Tweede blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 22 Maart 1941 Kroniek van den dag DE ONDERGANG VAN DEN KRUISER ,flLUCHER". De Rijkscommissaris kan civiel standrecht afkondigen. Balkan-aspecten,, Het kan niet worden tegengesproken, dat de wereld als 't ware den adem In houdt, in afwachting van groote gebeurte nissen. Zeker, de aanneming van de Ame rikaan sche leen- en pachtwet was een zeer belangrijke gebeurtenis, wijl daardoor eeni- ge meerdere zekerheid werd verkregen over de politiek, welke de Ver. Staten ten aanzien van de gebeurtenissen in Europa denken te voeren, maar in Berlijn heeft men wel te verstaan gegeven, dat de wer- king van deze wet niet zoodanig zal kun nen zijn, dat daardoor invloed van betee- kenis zal kunnen worden uitgeoefend op het verloop van den oorlog. Afgewacht moet nog worden, in hoe verre de Vereenigde Staten in staat zullen zyn, hun industrieele capaciteit zoodanig op te voeren, dat zij naast de uitvoering van het eigen omvangrijke bewapenings program ook nog de Britsche oorlogs machine in zoo groote mate kan steunen, dat de Britsche weerstand kan worden versterkt. Het heeft weinig zin, zich daar over thans in veronderstellingen te bege ven. Afwachten is de boodschap, al is het begrijpelijk, dat de regeering te Londen hoog opgeeft van het Amerikaansche be sluit. Maar in eerste instantie wordt thans de aandacht gevraagd voor de ontwikkeling in Europa, waar men in afwachting leeft van komende groote gebeurtenissen. Een en ander wordt nog geaccentueerd door de grootscheepsohe aanvallen, van het Duit- sche luchtwapen op de Britsche industrie- en oorlogscentra en door het Italiaansche offensief in Albanië. Wat zich op de mili taire fronten afspeelt, schijnt nochtans niet de hoofdzaak te zijn, want op het diplo matieke front heerscht hoogspanning. Spanning vooral over de Balkan-ontwikke ling. De toetreding van Yoego-Slavië tot het Driemogendhedenpact heeft tot nog toe óp zich laten wachten en tegelijkertijd is over het- Turksche antwoord op de boodschap vati Hitier officieel niets bekend gewor den. Zoo verkeert men dus over het stand punt van deze beide landen nog in het onzekere en de mogelijkheid mag dus overwogen worden, dat de lont alsnog in het Balkan-kruithuis zal borden gestoken. Het heeft de aandacht getrokken, dat de gebeurtenissen in Bulgarije samenvielen met het Italiaansche offensief in Albanië. Behalve dat gespróken kon worden van een diplomatieke zet der spilmogendheden in antwoord op de Britsche activiteit in Turkije en Yoego-Slavië, had dit optreden vooral ook beteekents voor de ontwikke ling aan het Grieksch-Albaneesche front. Er zijn den laatsten tijd nogal eens proefballonnetjes opgelaten met betrekking tot een mogelijke bemiddeling in het Griekschltaliaanscheconflict. Wij hebben naa.r aanleiding daarvan reeds de belangen der onderscheiden mogendheden bij een be middelingsactie in onze beschouwingen be sproken. In Berlijn heeft men deze bemid delingssuggesties als pure verzinsels van de hand gewezen en na wat zich sinds dien heeft afgespeeld, behoeft er niet aan te worden getwijfeld, dat Berlijn er niet\ aan denkt, iets te ondernemen ter bijlegging van dit conflict. Want thans kan Duitsch- land er geen enkel belang bij hebben het Grieksche gebied te neutraliseeren. Want daardoor zou immers de weg naar zee alsr nóg worden gesloten. Een initiatief tot bijlegging van het conflict moet van Grie kenland uitgaan en het machtsvertoon, zoowel in Bulgarije als in Albanië zal wel licht deze strekking kunnen hebben. Dit machtsvertoon is nog niet ten einde Griekenland, hoewel, naar verluidt, den strijd moede, heeft nog geen enkele poging ondernomen, om met Italië tot een ver gelijk te komen. De Britsche invloed schijnt zelfs toe te nemen, getuige het be richt omtrent de landing van Britsche troepen in Griekenland. Dat wijst niet op wapenstilstand, laat staan op een