GRIIPWEER! VICKS H0ESTB0NB0NS Rechtszaken r^. Uit onze couranten van 50 iaar geleden. Het geheim van het doodelijke gif RECHTBANK TE MIDDELBURG. Onrechtmatig ontslag. De 56-jarige directeur van de Conserven fabriek Zuid Beveland, A. W. te Krab- bendflke ls op 13 November door den kan tonrechter te Middelburg tot 25 boete subs. 10 dagen hechtenis veroordeeld, we gens het op 23 September ontslaan van drie arbeiders, zonder dat te hunner aan zien art. 1639p van het B. W. toepasse lijk was. Verdachte was van dit vonnis in hooger beroep gekomen en werd ter zitting ver tegenwoordigd door mr. A. H. Kuipers. Als eerste getuige werd gehoord de werkman M. Goeman, die verklaarde dat bij op Vrjjdag 27 September met de twee volgende getuigen werkzaam was in het koelhuis der fabriek en dat toen een raam dichtsloeg, waarbij een ruit gebroken werd. H|j heeft er dien dag nog van kennis gegeven aan den chef Aarnoutse. Den vol genden morgen werd hem en de anderen aangezegd, dat zij niet mochten gaan wer ken voor dat vast stond hoe de ruit stuk is geraakt. Getuige heeft toen verklaard, dat alleen de wind de oorzaak was. Toen hij dit ook tegen verdachte zeide, voegde deze hem toe „Je liegt". Men heeft hem bij de afrekening betaald tot en met Vrij dag en bovendien nog 1.34 afgehouden als aandeel in de gebroken ruit. Getuige heeft 4e fabriek verlaten en is er niet meer teruggekeerd. De tweede getuige Pietje J. Keynse werkte ook in het koelhuis, en verklaart in gelijken geest. Maandags is haar va der naar de fabriek geweest en zij mocht toen weer terug keeren en kreeg over Zaterdag en Maandag geen loon, maar wel werd de afgetrokken 1.34 weer te ruggegeven. De derde getuige A. de Bel, is nog geen 16 jaar en wordt dus buiten eede gehoord. Hij verklaart evenals de beide vorige getuigen, dat er geen sprake van baldadigheid, van een stoeipartij of zoo iets is geweest en dat alleen de wind het raam heeft doen dichtslaan. Mr. Kuipers ontkent, dat de drie ge tuigen ontslagen zijn, zy zijn na het ge beurde uit eigen beweging weggegaan. De eerste getuige a décharge, de chef C. Aarnoutse, is sedert Juli 1940 op de fabriek werkzaam. Hij ontkent de drie jongelui gezegd te hebben, dat zij ontsla gen waren, alleen mochten zij niet werken om zoo tot de wetenschap te komen of er niet iets anders met de ruit gaande was. Over de uitbetaling van het loon valt niet veel mede te deelen door getuige, want dit gebeurt altijd op het kantoor en daar staat hy buiten. Er was niet veel wind, anders is het wel mogelijk, dat een ruit stuk waalt. De tweede getuige, de werkman E. de Bel, zegt, dat hem direct gezegd is, dat als de jongelui direct zelden hoe de ruit gebroken is, zij weer aan het werk konden gaan. De officier van justitie, mr. van der Minne, zeide, dat men het nu wel wil doen voorkomen of er een misverstand is, maar hy' meende toch dat het vonnis van den kantonrechter moet worden bevestigd. Mr. Kuipers zegt dat verdachte over tuigd is volkomen ten onrechte te zyn veroordeeld. Het gaat er niet om, dat er een te veel aan personeel was. Inte gendeel het was in het volle seizoen, maar voor W. stond het vast dat de oorzaak van de gebroken ruit niet de wind was. W. dacht niet direct aan opzet, doch aan een onge luk van de zyde van het personeel. Wel licht was dit een verkeerd inzicht van hem, doch het betrokken personeel is uit eigen beweging thuis gebleven, er was geen enkel bewys, dat het de bedoeling was het drietal te ontslaan. Zy hebben niet weer contact met den directeur gezocht, anders was het zeer goed mogeiyk, dat alle drie weer cp de fabriek werken zouden. Wat geschiedde was een correctiemaatregel en wellicht bedoeld als vreesaanjagend waar door de jongelui er toe zouden komen te zeggen, wat W. als de waarheid aannam. Spr. is