Kunst en Wetenschappen Gemengd Nieuws Radioprogramma Loterijen in Zeeland. WENKEN VAN DE EENIGE RECEPTEN V< Het voorlichtingsbureau van den voe dingsraad deelt het volgende mede: Het gebruik van schapenvleesch. Nu het weer mogelijk is schapenvleesch te verkrijgen, is het aan te raden, dat de huisvrouw er ook gebruik van maakt. De voedingswaarde van het schapen vleesch is gelijk aan dat van andere vleesch- soorten. Desondanks worden schapenvleesch en lamsvleesch in ons land weinig gebruikt. Deels komt dit uit vooroordeel, deels om dat men de goede bereiding niet kent. Het schapenvleesch heeft een aparten smaak, maar bij een goede behandeling is het zeer smakelijk te maken. Als vet bij het braden kan schapenvet dienst doen. Smakelijker is het echter om hiervoor ander, zachter vet, boter of mar garine te gebruiken, daar schapenvet spoedig stolt. Om dezelfde reden gebruikt men warme borden bij den maaltijd. Het schapenvet kan dan dienst doen voor het braden van rundvleesch en gaat zoo doende niet verloren. Door op deze wijze te werk te gaan, heeft men bovendien minder last van den smaak van het vet. Nu volgen eenige recepten voor de be reiding van schapenvleesch, berekend voor 4 personen. In de recepten kan men in plaats van foelie, peperkorrels en laurierblad ook ge mengde vleeschkruiden nemep. Deze zijn in busjes in den handel. Soep van schapenvleesch. 150200 gr. schapenvleesch of 100 gram vleesch en wat beentjes 1'% 1. water, ui, een wortel, selderij, peterselie, een flinke eetlepel rijst of gort, zout, aroma. Het vleesch en de beentjes met wat zout met koud water opzetten, aan de kook brengen en 2 uur laten trekken. Na 1% u. het vet van de soep scheppen, dit echter bewaren en ha het afkoelen byv. voor het IDINGSRAAD. OR SCHAPENVLEESCH. braden van rundvleesch, n stamppot gebruiken. Indien men beentjes gebruikt, de bouillon zeven. Het laatste half uur de gesnipperde ui, wortel en selderij toevoegen met de gewasschen rijst. Alles nog een half uur zachtjes laten koken. Dc soep op smaak afmaken en met aroma en de fijngehakte peterselie toevoegen. De soep op vooraf verwarmde borden scheppen. Gebruikt men in plaats van rijst gort, dan wordt deze vooraf in een weinig water gaar gekookt. Wie de soep dikker wil hebben, kan deze met wat bloem binden. Gestoofde schapenlappen. 300 gr. schapenlappen, vet, boter of mar garine om te bakken, zout, gemengde vleeschkruiden, zoo mogelijk wat tomaten puree of een versche tomaat, aardappelmeel. Het vleesch schrappen en met kruiden en het zout inwreven. De lappen in boter of het vet bruin bakken. Een weinig water en de tomatenpuree of de in stukken ge sneden tomaat toevoegen. De lappen gaar laten stoven. De jus op de gewensente hoeveelheid brengen met wat water en binden met aardappelmeel. Schapengehabt. 250 gr. schapenvleesch, wat oud brood, be schuit of gekookte aardappelen, wat el of melk, een weinig peper, nootmuscaat, kruid- nagelgruis, gemalen foelie, geraspte ui, zout, vet, boter of margarine om in te bakken. Het vleesch wasschen, fijnmalen en ver mengen met het ei of de melk, het ge weekte, goed uitgeknepen brood, de beschuit of de fijngehakte koude aardappelen, de ui, de kruiden en het zout. Een bal er van maken, deze door wat beschuitkruim of paneermeel wentelen en aan alle zjjden bruin bakken. Wat water toevoegen en het gehakt gaar stoven. IN DIENST DER WELDADIGHEID. BEVREDIGING VAN DE SPEELZUCHT. Dat het degelijke Holland de bakermat Jieeft gevormd der loterijen, zal menigeen verbazen. De geleerden zijn het daar niet over eens, want sommigen beweren dat Italië het