De verhooging der landbouwproducten.
De legerberichten van gisteren.
Het geheim
van het
doodelijke
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANTMaandag 24 Maart 1941
Tweede blad
Commissie ingesteld onder leiding van dr. Posthuma.
Op de dagelijksche persconferentie heeft
de referent der Geschaeftsgruppe voedsel
voorziening en landbouw de volgende me-
dedeelingen gedaan
By besluit van 19 Maart heeft de
Rijkscommissaris ter ondersteuning
van de maatregelen, genomen door de
bevoegde instanties met het doel om
eenheid te brengen op het gebied der
landbouworganisaties, welke deze
maatregelen behooren te steunen door
dat de landbouwers met elkaar zich
beraden, een commissie ingesteld en
tot voorzitter daarvan benoemd oud
minister dr. Posthuma. Tot deze com
missie behooren de voorzitters der
volgende vereenigingen
1. Chr. Boeren- en Tuindersbond 2.
Katholieke Nederlandsche Boeren- en
Tuindersbond 3. Nederlandsch Agra
risch front, Nederlandsch landbouw-
comité.
De voorzitter der commissie kan
verdere leden benoemen. De commissie
heeft ten doel, de werkzaamheid van
alle organisaties in dienst te stellen
van de grootst mogelijke productiever-
hooging en een éénvormige organisa
tie van dien arbeid te verwezenlijken.
De besturen hebben daartoe den plicht
him organisaties met hun gezamenlijke ap
paraten volgens richtlijnen van den voor
zitter ter beschikking te stellen. Deze
richtlijnen zijn voor landbouworganisaties
bindend, onverschillig of zij zijn aangeslo
ten by bovengenoemde corporaties.
De bevoegdheden van den voorzitter.
De voorzitter kan de productievermeer
dering door eigen maatregelen bevorde
ren, voor- zoover dit wenschelyk is, buiten
het werk der organisatie om. Hij kan van
het departement van landbouw en vissche-
rij alle in dit verband noodige inlichtingen
en steun eischen.
De consulenten van dit departement zijn
verplicht, de commissie en de landbouwor
ganisaties te adviseeren. Ten slotte kan de
voorzitter van de landbouworganisaties
verlangen, dat personen, die medewerking
weigeren, geroyeerd: worden. Wordt aan
dit verlangen geen gevolg gegeven, dan
is de commissaris-generaal voor financiën
en econohiie bevoegd, de noodige maatre
gelen te treffen en in een bepaald geval de
royeering ook te doen geschieden zonder
inachtneming van een wettelyken opzeg
gingstermijn. Eenigcrlei aanspraken kan
men na een dergelijke verbreking van
het dienstverband niet doen gelden.
Met betrekking tot haar geheele arbeid
ressorteert de commissie onder den com
missaris-generaal voor financiën en eco
nomie. De uitsluitende bevoegdheid en ver
antwoordelijkheid van het departement
van landbouw en visscherij ten aanzien
van de regeling en verdeeling der land
bouwproductie blijft intact.
In opdracht van den Rijkscommissaris
heeft Landesbauernfüfhrer Graf Gro'the
op 21 Maart het besluit aan dr. Posthuma
overhandigd en hem de taak opgelegd zijn
bevoegdheden nauwkeurig uit te oefenen.
Dit vond plaats in het departement in te
genwoordigheid van den directeur-gene
raal van den landbouw ir. Roebroek en
de voorzitters der vier genoemde land
bouworganisaties.
Graaf Grothe over de taak
der boeren.
Daarbij wees Graaf Grothe erop, dat het
de voornaamste taak van de Nederland
sche boeren is, in dit jaar uit eigen kracht
de grootst mogelijke bijdrage te leveren
aan de voeding van het Nederlandsche
volk. Bij allen arbeid voor de voedselvoor-
zinning loopen de belangen van het volk
en de ^zettende macht parallel. Van re-
geeringszijde zijn doeltreffende maatrege
len genomen om het doel te bereiken. Deze
met groote vakkennis getroffen maatrege
len hebben, om tot succes te leiden, den
waarachtiger steun noodig van den afzon
derleken boer. In dit verband hebben ook
de bestaande landbouworganisaties den
plicht tot actieve medewerking. Deze me
dewerking dient te geschieden volgens een
éénvormig plan. Op grond hiervan is de
onderhavige commissie door den Rijkscom
missaris ingesteld. Dat aan dr. Posthuma
de leiding dezer commissie is toever
trouwd, vindt zijn oorzaak in de groote er
varing welke hy sedert den wereldoorlog
heeft opgedaan.