regeling van het gescbiL De Duitsche dreiging vanuit Bulgarije is er nog steeds en men heeft er zich wel licht over verbaasd, dat deze troepen nog niet hebben ingegrepen, aangenomen dan. dat zij ook met dat doel de Bulgaarsche grenzen overschreden hebben. In dat geval kan de vraag gesteld wor den waarom hebben zij nog niet inge grepen? Want wel is het voor de belangen der spilmogendheden dienstig, dat de Brit sche strijdkrachten èn in Griekenland èn in Afrika aan de praat gorden gehouden, maai: aan den anderen kant zal een ver haasting van het proces ook Èerlijn en Rome slechts welgevallig kunnen zijn. Het antwoord op deze vraag kan luiden, dat de diplomatieke constellatie nog niet van een zoodanige degelijkheid is, dat een ingrijpen in het conflict om de beheer- sehing van Zuid-Oost-Éuropa tot een on middellijk. en beslissend succes kan leiden. Berlijn heeft er niet het minste belang bij, het oorlogsgebied uit te breiden en daartoe zou het bij een ingrijpen op dit oogenblik wellicht kunnen komen. Wanneer wij voor den betrekkelijken stil stand in den Balkan een karakteristiek moéten geven, dan zal niet gesproken mo gen worden van een bevriezing van den toestand. Veeleer moet gedacht worden aan een zenuwenoorlog, welke door de twee groote tegenspelers met alle beschikbare middelen wordt gevoerd. Een afmattings proces om Yoego-Slavië te brengen tot een stellingname, welke zich niet langer op de „beproefde politiek van neutraliteit" kan vastleggen. Een zenuwenoorlog om de beheersching van Turkije. Het heeft de aandacht getrokken, dat het Turksche parlement nog steeds de politiek van het land niet heeft omschreven, hoewel deze reeds veertien dagen geleden werd aange kondigd. Maar Eden had de Turksche hoofdstad nog niet verlaten, of er arri veerde een koerier uit Berlijn, met een speciale boodschap van Hitier voor Inönü. En terwijl een speciale gezant met het antwoord van Turkije naar Berlijn onder weg was, ontmoette Eden op Cyprus zijn Turkschen collega Sarajogloe., Men zal nu in deze dagen van de on derscheiden bij deze politieke ontwikkeling betrokken partijen het woord „overeen stemming" kunnen hooren. Daarmede wordt echter tegelijkertijd het nevelgordijn verdioht. Er zijn namelijk ook andere fac- In de Oslofjord op 9 April 1940. In de Westdeutscher Beobachter vertelt een van de opvarenden van den zwaren kruiser Blücher van den ondergang van dat sedert het' uitbreken van. den oorlog in dienst gestelde schip, in de Oslo-fjord, op 9 April 1940. De Blücher, het vlaggenschip van het eskader dat de bezetting van Oslo tot taak had, was zonder bijzondere voorvallen behalve diat eenmaal duikboot-alarm was gemaakt zonder dat zich een duikboot of een torpedo vertoonde tegen midder nacht, 8 April onder de Noorsche kust aangekomen, aldus ontleent de N.R.Crt. aan dit blad. „Wij hadden bevel slechts dan het vu ren te openen, indien wij direct werden aangevallen, doch dan ook eiken tegen stand te breken. Spoedig hadden wij bet punt bereikt, waar het eerste landings corps van boord moest worden gezet. Al les verliep zonder fout, slechts hadden de wachtbooten kleine gevechten te leveren met Noorsche schepen. Naar wij later ver namen was déze strijd kort en hard, onze troepen kwamen goed aan land. Nadat het eerste landingscorps van boord was, zetten wij de vaart voort. Wat een zware taak de leiding had, kon zich degene voorstellen die 0Je kust met de vele kleine en zeer kleine eilanden en scheren kent. De problemen van de navigatie wer den meesterlijk opgelost. Daar Op korten afstand, ten hoogste een paar duizend meter ver straalt ons een zoeklicht tegen, glijdt weer van ons weg en zoekt als de vinger van een geest over de watervlakte. Heeft men ons niet ge zien? Reeds worden onze kanonnen ge richt. Alles is in hevige spanning, maar geen bevel tot vuren komt en de Npor heeft er de voorkeur aan gegeven zijn licht weer uit te draaien. Nadat