Kroniek van den dag De Engelsche bom aanval op Den Haag. Tweede blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Dinsdag 4 Maart 1941. Goede reis en behouden thuiskomst wenschen de achterblijvende kameraden de bemanning van een onderzeeër, die voor een tocht naar vijandelijk gebied uitloopt (Foto Weltbild) Turkije voor de keuze. Het toetreden van Bulgarije tot het Driemogendhedenverdrag en het binnen rukken van Duitsche troepen in dit land heeft, zooals te verwachten was, de vraag opgeworpen, in hoeverre de»e ontwikkeling zal kunnen bijdragen tot het behoud van den vrede op den Balkan. Beperking of uitbreiding van het oorlogsgevaar, dat is de allesbeheerschende vraag van het oogen- blik. Verschillende factoren dienen voor de beantwoording daarvan in aanmerking te worden genomen en uit de zorgvuldige af weging daarvan kan wellicht een voor- loopige conclusie worden gedistilleerd. Een voorloopige conclusie, zoo zij althans niet voorbarig is. Immers, wij kennen slechts de onmiddellijk waarneembare factoren, maar wij kennen niet de diplomatieke overwe gingen, welke voor den huidigen gang van zaken uiteindelijk beslissend zijn geweest. De kanselarijen te Berlijn en Londen plegen met him denkbeelden niet te koop te loo- pen; zij hebben er het grootste belang bij den tegenstander geen enkele vingerwijzi ging te geven omtrent plannen en verwach tingen. Het begin en het einde van de oor- logsdiplomatie is „Silentium". Wij krijgen slechts de conclusies te hooren en ook daar in is de diplomatieke geheimzinnigheid een schier ondoordringbaar rookgordijn, waar door een groote gereserveerdheid geboden blijft. Zoo kan de vraag: inperking of uit breiding van het oorlogsgevaar, goed be schouwd ook niet beantwoord worden. Slechts enkele symptomen kunnen wor den gesignaleerd. De voornaamste bij dit spel betrokken factoren zijn Duitschland, Engeland en Turkije. Uit den aard der zaak kan ook Yoego Slavië niet worden uitgeschakeld en in verdere instantie moet ook Rusland in het beschouwingsveld vallen. Maar Moskou toont zich ook thans gereserveerd en daar uit valt wederom de gevolgtrekking te ma ken, dat de Sovjet-politiek zich een eigen platform heeft gereserveérd gelijk Mo- lotof telkenmale met groote stelligheid duidelijk maakt dat deze politiek zich op een apart plan beweegt, maar niette min de ontwikkeling der gebeurtenissen met groote aandacht volgt. De conclusie behoudt het Kreml zich voor, maar hoezeer het zich ook partij weet in dit spel der krachten, dat hebben de achter ons liggende oorlogsmaanden wel bewezen, dat is ook gebleken uit de jong ste legerorders welke in de Sovjet-unie werden uitgevaardigd. Al valt dan voor het oogenblik Rusland buiten onze beschou wing, het is goed, zich te realiseeren, dat ook wat er thans in het Balkanbekken ge beurt, zich afspeelt in de slagschaduw van het Kreml. Om ons echter tot den meer spectacu- lairen kant van het gebeurde te bepalen, daar treden de hierboven genoemde spelers voor het voetlicht. Het zjjn geen figuranten, zij spelen het spel de as, Londen en Ankara. Het volle accent valt op Duitschland, dat een nieuw diplomatiek succes heeft ge boekt. Men moet onwillekeurig terug den ken aan de omsingelingsdiplomatie uit de jaren 1938 en voorgaande jaren. Zij is door de Wilhelmstrasse weerlegd en dat op alleszins overtuigende wijze. De op Zuid oost-Europa gerichte politiek van Berlijn vindt geleidelijk haar verwezenlijking. De Balkan; partij geworden in het Driemogend hedenverdrag, schakelt zich daardoor in in het Duitsch-Italiaansche ordeningsplan. Het gebied aanvaardt die beginselen, maar ver der strekken de bevoegdheden niet, gelijk bij de toetreding van Roemenië en Honga rije nadrukkelijk werd vastgelegd. Met hun ne toetreding hebben deze landen de Duitsch-Italiaansche landing om ons slechts tot Europa te bepalen erkend. Zij hebben hun politiek ondergeschikt ge maakt aan die van de spilstaten en daar mede daarop komt het voor dit oogen blik aan het anti-Britsche continentale front uitgebreid. Op dien weg is thans ook Bulgarije gegaan en ongeacht de perspec tieven, welke zulks voor na den oorlog opent wordt daardoor de tegen Engeland gericht-e campagne versterkt. Dat komt ook tot uiting in de Duitsche en Italiaan- sche commentaren, die er op wijzen, dat de as den Britschen tegenspeler een slag voor is geweest. Daardoor is thans de po sitie van Bulgarye bepaald. Zal Londen nu werkeloos blijven toiezien? Het ziet zich geplaatst niet slechts te genover een frontverbreeding, maar tege lijk tegenover een diplomatieke omsin gelingsmanoeuvre, welke veel overeen komst vertoont met wat in het militaire spraakgebruik als de tangbeweging is ge karakteriseerd. Het is nog niet duidelijk, of Londen over voldoende resources beschikt om dit drei gende gevaar af te wenden en zoo ja, of het de gelegenheid zal hebben, deze nuttig aan te wenden. Voorloopig bepaalt Engeland zich tot de terugtrekkende beweging, de taktiek, waarin het ook in het achter ons