bereid mede te helpen, dat alsnog loon over den Zaterdag wordt uitgekeerd en het afgehouden geld voor de schade zal worden teruggegeven. Vervoer van een besmet varken. De 56-jarige koopman M. B. uit Middel burg stond in hooger beroep terecht we- Help LIw keel infectie voorkomen met de beproefde geneeskracht van gens overtreding der „Veewet". Op 16 Augustus heeft verdachte van de boerdery van M. B. Rijk te Baarsdorp onder 'sHeer Abtskerke een varken gehaald en naar Middelburg vervoerd, terwyl op die hof stede duidelyk stond aangegeven, dat er varkenspest heerschte. De kantonrechter te Middelburg had hem deswege veroor deeld tot 50 boete subs. 15 dagen hech tenis, van welk vonnis verdachte en de Ambtenaar O.M. in hooger beroep z\jn gekomen. Getuige Rijk zegt, dat hij twee varkens had, die in Juni door de varkenspest zyn aangetast, toen heeft de gemeente-veld wachter het voorgeschreven papier aange bracht, niet op het hek, doch op een boom op het erf. Een der varkens is gestorven, doch het tweede verkocht getuige op 16 Augustus aan B., die met zyn zoon met een vrachtauto voor het erf kwam, voor 35. Het varken was reeds zeer verma gerd. Hij weet niet meer of hij verdachte gewezen heeft op het heerschen van de ziekte. De president wijst er getuige op, dat hij dat bij de politie toch wel wist en meent, dat getuige wat er om heen draait. Het verbaast spr., dat Ryk niet vervolgd is. De gemeente-veldwachter zeide, dat hij op den bewusten dag bij Ryk kwam om te ontsmetten en toen hoorde, dat het var ken verkocht was. Toen heeft Rijk hem wel degelyk verklaard verdachte op het heerschen van de ziekte te hebben gewe zen, doch deze zou toen gezegd hebben, dat het varken beter was. Verdachte bekent het varken te hebben gekocht en vervoerd, maar van het heer schen van de varkenspest wist hy niets. Ryk heeft hem er niets van gezegd en het papier heeft hq niet gezien. Dit blykt op een boom te hebben gezeten en niet op het damhek, zooals voorgeschreven is. De president en rechter Bloemers wijzen er verdachte op, dat daarvan niets in de wet staat. De president zegt, dat verdachte een zeer onsympathieke houding aanneemt, en dit ook toen hij toegaf geweigerd te hebben een Middelburgschen politieman in lichtingen te geven met het motief, dat de politie in 's-Heer Abtskerke dat maar moest uitzoeken. De officier vroeg bevestiging van het vonnis van den kantonn chter. POLITIERECHTER TE MIDDELBURG. Lood uit het puin. Toen W. P., te Oost- en West-Souburg, van iemand 180 kilo lood kocht, zou hy heelemaal niet hebben geweten, dat het met den koop niet in orde was. Hy kocht dus in goed vertrouwen, doch maakte zich niettemin aan heling schuldig. De politie rechter te Middelburg veroordeelde hem daarvoor tot 3 weken gevangenisstraf van welk vonnis hy in hooger beroep kwam bij het Hof, want verdachte vond de straf veel te zwaar. Hij gaf toe het lood niet in het register te hebben ingeschreven, hetgeen een verzuim was. De procureur-generaal zag geen reden om in do opgelegde straf wijziging te brengen. Het Hof heeft uitspraak gedaan en het vonnis van den politierechter be vestigd, doch de straf gewyzigd in 100 boete subs. 50 dagen hechtenis. Verboden uitvoer. C. W. uit Axel had zich schuldig ge maakt aan verboden uitvoer. Hij had een partij aardappelen, die hy in België wilde invoeren, doch daarvoor bezat W. niet de vereischte vergunning. Wel bezat hy een toestemming van den Ortskommandant, waarvan W. dacht dat die wel voldoende Was. Maar a an de grens bleek dat 'niet het geval te zyn. Niettemin ging de vracht toch de grens over, met het gevolg, dat W. door den politierechter werd veroor deeld tot 14 dagen gevangenisstraf. In hooger beroep meende de proc.