land zou zijn waar het idee der lotery het eerst in werkelijkheid werd ge bracht. Hoe het zij; dat ze er in Holland al vroeg bij waren is zeker. We moeten daar bij niet vergeten, dat het tegenwoordige België tot in de 17de eeuw mèt de Noorde lijke Nederlanden deel uitmaakte van één groot rijk. Reeds in het midden van de vijf tiende eeuw werd te Utrecht, Oudenaarde, Brugge en Sluis door Philips den Goede, graaf van Vlaanderen, octroy verleend tot het houden van een verloting. De graaf gaf dc vergunning uitzonder vergunning geen verloting, dus deze soort van loterijen zou den wij gevoegelijk overheidsloterijen kun nen noemen. Het doel was dan ook steeds de stadskas te spekken, vestingwerken te herstellen, een nieuwe stadspoort te bou wen, enz. Dat deze loterijen zeer goed voldeden, moge blijken uit het feit, dat steeds weer opnieuw, met tusschenpoozen van een paar jaar, vergunning tot het houden van een loterij aangevraagd werd .Ook kwam het voor, dat een persoon begiftigd werd met het octrooi om een verloting „uit te roepen". Zoo overkwam het den dapperen krijger, Johan Marchant, die door de gevolgen van een oorlog, waarin hij den graaf van Vlaan deren, nog steeds denzelfden Philips den Goede, trouw had bijgestaan, veel verloren had aan geld en goed, dat hij in 1447 dit octroy ontving, en twee jaar daarna deed hij het aan de stad Sluis over, hetgeen door den graaf werd goedgekeurd. Vooral de stad Sluis schijnt druk be giftigd geweest te zijn met vergunnin gen, want op 29 Augustus 1444 kreeg de magistraat van Sluis het octrooi van jecn loterij van lijfrente met bijgevoegde prijzen in geld. Dit was een wijze van geldleenen door steden, en van deze „negotiatie bij forme van loterije" werd door de Staten Generaal en de Staten van Holland en Zeeland in de 18de eeuw veel gebruik gemaakt. En niet alleen versterkingen e.d., maar zelfs ook verhuiskosten werden eertijds wel bestreden uit de opbrengst van een loterij. Het betrof hier de verhuizing van een semi- officieele instelling de schuttersdoelen. De kwestie was, dat de schutterij van de Edele Cruysboghe van St. Joris van oefenplaats moest veranderen, daar de Schuttershof on gunstig lag. De haven van Middelburg zou in 1540 vergroot worden en binnen de stad gebracht, „alzoo door het menichvuldich in- ende uytwaren van de koopmanschepen die niet wel kaeije ofte opslach konden ghekrij- gen, jae, nauwelycx, malkanderen verdrin gende, in ofte uyt mochten". De schutters hof zou nu verplaatst worden naar een ter rein, waar eertijds het klooster der Zwarte Zusters of het St. Aechtenhuis stond. In 1542 werden gelden opgenomen om het ter rein aan te koopen en tot schuttershof in te richten, hetgeen klaar kwam in het jaar 1547. Het octrooi tot een trekking werd aangevraagd, welke in 1554 werd gehou den met de gelden daaruit werd het St. Aechtenhuis verbouwd, totdat in het jaar 1582 ook de gevel vernieuwd werd. VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN. Zes lange jaren lagen er tusschen de da tum van 1547, waarin de vergunning werd aangevraagd, en 16 Juli 1553 toen men een commissie van zeven schutters benoemde, belast met de voorbereidende werkzaamhe den. Die bestonden onder meer uit het op stellen der loterjj, het aanmaken der kaar ten, het bestellen van zilverwerk voor de prijzen. Geld op interest opnemen mochten deze zeven heeren commissieleden zooveel als hun goeddacht Het lijkt ons wel wat; zes jaren voordat de trekking werkelijk plaats vond, maar de reden was vermoede lijk, dat niet meer dan één loterij tegelijk mocht plaats vinden. Bovendien dreigde