"^AkkekijeW
Mr. Rost van Tonningen aanvaardt zijn ambt
De gezondheids
toestand in
Duitschland.
Koortsig
IkiLUj, dkxn. dan iaMeinHyvm.!
Het geheim
van het
doodelijke
gif
t
Als president der Nederlandsche Bank.
Mr. M. M. Rost van Tonningen, die be
noemd is tot president van de Nederland
sche Bank heeft heden zijn nieuwe ambt
aanvaard met het uitspreken van een rede,
waarin hij een uitvoerig overzicht gaf van
de ontwikkeling van het geldwezen, sedert
1918. Uitvoerig stond de heer Rost van
Tonningen stil bij wat zich bij den val
van het Engelsche pond heeft afgespeeld,
om in dit verband te constateeren
Met een onvergelijkelijke taaiheid had
het grootkapitaal van de Londensche City
sedert het einde van den oorlog in 1918
naar de stabilisatie van de Europeesche
betaalmiddelen gestreefd.
Beginnend met de ineenstorting van het
pond in September 1931 poogt hetzelfde
gezelschap de door hen zoo moeizaam ge
stabiliseerde betaalmiddelen met geweld te
doen ineenstorten. Ons land sloot ter
afweer dezer pogingen onmiddellijk na de
ter bezwering van alle economische ziekte
verschijnselen der kapitalistische wereld
georganiseerde economische conferentie van
het voorjaar 1933 met eenige landen een
accoord. Dit z.g. goudblok heeft S jaar
lang tegen den stormloop der Angelsak
sische aanvallen tegen de stabiliteit van
hun betaalmiddelen stand gehouden.
In September 1936 moest echter ook ons
betaalmiddel het onderspit delven. De
gulden werd gedevalueerd. Dezelfde leiders,
die tot op dat oogenblik de stabiliteit van
ons betaalmiddel als het financiëele
evangelie hadden verkondigd, verheugden
zich nu plotseling over de z.g. welge
slaagde devaluatie.
GROOT-RUIMTEN.
De heer Rost van Tonningen stelde in
hét licht, hoe tegenover deze kapitalistische
economie, de ruimte-economie tot ontwik
keling is gekomen en betoogde: In vier
ruimte-economieën is de volkshuishoude-
l\jke uitbreiding in het huidige tijdsge
wricht meer of minder zuidwaarts gericht.
Na het afsluiten van de economische her
ordening van Europa komt Afrika aan de
beurt, dat binnen Europeesche ruimte
economie zal worden betrokken. Het Ne
derlandsche volk staat nu temidden van
dit natuurverschijnsel, het kan zich inner
lijk van deelname aan het geweldig ge
beuren onthouden, het kan echter ook in
deze Europeesche herordening leidend
deelnemen. Doet het dit laatste niet, dan
wordt over de hoofden van ons volk heen
de Europeesche opbouw onder leiding van
anderen voltrokken. Zulk een houding is
onzer echter onwaardig.