-gene- raal dat die straf niet voldoende was, om dat er in den laatsten tijd veel werd uit gevoerd zonder vergunning. Daarom vor derde spr. verzwaren van de straf tot een maand gevangenisstraf. Het Gerechtshof heeft uitspraak gedaan, en verdachte ver oordeeld tot 14 dagen gevangenisstraf. HAAGSCHE GERECHTSHOF. Hy wist van niks. Volgens zyn zeggen wist E. L. B. uit Middelburg nergens van. De verklaringen van de getuigen waren evenwel tegen hem, en als gevolg daarvan had de Politierech ter te Middelburg hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van welke beslissing hy in hooger beroep kwam bij het Hof. B. had geholpen met de puin-ruimerij, by welke gelegenheid aan de Lange Delft twee bussen met stukjes lood op zijn vrachtauto waren gekomen. Iemand die dat zag, had een opzichter gewaarschuwd en toen deze maatregelen nam, bleek plot seling het lood weer van den auto te zyn, en verspreid te liggen over het terrein, waar de bussen gestaan hadden. De ver dachte zei dat hy nergens van wist, maar de procureur-generaal meende wel te mo gen aannemen, dat verdachte de kans had willen benutten om de twee bussen te ste len. Het Gerechtshof heeft thans uitspraak gedaan, en verdachte veroordeeld tot een maand gevangenisstraf. Het hek dat gevonden werd. Volgens J. L. van D. wist hij niet dat hy het hek dat hy uit het water had opge- vischt, moest terug" brengen. Hij had het dan ook maar gehouden, waardoor hy zich evenwel schuldig maakte aan diefstal. Hy kreeg er van den Politierechter te Mid delburg veertien dagen gevangenisstraf voor, en toen hy in hooger beroep kwam, liet hy by het Hof verstek gaan. De proc. generaal vorderde de bevestiging van het vonnis, omdat van D. het hek wel van waarde genoeg vond om het op te vis- schen, zoodat het ook waarde genoeg had om het terug te brengen. Het Hof heeft uitspraak gedaan, en het vonnis van den Politierechter bevestigd. VERSPREIDEN VAN OPHITSENDE GEDICHTEN EN LASTER OVER BOMMEN. Advocate stond terecht. Voor het Duitsche landgerecht te Den Haag heeft gisteren terecht gestaan de 35-jarige Haagsche advocate mej. mr. R. S-, aan die te laste was gelegd de ver spreiding van een groot aantal verschillen de voor Duitschland, de Duitsche weer macht en hooge Duitsche autoriteiten be- leedigende gedichten, terwyl zij eveneens de bewering heeft verbreid, dat ook Duitsche vliegtuigen bommen op Neder land zouden gooien. Beklaagde zei de gedichten in de brie venbus te hebben gevonden en niet te weten van wien ze afkomstig waren. Rechter Joppich: U als advocate heeft toch kunnen constateeren, dat de gedichten de grootste gemeenheden bevatten en dat ze slechts bedoeld zijn om onrust onder het volk te brengen. En het is onbegrype- lijk, dat u daaraan heeft kunnen mede werken. Voorts heeft u tweemaal gepoogd heime- lyk brieven uit de gevangenis te verzenden. Uit uw praktyk weet u toch, dat dit niet geoorloofd is. Beklaagde stemde dit toe. Verder er kende zij, op haar kantoor te hebben ge zegd, gehoord te hebben, dat ook Duitsche vliegtuigen bommen op Nederland hebben laten vallen. Rechter Joppich: Maar dat is toch de grootste onzin. Iets dergelijks kan van de Duitsche weermacht niet worden ver wacht, die, zooals iedereen heeft kunnen constateeren, steeds correct optreedt en slechts op eerlyke wyze oorlog voert. Beklaagde: Het geheele volk geloofde het. Rechter Joppich: Dat komt, omdat het volk is opgehitst door geschriften, waar aan ook u heeft medegewerkt. Generalstaatsanwalt dr. Koblitz: Het staat voor ieder vast, dat slechts Engel- sche vliegtuigen hier bommen werpen. De Duitsche Flak schiet toch op die vlieg tuigen en ti gelooft toch niet, dat de Duitsche Flak op eigen vliegtuigen schiet. Dat moest voor u voldoende bewijs zyn, dat het hier een leugencampagne betreft. Hierna nam de Generalstaatsanwalt zyn requisitoir. De