Tweede blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Zaterdag 22 Maart 1941
Kroniek van den dag
DE ONDERGANG VAN DEN KRUISER
,flLUCHER".
De Rijkscommissaris kan civiel standrecht
afkondigen.
Balkan-aspecten,,
Het kan niet worden tegengesproken,
dat de wereld als 't ware den adem In
houdt, in afwachting van groote gebeurte
nissen. Zeker, de aanneming van de Ame
rikaan sche leen- en pachtwet was een zeer
belangrijke gebeurtenis, wijl daardoor eeni-
ge meerdere zekerheid werd verkregen
over de politiek, welke de Ver. Staten ten
aanzien van de gebeurtenissen in Europa
denken te voeren, maar in Berlijn heeft
men wel te verstaan gegeven, dat de wer-
king van deze wet niet zoodanig zal kun
nen zijn, dat daardoor invloed van betee-
kenis zal kunnen worden uitgeoefend op
het verloop van den oorlog.
Afgewacht moet nog worden, in hoe
verre de Vereenigde Staten in staat zullen
zyn, hun industrieele capaciteit zoodanig
op te voeren, dat zij naast de uitvoering
van het eigen omvangrijke bewapenings
program ook nog de Britsche oorlogs
machine in zoo groote mate kan steunen,
dat de Britsche weerstand kan worden
versterkt. Het heeft weinig zin, zich daar
over thans in veronderstellingen te bege
ven. Afwachten is de boodschap, al is het
begrijpelijk, dat de regeering te Londen
hoog opgeeft van het Amerikaansche be
sluit.
Maar in eerste instantie wordt thans de
aandacht gevraagd voor de ontwikkeling
in Europa, waar men in afwachting leeft
van komende groote gebeurtenissen. Een
en ander wordt nog geaccentueerd door de
grootscheepsohe aanvallen, van het Duit-
sche luchtwapen op de Britsche industrie-
en oorlogscentra en door het Italiaansche
offensief in Albanië. Wat zich op de mili
taire fronten afspeelt, schijnt nochtans niet
de hoofdzaak te zijn, want op het diplo
matieke front heerscht hoogspanning.
Spanning vooral over de Balkan-ontwikke
ling.
De toetreding van Yoego-Slavië tot het
Driemogendhedenpact heeft tot nog toe óp
zich laten wachten en tegelijkertijd is over
het- Turksche antwoord op de boodschap
vati Hitier officieel niets bekend gewor
den.
Zoo verkeert men dus over het stand
punt van deze beide landen nog in het
onzekere en de mogelijkheid mag dus
overwogen worden, dat de lont alsnog in
het Balkan-kruithuis zal borden gestoken.
Het heeft de aandacht getrokken, dat de
gebeurtenissen in Bulgarije samenvielen
met het Italiaansche offensief in Albanië.
Behalve dat gespróken kon worden van
een diplomatieke zet der spilmogendheden
in antwoord op de Britsche activiteit in
Turkije en Yoego-Slavië, had dit optreden
vooral ook beteekents voor de ontwikke
ling aan het Grieksch-Albaneesche front.