er oorlog met Frankrijk. Daar de schutterij reeds kosten had gemaakt ter verkrijging van het octrooi, besloot men de zaak wat uit te stellen, en niet het heele plan „als desolaet" te laten varen. Men moest niet gering denken over de taak van deze zeven schutters, evenmin als over hun waardig heid. Een baljuw, twee schepenen en vier andere „tabbaarddragers". „Manheer de Prelaat", die lid was van de schutterij St. Joris, steunde met geld. Deze Prelaat, abt van Middelburg, nam Philips II den eed af, toen deze uit Spanje kwam om in de Neder landen gehuldigd te worden als heer en meester. Bovendien heaf^ hij de naam, de bibliotheek van de Midjlelburgsche Abdy, toen die in den jare 1492 grootendeels door brand verwoest was, hersteld te hebben. De heeren togen aan het werk, maar niet voordat zij de hulp hadden ingeroepen van eenige andere heeren te Antwerpen en Brugge, die zij door middel van boden met brieven verzochten over te komen. Met deze deskundigen en eenige zilversmeden werd nu geconfereerd over de ttjst met de prijzen. Daar de Middelburgsche zilversmeden blijk baar niet naar genoegen met de commissie overeen konden komen, kwam men bij een Antwerpenaar terecht. Met hem werd con tractueel afgesproken, dat hij het zilver werk zou leveren volgens een bepaald be drag veertien dagen na Paschen van het jaar 1554. De kaarten kostten ennorm veel aan papier, ook al omdat er 4000 exempla ren „in het duytsch" (nederduitsch Hollandsch) en 2000 „in het walsch" werden aangemaakt. Ze waren alle voorzien van een voor die gelegenheid gemaakt „nieuw merckteecken met den wapen van den boghe". Daar men reeds in de periode leefde, waarin de boek drukkunst een feit was, kon men de kaarten laten drukken, versierd met houtsneden, die meegedrukt of wel er op geplakt waren. Deze kaarten waren bedoeld opgehangen te worden, zoodat een ieder kon zien, hoe de te vervaar digen zilverwerken eruit zagen. Men kon ze bezichtigen voor het Stadhuis of voor de huizen der commissieleden. Bjj de prijzen waren er ook, „alleen te winnen door de gildebrocders van den ouden en van den jongen Edele Cruysbooghe en voor niemand anders, opdat alle gilden van de Ed. Cruysbooghe te bet geanimeert ende geaffectioneert zoude worden tot deze lote- rie van de Ed. Cruysboghe". Zoodra de kaarten gereed warerf, werden naar een menigte groote plaatsen boden gezonden om de kaarten te verspreiden en ,,'commy- sen (agenten) te stellen". De inleg mocht volgens het octrooi niet meer dan 3, 4 of 5 stuivers kosten. Op 1 October 1553 „ging de lotexij in", hetgeen bij inteekening geschiedde. In een register noteerde men zijn naam (of, indien men onbekend wenschte te blijven, alleen de initialen), onder bijvoeging van een meestal berijmde spreuk, die „prose" werd genoemd. Wij zouden daar tegenwoordig devies of motto tegen zeggen. Voorbeelden hiervan zijn „Sterven of overwinnen" „Encore secte fois" „Riens sans peyne". Bijna 200.000 loten werden er geplaatst, waarvan een derde deel in Antwerpen. „Riens sans peyne" won de tweede prijs voor de inschrijving van 13.170 loten. Het ging er hier om, wie de meeste loten had weten te plaatsen. De vijf bij de kleine kaart uitgeloofde premies, voor het meest inleggen, „alleen te winnen door de gilde- broeders", brachten de volgende inschrij vingen op de jonge Kruisboog te Brugge schreef voor 1683 loten in, op de prose „Pesen die stijf gespannen staen schieten schooten die verre gaen". De gildebroeders van St. Joris te Antwer pen en „de beminders van de oude cruys boghe te Brussel" schreven ieder voor 756 loten in, zoodat zy de