Wetenschappelijk bodemonderzoek voor nieuw land. Het laboratorium te Kampen. Tweede blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 8 Maart 1941 Kroniek van den dag De overeenkomst van Tokio. De afgeloopen week is er een geweest van diplomatieke hoogspanning, in Europa en in Azië. Wat de vredesconferentie van Tokio betreft, zij heeft een voorloopig glot gevonden, dat in zooverre bevredigend is, dat althans de oorlogsfakkel is ge- bluscht. Met het aanvaarden van de Ja- pansche voorstellen op het allerlaatstse oogenblik heeft Frankrijk een belangrijke concessie gedaan. Intusschen is dat niet het belangrijkste aspect. Uit de commen taren valt wel op te maken, dat het acute conflict en de oplossing daarvan van secundaire beteekenis waren. Veeleer eing het over de vraag, of Frankrijk met het aanvaarden van het bemiddelingsvoor stel tevens uiting zou geven aan zijn be reidheid om zich in de Japansche Groot- Oost-Aziatische ordening in te schakelen. Vichy heeft klaarblijkelijk tot het laatste oogenblik geaarzeld, daarbij trouw blijvend aan een politiek van afwachten. Tenslotte heeft de Fransche regeering toegestemd en er zal wel heel wat diplomatieke spits vondigheid aan te pas zijn gekomen, om het zoover te krijgen. Het Fransche besluit is dan ook van groot belang om de conse quenties. Welke die zijn kan blijken uit het commentaar in een der Japansche bla den, waarin de politiek van Engeland en Amerika in het geding wordt gebracht. Ook uit de voldoening, welke in de Pa- rijsche bladen tot uiting komt, kan worden opgemaakt, dat men hier in zekeren zin staat tegenover een fase uit den binnen- landschen strijd in Frankrijk, voor de te genstelling Vichy-Parijs. De veelvuldige reizen van Darlan, ook gedurende de laat ste dagen, de omstandigheid, dat de poli- tike schijnwerper hun licht sterker heb ben geconcentreerd op Laval wettigen bovendien dit vermoeden. De aanvaarding door de Fransche regee ring van de Japansche voorstellen mag dan wellicht ook worden opgevat als een overwinning van Parijs. Wat hiervan de verdere gevolgen zullen zijn, is nog geens zins duidelijk. Dat zij zullen komen, schijnt uit de politieke constellatie ook on afwendbaar te kunnen worden afgeleid. Zonder zich in te schakelen in de nieuwe orde de beslissing daarover staat niet aan de Fransche regeering, al zal het doorwerken van de geprovonceerde opvat tingen van Laval daarop wel eenigen in vloed kunnen uitoefenen heeft de Fran sche regeering de leiding van Japan in het Verre Oosten niettemin erkend. En dat kan van vérstrekkende beteekenis zijn. Speciaal Engeland en Amerika zullen zich voor de consequentie van deze ont wikkeling zien geplaatst. De politiek van halfslachtigheid van de regeering te Vichy gaf hun gelegenheid him posities te ver sterken en als zoodanig vormde zij een in directe bijdrage tot de Britsche oorlogvoe ring. Voor een overwonnen land als Frank rijk is een zoodanig gedrag natuurlijk niet te aanvaarden. De tegenstelling tusschen Parijs en Vichy was meer dan een binnenlandsche aange legenheid. Zij was gegrond op overwegin gen van buitenlandsch politiek beleid. Een zoo groote mate van politieke vrijmoedig heid van een overwonnen land is niet aan vaardbaar voor den overwinnaar, zoodra deze politiek de belangen van dien over winnaar raakt. In de Fransch-Duitsche betrekkingen vie- lèn tot nog toe twee fazen te onderkennen die van Compiègne en die van Montoire. Sindsdien werd Frankrijk niet aan zijn lot overgelaten het kreeg slechts een zekere mate van bewegingsvrijheid om de begin selen uit te werken. Dat Vichy diplomatiek bewerkt is, valt niet te loochenen. Zonder ons nu te verdie pen in de consequenties mag thans