Vierde blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Zaterdag 5 April 1941
De opheffing
van de Nederlandsche deviezengrenzen.
«ZEELAND»
Het geheim
van het
doodelijke
Financieel Economisch Overzicht
.EEN HAUSSEGOLF, GEVOLGD DOOR EEN REACTIE.
Wf waren reeds eerder iin staat om bij
zonderheden te geven wat betreft de fi-
nancieele maatregelen, die in voorberei
ding waren. De in de afgeloopen week
aangekondigde opheffing van de Neder-
landsch-Duitsche deviezengrens, komt der
halve niet heelemaal als een verrassing.
Voor velen zal het begrip, deviezengrens,
betrekkelijk vaag zijn en wij zullen hier
dan ook trachten in het kort een zoo dui
delijk mogelijke verklaring te geven.
Door de beperking van het betalings
verkeer tusschen Duitschland en de ove
rige landen, zooals die reeds jaren gele
den moest worden doorgevoerd, had zich
geleidelijk het clearingverkeer ontwikkeld
en tegelijkertijd voor de betaling van ren
ten op obligaties en andere schulden, de
z.g. transfer. Deze laatste was al eerder
gevallen en zoo gingen den laatsten tijd
alle betalingen over de clearing. Het prin
cipe daarvan is, zooals men weet, hierop
gebaseerd, dat de schulden van beide be
trokken landen worden betaald uit de we-
derz\jdsche vorderingen.
Het was echter niet alleen Duitschland,
die beperkende bepalingen ten opzichte
het betalingsverkeer had; genomen,
want ook Nederland was hiertoe na den
lOen Mei overgegaan, hetgeen noodzake
lijk was in verband met de vrees, dat er
anders een overhaaste afvloeiing van ka
pitaal naar het buitenland zou plaats vin
den. In verband hiermede werd toen het
Nederlandsche Deviezeninstituut opgericht,
terwijl er een deviezenverordening werd
gepubliceerd, die het kapitaal-betalings-
verkeer met het buitenland aan allerlei
controlevoorschriften onderwierp. Zoo
moest hier het goud worden ingeleverd,
de handel in buitenlandsche fondsen was
verboden, terwijl de verkoop van Neder
landsche effecten naar het buitenland, dus
aan niet-ingezetenen onderworpen was
aan de goedkeuring van het Deviezen-
instituut.
Een der belangrijkste gevolgen van de
opheffing van de Nederlandh-Duitsche
deviezengrens, is nu, dat inwoners van
Duitschland niet meer zullen worden be
schouwd als buitenlanders in den zin van
de Deviezenverordening, hetgeen dus wil
zeggen, dat Nederlandsche effecten aan
inwoners van Duitschland kunnen worden
verkocht, zonder dat daarvoor toestem
ming van het Deviezeninstituut wordt ver-
eischt. Maar om te koopen heeft men geld
noodig en zoo werd tegelijkertijd de be
paling gemaakt, dat voor wederzijds alle
betalingen zullen kunnen geschieden, zon
der eenige restrictie, een bepaling, die
vanzelfsprekend de opheffing van het
clearingverkeer beteekent. Voor den ham-
del is het dus van belang, dat voortaan
alle afrekeningen zullen kunnen geschie
den over particuliere bank. en crediet-
instellingen, waarbij dan echter de Mark
gebonden is aan den vasten omrekenings
koers van 75,36 per Rm. 100. -
Tegen de opheffing van de deviezen
grens zijn ongetwijfeld zekere bedenkingen
te opperen. Hieruit is het dan ook te ver
klaren, dat het publiek op een dergelijke
wijze heeft gereageerd, dat men eenige
vrees koesterde voor de waardevastheid
van het geld. De marken, die hier be
steed worden voor aankoop van effecten
en andere waarden, zullen weliswaar niet
in het gewone verkeer worden opgeno*-
men, zoodat men zeker niet kan zeggen,
dat de mark wettig betaalmiddel zal wor
den. Doch zij zullen tenslotte bg de Ne
derlandsche Bank terecht komen, zoodat
zich daar een .vordering accumuleert.
