op, met het klaarblijke lijke verlangen om vlottende middelen en vaste rentedragende fondsen om te zetten in aandeelen. Er werd derhalve gekocht daan en dan nog door het aanspreken van hooge verkooplimites, met het gevolg, dat over de geheele linie krachtige koersstij gingen vielen te boeken. in een markt, die zeer schaars van ma teriaal was voorzien en aan de vraag kon dan ook slechts gedeeltelijk worden vol- Hoe het verdere verloop van de beurs in verband met het vrijgeven van het be talingsverkeer verder zal zgn, valt na tuurlijk moeilijk te voorspellen. Er wordt in beurskringen wel rekening gehouden met de mogelijkheid, dat de Duitsche or ders zich niet tot één dag zullen beper ken. Intusschen is er Donderdag toch een vrij scherpe reactie op de beurs ingetre den, omdat de vraag van Duitschen kant minder dringend is geworden, terwijl de dagspeculatie tot winstnemingen is over gegaan. Het beeld van de markt was daardoor geheel anders dan den vorigen dag en er viel over de geheele linie een sterke terugslag waar te nemen. Een belangrijke kwestie in verband met de opheffing van de deviezengrens is ook nog de nieuwe vorm, waarin de Geblok keerde Markenbelasting is gegoten. Deze vorm stemt echter geheel overeen, met hetgeen wij hieromtrent reeds eerder kon den berichten, zoodat onze informaties ge heel bevestigd werden. Bij verkoop van Duitsche effecten, die op 1 November 1940 in Nederlandsch bezit waren, moet gedurende het loopende jaar 60 Geblok keerde Markenbelasting worden betaald en hetzelfde is het geval met het bezit aan de z.g. Inlandsmarken, die zooals men weet voortspruiten uit de vroegere verkoo- pen van Duitsche effecten naar Duitsch land. De belasting is thans echter ook verschuldigd, indien de verkoop plaats vindt aan ingezetenen en de betaling be hoeft slechts eenmaal te geschieden, zoo dat reeds bij de eerste verhandeling de koersen zich kunnen aanpassen aan de Duitsche pariteit. De belasting zal in 1942 40 bedragen en in 1943 20 daarna zal zij geheel komen te vervallen. Een opmerkelijk verschijnsel was. dat geljjk met de hausse op de aandeelenmarkt ook de obligaties beter waren, niettegen staande er toch wel verkoopen waren van Nederlandsche houders. De betere stemming voor cultuuraan- deelen, die den laatsten tijd aan den dag trad, moest behalve aan de hierboven ge noemde oorzaken, ook waarschijnlijk wor den toegeschreven aan de uitkeering van een groot aantal interimdividenden. De Deli Mij. heeft het voorbeeld gevolgd van de Deli Batavia Mij door een voorloopig dividend te betalen van 7 op rekening- van het boekjaar 1940. Hieronder volgt een overzicht van- het koersverloop in -de afgeloopen week: 4 Nederland 1940 n 93%, 95%, 97tf 4 Nederland 1941 95 9/16. 97%. Lever Bros 116, 130, 136, 130. 131 Philips 2001/,. 223%, 218. 2191/,. Beth. Steel 791/,. go, 75%. 76%. Kennecott 35%." 34 9,16, 351/-,. 32. 33%. Rep. Steel 23 5/16, 19, 22%. 2013/16. 21%. Kon. Petroleum 241%, 298, 272%, 278%. Amsterdam Rubber 280%, 312. 293, 294%. Ned. Scheepvaart Unie 178% 196%, 188%, 189%. H.V.A. 444, 495, 475, 477. Deli Batavia Mij. 189, 221. 205, 211. Deh Mij. 259, 300, 286, 291. Senembah Mij. 202, 235, 215, 220%. STOOMWASSCHERIJ TELEFOON 637 MIDDELBURG Het adres voor beter werk WAT KUNNEN WE THANS ZAAIEN? vn. Peen en radijs. Eén der gewassen, die we nu kunnen zaaien, is peen of wortelen. Hiervoor moet de grond vooral fijn gespit zijn. Het zaad hangt sterk aan elkaar, doordat elk zaadje van uitsteeksels of haren is voorzien. We wrijven het daarom eerst in de hand; daar door gaan de haren er wat af. Om het kiemen te bevorderen, kunnen we het zaad weeken. Teneinde het uitzaaien gemakke lijk te maken, vermengen we het zaad met fijn zand. We gebruiken slechts weinig zaad, want met 20 gram kunnen we al 10 m2 bezaaien. Gewoonlijk zaaien we breedwerpig op een bed ter breedte van 1.20 m. Breeder moet het bed niet zijn, omdat we anders bij het noodzakelijk