alles weer don ker is geworden, wordt de algemeene spanning weer wat minder, het geschut wordt weer in den normalen stand ge bracht. En, weer tasten wij ons de donkere fjord in, naar ons tweede punt. Het gaat er om voor den volgenden lan dingstroep het arsenaal en de havenstad Horten te bezetten. Horten is ten deele nog verlicht en vermoedt niets. Tot hier verloopt de landingsmanoeuvre zonder fei len, al zien wij het aan land of dicht bij land dikwijls oplichten. Moeten wij ingrij pen? Néén, dat moeten toch de wachtbpo- tordn, welke op de politiek van Turkije van invloed zijn en waardoor uiteindelijk de Balkankoers wordt bepaald. Een dier factoren -het is reeds vroeger in den breede uiteengezet is Rusland. Met het noemen van Rusland denkt men aan Matsoeoka, die thans op weg is naar Berlijn. De, Ja,panache minister van buitenlandsche zaken, krachtig bevorde raar van de Dultsch-Italiaansch-Japansche betrekkingen doet op zijn reis naar de Duitsche hoofdstad ook Moskou aan en zonder dat men zich nu voor het oogen blik groote illusies zal mogen maken over een vérstrekkende Russisch-Japansche toe nadering daarvoor hebben de beide lan den, wat hun beide belangen betreft, de weinig punten van gemeenschappelijk wil len, om maar niet te spreken van tegen gestelde belangen mag toch wel wor den aangenomen, dat deze diplomaat de Europeesche situatie en in het bijzonder de Balkan-constellatie met de leiders van het Kreml zal bespreken. Er is te meer aanleiding voor deze veronderstelling, om dat Matsoeoka's oponthoud in de Russi sche hoofdstad van ongewoon langen duur is geweest. Weliswaar moet er rekening mede worden gehouden, dat Matsoeoka ook het Chineesche conflict ter sprake heeft gebracht, zulks mede in verband met de geruchten omtrent de vorming van een onafhankelyken Chineeschen staat onder een „Chineesche Sovjetregeering", hg reist naar Europa, in de eerste plaats als partner in het Driehoeksverdrag. In die kwaliteit ligt het ongetwijfeld ook op zijn weg, de stemming van het Kreml met betrekking tot de jongste uit breiding, welke aan het pact werd gegeven, te peilen. Rusland, er valt niet aan te twijfelen, is partij in de Balkanordening en zijn stand punt te kennen is van groot gewicht voor een zuivere beoordeeling van de positie, waarin Turkije zich thans ziet geplaatst. Een niet minder belangrijk Balkanaspect is Yoego-Slavië. We hebben reeds uiteen gezet, dat Belgrado vroeg of laat tot eén stellingname zal moeten komen. Als Bal- kanmogendheid zal het de politieke ont wikkeling niet lang als neutrale toeschou wer kunnen bezien, wijl daarbij ook de toekomst van het land zelf op het spel staat. De reizen van den prins-regent en van de leiders der buitenlandsche politiek naar Berlijn wezen er reeds op, dat er een diplomatiek offensief van groot for maat gaande is. En hoezeer dit ook zyn weerslag .vindt in het land zelf, bewijst wel het bericht, dat de ministerraad gis teren gedurende drie uren heeft beraad slaagd. Naar verluidt zijn belangrijke be slissingen genomen. Omtrent den aard de zer beslissingen is nog niets bekend ge worden, maar wel kan worden aangeno men, dat zich hetgeen reeds voortvloeit uit de opvattingen, welke in de regeering zijn vertegenwoordigd meeningsverschil- len hebben voorgedaan. Daarom ook kan met spanning tegemoet worden gezien, welk resultaat het bezoek van den Hon- gaarschen minister van buitenlandsche za ken, von Bardossy, aan München zal op leveren. Hongarije trad als eerste toe tot het pact van Berlijn, als inzet van de be heersching door de spilmogendheden van de Balkanpolitiek. Terwijl Bërltjn zich gereed maakt om Matsoeoka een grootsche ontvangst te be reiden de inzet voor het tweede deel van het diplomatieke offensief worden in den Balkan de strategische punten bezet. Het eene staat in nauw verband met het andere en daarom is het van belang aan den* vooravond van deze voor de