PROVINCIALE
ZEEUWSCHE COURANT
Donderdag 27 Maart 1941
WEES ZUINIG MET UW BANDEN.
HET VERSTREKKEN VAN OPDRACHTEN
AAN NEDERLANDSCHE INDUSTRIEËN.
Kunst wordt 100 regeeringszorg.
De oorlog in de lucht.
Tweede blad
Nuttige wenken van den economischen voorlichtingsdienst.
De economische voorlichtingsdienst deelt
mede:
Na een einde is gekomen aan den
vrijen aankoop van banden en de
overheid wegens de slechte positie
van onze rubber, is moeten overgaan
tot een zeer straffe distributie van
alle soorten binnen- en buitenbanden
van rijwielen en transportfietsen, zal
menigeen zich hebben afgevraagd hoe
hU zijn band moet verzorgen om er
zoo lang mogelgk plezier van te heb
ben.
ZORG VOOR UW BAND, DOOR
VOOR UW FIETS TE ZORGEN.
Een goede verzorging van den band
omvat niet slechts goed oppompen en het
vrijwaren voor schuren en schaven van
den band, maar strekt zich uit tot de ge-
heele fiets. Dikwijls heeft de wijze, waarop
men rijdt, of de spanning der spaken
grooteren invloed op den levensduur dan
de behandeling van den band zelf.
REM NIET PLOTSELING. START
MET ALS EEN RACER.'
De banden rollen niet zoomaar voort
dat gebeurt alleen, wanneer men de fiets
aan de hand meevoert waarbij zij nauwe
lijks slijten maar zetten zich af aan
den weg, wat met meer of minder kracht
gepaard gaat en dus noodzakelijk eenige
slijtage veroorzaakt. Het sterkst is die
slijtage natuurlijk, wanneer zoo hard op
het pedaal wordt getrapt, dat het wiel
doorschiet en de band over het wegdek
schuurt. Bij sterk en plotseling remmen
geschiedt hetzelfde; het wiel schuift
over den weg. Dat beide gevallen
zeer schadelijk zijn, behoeft geen betoog.
Maar wel moet de aandacht worden ge-
vestigt op de omstandigheid, dat zich in
geringere mate hetzelfde voordoet, wan
neer de fiets te snel in beweging komt of
te hevig wordt afgeremd. 'ïen doet daar
om goed steeds geleidelijk aan te remmen
en niet als een racer te starten, maar het
rjjwiel de gelegenheid te geven langzaam
aan vaart te krijgen.
SLINGERENDE EN SLECHT SPO
RENDE WIELEN.
Ook het wiel moet zich in goeden toe
stand bevinden. Daartoe moet erop worden
gelet, dat de wielen niet slingeren, (d.w.z.
precies in eikaars verlengde staan en niet
het eene loodrecht op den weg en het
andere scheef) en worden gesteund door
behoorlijk strak aangedraaide spaken. Het
wiel heeft den steun, dien het van de
spaken ontvangt, noodig om zgn juisten
ronden vorm te bewaren.
DE ROESTENDE VELG.
Het tweede onderdeel, waar het critisch
oog vaak vele fouten ontdekt, is de velg.
De velg mag niet roesten, want roest
vreet den binnenband aan en de velglinten
moeten behoorlijk op hun plaats liggen om
daar den band tegen de spaakeinden te
beschermen.
SMEER SPAARZAAM.
Overvloedig smeren ls gevaarlijk, want
bij stilstand van het wiel, kan de olie
via de spaken door den nippel den "binnen
band aantasten.
RIJD NIET OP.
