De verhooging der landbouwproducten. De legerberichten van gisteren. Het geheim van het doodelijke PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANTMaandag 24 Maart 1941 Tweede blad Commissie ingesteld onder leiding van dr. Posthuma. Op de dagelijksche persconferentie heeft de referent der Geschaeftsgruppe voedsel voorziening en landbouw de volgende me- dedeelingen gedaan By besluit van 19 Maart heeft de Rijkscommissaris ter ondersteuning van de maatregelen, genomen door de bevoegde instanties met het doel om eenheid te brengen op het gebied der landbouworganisaties, welke deze maatregelen behooren te steunen door dat de landbouwers met elkaar zich beraden, een commissie ingesteld en tot voorzitter daarvan benoemd oud minister dr. Posthuma. Tot deze com missie behooren de voorzitters der volgende vereenigingen 1. Chr. Boeren- en Tuindersbond 2. Katholieke Nederlandsche Boeren- en Tuindersbond 3. Nederlandsch Agra risch front, Nederlandsch landbouw- comité. De voorzitter der commissie kan verdere leden benoemen. De commissie heeft ten doel, de werkzaamheid van alle organisaties in dienst te stellen van de grootst mogelijke productiever- hooging en een éénvormige organisa tie van dien arbeid te verwezenlijken. De besturen hebben daartoe den plicht him organisaties met hun gezamenlijke ap paraten volgens richtlijnen van den voor zitter ter beschikking te stellen. Deze richtlijnen zijn voor landbouworganisaties bindend, onverschillig of zij zijn aangeslo ten by bovengenoemde corporaties. De bevoegdheden van den voorzitter. De voorzitter kan de productievermeer dering door eigen maatregelen bevorde ren, voor- zoover dit wenschelyk is, buiten het werk der organisatie om. Hij kan van het departement van landbouw en vissche- rij alle in dit verband noodige inlichtingen en steun eischen. De consulenten van dit departement zijn verplicht, de commissie en de landbouwor ganisaties te adviseeren. Ten slotte kan de voorzitter van de landbouworganisaties verlangen, dat personen, die medewerking weigeren, geroyeerd: worden. Wordt aan dit verlangen geen gevolg gegeven, dan is de commissaris-generaal voor financiën en econohiie bevoegd, de noodige maatre gelen te treffen en in een bepaald geval de royeering ook te doen geschieden zonder inachtneming van een wettelyken opzeg gingstermijn. Eenigcrlei aanspraken kan men na een dergelijke verbreking van het dienstverband niet doen gelden. Met betrekking tot haar geheele arbeid ressorteert de commissie onder den com missaris-generaal voor financiën en eco nomie. De uitsluitende bevoegdheid en ver antwoordelijkheid van het departement van landbouw en visscherij ten aanzien van de regeling en verdeeling der land bouwproductie blijft intact. In opdracht van den Rijkscommissaris heeft Landesbauernfüfhrer Graf Gro'the op 21 Maart het besluit aan dr. Posthuma overhandigd en hem de taak opgelegd zijn bevoegdheden nauwkeurig uit te oefenen. Dit vond plaats in het departement in te genwoordigheid van den directeur-gene raal van den landbouw ir. Roebroek en de voorzitters der vier genoemde land bouworganisaties. Graaf Grothe over de taak der boeren. Daarbij wees Graaf Grothe erop, dat het de voornaamste taak van de Nederland sche boeren is, in dit jaar uit eigen kracht de grootst mogelijke bijdrage te leveren aan de voeding van het Nederlandsche volk. Bij allen arbeid voor de voedselvoor- zinning loopen de belangen van het volk en de ^zettende macht parallel. Van