Wetenschappelijk bodemonderzoek voor
nieuw land.
Het laboratorium te Kampen.
Tweede blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Zaterdag 8 Maart 1941
Kroniek van den dag
De overeenkomst van Tokio.
De afgeloopen week is er een geweest
van diplomatieke hoogspanning, in Europa
en in Azië. Wat de vredesconferentie van
Tokio betreft, zij heeft een voorloopig
glot gevonden, dat in zooverre bevredigend
is, dat althans de oorlogsfakkel is ge-
bluscht. Met het aanvaarden van de Ja-
pansche voorstellen op het allerlaatstse
oogenblik heeft Frankrijk een belangrijke
concessie gedaan. Intusschen is dat niet
het belangrijkste aspect. Uit de commen
taren valt wel op te maken, dat het
acute conflict en de oplossing daarvan
van secundaire beteekenis waren. Veeleer
eing het over de vraag, of Frankrijk met
het aanvaarden van het bemiddelingsvoor
stel tevens uiting zou geven aan zijn be
reidheid om zich in de Japansche Groot-
Oost-Aziatische ordening in te schakelen.
Vichy heeft klaarblijkelijk tot het laatste
oogenblik geaarzeld, daarbij trouw blijvend
aan een politiek van afwachten. Tenslotte
heeft de Fransche regeering toegestemd
en er zal wel heel wat diplomatieke spits
vondigheid aan te pas zijn gekomen, om
het zoover te krijgen. Het Fransche besluit
is dan ook van groot belang om de conse
quenties. Welke die zijn kan blijken uit
het commentaar in een der Japansche bla
den, waarin de politiek van Engeland
en Amerika in het geding wordt gebracht.
Ook uit de voldoening, welke in de Pa-
rijsche bladen tot uiting komt, kan worden
opgemaakt, dat men hier in zekeren zin
staat tegenover een fase uit den binnen-
landschen strijd in Frankrijk, voor de te
genstelling Vichy-Parijs. De veelvuldige
reizen van Darlan, ook gedurende de laat
ste dagen, de omstandigheid, dat de poli-
tike schijnwerper hun licht sterker heb
ben geconcentreerd op Laval wettigen
bovendien dit vermoeden.
De aanvaarding door de Fransche regee
ring van de Japansche voorstellen mag dan
wellicht ook worden opgevat als een
overwinning van Parijs. Wat hiervan de
verdere gevolgen zullen zijn, is nog geens
zins duidelijk. Dat zij zullen komen,
schijnt uit de politieke constellatie ook on
afwendbaar te kunnen worden afgeleid.
Zonder zich in te schakelen in de nieuwe
orde de beslissing daarover staat niet
aan de Fransche regeering, al zal het
doorwerken van de geprovonceerde opvat
tingen van Laval daarop wel eenigen in
vloed kunnen uitoefenen heeft de Fran
sche regeering de leiding van Japan in
het Verre Oosten niettemin erkend. En
dat kan van vérstrekkende beteekenis zijn.
Speciaal Engeland en Amerika zullen
zich voor de consequentie van deze ont
wikkeling zien geplaatst. De politiek van
halfslachtigheid van de regeering te Vichy
gaf hun gelegenheid him posities te ver
sterken en als zoodanig vormde zij een in
directe bijdrage tot de Britsche oorlogvoe
ring. Voor een overwonnen land als Frank
rijk is een zoodanig gedrag natuurlijk niet
te aanvaarden.
De tegenstelling tusschen Parijs en Vichy
was meer dan een binnenlandsche aange
legenheid. Zij was gegrond op overwegin
gen van buitenlandsch politiek beleid. Een
zoo groote mate van politieke vrijmoedig
heid van een overwonnen land is niet aan
vaardbaar voor den overwinnaar, zoodra
deze politiek de belangen van dien over
winnaar raakt.
In de Fransch-Duitsche betrekkingen vie-
lèn tot nog toe twee fazen te onderkennen
die van Compiègne en die van Montoire.
Sindsdien werd Frankrijk niet aan zijn lot
overgelaten het kreeg slechts een zekere
mate van bewegingsvrijheid om de begin
selen uit te werken.
Dat Vichy diplomatiek bewerkt is, valt
niet te loochenen. Zonder ons nu te verdie
pen in de consequenties mag thans wellicht
als derde fase in den ontwikkelingsgang
worden aangegeven de overeenkomst van,
Tokio.