wellicht als derde fase in den ontwikkelingsgang worden aangegeven de overeenkomst van, Tokio. Zij is een succes voor Lavals opvattingen, maar achter de schermen heeft ook de Ber- lijnsche diplomatie haar rol gespeeld. DE N.C.R.V. VERDWIJNT UIT DEN AETHER. DE CHRISTELIJKE RADIOSTICHTING ZAL DE ORTHODOX-PROTESTANT- SCHE UITZENDINGEN VOORBE REIDEN. Naar de N.C.R.V. Omroepgids mede deelt, heeft het bestuur bericht ont vangen, dat de N.C.R.V. met ingang van 9 Maart geen eigen uitzendingen meer mag geven. De redactie voegt hieraan het volgen de toe „Het bovenstaande wil niet zeggen, dat men geheel verstoken zal blijven van de reeds zooveel jaren bekende en geliefde klanken. Wel is de tijd voor de specifiek Christelijke uitzendingen ingekrompen en wel moet de N.C.R.V. zelf in den aether zwijgen, mar er is 'n regeling getroffen, waardoor orthodox-protestantsche uitzen dingen nog gewaarborgd worden. In officieele publicaties is meermalen gesproken over „kernen van omroepver- eenigingen". Welnu, als zulk een „kern" is een comité gevormd, bestaande uit be stuursleden der N.C.R.V., dat onder den naam „Christelijke Radio-Stichting" de voorbereiding der orthodox-protestantsche uitzendingen voor zijn rekening neemt en de verantwoordelijkheid voor de program ma's, waaraan deze naam voortaan ver bonden zal zqn, aanvaardt". AMSTERDAMSCHE WETHOUDERS UIT AMBT ONTZET. De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied heeft volgens de Deutsche Zeitung in den Niederlanden, op grond van par. 3 van zijn vierde verorde ning nr. 108/40 over bijzondere bestuurs- rechterlrjke maatregelen van 20 Augustus 1940 de volgende wethouders der gemeente Amsterdam uit him ambt ontheven: mr. G. C. J. D. ropman, F. van Meurs, D. C. Franken en Walrave Boissevain. Het teekenen van bodemkaarten voor den Noordoostpolder. Voorlichting bij ontginning en exploitatie N.O.-polder. Op den hoek van den Vloeddijk en de Molenstraat staat een gebouw, dat in den loop van zijn veeljarig bestaan al voor heel wat doeleinden dienst heeft gedaan.. Eerst was het een ziekenhuis; later was er de dienst van de t.b.c.-bestrrjding in gevestigd; de Burgerwacht had er des tijds onderdak; Groene Kruis en Kinder voeding! Dagsanatorium en wat al niet meer ze vonden in het ruime gebouw met grooten tuin allen, de een na den an der, en soms wel eenige tegelijk, een on derkomen. Het gebouw diende van den aanvang af bijna uitsluitend den zieken mensch. Thans heeft de Dienst van Gemeente werken het verbouwd en uitgebreid, en de diensten, die er nu zijn ondergebracht en die er nog zullen komen, zullen in hoofd zaak de toekomst van den gezonden mensch ten goede komen. Nederland polderland. Nederland is het land „ontworsteld aan de baren", dat in den loop der eeuwen den strijd om het bestaan met het water te voeren had. Nu eens werd het bedreigd en moest het een deel van zijn grondge bied aan de elementen prijs geven. Maar dan weer richtte het zich op, deed een aanval op het water, en wist groote brok-" ken land aan de zee teontwringen. Hét ligt niet in de bedoeling van dit artikel, dien strijd om het bestaan tusschen mensch en element, tusschen land en wa ter, hier nader te schetsen. Maar wel moge hier gereleveerd worden, dat men vroeger, door de zucht tot zelfbehoud, door een soort oer-instinct gedreven, dien strijd aanbond veelal wel met overleg en in elk geval met veel durf en doorzettings vermogen. Doch nimmer ging men daarbij uit van een basis, die op wetenschappelijke gegevens berustte. Zulke gegevens beston den niet, want de landbouwkundige weten schap moest nog geboren worden. Men vatte de groote werken aan in goed vertrouwen, dat er wel zeer veel van te