Tenslotte den band zelf. Repareert men
een band zelf, dan moet erop worden ge
let, dat de dradenbescherming niet wordt
beschadigd en de binnenband niet tusschen
velg en buitenland stuk geknepen kan
worden. Is de band lek geworden door een
spijker, een stuk glas of een ander scherp,
puntig voorwerp, dan behoort men vóór
het rgwiel naar den reparateur wordt ge
duwd, het kwaad, dat de lekkage ver
oorzaakte, te verwijderen. Doet men dit niet,
dan is de kans groot, dat het scherpe voor
werp, vastgeklemd als het is in den bui
tenband, den binnenband op talrijke plaat
sen doorboort en hem zoo waardeloos
maakt. Rijden op een gesprongen band is
natuurlijk uit den booze.
EN LOOP NIET MET EEN FIETS
MET LEKKEN BAND.
Men moet ook in ander opzicht voorzich
tig zijn met het vervoeren van een rij
wiel op een lekken band, want dan dreigt
oploopen van den binnenband. Het is na
melijk zoo, dat een niet onder spanning
staande buitenband eenigszins gaat rond-
schuiven en daarbij den binnenband mee
trekt. Deze heeft, doordat hg met het
ventiel aan de velg vastzit, niet eenzelfde
bewegingsvrijheid. Hij wordt dus eensdeels
van het ventiel af uitgerekt en anderdeels
naar het ventiel toe opgepropt, hetgeen
afbreuk doet aan zijn duurzaamheid.
DE DYNAMO.
Voorts is een dynamo, die niet juist ge
steld is, funest voor den band, want het
aandrijfwieltje draait dan niet soepel langs
den band, maar schuurt en schuift er
langs. Dit is gemakkelijk te controleeren.
Met een touwtje kan men zonder moeite
nagaan of de lengte-as van de dynamo
heen wijst naar de as van het wiel. Staat
het aandrijfwieltje scheef op den bahd,
dan komt binnen korten tijd het canvas
bloot te liggen.
BEHANDEL UW BAND
ZORGVULDIG.
Een vanzelfsprekende constateering is,
dat veel meer kilometers kunnen worden
afgelegd op een goed opgepompten dan op
een te slappen band en dat nooit op een
leegen band mag worden gereden. Daarom
dient iedere wielrijder over een behoorlijke
pomp te beschikken en er geregeld ge
bruik van te maken. Ook tegen stoepjes
oprijden of door glas of andere scherpe
voorwerpen fietsen is schadelijk. Iedereen
weet dit, en toch ziet men het, vooral
by de jeugd nog herhaaldelijk.
Zware belasting van een band, is even
min goéd, een regel, waartegen vooral
wordt gezondigd door hem, die iemand op
de bagagedrager laat meerijden.
Als laatste, veel voorkomende euvel,
moet het aanloopen van den band worden
genoemd. Spatbordstang, jasbeschermer
(door vocht van vorm veranderd) en ket-
tingkast helpen den band veel sneller aan
zgn einde dan noodig is. Een schurend
geluid moet voor ieder een waarschuwing
zgn niet langer zoo door te rijden, maar
het euvel op te heffen.
Bovenstaande wenken zullen voor weini
gen iets nieuws inhouden. Wie echter op
straat ztjn oogen goed den kost geeft,
weet, dat zg geenszins overbodig zjjn.
BANDEN VOOR INVALIDEN EN
ZWAKKEN.
Over de vraag, wie in aanmerking komt
voor een nieuwen band, zij in aansluiting
aan het vroeger bekend gemaakte nog
vermeld, dat invaliden en zwakken, wan
neer zij een bon voor een nieuwen band
willen verkrijgen, aan het plaatselijk dis
tributiekantoor een doktersverklaring die
nen over te leggen, dat zij hun rijwiel of
invalidewagen noodig neobea om zich
langs den openbaren weg te kunnen voort
bewegen.
Besprekingen in Den Haag.
Woensdagmorgen had te 's-Gravenhage
een bijeenkomst plaats tusschen vertegen
woordigers van Nederlandsche en Duit-
sche industrieën, ten einde besprekingen
te voeren omtrent vraagstukken, verband
houdende met het verstrekken van Duit
sche orders aan Nederlandsche industrieën.