re- geeringszijde zijn doeltreffende maatrege len genomen om het doel te bereiken. Deze met groote vakkennis getroffen maatrege len hebben, om tot succes te leiden, den waarachtiger steun noodig van den afzon derleken boer. In dit verband hebben ook de bestaande landbouworganisaties den plicht tot actieve medewerking. Deze me dewerking dient te geschieden volgens een éénvormig plan. Op grond hiervan is de onderhavige commissie door den Rijkscom missaris ingesteld. Dat aan dr. Posthuma de leiding dezer commissie is toever trouwd, vindt zijn oorzaak in de groote er varing welke hy sedert den wereldoorlog heeft opgedaan. Graf Grothe sprak de hoop uit, dat de maatregelen van den Rijkscommissaris bij alle landbouworganisaties het juiste be grip zou vinden en zouden worden opge vat als een oproep tot gemëenschappely- ken arbeid en het bijleggen van in moei lijke tijden onnoodige geschillen. Graf Grothe herinnerde aan den op wensch van den Rijkscommissaris door het ministerie van landbouw en visschery tot de landbouwbonden gerichten oproep voor den volstrekt mogelyken regelmatigen aanvoer van vee voor binnenlandsche be hoeften te zorgen. Daarmede is het ge- wenschte resultaat niet bereikt, zoodat de directeur-generaal der voedselvoorziening zijn toevlucht heeft moeten nemen tot dwangmaatregelen. Aangezien moeilijke tijden steeds als een proefsteen gelden, zal overeenkomstig het groote belang, dat mèt een en ander is ge- rpoeid, een succes of mislukking beslis send zijn voor de bestaande organisaties en haar besturen. In aansluiting daaraan wendde Graf Grothe zich tot den aanwezigen directeur- generaal en wees er op, welk een belang rijke aanvulling van het werk van het departement tot verhooging der landbouw productie de arbeid der gezamenlijke orga nisaties vormt. Hieruit volgt de verplich ting van het ministerie zich den steun van de commissie en van de organisaties ten nutte te maken en geregeld het noodige contact te bewaren. Want juist het beroep van den boer behoeft in bijzonder sterke mate een vruchtbare wisselwerking tus- schen practyk en regeeringsbureaux. In aansluiting aan hetgeen Graf Grothe gezegd had verklaarde dr. Posthuma dat hij de -opdracht van den Rijkscommissaris heeft aanvaard omdat hij daarmede als Nederlander de belangen van zyn volk het beste meent te dienen. De voorzitters van de vier organisaties brachten tot uitdrukking dat zij de nood zakelijkheid van een constructieve samen werking in het belang van het Nederland sche volk inzagen, en zeiden hun loyalen medewerking toe. Graf Grothe wenschte dr. Posthuma ge luk met zijn taak en gaf voor ieder afzon derlijk den wensch te kennen dat hun loyale samenwerking met succes zou wor den .bekroond. VERBINDENDVERKLARING C.A.O. VOOR DE LEDERINDUSTRIE. Bij het college van ryksbemiddelaars is door een aantal werkgevers in de leder industrie, den Nederlandschen R. K. Fa brieksarbeiders (sters)bond „St. Willibror- dus", de Nederlandsche Vereeniging van Fabrieksarbeiders (sters) en den Neder landschen Bond van Christelijke Fabrieks- en Transportarbeiders een verzoek inge diend tot verbindendverklaring van de col lectieve arbeidsovereenkomst, welke in dit bedrijf bestaat. Bezwaren tegen de verbindendverklaring moeten vóór of op 7 April a.s. schriftelyk worden ingebracht bij het college van rijksbemiddelaars, Bezuidenhout 87, Den Haag. DEZEN ZOMER TOCH CONSUMPTIEIJS Naar het Vad. verneemt zyn nog bespre kingen gaande over het vraagstuk der ys- bereiding