Zij is een succes voor Lavals opvattingen,
maar achter de schermen heeft ook de Ber-
lijnsche diplomatie haar rol gespeeld.
DE N.C.R.V. VERDWIJNT UIT
DEN AETHER.
DE CHRISTELIJKE RADIOSTICHTING
ZAL DE ORTHODOX-PROTESTANT-
SCHE UITZENDINGEN VOORBE
REIDEN.
Naar de N.C.R.V. Omroepgids mede
deelt, heeft het bestuur bericht ont
vangen, dat de N.C.R.V. met ingang
van 9 Maart geen eigen uitzendingen
meer mag geven.
De redactie voegt hieraan het volgen
de toe
„Het bovenstaande wil niet zeggen, dat
men geheel verstoken zal blijven van de
reeds zooveel jaren bekende en geliefde
klanken. Wel is de tijd voor de specifiek
Christelijke uitzendingen ingekrompen en
wel moet de N.C.R.V. zelf in den aether
zwijgen, mar er is 'n regeling getroffen,
waardoor orthodox-protestantsche uitzen
dingen nog gewaarborgd worden.
In officieele publicaties is meermalen
gesproken over „kernen van omroepver-
eenigingen". Welnu, als zulk een „kern"
is een comité gevormd, bestaande uit be
stuursleden der N.C.R.V., dat onder den
naam „Christelijke Radio-Stichting" de
voorbereiding der orthodox-protestantsche
uitzendingen voor zijn rekening neemt en
de verantwoordelijkheid voor de program
ma's, waaraan deze naam voortaan ver
bonden zal zqn, aanvaardt".
AMSTERDAMSCHE
WETHOUDERS UIT AMBT
ONTZET.
De Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied heeft volgens de
Deutsche Zeitung in den Niederlanden, op
grond van par. 3 van zijn vierde verorde
ning nr. 108/40 over bijzondere bestuurs-
rechterlrjke maatregelen van 20 Augustus
1940 de volgende wethouders der gemeente
Amsterdam uit him ambt ontheven: mr.
G. C. J. D. ropman, F. van Meurs, D. C.
Franken en Walrave Boissevain.
Het teekenen van bodemkaarten voor den Noordoostpolder.
Voorlichting bij ontginning en
exploitatie N.O.-polder.
Op den hoek van den Vloeddijk en de
Molenstraat staat een gebouw, dat in den
loop van zijn veeljarig bestaan al voor
heel wat doeleinden dienst heeft gedaan..
Eerst was het een ziekenhuis; later was
er de dienst van de t.b.c.-bestrrjding in
gevestigd; de Burgerwacht had er des
tijds onderdak; Groene Kruis en Kinder
voeding! Dagsanatorium en wat al niet
meer ze vonden in het ruime gebouw
met grooten tuin allen, de een na den an
der, en soms wel eenige tegelijk, een on
derkomen. Het gebouw diende van den
aanvang af bijna uitsluitend den zieken
mensch.
Thans heeft de Dienst van Gemeente
werken het verbouwd en uitgebreid, en de
diensten, die er nu zijn ondergebracht en
die er nog zullen komen, zullen in hoofd
zaak de toekomst van den gezonden
mensch ten goede komen.
Nederland polderland.
Nederland is het land „ontworsteld aan
de baren", dat in den loop der eeuwen
den strijd om het bestaan met het water
te voeren had. Nu eens werd het bedreigd
en moest het een deel van zijn grondge
bied aan de elementen prijs geven. Maar
dan weer richtte het zich op, deed een
aanval op het water, en wist groote brok-"
ken land aan de zee teontwringen.
Hét ligt niet in de bedoeling van dit
artikel, dien strijd om het bestaan tusschen
mensch en element, tusschen land en wa
ter, hier nader te schetsen. Maar wel moge
hier gereleveerd worden, dat men vroeger,
door de zucht tot zelfbehoud, door een
soort oer-instinct gedreven, dien strijd
aanbond veelal wel met overleg en in
elk geval met veel durf en doorzettings
vermogen. Doch nimmer ging men daarbij
uit van een basis, die op wetenschappelijke
gegevens berustte. Zulke gegevens beston
den niet, want de landbouwkundige weten
schap moest nog geboren worden.