recht zou komen. Doch het kon niet an ders: goede resultaten bleven dikwijls zeer lang uit en teleurstellingen' waren legio. De geschiedenis van de inpolderingen der Hollandsche meren in den loop der vorige eeuwen is daar om dit te bewijzen. Men had wel de ondernemingsgeest, maar niet de kennis om profgt te trekken van de gewonnen gronden. Eigenlijk is men pas ten volle bij de in polderingen in de Zuiderzee, het groote ge wicht van wetenschappelijk onderzoek, voorbereiding en voorlichting en toepas sing van de verkregen resultaten in de praktijk, gaan inzien. De Andijker proef polder en de Wierin- germeerpolder hebben bewezen, van hoe uitnemend belang, van hoe groot econo misch nut het is. dat men tevoren op de hoogte is van den aard der in *e polderen gronden, van de soort gewassen, die er gekweekt kunnen worden en van de middelen, die kunnen en moeten worden aangewend om de vruchtbaarheid, de prac- tische indeeling en de winstgevende exploi tatie der polders zooveel doenlijk te be vorderen. Het doel. Want by alle waardeering en bewonde ring, die men voor het werk van ingenieurs en technici, die het IJsselmeer insliiiten en ten deele droogleggen, moge hebben, moet toch niet uit het oog verloren worden, dat vóór alles een commercieel, zoo mén wil, economisch doel de drijfveer is en op den voorgrond staat, namelijk: een zoo groot mogelijke hoeveelheid goed grond te wij nen, ervoor te zorgen, dat die grond zoo veel mogelgk opbrengt tegen zoo laag mo gelijken prijs, en om te bevorderen, dat een zoo groot mogelijk aantal personen op dien grond arbeid en levensvreugd zal kunnen verwerven. De middelen. Uitgaande van dat principe, is men ertoe overgegaan, een Dienst voor het in cultuur brengen van den N.O.-polder in het leven te roepen, die te Zwolle zal worden geves tigd. Deze dienst zal den polder in cultuur brengen volgèns moderne landbouwkun dige methoden. In Kampen is een onder deel van deze dienst gekomen en wel de Cultuur-technisch afdeeling, die de eigen lijke ontginning leidt, en de afdeeling On derzoek, die, behalve research-arbeid, ook voorlichtingsdiensten zal verrichten. Deze diensten worden alle ondergebracht in de gebouwen aan den Vloeddijk, waarvan we in den aanhef van dit artikel spraken. Het gemeentebestuur van - Kampen heeft op waarlijk onbekrompen wijze dat gebouw doen inrichten, geheel naar de eischen, die deze wetenschappelijke arbeid stelt, en volgens de aanwijzingen, door de leiding van dat instituut verstrekt. Er zijn in het gebouw 6 afdeelingen. Aan het hoofd van elk dezer staat een weten schappelijk gevormd leider dan dat van de omvangrijke Cultuur-technische afdee ling zelfs twee. Verdeeling werkzaamheden. Het bodemonderzoek, dat onder dr. Zuur ressorteert, omvat o.a. de ontwatering, de karteering, het algemeen bodemonderzoek, enz. Er worden in den N.O. polder en ook reeds in den toekomstigen Z.O. polder talrijke boringen verricht. De verkregen grondmonsters komen in de bodemkundige afdeeling binnen. En daar wordt dan on derzocht, van welke samenstelling die monsters zijn. Duizenden glazen potten met grondmonsters en boorkernen gevuld, komen jaarlijks het laboratorium binnen, worden gedroogd, gekneed, gewasschen, uit elkaar gekookt, met zuren en zouten be handeld. Er staan potjes en pannetjes, reageerbuizen en gevulde kolven te dam pen en te koken de gronden worden vol gens alle regelen der kunst ontleed, beke ken en gewogen, tot men eindelijk weet wat er-in zit en wat men er in de practijk mee kan doen. In deze afdeeling wordt verder, aan de hand van de onderzochte monsters, de polderbodem in kaart gebracht. Zoodat men te allen tijde kan nagaan, welke soor ten grond er op bepaalde