Graf Grothe sprak de hoop uit, dat de
maatregelen van den Rijkscommissaris bij
alle landbouworganisaties het juiste be
grip zou vinden en zouden worden opge
vat als een oproep tot gemëenschappely-
ken arbeid en het bijleggen van in moei
lijke tijden onnoodige geschillen.
Graf Grothe herinnerde aan den op
wensch van den Rijkscommissaris door het
ministerie van landbouw en visschery tot
de landbouwbonden gerichten oproep voor
den volstrekt mogelyken regelmatigen
aanvoer van vee voor binnenlandsche be
hoeften te zorgen. Daarmede is het ge-
wenschte resultaat niet bereikt, zoodat de
directeur-generaal der voedselvoorziening
zijn toevlucht heeft moeten nemen tot
dwangmaatregelen.
Aangezien moeilijke tijden steeds als een
proefsteen gelden, zal overeenkomstig het
groote belang, dat mèt een en ander is ge-
rpoeid, een succes of mislukking beslis
send zijn voor de bestaande organisaties
en haar besturen.
In aansluiting daaraan wendde Graf
Grothe zich tot den aanwezigen directeur-
generaal en wees er op, welk een belang
rijke aanvulling van het werk van het
departement tot verhooging der landbouw
productie de arbeid der gezamenlijke orga
nisaties vormt. Hieruit volgt de verplich
ting van het ministerie zich den steun van
de commissie en van de organisaties ten
nutte te maken en geregeld het noodige
contact te bewaren. Want juist het beroep
van den boer behoeft in bijzonder sterke
mate een vruchtbare wisselwerking tus-
schen practyk en regeeringsbureaux.
In aansluiting aan hetgeen Graf Grothe
gezegd had verklaarde dr. Posthuma dat
hij de -opdracht van den Rijkscommissaris
heeft aanvaard omdat hij daarmede als
Nederlander de belangen van zyn volk het
beste meent te dienen.
De voorzitters van de vier organisaties
brachten tot uitdrukking dat zij de nood
zakelijkheid van een constructieve samen
werking in het belang van het Nederland
sche volk inzagen, en zeiden hun loyalen
medewerking toe.
Graf Grothe wenschte dr. Posthuma ge
luk met zijn taak en gaf voor ieder afzon
derlijk den wensch te kennen dat hun
loyale samenwerking met succes zou wor
den .bekroond.
VERBINDENDVERKLARING C.A.O.
VOOR DE LEDERINDUSTRIE.
Bij het college van ryksbemiddelaars is
door een aantal werkgevers in de leder
industrie, den Nederlandschen R. K. Fa
brieksarbeiders (sters)bond „St. Willibror-
dus", de Nederlandsche Vereeniging van
Fabrieksarbeiders (sters) en den Neder
landschen Bond van Christelijke Fabrieks-
en Transportarbeiders een verzoek inge
diend tot verbindendverklaring van de col
lectieve arbeidsovereenkomst, welke in dit
bedrijf bestaat.
Bezwaren tegen de verbindendverklaring
moeten vóór of op 7 April a.s. schriftelyk
worden ingebracht bij het college van
rijksbemiddelaars, Bezuidenhout 87, Den
Haag.
DEZEN ZOMER TOCH CONSUMPTIEIJS
Naar het Vad. verneemt zyn nog bespre
kingen gaande over het vraagstuk der ys-
bereiding voor den zomer. Dat is een vraag
stuk geworden door de diverse distributie
maatregelen.
De Nederlandsche Bond van Marktkoop-
liedenvereenigingen boezemt deze zaak na
tuurlijk veel belang in. De bond vernam,
dat het plan is de ijsbereiding zij het met
beperkingen te lat.en doorgaan. Suiker
zal worden verstrekt. De bindmiddelen, die
schaarsch zijn; zullen worden gedistri
bueerd. Wafels, bekers, enz. zijn in voldoen
de mate beschikbaar. Het gaat alleen nog
om de regeling voor de melk, die het be
langrijkste bestanddeel is.
