Tweede blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Woensdag 5 Maart 1941 De nieuwe verordening inzake het bestuur van gemeenten. Het kind en het boek. De brandcatastrophe In Saniander richtte in deze Spaansche havenstad ontzaglijke verwoestingen aan, waarbij meer dan dertigduizend personen dakloos werden. De reddingsbrigades tijdens het opruimingswerk (Foto ScherO REGEERINGSCOMMISSARIS WORDT BIJGESTAAN DOOR DE WETHOUDERS. Kroniek van den dag Engeland breekt met Bulgarije. Gisteren ls in Duitsche kringen te ver staan gegeven, fiat het diplomatieke sta dium spoedig z 1 plaats maken voor een toeneming van militaire activiteit. Uit de toebereidselen hier en elders, valt deze conclusie ook te trekken en bovendien heeft Hitler in zyn jongste redevoering duidelijk doen uitkomen, dat de tijd van afwachten thans voorbij is. Het voorjaarsoffensief staat voor de deur en het is ingeleid met een groot- scheepsche actie in den Balkan. Deze actie houdt onmiddellijk verband met den oorlog tegen Engeland en de Britten hebben dan ook onmiddellijk de consequentie getrok ken uit de gebeurtenissen en de diploma tieke betrekkingen met Sofia afgebroken. Een zelfde reactie kwam uit Londen, toen Roemenië zich bij het Driemogendheden- verdrag aansloot, doch wat thans gebeurd is, trekt om meer dan één reden de bij zondere aandacht. Niet slechts, omdat hier uit blijkt, dat Engeland zich definitief Uit de Balkan-affaire terugtrekt, maar veeleer, doordat thans de Duitsche troepen ook in Zuidoost-Europa onmiddellijk aan de grens van het oorlogsgebied staan. Voor Turkije en in de voornaamste plaats voor Griekenland heeft een en ander wel bijzondere beteekenis. Door zich uit den Balkan terug te trekken, heeft Londen het Balkan-gebied practisch tot oorlogs gebied verklaard, zonder dat het zich nu terstond zal laten verleiden tot ingrijpen, gesteld ook, dat het daartoe op dit oogen- blik in staat zal zijn. Veeleer is het zoo, dat het verbreken der diplomatieke be trekkingen de ernst van de situatie on derstreept en dat de positie, zoowel van Turkije als van Griekenland er bijzonder door in het gedrang is gekomen. Uit Ber- hjnsche correspondenties bleek hedenmor gen ook, dat in Athene een neurveuze stemming moet heersehen. Vreest men in Griekenland, dat de Duitsche troepen via Bulgarije zullen ingrijpen Misschien, maar in dat verband dient er dan toch de aan dacht op te worden gevestigd, dat Berlijn en Athene nog steeds diplomatieke be trekkingen onderhouden en dat over een verbreking daarvan nog niet wordt gerept. Men heeft in deze verhouding aanleiding gevonden, om te gewagen van een Duit sche bemiddelingsactie in het Grieksch- Italiaansche geschil. Te Berlyn heeft men deze suggestie onmiddellijk van de hand gewezen en afgaande op de uiterlijke tee kenen, moet zulks ook wel zeer onwaar schijnlijk worden geacht. Immers ook het Grieksch-Italiaansche conflict is een onderdeel van den grooten strijd en Duitschland heeft er toch zeker groot belang bij dat de Britsche stryd- rtiacht ook voor een deel in Griekenland moet worden vastgehouden. Wanneer er bemiddeld moet worden, dan zou èf Grie kenland bereid zijn te capituleeren en zich alsnog in te schakelen in de Balkanorde ning öf het initiatief daartoe zou moeten uitgaan van Bulgarije, van Yoego-Slavië of van Turkije. Sofia kan voor een dergelijk initiatief wel uitgeschakeld worden. Blijven dus Bel grado en Ankara over. Het heeft de aan dacht getrokken dat Eden voorloopig van zijn bezoek aan Belgrado heeft afgezien. Zulks kan tweeërlei beteekenen. In de eer ste plaats kan Eden het doellooze van zijn plan inzien, na het contact, dat de Yoego- slavische staatslieden in Berlijn en