bewering, dat Duitsche vliegtuigen bommen op Nederland en op eigen militairen laten vallen is zoo onge hoord en gemeen, dat daartegen streng moet worden opgetreden. Ook verspreiding van beleedigende en lasterlijke gedichten moet :net gestreng heid worden tegengegaan, want een be zettende macht kan dergel'jke ondermij nende propaganda niet toelaten. Rekening houdend met het feit, dat be klaagde alles openhartig heeft erkend eischte dr. Koblitz een gevangenisstraf van vyf maanden met aftrek van het voorarrest (sinds 15 November). Rechter Joppich heeft beklaagde over eenkomstig den eisch veroordeeld tot 5 maanden gevangenisstraf met aftrek van het voorarrest. NEDERLANDER DOOR VELDGERECHT VEROORDEELD. Het S.S. en Politieveldgerecht Den Haag veroordeelde een Nederlander wegens be- leediging tot 1 jaar gevangenisstraf. De veroordeelde had een anderen Ne derlander, die zich vrywillig bij de S.S.- Standarte Wes tl and had aangemeld en daardoor tot de Waffen S.S. kwam te behooren, in tegenwoordigheid van andere personen voor „landverrader" uitgeschol den. MACHTSMISBRUIK VAN POUTIE-AGENT. Voor den Rotterdamschen politierechter stond Vrydag terecht de 31-jarige agent van politie le klasse A. Th. Joh. N. te Hilleger8berg, die 'dezer dagen door de rijksmarechaussee is gearresteerd, ver dacht van machtsmisbruik tegenover eeni- ge winkeliers te Hillegersberg, die hij onder dwang van zyn positie had be wogen tot verkoop vart koffie, thee en vet zonder afgifte van de noodige distri butiebonnen. Getuigen-winkeliers verklaarden onder druk tot deze transactie te zijn gekomen. De officier hield een ?eer scherp requi sitoir en eischte tegen den ex-politieman een gevangenisstraf van zes maanden met bevel tot directe gevangenneming, met ontneming van de bevoegdheid om by de politie te dienen voor den tijd van 2*6 jaar. De politierechter vonniste conform den eisch, alleen stelde hij den tijd, gedurende welken N. niet by de politie zou opogen dienen, op twee jaar. KETTINGHANDEL IN GESTOLEN ZEEP In Januari van dit jaar kwam te Nij megen een uitgebreide ketting-handel in toilet- eii scheerzeep aan het licht. De zeep bleek gestolen te zijn by een Nijmeegsche zeepfabriek. Verschillende le den van het personeel namen na afloop van hun dagtaak telkens kleine voorraden scheer- of toiletzeep mee. Zy brachten deze by den hoofddader, zekeren M. H. S., ex peditieknecht by de zeepfabriek, die de zeep zonder bon aan verschillende andere personen verhandelde. Zoo nam de 29-ja- rige afdeelingschef Th. J. H. eiken dag ongeveer 20 stukken zeep in zijn brood trommel mee. In totaal ontvreemdde hy 500 stukken scheerzeep en 400 stukken toiletzeep. Voor een stuk scheerzéep ont ving hy 10 ct, voor toiletzeep 8 cent van den expeditieknecht S. De daders, alsmede helers hadden zich heden voor de Amhemschen politierechter te verantwoorden. De hoofddader werd ver oordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf. De beide helers kregen resp. 5 en 4 maan den, de overige daders werden tot 1 maand gevangenisstraf veroordeeld. KAPITEIN EN STUURMAN GESTRAFT. De raad voor de scheepvaart heeft Vrij dag uitspraak gedaan in zake het aan den grond stooten van het motorschip „Oise" onder de Oostkust van Oeland op 28 December 1940. De raad is van oordeel, dat het aan de „Oise" overkomen ongeval, dat zeer ge makkelijk tot verlies van het schip had kunnen leiden, doch gelukkig nog goed is afgeloopen, is te wijten aan de schuld, zoowel van den stuurman als van den kapitein. Het is niet minder dan ergerlyk aldus de raad dat onder de gegeven omstan digheden, bij goed vurenzicht en een zeer gemakkelijke navigatie, het schip niette min heeft gestooten. De raad straft den kapitein en den stuurman door hun de bevoegdheid te ont nemen om als kapitein resp. als stuurman te varen op een schip, éls bedoeld by art. 2 der schepenwet, voor den tijd van resp. drie en twee maanden. 