Een van de eerste gevolgen van de hier
boven besproken maatregelen, is geweest,
dat er een vloed van kooporders op de
aandeelenmarkt was uit te voeren. Reeds
Woensdagochtend hadden de groote ban
ken opdrachten van grooten omvang ont
vangen van Duitsche iristellingen om Ne
derlandsche aandeelen te koopen en tege
lijkertijd trad ook het Nederlandsche pu
bliek als kooper op, met het klaarblijke
lijke verlangen om vlottende middelen en
vaste rentedragende fondsen om te zetten
in aandeelen. Er werd derhalve gekocht
daan en dan nog door het aanspreken van
hooge verkooplimites, met het gevolg, dat
over de geheele linie krachtige koersstij
gingen vielen te boeken.
in een markt, die zeer schaars van ma
teriaal was voorzien en aan de vraag kon
dan ook slechts gedeeltelijk worden vol-
Hoe het verdere verloop van de beurs
in verband met het vrijgeven van het be
talingsverkeer verder zal zgn, valt na
tuurlijk moeilijk te voorspellen. Er wordt
in beurskringen wel rekening gehouden
met de mogelijkheid, dat de Duitsche or
ders zich niet tot één dag zullen beper
ken. Intusschen is er Donderdag toch een
vrij scherpe reactie op de beurs ingetre
den, omdat de vraag van Duitschen kant
minder dringend is geworden, terwijl de
dagspeculatie tot winstnemingen is over
gegaan. Het beeld van de markt was
daardoor geheel anders dan den vorigen
dag en er viel over de geheele linie een
sterke terugslag waar te nemen.
Een belangrijke kwestie in verband met
de opheffing van de deviezengrens is ook
nog de nieuwe vorm, waarin de Geblok
keerde Markenbelasting is gegoten. Deze
vorm stemt echter geheel overeen, met
hetgeen wij hieromtrent reeds eerder kon
den berichten, zoodat onze informaties ge
heel bevestigd werden. Bij verkoop van
Duitsche effecten, die op 1 November
1940 in Nederlandsch bezit waren, moet
gedurende het loopende jaar 60 Geblok
keerde Markenbelasting worden betaald
en hetzelfde is het geval met het bezit
aan de z.g. Inlandsmarken, die zooals men
weet voortspruiten uit de vroegere verkoo-
pen van Duitsche effecten naar Duitsch
land. De belasting is thans echter ook
verschuldigd, indien de verkoop plaats
vindt aan ingezetenen en de betaling be
hoeft slechts eenmaal te geschieden, zoo
dat reeds bij de eerste verhandeling de
koersen zich kunnen aanpassen aan de
Duitsche pariteit. De belasting zal in 1942
40 bedragen en in 1943 20 daarna
zal zij geheel komen te vervallen.
Een opmerkelijk verschijnsel was. dat
geljjk met de hausse op de aandeelenmarkt
ook de obligaties beter waren, niettegen
staande er toch wel verkoopen waren van
Nederlandsche houders.
De betere stemming voor cultuuraan-
deelen, die den laatsten tijd aan den dag
trad, moest behalve aan de hierboven ge
noemde oorzaken, ook waarschijnlijk wor
den toegeschreven aan de uitkeering van
een groot aantal interimdividenden. De
Deli Mij. heeft het voorbeeld gevolgd van
de Deli Batavia Mij door een voorloopig
dividend te betalen van 7 op rekening-
van het boekjaar 1940.
Hieronder volgt een overzicht van- het
koersverloop in -de afgeloopen week:
4 Nederland 1940 n 93%, 95%, 97tf
4 Nederland 1941 95 9/16. 97%.
Lever Bros 116, 130, 136, 130. 131
Philips 2001/,. 223%, 218. 2191/,.
Beth. Steel 791/,. go, 75%. 76%.
Kennecott 35%." 34 9,16, 351/-,. 32. 33%.
Rep. Steel 23 5/16, 19, 22%. 2013/16. 21%.
Kon. Petroleum 241%, 298, 272%, 278%.
Amsterdam Rubber 280%, 312. 293, 294%.