voor den zomer. Dat is een vraag stuk geworden door de diverse distributie maatregelen. De Nederlandsche Bond van Marktkoop- liedenvereenigingen boezemt deze zaak na tuurlijk veel belang in. De bond vernam, dat het plan is de ijsbereiding zij het met beperkingen te lat.en doorgaan. Suiker zal worden verstrekt. De bindmiddelen, die schaarsch zijn; zullen worden gedistri bueerd. Wafels, bekers, enz. zijn in voldoen de mate beschikbaar. Het gaat alleen nog om de regeling voor de melk, die het be langrijkste bestanddeel is. INLEVERING VAN MILITAIRE RIJKSGOEDEREN. Verzocht wordt het volgende bekend te maken Aan de verlofgangers beneden den rang van adjudant-onderofficier, wonende of verblijfhoudende in de provincie Zuid-Hol land, Zeeland, Noord-Brabant en het wes telijk gedeelte der provincie Noord-Holland, alsmede op de eilanden Texel, Vlieland, Terschelling en Ameland, die, om welke reden ook, nog niet aan hun verplichting hebbéh voldaan om de onder hun berus ting zijnde militaire rrjksgoederen in te leveren, wordt alsnog opgedragen die ver plichting na te komen. Zy behooren zich, voor zoover zij van den burgemeester geen persoonlijke op roeping hebben, vóór 1 April a.s. te melden ter gemeente-secretarie (bureau voor militaire zalcén) van hun woon- of tijdelijke verblijfplaats, teneinde te weten te komen, waar en wanneer voor hen de gelegenheid open staat onfi de rijksgoede ren in te leveren. De verplichting om zich te melden bij den burgemeester en ter plaatse der in levering, bestaat eveneens voor hen, die, hoewel geen militaire rijksgoederen onder hun berusting hebbende nog niet de ver klaring hebben onderteekend, dat zij geen rijksgoederen meer in hun bezit heb ben. Indien de tot inlevering of aanmelding verplichte verlofganger wegens bijzondere omstandigheden niet in de gelegenheid is persoonlijk de goederen in te leveren kan een en ander geschieden door en familie lid of huisgenoot. BARON VAN LYNDEN EERVOL ONTSLAGEN. Als chef-administrateur van den rijksgebouwendienst. Het ministerie van financiën maakt be kend, dat baron van Lynden op zijn ver zoek met ingang van 21 Maart eervol ont slag is verleend als chef-administrateur van den rijksgebouwendienst. Zijn functie wordt overgenomen door dr. H. F. C. Har- denberg. KLEEREN VOOR NEDERLANDSCHE ARBEIDERS IN HET BUITENLAND. In onderling overleg is door het depar tement van handel, nijverheid en scheep vaart en het rijksbureau een regeling ge troffen, zoodat thans nieuwe kleeren kun nen worden verzonden naar in Duitsch- land, België en Frankrijk werkzaam zijn de Nederlandsche arbeiders. Men dient daarvoor bij het orgaan der openbare arbeidsbemiddeling in zijn woon plaats een verzoek in ter verkrijging van een uitvoermachtiging. Het orgaan int 0.50 van den aanvrager en stelt zich rechtstreeks in verbinding met het crisis uitvoer bureau. Na ont vangst van machtiging zendt het orgaan deze aan den aanvrager toe. Daarna kan men overgaan tot verzending van de klee ren. Naar Duitschland moet de verzending per pakketpost geschieden, naar België of Frankrijk zal van "de Nederlandsche Spoorwegen gebruik gemaakt moeten worden. De afzenders moeten er vooral aan den ken de machtiging tot uitvoer met goede ren mee te zenden. Bij het orgaan der openbare arbeids bemiddeling kaii men alle verder ge- wenschte inlichtingen ver-krijgen. TWEE DUITSCHE OFFICIEREN UIT CANADEESCH GEVANGENKAMP ONTSNAPT. De .Associated Press" publiceert een mededeeling der Canadeesche