m
mm
m
m
m
m
m
m m
m
m
mm.
m m
m
m/'m
Het N.V.V. en de volksgezondheid.
Jozef Ledel, 1779-1835.
JïkucJd Uitf- tuiti ptodudief:
De™dse J TUIN enGAZONMEST
SCHAKEN
®i
81
m
Bevelan'se brieven
Voor de Huisvrouw
SUPEPOL
Vrouwen en kinderen met vacantie naar Dultschland.
De comrfiissaris van het N.V.V., de heer
Woudenberg, heeft onlangs opgericht een
afdeeling volksgezondheid, waarin het
T.B.C.-fonds van het N.V.V. is onderge
bracht.
In een dezer dagen gehouden persconfe
rentie heeft de leider van deze nieuwe af
deeling, de heer W. Kaub, een uiteenzetting
gegeven van de taak, welke op deze afdee
ling komt te rusten.
De nieuwe tgd stelt in de eerste plaats
voorop, de gezondhouding van de werk-
Jcrachtige volksgenooten in het belang van
die volksgenooten, maar ook in het belang
van de gemeenschap, die bij het ontbreken
Van deze krachten schade zou lijden.
In de nieuwe Nederlandsche samenleving
zal de zorg voor het gezonde werkende deel
vooropstaan en genezing, waar dit mogelijk
is, in het belang van volksgenoot en ge
meenschap krachtdadig worden ter hand
genomen. Voorloopig ligt op dit terrein een
taak voor het N.V.V.
De commissaris van het N.V.V., heeft
daartoe opgericht de afdeeling „Volksge
zondheid". Deze afdeeling volksgezondheid
zoo ging de heer Kaub verder ziet
een groot arbeidsterrein voor zich, dat na
tuurlek in samenwerking met de overheid
zal moeten worden bewerkt. Gedacht wordt
daarbij aan massadoorlichting in fabrieken,
prophylaxe, tandverzorging en al die hy
giënische en sanitaire maatregelen, die voor
het gezondblgven van den arbeider nood
zakelijk zijn.
Met vacantie naar Dultschland.
De heer Kaub deed verder mededeeling
Van een bijzondere actie, die het N.V.V. in
aamenwerking met de N.S.V. onderneemt.
Deze actie wordt ondernomen omdat in
dezen tijd nog geen andere organisatie zich
met het bijzondere deel van de volksgezond
heid bezig houdt zooals Duitschland dat
Jtent in de stichting „Mutter und Kind".
De talrijke vrouwen, die door het zenuw-
sloopende werk in hun gezinnen een nood
zakelijke rust noodig hebben, doch geen ge
legenheid hebben deze iiist buiten het gezin
te vinden, wil het N.V.V. door deze actie in
de gelegenheid stellen nieuwe levenskracht
op te doen in een andere omgeving. Het
zelfde geldt voor bleekneusjes, kinderen van
den schoolgaanden leeftijd, die in vele op
zichten in hun zoo ontvankelijke jaren mis
schien een voor het leven beslissende ge
zondheidsverbetering kunnen krijgen.
Het gaat hier niet om zieke moeders en
kinderen, maar om diegenen, die door de
altijd weer nijpende zorgen dreigen ziek te
worden of hun vitaliteit voor gezin en sa
menleving dreigen te verliezen.
De uitzending is als volgt gedacht
Zij begint voor moeders op 2 April a.s.
en voor kinderen 4 April a.s. Het ligt in de
bedoeling met het uitzenden door te gaan
tot October van dit jaar.
Het is voor de in aanmerking komende
vrouwen en kinderen van N.V.V.-leden mo
gelijk om geheel gratis 3 5 weken naar
de prachtige tehuizen van de N.S.V. te wor
den uitgezonden. Voor vrouwen zgn aange
wezen de tehuizen in Schledehausen, Bad
Grund, Meinberg en Schwalenberg en voor
kinderen die te Salzuflen, Privitsheide en
Bad Saksa.