De opbouw van een Europeesche groot
ruimte-economie wil geenszins zeggen, dat
wij duurzaam van de andere grootruimten
van deze wereld zijn afgesneden; integen
deel, de ontwikkeling, die de waren- en
dienstenuitwisseling na dezen oorlog
tusschen de grootruimtcn dezer wereld zal
nemen, zal des te krachtiger zijn, haar
vlucht zal des te hooger zijn, naarmate
reeds in vollen oorlogstijd de ordening van
het Europeesche vasteland is voltooid. Aan
deze taak behoort zich elke organisatie in
het land en daarom ook de met den hul
digen dag aan mij toevertrouwde Neder
landsche bank te wijden. Naast deze alge-
meene taak, waarover wellicht in de toe
komst nog het een en ander te zeggen
zal zijn, is het de bestemming van de Ne
derlandsche Bank, ojp zich in dienst te
stellen van het arbeidende volk en de
knechtschap onder een steriele goudbe
goocheling af te wijzen. In tegenstelling
tot de wisselende opvattingen der kapita
listische volkshuishoudelvjke leiders ben ik
van mcening, dat de dienstvervulling aan
het volk, zoover het de Nederlandsche
Bank betreft, in de eerste plaats moet
gericht zijn op de onverwrikbare hand
having van de stabiliteit van ons betaal
middel. Elke aanslag op den gulden be
dreigt de koopkracht daarvan en derhalve
de koopkracht van de loonen en het be
staan der arbeiders of arbeidsters in
industrieën, landbouw, handel en andere
takken van bedrijf. De koopkracht van het
geld is niet gegrondvest op de hoeveelheid
van het beschikbare goud, maar op den
omvang der goederenproductie, die een
volk te zijner zelfverzorging kan voort
brengen. De verhooging van de goederen
productie, die voor het verbruik van ons
volk onontbeerlijk is, is ten volle mogelijk,
vooral in ons land, waar nog vele werk-
loozen naar werk snakken. De krachtsin
spanning van het geheele volk is zooveel
te meer noodig, waar wij met een zware
erfenis belast zijn. Hoe was immers de
toestand op den lOen Mei? De vlottende
schuld bedroeg op dat oogenblik rond een
half milliard. De geconsolideerde schuld
3 6/i0. De totale staatsschuld dus 4 i/io mil
liard. Hierbij komt de door ons gegaran
deerde schuld van Indië ten bedrage van
1 J/io milliard en de netto schuld van pro
vinciën en gemeenten van 2% milliard. In
totaal een bedrag dat de 8 milliard begon
te naderen. Onze staatsuitgaven begonnen
reeds voor den lOen Mei het enorme be
drag van 2 milliard te benaderen. De eco
nomie van het land schrompelde ineen,
want ook toentertijd waren de overzee-
sche verbindingen grootendeels afgesneden.
Onvermoeid heb ik in het parlement en
in woord en geschrift daarbuiten tegen de
methoden der ontreddering van staats- en
volkshuisvesting gestreden. Het is merk
waardig, dat degenen, die daarvoor ver
antwoordelijk zijn, die verantwoordelijk
z\jn voor de devaluatie van den gulden in
1936, zich op het oogenblik pogen uit te
geven als de vijanden der inflatie, die zij
zelf hebben bedreven. Als men mij de in
flatiemethode dezer leiders thans in de
schoenen wil schuiven, dan kan ik een
dergelijke laster van mü afschudden. Mijn
geheele ervaring is gebouwd op de onver
biddelijke handhaving van de behoorlijke
huishouding in de openbare financiën en
in de banken.
Ik kan diegenen, die in Den Haag en
Amsterdam in het verleden land en volk
door hun methoden ih gevaar hebben ge
bracht,- de verzekering geven, dat ik on
verbiddelijk aan de stabilisatie van ons be
taalmiddel zal vasthouden, hoe diep ik ook
het mes in de uitwassen zou moeten
zetten. Het zou anderzijds echter dwaas
zijn te willen loochenen, dat door den oor
logstoestand de staatsfinanciën aan een
sterkere belasting zijn blootgesteld dan in
vredestijd. Doch hier komt ons de ontwik
keling van de Europeesche ruimte-eco
nomie te hulp.
De aanleuning van den Nederlandschen
gulden aan de Duitsche mark is een nieuw
element van kracht, daar de Duitsche
mark bezig is, zich tot een Europeesch
betaalmiddel te ontwikkelen.
Tenslotte stond de heer Rost van Ton
ningen stil bö de situatie van het oogen
blik welke aan -een ieder de verplichting
oplegt, zijn uiterste krachten in te
spannen.
TWEE JEUGDIGE FIETSENDIEVEN
GEPAKT.
In de vele, den laatsten tijd gepleegde
rijwieldiefstallen te Bussum, schijnt thans
eenige opheldering te komen. Werd Maan
dag een 38-jarige Bussumer aangehouden,
thans zijn twee fietsendieven, jeugdige
villabewoners van 17 en 23 jaar gearres
teerd.