internee- ringsautoriteiten te Ottawa, volgens welke twee Duitsche marine-officieren erin ge slaagd zijn uit het gevangenkamp Fort Henry in de buurt van Kingston (Ontario) te vluchten. Ondanks achtervolging door Canadeesche politie en militairen bereikten beide Duitschers na een vermetelen vlucht over de ijsschotsen van de Lawrence-ri- vier, Amerikaansch grondgebied. De Ame- rikaansche autoriteiten weigerden de uitle vering, daar de grens in het midden van den stroom ligt. In Oost-Afrika duurt de. slag bij Keren onvermoeid voort. In weerwil van de reeds geleden verliezen aan Italiaansche zijde en de krachtige luchtacties der Britten blijven de Italiaansche troepen op ver scheidene punten tegenaanvallen onderne men. Op het kaartje zijn deze met zwarte pijltjes aangegeven, het gearceerde ge deelte stelt het Britsche bezette gebied Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakte Zondag bekend Lichte gevechtsvliegtuigen hebben Za terdag de haveninstallaties van Colchester en Peterhead met goed resultaat aange vallen. In het kanaal van St. George zonk een vrachtboot van 3000 ton, na mid scheeps door een bom te zijn getroffen. Ten oosten %'an Oxfordness werd een schip door bommen zwaar beschadigd. Voor de Brit sche zuidkust werden mijnenvegers succes vol aangevallen. Onder escorte van jachtvliegtuigen heeft een Duitsche gevechtsformatie Zaterdag middag de haven van La Valetta op Mal ta gebombardeerd. Voltreffers op schepen en luchtdoelartilleriestellingen werden ge signaleerd. In luchtgevechten, die tijdens deze aanvallen ontstonden, schoten Duit sche jagers zeven jachtvliegtuigen van het type Hurricane zonder eigen verliezen neer. In de avonduren werd de haven van La Valetta nogmaals doeltreffend aangeval len. Duitsche en Italiaansche torpedovlieg tuigen hebben bij Agadabin Noord-Afrika vijandelijke vliegtuigen in brand gescho ten en troepenconcentraties met zichtbaar succes aangevallen met bommen en boord- wapens. Óp zee ten Zuiden van Kreta hebben Duitsche gevechtsvliegtuigen een krachtig beveiligd convooi aangehouden. In een scheeraanval plaatsten zij twee treffers midscheeps op een vaartuig van 6000 b.r.t., waarop het schip brandend bleef liggen. Twee andere schepen van dit con vooi werden beschadigd.Een koopvaarder van 5000 b.r.t. werd ten Zuidwesten van Cyprus door een Duitsch gevechtsvliegtuig zoo zwaar beschadigd, dat op het verlies er van ger-ekend kan worden. Een patrouillevaartuig heeft voor de Noorsche kust een Britschen bommenwer per van het type Bristol-Blenheim neer gehaald. De vijand is overdag noch des nachts boven het gebied van het Duitsche rijk ver schenen. De verliezen van den tegenstander heb ben Zaterdag acht vliegtuigen bedragen. Een eigen toestel is over tijd. Farinacc! aan Grleksche front gesneuveld. Uit Belgrado (Yoegc-Slavië) meldt het D.N.B.: de vroegere algemeene secretaris van de fascistische partij, Farinacci, zou, volgens een bericht uit Bitolj, in de ge vechten voor Tepeleni gesneuveld zijn. Fa rinacci stond aan het hoofd van een ba taljon zwarthemden en betoonde, naar Grieksche berichten uit Saloniki melden, groote dapperheid. Na een strijd die uren lang duurde, vonden de zich terugtrek kende Italianen zijn lijk. voor. De voortdurende pogingen der Brit ten om voorbij de vooruitgeschoven Ita liaansche stellingen rondom Keren en As mara te komen zijn tot op heden toe mis lukt. Verscheidene plaatsenzooals Agor- dat en Barentoe gelegen in het Britsche front werden door de Italiaansche lucht macht gebombardeerd. Het 289e Italiaansche weermachtsbe- richt van Zondag luidt Aan het Grieksche front activiteit der artillerie. Onze luchtformaties hebben een aanval gedaan op de haven en luchtbasis van Korfoe.