toekomst van Europa ongetwijfeld gewichtige be sprekingen de Balkan-aspecten nog eens te belichten. ten doen. Wij moeten verder. Want we moeten de hoofdstad en de vlieghaven be zetten, opdat onze kameraden uit de lucht veilig kunnen landen. Verder dus. Nu moet weldra het nauw ste deel van de fjord worden gepasseerd. Midden in de fjord ligt dan een eiland, zwaar bewapend met geschut van 28 en 30.5 c.m. en op het vasteland staan beslist nog kanonnen. Langzaam is de nacht in een vaalgrijs overgegaan. He): is even over vijven. Nog niemand van ons vermoedde het gewicht van de volgende minuten en dat twee uur later onze mooie kruiser zou zinken. Als een schim steekt het eiland uit de duisternis. Plotseling wordt op het eiland een zoeklicht ontstoken. Onmiddellijk wor den er de kanonnen op gericht. Maar het zoeklicht treft niet ons, doch eten boei, waar we langs moeten om goed te passefe- ren. Dit gedeelte was nauwelijks 300 m. breed. We ademen even op, nadat het zoeklicht ons den weg nog vêrlicht had. Blijkbaar wilde de Noor ons toch zonder verzet laten passeer.en om bloedvergieten te verhinde ren. Maar we hadden ons vergist. Bijna waren we de boei gepasseerd of het zoeklicht ging uit en een oorverdoo- vend lawaai brak los. Felle bliksemlichten schoten van het eiland af en bijna op het zelfde oogenblik sloegen de vijandelijke granaten in ons trotsche schip. Nu was er voor ons ook géén terughouden meer. „Alle kanonnen vuren", en toen spuwden alle loopen hun granaten naar het eiland om den tegenstand te breken. Intusschen hadden ook de batterijen op het vasteland ingegrepen. Dit alles speelde zich af in wonderlijk korten tijd. Wij lagen nu wat schuin van het eiland. Toen werd onze kruiser als door een reu zenvuist gepakt, wat opgeheven en op de bakboordzijde gelegd. Wat was er ge beurd? Een verschrikkelijke knal ver scheurde de lucht, de vloer onder de voe ten werd eenvoudig weggerukt en het schip bleef met slagzij liggen. Alle lichten waren, uitgegaan, nog slechts enkele ka nonnen vuurden. Waren we op een mijn geloopen of had men ons van het land af getorpedeerd?. Niemand wist wat er gebeurd was. Het bevel kwam Stop battery. Op het eiland en van het vasteland schoot men niet meer op ons. De achter ons varende schepen hadden intusschen het gevecht opgenomen en beschoten het eiland. Maar wat zag ons schip er uitDe vij andelijke granaten hadden goed getrof fen. Midscheeps was een brand uitgebro ken. Hier en daar hoorde mem kameraden steunen. Gewonden werden naar de ver- bandplaatsen gedragen. Toen kwam het bevel Alle beschikbare manschappen blusschen, maar er was geen water uit de slangen te krijgen. D© ontploffing onder water had blijkbaar de machine getroffen, zoodat er op d'e pompen geen electrische stroom meer stond en zij geen water kon den produceeren. Met emmers werd ge poogd water van buiten boord te scheppen doch het haalde niets uit. de brand greep steeds verder om zich heen en dreigde ook over te slaan op d!e munitie. Dus niet lang praten en de bedreigde munitie uit de kas ten in veiligheid gebracht. We waren daar allen mee bezig toen een vreeselyke knal door de stilte klonk. IJzeren deelen en an dere voorwerpen vlogen door de lucht. Vlug dekking nemen om niet getroffen te wor den. Wat was er gebeurd? De brand bad de bommen van onze boordvliegtuigen bereikt en ze tot ontploffing gebracht. Steeds meer ging het schip op de bakboordzijde liggen. Reeds stond de reeling in het wa ter. Was het schip nog te redden? Niemand kon op deze vraag een ant woord geven. Toen ging van mond tot mond het bevel Alle manschappen naar het bovendek. Door den brand kon men van het voor schip niet meer naar het achterdek ko men. Langzaam kwamen alle nog levende manschappen aan dek en met hen ook de landsoldaten, die wij in het korte gevecht byna vergeten waren. Het was dag ge worden. Het was even voor zeven. Aan land lag alles onder de