In de eerste plaats komen in aanmerking,
moeders van groote gezinnen. Ook vrouwen
en kinderen waarvan de kostwinner geen
lid is van een bfl het N.V.V. aangesloten
vakorganisatie kunnen hiervoor in aanmer
king komen. Echter niet gratis, maar tegen
betaling van de uiterst geringe vergoeding
van 0.75 per volwassene en 0.50 per kind
per dag. De leeftijd der vrouwen gaat tot
ten hoogste vijftig jaar, die der kinderen
over den schoolplichtigen leeftijd, dus van
7 tot 14 jaar. Doktersonderzoek voor uit
zending is verplicht. Aanmeldingen moeten
gedaan worden bij den leider van de dis
trictsdiensten van „Vreugde en Arbeid" of
bij het N.V.V., afdeeling volksgezondheid,
P.C. Hoofdstraat 178/180, Amsterdam Zuid.
In het algemeen orgaan voor weer-
machtsbelangen „Ons leger" schrijft de
heer M. D. Lammerts een artikel over
Jozef Ledel.
Jozef Ledel werd 3 Januari 1779 te
•a-Gravenhage geboren uit Jacobus Ledel
en Cornelia van der Laan. In 1794 trad
h|j tegen den zin zijner ouders als jager
in dienst, werd in 1799 officier, diende
van 1802 tot 1804 in Suriname, maakte
de veldtochten van 1807 in Duitschland
mede en werd in 1812 in Rusland ge
vangen genomen. Van 1826 tot 1830 was
hij als Majoor in den oorlog op Java,
waar hij zich bijzonder onderscheidde en
de Militaire Willemsorde 3de klas ont
ving.
Kort na zijn terugkomst uit Indië, 11 Oc
tober 1830, kreeg Luitenant-Kolonel Le
del, toen hij met verlof te Doesburg was
van den Directeur-Generaal van Oorlog
een schrijven, waarin hem order werd
gegeven zich onverwijld te begeven naar
Oostburg en aldaar en in nabijgelegen
plaatsen te onderzoeken welke militaire
maatregelen er voor de veiligheid van ge
noemde landstreek noodzakelijk waren.
Ledel kwam 16 October te Hoofdplaat
aan, doch daar een gedeelte van Wes-
telijk-Zeeuwsch-Vlaanderen door de Bel
gische muitelingen reeds bezet was, ver
trok hij den volgenden dag en bracht
rapport uit aan Generaal Chassé, bevel
voerend generaal in het 4de Groot-Mili
tair-Commando. Hg keerde 27 October in
Vlaanderen terug, terwijl er nu eenige
troepen naar dat gewest waren gezonden,
n.l. op het fort Frederik Hendrik te
Breskens. Luitenant-Kolonel Ledel ves
tigde zich te Oostburg en stond in voort
durende correspondentie met de hooge
militaire autoriteiten in Zeeland o.a. met
den opperbevelhebber der troepen en met
den opperbevelhebber van de vesting Vlis-
singen, Vice-admiraal Gobius. Op zgn aan
dringen kwamen er steeds meer militairen
en matèriaal naar Westelijk-Zeeuwsch-
Vlaanderen of wel het 4<ie district van
Zeeland. Aan zijn persoonlijk optreden, be
leid en energie is het te danken, dat deze
«treek behouden bleef. De regeering be
noemde hem voor zijn optreden tot ridder
in de orde van den Nederlandschen Leeuw,
die hem 4 December 1830 werd toege
kend. Vice-admiraal Gobius zegt in een
schrijven aan Ledel, waarin hg hem geluk
wenscht met deze hooge onderscheiding,
„dat deze door Ledel verdiend is, waar
van niet alleen Gobius, maar het geheele
Vaderland verzekerd is.". Ook de pro
vincie Zeeland bleef niet achter. De in
gezetenen schonken hem een eeredegen met
zilveren scheede, waarop zjjn naam en
voornamen voluit werden aangebracht. De
Gedeputeerde Staten van Zeeland zonden
aan Luitenant-Kolonel Ledel twee teeke-
n in gen, de een volgens het gewoon mo
del van een degen, met een zilveren schee-
de, de andere een statiedegen. De keus
werd aan Ledel gelaten om een van beiden
uit te zoeken.