Men vatte de groote werken aan in goed
vertrouwen, dat er wel zeer veel van te
recht zou komen. Doch het kon niet an
ders: goede resultaten bleven dikwijls zeer
lang uit en teleurstellingen' waren legio.
De geschiedenis van de inpolderingen der
Hollandsche meren in den loop der vorige
eeuwen is daar om dit te bewijzen. Men
had wel de ondernemingsgeest, maar niet
de kennis om profgt te trekken van de
gewonnen gronden.
Eigenlijk is men pas ten volle bij de in
polderingen in de Zuiderzee, het groote ge
wicht van wetenschappelijk onderzoek,
voorbereiding en voorlichting en toepas
sing van de verkregen resultaten in de
praktijk, gaan inzien.
De Andijker proef polder en de Wierin-
germeerpolder hebben bewezen, van hoe
uitnemend belang, van hoe groot econo
misch nut het is. dat men tevoren op de
hoogte is van den aard der in *e polderen
gronden, van de soort gewassen, die er
gekweekt kunnen worden en van de
middelen, die kunnen en moeten worden
aangewend om de vruchtbaarheid, de prac-
tische indeeling en de winstgevende exploi
tatie der polders zooveel doenlijk te be
vorderen.
Het doel.
Want by alle waardeering en bewonde
ring, die men voor het werk van ingenieurs
en technici, die het IJsselmeer insliiiten en
ten deele droogleggen, moge hebben, moet
toch niet uit het oog verloren worden, dat
vóór alles een commercieel, zoo mén wil,
economisch doel de drijfveer is en op den
voorgrond staat, namelijk: een zoo groot
mogelijke hoeveelheid goed grond te wij
nen, ervoor te zorgen, dat die grond zoo
veel mogelgk opbrengt tegen zoo laag mo
gelijken prijs, en om te bevorderen, dat een
zoo groot mogelijk aantal personen op dien
grond arbeid en levensvreugd zal kunnen
verwerven.
De middelen.
Uitgaande van dat principe, is men ertoe
overgegaan, een Dienst voor het in cultuur
brengen van den N.O.-polder in het leven
te roepen, die te Zwolle zal worden geves
tigd. Deze dienst zal den polder in cultuur
brengen volgèns moderne landbouwkun
dige methoden. In Kampen is een onder
deel van deze dienst gekomen en wel de
Cultuur-technisch afdeeling, die de eigen
lijke ontginning leidt, en de afdeeling On
derzoek, die, behalve research-arbeid, ook
voorlichtingsdiensten zal verrichten. Deze
diensten worden alle ondergebracht in de
gebouwen aan den Vloeddijk, waarvan we
in den aanhef van dit artikel spraken. Het
gemeentebestuur van - Kampen heeft op
waarlijk onbekrompen wijze dat gebouw
doen inrichten, geheel naar de eischen,
die deze wetenschappelijke arbeid stelt, en
volgens de aanwijzingen, door de leiding
van dat instituut verstrekt.
Er zijn in het gebouw 6 afdeelingen. Aan
het hoofd van elk dezer staat een weten
schappelijk gevormd leider dan dat van
de omvangrijke Cultuur-technische afdee
ling zelfs twee.
Verdeeling werkzaamheden.
Het bodemonderzoek, dat onder dr. Zuur
ressorteert, omvat o.a. de ontwatering, de
karteering, het algemeen bodemonderzoek,
enz. Er worden in den N.O. polder en
ook reeds in den toekomstigen Z.O. polder
talrijke boringen verricht. De verkregen
grondmonsters komen in de bodemkundige
afdeeling binnen. En daar wordt dan on
derzocht, van welke samenstelling die
monsters zijn. Duizenden glazen potten
met grondmonsters en boorkernen gevuld,
komen jaarlijks het laboratorium binnen,
worden gedroogd, gekneed, gewasschen, uit
elkaar gekookt, met zuren en zouten be
handeld. Er staan potjes en pannetjes,
reageerbuizen en gevulde kolven te dam
pen en te koken de gronden worden vol
gens alle regelen der kunst ontleed, beke
ken en gewogen, tot men eindelijk weet wat
er-in zit en wat men er in de practijk mee
kan doen. In deze afdeeling wordt verder,
aan de hand van de onderzochte monsters,
de polderbodem in kaart gebracht. Zoodat
men te allen tijde kan nagaan, welke soor
ten grond er op bepaalde plaatsen in boven-
en ondergrond voorhanden zijn en hoe hoog
het nog aanwezige zoutgehalte is.