wieden en uitdunnen van de peen niet bij het midden kunnen komen, zonder in het bed te gaan staan. Langs het bed komen paadjes ter breedte van 30 cm. Nadat het zaad is uitgestrooid, wordt het met een hark ondergeharkt en het bed vervolgens weer gelijk geharkt. We kunnen door de peen ook een weinig radijs zaaien. Deze wordt al spoedig gé- oogst en hindert de peen niet in het minst. Op lichten grond is het aan te bevelen het bed na het zaaien met een platten schop of plankje vast te plakken. We kun nen ook op rijen zaaien, die 'een afstand van 20 cm krijgen. We maken ondiepe geultjes van pl.m. 2 cm, waarin het zaad wordt uitgestrooid. Naderhand moeten de plantjes tot op ongeveer 4 cm worden uit gedund. Een goede vroege soort is „Am- sterdamsche Bak"; voor zomer- en herfst- gebruik is „Van Nantes" meer aan te be velen. Koolsoorten. Het is nu ook tijd om de koolsoorten roode, savoye en witte kool, uit te zaaien. Hiervoor hebben we slechts een klein hoekje noodig. Het is immers alleen de bedoeling om planten te krijgen, die eind Mei tot half Juni op vrijgekomen land van vroege gewassen kunnen worden uitge- plant. Wanneer we van elke soort een opper vlakte van 1 m2 bezaaien, is dit ruim voldoende. Het zaad wordt breedwerpig ge zaaid en met een hark ondergewerkt. Zorg vooral, dat bij de verschillende soorten een duidelijk etiquet wordt geplaatst, opdat men bij het planten weet, welke soorten geplant worden. Bloemkool en kropsla. Sommige soorten gelijken bijzonder veel op elkaar. Van bloemkool en kropsla wor den door groentenkweekers in het najaar ook al planten gezaaid, die zij onder glas overwinteren. Deze overwinterde planten staan bekend onder den naam van „weeu- wen". Deze weeuwen worden thans ook uitge- plant; ze worden door sommige tuinders te koop aangeboden. Van deze planten krijgt men opden kou den grond den vroeg- sten oogst. Natuurlijk niet zoo vroeg als van den teelt onder glas, waarvoor deze planten ook worden gebruikt. Van bloem kool gebruikt men hiervoor gewoonlijk soorten als: Erfurter dwerg, Alpha, Le Cerf en vroege veentjes. Ze worden uitgeplant op een afstand van 60 tot 70 cm. Tusschen de rijen kunnen we nog 2 rijen kropsla uitplanten op een afstand van 30 cm, waarvoor we ook weeuwenplanten ge bruiken. Daar deze kropsla al vroeg kan worden geoogst, hindert ze de kool niet. Zorg vooral, dat de planten niet te veel te lijden hebben en slap worden, maar direct weer in den grond komen. Beide groenten- soorten hebben een goed bemesten grond noodig en vooral stikstof. Het is dan ook aan te bevelen, de bloemkoolplanten een extra gift Chilisalpeter, kalksalpeter of een andere stikstofbemesting te geven, waar mee we wachten, tot ze aan den groei zijn. Ook kan men de planten een flinke scheut verdunde koemest geven, wat een zeer gunstige uitwerking heeft op den groei. Men zorge verder vooral, dat den grond bij het planten of wel bij andere werk- In Bulgarije. Duitsche gemotoriseerde troepen op weg naar de strategische punten, welke thans bereids door de daarvoor aangewezen afdeel in gen bezet rijn (Foto Weltbild) DE TUINBOUW GAAT KARTONNEN FUST GEBRUIKEN. Vier millioen stuks gereed. De Nederlandsche tuinbouw gaat een begin maken met een nieuw soort veiling fust voor de verzending an zijn produc ten; de cartonnen kratten komen in ge bruik. Ongeveer drie millioen kratten heeft de tuinbouw ieder jaar noooig voor den export van de eerste sla, en hiervan zal nu een derde worden verpakt in de nieuw samengestelde cartonnen kratten. De be doeling is verder, dat de exporteurs zelf zorg helpen dragen voor het verpakkings materiaal voor de twee millioen resteeren- de kratten. Het voornemen bestaat om ook de spinazie in het nieuwe fust te ver zenden terwijl ook andere producten hier voor in aanmerking komen. Voor de verzending van tomaten, drui ven en bloemkool zullen drie millioen stuks groote en kleine cartonnen kistjes vervaardigd