"^AkkekijeW Mr. Rost van Tonningen aanvaardt zijn ambt De gezondheids toestand in Duitschland. Koortsig IkiLUj, dkxn. dan iaMeinHyvm.! Het geheim van het doodelijke gif t Als president der Nederlandsche Bank. Mr. M. M. Rost van Tonningen, die be noemd is tot president van de Nederland sche Bank heeft heden zijn nieuwe ambt aanvaard met het uitspreken van een rede, waarin hij een uitvoerig overzicht gaf van de ontwikkeling van het geldwezen, sedert 1918. Uitvoerig stond de heer Rost van Tonningen stil bij wat zich bij den val van het Engelsche pond heeft afgespeeld, om in dit verband te constateeren Met een onvergelijkelijke taaiheid had het grootkapitaal van de Londensche City sedert het einde van den oorlog in 1918 naar de stabilisatie van de Europeesche betaalmiddelen gestreefd. Beginnend met de ineenstorting van het pond in September 1931 poogt hetzelfde gezelschap de door hen zoo moeizaam ge stabiliseerde betaalmiddelen met geweld te doen ineenstorten. Ons land sloot ter afweer dezer pogingen onmiddellijk na de ter bezwering van alle economische ziekte verschijnselen der kapitalistische wereld georganiseerde economische conferentie van het voorjaar 1933 met eenige landen een accoord. Dit z.g. goudblok heeft S jaar lang tegen den stormloop der Angelsak sische aanvallen tegen de stabiliteit van hun betaalmiddelen stand gehouden. In September 1936 moest echter ook ons betaalmiddel het onderspit delven. De gulden werd gedevalueerd. Dezelfde leiders, die tot op dat oogenblik de stabiliteit van ons betaalmiddel als het financiëele evangelie hadden verkondigd, verheugden zich nu plotseling over de z.g. welge slaagde devaluatie. GROOT-RUIMTEN. De heer Rost van Tonningen stelde in hét licht, hoe tegenover deze kapitalistische economie, de ruimte-economie tot ontwik keling is gekomen en betoogde: In vier ruimte-economieën is de volkshuishoude- l\jke uitbreiding in het huidige tijdsge wricht meer of minder zuidwaarts gericht. Na het afsluiten van de economische her ordening van Europa komt Afrika aan de beurt, dat binnen Europeesche ruimte economie zal worden betrokken. Het Ne derlandsche volk staat nu temidden van dit natuurverschijnsel, het kan zich inner lijk van deelname aan het geweldig ge beuren onthouden, het kan echter ook in deze Europeesche herordening leidend deelnemen. Doet het dit laatste niet, dan wordt over de hoofden van ons volk heen de Europeesche opbouw onder leiding van anderen voltrokken. Zulk een houding is onzer echter onwaardig. De opbouw van een Europeesche groot ruimte-economie wil geenszins zeggen, dat wij duurzaam van de andere grootruimten van deze wereld zijn afgesneden; integen deel, de ontwikkeling, die de waren- en dienstenuitwisseling na dezen oorlog tusschen de grootruimtcn dezer wereld zal nemen, zal des te krachtiger zijn, haar vlucht zal des te hooger zijn, naarmate reeds in vollen oorlogstijd de ordening van het Europeesche vasteland is voltooid. Aan deze taak behoort zich elke organisatie in het land en daarom ook de met den hul digen dag aan mij toevertrouwde Neder landsche bank te wijden. Naast deze alge- meene taak, waarover wellicht in de toe komst nog het een en ander te zeggen zal zijn, is het de bestemming van de Ne derlandsche Bank, ojp zich in dienst te stellen van het arbeidende volk en de knechtschap onder een steriele goudbe goocheling af te wijzen. In tegenstelling tot de wisselende opvattingen der kapita listische volkshuishoudelvjke leiders ben ik van mcening, dat de dienstvervulling aan het volk, zoover het de Nederlandsche Bank betreft, in de eerste plaats moet gericht zijn op de onverwrikbare hand having van de stabiliteit van ons betaal middel. Elke