10e week 1891A Uit goede bron verneemt de „Vllss. Crt.'' het voor Vlissingen zoo heuglyk bericht, dat een nieuwe Stoomvaart-Maatschappy tot stand gekomen is. Deze Maatschappy, die nauw verbonden zal zijn met de Stoomvaart-Mij. „Zeeland", heeft ten doel, het goederenvervoer van Vlissingen naar buitenlandsche havens, in de eerste plaats naar Engelsche havens, te ontwikkelen. De eerste lijn waarvoor nieuwe stoom schepen gebouwd worden zal zyn een dienst tweemaal per week naar en van Huil. Met vreugde begroeten wy deze ernstige poging om de scheepvaart van Vlissingen uit te breiden, en door geleidelijke ontwik keling, de zoo uitmuntende havenwerken dienstbaar te maken aan de scheepvaart onder Nederlandsche vlag. De Maatschappy, die den naam zal voe ren van „Zeeuwsche Stoomvaart-Maat schappy", zal staan onder directie van de heeren mr. -C. Bakker Czn. en C. L. van Woelderen. De scheepvaart op Engeland is met slechts enkele uitzonderingen in handen van de Engelsche handelsvlootdes te meer genoegen moet het doen, dat een deel van de voordeelen die uit deze scheep vaart getrokken worden, aan de Neder landsche vlag te beurt zal vallen. Door de firma Ribbink van Bork Co. te Amsterdam worden pogingen aangewend om te Vlissingen een telefoonnet tot stand te brengen. De heer van Dixhoorn te Bergen op Zoom heeft concessie aangevraagd voor het tot stand brengen van eqn verbinding tusschen Bergen op Zoom en Zierikzee, Het plan is overbrugging der Eendracht, stoomtram van Bergen op Zoom naar Sta- venisse, een stoomboot van Stavenisse naar den Val en vandaar een tram naar Zie rikzee. Beroepen by de Ned. Herv. gemeente te Terneuzen ds. A. Timmerman te Clllaarts- hoek (gém. Maasdam) idem te Zuidzande ds. J. A. T. Sperna Weiland te Dongen. Beroepen te St Laurens en Brigdamme cand. Bierens de Haan te Haarlem. Aangenomen het beroep naar Terneuzen door ds. A. Timmerman te Cillaartshoek idem naar Harmeien ds. C. W. A. Nonhebei te Aagtekerke. Beroepen bij de Ned. Geref. Kerk te Kou- dekerke ds. P. N. Kruyswijk te Hoogeveen. Bij Kon. besluit is aan ds. Itié te Middel burg (geboren te Calmont, Frankrijk) ver gund, de kerkelyke bediening in de Waal- sche Hervormde gemeente aldaar te aan vaarden. Bij de te Middelburg gehouden aanbe steding voor de verschillende werken ten behoeve der gemeente-drinkwaterleiding, zijn de aannemers verplicht geworden aan weiklieden die een ongeluk bekomen, waar door zy eenigen tyd niet in staat zijn te werken, 1.daags uit te betalen, en bij eventueele ernstige ongevallen die den dood tengevolge hebben, aan hunne wedu wen 1000.ineens uit te keeren. Van 28 Februari tot 6 Maart vervoer den de mailbooten der Mij. „Zeeland" 1077 passagiers, nl. 507 uit Queenboro en 570 uit Vlissingen. De Centrale Katholieke kiesvereeniging te Hulst heeft met algemeene stemmen den heer Walther, aftredend lid, opnieuw candidaat gesteld voor de Tweede Kamer. Tot ontvanger der directe belastingen, inv. en acc. te Terneuzen c.a. is benoemd de heer H. J. van der Heyden, thans ont vanger dier middelen te Loenen c.a. DOOR FRANK F. BRAUN. HOOFDSTUK I. Kamer 218 bevond zich op de tweede verdieping van het groote gebouw, waarin het hoofdbureau van politie gevestigd is. Het was een kamer als honderd andere in het omvangryke gebouw, maar hoofd inspecteur Kybander van de afdeeling moordzaken had een poging gedaan om er een min of meer persoonlyk cachet aan te geven. Aan den muur, tegenover de schryftafel, hing een koekoeksklok, en al sloeg deze klok ook niet, de kamer was er toch leven diger van aanzicht en vriendelijker door geworden- Den koekoekslag had hy moeten afzetten, want