m mm m m m m m m m m m mm. m m m m/'m Het N.V.V. en de volksgezondheid. Jozef Ledel, 1779-1835. JïkucJd Uitf- tuiti ptodudief: De™dse J TUIN enGAZONMEST SCHAKEN ®i 81 m Bevelan'se brieven Voor de Huisvrouw SUPEPOL Vrouwen en kinderen met vacantie naar Dultschland. De comrfiissaris van het N.V.V., de heer Woudenberg, heeft onlangs opgericht een afdeeling volksgezondheid, waarin het T.B.C.-fonds van het N.V.V. is onderge bracht. In een dezer dagen gehouden persconfe rentie heeft de leider van deze nieuwe af deeling, de heer W. Kaub, een uiteenzetting gegeven van de taak, welke op deze afdee ling komt te rusten. De nieuwe tgd stelt in de eerste plaats voorop, de gezondhouding van de werk- Jcrachtige volksgenooten in het belang van die volksgenooten, maar ook in het belang van de gemeenschap, die bij het ontbreken Van deze krachten schade zou lijden. In de nieuwe Nederlandsche samenleving zal de zorg voor het gezonde werkende deel vooropstaan en genezing, waar dit mogelijk is, in het belang van volksgenoot en ge meenschap krachtdadig worden ter hand genomen. Voorloopig ligt op dit terrein een taak voor het N.V.V. De commissaris van het N.V.V., heeft daartoe opgericht de afdeeling „Volksge zondheid". Deze afdeeling volksgezondheid zoo ging de heer Kaub verder ziet een groot arbeidsterrein voor zich, dat na tuurlek in samenwerking met de overheid zal moeten worden bewerkt. Gedacht wordt daarbij aan massadoorlichting in fabrieken, prophylaxe, tandverzorging en al die hy giënische en sanitaire maatregelen, die voor het gezondblgven van den arbeider nood zakelijk zijn. Met vacantie naar Dultschland. De heer Kaub deed verder mededeeling Van een bijzondere actie, die het N.V.V. in aamenwerking met de N.S.V. onderneemt. Deze actie wordt ondernomen omdat in dezen tijd nog geen andere organisatie zich met het bijzondere deel van de volksgezond heid bezig houdt zooals Duitschland dat Jtent in de stichting „Mutter und Kind". De talrijke vrouwen, die door het zenuw- sloopende werk in hun gezinnen een nood zakelijke rust noodig hebben, doch geen ge legenheid hebben deze iiist buiten het gezin te vinden, wil het N.V.V. door deze actie in de gelegenheid stellen nieuwe levenskracht op te doen in een andere omgeving. Het zelfde geldt voor bleekneusjes, kinderen van den schoolgaanden leeftijd, die in vele op zichten in hun zoo ontvankelijke jaren mis schien een voor het leven beslissende ge zondheidsverbetering kunnen krijgen. Het gaat hier niet om zieke moeders en kinderen, maar om diegenen, die door de altijd weer nijpende zorgen dreigen ziek te worden of hun vitaliteit voor gezin en sa menleving dreigen te verliezen. De uitzending is als volgt gedacht Zij begint voor moeders op 2 April a.s. en voor kinderen 4 April a.s. Het ligt in de bedoeling met het uitzenden door te gaan tot October van dit jaar. Het is voor de in aanmerking komende vrouwen en kinderen van N.V.V.-leden mo gelijk om geheel gratis 3 5 weken naar de prachtige tehuizen van de N.S.V. te wor den uitgezonden. Voor vrouwen zgn aange wezen de tehuizen in Schledehausen, Bad Grund, Meinberg en Schwalenberg en voor kinderen die te Salzuflen, Privitsheide en Bad Saksa. In de eerste plaats komen in aanmerking, moeders van groote gezinnen. Ook vrouwen en kinderen waarvan de kostwinner geen lid is van een bfl het N.V.V. aangesloten vakorganisatie kunnen hiervoor in aanmer king komen. Echter niet gratis, maar tegen betaling van de uiterst geringe vergoeding van 0.75 per volwassene en 0.50 per kind per dag. De leeftijd der vrouwen gaat tot ten hoogste vijftig jaar, die der kinderen over den schoolplichtigen leeftijd, dus van 7 tot 14 jaar. Doktersonderzoek voor uit zending is verplicht. Aanmeldingen moeten