aanslag op den gulden be dreigt de koopkracht daarvan en derhalve de koopkracht van de loonen en het be staan der arbeiders of arbeidsters in industrieën, landbouw, handel en andere takken van bedrijf. De koopkracht van het geld is niet gegrondvest op de hoeveelheid van het beschikbare goud, maar op den omvang der goederenproductie, die een volk te zijner zelfverzorging kan voort brengen. De verhooging van de goederen productie, die voor het verbruik van ons volk onontbeerlijk is, is ten volle mogelijk, vooral in ons land, waar nog vele werk- loozen naar werk snakken. De krachtsin spanning van het geheele volk is zooveel te meer noodig, waar wij met een zware erfenis belast zijn. Hoe was immers de toestand op den lOen Mei? De vlottende schuld bedroeg op dat oogenblik rond een half milliard. De geconsolideerde schuld 3 6/i0. De totale staatsschuld dus 4 i/io mil liard. Hierbij komt de door ons gegaran deerde schuld van Indië ten bedrage van 1 J/io milliard en de netto schuld van pro vinciën en gemeenten van 2% milliard. In totaal een bedrag dat de 8 milliard begon te naderen. Onze staatsuitgaven begonnen reeds voor den lOen Mei het enorme be drag van 2 milliard te benaderen. De eco nomie van het land schrompelde ineen, want ook toentertijd waren de overzee- sche verbindingen grootendeels afgesneden. Onvermoeid heb ik in het parlement en in woord en geschrift daarbuiten tegen de methoden der ontreddering van staats- en volkshuisvesting gestreden. Het is merk waardig, dat degenen, die daarvoor ver antwoordelijk zijn, die verantwoordelijk z\jn voor de devaluatie van den gulden in 1936, zich op het oogenblik pogen uit te geven als de vijanden der inflatie, die zij zelf hebben bedreven. Als men mij de in flatiemethode dezer leiders thans in de schoenen wil schuiven, dan kan ik een dergelijke laster van mü afschudden. Mijn geheele ervaring is gebouwd op de onver biddelijke handhaving van de behoorlijke huishouding in de openbare financiën en in de banken. Ik kan diegenen, die in Den Haag en Amsterdam in het verleden land en volk door hun methoden ih gevaar hebben ge bracht,- de verzekering geven, dat ik on verbiddelijk aan de stabilisatie van ons be taalmiddel zal vasthouden, hoe diep ik ook het mes in de uitwassen zou moeten zetten. Het zou anderzijds echter dwaas zijn te willen loochenen, dat door den oor logstoestand de staatsfinanciën aan een sterkere belasting zijn blootgesteld dan in vredestijd. Doch hier komt ons de ontwik keling van de Europeesche ruimte-eco nomie te hulp. De aanleuning van den Nederlandschen gulden aan de Duitsche mark is een nieuw element van kracht, daar de Duitsche mark bezig is, zich tot een Europeesch betaalmiddel te ontwikkelen. Tenslotte stond de heer Rost van Ton ningen stil bö de situatie van het oogen blik welke aan -een ieder de verplichting oplegt, zijn uiterste krachten in te spannen. TWEE JEUGDIGE FIETSENDIEVEN GEPAKT. In de vele, den laatsten tijd gepleegde rijwieldiefstallen te Bussum, schijnt thans eenige opheldering te komen. Werd Maan dag een 38-jarige Bussumer aangehouden, thans zijn twee fietsendieven, jeugdige villabewoners van 17 en 23 jaar gearres teerd. Bij een rijwielhandelaar kwam iemand om een band te koopen zonder bon. Toen de handelaar daar niet op inging, deelde hij mede, dat hij een adres wist, waar dit wel ging. De politie werd hiervan op de hoogte gesteld en begaf zich naar een woning in de buitenwijk van Naarden. In een schuur tje vond men gedemonteerde rijwielen en op een zolderkamertje trof men eenige frames aan. De politie gin0 toen over tot de arrestatie van den zeventien-jarigen zoon des huizes. Hg bekende, eenige fiet sen te hebben