premie moesten dee- len die oude Kruisboog te Brugge nam met 574 loten deel, begeleid van de prose „Treckt lustigh ende vlugge voir d'oude boghe te brugge". NIET ALLEEN VOOR GELD. Niet alleen voor geld werden* loten ge kocht, ook voor zilveren kandelaars, gouden sieraden en juweelen, kostbare kleeding- stukken. Onder deze laatste categorie ko men voor pelsen van „wilde catten", een tabbaard gevoerd met witte vellen, een vrouwen laken tabbaard „mit poote, mit een Coralen paternoster", enz. Uit de opbrengst van al deze goederen, die in het openbaar of uit de hand verkocht werden, gevoegd bij de opbrengst der tegen geld geplaatste loten, werden-de kosten der loterij, die meer dan 1300 ponden beliepen, bestreden. Bijna een jaar had men de gelegenheid loten te koopen. Hoewel men bij den Gehei men Raad het verzoek had ingediend, de inleg te mogen verlengen voor den duur van 6 weken nadat de vrede met Frankrijk in de Nederlanden zou zijn afgekondigd, werd dit verzoek afgeslagen. Trouwens deze vre de werd eerst op 3 Maart 1559 te Chateau Cambrésis gesloten, nadat de Franschen verslagen waren by St. Quentin en Greve- lingen, waarbij de graaf van Egmont een belangrijk aandeel had. De „uytganck" of sluiting der lotery ging niet zoomaar, doch met zeker vertoon en trommelslag werd dit feit den volke kond gedaan. Remijn Andriesse was de trommel slager, begeleid van Jan van Doorne, die het vaandel van St. Joris torschte, en eenige pijpers en trommelslagers. Illuminatie gaf het geheel een feestelijk aanzien. Te Ant werpen werd, zooals in dien tijd veelal ge bruikelijk was, aan „de neerstige commy- sen, aen de speelluyden, trompers, roepers en vaandragers" een maaltijd aangeboden. Het zilverwerk was op tijd gereed geko men en af en toe te bezichtigen geweest, en ook gedurende de dagen der trekking, waarbij 's nachts door twee mannen ge waakt werd. Reeds vóór de „uytganck" van de lotery waren de briefjes voor de trekking in orde gebracht. Het vorderde heel wat tijd, want niet slechts een kleine 20.000 nie ten moesten gesneden, gerold en geringd worden ook een even groot aantal num merbriefjes met de prosen. Evenzeer bij dit werk genoot men de steun van denzelfden man, die ook bij de voorbereidingen had ge holpen, den Antwerpenaar Jacob Bruinings, die het als aangenomen werk aanvaardde. Niet minder dan 52 riem papier werd er aan papier gebruikt. Bruinings kreeg, be halve het vastgestelde honorarium, nog een „extraordinaris gratuiteyt" van- 72 gulden, voor alle hulp en bijstand. De registers van inschrijving werden opgehaald en ter be stemde plaatse gebracht. DE TREKKING. Het oogenblik van de trekking brak aan. Vroeger heette dat uitroepen of uitgeven. En nu in 1554, heet het uitlezen, wegens het hardop voorlezen van alle prozen, en wel op een verhooging, een tooneel, op de markt opgeslagen. Heel wat personeel had men daarbij ,noodig. Er waren menschen aangenomen voor het trekken der loten, die de prozen en nieten aan liassen regen, voorts nog vier z.g. „vermaanders, weekers en dienaars van het tooneel om dit te be dienen en te loopen daar men ze noodig had", b.v. om degenen die de anderen moes ten aflossen te wekken of te waarschuwen. Twee trompetters, die op het tooneel de uitgekomen prijzen moesten „uittrompen" voorts nog twee stokers die voor de vuur pannen, welke het licht verschaften, zorg moesten dragen. Vervolgens nog vier diena ren van Mynheer den Baljuw, die op het marktplein toezicht hield op de dronkaards, kinderen en andere personen, die-van plan waren aldaar eenige „warringhe, baringe (geschreeuw) ofte rumoer" te