- Een schip werd tot zinken ge bracht en een ander benevens installaties van de basis werden beschadigd. Onze jachteenheden deden herhaaldelijk in scheervlucht aanvallen op het Grieksche vliegveld Paramithya, waarbij drie vlieg tuigen op den grond in brand geschoten en verscheidene anderen beschadigd wer den. Tijdens gevechten tegen vijandelijke jagers werden twee vliegtuigen van het type Gloster neergeschoten. Een groep ja gers onder bevel van majoor-vlieger Oscar Molinari heeft haar 50e overwinning in de lucht behaald. Vliegtuigen van het Duitsche luchtcorps hebben de haven van La valetta op Malta gebombardeerd en gemeerde schepen en artilleriestellingen beschadigd. Tijdens luchtgevechten' tegen vijandelijke jagers zyn zeven toestellen van het type Hurri cane neergeschoten. In Noord-Afrika hebben Italiaansche en Duitsche vliegtuigen gemotoriseerde krijgs- middelen en troepen van den vijand ge bombardeerd. In het Oostelijk deel van de Middelland- sche Zee hebben onze vliegtuigen met bommen en torpedo's een vijandelijk con vooi aangevallen. Een schip van 10.000 ton, dat door torpedo's getroffen was, zonk. Duitsche vliegtuigen deden een aan val op een vijandelijk convooi, waarbij drie schepen zwaar beschadigd werden. Ook op een andere plaats is een schip zwaar be schadigd. Een van onze formaties jagers heeft op geringe hoogte aanvallen gedaan op het terrein van Iraklion op Kreta, waarbij een vijandelijk vliegtuig in brand geschoten en andere beschadigd werden. In Oost-Afrika heeft de vijand op den avond van 21 Maart den aanval in den sector van Keren hervat, maar is- overal met verliezen teruggeslagen. Onze vlieg tuigen hebben in dezen sector welverde- digde vijandelijke stellingen gebombar deerd. In luchtgevechten zijn drie Britsche vliegtuigen''neergeschoten. Twee van onze toestellen keerden niet terug. In Galla Si- dama is een vijandelijke colonne terugge slagen, nadat zij getracht had in den sector van Djavello door te dringen. De vijandelijke luchtmacht heeft een aanval uitgevoerd, op Diredawa, Keren, Asmara en andere plaatsen in Erythrea; In Asmara betreurt men twee dooden en negen ge wonden. Een vijandelijk vliegtuig is neer geschoten. Een ander Engelsch toestel is door onze jagers te Diredawa neergehaald. Tijdens bovengenoemde operaties heeft de vijand dus in totaal elf vliegtuigen verlo ren, die door onze jagers neergeschoten zyn en zeven als gevolg van optreden van het Duitsche luchtcorps. HET DUITSCHE. HET ITALIAANSCHE. 9'f DOOR FRANK F. BRAUN. 13) „Ik? Nee, waarom zou ik?" Angelica maakte een sussende hand beweging. „Ik dacht alleen maar zei ze onbestemd. „Er is bij ons iemand van de politie geweest en die heeft Dora ondervraagd. Blijkbaar staan wij onder verdenking." „Wij? Wie bedoel je daarmee?" „Moeder en ik." „Je moeder ook?"' Hij was verbaasd. „Die was toch heelemaal niet van de partij toen bij die picnic*?' Angelica trok haar schouders op en liet ze weder zinken. Misschien nemen ze aan, dat ze van het plan op de hoogte is geweest." Ladislaus Marczali kon wat hij nu hoorde, niet dadelijk begrijpen. „Dan heeft de politie dus verdenking tegen jou en gelooft, dat je moeder je daarbij heeft geholpen?" „Hoe kan ik dat weten'? Maar het Iykt er in ieder