gedaan worden bij den leider van de dis trictsdiensten van „Vreugde en Arbeid" of bij het N.V.V., afdeeling volksgezondheid, P.C. Hoofdstraat 178/180, Amsterdam Zuid. In het algemeen orgaan voor weer- machtsbelangen „Ons leger" schrijft de heer M. D. Lammerts een artikel over Jozef Ledel. Jozef Ledel werd 3 Januari 1779 te •a-Gravenhage geboren uit Jacobus Ledel en Cornelia van der Laan. In 1794 trad h|j tegen den zin zijner ouders als jager in dienst, werd in 1799 officier, diende van 1802 tot 1804 in Suriname, maakte de veldtochten van 1807 in Duitschland mede en werd in 1812 in Rusland ge vangen genomen. Van 1826 tot 1830 was hij als Majoor in den oorlog op Java, waar hij zich bijzonder onderscheidde en de Militaire Willemsorde 3de klas ont ving. Kort na zijn terugkomst uit Indië, 11 Oc tober 1830, kreeg Luitenant-Kolonel Le del, toen hij met verlof te Doesburg was van den Directeur-Generaal van Oorlog een schrijven, waarin hem order werd gegeven zich onverwijld te begeven naar Oostburg en aldaar en in nabijgelegen plaatsen te onderzoeken welke militaire maatregelen er voor de veiligheid van ge noemde landstreek noodzakelijk waren. Ledel kwam 16 October te Hoofdplaat aan, doch daar een gedeelte van Wes- telijk-Zeeuwsch-Vlaanderen door de Bel gische muitelingen reeds bezet was, ver trok hij den volgenden dag en bracht rapport uit aan Generaal Chassé, bevel voerend generaal in het 4de Groot-Mili tair-Commando. Hg keerde 27 October in Vlaanderen terug, terwijl er nu eenige troepen naar dat gewest waren gezonden, n.l. op het fort Frederik Hendrik te Breskens. Luitenant-Kolonel Ledel ves tigde zich te Oostburg en stond in voort durende correspondentie met de hooge militaire autoriteiten in Zeeland o.a. met den opperbevelhebber der troepen en met den opperbevelhebber van de vesting Vlis- singen, Vice-admiraal Gobius. Op zgn aan dringen kwamen er steeds meer militairen en matèriaal naar Westelijk-Zeeuwsch- Vlaanderen of wel het 4<ie district van Zeeland. Aan zijn persoonlijk optreden, be leid en energie is het te danken, dat deze «treek behouden bleef. De regeering be noemde hem voor zijn optreden tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw, die hem 4 December 1830 werd toege kend. Vice-admiraal Gobius zegt in een schrijven aan Ledel, waarin hg hem geluk wenscht met deze hooge onderscheiding, „dat deze door Ledel verdiend is, waar van niet alleen Gobius, maar het geheele Vaderland verzekerd is.". Ook de pro vincie Zeeland bleef niet achter. De in gezetenen schonken hem een eeredegen met zilveren scheede, waarop zjjn naam en voornamen voluit werden aangebracht. De Gedeputeerde Staten van Zeeland zonden aan Luitenant-Kolonel Ledel twee teeke- n in gen, de een volgens het gewoon mo del van een degen, met een zilveren schee- de, de andere een statiedegen. De keus werd aan Ledel gelaten om een van beiden uit te zoeken. Het Departement der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen te Doesburg, waar zjjn familie gevestigd was, schonk hem een gouden snuifdoos. Gedurende den Tiendaagschen Veldtocht leerde men hem als een veldheer kennen, waarop het Vaderland trotsch kon zjjn, en door zijn beleid is de toen veroverde Kapi talen Dam, waarop zeer veel prjjs werd gesteld, ook na het herstel van den vrede, In ons bezit gebleven. Een eervolle ver melding op de legerorder was toen het bewijs van de bijzondere tevredenheid van den Koning. Het volgend jaar ontving Kolonel Ledel, in Maart 1831 tot dien rang bevorderd, het Metalen Kruis. Ofschoon steeds vooruit, den vjjand te gemoet of in het midden van het ge vecht, zoo werd Ledel toch nimmer gé- wond. We zagen reeds, dat Ledel gedurende de Jaren 18261830 in den oorlog op Java