commissaris Larris in de kamer ernaast werd van het geroep van den koekoek nerveus. „Neem het me niet kwalyk, beste Kyban der", zei hy, „ik zal een aardig schilde rijtje op die plaats laten hangen, als je dat wilt, maar zet die klok af. Of tenminste de koekoek. Ik word er gek van." „Kunt u het dan wel hooren, commis saris?" „Jammer genoeg wel. Zie je, ik hoor hem precies alsof hij voor myn venster in een boschje dichtby zit. En dan moet ik altyd aan myn jeugd terugdenken. By.ons had den we vroeger veel koekoeken. En als we ze hoorden, telden wy als kinderen het aantal keeren en dan wisten we, dat we nog zoo of zoo lang te leven hadden". „Goed", zei hoofdinspecteur Kybander. „Ik zal hem afzetten. Myn houten koekoek slaat maar ten hoogste 's middags twaalf keer en ik gun u toch wel een wat langer leven, commissaris". De heer Larris glimlachte. De beide mannen kenden elkaar reeds lang en goed ze waren met hun werk volkomen op elkaar ingesteld en hadden over en weer achting voor elkaar. „Die geraniums van je", zei hij, „komen nu al in hun tweede jaar. De stammetjes en takjes zien er een beetje uit alsof ze Engelsche ziekte hebben, maar de roode bloemen zijn aardig." „Ja", zei hoofdinspecteur Kybander, „maar ze doen wel eens wat veel aan bloed denken". Hij had een blauwe map met allerlei paperassen voor zich op tafel lig gen, sloeg die open en klemde er een wit papier, dat met schrijfmachineletters be dekt was, by in. „Het rapport van het scheikundig laboratorium is binnengeko men", zei hy. „In de moordzaak Fabreani?" „Ja. De wyn was in orde. Dat wil zeg gen, de rest, die nog in de flesch was ach tergebleven. Ik had het niet anders ver wacht." De commissaris keek zyn hoofdinspec teur aan. Hy bemerkte, dat de ander er bedrukt en zorgeUjk uitzag. „Het staat je zeker ook niet erg aan, de geschiedenis van dit week-eind uitstapje?" vroeg hy. „Moord en poging tot moord en daarbij geen enkel spoor van den dader." „Zelfs geen motief. Wanneer het vergif niet pertinent als atropine was herkend, dan zou ik beslist willen gelooven, dat de beide jongelui in het bosch bessen hadden geplukt en daarbij ook verkeerde bessen hadden gegeten." „Belladonna smaakt ook bitter." „De geschiedenis met de vermouth kan een toeval geweest zyn. Maar nu het ver gif atropine geweest is, zal die vermouth wel een bepaalde bedoeling hebben gehad. Bovendien heb ik vastgesteld, dat Peter Braubach en Joachim Fabreani zich geen oogenblik van de andere jongelui hebben verwyderd. Ze waren met hun zessen op dit tochtje. Joachim Fabreani chauffeerde den eersten wagen en naast hem zat Inge Lotter. Achter in den ahto een cabriolet met vier zitplaatsen zaten Peter Brau bach en Otto von Horn. De tweede wagen, een sportmodel met twee zitplaatsen, werd bestuurd door den Hongaar Ladislaus. Naast hem zat Fabreani's stiefzuster An gelica." „Juist", bevestigde Larris. „Die Hongaar heet overigens met zijn voornaam Ladis laus". „Och ja", zei hoofdinspecteur Kybander. „Die voornaam is bij mij blijven hangen". Hij glimlachte, sloeg het dossier open en verbeterde .„Ladislaus Marczali heet de jongeman. Het zyn allemaal jongelui van goeden huize jong en mogelyk een beetje lichtzinnig, de candidaat in de rechten Horn moet nogal schulden hebben, maar er is er geen onder, dien men van een dubbelen moord zou kunnen verdenken". „Jong", herhaalde de commissaris, „zeer jong. Angelica Fabreani is twee en twin tig jaar en was de jongste van het gezel schap haar broer Joachim is zeven en twintig jaar en was de oudste. Aan die jeugd, Kybpnder, moeten we bij al onze overdenkingen wel behooriyk aandacht schenken. Er zijn twee meisjes onder, alle bei aardige meisjes. Een liefdesgeschiede nis wordt op dezen leeftijd gemakkelyk een drama. Hoe belangrijk lyken dan