VAN. WOLRESTEN GEMAAKT Voorjaarsmode brengt afkleedende modellen VERZORGEN VAN PLANTEN Een aardig huisjakje. Onze schets doet een aardig idee aan de hand voor het maken van een hu is jakje van allerlei kleine restjes woL Men begint met het patroon aan de hand van de opge geven maten na te teekenen en uit te knippen en vergelijkt het daarna met een bestaand kleeding- stuk om te zien of het daarmede in overeenstemming is. Beter nog is het om hét van een oud lapje na te knippen en te passen. Het pa troon is bedoeld voor een slanke dame, doch kan gemakkelijk pas- send gemaakt worden voor een ge- zet figuur. Voorpand en rug worden in dit laatste geval in het midden der schouders, dus in de lengte, doorgeknipt en op een grooter stuk papier gespeld en wel zoo dat de doorgeknipte deelen 2 of meer cM. van elkander komen, daarna knipt men de nieuwe patroondeelen. De patroondeelen stellen voor: I voor pand; II halve rug; III mouwen, stippellijn geeft den ondermouw aan. Nu eerst wordt begonnen met "1 het haken der uiterst eenvoudige rondjes, die later in artistieke kleu- *f] renmengeling op het patroon uit gelegd worden. Nu eens ziet men een rondje bijna in zijn geheel, dan weer slechts een klein deel en JU door den een meer en den ander minder over elkander te leggen, wordt een geheel gevormd, dat het patroon geheel bedekt. Voor de rondjes haakt men een ring van M vijf lossen, die met een halve vaste gesloten worden, even als alle andere toeren. Het meerderen ge schiedt willekeurig door uit één steek twee vasten te halen, doch steeds zóó, dat de rondjes vlak blijven. De doorsnede van ieder is pl.m. 6 cM.. terwijl de eerste toer uit 10 vasten bestaat, waarop de volgende toeren worden gewerkt. Wanneer men ge noeg rondjes op en naast elkander heeft uitgelegd op het patroon worden zij met onzichtbare steekjes verbonden to+ één ge- De mode stelt zelfs in den oorlog be paalde eischen aan de dameskleeding, zij het dan ook, dat van ingrijpende verande ringen geen sprake kan zijn. Ondanks de noodzakelijke beperking ten aanzien van textielproducten is het evenwel nog steeds mogelijk, dat we ons goed en smaakvol, kleeden. De nieuwe voorjaarsmode biedt zoowel voor nieuwe kleedingstukken als voor nioderniseeren vele mogelijkheden wat materialen zoowel als modellen be treft. In de komende maanden treden over gangsmantels en -costumes op den voor grond en aan beide valt een sterk getail leerde lijn waar te nemen. Hetzelfde geldt voor japonnen, waarvan vele modellen eenigszins overbloezen, hetgeen ook aan enkele mantels opvalt. De rokken' zijn ma- heel, waarna men zij- en schoudernaden dichtstikt Mouwnaden naaien en mouwen inzetten; nadat men den bovenmouw eerst ingehaald heeft. Geheele -omtrek y2 C-M» omslaan en met flanelsteek op den bin nenkant bevestigen, doch zorgen, dat men niet doorsteekt. Voeren met een restje zij de, dat men volgens het patroon geknipt heeft. V 4762a geeft een zeer afkleedend vest te zien met opgeknipte en eenigszins afge ronde halslijn; vlinderstrikje, dat van dub bele zijde wordt gestikt; knoopjes met gar- neerstof overtrokken. Noodig is 55 cM. materiaal van 90 c.M. breed. Bloemenvrienden beklagen zich veelal, dat hun planten 's winters zoozeer vermin deren, alhoewel zij er gedurende de zomer maanden zoo frisch en gezond uitzagen. Verschillende planten, die 's zomers buiten staan en dan in het najaar in huis komen, zijn aan geheel andere levensvoorwaarden onderworpen. Buiten hebben zij volop licht en lucht en 's zomers baden velen in de zon; dit alles, waaruit zij nieuwe krach ten putten, moeten zij in de veelal zon- looze wintermaanden, wanneer zij achter het vensterglas staan, ontberen. V4767c V 4762c geeft een pas aan, die tot aan de schoudernaden komt, alleen is een recht boordje voor achterkant hals aangeknipt. Strik van hetzelfde materiaal. Noodig 40 c.M. zijde. Succespatroon A 632. Prijs 40 cent. Eenvoudige modellen zullen zich steeds prac- tisch toonen en daarom geven de meeste wou wen' hieraan de voor keur. Het model dezer schets bestaat uit twee baans rok, blousedee- len en lange aanslui tende mouwen. Hoog opgeknipte halslijn in den vorm van twee puntjes. Garneering van tresband. .Patronen in de maten 42—44—46. V 4761c is een vest in ovalen vorm met sluiting in den vorm van drie strikjes, die zoowel van band als van smalle schuine biesjes van de garneerstof gemaakt kun nen worden. Men kan in dit ovaal uitge knipte voorpand verschillende vesten dra gen, die dan met elastiek aan den onder kant worden afgewerkt en met haak en oog op den rug sluiten om opschuiven te voorkkomen. Meer in het voorjaar leent «zich piqué ook uitstekend voor het maken van een vest, een materiaal, dat altijd een frissche noot geeft aan een japon. Men heeft voor dit vest een klein restje zijde noodig van pl.m. 35 c.M. lang en breed. IS SIGARENASCn SCHADELIJK VOOR PLANTEN? Vele mannen hebben de gewoonte om, als zij geen aschbakje bij de hand hebben, de asch van sigaar of sigaret op de aarde van een plant te deponeeren. Menigmaal ergert de huisvrouw zich hier aan, niet alleen omdat het in strijd is met haar gevoel voor orde en netheid, doch ook omdat zij bang is, dat haar planten hier door te zeer zullen lijden. Deze vrees is evenwel ongegrond, aangezien de asch van tabak voor een groot deel dezelfde stoffen bevat als plantenmest, nJ. 39 kali 36 kalk en 10 zwavel en fosforzuur. Plan ten gaan dus niet dood door sigarenasch, alhoewel deze nu niet bepaald fraai op de aarde staat. Aan te bevelen is dan ook om te zorgen, dat rookers een voldoende aantal aschbakjes vinden om asch, sigaren- en si- garettenresten op te deponeeren. Indien men planten teveel mest geeft, worden ze overvoed en een teveel van asch is al even verkeerd, omdat de lucht op den langen duur niet genoeg tot de aarde kan toetre den.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 15