plaatsen in boven- en ondergrond voorhanden zijn en hoe hoog het nog aanwezige zoutgehalte is. Mioro-biologie. Ir. Harmsen heeft voor zijn rekening het microbiologisch onderzoek. De werking der bacteriën en andere microben in den grond is zeer veelomvattend. En een groot deel der belangrijkste chemische omzettingen voltrekt zich juist door de werking der micro-organismen. Het is dan ook van groot belang, het microbenleven in de nieuw gewonnen gronden uitvoerig te be- studeeren en middelen te beramen om de aanvankelijk aanwezige leemten op te hef fen. Met deze problemen houdt men zich dan ook bezig op de afdeeling van den heer Een der laboratoriumvertrekken, ingericht voor titratie en destillatie. (Foto's Zwolsche Courant). Harmsen. Daarnaast zal deze afdeeling straks bij het inzaaien der gronden groote hoeveelheden z.g. „entstof' moeten produ- ceeren d.w.z. reinculturen van bepaalde bacterian kweeken, die dan door het zaad van de vlinderbloemige gewassen gemengd zullen worden om een goeden groei van deze gewassen te verzekeren. Er staat hier een aantal microscopen opgesteld, er is een groote thermo-statische cel, waar het leven der microben kan worden nagegaan en hun aantal, bij constante temperaturen, kan worden vermenigvuldigd. Plantkundig onderzoek. Dr. Feekes zorgt met zijn staf voor het plantkundig onderzoek. In zijn afdeeling worden middelen beraamd, ora de lastige onkruidplaag, die vooral in drooggelegd land een groote vlucht kan nemen, zooveel mogelijk te remmen en te leiden. Zoo mo gelijk wordt in den nieuwen polder de groei van onkruiden, nuttig voor ontwatering en grondverbetering, bevorderd, terwijl er te vens gezocht wordt naar weinig te exploi- teeren gewassen, die deze taak en tevens de bestrijding van schadelijke onkruiden vergemakkelijken. De gevaarlijke onkruiden worden met sterke chemische vergiften be streden, welke vergiften tevoren op het laboratorium, in een plantenkas en te velde zijn beproefd. Hij beschikt over een goede inrichting om zaad op kiemkracht en zui verheid te onderzoeken. Voorts interesseert hij zich voor de ontwikkeling der insecten, speciaal die, welke de oogsten zouden kun nen belagen. De afdeeling beschikt over een mooie fotografische inrichting. Uit den aard der zaak is het onderzoek in de eerste plaats op de praktijk gerichtvoorzoover mogelijk zal er evenwel naar gestreefd wor den, de ontwikkeling van de wilde vegetatie in den ruimsten zin vast te leggen. De practische afdeelingen. Eigenlijk zijn de werkzaamheden, voor zoover wij ze hier hebben behandeld, van voorbereidenden aard. In die afdeelingen wordt onderzoek gedaan naar de middelen om den bodem zoo spoedig mogelijk en tegen zoo gering mogelijke kosten op de meest practische wqze vruchtbaar te ma ken. De afdeeling van ir. Bosma staat ech ter dichter bij de praktijk. Hier ge schiedt het onderzoekingswerk op het terrein zelve, door het aanleggen van proefvelden. Langs dezen weg wordt ge tracht aanwijzingen te krijgen omtrent de intensiteit van de ontwatering, de behoefte aan watervoerziening van gro vere zandgronden, de geschiktheid voor bouwland van fijnere zandgronden; er wordt nagegaan -hoe de grondbewerking moet zijn, welke gewassen in de eerste jaren kunnen worden verbouwd en hoe de vruchtwisseling moet zijn. Verder wordt onderzocht in hpeverre op de diverse grondsoorten behoefte aan bemesting be staat en tevens of de geoogste producten afwijkingen in de samenstelling vertoonen. Hier wordt niet gewerkt met reageerbuizen en microscopen, maar veel meer met ta bellen en statistieken. Bedrijfsvoering. Nog dichter staat de afdeeling van ir. Kalisvaart bij de praktijk. Want hij en zijn staf zijn