De bijeenkomst werd door deu commis
saris-generaal voor financiën en economie,
minister dr. Hans Fischboeck geopend, die
de aanwezigen welkom heette.
Met voldoening constateerde dr.
Fischboeck dat de samenvoeging van
bedrijfsverwante groepen in één orga
nisatorisch geheel reeds aanmerke
lijke vorderingen heeft gemaakt. Bin
nenkort kan een tjefinitieve totstand
koming van alle aangesloten groepen
in één, nauw aaneen gesloten verband
tegemoet worden gezien.
Th anus gaat het er om, aldus spreker,
met de practische werkzaamheden te be
ginnen. Het is nu de taak, gemeenschap
pelijk te overleggen in welken mate
Duitsche opdrachten aan Nederlandsche
industrieën kunnen worden verstrekt» en
uitgevoerd.
Op het oogenblik krijgt het Nederland
sche bedrijfsleven een oorlogskans. In Ne
derland immers kunnen in vele gevallen
nog werkkrachten gevonden worden, die in
staat zgn na een korte technische oplei
ding in industrieele bedrijven te werk te
worden gesteld, zulks in tegenstelling tot
Duitschland, waar zulks niet mogelijk is.
Hierin ligt dan ook de oorzaak, dat een
verschuiving van Duitsche opdrachten
naar Nederland plaats heeft.
In Nederland zal alleen datgene wonden
vervaardigd wat- van oorlogsbelang is.
Van oorlogsbelang is alles, wat het Duit
sche volk noodzakelijk gebruikt en noodig
heeft Niet belangrijk is, wat de Duitsche
bevolking niet noodig heeft.
Dr. Fischboeck deed een dringend be
roep op de aanwezigen bp het tenuitvoer-
leggen van hun taak, zich steeds déze ge
zichtspunten voor oogen te houden.
Werkt allen mede aan de schoone taak,
die u wordt opgelegd, teneinde met de aan
u verstrekte opdrachten uw bedrijf on
derneming ook in de naaste toekomst aan
den gang te kunnen houden
Hierna voerde dc plaatsvervangende lei
der van de Reichsgruppe-industrie, gene-
raal-directeur R. Stahl uit Berlijn het
woord. Deze besprak met een enkel woord
de taak die aan de Duitsche industrieën
in oorlogstijd is opgelegd, en de daarmede
gepaard gaande noodzakelijkheid, orders
naar elders te verschuiven. Laten de Ne
derlandsche industrieën de hun toege-
strekte hand aanvaarden, teneinde door
hunne medewerking de verstrekte op
drachten uit te voeren.
Vervolgens mam de leider van die Zen-
tralauftragsstelle, ing. E. Nimtz het
woord. Deze constateerde, dat in vele ge
vallen de Nederlandsche industrieën reeds
tal van welkome orders hebben gekregen
en tenuitvoer gebracht. Vooral de textiel
industrie heeft daarvan in hooge mate ge
profiteerd. Andere industrieën zullen in
het vervolg eveneens van werk worden
voorzien.
In menig opzicht kon het Duitsche rijk
reeds worden ontlast bp zijn moeilijkheden
die het ondervond industrieele orders ten
uitvoer te brengen. Dit heeft voor Neder
land beteekent, dat de Nederlandsche in
dustrieën aan het werk zijn gebleven,
waardoor de arbeidsmogelijkheden voor de
bevolking gewaarborgd bleven. Ontslagen
hebben nauwelijks plaats gehadwel in
vele gevallen het tewerkstellen van dui
zenden arbeidskrachten.
Tenslotte sprak nog mr. B. J. M. van
Spaendonck, lid van de Tilburgsche ver-
eeniging van fabrikanten. Deze wees op
het brandende vraagstuk van het heden
en voor de naaste toekomstHoe kan ik
erin slagen mijn bedrpf gaande te houden
De Duitsche autoriteiten waarborgen de
voorziening met grondstoffen, hetgeen van
de grootste beteekenis is voor de hand
having der bedrijvigheid der Nederland
sche andernemingen.