maken. En tot slot de acht commissarissen, die om beurten toezicht hadden en de registers der uitgekomen nummers bijhielden. Welgeteld 40 menschen, van wie er steedsongeveer een derde ten tooneele wase. De trekking duurde niet minder dan SI dagen, en dat dag en nacht onafge broken voort alles in orde en regel maat. Gedurende al dien tyd zaten com missarissen en helpers „in storm, regen, couwe ende alle onweder" op het too neel, dat gelukkig van boven met leder was afgedekt tegen het inregenen. Nr de uitgebreide mededeelingen over deze loterij, die wij onzen lezers niet wilden onthouden, kunnen wij nog melden, dat in 1562 een stille loterij werd toegestaan aan twee Gentenaars, mits deze geschiedde „sans son de trompette, tambourin ou pu blication par affixion de biljetz". Deze ver- Cornelie Jacqueline de Waal. Men schryft ons uit Amsterdam Ofschoon zij in ruim twintig jaar haar geboorteland en vaderstad niet meer be zocht, zal de dichteres Cornélie Jacqueline de Waal, die vandaag haar zeventigsten verjaardag herdenkt, by vele Middelbur gers en inwoners van Zeeland nog in de herinnering voortleven. Op 29 Maart 1871 te Middelburg ge boren als dochter van den jonggestorven geneesheer J. G. de Waal, werd zij op geleid tot onderwijzeres en Was van 1895— 1899 als zoodanig te Finstexwolde werk zaam. Vervolgens vestigde zij zich metter woon te Middelburg, waar zij zich geheel aan geschied- en letterkundige, en vooral aan genealogische en heraldische studies wijdde. Reeds tijdens haar verblijf te Fin- sterwólde waren in tal van periodieken, schetsen en verzen van haar hand ver schenen, o.a. in de Hollandsche Lelie en de Hervorming. Latei* verleende zij haar medewerking o.a. aan de Nieuwe Stem, het Letterkundig maandschrift, Lente, Our Magazine en Elsevier's maandschrift. In 1908 publiceerde zy een bundel ge- dichten, „Van leven cn lieven", waaruit haar groote ontvankelijkheid voor de na tuur blijkt. Karei van de Woestyne zag in deze verzen een onmiskenbare belofte, maar het poëtisch werk van Cornélie de Waal, beperkt zich niettemin tot deze eersteling, afgezien van de in 1906 ver schenen romantische vertelling in dicht vorm „De Viking en zyn geslacht", waar toe de bekende sage van den meerman van Westenschouwen en de geschiedenis van het bekende Schouwsche geslacht De Huy- bert haar inspireerden. Cornélie de Waal heeft een aantal gene alogieën opgesteld, o.a. die van de. fami lie Buteux. Verscheidene verhandelingen op genealogisch gebied verschenen van haar hand in de Nederlandsche Leeuw. Ook werkte zij mede aan het derde deel van het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (1914). Vooral met Vlaamsche letterkundigen stond zij in meer of minder nauw contact; zij kende Van de Woestijne, Verliest, Sab- be, Teirlinck en vele anderen persoonlijk. Toen Hugo Verriest in 1907 te Middelburg een lezing hield over Gezelle, werd hij door haar ingeleid. Aan 't Getrouwe Malde- ghem, het bekende Vlaamsche strijdblad van Victor Delille, werkte zij geregeld mee, evenals aan Onze Tijd, weekblad voor het Vlaamsche land, waarin zij ge durende enkele jaren een kroniek „Uit Noord-Nederland" schreef, en de Klau- waart, Vlaamsch-strijdend maandblad. In 1905 werd zij directrice, in 1915, toen zij in Engeland ging wonen, lid van het Zeeuwsche Genootschap der Weten schappen. Zij was de eerste vrouw die voor dit genootschap een lezing hield, en wel op 1 November 1905, over het onder werp „Een bijdrage tot de kennis van het geestelijke lied". Sinds ongeveer twintig jaar woont Cor nélie de Waal in het landelijke Peace* haven, in