Het Departement der Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen te Doesburg, waar
zjjn familie gevestigd was, schonk hem
een gouden snuifdoos.
Gedurende den Tiendaagschen Veldtocht
leerde men hem als een veldheer kennen,
waarop het Vaderland trotsch kon zjjn, en
door zijn beleid is de toen veroverde Kapi
talen Dam, waarop zeer veel prjjs werd
gesteld, ook na het herstel van den vrede,
In ons bezit gebleven. Een eervolle ver
melding op de legerorder was toen het
bewijs van de bijzondere tevredenheid van
den Koning. Het volgend jaar ontving
Kolonel Ledel, in Maart 1831 tot dien rang
bevorderd, het Metalen Kruis.
Ofschoon steeds vooruit, den vjjand te
gemoet of in het midden van het ge
vecht, zoo werd Ledel toch nimmer gé-
wond.
We zagen reeds, dat Ledel gedurende de
Jaren 18261830 in den oorlog op Java
was. Bjj gelegenh.eid dat men hoopte in
een der gevechten tegen Dipo Negoro, deze
gevangen te kunnen nemen en Overste
Ledel zijn manschappen aanspoorde den
xn&rach te bespoedigen, riep hem een der
soldaten toe:
„Ja, Overste, hebt goed praten, wjj
zjjn te voet en U te paard". In een oogen-
blik was Ledel van zijn paard en nood
zaakte den soldaat het te bestijgen, die
evenwel eenige minuten was voortgere
den of hij werd van het paard geschoten.
Toen zich geen liefhebbers meer aanbo
den, besteeg de Overste het paard weder
en volgde met dezelfde gerustheid zijn
weg.
Ledel bleef tot begin Februari 1832 com
mandant over Zeeuwsch-Vlaanderen. Toen
in die maand Kolonel Bagelaar met zijn
afdeeling infanterie Oostelijk-Zeeuwsch-
Vlaanderen, het 5de district van Zeeland
bezette, werd dezen het commando over
dat gewest opgedragen en bleef Ledel
Westelijk-Zeeuwsch-Vlaanderen, het 4de
district van Zeeland, toegewezen. Bij de
verdediging van dat district heeft hij niet
alleen verschillende belangrijke punten ver
dedigd, doch ook zorg gedragen, dat de
muitelingen uit zijn district moesten terug
trekken.
Kolonel Ledel had door de zware veld
tochten in Indië veel geleden. Op 17 Juni
van het jaar 1835 's avonds om 10 uur
overleed hij te Sluis, na slechts een
paar dagen ernstig ziek te zijn geweest.
Wanneer wij het bericht van zijn over
igden lezen, dat per dagorder aan de
troepen van het 4de district wordt be
kend gemaakt, dan zien wij daaruit, dat
het heengaan van Kolonel Ledel geacht
werd, bijna met een ramp gelijk te staan.
Maandag 22 Juni 1835 des avonds om 9
uur werd het stoffelijk overschot van
Kolonel Ledel met militaire eer te Oost
burg ter aarde besteld. Vele militaire
autoriteiten, de regeering van Oostburg,
alle burgemeesters van het 4de district
van Zeeland, vele ambtenaren, vooraan
staande personen en vrienden waren naar
de begraafplaats gekomen om de laatste
eer te bewijzen. De vier slippen van het
doodskleed werden door vier kapiteins,
ridders der Militaire Willemsorde, en het
lijk door twaalf onderofficieren gedragen.
Aan het graf hebben o.a. gesproken de
districtscommissaris J. Hennequin, die,
niettegenstaande zjjn hoogen leeftgd, niet
heeft willen nalaten, dit laatste eerbewijs
aan den overledene te brengen. Ook de
kapitein Menningh van de 9de afdeeling
infanterie en de Kapitein Snellen, comman
dant der artillerie in Westelijk Zeeuwsch-
Vlaanderen, voerden het woord.