wordeh, waarvan reeds twee millioen stuks in voorraad is. Uiteraard beteekent het gebruik van dit carton een belangrijke besparing in het houtgebruik, Van groot belang is eveneens het feit, dat een belangrijke besparing wordt ver kregen op de verpakkingskosten, die voor bepaalde producten met een derde kan worden verminderd. VERZEKERINGSAGENT ALS SLAGER. Toen eenige crisisambtenaren zich Don derdagavond per auto naar Oostzaan be gaven, kwamen zg een wielrijder tegen, die bg aanhouding een geslacht varken bleek te vervoeren. Bij nader onderzoek deelde de aangehoudene mede, dat dit af komstig was van den verzekeringsagent P. Onmiddellijk togen de ambtenaren naar de woning van den gelegenheidsslachter en troffen daar een tweede varken aan, dat ook reeds geslacht was. Beide dieren wer den in beslag getiomen, terwijl proces-ver baal wegens frauduleus slachten en het verboden in voorraad hebben van vleesch werd opgemaakt. zaamheden niet vast wordt getrapt. Maak na het planten den grond op die plaatsen los met een riek of spade. Vooral wanneer de grond erg nat is, moet men er niet over loopen, dat heeft altijd een zeer nadeeligen invloed op de structuur en dien tengevolge op den groei der planten. Alle bewerking dient dan te worden uit gesteld, totdat de grond weer eenigszins is opgedroogd. Al het onnoodig loopen over den grond en tusschen de gewassen dient steeds te worden vermeden. G. Verbod beurshandel In Amerikaansche certificaten. De Vereeniging voor den Effectenhandel maakt het volgende bekend 1. In opdracht van de Duitsche autoritei ten deelt het departement van financiën mede, dat met ingang van 1 Mei 1941 de certificaten van aandeelen, welke in de prijscourant van de Vereeniging voor den Effectenhandel onder het hoofd Amerika, zijn genoteerd, zullen worden aangemerkt als buitenlandsche fondsen in den zin van het deviezenbesluit 1941. Derhalve komen zij vanaf dien datum te vallen onder het verbod van beurshandel in buitenlandsche fondsen, bekend gemaakt in de Staatscou rant van 11 Juli 1940 no. 133. Zg vervallen dan uit de dagelijksche noteering en zullen met ingang van 1 Mei 1941 slechts met 'n vergunning van het deviezeninstituut kun nen worden verhandeld. 2. Van heden tot en met Dinsdag 8 April 1941 zullen geen noteeringen in deze fond sen plaats vinden. 3. In afwachting van nader vast te stel len bepalingen omtrent geldleeningen, waarvan het onderpand geheel of gedeelte lijk uit dergelijke certificaten bestaat, wordt bepaald, dat zoodanige geldleeningen niet opzegbaar zijn. De verkoop van versch brood. VOOR 10 UUR 'S MORGENS VERBODEN. Bg beschikking van denwnd. secr.-gen. van het dep. van sociale zaken van 7 De cember 1940 is voor het winterseizoen met het oog op de verduisteringsvoor schriften een algemeene vergunning ver leend om op Zaterdag vroeger met den bakkersarbeid te beginnen en om versch brood te vervoeren en te verkoopen op een vroeger uur dan wettelijk als norm is toegestaan. Aangezien het nog meermalen voorkomt, dat op Zaterdag voor 10 uur v.m. versch brood wordt verkocht, en sommige bakkers blijkbaar over het hoofd zien, dat de bovenbedoelde vergunning op 15 Maart j.L is afgeloopen, wórdt de aandacht van be langhebbenden er op gevestigd, dat sinds 15 Maart j.l. de gewone bepalingen betref fende het aanvangsuur van den bakkers- arbeid en het verbod om voor 10 uur v.m. versch brood te verkoopen weer gelden. VLAKE. Abonnementen en advertenties voor de Provinciale Zeeuwsche Courant worden aangenomen door den Agent AUGUSTIJN TE HANS WEERT. 9't DOOR FRANK F. BRAUN. 