de buurt van Brighton aan de Zuidkust van Engeland. EDUARD FLIPSE OVER ZIJN VADER. In de Februari-aflevering van „Heden- daagsche Muziek" wordt een interview ge publiceerd met den bekenden Zeeuwschen musicus Eduard FJipsfe, den dirigent van het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest. Flipse heeft bij dié gelegenheid gesproken over zijn vader, van wien hij zeide: „Op zes-jarigen leeftijd al blies ik in het harmonieorkest .van Wissekerke, waar van vader directeur was, piccolo mede. Tot mijn negentiende jaar heb ik in dit orkest medegewerkt en in den "loop der jaren ver schillende instrumenten bespeeld z.a. trom pet, trombone enz. enz." Flipse lacht even in zichzelf en gaat dan voort: „Ik heb veel aan vader te danken, maar gemakkelijk was hij geenszins, en zeker niet, wanneer het om myn muzikale op voeding ging. Toen ik 9 jaar was moest ik voor hem bij den dienst in de kerk dikwijls het orgel bespelen en daarbij gaf hij mij dan soms een taak op, welke lang niet zoo eenvoudig voor een kind op dien leeftijd is. Ik herinner me nog heel goed, dat ik, tijdens een dienst eens psalm 134, waarvan drie verzen, moést spelen, waarbij hij me de volgende opgave gaf: Voorspel en eerste vers in Ges; In het tusschenspel van vers 1 naar 2 moduleeren naar G, in het tusschenspel van vers 2 naar 3, modu leeren naar As. Het thema voor het voor spel en tusschenspelen waren van vader zelf. En wee mijn gebeente, wanneer ik dan een fout maakte. Dan kon het ge beuren, dat moedér mij in bescherming moest nemen. Vader is een goeierd, maar hij kon ook ongenadig hard zijn. Hij heeft een hartgrondigen afkeer van knoeien en luilakken. Hoewel hij de muziek slechts in zijn vrijen tijd beoefende vader had een kleermakerij deed hij dit toch op zeer consciëntieuze wijze. Muziek was en is voor hem een heilige zaak." loting werd gehouden te Middelburg, Vlis- singen, Veere, en de plaatsen op Walche ren. Het in 1602 gestichte en in ongeveer 1860 weer afgebroken Armenweeshuis op het Noordpoortplein te Middelburg werd grootendeels uit de opbrengst van een lo terij betaald. Nog een heele reeks loterijen zijn er in den loop der jaren op de Zeeuwsche eilanden gehouden. Steeds meer neigde de overheid over tot een vorm van staatsloterij, wélke in 1709 voor het eerst plaats vond. Het af zetgebied werd systematisch vergroot, en... de staat verwierf het monopolie. De cen tralisatie van het bestuur onder Napoleon en zyn opvolgers bracht o.m. dit monopolie voort. Dat de huidige Ridderzaal op het Binnenhof te Den Haag een poos lang Lo terijzaal is geweest, mag als bekend worden verondersteld. - We zien dus. dat in de 15de. 16de en 17de eeuw de loterij vaak de weldadigheid dien de. Dat de ioterij in de 17de en 18de eeuw de bevrediging der speelzucht bracht. En nu is het een bron van inkomsten van den staat. Mr. J. M. FUCHS. BRAND GESTICHT OM IN DE GEVANGENIS TE KOMEN. De 49-jarige los-werkman A. de K., die reeds twintig jaar ip de gevangenis heeft doorgebracht,. stichtte op 5 Februari brand in het gebouw van het Leger des Heils waar men hem onderdak had verschaft. Het brandje had weinig te beteekencn. Bij zijn aanhouding verklaarde de brandstichter, dat het zijn doel was geweest, door deze daad weer in de gevangenis te komen, aangezien hij geen onderdak had. De officier van justitie eischte veertien dagen geleden tegen den man twee jaar gevangenisstraf. De rechtbank gelastte heden een onderzoek naar het geestesver- mogen van verdachte. WAT IN AMSTERDAM IN BESLAG GENOMEN WERD. De keurmeesters van den keuringsdienst van waren te Amsterdam