al die dingen, alsof de wereld'er alleen maar om draait. LaterHy haalde zyn schouders op. „Later, als het meestal te laat is, zouden de betrokkenen er om lachen. Wat zeg jy ervan?" Zyn vraag was rhetorisch bedoeld en hij verwachtte er ook geen antwoord op te krygen. „Tusschen twintig en dertig is het motief liefde", ging hy voort, „tusschen dertig en veertig geld en later komt er nog eer zucht en wraakzucht bij". Hy glimlachte. „Jammer genoeg komt deze rekening niet altijd uit, omdat veel menschen hun leef tijd vooruit zyn of er achteraan hinken." „Liefde", zei Kybander, „liefde met alles wat daar nog bij komt, als jaloezie, ge kwetste trots en zucht tot grootdoenerij misschien heeft u met uw theorie gelyk, commissaris. Joachim Fabreani en Peter Braubach werden tijdens een uitstapje per auto bij een picnic met atropine vergiftigd. De eene ging er aan dood, de andere werd gered hetzij door de medische wetenschap, hetzij door zijn betere constitutie. Het ver gif zou in de vermouth geweest zyn, die de Jongelui gedronken hebben. Het is waarschijniyk. De bittere smaak van het vergif ging in de vermouth verloren, viel in ieder geval niet op. Noch de jonge Fabreani, noch de jonge Braubach hebben er iets van gezegd, dat de wyn bitter was". Hy keek den commissaris aan. „Vergif, nietwaar, daarby denkt men onwillekeurig aan een vrouwenhand. Een man zou wellicht de voorkeur hebben ge geven aan een slag- of steekwapen of een revolver hebben gekozen. Ofschoon de er varing tegen de algemeene opvatting in leert dat evenveel mannen als vrouwen met vergif iemand hebben gedood. Maar laten we eens aannemen, dat een van de meisjes liet vergif heeft gebruikt. Dan valt naar mijn meening Angelica Fabreani als de dadcres uit. Of kunt u zich voorstel len, waarom zy haar stiefbroeder en haar neef zou willen vergiftigen? Er bestonden geenerlei betrekkingen tusschen Peter Braubach en haar, behalve dan dat ze als bloedverwanten vriendschappelijk met el kaar omgingen. Angelica Fabreani is ver liefd op den student Ladislaus". „Marczali." „Wat zegt u O ja, dat is waar. En hoe zit het nu met de andere meisjes uit het gezelschap. Inge Lotter was de vriendin van Joachim Fabreani. In de kringen van hun kennissen werden ze als verloofd be schouwd. Met Peter Braubach stond ze niet in betrekking, ze kenden elkaar, maar van byzondere sympathie of antipathie was geen sprake. Dat ze jij en jou tegen elkaar zeiden, is gewoon te verklaren uit den vriendschappelyken omgang, die - bij dit groepje gebruik was. Er is dus geen ver klaring voor te vinden, waarom zij deze beide jongelui om het leven zou hebben willen brengen." Hij keek zyn chef eens aan. Larris moe digde hem door verschillende malen met het hoofd te knikken aan, zyn betoog voort te zetten. „Dat we desniettemin steeds weer op Inge Lotter terug komen, is daaraan te wijten, dat dit meisje assistente is in een scheikundig laboratorium en dus gelegen heid had om vergif op een gemakkeiyke en onopvallende manier machtig te wor den. Aan den anderen kant kan ik de over weging niet van me afzetten, dat juist Inge Lotter als scheikundige wel op de ge dachte moest komen, dat wij het vergif wel zouden vinden. Ze kent immers zelf zulk een onderzoek heel goed. Ze moest er rekening mee houden, dat de verdenking dadelijk op haar zou vallen. Ik moet eer lijk zeggen, dat ik het meisje niet voor zoo dom houd, dat ze al deze mogelijkheden over het hoofd zag". „Dat betreft dan de beide meisjes. En de beide jonge mannen?" hielp commissaris Larris verder. Hij luisterde graag naar de ze samenvattende voordracht van zyn hoofdinspecteur. Hy kreeg altyd zyn beste gedachten als hij luisterde. Hoofdinspecteur Kybander sloeg het dossier op. [(Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 6