Door de officieren, die in Zeeland onder
zgn bevelen hebben gediend, is een mo
nument op zijn graf geplaatst, als bewijs
van algemeene hoogachting en erkentelijk
heid. Zijn portret op het stadhuis te Oost-
burg aanwezig is door zgn weduwe ge
schonken.
Ten slotte moge ik nog vaststellen, dat
Kolonel Ledel niet op de hofstede Stam-
pershoek bij Oostburg is overleden. Blij
kens het register van overigden der ge
meente Oostburg van het jaar 1835 heb
ben twee officieren, n.l. Michel Letter,
lste luitenant-adjudant, en Dirk Stander,
lste luitenant en plaats-commandant, bei
den wonende te Oostburg, den 18den Juni
1835 voor den ambtenaar van den Bur
gerleken Stand verklaard, dat op 17 Juni
1835 overleden was te Sluis, in het huis
wijk buiten, nummer 232, te 10 uur in
den avond Jozef Ledel, oud 57 jaar, ko
lonel der 9de afdeeling infanterie, wo
nende te Oostburg (in kantonnement),
man van Maria Helena Johanna Marga
rita Gesseler te Lintelo, wonende te Does
burg.
DIEFSTALLEN BH DEN OPBOUW-
DIENST.
Aangehouden is de 22-jarige soldaat van
den opbouwdienst C. S. P. G., die in veree-
niging met twee kooplui, den 37-jarigen
H- R. en diens broer, den 29-jarigen M. R.,
allen wonende te Groningen ,op heeterdaad
werden betrapt, toen zjj twee kookpotten,
die rijkseigendom waren, uit het gebouw
van den opbouwdienst versleepten naar het
pakhuis van de kooplieden. Een groote
partij militaire sokken en militaire dekens
werd gevonden, die ook door den soldaat G.
gestolen was. De dieven zjjn ter beschik
king van de justitie gesteld.
kweekt Uw EIGEN wintervoorraad
//,JOr doet daarbij wonderen.
Alleen A5EF is SJftg
w veilige kunstmest.
ivraaqt Uw zaadh 0 V
e qralis brochure„DOOflM icmae/l 6on/l0/l" s
EEN VAAS ALS
BRAND STICHTSTER.
Door een uitzonderlijke oorzaak is brand
ontstaan in een woning aan de Regentes-
selaan te Hilversum. Een in een der ven
sters staande glazen vaas werkte in het
zonlicht als brandglas, waardoor de gor
dijnen vlam vatten. Gelukkig waren de be
woners thuis. De brandweer was spoedig
ter plaatse en wist het vuur snel te
blusschen, zoodat de schade tot enkele
verbrande gordgnen en geblakerde ko
zijnen beperkt bleef.
MUSICUS STAL GELD UIT
JASZAKKEN.
De Amsterdamsche politie heeft een lid
van het Concertgebouw-orkest aldaar aan
gehouden en in bewaring gesteld, die be
kend heeft, uit jassen, die in de garderobe
hingen, herhaaldelijk geldsbedragen te
hebben weggehaald.
Meermalen vermisten bezoekers van het
Concertgebouw na afloop van het con
cert geld uit him in bewaring gegeven
kleeding. De politie hield een oogje in het
zeil en de verdenking viel op den musicus
Na zijn aanhouding heeft de man bekend.
SIRENE TEGEN RIJWIELDIE VEN.
S.P.T. meldt uit Kopenhagen Een
Deensch ingenieur, Harald Karsgen gehee-
ten, heeft patent verkregen op een prac-
tische uitvinding tegen diefstal van fiet
sen, waarvoor ook buiten Denemarken
zeker belangstelling zal zijn.