INLEVERING VAN MILITAIRE
RIJKSGOEDEREN.
Verzocht wordt het volgende bekend te
maken
Aan de verlofgangers beneden den rang
van adjudant-onderofficier, wonende of
verblijfhoudende in de provincie Zuid-Hol
land, Zeeland, Noord-Brabant en het wes
telijk gedeelte der provincie Noord-Holland,
alsmede op de eilanden Texel, Vlieland,
Terschelling en Ameland, die, om welke
reden ook, nog niet aan hun verplichting
hebbéh voldaan om de onder hun berus
ting zijnde militaire rrjksgoederen in te
leveren, wordt alsnog opgedragen die ver
plichting na te komen.
Zy behooren zich, voor zoover zij van
den burgemeester geen persoonlijke op
roeping hebben, vóór 1 April a.s. te
melden ter gemeente-secretarie (bureau
voor militaire zalcén) van hun woon- of
tijdelijke verblijfplaats, teneinde te weten
te komen, waar en wanneer voor hen de
gelegenheid open staat onfi de rijksgoede
ren in te leveren.
De verplichting om zich te melden bij
den burgemeester en ter plaatse der in
levering, bestaat eveneens voor hen, die,
hoewel geen militaire rijksgoederen onder
hun berusting hebbende nog niet de ver
klaring hebben onderteekend, dat zij
geen rijksgoederen meer in hun bezit heb
ben.
Indien de tot inlevering of aanmelding
verplichte verlofganger wegens bijzondere
omstandigheden niet in de gelegenheid is
persoonlijk de goederen in te leveren kan
een en ander geschieden door en familie
lid of huisgenoot.
BARON VAN LYNDEN EERVOL
ONTSLAGEN.
Als chef-administrateur van den
rijksgebouwendienst.
Het ministerie van financiën maakt be
kend, dat baron van Lynden op zijn ver
zoek met ingang van 21 Maart eervol ont
slag is verleend als chef-administrateur
van den rijksgebouwendienst. Zijn functie
wordt overgenomen door dr. H. F. C. Har-
denberg.
KLEEREN VOOR NEDERLANDSCHE
ARBEIDERS IN HET BUITENLAND.
In onderling overleg is door het depar
tement van handel, nijverheid en scheep
vaart en het rijksbureau een regeling ge
troffen, zoodat thans nieuwe kleeren kun
nen worden verzonden naar in Duitsch-
land, België en Frankrijk werkzaam zijn
de Nederlandsche arbeiders.
Men dient daarvoor bij het orgaan der
openbare arbeidsbemiddeling in zijn woon
plaats een verzoek in ter verkrijging van
een uitvoermachtiging.
Het orgaan int 0.50 van den aanvrager
en stelt zich rechtstreeks in verbinding
met het crisis uitvoer bureau. Na ont
vangst van machtiging zendt het orgaan
deze aan den aanvrager toe. Daarna kan
men overgaan tot verzending van de klee
ren.
Naar Duitschland moet de verzending
per pakketpost geschieden, naar België
of Frankrijk zal van "de Nederlandsche
Spoorwegen gebruik gemaakt moeten
worden.
De afzenders moeten er vooral aan den
ken de machtiging tot uitvoer met goede
ren mee te zenden.
Bij het orgaan der openbare arbeids
bemiddeling kaii men alle verder ge-
wenschte inlichtingen ver-krijgen.
TWEE DUITSCHE OFFICIEREN UIT
CANADEESCH GEVANGENKAMP
ONTSNAPT.
De .Associated Press" publiceert een
mededeeling der Canadeesche internee-
ringsautoriteiten te Ottawa, volgens welke
twee Duitsche marine-officieren erin ge
slaagd zijn uit het gevangenkamp Fort
Henry in de buurt van Kingston (Ontario)
te vluchten. Ondanks achtervolging door
Canadeesche politie en militairen bereikten
beide Duitschers na een vermetelen vlucht
over de ijsschotsen van de Lawrence-ri-
vier, Amerikaansch grondgebied. De Ame-
rikaansche autoriteiten weigerden de uitle
vering, daar de grens in het midden van
den stroom ligt.