Bij een rijwielhandelaar kwam iemand
om een band te koopen zonder bon. Toen
de handelaar daar niet op inging, deelde
hij mede, dat hij een adres wist, waar dit
wel ging.
De politie werd hiervan op de hoogte
gesteld en begaf zich naar een woning in
de buitenwijk van Naarden. In een schuur
tje vond men gedemonteerde rijwielen en
op een zolderkamertje trof men eenige
frames aan. De politie gin0 toen over tot
de arrestatie van den zeventien-jarigen
zoon des huizes. Hg bekende, eenige fiet
sen te hebben gestolen.
Bij het verhoor wees hij een 23-jarigen
jongeman uit Bussum al3 medeplichtige
aan. Ook deze jongen werd gearresteerd.
De politie onderzoekt thans hoeveel
diefstallen zij op hun geweten hebben.
STATIONHOUDER VAN DE P.T.T.
GESCHORST.
Bij de deze week gehouden contróle bij
den stationhouder der P.T.T. te Koeken-
gen bleek er een kastekort te zijn van on
geveer 1400 gulden. De stationhouder heeft
bekend, dat hij deze gelden te eigen bate
heeft aangewend. Hij is geschorst. De po
litie heeft de zaak ln onderzoek.
Dr. Conti ov-er de gemaakte
vorderingen.
De leider van den Duitschen dienst der
volksgezondheid, dr. Conti, heeft te Den
Haag een voordracht gehouden over den
gezondheidstoestand in Duitschland, waar
bij hij de gezondheidstoestand van 1918 ver
geleek met die van thans.
Het is ten slotte de Führer geweest, die
het volk zijn zelfvertrouwen teruggaf en de
wetten in 't leven riep, krachtens welke de
gezondheidstoestand zeer sterk verbeterd
kon worden.
Spr. betoogde dat het huidige Duitsche
volk een gesloten eenheid vormt. Van die
eenheid is het zich ten volle bewust. Die
eenheid wil ook zeggen bloedverbonden-
heid, welke een groote rol speelt in de ge
zondheidszorg. Daarbij wees spreker op het
oneindig groote gevaar, dat het Jodendom
vormde voor het Duitsche volk.
De persoonlijke waakzaamheid van den
arts kan eerst goed tot haar recht komen,
als hij tevens doordrongen is van zijn sociale
taak tegenover het volk.
In Nederland heeft spr. zeer veel goeds
gezien op het gebied van de volksgezond
heid. In Duitschland is de toestand echter
veel moeilijker, want oorlog en goede ge
zondheid zijn geen begrippen, welke aan
elkaar verwant zijn. Er is dan ook in
Duitschland een lichte stijging van het
sterftecijfer. Dit is echter zeer gering, ge
zien ook de groote volksverhuizingen, die
hebben plaats gehad.
Dr. Conti gaf vervolgens een overzicht
van het voorkomen van verschillende ziek
ten in Duitschland. Vooral wordt een felle
strijd gevoerd tegen de kinderziekten als
mazelen en diphterle. Een volk met weinig
kinderen heeft echter vanzelf weinig'kin
derziekten. Sedert 1933 tot 1939 is het ge
boortecijfer steeds toegenomen. Daarbij is
de arbeidskracht van het Duitsche volk
steeds gestegen en die kracht kan slechts
groeien op een goeden grond.
Van den ellendigen toestand gedu
rende de jaren van den wereldoorlog- is
thans geen spoor te vinden, dank zij
ook de groote ontwikkeling der Duit
sche chemische industrie, die dienst
baar gemaakt wordt aan de volksvoe
ding. De oorlog heeft dan ook nagenoeg
geen invloed gehad op den gezondheids
toestand van het volk. Het nieuwe
Duitschland heeft ook den-gezondheids
dienst organisch gevormd, waardoor de
geneeskundige behandeling op hoog peil
is gekomen.