Boe dapest hebben gelegd. Uit de berichten, dat er in Yoegoslavië na de gebeurtenissen in Bulgarije geen bij zondere maatregelen zijn getroffen, zou kunnen worden afgelëid, dat Belgrado zich ongeïnteresseerd heeft verklaard. Op grond daarvan zou van een Yoegoslavische bemid delingspoging niet veel te verwachten zijn. In de tweede plaats is het mogelijk, dat Eden zooveel vertrouwen heeft in de neu traliteitspolitiek* van Belgrado, dat hy een reis minder urgent acht. Ongetwijfeld heeft hij thans grooter zorgen. Zorgen om Grie kenland en niet minder om Turkije. Want op dit oogenblik speelt Berlijn een diplomatieke kaart uit, nu een koerier met een boodschap van Hitier naar de Turksche hoofdstad is gevlogen. De strek king daarvan zal wel een geruststellende zijn. Berlijn wil in de eerste plaats An kara geruststellen met betrekking tot het optreden in Bulgarije. Er is nog weinig officieel nieuws over de Turksche reacties, maar onbegrijpelijk is het niet, dat men er bezorgd is over de consequenties. Turkije, dat zoo lang tusschen de partyen heeft in gestaan, moet thans op eigen veiligheid bedacht zyn. Wanneer een diplomatiek overleg zou kunnen leiden tot een Turksch bemiddelingsvoorstel, zou dit een onver gelijkelijk succes zijn, maar op het oogen blik schy'nt de kans gering, dat Engeland het zoover zal laten komen. Turkije als bemiddelaar schy'nt een onmogelijke figuur, maar waar in de diplomatie alles mogelijk is, moet men zich ook hier op verrassingen instellen. De Turksche houding wordt ech ter ook beïnvloed door wat men van den gang van zaken in Moskou denkt. En tot nog toe is van een officieele stelllngname van het Kreml niets bekend geworden, terwijl het van beteekenis zou zijn deze te kennen, waar in de Bulgaar- sche kwestie twee opvattingen elkander schijnen te kruisen. In Bulgarije vindt men een der contactpunten van de nieuwe Euro- peesche orde en het Pan-slavisme. Luchtaanval op Britsche haven. Sedert de vroege avonduren zijn giste ren naar het D.N.B. verneemt, zware Duitsche gevechtsvliegtuigen opgestegen voor aanvallen op strategische doelen eener haven aan de Britsche Westkust. Volgens mededeelingen der eerst terugkeerende be manningen werd een groot aantal omvang rijke branden en ontploffingen waargeno men. Bommen op het Suezkanaal. Het Egyptische ministerie van binnen- landsche zaken deelt mede, dat vijandelijke vliegtuigen bommen op het Suezkanaal hebben geworpen. Het is boekenweek. Aan de etalages van de boekenwinkels is meer zorg besteed dan jgewoonlyk. De nieuwste uitgaven lokken met hun kleurige banden tot koopen. Er liggen romans, reisverhalen, wetenschap pelijke werken en er liggen ook kinderboe ken achter de groote spiegelruiten. De kin derboeken liggen wat achteraan op een be scheiden plaatsje. Toch zyn ze niet onbe langrijker dan eenig ander boek en ze ge nieten ondanks hun bescheiden plaatsje heusch wel belangstelling. Een keine vinger wijst tegen de ruit en een hoog stemmetje zegt: „Dat boek pap pie met die grappige poppetjes!" De vader lacht en stapt met zijn kleuter aan de hand den winkel binnen. Een groepje bakvisschen staat stil voor de boekenetalage en levendig worden de verwachtingen, die de jonge dames om trent de nieuwe meisjesromans hebben, be sproken. Een jeugdige H.B.S.'er geeft zijn vriend een por in zyn ribben en zegt: „Dat boek joh, dat over vliegtuigen, zal fijn zijn", en hij drukt zijn neus plat tegen het glas om de band, die zoo veel beloofd, goed te bekijken. Het is alsof hij er doorheen wil kijken en den inhoud van het boek meteen verslinden. Zoo wordt er aandacht geschonken aan de kinderboeken. Ook ouders zullen belangstelling toonen voor de geëtaleerde