Er zijn den laatsten tijd nogal eens
proefballonnetjes opgelaten met betrekking
tot een mogelijke bemiddeling in het
Griekschltaliaanscheconflict. Wij hebben
naa.r aanleiding daarvan reeds de belangen
der onderscheiden mogendheden bij een be
middelingsactie in onze beschouwingen be
sproken. In Berlijn heeft men deze bemid
delingssuggesties als pure verzinsels van
de hand gewezen en na wat zich sinds dien
heeft afgespeeld, behoeft er niet aan te
worden getwijfeld, dat Berlijn er niet\ aan
denkt, iets te ondernemen ter bijlegging
van dit conflict. Want thans kan Duitsch-
land er geen enkel belang bij hebben het
Grieksche gebied te neutraliseeren. Want
daardoor zou immers de weg naar zee alsr
nóg worden gesloten. Een initiatief tot
bijlegging van het conflict moet van Grie
kenland uitgaan en het machtsvertoon,
zoowel in Bulgarije als in Albanië zal wel
licht deze strekking kunnen hebben. Dit
machtsvertoon is nog niet ten einde
Griekenland, hoewel, naar verluidt, den
strijd moede, heeft nog geen enkele poging
ondernomen, om met Italië tot een ver
gelijk te komen. De Britsche invloed
schijnt zelfs toe te nemen, getuige het be
richt omtrent de landing van Britsche
troepen in Griekenland. Dat wijst niet op
wapenstilstand, laat staan op een regeling
van het gescbiL
De Duitsche dreiging vanuit Bulgarije
is er nog steeds en men heeft er zich wel
licht over verbaasd, dat deze troepen nog
niet hebben ingegrepen, aangenomen dan.
dat zij ook met dat doel de Bulgaarsche
grenzen overschreden hebben.
In dat geval kan de vraag gesteld wor
den waarom hebben zij nog niet inge
grepen? Want wel is het voor de belangen
der spilmogendheden dienstig, dat de Brit
sche strijdkrachten èn in Griekenland èn
in Afrika aan de praat gorden gehouden,
maai: aan den anderen kant zal een ver
haasting van het proces ook Èerlijn en
Rome slechts welgevallig kunnen zijn.
Het antwoord op deze vraag kan luiden,
dat de diplomatieke constellatie nog niet
van een zoodanige degelijkheid is, dat een
ingrijpen in het conflict om de beheer-
sehing van Zuid-Oost-Éuropa tot een on
middellijk. en beslissend succes kan leiden.
Berlijn heeft er niet het minste belang bij,
het oorlogsgebied uit te breiden en daartoe
zou het bij een ingrijpen op dit oogenblik
wellicht kunnen komen.
Wanneer wij voor den betrekkelijken stil
stand in den Balkan een karakteristiek
moéten geven, dan zal niet gesproken mo
gen worden van een bevriezing van den
toestand. Veeleer moet gedacht worden aan
een zenuwenoorlog, welke door de twee
groote tegenspelers met alle beschikbare
middelen wordt gevoerd. Een afmattings
proces om Yoego-Slavië te brengen tot een
stellingname, welke zich niet langer op
de „beproefde politiek van neutraliteit"
kan vastleggen. Een zenuwenoorlog om de
beheersching van Turkije. Het heeft de
aandacht getrokken, dat het Turksche
parlement nog steeds de politiek van het
land niet heeft omschreven, hoewel deze
reeds veertien dagen geleden werd aange
kondigd. Maar Eden had de Turksche
hoofdstad nog niet verlaten, of er arri
veerde een koerier uit Berlijn, met een
speciale boodschap van Hitier voor Inönü.
En terwijl een speciale gezant met het
antwoord van Turkije naar Berlijn onder
weg was, ontmoette Eden op Cyprus zijn
Turkschen collega Sarajogloe.,
Men zal nu in deze dagen van de on
derscheiden bij deze politieke ontwikkeling
betrokken partijen het woord „overeen
stemming" kunnen hooren. Daarmede
wordt echter tegelijkertijd het nevelgordijn
verdioht. Er zijn namelijk ook andere fac-
In de Oslofjord op 9 April 1940.
In de Westdeutscher Beobachter vertelt
een van de opvarenden van den zwaren
kruiser Blücher van den ondergang van dat
sedert het' uitbreken van. den oorlog in
dienst gestelde schip, in de Oslo-fjord, op
9 April 1940.
De Blücher, het vlaggenschip van het
eskader dat de bezetting van Oslo tot taak
had, was zonder bijzondere voorvallen
behalve diat eenmaal duikboot-alarm was
gemaakt zonder dat zich een duikboot of
een torpedo vertoonde tegen midder
nacht, 8 April onder de Noorsche kust
aangekomen, aldus ontleent de N.R.Crt.
aan dit blad.