In Oost-Afrika duurt de. slag bij Keren
onvermoeid voort. In weerwil van de reeds
geleden verliezen aan Italiaansche zijde
en de krachtige luchtacties der Britten
blijven de Italiaansche troepen op ver
scheidene punten tegenaanvallen onderne
men. Op het kaartje zijn deze met zwarte
pijltjes aangegeven, het gearceerde ge
deelte stelt het Britsche bezette gebied
Het opperbevel van de Duitsche weer
macht maakte Zondag bekend
Lichte gevechtsvliegtuigen hebben Za
terdag de haveninstallaties van Colchester
en Peterhead met goed resultaat aange
vallen. In het kanaal van St. George zonk
een vrachtboot van 3000 ton, na mid
scheeps door een bom te zijn getroffen. Ten
oosten %'an Oxfordness werd een schip door
bommen zwaar beschadigd. Voor de Brit
sche zuidkust werden mijnenvegers succes
vol aangevallen.
Onder escorte van jachtvliegtuigen heeft
een Duitsche gevechtsformatie Zaterdag
middag de haven van La Valetta op Mal
ta gebombardeerd. Voltreffers op schepen
en luchtdoelartilleriestellingen werden ge
signaleerd. In luchtgevechten, die tijdens
deze aanvallen ontstonden, schoten Duit
sche jagers zeven jachtvliegtuigen van het
type Hurricane zonder eigen verliezen neer.
In de avonduren werd de haven van La
Valetta nogmaals doeltreffend aangeval
len. Duitsche en Italiaansche torpedovlieg
tuigen hebben bij Agadabin Noord-Afrika
vijandelijke vliegtuigen in brand gescho
ten en troepenconcentraties met zichtbaar
succes aangevallen met bommen en boord-
wapens.
Óp zee ten Zuiden van Kreta hebben
Duitsche gevechtsvliegtuigen een krachtig
beveiligd convooi aangehouden. In een
scheeraanval plaatsten zij twee treffers
midscheeps op een vaartuig van 6000
b.r.t., waarop het schip brandend bleef
liggen. Twee andere schepen van dit con
vooi werden beschadigd.Een koopvaarder
van 5000 b.r.t. werd ten Zuidwesten van
Cyprus door een Duitsch gevechtsvliegtuig
zoo zwaar beschadigd, dat op het verlies
er van ger-ekend kan worden.
Een patrouillevaartuig heeft voor de
Noorsche kust een Britschen bommenwer
per van het type Bristol-Blenheim neer
gehaald.
De vijand is overdag noch des nachts
boven het gebied van het Duitsche rijk ver
schenen.
De verliezen van den tegenstander heb
ben Zaterdag acht vliegtuigen bedragen.
Een eigen toestel is over tijd.
Farinacc! aan Grleksche front
gesneuveld.
Uit Belgrado (Yoegc-Slavië) meldt het
D.N.B.: de vroegere algemeene secretaris
van de fascistische partij, Farinacci, zou,
volgens een bericht uit Bitolj, in de ge
vechten voor Tepeleni gesneuveld zijn. Fa
rinacci stond aan het hoofd van een ba
taljon zwarthemden en betoonde, naar
Grieksche berichten uit Saloniki melden,
groote dapperheid. Na een strijd die uren
lang duurde, vonden de zich terugtrek
kende Italianen zijn lijk.
voor. De voortdurende pogingen der Brit
ten om voorbij de vooruitgeschoven Ita
liaansche stellingen rondom Keren en As
mara te komen zijn tot op heden toe mis
lukt. Verscheidene plaatsenzooals Agor-
dat en Barentoe gelegen in het Britsche
front werden door de Italiaansche lucht
macht gebombardeerd.