Hierna hadden afzonderlijke besprekin
gen plaats tusschen de vertegenwoordi
gers van Duitsche en Nederlandsche be
drijfsgroepen.
MR. ROST VAN TONNINGEN
PRESIDENT DER NED. BANK.
Het Rijkscommissariaat maakt bekend:
De Rijkscommissaris voor bezet Neder
land, rijksminister Seyss In quart, heeft op
grond van zgn verordening nr. 108—1940,
par. 1 over bijzondere bestuursrechtelijke
maatregelen mr. M. M. Rost van Tonnin
gen tot president der Nederlandsche Bank
benoemd.
De beëediging vond heden door den
Rijkscommissaris, in tegenwoordigheid van
commissaris-generaal voor financiën en
economie, minister dr. H. Fischboeck,
plaats.
Tegelijkertijd heeft de Rijkscommissa
ris voor bezet Nederland, rijksminister
Seyss Inquart op grond van zijn verorde
ning nr. 3 1940 par. 1 over de uitoefening
van de regeeringsbevoegdheden in bezet
Nederland in verband! met verordening nr.
1081940 par. 3 (4e verordening over bij
zondere bestuursrechterlijke maatregelen)
den directeur-secretaris bp de Nederland
sche Bank, mr. J. Westerman Holstijn
eervol ontslag verleend met toekenning
van pensioen en in zijn plaats benoemde
de rijkscommissaris, rijksminister Seyss
Inquard den Procuratiehouder van de Ne
derlandsche Indische Handelsbank te Am
sterdam, den heer J. Robertson tot direc
teur-secretaris bij de Nederlandsche Bank
en droeg hem tevens de functies op van
plaatsvervanger van den president in dén
zin van par. 21 al.l idler statuten van de
Nederlandsche Bank.
Van bevoegde zijde wordt hierbij nog
opgemerkt, dat de benoeming van mr.
Rost van Tonningen niet aan zijn politieke
gezindheid onspruit, doch dat de quali-
teiten van mr. Rost van Tonningen op fi
nancieel gebied zeer bekend zpn en deze
inzonderheid! bij zijn benoeming op de be
doelde plaats den doorslag gegeven heb
ben.
Mr. M. M. Rost van "Tonningen werd in
1894 geboren uit een officieren-geslacht.
Op 15-jarigen leeftijd bezocht hij de H. B.
S. in Den Haag en ging vervolgens naar
Delft om technische vakken te studeeren.
De mobilisatie van 1914 maakte een einde
aan zijn technische studie. De heer Rost
van Tonirangen trad in militairen dienst.
In Augustus 1915 werd hij officier. Na af
loop van den wereldoorlog deed hij staats
examen, was in één jaar tijd candidaat in
de rechten en twee jaar later reeds docto
randus. Hij voelde zich aangetrokken tot
de politieke financieele wereld en werd
secretaris van het Noord-Amerikaansche
scheidsgerecht in Den Haag. Daarna ver
trok hij als volontair naar Genève en
werkte op het arbeidsbureau van den Vol
kenbond.
In 1923 volgde zijn benoeming tot se
cretaris van mr. A. R. Zimmerman. Aan
vankelijk was hij belast met de studie der
Oostenrijksche staatsfinanciën. Vervolgens
was hij werkzaam bij de controle en re
organisatie der staatsbedrijven en verbin
ding met de circulatiebank.
Toen mr. Zimmerman in 1926 Weenen
verliet, heeft mr. Rost van Tonningen
twee jaar de liquidatie voortgezet.
In 1928 kwam hp weer naar Nederland
en was werkzaam als chef van de studie-
afdeeling bjj het bankiershuis Hope Co.
te Amsterdam. In 1931 ging hij als ver
tegenwoordiger van den Volkenbond naar
Weenen voor. de financieele contróle op de
Oostenrpksche staatsfinanciën. In 1936
werd hij eervol uit deze functie ontslagen.