sneeuw. Op het eiland woedden hevige branden. En onze kruiser zakte steeds dieper weg. Op den bak hield de commandant een korte toespraak, die echter slechts door de dichtstbijstaanden verstaan werd. Een laatste „hoera" en „Sieg-Heil" en we moesten op bevel van den commandant het schip verlaten om zwemmend land te bereiken. Nu wisten we het, ons trotsche schip had in het korte gevecht van korten af- stand zware treffers moeten incasseeren en de ontploffing onder water had de ma chines onklaar gemaakt. Zwemvesten aan, kleeren uit en zoo in het water dat onge veer een temperatuur had van 1 gTaad C. en bedekt was met een dunne laag stook olie. Menig dapper landsman sprong met volle uitrusting in het water zonder weer op te duiken. Ze wilden zonder geweer niet leven We moesten hen met geweld den ransel afnemen en him onze zwemvesten aandoen, want velen van hen konden niet zwemmen. Wy konden wel zwemmen en zouden den wal ook zonder vesten berei ken. De eenig heel gebleven sloep voer voort durend met gewonden naar land en bracht zwemvesten mee terug van de kameraden die aan land waren gekomen. Zoo konden telkens nieuwe manschappen daarmee worden voorzien. Stukken hout werden in het water geworpen en menigeen redde daardoor het leven. Om 10 minuten voor zeven sprong ik in het water, er was 600 m. te zwemmen. De ledematen werden al gauw stjjf, doch men moest doorzwemmen. Na ongeveer 25 mi nuten kwam ik aan land. Ons sChip lag in vlammen en rook. De op het zee-oppervlak gestroomde stook olie brandde ook al en er waren nog sol daten aan boord. Wy aan land konden niet helpen. Menigeen moest de oogen afvegen. Verscheidene malen klonk nog hoera-ge- roep over de fjord. Langzaam legde het schip zich steeds meer op de bakboord zij, totdat het ten slotte kenterdie en heU roerblad en de schroeven zichtbaar we' den. En langzaam zonk ook dit in zee". "■jdens een luchtaanval op Hamburg werd een Engelsche bommenwerper r ergeschoten. Het toestel kwam in de onmiddellijke nabijheid van een woonwijk terecht en brandde geheel uit (Foto Weltbild) WIJ BELASTEN ONS GAARNE MET DE AFSLUITING VAN MOLEST-VERZEKERINGEN. Inlichtingen worden te onzen kantore verstrekt. AMSTERDAMSCHE BANK N.V. BIJKANTOOR MIDDELBURG. Kantoor: Slmpelhulsstraat. Voor handhaving of herstel van de openbare orde en veiligheid. Bij verordening van den Rijkscom missaris voor het bezette Nederland- 'sche gebied betreffende het afkondigen van het civiel standrecht is het volgen de bepaald Artikel 1. (1) Wanneer de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied zulks voor de handhaving of het herstel van de openbare orde en van de veiligheid van het openbare leven noodig acht, kondigt hij voor dit gebied of voor bepaalde deelen daarvan het civiele standrecht af. (2) Het civiele standrecht treedt door de enkele afkondiging daarvan terstond in werking. Deze afkondiging geschiedt door aanplakking op openbare straten, wegen en pleinen, door den radio-omroep, door de pers of volgens plaatselijk gebruik. De op heffing van het civiele standrecht dien overeenkomstig. (3) De afkondiging van het civiele standrecht gaat gepaard met het bevel, dat een ieder zich heeft te onthouden van iedere beroering, welke de openbare orde en de veiligheid van het openbare leven zou kunnen verstoren of in gevaar brengen, en zich heeft te schikken naar de bijzondere maatregelen van den Rijkscommissaris, welke deze, daarbij uitdrukkelijk de aan dacht vestigende op de scherpte van het civiele standrecht, uitvaardigt, terwijl hij die aan een en ander niet voldoet stand rechtelijk zal worden vervolgd. Artikel 2. In het gebied, waarvoor het,civiele standrecht is afgekondigd, treden voor den duur daarvan de bepalingen van de artikelen 3 tot en met 8 in werking, voor zoover de Rijkscommissaris niet anders bepaalt. Artikel 3. (1). De hoogere SS- en politieleider treft alle maatregelen, welke hij voor de