Ned. Scheepvaart Unie 178% 196%, 188%,
189%.
H.V.A. 444, 495, 475, 477.
Deli Batavia Mij. 189, 221. 205, 211.
Deh Mij. 259, 300, 286, 291.
Senembah Mij. 202, 235, 215, 220%.
STOOMWASSCHERIJ
TELEFOON 637 MIDDELBURG
Het adres voor beter werk
WAT KUNNEN WE THANS
ZAAIEN?
vn.
Peen en radijs.
Eén der gewassen, die we nu kunnen
zaaien, is peen of wortelen. Hiervoor moet
de grond vooral fijn gespit zijn. Het zaad
hangt sterk aan elkaar, doordat elk zaadje
van uitsteeksels of haren is voorzien. We
wrijven het daarom eerst in de hand; daar
door gaan de haren er wat af. Om het
kiemen te bevorderen, kunnen we het zaad
weeken. Teneinde het uitzaaien gemakke
lijk te maken, vermengen we het zaad met
fijn zand. We gebruiken slechts weinig
zaad, want met 20 gram kunnen we al
10 m2 bezaaien.
Gewoonlijk zaaien we breedwerpig op
een bed ter breedte van 1.20 m.
Breeder moet het bed niet zijn, omdat
we anders bij het noodzakelijk wieden en
uitdunnen van de peen niet bij het midden
kunnen komen, zonder in het bed te gaan
staan. Langs het bed komen paadjes ter
breedte van 30 cm.
Nadat het zaad is uitgestrooid, wordt
het met een hark ondergeharkt en het bed
vervolgens weer gelijk geharkt.
We kunnen door de peen ook een weinig
radijs zaaien. Deze wordt al spoedig gé-
oogst en hindert de peen niet in het minst.
Op lichten grond is het aan te bevelen
het bed na het zaaien met een platten
schop of plankje vast te plakken. We kun
nen ook op rijen zaaien, die 'een afstand
van 20 cm krijgen. We maken ondiepe
geultjes van pl.m. 2 cm, waarin het zaad
wordt uitgestrooid. Naderhand moeten de
plantjes tot op ongeveer 4 cm worden uit
gedund. Een goede vroege soort is „Am-
sterdamsche Bak"; voor zomer- en herfst-
gebruik is „Van Nantes" meer aan te be
velen.
Koolsoorten.
Het is nu ook tijd om de koolsoorten
roode, savoye en witte kool, uit te zaaien.
Hiervoor hebben we slechts een klein
hoekje noodig. Het is immers alleen de
bedoeling om planten te krijgen, die eind
Mei tot half Juni op vrijgekomen land van
vroege gewassen kunnen worden uitge-
plant.
Wanneer we van elke soort een opper
vlakte van 1 m2 bezaaien, is dit ruim
voldoende. Het zaad wordt breedwerpig ge
zaaid en met een hark ondergewerkt. Zorg
vooral, dat bij de verschillende soorten
een duidelijk etiquet wordt geplaatst, opdat
men bij het planten weet, welke soorten
geplant worden.
Bloemkool en kropsla.
Sommige soorten gelijken bijzonder veel
op elkaar. Van bloemkool en kropsla wor
den door groentenkweekers in het najaar
ook al planten gezaaid, die zij onder glas
overwinteren. Deze overwinterde planten
staan bekend onder den naam van „weeu-
wen".
Deze weeuwen worden thans ook uitge-
plant; ze worden door sommige tuinders
te koop aangeboden. Van deze planten
krijgt men opden kou den grond den vroeg-
sten oogst. Natuurlijk niet zoo vroeg als
van den teelt onder glas, waarvoor deze
planten ook worden gebruikt. Van bloem
kool gebruikt men hiervoor gewoonlijk
soorten als: Erfurter dwerg, Alpha, Le
Cerf en vroege veentjes.
Ze worden uitgeplant op een afstand
van 60 tot 70 cm.
Tusschen de rijen kunnen we nog 2 rijen
kropsla uitplanten op een afstand van 30
cm, waarvoor we ook weeuwenplanten ge
bruiken.