kinderboeken en wat zal het een vreugde geven als de kinderen met een of andere feestelijke gelegenheid het al zoo lang verlangde boek ten geschen ke krijgen, 's Avonds zitten dan H.B.S.'er en bakvisch met hoogroode wangen te le zen. Het huiswerk is wat slordiger en vlug ger gemaakt om maar gauw te kunnen lezen in het nieuwe boek. Op moeders vraag of ze nog een kopje thee willen, wordt nauwelijks antwoord gegeven en op vaders stem, die aan den bedtijd herinnert vleit zoon of dochter „Hè toe vader nog één hoofdstuk. Het is net zoo spannend". En als dan dat eene hoofdstuk uitgelezen is en ze met een zucht opstaan om naar bed te gaan, probeeren ze het boek stilletjes tusschen de schoolboeken in hun tasch te stoppen om in bed vlug nog een hoofd stuk te lezen. De kleuter heeft voor het naar bed gaan gevraagd of er nog een stukje wordt ge lezen. Met kleine slaapoogen leunde hij te gen moeders schoot aan en vroeg lief ver langend, het boek stevig in zijn knuistjes geklemd om één verhaaltje. En toen het kleintje na het verhaaltje in zijn bedje lag en Klaas Vaak fijne slaapkorrels strooi de, droomde het van het kleine aapje en de groote olifant uit dat fijne nieuwe boek. Maar ook de ouderen droomen van de hoofdpersonen uit hun boeken. De bakvisch is het meisje uit het boek, dat zich zoo moedig door alle moeilijkheden heenslaat om dan eindelyk en dan zucht de bak visch een diepe zucht in haar slaap te trouwen met haar held. De H.B.S.'er is in zijn droom de wakkere piloot geworden, van wien hy zoo juist die boeiende avontu ren gelezen heeft. Hij stapt in zyn toestel, trekt een vliegkap over zijn wilde haardos en roept: „Contact". De schroef draait en daar gaat de vliegenier de wilde fantasiën- wereld in. Als het boek gelezen is, wordt er zorgvuldig een plaatsje voor gezocht in het boekenkastje, dat de trots van de kin deren is en op een goed plaatsje in hun kamer staat. Het kind en zyn boeken. Boeken zijn een waardevol bezit, ook voor kinderen. Uit hun boeken puren de kinderen nieuwe ideeën voor hun spelletjes, 's Nachts droo men ze een boek, overdag spelen ze een boek. Ze verbeelden zich prinses, een arm jongetje, of een ander boekenfiguur te zijn. Ze verkleeden zich en scheppen zich op hun kamertje of in hun eigen hoekje de sfeer uit een boek. Hun eigen fantasie doet ook mee in het spel, dagen achteréén spe len ze een bepaald boek en dan zijn poppen, spoortreinen en blokkendoozen vergeten. Eerst als de kinderen geen nieuwe dingen meer uit het boek kunnen halen, keeren ze terug tot hun oude spelletjes tot een vol gend boek nieuwe stof oplevert Zooals de spelletjes der kleineren langen tyd beheerscht kunnen worden door een pas gelezen boek, zoo kan het denken en doen der ouderen ook beheerscht worden door iets wat ze gelezen hebben. Ben jon gen die steeds met stelligheid beweerd heeft dokter te zullen worden, zal op een goeden dag zyn ouders verrassen met de mede- deeling, dat hy geen dokter wil worden. Neen, hy wil heel wat anders, hij wil ont dekkingsreiziger worden. Dat is eerst een fyn beroep. Later wil hij weer wat anderS naar aanleiding van een boek over de vlieg sport; maar naar alle waarschynly'kheid wordt hij toch dokter. Daar boeken een geweldigen invloed uit oefenen op het kinderleven is het zoo goed, dat er kinderboeken zyn. De tyd, waarin men den kinderen onbegrypelyke, wijze en voor de reine kinderziel totaal verkeerde boeken te lezen gaf, omdat het kind nu eenmaal moest leeren lezen, is gelukkig voorby. Vooral de laatste jaren wordt er van het kinderboek veel werk gemaakt. Het is leerzaam en er gaat een opvoedende kracht van uit. De band is stevig, de tekst duidelyk gedrukt en het is verlucht met