Dit apparaatje bestaat uit een kleine
sirene, die op de voorvork gemonteerd,
met behulp van een ingebouwd wieltje, dat
op de velg van het voorwiel kan worden
gezet, in werking wordt gebracht. De
sirene brengt een zeer schellen janktoon
voort, die honderden meters ver. hoorbaar
is. Het alarmtoestel wordt met behulp
van een sleutel ingeschakeld en is zooda
nig geconstrueerd, dat vernieling, althans
in korten tijd, uitgesloten is.
Aangezien in Kopenhagen fietsendief
stallen helaas niet tot de zeldzaamheden
behooren, zou het straatlawaai binnenkort
wel eens een ongekend aantal decibels kun-
nen gaan meten.
DOOR HOLLEND PAARD OMVER
GELOOPEN EN AAN DE GEVOLGEN
OVERLEDEN.
Aan het einde van de vorige week is
de 83-jarige Th. Groot te Mijdrecht door
een hollend paard- omver geloopen en
zwaar gewond naar het ziekenhuis over
gebracht Donderdag is de man aan de
opgëloopen verwondingen overleden.
Redacteur: J. M. MULIÉ.
Onderstaand miniatuur-eindspel is van
den bekenden eindspelcomponist J. J. v. d.
Ende te Zierikzee:
Wm
Wit speelt en wint.
Oplossingen kunnen worden ingezonden
aan het bureau van dit blad, afd. schaak-
rubriek.
Thans een merkwaardig eindspel uit de
praktijk.
ZwartJ. Bendiner.
abc defgh
Wit dr. A. Kaufmann.
(Wiener Schach-Klub 1913)
Wit was aan zet en speelde:
L a3a4 g5g4 2. a4a5 g4g3
3. a5—a6 g3Xf2
dit schgnt alles voor zwart zeer bevre
digend, omdat hg eerder dame haalt. Er
volgde evenwel een verrasing:
4. Dc5h5f belet Dg8t
4Kh7—g7 5. a6a7 f2—flD
6. a7a8D Dfl—c4f 7. Ka2—a3! en
zwart heeft tegen de vele dreigingen, bgv.
Da8h8 mat of Dh5h8f geen voldoen
de verdediging.
Waschdag in aan groote stad. - De Hollandsche zindelijkheid is beroemd
en Amsterdam schijnt in dat opzicht de kroon te spannen
(Foto Pax-Holland)
Nie 't goeie middel.
Dat zou Corre nie' graag vergete om
's Zondagochens 'êel 't 'of te inspecteeren.
Eêst waere der een paer blomperken,
dan den bleek en voe de rest bédden mee
groente en een lapje errebémezen 't 'of-
padje was nessen d' aege, mee beierbossen
an d' are kant. Ze keurden achter mekare
over 't ofpadje, Corre veruut en bie ieder
bêddetje bleve ze stae om te bepraten 'oe
a oalles 'egroeid was in de leste vêertien
daegen.
An d' are kant van d' 'aege lag Arie
nog op den blêek, in de koelte van de pere-
bóom, wan' 't was 'êet in 't zunnetje. Ze
bleve een stuitje stae praete, mae' nie lank,
wan* ie een boek bie z'n, dus ie most
zeker z'n lesse nog leere.
Op 't ènde liep ulder 'of nog mee een
smal padje achter dat van de buren toet
an het achter van de volgende ménsen. Op
't scheid van die drie 'oven stieng de
welle, die ze mee z'n oallen.
De ouwste zuster van Arie en Lena
stieng dae mee het bui rmisje van d' an
dere kant te praten. Die waere ollebei zo
wat van Corre d'r oudte. As kind ze vee
tegaere 'espeeld, dus je begriept, a die
dae dan 's Zondagochens zó is bie me
kare wacren, dan wier der van oalles en
nog wat öp-'ehaelei
Toen a Corre pas nae' stad gieng,
die misjes wel is tegen mekare 'ezeid,
ze oVer d' 'aege stienge te praten „Noe
za' ze d'r eigen voe óns wè'- te gróót
kenne, 'óornoe za' z' óns nie mi zie
stae". Mae' dat was, toet op 'eden
anders uut-'ekomme. Zó gauw as ze tuus
was, praatten ze wee gewoon op d'r boers
en tegen oalleman, net as vroeger. De
vrouwe bleef der nie lank biestae, wan ze
zei „Ik md' de bolletjes nog draaie voe
de soepe en die motte toch een ollef 'ure
meekoke, dus ik gae in 'uus, aars kim'
me nie op tied gaen ete".