Daar deze kropsla al vroeg kan worden
geoogst, hindert ze de kool niet. Zorg
vooral, dat de planten niet te veel te
lijden hebben en slap worden, maar direct
weer in den grond komen. Beide groenten-
soorten hebben een goed bemesten grond
noodig en vooral stikstof. Het is dan ook
aan te bevelen, de bloemkoolplanten een
extra gift Chilisalpeter, kalksalpeter of een
andere stikstofbemesting te geven, waar
mee we wachten, tot ze aan den groei zijn.
Ook kan men de planten een flinke scheut
verdunde koemest geven, wat een zeer
gunstige uitwerking heeft op den groei.
Men zorge verder vooral, dat den grond
bij het planten of wel bij andere werk-
In Bulgarije. Duitsche gemotoriseerde troepen op weg naar de
strategische punten, welke thans bereids door de daarvoor aangewezen
afdeel in gen bezet rijn (Foto Weltbild)
DE TUINBOUW GAAT KARTONNEN
FUST GEBRUIKEN.
Vier millioen stuks gereed.
De Nederlandsche tuinbouw gaat een
begin maken met een nieuw soort veiling
fust voor de verzending an zijn produc
ten; de cartonnen kratten komen in ge
bruik.
Ongeveer drie millioen kratten heeft
de tuinbouw ieder jaar noooig voor den
export van de eerste sla, en hiervan zal
nu een derde worden verpakt in de nieuw
samengestelde cartonnen kratten. De be
doeling is verder, dat de exporteurs zelf
zorg helpen dragen voor het verpakkings
materiaal voor de twee millioen resteeren-
de kratten. Het voornemen bestaat om
ook de spinazie in het nieuwe fust te ver
zenden terwijl ook andere producten hier
voor in aanmerking komen.
Voor de verzending van tomaten, drui
ven en bloemkool zullen drie millioen
stuks groote en kleine cartonnen kistjes
vervaardigd wordeh, waarvan reeds twee
millioen stuks in voorraad is. Uiteraard
beteekent het gebruik van dit carton een
belangrijke besparing in het houtgebruik,
Van groot belang is eveneens het feit,
dat een belangrijke besparing wordt ver
kregen op de verpakkingskosten, die voor
bepaalde producten met een derde kan
worden verminderd.
VERZEKERINGSAGENT ALS SLAGER.
Toen eenige crisisambtenaren zich Don
derdagavond per auto naar Oostzaan be
gaven, kwamen zg een wielrijder tegen,
die bg aanhouding een geslacht varken
bleek te vervoeren. Bij nader onderzoek
deelde de aangehoudene mede, dat dit af
komstig was van den verzekeringsagent P.
Onmiddellijk togen de ambtenaren naar de
woning van den gelegenheidsslachter en
troffen daar een tweede varken aan, dat
ook reeds geslacht was. Beide dieren wer
den in beslag getiomen, terwijl proces-ver
baal wegens frauduleus slachten en het
verboden in voorraad hebben van vleesch
werd opgemaakt.
zaamheden niet vast wordt getrapt. Maak
na het planten den grond op die plaatsen
los met een riek of spade. Vooral wanneer
de grond erg nat is, moet men er niet
over loopen, dat heeft altijd een zeer
nadeeligen invloed op de structuur en dien
tengevolge op den groei der planten.
Alle bewerking dient dan te worden uit
gesteld, totdat de grond weer eenigszins
is opgedroogd.
Al het onnoodig loopen over den grond
en tusschen de gewassen dient steeds te
worden vermeden.
G.
Verbod beurshandel In
Amerikaansche certificaten.
De Vereeniging voor den Effectenhandel
maakt het volgende bekend
1. In opdracht van de Duitsche autoritei
ten deelt het departement van financiën
mede, dat met ingang van 1 Mei 1941 de
certificaten van aandeelen, welke in de
prijscourant van de Vereeniging voor den
Effectenhandel onder het hoofd Amerika,
zijn genoteerd, zullen worden aangemerkt
als buitenlandsche fondsen in den zin van
het deviezenbesluit 1941. Derhalve komen
zij vanaf dien datum te vallen onder het
verbod van beurshandel in buitenlandsche
fondsen, bekend gemaakt in de Staatscou
rant van 11 Juli 1940 no. 133. Zg vervallen
dan uit de dagelijksche noteering en zullen
met ingang van 1 Mei 1941 slechts met 'n
vergunning van het deviezeninstituut kun
nen worden verhandeld.