aardige teekeningen, soms zelfs met goe de foto's. En welke boeken zyn er nu voor kin deren? Veel te veel om hier op te noemen. Om te beginnen zyn er de sprookjes, die door de ouderen zoo wel als door de jonge ren nog steeds graag gelezen en gehoord worden. De sprookjes van Andersen en Grimm zyn haast klassiek geworden, maar er zyn ook sprookjes, die eerst kortelings geschreven werden „De grote tovenaar van Oz" van Frank L. Baum, bewerkt door Hen drik Scholte is b.v. één van deze aardige nieuwere sprookjes. Voor kleintjes schreef Piet Marie leuke verhalen (de serie „Het bonte boekenhuis" en ook „Okkie de ka bouter" van Leonard Roggeveen zal in den smaak vallen. Voor wat grootere kinderen is er van Selleger-Elout „Een zomer met Lysje Lor- resnor" voor de meisjes, „De strijd om het Ven" van Hans Pennarts en „Een Bataafs driemanschap" van A. M. de Jong voor de jongens. Italiaansch garnizoen te Djaraboeb houdt stand. Uit Tripolis meldt StefaniLuitenant- kolone, Castagne, de commandant van het garnizoen te Djaraboeb (Cyrenaica) heeft op 2 Maart om elf uur des ochtends het volgende telegram verzonden. „Van 7 tot 9 uur heeft de vyandelyke artillerie de stellingen der oase en de versperringsposten gebombardeerd. Onze vooruitgeschoven stukken beantwoordden het vuur. Om kwart over negen en om kwart voor tien vloog een vyandelyk ver kenningsvliegtuig boven Djaraboeb en wierp strooibiljetten uit, waarin werd gezegd, dat alle hoop op een terugtocht te niet gedaan was, dat de verbindingsweg reeds versperd was en dat bygevoig geen versterkingen konden aankomen. Wij wil len Uw leven sparen, aldus de tekst, U goed behandelen en voeden. Geeft U thans over. Waarom een wanhopigen strijd voort zetten? Legt de wapens neer. Het antwoord is reeds gegeven door onze kanonnen, die sedert het aanbreken van den dag zonder ophouden gevuurd heb ben. De vijandelijke artillerie heeft het vuur op onze stellingen heropend. Leve Italië. Leve de Koning-keizer. Leve de Duce." Engelsche duikboot in Duitschen dienst Uit Berlijn meldt het D.N.B. De Brit- sche onderzeeër „Seal", die vorig voorjaar door Duitsche watervliegtuigen werd ge dwongen, de witte vlag te hyschen is door de Duitsche marine in dienst gesteld. De boot heeft een waterverplaatsing van 1475 ton en bezit acht torpedolanceerbuizen, een stuk geschut en een licht luchtdoelkanon netje. Zy behoorde tot Engelands groote, moderne duikbooten en is eerst drie jaar geleden in dienst gesteld. ZU1D-AMERIKAANSCHE SCHEPEN MET GRAAN NAAR PORTUGAL. Behalve de graanverschepingen uit Ar gentinië naar Spanje zyn thans ook die naar Portugal aangevangen. Van drie door de Argentynsche regeering gecharterde vrachtbooten is er een met haver reeds naar Lissabon vertrokken. Een ander met 1500 ton mais zal onmiddellyk de reis naar Leixoes aanvangen. Een derde neemt te Rosario 2500 ton mais voor Portugal aan boord. De bakvisschen kunnen keus doen uit een groot aantal meisjesromans, die langs ver schillende wegen veelal alle tot hèt doel een verloving of een trouwpartij leiden. Heel aardig zyn de uit het Amerikaansch vertaalde boeken van de Sterserie b.v. „Journaliste" van Emma Bugbee en Annik Saxegaard's boek „Een uur met de auto bus", dat heel frisch is. Voor oudere jon gens zijn er de avonturenboeken, maar de de populair-wetenschappelyke boeken zul len door hen gretig gelezen worden. Boeken zyn dure zaken om aan te schaf fen en het is daarom zoo toe te juichen dat vele openbare leeszalen en bibliotheken zich den laatsten tyd ook meer gaan toe leggen op jeugd-lectuur. Verleden jaar is de Centrale Vereeniging voor openbare leeszalen en bibliotheken begonnen met een opleiding van één jaar voor jeugdbi