In dit verband noemde spreker een aan
tal van 35.000 „Hilfstellen fiir Mutter und
Kind" en 18.000 zuigelingenklinieken. De
gezondheidszorg rust op drie hoofdzuilen,
nl. de ambtelijke instanties, de sociale ver
zekering met inbegrip van ziekenverzor
ging, en hetgeen de partij in dit opzicht
presteert. Als zoodanig kunnen genoemd
worden de N.S. Volkswohlfahrt, het Duit
sche Arbeitsfront, de Hitlerjugend en de
N.S. Frauenschaft.
Engeland, aldus dr. Conti, hoopt nu altijd
nog het Duitsche volk in een toestand te
kunnen brengen als in 1918. Engeland kan
iedere hoop daarop echter laten varen.
Duitschland heeft in het oorlogsjaar 1940
nog 12.000 kinderen meer voortgebracht
dan in 1939. Daaruit blijkt onweerlegbaar
het groote vertrouwen van het volk in zijn
eigen toekomst.
VOOR RUIM 1500,— AAN
KLEEDINGSTOFFEN GESTOLEN.
In den nacht van Dinsdag op Woen~-ag
heeft men zich door inklimming toegang
verschaft tot den winkel van H. M. de R.
in de eerste Middellandstraat te Rotter
dam. Een groote partij damesstoffen, man
tels en japonnen werden ontvreemd. De
waarde van het gestolene bedraagt ruim
1500 gulden.
Wij willen KAMERPLANTEN
jfixp mest,
T 1 tablet op 1 liter water)u
DIERLIJK HAAR.
In de Nederlandsche Staatscourant van
27 Maart 1941 is een tweetal op de distri-
butiewet gebaseerde beschikkingen opge
nomen van den secretaris-generaal van het
departement van handel, nijverheid en
scheepvaart betreffende dierlijk haar, ander
dan schapewol. Hierbij wordt onderscheid
gemaakt tusschen huidharen en rugborstels
eenerzrjds en lange dierlijke haren als
manen en staarten anderzijds.
De dierljjke huidharenbeschikking no.
1/41 is van toepassing op huidhaar van
geiten, rundvee, paarden, varkens, e.d.
dieren, alsmede op de afvallen van deze
haarsoorten en op rugborstels dat zijn
borstels van varkens en wilde zwijnen.
De lange dierlijke harenbeschikking no.
1/41 betreft haren van paardestaarten en
-manen, ossen- en koestaarten alsmede de
haren daarvan en soortgelijke haren, af
vallen van genoemde haren en staarten en
oud matrashaar.
Met de uitvoering van de in deze be
schikkingen vervatte regelingen is belast
de directeur van het rijksbureau voor wol
en lompen te Tilburg.
In verband met het feit, dat voor dier
lijk haar thans 2 afzonderlijke beschik
kingen zijn vastgesteld, zijn eenige wijzi
gingen aangebracht in de oude materialen-
en afvalstoffen-beschikking no. 2/40 en de
wolbeschikking 1939 no. 2, welke beschik
kingen ook op dierlijk haar van toepassing
waren. Dit is thans niet meer het geval.
Wei blijft van kracht het oude materialen-
en afvalstoffenbesluit 1940 no. 1, op grond
waarvan het een ieder verboden is dierlijke
haren te vernietigen, weg te werpen of op
zoodanige wijze te bewaren, dat hierdoor de
waarde voor industrieele verwerking wordt
verminderd of te niet gedaan.
Voor nadere bijzonderheden wordt ver
wezen naar een in de dagbladen opgenomen
officieele publicatie van het departement
van handel, nijverheid en scheepvaart.
HET KOKEN VAN AARDAPPELEN IN
DE SCHIL.
Het voorlichtingsbureau van den Voe
dingsraad deelt het volgende mede:
Als over het koken van aardappelen in
de schil wordt gesproken, krijgt men meer
malen ten antwoord: zij zijn wel lekkerder
van smaak, maar het koken duurt veel
langer!