gestolen. Bij het verhoor wees hij een 23-jarigen jongeman uit Bussum al3 medeplichtige aan. Ook deze jongen werd gearresteerd. De politie onderzoekt thans hoeveel diefstallen zij op hun geweten hebben. STATIONHOUDER VAN DE P.T.T. GESCHORST. Bij de deze week gehouden contróle bij den stationhouder der P.T.T. te Koeken- gen bleek er een kastekort te zijn van on geveer 1400 gulden. De stationhouder heeft bekend, dat hij deze gelden te eigen bate heeft aangewend. Hij is geschorst. De po litie heeft de zaak ln onderzoek. Dr. Conti ov-er de gemaakte vorderingen. De leider van den Duitschen dienst der volksgezondheid, dr. Conti, heeft te Den Haag een voordracht gehouden over den gezondheidstoestand in Duitschland, waar bij hij de gezondheidstoestand van 1918 ver geleek met die van thans. Het is ten slotte de Führer geweest, die het volk zijn zelfvertrouwen teruggaf en de wetten in 't leven riep, krachtens welke de gezondheidstoestand zeer sterk verbeterd kon worden. Spr. betoogde dat het huidige Duitsche volk een gesloten eenheid vormt. Van die eenheid is het zich ten volle bewust. Die eenheid wil ook zeggen bloedverbonden- heid, welke een groote rol speelt in de ge zondheidszorg. Daarbij wees spreker op het oneindig groote gevaar, dat het Jodendom vormde voor het Duitsche volk. De persoonlijke waakzaamheid van den arts kan eerst goed tot haar recht komen, als hij tevens doordrongen is van zijn sociale taak tegenover het volk. In Nederland heeft spr. zeer veel goeds gezien op het gebied van de volksgezond heid. In Duitschland is de toestand echter veel moeilijker, want oorlog en goede ge zondheid zijn geen begrippen, welke aan elkaar verwant zijn. Er is dan ook in Duitschland een lichte stijging van het sterftecijfer. Dit is echter zeer gering, ge zien ook de groote volksverhuizingen, die hebben plaats gehad. Dr. Conti gaf vervolgens een overzicht van het voorkomen van verschillende ziek ten in Duitschland. Vooral wordt een felle strijd gevoerd tegen de kinderziekten als mazelen en diphterle. Een volk met weinig kinderen heeft echter vanzelf weinig'kin derziekten. Sedert 1933 tot 1939 is het ge boortecijfer steeds toegenomen. Daarbij is de arbeidskracht van het Duitsche volk steeds gestegen en die kracht kan slechts groeien op een goeden grond. Van den ellendigen toestand gedu rende de jaren van den wereldoorlog- is thans geen spoor te vinden, dank zij ook de groote ontwikkeling der Duit sche chemische industrie, die dienst baar gemaakt wordt aan de volksvoe ding. De oorlog heeft dan ook nagenoeg geen invloed gehad op den gezondheids toestand van het volk. Het nieuwe Duitschland heeft ook den-gezondheids dienst organisch gevormd, waardoor de geneeskundige behandeling op hoog peil is gekomen. In dit verband noemde spreker een aan tal van 35.000 „Hilfstellen fiir Mutter und Kind" en 18.000 zuigelingenklinieken. De gezondheidszorg rust op drie hoofdzuilen, nl. de ambtelijke instanties, de sociale ver zekering met inbegrip van ziekenverzor ging, en hetgeen de partij in dit opzicht presteert. Als zoodanig kunnen genoemd worden de N.S. Volkswohlfahrt, het Duit sche Arbeitsfront, de Hitlerjugend en de N.S. Frauenschaft. Engeland, aldus dr. Conti, hoopt nu altijd nog het Duitsche volk in een toestand te kunnen brengen als in 1918. Engeland kan iedere hoop daarop echter laten varen. Duitschland heeft in het oorlogsjaar 1940 nog 12.000 kinderen meer voortgebracht dan in 1939. Daaruit blijkt onweerlegbaar het groote vertrouwen van het volk in zijn eigen toekomst. VOOR RUIM 1500,— AAN KLEEDINGSTOFFEN GESTOLEN. In den nacht van Dinsdag op Woen~-ag heeft men zich door inklimming toegang verschaft tot den winkel van H. M. de R. in de eerste Middellandstraat te Rotter dam. Een groote partij damesstoffen, man tels en japonnen werden ontvreemd. De waarde van het gestolene bedraagt ruim 1500 gulden. Wij willen KAMERPLANTEN jfixp mest, T 1 tablet op 1 liter water)u DIERLIJK HAAR. In de Nederlandsche Staatscourant van 27 Maart 1941 is een tweetal op de distri- butiewet gebaseerde beschikkingen opge nomen van den secretaris-generaal van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart betreffende dierlijk haar, ander dan schapewol. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tusschen huidharen en rugborstels eenerzrjds en lange dierlijke haren als manen en staarten anderzijds. De dierljjke huidharenbeschikking no. 1/41 is van toepassing op huidhaar van geiten, rundvee, paarden, varkens, e.d. dieren, alsmede op de afvallen van deze haarsoorten en op rugborstels dat zijn borstels van varkens en wilde zwijnen. De lange dierlijke harenbeschikking no. 1/41 betreft haren van paardestaarten en -manen, ossen- en koestaarten alsmede de haren daarvan en soortgelijke haren, af vallen van genoemde haren en staarten en oud matrashaar. Met de uitvoering van de in deze be schikkingen vervatte regelingen is belast de directeur van het rijksbureau voor wol en lompen te Tilburg. In verband met het feit, dat voor dier lijk haar thans 2 afzonderlijke beschik kingen zijn vastgesteld, zijn eenige wijzi gingen aangebracht in de oude materialen- en afvalstoffen-beschikking no. 2/40 en de wolbeschikking 1939 no. 2, welke beschik kingen ook op dierlijk haar van toepassing waren. Dit is thans niet meer het geval. Wei blijft van kracht het oude materialen- en afvalstoffenbesluit 1940 no. 1, op grond waarvan het een ieder verboden is dierlijke haren te vernietigen, weg te werpen of op zoodanige wijze te bewaren, dat hierdoor de waarde voor industrieele verwerking wordt verminderd of te niet gedaan. Voor nadere bijzonderheden wordt ver wezen naar een in de dagbladen opgenomen officieele publicatie van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart. HET KOKEN VAN AARDAPPELEN IN DE SCHIL. Het voorlichtingsbureau van den Voe dingsraad deelt het volgende mede: Als over het koken van aardappelen in de schil wordt gesproken, krijgt men meer malen ten antwoord: zij zijn wel lekkerder van smaak, maar het koken duurt veel langer! Aan de hand van door ons genomen proeven kunnen wij ove_- den kooktijd nadere gegevens verstrekken! Bij de proeven is steeds hetzelfde ge wicht aan aardappelen genomen en deze waren zoo veel mogelijk bij alle proeven van gelijke grootte. Aardappelen gekookt met weinig water: ongeschild (afval 4 kooktijd 25 min., geschild (afval 15 20 min. Aardappelen in een aardappelstoomer gaar gemaakt: ongeschild 26 min., ge schild 21 min. Tusschen de ongeschilde en geschilde aardappelen ontstaat bij den' bereidings- duur steeds een verschil van 5 minuten. Dit beteekent echter niet het branden van de volle gasvlam gedurende dien tijd. Het aan de kook brengen met dezelfde hoe veelheid water duurt bij beide manieren even lang. Het verschil ontstaat bij het aan de kook houden, en dit geschiedt op de spaarvlam. Het gemiddelde gebruik van een spaar vlam is 50 liter per uur. in 5 minuten wordt dus 4 liter gas meer verbruikt. Be rekent men dit tegen een gemiddelden kostprgs van 10 cent per kubieke meter (1000 1.), dan geeft dit per maand een verschil van 1% een. Daar uit voedings oogpunt bezien het koken van aardappelen in de schil verre de voorkeur verdient, ter wijl bovendien 11 op den afval wordt bespaard, behoeft het dus om het iets grooter brandstofverbruik niet gelaten te worden. Onzekere handel op de Amsterdamsche