Het 289e Italiaansche weermachtsbe-
richt van Zondag luidt
Aan het Grieksche front activiteit der
artillerie. Onze luchtformaties hebben een
aanval gedaan op de haven en luchtbasis
van Korfoe.- Een schip werd tot zinken ge
bracht en een ander benevens installaties
van de basis werden beschadigd. Onze
jachteenheden deden herhaaldelijk in
scheervlucht aanvallen op het Grieksche
vliegveld Paramithya, waarbij drie vlieg
tuigen op den grond in brand geschoten
en verscheidene anderen beschadigd wer
den. Tijdens gevechten tegen vijandelijke
jagers werden twee vliegtuigen van het
type Gloster neergeschoten. Een groep ja
gers onder bevel van majoor-vlieger Oscar
Molinari heeft haar 50e overwinning in de
lucht behaald.
Vliegtuigen van het Duitsche luchtcorps
hebben de haven van La valetta op Malta
gebombardeerd en gemeerde schepen en
artilleriestellingen beschadigd. Tijdens
luchtgevechten' tegen vijandelijke jagers
zyn zeven toestellen van het type Hurri
cane neergeschoten.
In Noord-Afrika hebben Italiaansche en
Duitsche vliegtuigen gemotoriseerde krijgs-
middelen en troepen van den vijand ge
bombardeerd.
In het Oostelijk deel van de Middelland-
sche Zee hebben onze vliegtuigen met
bommen en torpedo's een vijandelijk con
vooi aangevallen. Een schip van 10.000
ton, dat door torpedo's getroffen was,
zonk. Duitsche vliegtuigen deden een aan
val op een vijandelijk convooi, waarbij drie
schepen zwaar beschadigd werden. Ook op
een andere plaats is een schip zwaar be
schadigd. Een van onze formaties jagers
heeft op geringe hoogte aanvallen gedaan
op het terrein van Iraklion op Kreta,
waarbij een vijandelijk vliegtuig in brand
geschoten en andere beschadigd werden.
In Oost-Afrika heeft de vijand op den
avond van 21 Maart den aanval in den
sector van Keren hervat, maar is- overal
met verliezen teruggeslagen. Onze vlieg
tuigen hebben in dezen sector welverde-
digde vijandelijke stellingen gebombar
deerd. In luchtgevechten zijn drie Britsche
vliegtuigen''neergeschoten. Twee van onze
toestellen keerden niet terug. In Galla Si-
dama is een vijandelijke colonne terugge
slagen, nadat zij getracht had in den
sector van Djavello door te dringen. De
vijandelijke luchtmacht heeft een aanval
uitgevoerd, op Diredawa, Keren, Asmara en
andere plaatsen in Erythrea; In Asmara
betreurt men twee dooden en negen ge
wonden. Een vijandelijk vliegtuig is neer
geschoten. Een ander Engelsch toestel is
door onze jagers te Diredawa neergehaald.
Tijdens bovengenoemde operaties heeft de
vijand dus in totaal elf vliegtuigen verlo
ren, die door onze jagers neergeschoten
zyn en zeven als gevolg van optreden van
het Duitsche luchtcorps.
HET DUITSCHE.
HET ITALIAANSCHE.
9'f
DOOR FRANK F. BRAUN.
13)
„Ik? Nee, waarom zou ik?"
Angelica maakte een sussende hand
beweging. „Ik dacht alleen maar
zei ze onbestemd. „Er is bij ons iemand
van de politie geweest en die heeft Dora
ondervraagd. Blijkbaar staan wij onder
verdenking."
„Wij? Wie bedoel je daarmee?"
„Moeder en ik."
„Je moeder ook?"' Hij was verbaasd.
„Die was toch heelemaal niet van de
partij toen bij die picnic*?'
Angelica trok haar schouders op en
liet ze weder zinken. Misschien nemen
ze aan, dat ze van het plan op de hoogte
is geweest."
Ladislaus Marczali kon wat hij nu
hoorde, niet dadelijk begrijpen. „Dan heeft
de politie dus verdenking tegen jou en
gelooft, dat je moeder je daarbij heeft
geholpen?"
„Hoe kan ik dat weten'? Maar het Iykt
er in ieder geval wel op". Angelica boog
zich voorover. Haar mooie blauwe oogen
kwamen vlak bij zijn gezicht. „Hoe denk
jij er eigenlijk over?" vroeg ze. „Houd je
my voor de daderes?"
„Maar Angelica, hoe kun je dat nu
wagen! Jy zou geen vlieg kwaad kunnen
doen."