Aan de hand van door ons genomen
proeven kunnen wij ove_- den kooktijd
nadere gegevens verstrekken!
Bij de proeven is steeds hetzelfde ge
wicht aan aardappelen genomen en deze
waren zoo veel mogelijk bij alle proeven van
gelijke grootte.
Aardappelen gekookt met weinig water:
ongeschild (afval 4 kooktijd 25 min.,
geschild (afval 15 20 min.
Aardappelen in een aardappelstoomer
gaar gemaakt: ongeschild 26 min., ge
schild 21 min.
Tusschen de ongeschilde en geschilde
aardappelen ontstaat bij den' bereidings-
duur steeds een verschil van 5 minuten.
Dit beteekent echter niet het branden van
de volle gasvlam gedurende dien tijd. Het
aan de kook brengen met dezelfde hoe
veelheid water duurt bij beide manieren
even lang. Het verschil ontstaat bij het
aan de kook houden, en dit geschiedt op
de spaarvlam.
Het gemiddelde gebruik van een spaar
vlam is 50 liter per uur. in 5 minuten
wordt dus 4 liter gas meer verbruikt. Be
rekent men dit tegen een gemiddelden
kostprgs van 10 cent per kubieke meter
(1000 1.), dan geeft dit per maand een
verschil van 1% een. Daar uit voedings
oogpunt bezien het koken van aardappelen
in de schil verre de voorkeur verdient, ter
wijl bovendien 11 op den afval wordt
bespaard, behoeft het dus om het iets
grooter brandstofverbruik niet gelaten te
worden.
Onzekere handel op de
Amsterdamsche beurs.
Het koersverloop op de effectenbeurs
te Amsterdam droeg gisteren een onbere
kenbaar karakter. Aanvankelijk was de
stemming op de locale markt goed prijs
houdend en de koersen volgden na op on
geveer het peil van de vorige slotnoteerin-
gen of iets daarboven te zijn ingezet, een
opwaartsche richting. Middenbeurs echter
kwam er een wending en kreeg het aan
bod plotseling de overhand, terwijl de koo-
pers van het tooneel verdwenen. Het ge
volg hiervan was dat de koersen snel naar
beneden gingen en in een ommezien van
tijd tamelijk sterke verliezen werden gele
den, waarna tegen het slot weer ee'h kleine
verbetering intrad. De markt had echter
een onberekenbaar verloop. De handel was
niet bepaald omvangrijk, maar toen de
koersen naar beneden gingen, kreeg de
affaire toch een levendiger karakter. Olies
stegen tot 242 maar liepen nadien in
een snel tempo een achttal punten achter
uit, waarna echter weer een flinke verbe
tering intrad. Van de suikerwaarden gaven
in het bijzonder H.V.A.'s groote koersver
schillen te aanschouwen. De rubberafdee-
ling was kalm. De affaire in tabakken was
van' kleine afmetingen, de koersen waren
niet veel veranderd. Van de industriëlen
werden A.K.U.'s vrij druk verhandeld. De
belangstelling voor scheepvaartwaarden
was matig, Unies fluctueerden tusschen
176 en 179.
De Amerikaansche waarden hadden een
gedrukt voorkomen.
Voor de Nederlandsche staatspapieren
was de stemming goed prijshoudend. In
Duitsche waarden werd op bescheiden
voet zaken gedaan. De stemming was prijs
houdend.
Bataafsche Petr. Mg. Obl. 3
h 77
77
A Amsterdamsche Bank
113
112%
A Ned. Gist- en Spiritusfabr. 378
380
A K.M. De Schelde Nat. Bez. 717»
71%
A Houthandel- Alberts
112
110
C Union Pac. Rr.
87%
Nederland le lng 1940 4
97%
97
Nederland 2e lng 1940 4
92
92%;
Nederland met bel. fac. 1940 4 97%
97
Ned. 1000 1938 (3%) 3
83%
83%
Indië 1000 1937 3
861/2
861/,
A Koloniale Bank
184
183%
A Ned. Ind. Handelsbank
125%
129%
G Ned. Handel Mij.