beurs. Het koersverloop op de effectenbeurs te Amsterdam droeg gisteren een onbere kenbaar karakter. Aanvankelijk was de stemming op de locale markt goed prijs houdend en de koersen volgden na op on geveer het peil van de vorige slotnoteerin- gen of iets daarboven te zijn ingezet, een opwaartsche richting. Middenbeurs echter kwam er een wending en kreeg het aan bod plotseling de overhand, terwijl de koo- pers van het tooneel verdwenen. Het ge volg hiervan was dat de koersen snel naar beneden gingen en in een ommezien van tijd tamelijk sterke verliezen werden gele den, waarna tegen het slot weer ee'h kleine verbetering intrad. De markt had echter een onberekenbaar verloop. De handel was niet bepaald omvangrijk, maar toen de koersen naar beneden gingen, kreeg de affaire toch een levendiger karakter. Olies stegen tot 242 maar liepen nadien in een snel tempo een achttal punten achter uit, waarna echter weer een flinke verbe tering intrad. Van de suikerwaarden gaven in het bijzonder H.V.A.'s groote koersver schillen te aanschouwen. De rubberafdee- ling was kalm. De affaire in tabakken was van' kleine afmetingen, de koersen waren niet veel veranderd. Van de industriëlen werden A.K.U.'s vrij druk verhandeld. De belangstelling voor scheepvaartwaarden was matig, Unies fluctueerden tusschen 176 en 179. De Amerikaansche waarden hadden een gedrukt voorkomen. Voor de Nederlandsche staatspapieren was de stemming goed prijshoudend. In Duitsche waarden werd op bescheiden voet zaken gedaan. De stemming was prijs houdend. Bataafsche Petr. Mg. Obl. 3 h 77 77 A Amsterdamsche Bank 113 112% A Ned. Gist- en Spiritusfabr. 378 380 A K.M. De Schelde Nat. Bez. 717» 71% A Houthandel- Alberts 112 110 C Union Pac. Rr. 87% Nederland le lng 1940 4 97% 97 Nederland 2e lng 1940 4 92 92%; Nederland met bel. fac. 1940 4 97% 97 Ned. 1000 1938 (3%) 3 83% 83% Indië 1000 1937 3 861/2 861/, A Koloniale Bank 184 183% A Ned. Ind. Handelsbank 125% 129% G Ned. Handel Mij. 131% 131% A Van Berkels Pat. 45 44% C Calvé Delft 68% A Lever Bros en Unilever 116% 115% A Philips Gloei. Gem. Bez. 203% 198% C Am. Car Foundry 29 28% C Anaconda Copper 28% 27% C Bethlehem Steel 80% 79% C General Motor 48% 48% C Kennec. Copper 35% 30% C North Am. Aviation 15% 14% C Rep. Steel - 23% 23% C Na States Steel 63% 62% C North Am. Cy. 16% 16% A Kon. Petroleum Mij. 240% 238% C Contin. Oil Cy. 18% 18% C Philips Petr. 34% 34% C Shell Union 12% 12 C Tide Water Ass. Oil 10% 10 A Ned. Scheepvaart Unie 176% 178 A Handelsver. Amsterdam 438% 442 A Ned. Ind. Suiker U. 252 253 A Deli Batavia Mij. 190 187% C Deli Mij. a 1000 256% 253% A Senembah Mij. 198 197% C Pennsylv. Rr. 25% 25% A South Railway 14% 14% C Amsterdam Rubber 279% 27S% A Deli Batavia Rubb. Mij. 219% 222 A Hessa Rubber Mij. 135 134% A Serbadjadi Sum. Rubb. 127 127 Nederland 1941 4 100 95% 95 Nederland 1941 4 f 500 95% 95 Nederland 1941 4 1000 95% 95% WIELRIJDER OVERREDEN. Op den hoek van de Leeuwenstraat en het Achterom te Hilversum is een wiel rijder door een auto aangereden en zeer ernstig verwond. De automobilist, zekere S. V. V. uit Hilversum, verleende aan den wielrijder, die op weg was naar het sta tion, geen voorrang. De wielrijder werd gegrepen en tegen den grond geworpen. In het ~)iaconessenhuis is de man direct na aankomst overleden. Het slachtoffer is do 36-jarige musicus M. Kloet, wonende te Amsterdam. DOOR FRANK F. BRAUN. 