was. Bjj gelegenh.eid dat men hoopte in een der gevechten tegen Dipo Negoro, deze gevangen te kunnen nemen en Overste Ledel zijn manschappen aanspoorde den xn&rach te bespoedigen, riep hem een der soldaten toe: „Ja, Overste, hebt goed praten, wjj zjjn te voet en U te paard". In een oogen- blik was Ledel van zijn paard en nood zaakte den soldaat het te bestijgen, die evenwel eenige minuten was voortgere den of hij werd van het paard geschoten. Toen zich geen liefhebbers meer aanbo den, besteeg de Overste het paard weder en volgde met dezelfde gerustheid zijn weg. Ledel bleef tot begin Februari 1832 com mandant over Zeeuwsch-Vlaanderen. Toen in die maand Kolonel Bagelaar met zijn afdeeling infanterie Oostelijk-Zeeuwsch- Vlaanderen, het 5de district van Zeeland bezette, werd dezen het commando over dat gewest opgedragen en bleef Ledel Westelijk-Zeeuwsch-Vlaanderen, het 4de district van Zeeland, toegewezen. Bij de verdediging van dat district heeft hij niet alleen verschillende belangrijke punten ver dedigd, doch ook zorg gedragen, dat de muitelingen uit zijn district moesten terug trekken. Kolonel Ledel had door de zware veld tochten in Indië veel geleden. Op 17 Juni van het jaar 1835 's avonds om 10 uur overleed hij te Sluis, na slechts een paar dagen ernstig ziek te zijn geweest. Wanneer wij het bericht van zijn over igden lezen, dat per dagorder aan de troepen van het 4de district wordt be kend gemaakt, dan zien wij daaruit, dat het heengaan van Kolonel Ledel geacht werd, bijna met een ramp gelijk te staan. Maandag 22 Juni 1835 des avonds om 9 uur werd het stoffelijk overschot van Kolonel Ledel met militaire eer te Oost burg ter aarde besteld. Vele militaire autoriteiten, de regeering van Oostburg, alle burgemeesters van het 4de district van Zeeland, vele ambtenaren, vooraan staande personen en vrienden waren naar de begraafplaats gekomen om de laatste eer te bewijzen. De vier slippen van het doodskleed werden door vier kapiteins, ridders der Militaire Willemsorde, en het lijk door twaalf onderofficieren gedragen. Aan het graf hebben o.a. gesproken de districtscommissaris J. Hennequin, die, niettegenstaande zjjn hoogen leeftgd, niet heeft willen nalaten, dit laatste eerbewijs aan den overledene te brengen. Ook de kapitein Menningh van de 9de afdeeling infanterie en de Kapitein Snellen, comman dant der artillerie in Westelijk Zeeuwsch- Vlaanderen, voerden het woord. Door de officieren, die in Zeeland onder zgn bevelen hebben gediend, is een mo nument op zijn graf geplaatst, als bewijs van algemeene hoogachting en erkentelijk heid. Zijn portret op het stadhuis te Oost- burg aanwezig is door zgn weduwe ge schonken. Ten slotte moge ik nog vaststellen, dat Kolonel Ledel niet op de hofstede Stam- pershoek bij Oostburg is overleden. Blij kens het register van overigden der ge meente Oostburg van het jaar 1835 heb ben twee officieren, n.l. Michel Letter, lste luitenant-adjudant, en Dirk Stander, lste luitenant en plaats-commandant, bei den wonende te Oostburg, den 18den Juni 1835 voor den ambtenaar van den Bur gerleken Stand verklaard, dat op 17 Juni 1835 overleden was te Sluis, in het huis wijk buiten, nummer 232, te 10 uur in den avond Jozef Ledel, oud 57 jaar, ko lonel der 9de afdeeling infanterie, wo nende te Oostburg (in kantonnement), man van Maria Helena Johanna Marga rita Gesseler te Lintelo, wonende te Does burg. DIEFSTALLEN BH DEN OPBOUW- DIENST. Aangehouden is de 22-jarige soldaat van den opbouwdienst C. S. P. G., die in veree- niging met twee kooplui, den 37-jarigen H- R. en diens broer, den 29-jarigen M. R., allen wonende te Groningen ,op heeterdaad werden betrapt, toen zjj twee kookpotten, die rijkseigendom waren, uit het gebouw van