Mioro-biologie.
Ir. Harmsen heeft voor zijn rekening het
microbiologisch onderzoek. De werking der
bacteriën en andere microben in den grond
is zeer veelomvattend. En een groot deel
der belangrijkste chemische omzettingen
voltrekt zich juist door de werking der
micro-organismen. Het is dan ook van
groot belang, het microbenleven in de
nieuw gewonnen gronden uitvoerig te be-
studeeren en middelen te beramen om de
aanvankelijk aanwezige leemten op te hef
fen.
Met deze problemen houdt men zich dan
ook bezig op de afdeeling van den heer
Een der laboratoriumvertrekken, ingericht voor titratie en destillatie.
(Foto's Zwolsche Courant).
Harmsen. Daarnaast zal deze afdeeling
straks bij het inzaaien der gronden groote
hoeveelheden z.g. „entstof' moeten produ-
ceeren d.w.z. reinculturen van bepaalde
bacterian kweeken, die dan door het zaad
van de vlinderbloemige gewassen gemengd
zullen worden om een goeden groei van
deze gewassen te verzekeren. Er staat hier
een aantal microscopen opgesteld, er is een
groote thermo-statische cel, waar het leven
der microben kan worden nagegaan en hun
aantal, bij constante temperaturen, kan
worden vermenigvuldigd.
Plantkundig onderzoek.
Dr. Feekes zorgt met zijn staf voor het
plantkundig onderzoek. In zijn afdeeling
worden middelen beraamd, ora de lastige
onkruidplaag, die vooral in drooggelegd
land een groote vlucht kan nemen, zooveel
mogelijk te remmen en te leiden. Zoo mo
gelijk wordt in den nieuwen polder de groei
van onkruiden, nuttig voor ontwatering en
grondverbetering, bevorderd, terwijl er te
vens gezocht wordt naar weinig te exploi-
teeren gewassen, die deze taak en tevens
de bestrijding van schadelijke onkruiden
vergemakkelijken. De gevaarlijke onkruiden
worden met sterke chemische vergiften be
streden, welke vergiften tevoren op het
laboratorium, in een plantenkas en te velde
zijn beproefd. Hij beschikt over een goede
inrichting om zaad op kiemkracht en zui
verheid te onderzoeken. Voorts interesseert
hij zich voor de ontwikkeling der insecten,
speciaal die, welke de oogsten zouden kun
nen belagen. De afdeeling beschikt over een
mooie fotografische inrichting. Uit den
aard der zaak is het onderzoek in de eerste
plaats op de praktijk gerichtvoorzoover
mogelijk zal er evenwel naar gestreefd wor
den, de ontwikkeling van de wilde vegetatie
in den ruimsten zin vast te leggen.
De practische afdeelingen.
Eigenlijk zijn de werkzaamheden, voor
zoover wij ze hier hebben behandeld, van
voorbereidenden aard. In die afdeelingen
wordt onderzoek gedaan naar de middelen
om den bodem zoo spoedig mogelijk en
tegen zoo gering mogelijke kosten op de
meest practische wqze vruchtbaar te ma
ken.
De afdeeling van ir. Bosma staat ech
ter dichter bij de praktijk. Hier ge
schiedt het onderzoekingswerk op het
terrein zelve, door het aanleggen van
proefvelden. Langs dezen weg wordt ge
tracht aanwijzingen te krijgen omtrent
de intensiteit van de ontwatering, de
behoefte aan watervoerziening van gro
vere zandgronden, de geschiktheid voor
bouwland van fijnere zandgronden; er
wordt nagegaan -hoe de grondbewerking
moet zijn, welke gewassen in de eerste
jaren kunnen worden verbouwd en hoe
de vruchtwisseling moet zijn. Verder wordt
onderzocht in hpeverre op de diverse
grondsoorten behoefte aan bemesting be
staat en tevens of de geoogste producten
afwijkingen in de samenstelling vertoonen.
Hier wordt niet gewerkt met reageerbuizen
en microscopen, maar veel meer met ta
bellen en statistieken.
Bedrijfsvoering.
Nog dichter staat de afdeeling van ir.