17) Maar den volgenden morgen vroeg was hij al In het kantoor van de firma Zjjd- muller. Hü had met een van de chefs een kort onderhoud. Daarna werd hem het constructieplan Fabreani vertrouwelijk voor een paar uren in handen gesteld. Hü dankte vriendelijk en reed naar het pen sion van Ladislaus Marczali. Op dit vroege uur moest hü den Hongaar daar aan treffen. Op z(jn bellen deed een meisje hem de deur open en wilde hem afwezen. Maar hq legitimeerde zich en z\j liet hem bin nen, al dadelijk verlegen door het zien van de politiepenning. Ladislaus Marczali was juist bezig, zich te scheren. Hü stond bij het open raam. Op den achtergrond tegen den muur gaapte de witte omgewoelde lawine van zijn bed. Op het nachtkastje stond een foto. Kybander herkende het gezicht van Angelica Fabreani. „Wat moet u Hoe komt u hier binnen!" riep Marczali boos. Zijn knappe mannen- gezicht kreeg een opgewonden trek. Kybander maakte een buiging zonder iets te zeggen. HIJ wilde den Hongaar eerst laten spreken, maar de Hongaar zweeg. Derhalve begon Kybander het ge sprek. „Het gaat maar om een kleinig heid", zei hij. „Ik heb u alleen maar een vraag te stellenHU praatte maar wat, om tijd tc winnen, legde daarbij zijn actentasch op tafel en haalde er verschil lende papieren uit. Bovenop lag de tee- kening, die hij kort tevoren bij de firma Zijdmuller geleend had. Marczali trad wantrouwend naderbij. „Voor verzekeringen heb ik geen inte resse." Maar toen zag hij de teekening. Het gaf hem een volledigen schok. Hij moest even slikken, voordat hij kon zeg gen: „Hoe komt u aan die teekening?" „Kent u die?" informeerde Kybander kalm. „Natuurlijk, die is van mij afkomstig". „Dank u, dat wilde ik alleen maar weten." „Hoe komt u aan die teekening?" drong Marczali aan. Hij legde kwast en mes ter zijde. „Zegt u dan toch iets. Die teekening was verkocht." „Ja, maar niet door u". Marczali keek hem aan. „Mgn vriend Fabreani heeft hem verkocht", zei hij. „Uw vriend? Een mooie vriend, die u besteelt." Ladislaus Marczali perste zijn lippen op elkaar. Hij informeerde niet meer, wie de bezoeker was. Hij dacht een oogenblik na. Wat had dat alles te beteekenen? Joachim was dood; het had in het geheel geen doel meer, kwaad van hem te spreken. Maar Angelica leefde. Van Angelica hield hij. Zij zou hem dankbaar zyn, wanneer hij deze geschiedenis met Joachim begraven liet z\jn. „Ik heb dit ontwerp aan mijn vriend Fabreani gegeven om het te verkoopen of om er naar believen verder gebruik van te maken", zei hij. De zin was moei lijk, maar hij bracht hem er kalm uit. Kybander keek hem opmerkzaam aan. Was die jongen werkelijk pas vijf en twin tig jaar? Hij begreep dadelijk, welk spel hier gespeeld werd. „U bent erg groot moedig." „De zaak kon me niets schelen." De hoofdinspecteur knikte; hij pakte zijn boeltje weer bij elkaar, deed zijn tasch dicht en groette. Van het vloeiblad, dat hij in zijn kamer in het dossier had, verried hij niéts, en het bezoek van me vrouw Fabreani en haar verklaringen verzweeg hij eveneens. Hij wilde zijn troe ven achterhouden. Dat ze hem juist op dit oogenblik uit de hand geslagen werden, daarvan had hij geen vermoeden. HOOFDSTUK Vm. Mevrouw Fabreani had Dora opdracht gegeven, haar neef te vragen, bij haar te komen. Ze stond bij het raam van de salon en keek naar buiten naar de don kere stonden. Ze had dezen nacht slecht geslapen, zeer slecht. Haar hart verdroeg die voortdurende opwinding niet. Haar gezicht was gerimpeld en oud op dezen morgen. Het was werkelijk een geluk, dat in dei^, salon geen spiegel hing en zg zichzelf niet zien kon. Ze zou van zich zelf zijn geschroken. Peter Braubach ging wat onzeker op weg naar zijn tante. Hij wist niet, hoe veel mevrouw Fabreani van zijn onder houd van den vorigen dag met Angelica te weten was gekomen, en als Angelica haar zijn verraad verteld had, hoe zij daar tegenover stond. Misschien zou hij binnen een uur eruit worden gegooid. Hij gaf bij zichzelf toe, dat hg