handhaving en het herstel van de openbare orde en de veilig heid van het openbare leven noodig acht. (2) Hij vaardigt de ter uitvoering van zijn taak noodige rechtsvoorschriften uit. Deze kunnen, onverminderd het bepaalde in artikel 7, geld boeten tot een onbeperkt bedrag, hechtenis van ten hoogste zes weken en gevangenisstraf Van ten hoogst© vijf jaren inhouden. Zij dienen op de wijze, als bedoeld in artikel 1, lid 2, tweede volzin, te worden afgekondigd. (3) Bij de uitvoering van zijn taak kan de hoogere SS- en politieleider vail het geldende recht afwijken. Artikel 4. (1) De Rijkscommissaris benoemt voor het geheele gebied, waarvoor het civiele standrecht is afgekondigd, een bijzonderen gevolmachtigde. (2) Het geheele openbare bestuur, met uitzondering van de politie, is onderge schikt aan den bijzonderen gemachtigde, voor zoover de hoogere SS- en politieleider in deze niet overeenkomstig het eerste lid van artikel 3 ingrijpt. (3) De bijzondere gemachtigde vaardigt de ter uitvoering van zijn taak noodige rechtsvoor schriften uit. Deze kunnen, onverminderd het bepaalde in artikel 7, geldboeten tot een onbe perkt bedrag, hechtenis van ten hoogste zes weken en gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren Inhouden Zü dienen op de wijze, als be doeld in artikel 1, lid 2, tweede volzin, te wor den afgekondigd. (4) Bij de uitvoering van zijn taak kan de bij zondere gemachtigde van het geldende recht afwijken. (5) De Rijkscommissaris behoudt zich het recht voor ook voor bepaalde deelen van het gebied, waarvoor het civiele standrecht is afge kondigd, bijzondere gemachtigden te benoemen^ Artikel 5. De werkzaamheden van alle vertegenwoordi gende lichamen, zoomede van alle openbare be stuurscolleges, welke in vergadering besluiten nemen, blijven rusten. Hun bevoegdheden gaan over op het daarvoor in aanmerking komends leidende bestuursorgaan (bij voorbeeld commis saris in de provincie, burgemeester, dijkgraaf* Artikel 6. De geldigheid van algemeen verbindende rechts voorschriften, welke door de secretarissen-gene raal van de Nederlandsche departementen van aigemeen bestuur in overeenstemming met par. 3, lid 2, tweede volzin, van de verordening, no. 3/1940 of op grond van de verordening no. 23/ 1940 worden uitgevaardigd, is afhankelijk van de voorafgaande, toestemming van den bijzonde ren gevolmachtigde (artikel 4). Artikel 7. Hij die na de afkondiging Van het civiel® standrecht opzettelijk aan beroeringen, welke de openbare orde en de veiligheid van het openbare leven zouden, kunnen verstoren of in gevaar zouden kunnea brengen, deelneemt, alsmede degene, die opzettelijk in strijd handelt met de inge volge het derde lid van artikel 1 uitge vaardigde bijzondere maatregelen van den Rijkscommissaris, wordt standrechtelijk vervolgd. Hy wordt met den dood, in lich tere gevallen met levenslange tuchthuis straf of met tijdelijke van ten minste tien jaren gestraft. Artikel 8. (1) Als standgerecht treedt het Duitsche hooggerechtshof op, hetwelk overeenkom stig de in het Duitsche ryk (in de gedaante van vóór de aansluiting van Oostenrijk— Altreich) -geldende voorschriften omtrent de procedure voor de bijzondere rechtbank (Sondergericht) vonnist. (2) De voorschriften betreffende de bevoegd heid van de Duitsche militaire gerechten en van de bijzondere rechtbanken in strafzaken voor leden der SS en voor de leden der politie-orga- nisaties met een bijzondere taak blijven onver minderd van kracht. (3) De rechters van het standgerecht worden door den Rijkscommissaris benoemd. Het stand gerecht wordt ook dan beschouwd volgens de voorschriften te zijn bezet, wanneer slechts één zijner rechters dé bevoegdheid voor het rech- tersambt heeft. (4) De doodvonnissen worden door middel van den kogel voltrokken. Artikel 9. Deze verordening treedt ia werking op den dag harer afkondiging.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5