Zpn arbeid voor den Volkenbond en zijn
aanraking met het politieke leven in Oos
tenrijk, wekten bij den heer Rost van Ton
ningen de nationaal-socialistische wereld
beschouwing op. Hij sloot zich. in Juni 1936
bij de N.S.B. aan en werd bp de stichting
van „Het Nationale Dagblad" door Mus-
sert tot hoofdredacteur benoemd.
Van 1937 tot Mei 1940 heeft mr. Rost
van Tonningen voor de N.S.B. zitting ge
had in de Tweede Kamer, waar hjj steeds
opkwam voor het recht van den arbeider.
Uitwassen in de samenleving vonden in
hem een fel bestrijder.
Eenige maanden geleden benoemde de
Rijkscommissaris hem als commissaris
voor de S.D.AP. met de opdracht de cul-
turecle waarden, die in den loop der jaren
door deze organisatie waren gesticht, voor
den Nederlandschen arbeider te bewaren.
Onlangs benoemde ir. Mussert den heer
Rost van Tonningen tot hoofd van de af-
deeling nationaal socialistische vorming
van het hoofdkwartier der beweging.
Dezer dagen werd hp voorts benoemd
als leider van het economische front-van
de N.S.B. als opvolger van den heer W.
O. A. Koster.
DE EXPORT VAN BLOEMEN NAAR
DUITSCHLAND.
Van bevoegde zijde wordt medegedeeld,
dat per 1 April as. een belangrpk kwan
tum Nederlandsche bloemen naar Duitsch
land zal worden uitgevoerd.
Groote kwanta rozen en seringen uit
Nederland zullen in het a.s. kwartaal vrij
gegeven worden voor den export naar
Duitschland, terwjjltevens freesia's zullen
mogen worden uitgevoerd.
De onderteekening van het protocol öetieffende de toetreding van Joegoslavië tot
het Driemogendheden-pact Het oogenblik, waarop mlnistar-president Tswetkowitsl
zijn bandteakening plaatst (Telegrafische foto Atlantic;
De plannen ten aanzien van het tooneel.
Op uitnoodiging van den secretaris-ge
neraal van het departement van Volks
voorlichting en Kunsten zijn dezer dagen
een groot aantal vooraanstaande tooneel-
spelers en -speelsters op het departement
gekomen teneinde uit den mond van dr.
Goedewaagen te vernemen, welke plannen
de overheid ten aanzien van het tooneel
koestert.
Uit de redevoeringen van den secre
taris-generaal en het hóófd van de
af deeling theater en dans, den heer
F. Primo, is als een der belangrijkste
feiten naar voren gekomen, dat de
overheid zich voorstelt een of meer
staatsgezelschappen te stichten, waar
bij tevens de bemoeienis van ete ge
meentebesturen op den staat zal
overgaan.
Tusschen tooneel en publiek heeft tot ml
toe een diepe kloof bestaan en het depar
tement zal koste wat het kost deze kloof
overbruggen. Vervolgens ging dr. Goede
waagen na, hoe deze kloof tusschen pu
bliek en tooneel is ontstaan en hoe déze
steeds wpder werd. In geen geval zag hij
de ^bescherming van het tooneel in het op
leggen van beperkingen aan de film, wel
ke in de volksgemeenschap haar eigen en
speciale taak heeft. Zpns inziens was het
gebrek aan goede tooneelsyhrijvers een
der grootste tekortkomingen, waarin zal
moeten worden voorzien.
Het wachten is thans op de tooneel-
spelers en -schrijvers, die de huidige dra
matische spanning zullen uitbeelden. Er
zal een typisch Nederlandsche tooneel-
schrrjfkunst moeten komen. Onze door en
door dramatische geschiedenis werd tot nu
toe object van 1 itteratuur-didactiek.
Maar zoodra het tooneel litteratuur wordt
is het met het tooneel uit. Ook de Ne
derlandsche volkshumor diena niet te
worden vergeten.