„Een vlieg, nee; die zou me er ook geen
aanleiding toe hebben gegeven." Haar
blik was onverklaarbaar. Ze ging met een
ruk weer rechtop zitten. „Het is eigenlijk
heel interessant", zei ze. „om zoo te zeg
gen een examen van een bijzonder soort,
dat maar één keer voorkomt. Als ik het
gedaan had, Ladi, wat zou jij dan doen?"
Ze keek hem onderzoekend aan.
Hij bevochtigde zijn lippen met zijn
tong. Daarop stiet hij met kracht zijn
adem uit „Maar dat is toch onzin. Ange
lica; ik begrijp heelemaal niets van je".
Ze vatte zijn uitvluchten woordelijk op.
„Neem eens aan, dat ik je nu beken:
ik heb Joachim vergiftigd." Hierop zweeg
ze. Kybander kon haar gezicht goed zien.
Het scheen onaangedaan. De trekken van
den Hongaar toonden echter ontsteltenis.
Hij boog zich voorover; zijn oogen had
den een onrustigen glans. „Heb je het
gedaan, Angelica?"
„Ik zeg je toch: verondersteld eens."
Haar lippen waren zeer smal.
,Je hebt het niet gedaan. Jij kunt het
niet geweest zijn, onmogelijk!"
„OnmogelykWaarom?"
„Je had geen enkel motief."
„Och, een motief is gauw gevonden. Ik
zou maar een beetje hysterisch moeten
zijn. Bovendien was Joachim mijn stief
broeder, we waren wel familie van elkaar,
maar een stiefbroederdat beteekent
vaak oneenigheid. Of andersom; ik kan
ook van hem hebben gehouden en gunde
hem Inge Lot ter of Louise Weidenberg
■niet."
„Praat toch niet zoo". Zijn hand greep
naar de hare. Hij hield haar vingers vast.
Plotseling voor haar althans onver
wacht, zei hy: „Ga met my er vandoor."
„Er vandoor gaan?"
„Op reis gaan, als je wilt,"
„Je gelooft dus dat ik het gedaan heb?"
Hij schudde zjjn hoofd. Daarop zei hij:
„Ik geloof heelemaal niets. Maar als je
vandaag nog met my op reis wilt gaan..."
Hy bral-, mid/den in zijn voorstel af. Haar
gezicht waarschuwde hem. Ze keek hem
aan; haar oogen waren kleiner geworden.
„Neé", antwoordde ze hem, „een vlucht
zou een bekentenis van schuld zijn".
„Het zou misschien verstandig zyn. Laat
de politie den moordenaar maar zoeken.
Zonder ons. Wij zouden dan in veiligheid
zijn".
.Waarheen wil je dan vluchten
Waar is er dan die veiligheid?"
Hij maakte een onbestemde handbewe
ging. ,Ik zou wel weten, hoe we ons spoor
zouden kunnen uitwisschen. Daar zijn niet
eens veel voorbereidingen voor noodig.
Het hangt van jou af. Als jy zegt: van
daag gaan we weg, dan gaan we weg."
Ze zeiden niets meer. De kelnner bracht
het bestelde en zette het voor hen neer.
Angelica zag, hoe hy naar den heer aan
de tafel ernaast ging den heer met den
strooien hoed. Ze kreeg dezen man nu
eerst in het oog en fluisterde haar vriend
iets toe.
Ladislaus Marczali keek om; hij kon
door de klimopranken niet veel van den
man aan den anderen kant zien, op wien
Angelica hem opmerkzaam had gemaakt.
Maar hy schudde het hoofd. Je ziet spo
ken." Hij kende den man niet.
Maar Angelica was ongerust geworden.
Ze wenkte den kellner. Ze betaalde, lie
ten him koffie onaangeroerd en gingen
heen.
Hoofdinspecteur Kybander keek het
paar na. Ze gingen in de richting van
het park en zouden waarschijnlijk daar
op een bank hun gesprek voortzetten.
Een goed paar, dacht hij. Die Hongaar
past goed by haar. Tenminste uiterlijk
Breede schouders als het tenminste
geen watten zijn smalle heupen; een
figuur voor beeldhouwers die het model
voor een beeld voor een sportveld zoeken.