„Wij hadden bevel slechts dan het vu
ren te openen, indien wij direct werden
aangevallen, doch dan ook eiken tegen
stand te breken. Spoedig hadden wij bet
punt bereikt, waar het eerste landings
corps van boord moest worden gezet. Al
les verliep zonder fout, slechts hadden de
wachtbooten kleine gevechten te leveren
met Noorsche schepen. Naar wij later ver
namen was déze strijd kort en hard, onze
troepen kwamen goed aan land.
Nadat het eerste landingscorps van
boord was, zetten wij de vaart voort. Wat
een zware taak de leiding had, kon zich
degene voorstellen die 0Je kust met de vele
kleine en zeer kleine eilanden en scheren
kent. De problemen van de navigatie wer
den meesterlijk opgelost.
Daar Op korten afstand, ten hoogste
een paar duizend meter ver straalt ons een
zoeklicht tegen, glijdt weer van ons weg
en zoekt als de vinger van een geest over
de watervlakte. Heeft men ons niet ge
zien? Reeds worden onze kanonnen ge
richt. Alles is in hevige spanning, maar
geen bevel tot vuren komt en de Npor
heeft er de voorkeur aan gegeven zijn licht
weer uit te draaien. Nadat alles weer don
ker is geworden, wordt de algemeene
spanning weer wat minder, het geschut
wordt weer in den normalen stand ge
bracht. En, weer tasten wij ons de donkere
fjord in, naar ons tweede punt.
Het gaat er om voor den volgenden lan
dingstroep het arsenaal en de havenstad
Horten te bezetten. Horten is ten deele
nog verlicht en vermoedt niets. Tot hier
verloopt de landingsmanoeuvre zonder fei
len, al zien wij het aan land of dicht bij
land dikwijls oplichten. Moeten wij ingrij
pen? Néén, dat moeten toch de wachtbpo-
tordn, welke op de politiek van Turkije
van invloed zijn en waardoor uiteindelijk
de Balkankoers wordt bepaald. Een dier
factoren -het is reeds vroeger in den
breede uiteengezet is Rusland.
Met het noemen van Rusland denkt
men aan Matsoeoka, die thans op weg is
naar Berlijn. De, Ja,panache minister van
buitenlandsche zaken, krachtig bevorde
raar van de Dultsch-Italiaansch-Japansche
betrekkingen doet op zijn reis naar de
Duitsche hoofdstad ook Moskou aan en
zonder dat men zich nu voor het oogen
blik groote illusies zal mogen maken over
een vérstrekkende Russisch-Japansche toe
nadering daarvoor hebben de beide lan
den, wat hun beide belangen betreft, de
weinig punten van gemeenschappelijk wil
len, om maar niet te spreken van tegen
gestelde belangen mag toch wel wor
den aangenomen, dat deze diplomaat de
Europeesche situatie en in het bijzonder
de Balkan-constellatie met de leiders van
het Kreml zal bespreken. Er is te meer
aanleiding voor deze veronderstelling, om
dat Matsoeoka's oponthoud in de Russi
sche hoofdstad van ongewoon langen duur
is geweest. Weliswaar moet er rekening
mede worden gehouden, dat Matsoeoka
ook het Chineesche conflict ter sprake
heeft gebracht, zulks mede in verband met
de geruchten omtrent de vorming van
een onafhankelyken Chineeschen staat
onder een „Chineesche Sovjetregeering",
hg reist naar Europa, in de eerste plaats
als partner in het Driehoeksverdrag.
In die kwaliteit ligt het ongetwijfeld
ook op zijn weg, de stemming van het
Kreml met betrekking tot de jongste uit
breiding, welke aan het pact werd gegeven,
te peilen.