23) De hoofdinspecteur zei kalm „U hebt een ietwat romantische voorstelling van zulke dingen, juffrouw Fabreani. Ik geloof niet, dat het noodig zal zijn, u in het mis- dadigersalbum op te nemen." Uit zijn glim lach was niets op te maken. Hjj groette, knikte ook nog eens tegen Peter Braubach en herhaalde „U allebei graag om tien uur. Ik moet u anders tot mgn spgt laten halen." Daarop nam hy de bureaulamp en liep naar de deur. Hij had de lamp zoo onbegrij pelijk onhandig vast, daar h|j haar aan de perkamenten kap had beetgepakt, dat hij moeite had ermee door de deur te komen. Angelica en Peter Braubach keken elkaar aan. „Begrijp je dat? Waarom sleept hjj die lamp mee? Waarom moeten wij onze vin gerafdrukken laten opnemen?" „Heb je niet gemerkt, hoe gek h(j die lamp droeg? Hij wilde geen vingerafdruk ken uitvegen. Ze zullen nu vermoedelijk willen vaststellen, of de vingerafdrukken van mij, van jou of van Otto Horn op de lamp zijn te vinden", zei Braubach. „Natuurlijk heb ik de lamp aangepakt. Het ding wordt toch niet lederen dag ge poetst Ik heb het beslist een keer in han den gehad, bij het stof afnemen of zoo. Kun je aan de soort van vingerafdrukken vast stellen, wie de lamp het laatst heeft aan geraakt?" „Dat houd ik niet voor waarschijnlijk. Jammer." „Hoezoo, Peter? Geloof je, dat ze ons hiervoor pakken kunnen?" „OnsHij keek haar strak in de oogen. Erkende dit meisje eindelijk de ge meenschappelijkheid van hun lot?" Angelica's oogen wendden zich af haar blik gleed onrustig terzijde. „Jou en mij", verbeterde ze. „Als het een poging tot moord was", zei Braubach, „wat nog geenszins vaststaat, dan is één ding zeker. Wij beiden, jij en ik, hebben die poging niet gedaan. In ieder geval niet gemeenschappelijk". Zijn glim lach had iets wrangs. In de stilte klonk de vraag van Angelica tamelijk luid „Geloof je, dat Otto Horn het gedaan heeft?" Peter Braubach haalde zijn schouders op. „Ik heb me afgewend, vermoedens uit te spreken." „Maar hjj zou toch niet de minste reden hebben gehad?" merkte ze vragend op. „Wat zou moeder hem ooit gedaan kunnen hebben?" Peter Braubach zei rustig„Hij heeft natuurlijk niet tante Eva willen treffen, maar mij." Angelica staarde naar zijn mond, naar deze een weinig vooruitstekende lippen, die nu vast op elkaar waren gedrukt. „Je ge looft dus „Niets", onderbrak hjj haar snel. „Ik wacht af." Hoofdinspecteur Kybander verliet het op. Hij wilde hier met vragen niets be- tuinhek. De electrische sluitingsinrichting weigerde zoo nu en dan. „Waarom hebt u eigenlijk zulke roode oogen, juffrouw Dora?" vroeg hij. „Heeft u een of andere ontsteking? Of heeft de dood van den jon gen mijnheer Fabreani u zoo aangegre pen?" Dora knikte. Toen zg daaraan herinnerd werd, snoof ze luid door haar neus. Zacht, bijna teeder, vroeg Kybander „Hield u van hem?" Dora knikteze snoof nog luider. „We hielden van elkaar", zei ze. ,/Zoomerkte Kybander langzaam op. Hij wilde hier met vragen niets de- derven. Dora knikte opnieuw. „Hij heeft me ge kust", verried ze, „hg had niet moeten ster ven." „Ja", zei Kybander zonder beteekenis, „jammer". Wat moest hij zeggen? Voor Dora was, zooals het gebeurd was, de beste oplossing gekomen. Ze zou dat zeker niet begrijpen- Toen zij het hek achter hem sloot, weende ze alweer echte tranen. Naar Ky bander hoopte, nu eindelijk de laatste. Toen Kybander in het hoofdbureau aan kwam, was de verleiding groot, om in de cantine snel een broodje en een kop koffie te nemen. Maar hij bedwong zich en ver bande zijn knorrende maag uit zijn ge dachten. In zijn kamer wachtte de commissaris nog op hem. „Hé", zei hij. „wat breng je nu weer mee? Is dat de lamp, die het onheil heeft aangericht?" „Waarmee het onheil is aangericht". Ze keken elkaar aan en dadelijk begrepen ze elkaar. „Wie?" vroeg Larris kort. „Ik reken op de vingerafdrukken", ant woordde Kybander. „Drie personen komen in aanmerking. Angelica Fabreani, Peter Braubach en Otto Horn. De twee eersten heb ik morgenochtend hier besteld, om vin gerafdrukken van ze te nemen. Otto Horn moet nog een boodschap hebben." „Hm", zei de commissaris, „er zou mis schien nog een mogelijkheid zijn, maar die is in ieder geval onwaarschijnlijk. Als me vrouw Fabreani eens in haar vergeetachtig heid in haar eigen val was geloopen? Mis schien had zij de lamp