2. Van heden tot en met Dinsdag 8 April
1941 zullen geen noteeringen in deze fond
sen plaats vinden.
3. In afwachting van nader vast te stel
len bepalingen omtrent geldleeningen,
waarvan het onderpand geheel of gedeelte
lijk uit dergelijke certificaten bestaat,
wordt bepaald, dat zoodanige geldleeningen
niet opzegbaar zijn.
De verkoop van versch brood.
VOOR 10 UUR 'S MORGENS
VERBODEN.
Bg beschikking van denwnd. secr.-gen.
van het dep. van sociale zaken van 7 De
cember 1940 is voor het winterseizoen
met het oog op de verduisteringsvoor
schriften een algemeene vergunning ver
leend om op Zaterdag vroeger met den
bakkersarbeid te beginnen en om versch
brood te vervoeren en te verkoopen op
een vroeger uur dan wettelijk als norm is
toegestaan.
Aangezien het nog meermalen voorkomt,
dat op Zaterdag voor 10 uur v.m. versch
brood wordt verkocht, en sommige bakkers
blijkbaar over het hoofd zien, dat de
bovenbedoelde vergunning op 15 Maart j.L
is afgeloopen, wórdt de aandacht van be
langhebbenden er op gevestigd, dat sinds
15 Maart j.l. de gewone bepalingen betref
fende het aanvangsuur van den bakkers-
arbeid en het verbod om voor 10 uur v.m.
versch brood te verkoopen weer gelden.
VLAKE.
Abonnementen en advertenties voor de
Provinciale Zeeuwsche Courant worden
aangenomen door den Agent
AUGUSTIJN TE HANS WEERT.
9't
DOOR FRANK F. BRAUN.
23)
De hoofdinspecteur zei kalm „U hebt
een ietwat romantische voorstelling van
zulke dingen, juffrouw Fabreani. Ik geloof
niet, dat het noodig zal zijn, u in het mis-
dadigersalbum op te nemen." Uit zijn glim
lach was niets op te maken. Hjj groette,
knikte ook nog eens tegen Peter Braubach
en herhaalde „U allebei graag om tien
uur. Ik moet u anders tot mgn spgt laten
halen."
Daarop nam hy de bureaulamp en liep
naar de deur. Hij had de lamp zoo onbegrij
pelijk onhandig vast, daar h|j haar aan de
perkamenten kap had beetgepakt, dat hij
moeite had ermee door de deur te komen.
Angelica en Peter Braubach keken elkaar
aan.
„Begrijp je dat? Waarom sleept hjj die
lamp mee? Waarom moeten wij onze vin
gerafdrukken laten opnemen?"
„Heb je niet gemerkt, hoe gek h(j die
lamp droeg? Hij wilde geen vingerafdruk
ken uitvegen. Ze zullen nu vermoedelijk
willen vaststellen, of de vingerafdrukken
van mij, van jou of van Otto Horn op de
lamp zijn te vinden", zei Braubach.
„Natuurlijk heb ik de lamp aangepakt.
Het ding wordt toch niet lederen dag ge
poetst Ik heb het beslist een keer in han
den gehad, bij het stof afnemen of zoo. Kun
je aan de soort van vingerafdrukken vast
stellen, wie de lamp het laatst heeft aan
geraakt?"
„Dat houd ik niet voor waarschijnlijk.
Jammer."
„Hoezoo, Peter? Geloof je, dat ze ons
hiervoor pakken kunnen?"
„OnsHij keek haar strak in de
oogen. Erkende dit meisje eindelijk de ge
meenschappelijkheid van hun lot?"
Angelica's oogen wendden zich af haar
blik gleed onrustig terzijde. „Jou en mij",
verbeterde ze.