Rusland, er valt niet aan te twijfelen, is
partij in de Balkanordening en zijn stand
punt te kennen is van groot gewicht voor
een zuivere beoordeeling van de positie,
waarin Turkije zich thans ziet geplaatst.
Een niet minder belangrijk Balkanaspect
is Yoego-Slavië. We hebben reeds uiteen
gezet, dat Belgrado vroeg of laat tot eén
stellingname zal moeten komen. Als Bal-
kanmogendheid zal het de politieke ont
wikkeling niet lang als neutrale toeschou
wer kunnen bezien, wijl daarbij ook de
toekomst van het land zelf op het spel
staat. De reizen van den prins-regent en
van de leiders der buitenlandsche politiek
naar Berlijn wezen er reeds op, dat er
een diplomatiek offensief van groot for
maat gaande is. En hoezeer dit ook zyn
weerslag .vindt in het land zelf, bewijst
wel het bericht, dat de ministerraad gis
teren gedurende drie uren heeft beraad
slaagd. Naar verluidt zijn belangrijke be
slissingen genomen. Omtrent den aard de
zer beslissingen is nog niets bekend ge
worden, maar wel kan worden aangeno
men, dat zich hetgeen reeds voortvloeit
uit de opvattingen, welke in de regeering
zijn vertegenwoordigd meeningsverschil-
len hebben voorgedaan. Daarom ook kan
met spanning tegemoet worden gezien,
welk resultaat het bezoek van den Hon-
gaarschen minister van buitenlandsche za
ken, von Bardossy, aan München zal op
leveren.
Hongarije trad als eerste toe tot het
pact van Berlijn, als inzet van de be
heersching door de spilmogendheden van
de Balkanpolitiek.
Terwijl Bërltjn zich gereed maakt om
Matsoeoka een grootsche ontvangst te be
reiden de inzet voor het tweede deel van
het diplomatieke offensief worden in
den Balkan de strategische punten bezet.
Het eene staat in nauw verband met het
andere en daarom is het van belang aan
den* vooravond van deze voor de toekomst
van Europa ongetwijfeld gewichtige be
sprekingen de Balkan-aspecten nog eens
te belichten.
ten doen. Wij moeten verder. Want we
moeten de hoofdstad en de vlieghaven be
zetten, opdat onze kameraden uit de lucht
veilig kunnen landen.
Verder dus. Nu moet weldra het nauw
ste deel van de fjord worden gepasseerd.
Midden in de fjord ligt dan een eiland,
zwaar bewapend met geschut van 28 en
30.5 c.m. en op het vasteland staan beslist
nog kanonnen. Langzaam is de nacht in
een vaalgrijs overgegaan. He): is even over
vijven. Nog niemand van ons vermoedde
het gewicht van de volgende minuten en
dat twee uur later onze mooie kruiser zou
zinken.
Als een schim steekt het eiland uit de
duisternis. Plotseling wordt op het eiland
een zoeklicht ontstoken. Onmiddellijk wor
den er de kanonnen op gericht. Maar het
zoeklicht treft niet ons, doch eten boei,
waar we langs moeten om goed te passefe-
ren. Dit gedeelte was nauwelijks 300 m.
breed.
We ademen even op, nadat het zoeklicht
ons den weg nog vêrlicht had. Blijkbaar
wilde de Noor ons toch zonder verzet laten
passeer.en om bloedvergieten te verhinde
ren. Maar we hadden ons vergist.
Bijna waren we de boei gepasseerd of
het zoeklicht ging uit en een oorverdoo-
vend lawaai brak los. Felle bliksemlichten
schoten van het eiland af en bijna op het
zelfde oogenblik sloegen de vijandelijke
granaten in ons trotsche schip. Nu was
er voor ons ook géén terughouden meer.
„Alle kanonnen vuren", en toen spuwden
alle loopen hun granaten naar het eiland
om den tegenstand te breken. Intusschen
hadden ook de batterijen op het vasteland
ingegrepen. Dit alles speelde zich af in
wonderlijk korten tijd.