zoo Ingericht en moest Braubach den electrischen schok krijgen?" Kybander zei ernstig „Nu is uw fantasie wel heel erg levendig, commissaris". Het was een oogenblik stil en daarna ging Ky bander voort„Ik heb nog een verzoek, mijnheer. Het geval is dicht bij het kritieke punt gekomen of het heeft het misschien al bereikt. Zoudt u het kunnen goedvinden, dat Angelica Fabreani en eveneens Peter Braubach in hun huis en Otto Horn in zijn pension bewaakt worden? Het is niet uit gesloten, dat we vannacht een poging tot ontvluchting .beleven." Larris nam zonder verder iets te zeggen de telefoon van den haak. „Henke, ben jij daar? Dat is goed. Jij bent van de zaak-op de hoogte. Angelica Fabreani en Peter Braubach, die bij hun inwoont en dan nog Otto Horn je kunt hun adressen wel precies vinden moeten bewaakt worden. Bij een poging om de stad te verlaten moet arrestatie volgen. De be waking moet overigens zoo onopvallend mogelijk geschieden. Als er hieromtrent wat te melden is, kan dat aan mij gebeu ren of aan hoofdinspecteur Kybander." Henke herhaalde het bevel. „Goed", zei Larris, „verlies maar geen tijd." Hij hing de telefoon weer op. „Nog iets, mgn beste Kybander? De lamp, hè? Nu dat kan het best morgen vroeg het eerst aan de beurt zijn." Hg glimlachte. „Ik hoop, dat we niet alleen jouw vinger afdrukken erop zullen vinden?" Kybander antwoordde niet, de vraag was niet ernstig gemeend geweest. Larris bekeek het beschadigde snoer. „Dat ziet een leek, dat deze beschadigin gen met opzet zijn aangebracht. „En daarop wendde hij snel het hoofd om. „Geloof je, dat het een met het ander samenhangt, Kybrander? Joachim Fabre ani nu de oude mevrouw?" „Ja," knikte de hoofdinspecteur, „ik moet wel gelooven, dat het met elkaar samenhangt. Het zijn dezelfde menschen, behalve de Hongaar Ladislaus, en die juf frouw Lotter mankeert dit keer ook. Maar ik heb zoo'n vermoedenHg maakte zijn zin niet af. Larris zei bedachtzamer dan anders zijn gewoonte was: „Laten we in 's hemels naam niet teveel op vermoedens afgaan, Kybander. Dat weten we allebei. Maar desondanks zouden je vermoedens mg zeer interesseeren. Jij vermoedt namelijk met je hersens en dat verandert de zaak." Kybander boog zijn hoofd eenmaal naar links en eenmaal naar rechts; hij had vaak opmerkelijke gebaren en bewegingen tot gewoonte. „IK geloof aan een vergis sing, aan de onbedoelde verwisseling van personen. Wilde de dader probeeren Jo achim Fabreani, Peter Braubach en nu mevrouw Fabreani uit den weg te ruimen? De pogingen zijn er geweest. De eerste is zelfs gelukt. Maar ik kan den zin daar van niet snappen. We hebben hier toch niet met waanzinnigen te doen. De per soon die hier aan het werk is, weet wat hij wil. Maar wat wil hij? Naar mijn mee ning is er het een of ander aan zijn plan mislukt. Dat heeft voor hem het geval moeilijker gemaakt, maar het heeft hem aan den anderen kant het voordeel ge bracht, dat hij voor ons volledig onken baar is geworden." Larris luisterde aandachtig toe. Wan neer zijn hoofdinspecteur college ging geven, was het altijd interessant. .Neemt u eens stuk voor stuk alle per sonen van het drama, mijnheer," ging Kybander verder. „Steeds zou men van een ervan kunnen zeggen, dat hij reden had om Joachim Fabreani naar het leven te staan. Of dat hij Peter Braubach niet goéd gezind was. Of mevrouw Fabreani uit den weg wilde ruimen. De jonge man nen zgn even goed verdacht als de meis jes. Maar het is volkomen uitgesloten, dat één persoon het plan zou hebben op gevat om ze alle drie te.dooden. Het heeft geen zin meer, dat aan te nemen, en ik heb die theorie opzg gezet. Wij hebben hier of een samenloop van omstandig heden, van dien aard, dat twee personen onafhankelijk van elkaar hun plannen tot uitvoering brengen, öf de dader is op de een of andere manier het slachtoffer geworden van een persoonsverwisseling. (Wordt vervolgd.).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 13