131%
131%
A Van Berkels Pat.
45
44%
C Calvé Delft
68%
A Lever Bros en Unilever
116%
115%
A Philips Gloei. Gem. Bez.
203%
198%
C Am. Car Foundry
29
28%
C Anaconda Copper
28%
27%
C Bethlehem Steel
80%
79%
C General Motor
48%
48%
C Kennec. Copper
35%
30%
C North Am. Aviation
15%
14%
C Rep. Steel -
23%
23%
C Na States Steel
63%
62%
C North Am. Cy.
16%
16%
A Kon. Petroleum Mij.
240%
238%
C Contin. Oil Cy.
18%
18%
C Philips Petr.
34%
34%
C Shell Union
12%
12
C Tide Water Ass. Oil
10%
10
A Ned. Scheepvaart Unie
176%
178
A Handelsver. Amsterdam
438%
442
A Ned. Ind. Suiker U.
252
253
A Deli Batavia Mij.
190
187%
C Deli Mij. a 1000
256%
253%
A Senembah Mij.
198
197%
C Pennsylv. Rr.
25%
25%
A South Railway
14%
14%
C Amsterdam Rubber
279%
27S%
A Deli Batavia Rubb. Mij.
219%
222
A Hessa Rubber Mij.
135
134%
A Serbadjadi Sum. Rubb.
127
127
Nederland 1941 4 100
95%
95
Nederland 1941 4 f 500
95%
95
Nederland 1941 4 1000
95%
95%
WIELRIJDER OVERREDEN.
Op den hoek van de Leeuwenstraat en
het Achterom te Hilversum is een wiel
rijder door een auto aangereden en zeer
ernstig verwond. De automobilist, zekere
S. V. V. uit Hilversum, verleende aan den
wielrijder, die op weg was naar het sta
tion, geen voorrang. De wielrijder werd
gegrepen en tegen den grond geworpen. In
het ~)iaconessenhuis is de man direct na
aankomst overleden. Het slachtoffer is do
36-jarige musicus M. Kloet, wonende te
Amsterdam.
DOOR FRANK F. BRAUN.
17)
Maar den volgenden morgen vroeg was
hij al In het kantoor van de firma Zjjd-
muller. Hü had met een van de chefs een
kort onderhoud. Daarna werd hem het
constructieplan Fabreani vertrouwelijk
voor een paar uren in handen gesteld. Hü
dankte vriendelijk en reed naar het pen
sion van Ladislaus Marczali. Op dit vroege
uur moest hü den Hongaar daar aan
treffen.
Op z(jn bellen deed een meisje hem de
deur open en wilde hem afwezen. Maar
hq legitimeerde zich en z\j liet hem bin
nen, al dadelijk verlegen door het zien
van de politiepenning.
Ladislaus Marczali was juist bezig, zich
te scheren. Hü stond bij het open raam.
Op den achtergrond tegen den muur
gaapte de witte omgewoelde lawine van
zijn bed. Op het nachtkastje stond een
foto. Kybander herkende het gezicht van
Angelica Fabreani.
„Wat moet u Hoe komt u hier binnen!"
riep Marczali boos. Zijn knappe mannen-
gezicht kreeg een opgewonden trek.
Kybander maakte een buiging zonder
iets te zeggen. HIJ wilde den Hongaar
eerst laten spreken, maar de Hongaar
zweeg. Derhalve begon Kybander het ge
sprek. „Het gaat maar om een kleinig
heid", zei hij. „Ik heb u alleen maar een
vraag te stellenHU praatte maar
wat, om tijd tc winnen, legde daarbij zijn
actentasch op tafel en haalde er verschil
lende papieren uit. Bovenop lag de tee-
kening, die hij kort tevoren bij de firma
Zijdmuller geleend had.