den opbouwdienst versleepten naar het pakhuis van de kooplieden. Een groote partij militaire sokken en militaire dekens werd gevonden, die ook door den soldaat G. gestolen was. De dieven zjjn ter beschik king van de justitie gesteld. kweekt Uw EIGEN wintervoorraad //,JOr doet daarbij wonderen. Alleen A5EF is SJftg w veilige kunstmest. ivraaqt Uw zaadh 0 V e qralis brochure„DOOflM icmae/l 6on/l0/l" s EEN VAAS ALS BRAND STICHTSTER. Door een uitzonderlijke oorzaak is brand ontstaan in een woning aan de Regentes- selaan te Hilversum. Een in een der ven sters staande glazen vaas werkte in het zonlicht als brandglas, waardoor de gor dijnen vlam vatten. Gelukkig waren de be woners thuis. De brandweer was spoedig ter plaatse en wist het vuur snel te blusschen, zoodat de schade tot enkele verbrande gordgnen en geblakerde ko zijnen beperkt bleef. MUSICUS STAL GELD UIT JASZAKKEN. De Amsterdamsche politie heeft een lid van het Concertgebouw-orkest aldaar aan gehouden en in bewaring gesteld, die be kend heeft, uit jassen, die in de garderobe hingen, herhaaldelijk geldsbedragen te hebben weggehaald. Meermalen vermisten bezoekers van het Concertgebouw na afloop van het con cert geld uit him in bewaring gegeven kleeding. De politie hield een oogje in het zeil en de verdenking viel op den musicus Na zijn aanhouding heeft de man bekend. SIRENE TEGEN RIJWIELDIE VEN. S.P.T. meldt uit Kopenhagen Een Deensch ingenieur, Harald Karsgen gehee- ten, heeft patent verkregen op een prac- tische uitvinding tegen diefstal van fiet sen, waarvoor ook buiten Denemarken zeker belangstelling zal zijn. Dit apparaatje bestaat uit een kleine sirene, die op de voorvork gemonteerd, met behulp van een ingebouwd wieltje, dat op de velg van het voorwiel kan worden gezet, in werking wordt gebracht. De sirene brengt een zeer schellen janktoon voort, die honderden meters ver. hoorbaar is. Het alarmtoestel wordt met behulp van een sleutel ingeschakeld en is zooda nig geconstrueerd, dat vernieling, althans in korten tijd, uitgesloten is. Aangezien in Kopenhagen fietsendief stallen helaas niet tot de zeldzaamheden behooren, zou het straatlawaai binnenkort wel eens een ongekend aantal decibels kun- nen gaan meten. DOOR HOLLEND PAARD OMVER GELOOPEN EN AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN. Aan het einde van de vorige week is de 83-jarige Th. Groot te Mijdrecht door een hollend paard- omver geloopen en zwaar gewond naar het ziekenhuis over gebracht Donderdag is de man aan de opgëloopen verwondingen overleden. Redacteur: J. M. MULIÉ. Onderstaand miniatuur-eindspel is van den bekenden eindspelcomponist J. J. v. d. Ende te Zierikzee: Wm Wit speelt en wint. Oplossingen kunnen worden ingezonden aan het bureau van dit blad, afd. schaak- rubriek. Thans een merkwaardig eindspel uit de praktijk. ZwartJ. Bendiner. abc defgh Wit dr. A. Kaufmann. (Wiener Schach-Klub 1913) Wit was aan zet en speelde: L a3a4 g5g4 2. a4a5 g4g3 3. a5—a6 g3Xf2 dit schgnt alles voor zwart zeer bevre digend, omdat hg eerder dame haalt. Er volgde evenwel een verrasing: 4. Dc5h5f belet Dg8t 4Kh7—g7 5. a6a7 f2—flD 6. a7a8D Dfl—c4f 7. Ka2—a3! en zwart heeft tegen de vele dreigingen, bgv. Da8h8 mat of Dh5h8f geen voldoen de verdediging. Waschdag in aan groote stad. - De Hollandsche zindelijkheid is beroemd en Amsterdam schijnt in dat opzicht de kroon te spannen (Foto Pax-Holland) Nie 't goeie middel. Dat zou Corre nie' graag vergete om 's Zondagochens 'êel 't 'of te inspecteeren. Eêst waere der een paer blomperken, dan den bleek en voe de rest bédden mee groente en een lapje errebémezen 't 'of- padje was nessen d' aege, mee beierbossen an d' are kant. Ze keurden achter mekare over 't ofpadje, Corre veruut en bie