geval wel op". Angelica boog zich voorover. Haar mooie blauwe oogen kwamen vlak bij zijn gezicht. „Hoe denk jij er eigenlijk over?" vroeg ze. „Houd je my voor de daderes?" „Maar Angelica, hoe kun je dat nu wagen! Jy zou geen vlieg kwaad kunnen doen." „Een vlieg, nee; die zou me er ook geen aanleiding toe hebben gegeven." Haar blik was onverklaarbaar. Ze ging met een ruk weer rechtop zitten. „Het is eigenlijk heel interessant", zei ze. „om zoo te zeg gen een examen van een bijzonder soort, dat maar één keer voorkomt. Als ik het gedaan had, Ladi, wat zou jij dan doen?" Ze keek hem onderzoekend aan. Hij bevochtigde zijn lippen met zijn tong. Daarop stiet hij met kracht zijn adem uit „Maar dat is toch onzin. Ange lica; ik begrijp heelemaal niets van je". Ze vatte zijn uitvluchten woordelijk op. „Neem eens aan, dat ik je nu beken: ik heb Joachim vergiftigd." Hierop zweeg ze. Kybander kon haar gezicht goed zien. Het scheen onaangedaan. De trekken van den Hongaar toonden echter ontsteltenis. Hij boog zich voorover; zijn oogen had den een onrustigen glans. „Heb je het gedaan, Angelica?" „Ik zeg je toch: verondersteld eens." Haar lippen waren zeer smal. ,Je hebt het niet gedaan. Jij kunt het niet geweest zijn, onmogelijk!" „OnmogelykWaarom?" „Je had geen enkel motief." „Och, een motief is gauw gevonden. Ik zou maar een beetje hysterisch moeten zijn. Bovendien was Joachim mijn stief broeder, we waren wel familie van elkaar, maar een stiefbroederdat beteekent vaak oneenigheid. Of andersom; ik kan ook van hem hebben gehouden en gunde hem Inge Lot ter of Louise Weidenberg ■niet." „Praat toch niet zoo". Zijn hand greep naar de hare. Hij hield haar vingers vast. Plotseling voor haar althans onver wacht, zei hy: „Ga met my er vandoor." „Er vandoor gaan?" „Op reis gaan, als je wilt," „Je gelooft dus dat ik het gedaan heb?" Hij schudde zjjn hoofd. Daarop zei hij: „Ik geloof heelemaal niets. Maar als je vandaag nog met my op reis wilt gaan..." Hy bral-, mid/den in zijn voorstel af. Haar gezicht waarschuwde hem. Ze keek hem aan; haar oogen waren kleiner geworden. „Neé", antwoordde ze hem, „een vlucht zou een bekentenis van schuld zijn". „Het zou misschien verstandig zyn. Laat de politie den moordenaar maar zoeken. Zonder ons. Wij zouden dan in veiligheid zijn". .Waarheen wil je dan vluchten Waar is er dan die veiligheid?" Hij maakte een onbestemde handbewe ging. ,Ik zou wel weten, hoe we ons spoor zouden kunnen uitwisschen. Daar zijn niet eens veel voorbereidingen voor noodig. Het hangt van jou af. Als jy zegt: van daag gaan we weg, dan gaan we weg." Ze zeiden niets meer. De kelnner bracht het bestelde en zette het voor hen neer. Angelica zag, hoe hy naar den heer aan de tafel ernaast ging den heer met den strooien hoed. Ze kreeg dezen man nu eerst in het oog en fluisterde haar vriend iets toe. Ladislaus Marczali keek om; hij kon door de klimopranken niet veel van den man aan den anderen kant zien, op wien Angelica hem opmerkzaam had gemaakt. Maar hy schudde het hoofd. Je ziet spo ken." Hij kende den man niet. Maar Angelica was ongerust geworden. Ze wenkte den kellner. Ze betaalde, lie ten him koffie onaangeroerd en gingen heen. Hoofdinspecteur Kybander keek het paar na. Ze gingen in de richting van het park en zouden waarschijnlijk daar op een bank hun gesprek voortzetten. Een goed paar, dacht hij. Die Hongaar past goed by haar. Tenminste uiterlijk Breede schouders als het tenminste geen watten zijn smalle