Tenslotte zette dr. Goedewaagen in
groote trekken zijn plannen uiteen. Er
kunnen groote spelen komen op volksche
feestdagen. Er komt een gilde, evenals
dit bjj de beeldende kunstenaars het geval
zal zijn met een vijfvoudige taak.
Het dillettantentooneel zal daarbij
wórden verwaarloosd. De studentenspelen
en de dilettantenvereenigingen zullen on
der toezicht worden geplaatst.
De tooneelspeler èal worden ingescha
keld in het volksleven, waarbij een trits
van begrippen naar voren komtschrij
ven, spelen en publiek. Op deze drie be
grippen zal de Nederlandsche tooneelcul-
tuur worden gegrondvest.
De organisatie van het tooneélg'dde.
Hierna sprak de heer F. Primo, hoofd
van de afdeeling theater en dans van het
departement van volksvoorlichting en
kunsten, over de organisatie van het
tooneelgilde.
Van heden af is gebroken met de libe
rale opvattingen inzake kunst en tooneel.
Voor ons is kunst juist 100 pet. regee
ringszorg, van nu af aan zal dus ook het
tooneel nooit meer van onze zorg kunnen
loskomen. De overheid bemoeit zich
voortaan met het tooneel en zeer zeker
in de eerste jaren dezer revolutionnaire
periode uitsluitend en in hoofdzaak dit
departement, omdat deze arbeid voorloo-
pig aan geen particulieren en aan geen
decentraliseerende-instanties kan overge
laten worden, ook niet aan gemeentebe
sturen.
Ons departement zal er voor zorg dra
gen, dat u ln de toekomst, een vol jaar
loon en een behoorlijke salarieering wordt
gegarandeerddat gij materieel dus vrij
van zorgen en onder gereglementeerde ar
beidsvoorwaarden u in uw kunst ten bate
der cultuurgemeenschap volledig, rustig
en evenwichtig kunt ontplooien, dat gij
na een jaar ingespannen arbeid kunt ge
nieten van een verdiende vacantie, zonder
dat gij u om den broode, hoeft te verne
deren door op jacht te &aan naar eenige
bijverdienste in werk dat uw talent soms
verlaagt en uw kunstenaarschap geweld
aandoet.
Gij moet er gerust op kunnen zijn, dat
gij by invaliditeit of in uw ouden dag
tegen de gevolg' van ongeschiktheid tot
werken sociaal verzekerd zyt, ook in het
belang van uw nabestaanden. Kortom, de
heele zorg der nationaal-socialistische ge
meenschap voor allen die arbeiden, zal
ook den acteur gewaarborgd zijn-
Maar daartoe zal hg zich zoo spoedig
mogelijk hebben te oriënteeren op die
nieuwe gemeenschap en zich onder haar
instellingen moeten scharen. Voor den
acteur zal dat zgn de binnen enkele dagen
op te richten Ned. Kultuurkamer, met
het theatergilde, waarin gij opgenomen
zult worden in de vakgroep tooneelspelers.
Alleen beroepstooneelspelers of zg die
vanwege hun vastgestelde artistieke ca
paciteiten door deskundigen uit uw mid
den daartoe geautoriseerd zgn, zullen in
uw vakgroep opgenomen kunnen worden
en alleen ook dezen zullen bg het be-
roepstooneel mogen optreden;
Het theatergilde zal o.m. hebben een
vakgroep tooneelspelers, een vakgroep
opera- en operette-art is tea, een vakgroep
kunstdans (ballet enz.) een vakgroep
dansleeraren voor den gezelschapsdans
een vakgroep kleinkunst (cabareti
revue, variété), een vakgroep the
aterdirecteuren,- een afdeeling amateur-
tooneel en een afdeeling volksdans.