Corre gieng op de rand van de welle
zitte en pakten een tak van een schoen-
lappersbos vast om in evenwicht te blu-
ven. „Past maer op, dè' j' er nie indukelt",
zei Tanne, de zuster van Arie, en Line,
dat are misje zei „net as die jongen,
die op „de mêestove" is". „Een jongen
op „de mêestove?" Is die in de welle
'edukeld? Dat kan nie, daer is glad gin
welle", zei Tanne, en die kan 't wete, wan'
z' dae vroeger gae werke. „Wè-voe jon
gen is dat dan?" vroog Cor. Die misjes
'ieuwe ze 's Zondagsochens bie de welle
oltied op dl' öogte van oal dat ter om-
giend op 't durp. En noe beguste ze dan
ok om burten te vertellen
„Een misje en een jongen is ter, uut
Den Haag, 't is broer en zuster en ze
bluve 'êel de fekansie".
„Is dat fermielje?"
„Neê-e, gin fermielje, gin goeie ken-
nesse, niks".
„Wat motte die dan 'ier
dat zè' 'k j' is zegge. Je weet, da'
boeren bie de stadsmènsen nogè' vee in
de veracht-'oek zitte. En noe schiene der
te wezen, die a zegge „dae zulle óns is
een einde an maeke me verzoeke jongelui
uut een gróote stad te lozeeren, dan kunne
ze is zie-e 'oe a 't bie óns toegaet en as
ze dan wee' tuus bin, kim' ze de andere
ménsen beter inlichte". Ik weet nog een
paer durpen in den omtrek, dae' ter
bin".
„Noe is 't mae' de vraag wat voe soort
dat is, ik zou 't er nie op 'dor 't is
nie te zéggen, wat je in jen 'uus 'aelt",
zei Cor, „en ik begriepe nie, wat ze dae
van verwachte, 't spreekwoord zei toch
nie voe niks ondank is 's werelds loon".
„Nou, ze bin nogè. van deftege fermielje
'óor. D'r voader is direkteur van 't êene
of 't are. En wat z' er van verwachte,
dat 'k toch a 'ezeid? Dè' ze in 't vervolg
in de stad zulle zegge „boeren bin nie
minder as óns". Dat is dan den dank die
a ze verlange".
„Dan ze dat toch a lank motte zegge.
Ik moeder toch k zó dikkels 'öore ver-
telle, en julder net zó wel, uut den tied
van de vluchteliengen en -de ondervoede
kinders. Wat zo dae nie voe 'edae En
wat voe dank ze 'ehad? Van de derteg
waere der meschien twêe-e, die k vrien'
schap terug 'edaen En de ménsen over
't algemeen bin der nie toe-'ekomme om
de boeren glieke te stellen mee de stads
mènsen, anders zou 't niet nóodeg wezen,
dè.' ze dae noe wee' mee beguste".
„Ik glóove ok nie, dat 't vee' uut-'aele
zè, 'óor. Die jongen die keek om, twint
k ten over de planke liep, ie trap' mis en
tunnel' t' overdekop in dv pit. Noe zou
toch een ieder der mee inzitte, oe k oal
dat góed wee schóone en dröoge most
komme, mae' niks 'óor. Dae' bleef 'n gin
óogenbiik bie stille stae. Ze góoiden oalles
op een 'óop in 't schuurkot en de dochters
van „de meêstove" konne 'êel z'n vule
rommel uutwasse".
BENUT THANS DE VITAMINEWAARDE
VAN WINTERWORTELS.