Kalisvaart bij de praktijk. Want hij en
zijn staf zijn belast met de voorlichting
van de pachters. Zijn werkzaamheden
vangen dus aan op het moment, dat de
cultuurtechnische afdeeling haar taak
heeft beëindigd en het land aan de land
bouwers kan worden uitgegeven. Het
door de pachters ontworpen bouwplan
staat in de eerste reeks van jaren onder
controle van deze afdeeling. Omtrent alle
aangelegenheden, het bedrijf betreffende,
kan de grondgebruiker zich tot haar om
advies wenden. Jaarlijks worden de in
komsten der in cultuur gegeven bedrijven
door haar verzameld en verwerkt; deze
praktrjk-gegevens vormen een waardevolle
aanvulling op de ervaringen van de proef
velden en worden zoodoende weer dienst
baar gemaakt aan de voorlichting.
Indeeling.
De afdeeling met het meest uitgesproken
practische cachet is ongetwijfeld de Cul
tuur-technische afdeeling. Het te Kampen
gevestigde onderdeel zal onder ir. Prummel
en ir. Van Kretschmar van Veen ressortee
ren. Hier wordt vastgesteld, welke terrei
nen het eerst zullen worden ontgonnen, op
welke wijze dit zal gebeuren, en welke ge
wassen de beste economische perspectieven
openen.
Het heele bouwplan van den polder, zoo
lang deze nog door den Staat geëxploiteerd
wordt, wordt door de Cultuur-technische
afdeeling ontworpen en geadministreerd.
De centrale voor de uitbetaling der loonen
bevindt zich dan ook in het gebouw aan
den Vloeddijk. En verder zijn er gevestigd
de kantoren voor den in- en verkoop van
allerlei materialen. Hier kloppen de herse
nen van den boer, die 50.000 ha land onder
zijn beheer heeft
Samenvatting.
De afdeelingen hebben ieder een afzon
derlijke taak, zooals uit het bovenstaande
blgkt. Maar de werkzaamheden sluiten op
elkander aan, grijpen hier en daar in elkaar
en vormen tezamen een bron van kennis en
.ervaring,waaruit geput kan' worden ten
behoeve van den jongen polder.
Het is een groot gebouw aan den Vloed
dijk. Mettertijd zal er een 50-tal menschen
met wetenschappelijke scholing en practi
sche ervaring werken. En van daar uit zul
len eenige honderden bekwame menschen
worden uitgezonden, de gereed gemaakte
polderdeelen in. Zij zullen de voortrekkers
zijn. Zij bereiden de toekomst voor van den
Noord-Oost-polder, het nieuwe land, waar
van men voor het economisch welzijn van
Nederland zoo groote verwachtingen heeft.
Zooals reeds gezegd het gebouw en zijn
inrichting wordt ook voor het publiek ter
bezichtiging gesteld op Donderdag 16 Ja
nuari van half 4 tot 5 uur in den namiddag.
De heeren die er nu reeds onder de best
dankbare omstandigheden hun arbeid ver
richten, zullen dan gaarne bereid zijn om
aan eventueele bezoekers de noodige toe
lichting bij het werken te verschaffen. On
getwijfeld zullen velen eens komen kijken,
teneinde eenig inzicht tc krijgen in het la
boratoriumwerk dat er wordt verricht ten
behoeve van een zoo efficient mogelijke
exploitatie van den grooten polder.
Men wil het land goed toebereiden, opdat
straks de boer in staat zij, een goede,
winstgevende oogst van zijn gronden te
verkrijgen. Want daar is het uiteindelijk
toch om te doen.
DE TEXTIELDISTRIBUTIE.
Uit brieven, welke bij den Economischen
voorlichtingsdienst zjjn binnengekomen»
blijkt nog eenig misverstand te bestaan
ten aanwp.n van enkele onderdeelen der
textieldistributie.
Voor kleeding en benoodigdheden voor
kinderen beneden drie jaar is de regeling
aldus, dat deze goederen gekocht kunnen
worden op de stamkaart van het kind. Op
deze wijze kunnen dus ook wiegmatrassen,
wiegedekfens, wiegelakens, sloopjes enz. en
boxmatrassen, benevens kinderwagen- ar
tikelen worden verkregen. Voor luiers is
een uitzondering gemaakt; deze kunnen
slechts op „speciale punten" worden ge
kocht, waartoe men zich moet wenden tot
den plaatselijken distributiedienst. Ook a.a.
moeders kunnen bij den plaatselijken dis
tributiedienst speciale punter aanvragen.