hebben in de maand Februari 1941 4321 inspecties ge houden in winkels, magazijnen', op mark ten en bij rondrijdende wagens. Daarbij hebben zij 145 partijen „waren", die in on deugdelijken toestand verkeerden aan de consumptie onttrokken o.a. 110 k.g. brood, 65 kg. peren, 33 kg. vygen, 347 1. melk, 175 blik sardines, 375 k.g. mos selen, 1600 k.g. vruchtenpulp. De keurmeester belast met het toezicht op die broodbakkerijen heeft in Amster dam 4330 brooden gewogen. Daarbij ble ken er 1069 te licht te z0n, d.w.z. te wei nig aroge stof, ri.l. minder dan 480 gram te bevatten. Onder de 1345 in het laboratorium on derzochte monsters melk waren er 19, waaraan water was toegevoegd, terwyl 72 monsters een vetgehalte hadden, niet in overeenstemming met den eisch van het standaardisatiebesluit. Melk van uierziek vee afkomstig, werd 19 maal aangetrof fen. In het geheel werden op grond van de geconstateerde misstanden 198 schrif telijke waarschuwingen verzonden en 47 processen-verbaal opgemaakt. 6000 BOETE VOOR PRIJSOPDRIJVING VAN KRENTEN. Bij tuchtbeschikking van den inspec teur voor de pr(jsbeheersching te 's Her togenbosch werd een groot bedrijf voor manufacturen en levensmiddelen te 's Her togenbosch een boete opgelegd van 6000 voor prijsopdrijving van levensmiddelen. Deze firma, welke in Februari van dit jaar krenten verkocht ad 0.90 per kilo, had dezen prijs verhoogd: tot 1.20 per kilo. Ofschoon de winkelchef het bestaan van het prijsbeheerschingsbesluit kende, was hij op eigen gezag hiertoe overge gaan. Als verweer voerde hij aa<n, dat er een zekere eenheid moest zijn tusschen de prijzen van rozijnen en die van krenten. De inspecteur voor de prysbeheersching besliste evenwel, dat deze overweging geen motiveering is voor prijs verhooging. Bij de bepaling der boete hield hij re kening met den ernst van het feit, dat levensmiddelen voor een te hoogen prijs aan de bevolking werden aangeboden. Vooral specerijen blijkeif onderwerp te zijn van ongeoorloofde prysverhooging. Verschillende overtredingen op dit gebied werden berecht. Peper, welke voor 0.16 per busje was ingekocht, werd verkocht voor 0.45 per busje. Hiervoor werd een boete opgelegd van 50. Een winkelierster te Tilburg berekende een te hoogen prijs voor busjes nootmus kaat. Zij werd veroordeeld tot een boete van 5. HET WEGGEWORPEN SIGARETTEN PEUKJE. Door een achteloos weggeworpen smeu lend sigarettenpeukje zyn in het Poolsche dorp Wjerasnja 24 huizen, 22 stallen en 14 schuren in de asch gelegd. Een sterke wind begunstigde de uitbreiding van het vuur. De schade wordt op bijna een half millioen zloty geschat. OVEZANDE. Abonnementen en advertenties voor de Provinciale Zeeuwsche Courant worden aangenomen door den Agent. A. BAKKER. MAN, DIE 290 TALEN SPRAK, GESTORVEN. De man die 290 talen verstond, de Frankfurter taalgeleerde dr. Ludwig Ha- rald Schütz, is, naar de „Berliner Bör- senzeitung" meldt, op 68-jarigen leeftijd overleden. Schütz was oorspronkelijk methematicus. Zijn taalkundige begaafdheid moet hij van zijn grootvader, den Sanskriet-kenner C. Schütz, geërfd hebben. In een zwart cahier, zijn alfabetische „Sprachenbuch", had Schütz nauwkeurig opgeteekend, wanneer hij de talen, die hij beheerschte, was beginnen te leeren. Zijn speciale voorliefde gold de Aziati sche talen. Hij beheerschte niet alleen Japansch, Hindoestansch, Chineesche, Sia- meesch enz., doch ook de verschillende dialecten dier talen. Eens bezocht hij een circus, waar Sioux- Indianen optraden. Hij joeg hun een wa ren schrik op het lijf, toen hij hen in hun eigen taal toesprak en hun verweet, dat zij geen Sioux, doch Pawnee-Indianen wa ren. Thuis had Schütz een bibliotheek van 14.000 boeken op taalgebied. Zondag; 30 Maart 1941. NED. PROGR. HILVERSUM I. 415.5 M. 12.42 Almanak. 