1. In stamppot.
2. Gesnipperd als groente.
De winterwortel is een groente, die niet
altgd zoo gewaardeerd wordt als wel wen-
schelijk is. Winterwortels worden vaak te
weinig gegeten, meestal een enkel keertje
als stamppot, maar daar blijft het dan ook
bij en tóch is dat jammer, want winter
wortels bevatten, naast andere voedings
stoffen, nog zeer belangrijke stoffen, nJ. de
vitamines A en D, welke in andere groen
ten niet of heel weinig voorkomen.
gp?
ooh Vggï. ufoncfen.
oooot uaot-houw o» wo*o hkvs. i
voatiOMj sutcneuvoioui
de desinfectans uc
Ook voor wonden de ideale desinfectans
Deze vitamines zijn vooral voor kinderen
in de groeijaren onmisbaar. U weet, dat ze
behalve in wortels voorkomen in boter (het
meest in zomerboter) en ook In levertraan.
Daar deze voedingsmiddelen niet meer in
zoo ruime fnate te verkrggen zgn als vroe
ger, is het noodzakelijk deze stoffen aan
te vullen uit andere wèl te verkrijgen voe
dingsmiddelen. We doen dus goed, winter
wortels een wat betere plaats op ons menu
in te ruimen.
Maar hoe maken we in dezen tgd, waar
in we vaak geen klapstuk kunnen krijgen
(wat toch naar onze meening bij stamppot
winterwortels behoort)
Een smakelijken stamppot zonder
klapstuk
Hiervoor gaan we als volgt te werk f
We nemen voor 4 personen
1 kg wortels /2 kg uien 1% kg
aardappelen 150 g groene erwten 1
melk of 3 eetlepels taptemelkpoeder bo
ter. of vet, naar gelang men beschikbaar
heeft.
We koken de gesnipperde wortels en
uien in water, of nog liever in bouillon van
een mergpijp getrokken, een kwartier
voor, dan leggen we er de in stukken ge
sneden aardappelen bovenop. De aardappe
len kunnen we schillen of ongeschild laten
en alleen maar afboenen en pitten. Zgn we
Verstandig, dan laten we de aardappelen
ongeschild, we behouden dan immers
waardevolle voedingsstoffen.
We laten alles nog ongeveer een half
uur koken. Om te zorgen, dat de vleesch-
looze stamppot niet achter staat bij den
anderen stamppot, voegen wc wat gaarge-
kookte groene erwten aan den stamppot toe
en stampen alles door elkaar met de boter
of het vet en de melk of het met een wei
nig lauw water aangelengde taptemelkpoe
der. Deze stamppot is niet alleen voed
zaam, maar bovendien zeer smakelijk. We
kunnen
Gesnipperde wortelen ook
als groente!
eten en- nemen daarvoor (voor 4 personen) 3
1 kg wortels 2 eetlepels boter
(glad afgestreken) eetlepel
suiker 1 eetlepel peterselie.
De wortels worden hiervoor geboend,
gesnipperd, gewasschen en opgezet met
een bodempje water en Vz eetlepel suiker.
Onder af en toe omschudden zgn de wortels
in ongeveer een '/2 uurtje gaar en droog.
We schudden ze dan nog even om met een
stukje boter en wat fijngesneden peterselie
en hebben zoo een heerlgke gezonde groen
te gereed.
HENNY VAN DEN BERG.
„Op die meniere maeke ze van d'r eigen
de wasvrouwe en de schoenepoeser van die
snaken. Dn verwachte ze dan, dè' ze dae-
deur glieke 'esteld zulle worre mee stads
dames?" Nêe-e, óor: da. is zielkundig
onmogeluk, zou de meester zegge. Gin.
méns ait er óóit respekt voe je, a je jen
eigen uutslóoft om ze te bedienendan
behandele ze je as een bediende. Noe vind
ik voe mien dat in dit geval net goed,
'óor", zei Corre, „wan', die a een mèns-
lievend werk verricht om der voe be-
löond of ge-êerd te worren, die ei oal de
waerde der an ontnome. Dan doe ze 't nie
uut goed-'eid maer nut eigenbelank".
H. C. H.