dat verdiend had. Toen hü voor de deur stond van de blauwe salon, wachtte hij en draalde met het aanvatten van den knop. Hg dacht: zulk een onzekerheid had ik anders voor de deur van den tandarts. Die gedachte vond hü ln ieder geval armzalig; hij werd er niet graag aan herinnerd, dat hij laf was. Met een ruk trad hij binnen. Reeds na een heel korten tgd begreep hg, dat hij niets te vreezen had. Mevrouw Fabreani had een dag, waarop zo zich zwak voelde; ze voelde zelf nel- ging tot huilen en had behoefte aan troost. „Ga zitten, Peter; nee, hier, dichter bij me. Wat ik met je te bespreken heb, hoeft niemand anders te hooren." Ze keek naar hem, haar blik was zacht en liefdevol. Als om haar positie tegenover dezen neef te versterken, streek zij hem over zijn haar. Petertjedat zei ik vroeger tegen je, als je op bezoek kwam. Je hebt nog net zulke oogen als vroeger." ze kuchte eens. „Ik wilde iets met je bespreken. Maar zeg me eerst: hoe sta je tegenover Angelica? Eerlgk, alsjeblieft." „Hoe bedoelt u dat tante? Ik vind haar heel aardig." „Dat is waarschijnlgk voldoende. Ik zal je zeggen, wat ik bedoel. Je moest eens wat meer je best doen voor Angelica. Ik zou graag, dat jullie met elkaar trouwden." Hg keek haar verbijsterd aan. Zooveel openheid verraste hem. „Heeft Angelica laten blijken, dat zg dat ook zou willen?" „Met geen woord. Je kent haar toch. Ze is in dat opzicht iemand zonder een vaste meening. Vandaag dweept ze met Otto Horn, morgen met den Hongaar Marczali. Daar. houd ik niet van. Tegen Otto Hom zou ik niets hebben, maar die Hongaar, dat is niets". Ze maakte een afwerend ge baar. „Jg zou me het liefst wezen", be kende ze openhartig. „Hoe staat Angelica tegenover jou?" „Hartelijk, vriendschappelijk", loog hij, of overdreef hü, want h{j was niet kort zichtig genoeg om het zelf te gelooven. „Dat is goed voor het begin. Je moet je best voor haar doen, Peter. Ik wil je daarbg wel helpen zonder dat Angelica het merkt." „Tante" hg zuchtte „ik ben niets en ik heb niets. Angelica zal ervoor bedan ken." Mevrouw Fabreani maakte een beweging met de hand door de lucht. Ze wischte iets weg en schiep een nieuw vlak, waar op ze verder 'kon bouwen. „Je zult wat zijn en wat hebben." Toen hg haar verwonderd aanzag, ging zij voort: „Nu, na den dood van Joachim, is er veel anders geworden. Jü weet dat zoo niet, maar ik zal het je vertellen. Het testament van mün overleden man be paalt, dat jij in de plaatst van Joachim komt. Het is bgna, alsof hij den dood van een van zijn kinderen heeft zien aan komen. Zooals je waarschijnlijk weet, is het kapitaal nog volledig intact. De ver standige belegging heeft het zelfs laten groeien. Ik heb mgn leven lang recht op de rente. Na mgn dood vefvalt het in twee gelijke deelen aan jou en aan Ange lica. Hoe lang heb ik nog te leven? Do dokter zegt, dat ik met mijn hartkwaal nog een bijbelschen leeftijd kan bereiken. Maar ik geloof, dat ook in den Bgbel wel iemand op zijn acht en veertigste Jaar is gestorven". Haar glimlach was niet echt. Hij haastte zich, haar te verzekeren, dat ze nog heel flink was en dat ze be slist nog twintig of dertig jaar voor zich had. Mevrouw Fabreani zoog do woorden in zich op. Ze ademde sneller. „Geloof jo dat werkelgk, Petertje, wil je niet alleen maar je oude tante iets vriendelijks zeg gen?" Hij bezwoer haar, dat hij op haar zes tigsten verjaardag nog met haar dansen zou. Ze legde hem de hand op den schou der. „Trouw met Angelica", zei ze, „dan kan ik een deel van het kapitaal aan jullie uitbetalen. Er start zulk een be paling in het testament." „Wanneer het alleen aan mij zou lig gen, tante (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 6