ieder bêddetje bleve ze stae om te bepraten 'oe a oalles 'egroeid was in de leste vêertien daegen. An d' are kant van d' 'aege lag Arie nog op den blêek, in de koelte van de pere- bóom, wan' 't was 'êet in 't zunnetje. Ze bleve een stuitje stae praete, mae' nie lank, wan* ie een boek bie z'n, dus ie most zeker z'n lesse nog leere. Op 't ènde liep ulder 'of nog mee een smal padje achter dat van de buren toet an het achter van de volgende ménsen. Op 't scheid van die drie 'oven stieng de welle, die ze mee z'n oallen. De ouwste zuster van Arie en Lena stieng dae mee het bui rmisje van d' an dere kant te praten. Die waere ollebei zo wat van Corre d'r oudte. As kind ze vee tegaere 'espeeld, dus je begriept, a die dae dan 's Zondagochens zó is bie me kare wacren, dan wier der van oalles en nog wat öp-'ehaelei Toen a Corre pas nae' stad gieng, die misjes wel is tegen mekare 'ezeid, ze oVer d' 'aege stienge te praten „Noe za' ze d'r eigen voe óns wè'- te gróót kenne, 'óornoe za' z' óns nie mi zie stae". Mae' dat was, toet op 'eden anders uut-'ekomme. Zó gauw as ze tuus was, praatten ze wee gewoon op d'r boers en tegen oalleman, net as vroeger. De vrouwe bleef der nie lank biestae, wan ze zei „Ik md' de bolletjes nog draaie voe de soepe en die motte toch een ollef 'ure meekoke, dus ik gae in 'uus, aars kim' me nie op tied gaen ete". Corre gieng op de rand van de welle zitte en pakten een tak van een schoen- lappersbos vast om in evenwicht te blu- ven. „Past maer op, dè' j' er nie indukelt", zei Tanne, de zuster van Arie, en Line, dat are misje zei „net as die jongen, die op „de mêestove" is". „Een jongen op „de mêestove?" Is die in de welle 'edukeld? Dat kan nie, daer is glad gin welle", zei Tanne, en die kan 't wete, wan' z' dae vroeger gae werke. „Wè-voe jon gen is dat dan?" vroog Cor. Die misjes 'ieuwe ze 's Zondagsochens bie de welle oltied op dl' öogte van oal dat ter om- giend op 't durp. En noe beguste ze dan ok om burten te vertellen „Een misje en een jongen is ter, uut Den Haag, 't is broer en zuster en ze bluve 'êel de fekansie". „Is dat fermielje?" „Neê-e, gin fermielje, gin goeie ken- nesse, niks". „Wat motte die dan 'ier dat zè' 'k j' is zegge. Je weet, da' boeren bie de stadsmènsen nogè' vee in de veracht-'oek zitte. En noe schiene der te wezen, die a zegge „dae zulle óns is een einde an maeke me verzoeke jongelui uut een gróote stad te lozeeren, dan kunne ze is zie-e 'oe a 't bie óns toegaet en as ze dan wee' tuus bin, kim' ze de andere ménsen beter inlichte". Ik weet nog een paer durpen in den omtrek, dae' ter bin". „Noe is 't mae' de vraag wat voe soort dat is, ik zou 't er nie op 'dor 't is nie te zéggen, wat je in jen 'uus 'aelt", zei Cor, „en ik begriepe nie, wat ze dae van verwachte, 't spreekwoord zei toch nie voe niks ondank is 's werelds loon". „Nou, ze bin nogè. van deftege fermielje 'óor. D'r voader is direkteur van 't êene of 't are. En wat z' er van verwachte, dat 'k toch a 'ezeid? Dè' ze in 't vervolg in de stad zulle zegge „boeren bin nie minder as óns". Dat is dan den dank die a ze verlange". „Dan ze dat toch a lank motte zegge. Ik moeder toch k zó dikkels 'öore ver- telle, en julder net zó wel, uut den tied van de vluchteliengen en -de ondervoede kinders. Wat zo dae nie voe 'edae En wat voe dank ze 'ehad? Van de derteg waere der meschien twêe-e, die k vrien' schap terug 'edaen En de ménsen over 't algemeen bin der nie toe-'ekomme om de boeren glieke te stellen mee de stads mènsen, anders zou 't niet nóodeg wezen, dè.' ze dae noe wee' mee beguste". „Ik glóove ok nie, dat 't vee' uut-'aele zè, 'óor. Die jongen die keek om, twint k ten over de planke liep, ie trap' mis en tunnel' t' overdekop in dv pit. Noe zou toch een ieder der mee inzitte, oe k oal dat góed wee schóone en dröoge most komme, mae' niks 'óor. Dae' bleef 'n gin óogenbiik bie stille stae. Ze góoiden oalles op een 'óop in 't schuurkot en de dochters van „de meêstove" konne 'êel z'n vule rommel uutwasse". BENUT THANS DE VITAMINEWAARDE VAN WINTERWORTELS. 