Alles wat dus met de levende kunst van.
het tooneel te maken heeft zal onderge
bracht worden in het theater-gilde en zal
daarin moeten zgn, omdat hg anders niet
langer als beoefenaar van dien tak van
kunst toegelaten kan worden. Dit is
ter bescherming van de kunst en den
kunstenaar, ideëel en sociaal.
Het amateur-tooneel, als belangrijke!
factor in de volkscultuur, evenals trou
wens de volksdans, kan de overheid niet
aan zijn. lot overlaten. De 3000 en meer
dilettantenvereenigingen -zullen, wanneer
ze zich als kultuurvereeniging beschou
wen en als zoodanig werkzaam zgn, zich
als vereeniging bg de Ned. Kultuurkamer
moeten aansluiten. Anders behooren ze,
als amusementsvereeniging, tot een.groep
volksvermaak of ontspanning.
Over de plannen van de overheid t.a.v.
het tooneel deelde spr. in groote Ignen
mede, dat het in de bedoeling ligt één of
meer staatsgezelschappen op te richten
van groot formaat, ten einde daarmee
groote monteermgen van klassieke en an
dere werken te kunnen doen. Het kleinere
tooneelwerk zal als afwisseling ook ter
hand genomen worden.
Zooveel mogelijk zal voor de groote ge
zelschappen een vaste standplaats worden
gekozen ten einde overtollige reizen te
voorkomen, hoewel het in ons kleine land
niet geheel te vermgden is. Naast die z.g.
vaste groepen, die toch niet te talrgk
kunnen zgn, gezien de beperktheid van de
beschikbare goede krachten, zullen een
paar reizende groepen gevormd worden,
speciaal daartoe uitgerust, die tooneel-
kunst in die steden en kleinere plaatsen
moeten brengen, die tot hiertoe van goed
tooneel verstoken bleven.
Ik zou u ook willen spreken over de
opera, die een Ned. Staats-opera zal moe
ten worden en over een Ned. Staatsballet,
maar moet my wegens den tgd daartoe
thans beperken.
Een belangrijke tak van zorg voor de
overheid zal ook zgn de toekomstige op
leiding van den tooneelspeler, den opera
zanger en den kunstdanser. De scholen
voor dramatische kunst (tooneel en opera):
en voor den kunstdans zullen rijksinsti
tuten moeten worden, die we hopen onder
ons toezicht te kunnen brengen.
De Londensche berichtendienst maakt
melding van luchtaanvallen van gisteren
op Zuid- en Zuidwest-Engeland. Bij een
aanval op een stad in het Westen des
lands is eenige schade aangericht en zijn
enkele verliezen te betreuren.
In het officieele communiqué van het
Engel3che ministerie van luchtvaart heet
het o.a., dat Duitsche vliegtuigen gisteren
door het werpen van bommen in twee
steden van midden-Engeland schade aan
gericht hebben aan industriegebouwen.
Italiaansche aanval op Preveza,
Een speciale verslaggever van Stefani
seint:
Een escadrille Italiaansche bommenwer
pers heeft Woensdag met zichtbaar succes
een aanval gedaan op de vlootbasis van
Preveza (Griekenland). Hevige branden,
die reeds op grooten afstand zichtbaar wa
ren, ontstonden in het getroffen gebied.
Formaties jagers hebben aan het Griek-
sche front autokolonnes van den vifand
met mitrailleurvuur bestookt.
Engelsche aanval op Asmara.
Een speciale verslaggever van Stefani
meldt; dat Dinsdagmiddag drie Engelsche
bommenwerpers van het type Blenheim,
Asmara (Erythrea) hebben gebombardeerd.
Het gebo.uw van de missie en de kerktoren
kregen twee voltreffers. De bom op den
toren ontplofte niet, maar het gebouw van
de missie werd zwaar beschadigd. Een
kind en een zuster werden zwaar gewond.
In totaal vielen er vjjf dooden en achttien
gewonden onder de Italianen te betreuren
en vier en vijf gekwetsten onder de in-
heemsche bevolking.