heupen; een figuur voor beeldhouwers die het model voor een beeld voor een sportveld zoeken. Daarop stond hy op en ging aan de tafel van den verbaasden Henke zitten, den moord en wat het merkwaardige was: „Een reusachtig masker, inspecteur; met zoo weinig middelen". „Blijkbaar toch niet goed genoeg. Het beviel Angelica niet erg. Maar waarschijn lijk zou ze voor ieder^n toehoorder zijn weggeloopen." „Ik kon niet veel verstaan", zei Henke, „maar ik had het gevoel dat ze elkaar over en weer de schuld toeschoven. Een paar woorden heb ik opgevangen. Heb ik me vergist?" Kybander speelde met zyn strooien hoed. „Wat een ellendige dingen zijn dat", zei hij. Maar daarop hief hij met een ruk het hoofd op. „Neen, Henke, je hebt het goed gehoord. Ze spraken allebei over den moord en wat het merkwaardig was: het was de Hongaar die graag weg wilde." „Weg wilde .„Ja, hij stelde het meisje dringend een onmiddellijke vlucht voor." „Ah!" zei rechercheur Henke zegevie rend. Kybander keek hem aan ,Zeg toch niet: Ah, man!-Je doet alsof het een vinger wijzing is, een lichtstraal." „En is dat niet zoo, inspecteur?" „Volgens mijn meening heelemaal niet", antwoordde Kybander grimmig. De kellner 'bracht hem zijn kop koffie na; hij dankte met een hoofdknik en dronk den kop in één teug leeg. HOOFDSTUK VI. Peter Braubach liet zijn handen zin ken. De laatste toonen van den mooien grooten vleugel verklonken. Hij wendde zich op de draaikruk half on en keek zyn nichtje aan. Veel zou hij niet van haar zien. De groote staande lamp was tus- schen hen. Angelica zat op den divan tegen den muur verder was er niemand in de kamer. ,Ik ben een stumperd in vergelijking met jouw vingervlugheid. Waarom wilde je, dat ik zou spelen?" „Je hebt heel mooi gespeeld. Peter; zoo'n tango kun jij beter spelen dan ik. Werkelijk, heel aardig." „Heel aardig", herhaalde hij. Zyn mond kreeg een bitteren trek. „Dat is een lee- lijk woord, zelfs als het goed gemeend is. Het schijnt over mijn heele leven te heer- schen. Heel aardig, niets half meer, ook nog niets heel." „Ben je uit je humeur?" „Deze dagen zijn er toch ook niet naar om vroolijk te zijn. Zoo pas is Joachim begraven. De moordenaar is nog niet ge pakt, hij wordt misschien nooit ontdekt en de inspecteur van politie was zoo vriendelijk, mij eraan te herinneren, dat de poging om my toch om zeep te brengen, gemakkelijk herhaald zou kunnen worden. Het is dus niet overdreven ora te zeggen, dat ik uit mijn humeur ben." Hij vertrok zyn gezicht. „Weet je, wat mij zoo opvalt, Angelica, neem mij niet kwalyk, dat ik het zoo openlijk zeg, maar jy noch tante Evahij aarzelde een oogenblik, doch vervolgde spoedig: „Erg aan Joachim gehecht waren jullie blijk baar toch niet." „Omdat we niet net zooals Dora met roode gezichten van het huilen rondloo- pen?" „Niet daarom. Maar als ik het zoo zeg gen mag: ik heb het gevoel, dat jullie tevreden bent met den gang van zaken, zooals die zich heeft voorgedaan." „Dat is sterk. Peter. Hoe kun je zoo iets zeggen?" „Neem me niet kwalijk, maar ik heb den indruk, dat het zoo is. Jullie vonden het griezelig en daarom moest ik bö jullie in komen wonen. Maar nu is alles in or de. Is het niet zoo?" „En als het nu eens zoo was?" Hy draaide op zijn pianokruk heen en weer. „Het is geen verwijt. Angelica, al leen maar het vaststellen van een feit. Het was misschien moeilijk om goed met Joachim op te schieten." „Misschien (Wordt vervolgd.,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5