Wij lagen nu wat schuin van het eiland.
Toen werd onze kruiser als door een reu
zenvuist gepakt, wat opgeheven en op de
bakboordzijde gelegd. Wat was er ge
beurd? Een verschrikkelijke knal ver
scheurde de lucht, de vloer onder de voe
ten werd eenvoudig weggerukt en het
schip bleef met slagzij liggen. Alle lichten
waren, uitgegaan, nog slechts enkele ka
nonnen vuurden.
Waren we op een mijn geloopen of had
men ons van het land af getorpedeerd?.
Niemand wist wat er gebeurd was. Het
bevel kwam Stop battery. Op het eiland
en van het vasteland schoot men niet meer
op ons. De achter ons varende schepen
hadden intusschen het gevecht opgenomen
en beschoten het eiland.
Maar wat zag ons schip er uitDe vij
andelijke granaten hadden goed getrof
fen. Midscheeps was een brand uitgebro
ken. Hier en daar hoorde mem kameraden
steunen. Gewonden werden naar de ver-
bandplaatsen gedragen. Toen kwam het
bevel Alle beschikbare manschappen
blusschen, maar er was geen water uit de
slangen te krijgen. D© ontploffing onder
water had blijkbaar de machine getroffen,
zoodat er op d'e pompen geen electrische
stroom meer stond en zij geen water kon
den produceeren. Met emmers werd ge
poogd water van buiten boord te scheppen
doch het haalde niets uit. de brand greep
steeds verder om zich heen en dreigde ook
over te slaan op d!e munitie. Dus niet lang
praten en de bedreigde munitie uit de kas
ten in veiligheid gebracht. We waren daar
allen mee bezig toen een vreeselyke knal
door de stilte klonk. IJzeren deelen en an
dere voorwerpen vlogen door de lucht. Vlug
dekking nemen om niet getroffen te wor
den.
Wat was er gebeurd? De brand bad de
bommen van onze boordvliegtuigen bereikt
en ze tot ontploffing gebracht. Steeds
meer ging het schip op de bakboordzijde
liggen. Reeds stond de reeling in het wa
ter. Was het schip nog te redden?
Niemand kon op deze vraag een ant
woord geven.
Toen ging van mond tot mond het bevel
Alle manschappen naar het bovendek.
Door den brand kon men van het voor
schip niet meer naar het achterdek ko
men. Langzaam kwamen alle nog levende
manschappen aan dek en met hen ook de
landsoldaten, die wij in het korte gevecht
byna vergeten waren. Het was dag ge
worden. Het was even voor zeven. Aan
land lag alles onder de sneeuw. Op het
eiland woedden hevige branden. En onze
kruiser zakte steeds dieper weg.
Op den bak hield de commandant een
korte toespraak, die echter slechts door de
dichtstbijstaanden verstaan werd. Een
laatste „hoera" en „Sieg-Heil" en we
moesten op bevel van den commandant
het schip verlaten om zwemmend land te
bereiken.
Nu wisten we het, ons trotsche schip
had in het korte gevecht van korten af-
stand zware treffers moeten incasseeren
en de ontploffing onder water had de ma
chines onklaar gemaakt. Zwemvesten aan,
kleeren uit en zoo in het water dat onge
veer een temperatuur had van 1 gTaad C.
en bedekt was met een dunne laag stook
olie. Menig dapper landsman sprong met
volle uitrusting in het water zonder weer
op te duiken. Ze wilden zonder geweer niet
leven We moesten hen met geweld den
ransel afnemen en him onze zwemvesten
aandoen, want velen van hen konden niet
zwemmen. Wy konden wel zwemmen en
zouden den wal ook zonder vesten berei
ken.
De eenig heel gebleven sloep voer voort
durend met gewonden naar land en bracht
zwemvesten mee terug van de kameraden
die aan land waren gekomen. Zoo konden
telkens nieuwe manschappen daarmee
worden voorzien. Stukken hout werden in
het water geworpen en menigeen redde
daardoor het leven.