„Als het een poging tot moord was", zei
Braubach, „wat nog geenszins vaststaat,
dan is één ding zeker. Wij beiden, jij en ik,
hebben die poging niet gedaan. In ieder
geval niet gemeenschappelijk". Zijn glim
lach had iets wrangs.
In de stilte klonk de vraag van Angelica
tamelijk luid „Geloof je, dat Otto Horn
het gedaan heeft?"
Peter Braubach haalde zijn schouders op.
„Ik heb me afgewend, vermoedens uit te
spreken."
„Maar hjj zou toch niet de minste reden
hebben gehad?" merkte ze vragend op.
„Wat zou moeder hem ooit gedaan kunnen
hebben?"
Peter Braubach zei rustig„Hij heeft
natuurlijk niet tante Eva willen treffen,
maar mij."
Angelica staarde naar zijn mond, naar
deze een weinig vooruitstekende lippen, die
nu vast op elkaar waren gedrukt. „Je ge
looft dus
„Niets", onderbrak hjj haar snel. „Ik
wacht af."
Hoofdinspecteur Kybander verliet het
op. Hij wilde hier met vragen niets be-
tuinhek. De electrische sluitingsinrichting
weigerde zoo nu en dan. „Waarom hebt u
eigenlijk zulke roode oogen, juffrouw
Dora?" vroeg hij. „Heeft u een of andere
ontsteking? Of heeft de dood van den jon
gen mijnheer Fabreani u zoo aangegre
pen?"
Dora knikte. Toen zg daaraan herinnerd
werd, snoof ze luid door haar neus.
Zacht, bijna teeder, vroeg Kybander
„Hield u van hem?"
Dora knikteze snoof nog luider. „We
hielden van elkaar", zei ze.
,/Zoomerkte Kybander langzaam
op. Hij wilde hier met vragen niets de-
derven.
Dora knikte opnieuw. „Hij heeft me ge
kust", verried ze, „hg had niet moeten ster
ven."
„Ja", zei Kybander zonder beteekenis,
„jammer". Wat moest hij zeggen? Voor
Dora was, zooals het gebeurd was, de beste
oplossing gekomen. Ze zou dat zeker niet
begrijpen- Toen zij het hek achter hem sloot,
weende ze alweer echte tranen. Naar Ky
bander hoopte, nu eindelijk de laatste.
Toen Kybander in het hoofdbureau aan
kwam, was de verleiding groot, om in de
cantine snel een broodje en een kop koffie
te nemen. Maar hij bedwong zich en ver
bande zijn knorrende maag uit zijn ge
dachten.
In zijn kamer wachtte de commissaris
nog op hem. „Hé", zei hij. „wat breng je nu
weer mee? Is dat de lamp, die het onheil
heeft aangericht?"
„Waarmee het onheil is aangericht". Ze
keken elkaar aan en dadelijk begrepen ze
elkaar. „Wie?" vroeg Larris kort.
„Ik reken op de vingerafdrukken", ant
woordde Kybander. „Drie personen komen
in aanmerking. Angelica Fabreani, Peter
Braubach en Otto Horn. De twee eersten
heb ik morgenochtend hier besteld, om vin
gerafdrukken van ze te nemen. Otto Horn
moet nog een boodschap hebben."
„Hm", zei de commissaris, „er zou mis
schien nog een mogelijkheid zijn, maar die
is in ieder geval onwaarschijnlijk. Als me
vrouw Fabreani eens in haar vergeetachtig
heid in haar eigen val was geloopen? Mis
schien had zij de lamp zoo Ingericht en
moest Braubach den electrischen schok
krijgen?"
Kybander zei ernstig „Nu is uw fantasie
wel heel erg levendig, commissaris". Het
was een oogenblik stil en daarna ging Ky
bander voort„Ik heb nog een verzoek,
mijnheer. Het geval is dicht bij het kritieke
punt gekomen of het heeft het misschien
al bereikt. Zoudt u het kunnen goedvinden,
dat Angelica Fabreani en eveneens Peter
Braubach in hun huis en Otto Horn in zijn
pension bewaakt worden? Het is niet uit
gesloten, dat we vannacht een poging tot
ontvluchting .beleven."