Zij vragen daarvoor eerst even aan dokter,
vroedvrouw of wijkverpleegster een attest.
Ook is nog niet algemeen bekend, dat
wollen dekens en katoenen lakens niet op
gewone punten te verkrijgen zijn, doch
slechts op speciale punten. Hij, die kan
aantoonen, een deken of laken werkelijk
noodig te hebben, kan zich' voor deze
punten vervoegen birj den plaatselgken dis
tributiedienst.
Voor garens is de regeling aldus: hand-
werkgarens (bijv. borduurgarens, kelimwol,
zephyrwol e.d.) in handwerk opmaak, zooals
phyrwol e.d.) in haaidwerk opmaak, zooals
strengetjes, kluwentjes en spoeltjes, van
minder dan 25 gram en angorawol in
iederen opmaak, vallen buiten de iistri-
butieregeling. Festonneergaren, haakgaren,
handbreigaren, maasgaren, naaigaren, xijg.
garen, stopgaren en tapijtwol worden
slechts tegen afgifte van punten verkocht.
Prijzen akkerbouwproducten.
Het Rijksbureau voor de voedselvoor
ziening in oorlogstijd deelt mede, dat de
prijzen, welke de boeren zullen ontvangen
voor door hen in het oorlogsjaar 1941 ge
teelde akkerbouwproducten, zijn vastge
steld.
Bij de prijsverhouding tusschen de ver
schillende producten is men er van uitge
gaan, dat de teelt van die gewassen, welke
voor de voedselvoorziening van het Neder
landsche volk onder de huidige omstandig
heden van 't grootste belang zijn, het best
wordt beloond. Aldus wordt de voortbren
ging van de meest noodzakelijke producten
gestimuleerd, zonder dat een teeltdwang
bestaat. Hierdoor kunnen dus de telers
binnen de zeer groote ruimte, welke de
verbods- en beperkimgsbepalingen ten aan
zien van de teelt van enkele gewassen hun
gelaten hebben, hun teeltplan vaststellen
naar eigen inzicht. Zq zullen dus, behalve
met de prijsverhoudingen en met de wen-
schelijkheid om datgene te produceeren,
wat voor de voedselvoorziening van het
meeste belang is, tevens rekening kunnen
houden met de bodemgesteldheid en andere
speciale omstandigheden van hun eigen
bedrijf.
De vastgestelde prijzen worden in een af
zonderlijke publicatie bekend gemaakt.
BEGRAFENIS SLACHTOFFER
BOMAANVAL.
Op de algemeene begraafplaats te Den
Haag is Vrijdagmiddag het stoffelijk over
schot ter aarde besteld van het slacht
offer van den Engelschen bomaanval van
Zondagavond B. H. van den Bergh. Er
was vrij veel belangstelling.
De heer L. Hoejenbosch, directeur van
Maatschappelijk Hulpbetoon, sprak na
mens het gemeentebestuur eenige woorden
van deelneming. Als vertegenwoordiger
van het college van secretarissen-generaal
was jhr. J. J. F. Sandberg aanwezig.
Een familielid dankte voor de belang
stelling.
LOF VOOR DE HAAGSCHE POLITIE.
De hoofdcommissaris van politie te
's-Gravenhage, mr. P. M. C. J. Hamer,
heeft tevredenheidsbetuigingen ontvangen
van generaal Schumann, commandant van
de Ordnungspolizei, en den wnd. burge
meester, prof. ir. C. L. v. d. Bilt, voor de
wijze waarop een gedeelte van het politie
corps Woensdag j.l. in Den Haag heeft
gedefileerd.
Tevens ontving de hoofdcommissaris een
soortgelijk schrijven van wnd. burgemees
ter voor de bijzondere activiteit, welke de
recherchediensten van de Haagsche politie
den laatsten tijd aan den dag hebben ge
legd, waardoor een groot aantal vermo
gensdelicten, ten deele ook liggende op het
terrein van de distributiewetgeving, tot
klaarheid konden worden gebracht.
Voor de hulpverleening aan vliegers,
die op zee een noodlanding moeten
maken, zijn in het Kanaal boeien ver
ankerd, welke van een rood kruis
voorzien zijn en geneesmiddelen en
verbandstoHen voor gewonden bevatten
(Foto Weltbild)