1. In stamppot. 2. Gesnipperd als groente. De winterwortel is een groente, die niet altgd zoo gewaardeerd wordt als wel wen- schelijk is. Winterwortels worden vaak te weinig gegeten, meestal een enkel keertje als stamppot, maar daar blijft het dan ook bij en tóch is dat jammer, want winter wortels bevatten, naast andere voedings stoffen, nog zeer belangrijke stoffen, nJ. de vitamines A en D, welke in andere groen ten niet of heel weinig voorkomen. gp? ooh Vggï. ufoncfen. oooot uaot-houw o» wo*o hkvs. i voatiOMj sutcneuvoioui de desinfectans uc Ook voor wonden de ideale desinfectans Deze vitamines zijn vooral voor kinderen in de groeijaren onmisbaar. U weet, dat ze behalve in wortels voorkomen in boter (het meest in zomerboter) en ook In levertraan. Daar deze voedingsmiddelen niet meer in zoo ruime fnate te verkrggen zgn als vroe ger, is het noodzakelijk deze stoffen aan te vullen uit andere wèl te verkrijgen voe dingsmiddelen. We doen dus goed, winter wortels een wat betere plaats op ons menu in te ruimen. Maar hoe maken we in dezen tgd, waar in we vaak geen klapstuk kunnen krijgen (wat toch naar onze meening bij stamppot winterwortels behoort) Een smakelijken stamppot zonder klapstuk Hiervoor gaan we als volgt te werk f We nemen voor 4 personen 1 kg wortels /2 kg uien 1% kg aardappelen 150 g groene erwten 1 melk of 3 eetlepels taptemelkpoeder bo ter. of vet, naar gelang men beschikbaar heeft. We koken de gesnipperde wortels en uien in water, of nog liever in bouillon van een mergpijp getrokken, een kwartier voor, dan leggen we er de in stukken ge sneden aardappelen bovenop. De aardappe len kunnen we schillen of ongeschild laten en alleen maar afboenen en pitten. Zgn we Verstandig, dan laten we de aardappelen ongeschild, we behouden dan immers waardevolle voedingsstoffen. We laten alles nog ongeveer een half uur koken. Om te zorgen, dat de vleesch- looze stamppot niet achter staat bij den anderen stamppot, voegen wc wat gaarge- kookte groene erwten aan den stamppot toe en stampen alles door elkaar met de boter of het vet en de melk of het met een wei nig lauw water aangelengde taptemelkpoe der. Deze stamppot is niet alleen voed zaam, maar bovendien zeer smakelijk. We kunnen Gesnipperde wortelen ook als groente! eten en- nemen daarvoor (voor 4 personen) 3 1 kg wortels 2 eetlepels boter (glad afgestreken) eetlepel suiker 1 eetlepel peterselie. De wortels worden hiervoor geboend, gesnipperd, gewasschen en opgezet met een bodempje water en Vz eetlepel suiker. Onder af en toe omschudden zgn de wortels in ongeveer een '/2 uurtje gaar en droog. We schudden ze dan nog even om met een stukje boter en wat fijngesneden peterselie en hebben zoo een heerlgke gezonde groen te gereed. HENNY VAN DEN BERG. „Op die meniere maeke ze van d'r eigen de wasvrouwe en de schoenepoeser van die snaken. Dn verwachte ze dan, dè' ze dae- deur glieke 'esteld zulle worre mee stads dames?" Nêe-e, óor: da. is zielkundig onmogeluk, zou de meester zegge. Gin. méns ait er óóit respekt voe je, a je jen eigen uutslóoft om ze te bedienendan behandele ze je as een bediende. Noe vind ik voe mien dat in dit geval net goed, 'óor", zei Corre, „wan', die a een mèns- lievend werk verricht om der voe be- löond of ge-êerd te worren, die ei oal de waerde der an ontnome. Dan doe ze 't nie uut goed-'eid maer nut eigenbelank". H. C. H.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 10