Marczali trad wantrouwend naderbij.
„Voor verzekeringen heb ik geen inte
resse." Maar toen zag hij de teekening.
Het gaf hem een volledigen schok. Hij
moest even slikken, voordat hij kon zeg
gen:
„Hoe komt u aan die teekening?"
„Kent u die?" informeerde Kybander
kalm.
„Natuurlijk, die is van mij afkomstig".
„Dank u, dat wilde ik alleen maar
weten."
„Hoe komt u aan die teekening?" drong
Marczali aan. Hij legde kwast en mes ter
zijde. „Zegt u dan toch iets. Die teekening
was verkocht."
„Ja, maar niet door u".
Marczali keek hem aan. „Mgn vriend
Fabreani heeft hem verkocht", zei hij.
„Uw vriend? Een mooie vriend, die u
besteelt."
Ladislaus Marczali perste zijn lippen op
elkaar. Hij informeerde niet meer, wie de
bezoeker was. Hij dacht een oogenblik na.
Wat had dat alles te beteekenen? Joachim
was dood; het had in het geheel geen doel
meer, kwaad van hem te spreken. Maar
Angelica leefde. Van Angelica hield hij.
Zij zou hem dankbaar zyn, wanneer hij
deze geschiedenis met Joachim begraven
liet z\jn.
„Ik heb dit ontwerp aan mijn vriend
Fabreani gegeven om het te verkoopen
of om er naar believen verder gebruik
van te maken", zei hij. De zin was moei
lijk, maar hij bracht hem er kalm uit.
Kybander keek hem opmerkzaam aan.
Was die jongen werkelijk pas vijf en twin
tig jaar? Hij begreep dadelijk, welk spel
hier gespeeld werd. „U bent erg groot
moedig."
„De zaak kon me niets schelen."
De hoofdinspecteur knikte; hij pakte
zijn boeltje weer bij elkaar, deed zijn
tasch dicht en groette. Van het vloeiblad,
dat hij in zijn kamer in het dossier had,
verried hij niéts, en het bezoek van me
vrouw Fabreani en haar verklaringen
verzweeg hij eveneens. Hij wilde zijn troe
ven achterhouden. Dat ze hem juist
op dit oogenblik uit de hand geslagen
werden, daarvan had hij geen vermoeden.
HOOFDSTUK Vm.
Mevrouw Fabreani had Dora opdracht
gegeven, haar neef te vragen, bij haar te
komen. Ze stond bij het raam van de
salon en keek naar buiten naar de don
kere stonden. Ze had dezen nacht slecht
geslapen, zeer slecht. Haar hart verdroeg
die voortdurende opwinding niet. Haar
gezicht was gerimpeld en oud op dezen
morgen. Het was werkelijk een geluk, dat
in dei^, salon geen spiegel hing en zg
zichzelf niet zien kon. Ze zou van zich
zelf zijn geschroken.
Peter Braubach ging wat onzeker op
weg naar zijn tante. Hij wist niet, hoe
veel mevrouw Fabreani van zijn onder
houd van den vorigen dag met Angelica
te weten was gekomen, en als Angelica
haar zijn verraad verteld had, hoe zij
daar tegenover stond. Misschien zou hij
binnen een uur eruit worden gegooid. Hij
gaf bij zichzelf toe, dat hg dat verdiend
had.
Toen hü voor de deur stond van de
blauwe salon, wachtte hij en draalde met
het aanvatten van den knop. Hg dacht:
zulk een onzekerheid had ik anders voor
de deur van den tandarts. Die gedachte
vond hü ln ieder geval armzalig; hij werd
er niet graag aan herinnerd, dat hij laf
was.
Met een ruk trad hij binnen. Reeds na
een heel korten tgd begreep hg, dat hij
niets te vreezen had.
Mevrouw Fabreani had een dag, waarop
zo zich zwak voelde; ze voelde zelf nel-
ging tot huilen en had behoefte aan
troost.