bliothecaris. De kinderen vinden het fyn, als er in een leeszaal een speciaal hoekje voor hen is ingericht, waar ze rustig kunnen snuf felen in een boek, waar ze interesse voor toonen, als er voorgelezen wordt en als er een ter zake kunidige bibliothecaris (esse) hen helpt bij de keuze van hun lectuur. Als de kinderen jong leeren zorgvuldig hun boeken kiezen, dan zullen ze, als ze volwassen zyn, ook met zorg him lectuur uitzoeken en niet rijp en groen door elkaar lezen. Werk besteed aan een kinderbiblio theek of aan een kinderhoekje van een openbare leeszaal en bibliotheek zal nooit vergeefs zyn. Het is een nuttige en mooie taak de kinderen te leeren lezen, goed te leeren lezen. De band tusschen gemeente bestuur en bevolking wordt niet doorgesneden. Op de juist verschenen verordening nr. 36 van den Rykscommissaris voor het be zette Nederlandsche gebied heeft dr. Rabl, juridisch deskundige in het rijkscommissa riaat, in een persconferentie een toelichting gegeven. Hy ving zijn betoog aan met de opmer king. dat deze verordening, welke de aan stelling van regeeringscomraissarissen aan het hoofd van gemeenten, voor welke de Rykscommissaris voor het bezette Neder landsche gebied zulks noodig acht. moge- lyk verklaart, minder diep in het Neder landsche gemeenterecht ingrypt, dan zy op het eerste gezicht schynt te doen. De grondslagen van het Nederlandsche ge meenterecht zyn neergelegd in artikel 144 van de Grondwet. Zy sluiten aan by de libe rale constitutioneele gedachte, aldus dr. Rabl. Immers, er is een verdeeling van bevoegdheden tusschen den burgemeester als door de kroon vrij benoemden gezags drager en de wethouders en den raad als vertegenwoordigers van den volksinvloed. Daarnaast echter heeft reeds de grondwet gever van. 1815 de mogelykheid voorzien, dat het aidus geconstrueerde gemeentebe stuur niet tegen zyn taak zou zyn opge wassen. Immers, het vierde en het vijfde lid van artikel 144 der Grondwet deze bepalingen zyn by de opeenvolgende grond- wetswyzigingen onaangetast gebleven bepalen „Wanneer de regeling en het bestuur van de huishouding eener gemeente grovelyk worden verwaarloosd, kan eene wet de wyze bepalen, waarop in het bestuur dier gemeente, met afwyking van het eerste en tweede lid van dit artikel, wordt voorzien. De wet bepaalt, welk gezag het gemeen tebestuur vervangt, wanneer dit in gebreke blyft in de uitvoering der wetten, der al- gemeene maatregelen van bestuur of der provinciale verordeningen te voorzien." Het hierboven eerst aangehaalde vierde, lid heeft betrekking op een falen van het systeem, het daarop volgende vyfde lid op een falen van personen. De genoemde grondwetsbepalingen zyn drie maal toegepast, nl. in 1895 op de ge meenten Opsterland en Weststellingwerf en in 1933 op Beerta. De toen in de wetten- ad-hoc geschapen figuur van den regee- ringscommissaris is opzettelyk in de ver ordening nr. 36 overgenomen. Ook in ander opzicht sluit deze verorde ning volgens dr. Rabl aan by de rechtsont wikkeling hier te lande. Het geval Beerta was in 1933 reeds niet meer zoo uitzon derlijk als de gevallen Opsterland en West stellingwerf in 1895 waren. Het is noodig gebleken de in het gemeen terecht in den kern aanwezige gedachte van eenhoofdige leiding meer nadruk te geven. Het zwaartepunt was al te zeer naar de wethouders en den raad verschoven. Onder de reeds ingezette ontwikkeling, welke te gen dit verschynsel verzet deed ryzen, is door de verordening nr. 36 een streep gezet. Het college van B. en W. en de raad wor den er in opgeheven. Dit beteekent niet, dat de regee- ringseommissaris nu een gemeentelijke imperator wordt. Hy zal moeten wor den bijgestaan door de deskundigen van de