belast met de voorlichting van de pachters. Zijn werkzaamheden vangen dus aan op het moment, dat de cultuurtechnische afdeeling haar taak heeft beëindigd en het land aan de land bouwers kan worden uitgegeven. Het door de pachters ontworpen bouwplan staat in de eerste reeks van jaren onder controle van deze afdeeling. Omtrent alle aangelegenheden, het bedrijf betreffende, kan de grondgebruiker zich tot haar om advies wenden. Jaarlijks worden de in komsten der in cultuur gegeven bedrijven door haar verzameld en verwerkt; deze praktrjk-gegevens vormen een waardevolle aanvulling op de ervaringen van de proef velden en worden zoodoende weer dienst baar gemaakt aan de voorlichting. Indeeling. De afdeeling met het meest uitgesproken practische cachet is ongetwijfeld de Cul tuur-technische afdeeling. Het te Kampen gevestigde onderdeel zal onder ir. Prummel en ir. Van Kretschmar van Veen ressortee ren. Hier wordt vastgesteld, welke terrei nen het eerst zullen worden ontgonnen, op welke wijze dit zal gebeuren, en welke ge wassen de beste economische perspectieven openen. Het heele bouwplan van den polder, zoo lang deze nog door den Staat geëxploiteerd wordt, wordt door de Cultuur-technische afdeeling ontworpen en geadministreerd. De centrale voor de uitbetaling der loonen bevindt zich dan ook in het gebouw aan den Vloeddijk. En verder zijn er gevestigd de kantoren voor den in- en verkoop van allerlei materialen. Hier kloppen de herse nen van den boer, die 50.000 ha land onder zijn beheer heeft Samenvatting. De afdeelingen hebben ieder een afzon derlijke taak, zooals uit het bovenstaande blgkt. Maar de werkzaamheden sluiten op elkander aan, grijpen hier en daar in elkaar en vormen tezamen een bron van kennis en .ervaring,waaruit geput kan' worden ten behoeve van den jongen polder. Het is een groot gebouw aan den Vloed dijk. Mettertijd zal er een 50-tal menschen met wetenschappelijke scholing en practi sche ervaring werken. En van daar uit zul len eenige honderden bekwame menschen worden uitgezonden, de gereed gemaakte polderdeelen in. Zij zullen de voortrekkers zijn. Zij bereiden de toekomst voor van den Noord-Oost-polder, het nieuwe land, waar van men voor het economisch welzijn van Nederland zoo groote verwachtingen heeft. Zooals reeds gezegd het gebouw en zijn inrichting wordt ook voor het publiek ter bezichtiging gesteld op Donderdag 16 Ja nuari van half 4 tot 5 uur in den namiddag. De heeren die er nu reeds onder de best dankbare omstandigheden hun arbeid ver richten, zullen dan gaarne bereid zijn om aan eventueele bezoekers de noodige toe lichting bij het werken te verschaffen. On getwijfeld zullen velen eens komen kijken, teneinde eenig inzicht tc krijgen in het la boratoriumwerk dat er wordt verricht ten behoeve van een zoo efficient mogelijke exploitatie van den grooten polder. Men wil het land goed toebereiden, opdat straks de boer in staat zij, een goede, winstgevende oogst van zijn gronden te verkrijgen. Want daar is het uiteindelijk toch om te doen. DE TEXTIELDISTRIBUTIE. Uit brieven, welke bij den Economischen voorlichtingsdienst zjjn binnengekomen» blijkt nog eenig misverstand te bestaan ten aanwp.n van enkele onderdeelen der textieldistributie. Voor kleeding en benoodigdheden voor kinderen beneden drie jaar is de regeling aldus, dat deze goederen gekocht kunnen worden op de stamkaart van het kind. Op deze wijze kunnen dus ook wiegmatrassen, wiegedekfens, wiegelakens, sloopjes enz. en boxmatrassen, benevens kinderwagen- ar tikelen worden verkregen. Voor luiers is een uitzondering gemaakt; deze kunnen slechts op „speciale punten" worden ge kocht, waartoe men zich moet wenden tot den plaatselijken