„Ga zitten, Peter; nee, hier, dichter bij
me. Wat ik met je te bespreken heb, hoeft
niemand anders te hooren." Ze keek naar
hem, haar blik was zacht en liefdevol. Als
om haar positie tegenover dezen neef te
versterken, streek zij hem over zijn haar.
Petertjedat zei ik vroeger tegen
je, als je op bezoek kwam. Je hebt nog
net zulke oogen als vroeger." ze kuchte
eens. „Ik wilde iets met je bespreken.
Maar zeg me eerst: hoe sta je tegenover
Angelica? Eerlgk, alsjeblieft."
„Hoe bedoelt u dat tante? Ik vind haar
heel aardig."
„Dat is waarschijnlgk voldoende. Ik zal
je zeggen, wat ik bedoel. Je moest eens
wat meer je best doen voor Angelica.
Ik zou graag, dat jullie met elkaar
trouwden."
Hg keek haar verbijsterd aan. Zooveel
openheid verraste hem.
„Heeft Angelica laten blijken, dat zg
dat ook zou willen?"
„Met geen woord. Je kent haar toch. Ze
is in dat opzicht iemand zonder een vaste
meening. Vandaag dweept ze met Otto
Horn, morgen met den Hongaar Marczali.
Daar. houd ik niet van. Tegen Otto Hom
zou ik niets hebben, maar die Hongaar,
dat is niets". Ze maakte een afwerend ge
baar. „Jg zou me het liefst wezen", be
kende ze openhartig. „Hoe staat Angelica
tegenover jou?"
„Hartelijk, vriendschappelijk", loog hij,
of overdreef hü, want h{j was niet kort
zichtig genoeg om het zelf te gelooven.
„Dat is goed voor het begin. Je moet
je best voor haar doen, Peter. Ik wil je
daarbg wel helpen zonder dat Angelica
het merkt."
„Tante" hg zuchtte „ik ben niets
en ik heb niets. Angelica zal ervoor bedan
ken."
Mevrouw Fabreani maakte een beweging
met de hand door de lucht. Ze wischte
iets weg en schiep een nieuw vlak, waar
op ze verder 'kon bouwen. „Je zult wat
zijn en wat hebben."
Toen hg haar verwonderd aanzag, ging
zij voort: „Nu, na den dood van Joachim,
is er veel anders geworden. Jü weet dat
zoo niet, maar ik zal het je vertellen. Het
testament van mün overleden man be
paalt, dat jij in de plaatst van Joachim
komt. Het is bgna, alsof hij den dood van
een van zijn kinderen heeft zien aan
komen. Zooals je waarschijnlijk weet, is
het kapitaal nog volledig intact. De ver
standige belegging heeft het zelfs laten
groeien. Ik heb mgn leven lang recht op
de rente. Na mgn dood vefvalt het in
twee gelijke deelen aan jou en aan Ange
lica. Hoe lang heb ik nog te leven? Do
dokter zegt, dat ik met mijn hartkwaal
nog een bijbelschen leeftijd kan bereiken.
Maar ik geloof, dat ook in den Bgbel wel
iemand op zijn acht en veertigste Jaar
is gestorven". Haar glimlach was niet
echt.
Hij haastte zich, haar te verzekeren,
dat ze nog heel flink was en dat ze be
slist nog twintig of dertig jaar voor zich
had.
Mevrouw Fabreani zoog do woorden in
zich op. Ze ademde sneller. „Geloof jo
dat werkelgk, Petertje, wil je niet alleen
maar je oude tante iets vriendelijks zeg
gen?"
Hij bezwoer haar, dat hij op haar zes
tigsten verjaardag nog met haar dansen
zou.
Ze legde hem de hand op den schou
der. „Trouw met Angelica", zei ze, „dan
kan ik een deel van het kapitaal aan
jullie uitbetalen. Er start zulk een be
paling in het testament."
„Wanneer het alleen aan mij zou lig
gen, tante
(Wordt vervolgd).