Om 10 minuten voor zeven sprong ik in
het water, er was 600 m. te zwemmen. De
ledematen werden al gauw stjjf, doch men
moest doorzwemmen. Na ongeveer 25 mi
nuten kwam ik aan land.
Ons sChip lag in vlammen en rook. De
op het zee-oppervlak gestroomde stook
olie brandde ook al en er waren nog sol
daten aan boord. Wy aan land konden niet
helpen. Menigeen moest de oogen afvegen.
Verscheidene malen klonk nog hoera-ge-
roep over de fjord. Langzaam legde het
schip zich steeds meer op de bakboord
zij, totdat het ten slotte kenterdie en heU
roerblad en de schroeven zichtbaar we'
den. En langzaam zonk ook dit in zee".
"■jdens een luchtaanval op Hamburg werd een Engelsche bommenwerper
r ergeschoten. Het toestel kwam in de onmiddellijke nabijheid van een
woonwijk terecht en brandde geheel uit (Foto Weltbild)
WIJ BELASTEN ONS GAARNE MET DE AFSLUITING
VAN MOLEST-VERZEKERINGEN.
Inlichtingen worden te onzen kantore verstrekt.
AMSTERDAMSCHE BANK N.V.
BIJKANTOOR MIDDELBURG.
Kantoor: Slmpelhulsstraat.
Voor handhaving of herstel van de openbare orde en veiligheid.
Bij verordening van den Rijkscom
missaris voor het bezette Nederland-
'sche gebied betreffende het afkondigen
van het civiel standrecht is het volgen
de bepaald
Artikel 1.
(1) Wanneer de Rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied zulks
voor de handhaving of het herstel van de
openbare orde en van de veiligheid van het
openbare leven noodig acht, kondigt hij
voor dit gebied of voor bepaalde deelen
daarvan het civiele standrecht af.
(2) Het civiele standrecht treedt door de
enkele afkondiging daarvan terstond in
werking. Deze afkondiging geschiedt door
aanplakking op openbare straten, wegen
en pleinen, door den radio-omroep, door de
pers of volgens plaatselijk gebruik. De op
heffing van het civiele standrecht dien
overeenkomstig.
(3) De afkondiging van het civiele
standrecht gaat gepaard met het bevel,
dat een ieder zich heeft te onthouden van
iedere beroering, welke de openbare orde
en de veiligheid van het openbare leven zou
kunnen verstoren of in gevaar brengen, en
zich heeft te schikken naar de bijzondere
maatregelen van den Rijkscommissaris,
welke deze, daarbij uitdrukkelijk de aan
dacht vestigende op de scherpte van het
civiele standrecht, uitvaardigt, terwijl hij
die aan een en ander niet voldoet stand
rechtelijk zal worden vervolgd.
Artikel 2.
In het gebied, waarvoor het,civiele standrecht
is afgekondigd, treden voor den duur daarvan
de bepalingen van de artikelen 3 tot en met 8
in werking, voor zoover de Rijkscommissaris niet
anders bepaalt.
Artikel 3.
(1). De hoogere SS- en politieleider treft alle
maatregelen, welke hij voor de handhaving en
het herstel van de openbare orde en de veilig
heid van het openbare leven noodig acht.
(2) Hij vaardigt de ter uitvoering van zijn taak
noodige rechtsvoorschriften uit. Deze kunnen,
onverminderd het bepaalde in artikel 7, geld
boeten tot een onbeperkt bedrag, hechtenis van
ten hoogste zes weken en gevangenisstraf Van
ten hoogst© vijf jaren inhouden. Zij dienen op de
wijze, als bedoeld in artikel 1, lid 2, tweede
volzin, te worden afgekondigd.
(3) Bij de uitvoering van zijn taak kan de
hoogere SS- en politieleider vail het geldende
recht afwijken.