praktyk, door de wethouders, doch hy vormt met hen niet meer een col lege, waarin de meerderheid van stem men beslist. De wethouders behouden de leiding van hun afdeelingen, maar onder persoonlijke verantwoordelyk- heid van den regeerlngscommissaris. Deze benoemt bovendien raadsleden uit de burgery. De band tusschen gemeen tebestuur en bevolking wordt zoodoen de niet doorgesneden. De regeeringscommissaris staat boven dien onder toezicht van den commissaris der provincie en van den secretaris-gene raal van het departement van binnenland- sche zaken. Ten slotte betoogde dr. Rabl, dat ook deze verordening wordt gedekt door artikel 43 van de Haagsche Conventie van 1907 en dan ook binnen de grenzen blyft, welke het volkenrecht den bezetter van een bezet gebied nopens de rechtsinstellingen van dit gebied stelt. Immers, de verordening doet de grondwet geen geweld aan. Zy is eerder een algemeen uitvoeringsvoorschrift van de leden vier en vyf van artikel 144 der grondwet. Op een hem gestelde vraag of de ge noemde grondwetsbepalingen niet moeten worden beschouwd als grondslag voor uit- zonderingsreeht, zeide dr. Rabl nog, dat een constitutie niet begrepen kan worden alleen aan de hand van de letter der grond wetsartikelen. Het voornaamste is, dat de grondwetgever van 1815 en ook de latere grondwetgevers welbewust de mogelykheid voor oogen hebben gehad van een falen van het door hen op grond van hun libe- raal-constitutioneele uitgangspunt aan vaarde structuurbeginsel. Voor dat geval gaven zy mogelykheden aan, welke in den aanvang inderdaad wel als uitzonderings- recht zullen zyn beschouwd, doch welke door den groei van het leven en door den groei van den inhoud van het recht de gronslag zyn geworden voor een rechtsont wikkeling in de richting van een eenhoof dige leiding der gemeenten. De groote brand te Utrecht. Nader wordt omtrent den grooten brand te Utrecht nog gemeld, dat de scha de by Heck zeer groot is, en op geen duizenden guldens is te overzien. Het ge~ heele interieur van het gebouw is in de vlammen opgegaan. By het perceel van „Electra" heeft, in aanmerking genomen, dat dit pand naast Heck is gelegen, het vuur betrekkelyk weinig verwoestingen aangericht De waterschade daarentegen is zeer groot Dit laatste kan ook gezegd worden van het daarnaast gelegen pand van de firma De Groot, dat echter boven dien voor een groot gedeelte door de vlammen ls verteerd. In de chocolaterie van den heer Van Aelst, door wiens huis een slang was geleid, is de brandschade vry gering, doch het water heeft hier een groot ongerief gebracht. Voor het meeren- deel worden brand- en waterschade door verzekering gedekt Tragisch daarentegen is wel het feit, dat alle instrumenten, toe- behoorende aan de leden van het orkest van Boyd Bachmann, welk ensemble voor de maand Maait was geëngageerd, zonder een uitzondering geheel verloren zyn ge gaan. Dit beteekent voor de bandleden niet alleen een werklooze periode, doch wat erger is, hun respectievelyke instru menten waren niet tegen brandschade ver zekerd, zoodat zy hierdoor een gezamen- lyke schade van enkele duizenden guldens lyden. De huisgezinnen, die in de getroffen huizen woonden, zyn op liefderyke wyze opgenomen door de familie Van Heukels, die een gedeelte van het hoofdpostkantoor bewoont. De gerant van Heek, de heer Ryndorp, was sedert 4 Februari van dit jaar als zoodanig te Utrecht werkzaam. Over de oorzaak van den brand tast men tot op heden in het duister. DE SCHEEPVAART OP HET IJSSELMEER HERSTELD. Het scheepvaartverkeer van Amsterdam naar Lemmer over het IJsselmeer, dat ruim negen weken was gestremd, is thans her steld.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5