distributiedienst. Ook a.a. moeders kunnen bij den plaatselijken dis tributiedienst speciale punter aanvragen. Zij vragen daarvoor eerst even aan dokter, vroedvrouw of wijkverpleegster een attest. Ook is nog niet algemeen bekend, dat wollen dekens en katoenen lakens niet op gewone punten te verkrijgen zijn, doch slechts op speciale punten. Hij, die kan aantoonen, een deken of laken werkelijk noodig te hebben, kan zich' voor deze punten vervoegen birj den plaatselgken dis tributiedienst. Voor garens is de regeling aldus: hand- werkgarens (bijv. borduurgarens, kelimwol, zephyrwol e.d.) in handwerk opmaak, zooals phyrwol e.d.) in haaidwerk opmaak, zooals strengetjes, kluwentjes en spoeltjes, van minder dan 25 gram en angorawol in iederen opmaak, vallen buiten de iistri- butieregeling. Festonneergaren, haakgaren, handbreigaren, maasgaren, naaigaren, xijg. garen, stopgaren en tapijtwol worden slechts tegen afgifte van punten verkocht. Prijzen akkerbouwproducten. Het Rijksbureau voor de voedselvoor ziening in oorlogstijd deelt mede, dat de prijzen, welke de boeren zullen ontvangen voor door hen in het oorlogsjaar 1941 ge teelde akkerbouwproducten, zijn vastge steld. Bij de prijsverhouding tusschen de ver schillende producten is men er van uitge gaan, dat de teelt van die gewassen, welke voor de voedselvoorziening van het Neder landsche volk onder de huidige omstandig heden van 't grootste belang zijn, het best wordt beloond. Aldus wordt de voortbren ging van de meest noodzakelijke producten gestimuleerd, zonder dat een teeltdwang bestaat. Hierdoor kunnen dus de telers binnen de zeer groote ruimte, welke de verbods- en beperkimgsbepalingen ten aan zien van de teelt van enkele gewassen hun gelaten hebben, hun teeltplan vaststellen naar eigen inzicht. Zq zullen dus, behalve met de prijsverhoudingen en met de wen- schelijkheid om datgene te produceeren, wat voor de voedselvoorziening van het meeste belang is, tevens rekening kunnen houden met de bodemgesteldheid en andere speciale omstandigheden van hun eigen bedrijf. De vastgestelde prijzen worden in een af zonderlijke publicatie bekend gemaakt. BEGRAFENIS SLACHTOFFER BOMAANVAL. Op de algemeene begraafplaats te Den Haag is Vrijdagmiddag het stoffelijk over schot ter aarde besteld van het slacht offer van den Engelschen bomaanval van Zondagavond B. H. van den Bergh. Er was vrij veel belangstelling. De heer L. Hoejenbosch, directeur van Maatschappelijk Hulpbetoon, sprak na mens het gemeentebestuur eenige woorden van deelneming. Als vertegenwoordiger van het college van secretarissen-generaal was jhr. J. J. F. Sandberg aanwezig. Een familielid dankte voor de belang stelling. LOF VOOR DE HAAGSCHE POLITIE. De hoofdcommissaris van politie te 's-Gravenhage, mr. P. M. C. J. Hamer, heeft tevredenheidsbetuigingen ontvangen van generaal Schumann, commandant van de Ordnungspolizei, en den wnd. burge meester, prof. ir. C. L. v. d. Bilt, voor de wijze waarop een gedeelte van het politie corps Woensdag j.l. in Den Haag heeft gedefileerd. Tevens ontving de hoofdcommissaris een soortgelijk schrijven van wnd. burgemees ter voor de bijzondere activiteit, welke de recherchediensten van de Haagsche politie den laatsten tijd aan den dag hebben ge legd, waardoor een groot aantal vermo gensdelicten, ten deele ook liggende op het terrein van de distributiewetgeving, tot klaarheid konden worden gebracht. Voor de hulpverleening aan vliegers, die op zee een noodlanding moeten maken, zijn in het Kanaal boeien ver ankerd, welke van een rood kruis voorzien zijn en geneesmiddelen en verbandstoHen voor gewonden bevatten (Foto Weltbild)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5