Artikel 4.
(1) De Rijkscommissaris benoemt voor
het geheele gebied, waarvoor het civiele
standrecht is afgekondigd, een bijzonderen
gevolmachtigde.
(2) Het geheele openbare bestuur, met
uitzondering van de politie, is onderge
schikt aan den bijzonderen gemachtigde,
voor zoover de hoogere SS- en politieleider
in deze niet overeenkomstig het eerste lid
van artikel 3 ingrijpt.
(3) De bijzondere gemachtigde vaardigt de ter
uitvoering van zijn taak noodige rechtsvoor
schriften uit. Deze kunnen, onverminderd het
bepaalde in artikel 7, geldboeten tot een onbe
perkt bedrag, hechtenis van ten hoogste zes
weken en gevangenisstraf van ten hoogste vijf
jaren Inhouden Zü dienen op de wijze, als be
doeld in artikel 1, lid 2, tweede volzin, te wor
den afgekondigd.
(4) Bij de uitvoering van zijn taak kan de bij
zondere gemachtigde van het geldende recht
afwijken.
(5) De Rijkscommissaris behoudt zich het
recht voor ook voor bepaalde deelen van het
gebied, waarvoor het civiele standrecht is afge
kondigd, bijzondere gemachtigden te benoemen^
Artikel 5.
De werkzaamheden van alle vertegenwoordi
gende lichamen, zoomede van alle openbare be
stuurscolleges, welke in vergadering besluiten
nemen, blijven rusten. Hun bevoegdheden gaan
over op het daarvoor in aanmerking komends
leidende bestuursorgaan (bij voorbeeld commis
saris in de provincie, burgemeester, dijkgraaf*
Artikel 6.
De geldigheid van algemeen verbindende rechts
voorschriften, welke door de secretarissen-gene
raal van de Nederlandsche departementen van
aigemeen bestuur in overeenstemming met par.
3, lid 2, tweede volzin, van de verordening, no.
3/1940 of op grond van de verordening no. 23/
1940 worden uitgevaardigd, is afhankelijk van
de voorafgaande, toestemming van den bijzonde
ren gevolmachtigde (artikel 4).
Artikel 7.
Hij die na de afkondiging Van het civiel®
standrecht opzettelijk aan beroeringen,
welke de openbare orde en de veiligheid
van het openbare leven zouden, kunnen
verstoren of in gevaar zouden kunnea
brengen, deelneemt, alsmede degene, die
opzettelijk in strijd handelt met de inge
volge het derde lid van artikel 1 uitge
vaardigde bijzondere maatregelen van den
Rijkscommissaris, wordt standrechtelijk
vervolgd. Hy wordt met den dood, in lich
tere gevallen met levenslange tuchthuis
straf of met tijdelijke van ten minste tien
jaren gestraft.
Artikel 8.
(1) Als standgerecht treedt het Duitsche
hooggerechtshof op, hetwelk overeenkom
stig de in het Duitsche ryk (in de gedaante
van vóór de aansluiting van Oostenrijk—
Altreich) -geldende voorschriften omtrent
de procedure voor de bijzondere rechtbank
(Sondergericht) vonnist.
(2) De voorschriften betreffende de bevoegd
heid van de Duitsche militaire gerechten en van
de bijzondere rechtbanken in strafzaken voor
leden der SS en voor de leden der politie-orga-
nisaties met een bijzondere taak blijven onver
minderd van kracht.
(3) De rechters van het standgerecht worden
door den Rijkscommissaris benoemd. Het stand
gerecht wordt ook dan beschouwd volgens de
voorschriften te zijn bezet, wanneer slechts één
zijner rechters dé bevoegdheid voor het rech-
tersambt heeft.
(4) De doodvonnissen worden door middel van
den kogel voltrokken.
Artikel 9.
Deze verordening treedt ia werking op den
dag harer afkondiging.