Larris nam zonder verder iets te zeggen
de telefoon van den haak.
„Henke, ben jij daar? Dat is goed. Jij
bent van de zaak-op de hoogte. Angelica
Fabreani en Peter Braubach, die bij hun
inwoont en dan nog Otto Horn je kunt
hun adressen wel precies vinden moeten
bewaakt worden. Bij een poging om de stad
te verlaten moet arrestatie volgen. De be
waking moet overigens zoo onopvallend
mogelijk geschieden. Als er hieromtrent
wat te melden is, kan dat aan mij gebeu
ren of aan hoofdinspecteur Kybander."
Henke herhaalde het bevel.
„Goed", zei Larris, „verlies maar geen
tijd." Hij hing de telefoon weer op. „Nog
iets, mgn beste Kybander? De lamp, hè?
Nu dat kan het best morgen vroeg het
eerst aan de beurt zijn." Hg glimlachte.
„Ik hoop, dat we niet alleen jouw vinger
afdrukken erop zullen vinden?" Kybander
antwoordde niet, de vraag was niet ernstig
gemeend geweest.
Larris bekeek het beschadigde snoer.
„Dat ziet een leek, dat deze beschadigin
gen met opzet zijn aangebracht. „En
daarop wendde hij snel het hoofd om.
„Geloof je, dat het een met het ander
samenhangt, Kybrander? Joachim Fabre
ani nu de oude mevrouw?"
„Ja," knikte de hoofdinspecteur, „ik
moet wel gelooven, dat het met elkaar
samenhangt. Het zijn dezelfde menschen,
behalve de Hongaar Ladislaus, en die juf
frouw Lotter mankeert dit keer ook. Maar
ik heb zoo'n vermoedenHg maakte
zijn zin niet af.
Larris zei bedachtzamer dan anders zijn
gewoonte was: „Laten we in 's hemels
naam niet teveel op vermoedens afgaan,
Kybander. Dat weten we allebei. Maar
desondanks zouden je vermoedens mg zeer
interesseeren. Jij vermoedt namelijk met
je hersens en dat verandert de zaak."
Kybander boog zijn hoofd eenmaal naar
links en eenmaal naar rechts; hij had
vaak opmerkelijke gebaren en bewegingen
tot gewoonte. „IK geloof aan een vergis
sing, aan de onbedoelde verwisseling van
personen. Wilde de dader probeeren Jo
achim Fabreani, Peter Braubach en nu
mevrouw Fabreani uit den weg te ruimen?
De pogingen zijn er geweest. De eerste is
zelfs gelukt. Maar ik kan den zin daar
van niet snappen. We hebben hier toch
niet met waanzinnigen te doen. De per
soon die hier aan het werk is, weet wat
hij wil. Maar wat wil hij? Naar mijn mee
ning is er het een of ander aan zijn plan
mislukt. Dat heeft voor hem het geval
moeilijker gemaakt, maar het heeft hem
aan den anderen kant het voordeel ge
bracht, dat hij voor ons volledig onken
baar is geworden."
Larris luisterde aandachtig toe. Wan
neer zijn hoofdinspecteur college ging
geven, was het altijd interessant.
.Neemt u eens stuk voor stuk alle per
sonen van het drama, mijnheer," ging
Kybander verder. „Steeds zou men van
een ervan kunnen zeggen, dat hij reden
had om Joachim Fabreani naar het leven
te staan. Of dat hij Peter Braubach niet
goéd gezind was. Of mevrouw Fabreani
uit den weg wilde ruimen. De jonge man
nen zgn even goed verdacht als de meis
jes. Maar het is volkomen uitgesloten,
dat één persoon het plan zou hebben op
gevat om ze alle drie te.dooden. Het heeft
geen zin meer, dat aan te nemen, en ik
heb die theorie opzg gezet. Wij hebben
hier of een samenloop van omstandig
heden, van dien aard, dat twee personen
onafhankelijk van elkaar hun plannen
tot uitvoering brengen, öf de dader is op
de een of andere manier het slachtoffer
geworden van een persoonsverwisseling.
(Wordt vervolgd.).