12.45 Nieuws- en econ. bor. ANP. I.00 Strijkkwartet (opn.). 1.45 „Wie en wat wa ren onze voorouders?" 2.00 Amusementsorkest on solist. 2.45 Landmans lust. 3.30 Uit Berlijn. 6.00 8.00 Gram. 10.00 Gram. 12.00 Gevraagde platen. Voor de kinderen. 6.30 Almanak. 6.32 Cabaretpro gramma. 7.30 Gram. 8.00 Ber. ANP. 8.15 Spiegel van den dag. 8.30 Ber Engelsch. S.45 Omroep orkest. de Meesterzangers, een dameskoor on solisten. 9.40 Gram. 9.45 Engelsche ber. ANP. 10.00 Ber. ANP, sluiting. NED. PROGR. HILVERSUM II. 301.5 M. 8.00 Gram. 9.00 Studiovroegdienst (VrUz. ProL Kerkcomité). 10.00 Omroeporkest. 10.40 Gram. II.00 Omroeporkest. 11.30 Meisjeskoor „De Kre kels". 12.00 Cyclus „Kent gij uw Bijbel?"(opn.). (Christ. Radio Stichting). 12.15 Bachcantale (opn.). 12.45 Nieuws- en econ. ber. ANP. 1,00 Orgel. 1.20 Esmeralda en solist. 2.00 Causerie „Spreek je moers taal". 2.15 „De ontvoering uit het Serail", opera (opn.). 4.00 Wijdingswoord (Christ. Radio Stichting). 5.15 Gram. 5.80 Revue- progr. 6.15 Piano. 6.45 Sport van den dag. 7.00 Gram. 7.15 De Ramblers. 7.45 Reportage, 8.00 Ber. ANP. 8.15 Gram. 8.30 Concertgebouworkest en solist (opn.). 9.15 Radiotooneel. 9.45 Gram. 10.00 Ber. ANP, sluiting. Maandag 31 Maart 1941. NED. PROGR. HILVERSUM I. 415.5 M. 6.45 Gram. 6.50 Ochtendgymn. 7.00 Gram. 7,45 Ochtendgymn. 8.00 Dagopening (Vrijz. Prot.- Kerkcomité). 8.10 Gewijde muziek (gr.pl.). 8.30 Ber. ANP. 8.45 Orgel. 9.15 Gram. 10.00 Amabüe- sextet 10.20 Voordracht. 10.40 Amabile-sextet. 11.15 Zang cn piano. 12.00 Esmeralda en solisten. 12.42 Almanak. 12.45 Nieuws- en econ. ber. ANP. 1.00 Omroeporkest. Intermezzo Piano-soli. 2..10 Voor de vrouw. 2.30 Orgel. 3.00 De Romances en soliste. 4.00 Gram. 4.30 Gram. (met toel.). 5.00 Gram. 5.15 Nieuws-, econ.- en beursber. ANP. 5.30 Gram. 5.45 De Ramblers. 6.15 Causerie „De Balkan als afzetgebied voor de Ned. indus trie". 6.S0 Musette-orlcest „Les Gars de Paris" en gram. 7.00 Econ. vragen van den dag ANP. 7.15 Gram. 8.00 Ber. ANP. 8.15 Spiegel van den dag. 8.30 Ber. Engelsch. 8.45 Omroep-Symphonie- orkest. 9.40 Gram. 9.45 Engelsche ber. ANP. 10.00 Ber. ANP, sluiting. NED. PROGR. HILVERSUM II. 301.5 M. 6.45 Gram. 6.50 Ochtendgymn. 7.00 Gram. 7.45 Ochtendgymn. 8.00 Gram. 8.30 Ber. ANP. 8.45 Gewijde muziek (gr.pl.). 9.15 Gram» 10.00 Mor gendienst (Christ. Radio Stichting). 10.20 Kerk orgel en zang. 11.00 Voordracht. 11.20 Sylvestre- trlo. 12 00 Ber. ANP. 12.15 Gram. 12.45 Nleuws- en econ. ber. ANP. 1.00 Ensemble Jonny Kroon. 2.00 Arnhemsche orkestver. (2.302.45 Gram.) 3.30 Huishoudelijke vraagbaak. 3.45 Orgel. 4.10 Gram. 4.30 Voor de kinderen. 5.00 Lijdensmedi tatie (Christ. Radio Stichting). 5.15 Nieuws-,- econ.- en beursber. ANP. 5.30 .Salonorkest. 6.00 Gesprekken met luisteraars (Vrijz. Prot. Kerk comité). 6.15 Gram. 6.45 Reportage. 7.00 Friesch praatje ANP. 7.15 Concertgebouwkwintet cn so list. 8.00 Ber. ANP. 8.15 Spiogel van den dag of gram. 8.30 Omroeporkest cn soliste. 9.30 Causerie „De Invloed van alcohol op onze volkskracht". 9.45 Gram. 10,00 Ber. ANP, slutting. AGENDA GOES. Grand-theater. Vrjjdag 28, Zaterdag 29, Zondag 30 Maart en Dinsdag 1 April „Nanette". VLISSINGEN. „Alharabra"-theater. Van Vrijdag 28 Maart t/m Dinsdag 1 April „Jacht zonder genade". MIDDELBURG. „EIectro"-bioscoop. Van Vrijdag 28 Maart tot en met Donderdag 3 April„Bel Ami",

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 14