Daarop stond hy op en ging aan de tafel
van den verbaasden Henke zitten,
den moord en wat het merkwaardige was:
„Een reusachtig masker, inspecteur;
met zoo weinig middelen".
„Blijkbaar toch niet goed genoeg. Het
beviel Angelica niet erg. Maar waarschijn
lijk zou ze voor ieder^n toehoorder zijn
weggeloopen."
„Ik kon niet veel verstaan", zei Henke,
„maar ik had het gevoel dat ze elkaar
over en weer de schuld toeschoven. Een
paar woorden heb ik opgevangen. Heb
ik me vergist?"
Kybander speelde met zyn strooien
hoed. „Wat een ellendige dingen zijn dat",
zei hij. Maar daarop hief hij met een ruk
het hoofd op. „Neen, Henke, je hebt het
goed gehoord. Ze spraken allebei over
den moord en wat het merkwaardig was:
het was de Hongaar die graag weg wilde."
„Weg wilde
.„Ja, hij stelde het meisje dringend een
onmiddellijke vlucht voor."
„Ah!" zei rechercheur Henke zegevie
rend.
Kybander keek hem aan ,Zeg toch niet:
Ah, man!-Je doet alsof het een vinger
wijzing is, een lichtstraal."
„En is dat niet zoo, inspecteur?"
„Volgens mijn meening heelemaal niet",
antwoordde Kybander grimmig.
De kellner 'bracht hem zijn kop koffie
na; hij dankte met een hoofdknik en
dronk den kop in één teug leeg.
HOOFDSTUK VI.
Peter Braubach liet zijn handen zin
ken. De laatste toonen van den mooien
grooten vleugel verklonken. Hij wendde
zich op de draaikruk half on en keek zyn
nichtje aan. Veel zou hij niet van haar
zien. De groote staande lamp was tus-
schen hen. Angelica zat op den divan
tegen den muur verder was er niemand
in de kamer.
,Ik ben een stumperd in vergelijking
met jouw vingervlugheid. Waarom wilde
je, dat ik zou spelen?"
„Je hebt heel mooi gespeeld. Peter;
zoo'n tango kun jij beter spelen dan ik.
Werkelijk, heel aardig."
„Heel aardig", herhaalde hij. Zyn mond
kreeg een bitteren trek. „Dat is een lee-
lijk woord, zelfs als het goed gemeend is.
Het schijnt over mijn heele leven te heer-
schen. Heel aardig, niets half meer, ook
nog niets heel."
„Ben je uit je humeur?"
„Deze dagen zijn er toch ook niet naar
om vroolijk te zijn. Zoo pas is Joachim
begraven. De moordenaar is nog niet ge
pakt, hij wordt misschien nooit ontdekt
en de inspecteur van politie was zoo
vriendelijk, mij eraan te herinneren, dat
de poging om my toch om zeep te
brengen, gemakkelijk herhaald zou kunnen
worden. Het is dus niet overdreven ora
te zeggen, dat ik uit mijn humeur ben."
Hij vertrok zyn gezicht. „Weet je, wat
mij zoo opvalt, Angelica, neem mij niet
kwalyk, dat ik het zoo openlijk zeg, maar
jy noch tante Evahij aarzelde een
oogenblik, doch vervolgde spoedig: „Erg
aan Joachim gehecht waren jullie blijk
baar toch niet."
„Omdat we niet net zooals Dora met
roode gezichten van het huilen rondloo-
pen?"
„Niet daarom. Maar als ik het zoo zeg
gen mag: ik heb het gevoel, dat jullie
tevreden bent met den gang van zaken,
zooals die zich heeft voorgedaan."
„Dat is sterk. Peter. Hoe kun je zoo
iets zeggen?"
„Neem me niet kwalijk, maar ik heb
den indruk, dat het zoo is. Jullie vonden
het griezelig en daarom moest ik bö jullie
in komen wonen. Maar nu is alles in or
de. Is het niet zoo?"
„En als het nu eens zoo was?"
Hy draaide op zijn pianokruk heen en
weer. „Het is geen verwijt. Angelica, al
leen maar het vaststellen van een feit.
Het was misschien moeilijk om goed met
Joachim op te schieten."
„Misschien
(Wordt vervolgd.,