liggende jaar zoo bedreven was. Een tak tiek, welke goed beschouwd een der grond slagen van de Britsche diplomatie is. Het bezoek van Eden en generaal Dill aan Turkije en Griekenland trekt in dit verband de aandacht en men vraagt zich af, of de Britsche minister van buitenland- sche zaken de middelen zal vinden, om een verdere frontverbreeding te verhinderen, in de richting van Turkije en in de richting van Yoego Slavië. Want daarop doelen de Duitsche com mentaren wanneer zij betoogen, dat de ont wikkeling voortschrijdt en zich ook tot an dere landen zal uitbreiden. Misschien heeft men ook het oog op Griekenland, dat, naar onlangs uit Duitsche en Italiaansche bron werd vernomen, strijdensmoe moet zijn en zich maar al te gaarne van het avontuur zou willen afmaken. Zoo bezien ligt de con clusie voor de hand, dat de vraag of Enge land de Balkanontwikkeling in haar loop kan stuiten afhankelijk is van het verloop van den strijd in Griekenland en in Noord en Oost-Afrika. Gelijk in de Duitsche com mentaren wordt gewezen op de schitterende samenwerking tusschen diplomatie en weer macht, zoo ziet ook Eden zich geplaatst voor het vraagstuk deze beide hoofdelemen- VERLENGING VERPLICHTE VEELEVERING. Tot 1 Juli 19 41. Het rijksbureau voor de voedselvoor ziening in oorlogstijd maakt bekend, dat, aangezien ook na 1 Maart een regelmati ge vleeschvoorziening noodzakelijk is, de verplichte, veelevering, welke met ingang van 25 November 1940 werd ingesteld, is verlengd en wel tot 1 Juli 1941. Nadere bijzonderheden worden bij afzon derlijke publicatie bekend gemaakt. Het rijksbureau voor de voedselvoorzie ning in oorlogstijd deelt het volgerudë mede: De verplichte veelevering, welke met ingang van 25 November 1940 werd in gesteld, voorzag tot 1 Maart in de vleesch- behoefte, waarbij rekening gehouden werd met een kleine reserve. Daar echter ook na 1 Maart een regel matige vleeschvoorziening een noodzakelij ke eisch is, kan ook na dien datum een verdere duur van de verplichte levering niet worden vermeden. Daarom is een ver plichte levering ingesteld, welke zich uit strekt tot 1 Juli 1941. Ten einde hierbij het reeds geleverde rundvee volledig in rekening te kunnen brengen, is de verplichte levering zoodanig ontworpen, dat men haar moet beschouwen als loopende van 25 November 1940 tot 1 Juli 1941, waarbij dus de tot 1 Maart ge leverde of uitgevoerde runderen in aftrek komen van het totaal der door den vee houder tot 1 Juli te leveren runderen. Als grondslag voor deze levering wordt uitgegaan van de op 24 November aan wezige melk- en kalfkoeien, het hoog- drachtige jongvee (tenminste 7 maanden drachtig) en stieren van 1 jaar en ouder alsmede van het mestvee, dat de veehouder in zijn bezit had. Betreffende deze laatste categorie werd reeds vroeger gepubliceerd, dat de vee houders ten aanzien van dit vee voor het volle aantal volgens de gegevens der De cember-telling 1940 zouden worden aan geslagen. In de thans ontworpen regeling is dit principe doorgevoerd, terwijl in het algemeen van de daarvoor genoemde categorieën 22% zal dienen te worden ge leverd in de periode van 25 November 1940 tot 1 Juli 1941. Veehouders met 1 of 2 runderen, mits niet voor de slacht geschikt, zijn in het algemeen van de verplichte vee levering vrggesteld. Bezitters van 3 runderen van de bo vengenoemde categorieën zijn niet vrij gesteld, hun verplichting om een ïund te leveren zal worden beoordeeld naar den aard van hun bedrijf en hun vee stapel, terwijl tevens de mogelijkheid bestaat, dat drie van deze veehouders worden Aangewezen om tezamen één rund te leveren. Het in hun bezit zijinde mestvee zal echter voor het volle aan tal geleverd dienen te worden. Hoewel deze verplichte levering den vee houders een zwaren last oplegt, dient men niet uit'het oog te verliezen, dat zij zich uitstrekt over een periode van 7 maanden, zoodat de thans ontworpen regeling naar verhouding veel minder diep ingrijpt dan d'e thans in uitvoering zijnde regeling, wel ke immers loopt over drie maanden. Het ingevolgedezer levering te ver krijgen aantal runderen is bovendien abso luut noodzakelijk, zoowel ten aanzien van de vleeschvoorziening als uit het oogpunt van onze veevoederpositie. Ten einde verzekerd te zijn, dat de vleeschvoorziening niet stagneert, doch te vens om zooveel mogelijk te voorkomen, dat te veel onrijp vleesch zal worden af geslacht, is een regeling getroffen, waar door een aanzienlijk aantal van deze die ren eerst nog voor de mest en weiderij be stemd kan worden. JODEN MOGEN NIET MEER OP HET ZANDVOORTSCHE STRAND KOMEN. Naar de Deutsche Zeitung in den Nie- derlanden meldt, hebben de burgemeester en de commissaris van politic van Zand- voort bekend gemaakt, dat voortaan aan joden het betreden van het strand en de gebruikmaking van de badinrichting ver boden is, evenals het bezoek aan de café's op één na. ten van de oorlogvoering de coördineeren in een sluitend strategisch plan. Hieruit bljjkt, van welk een groote be- teekenis de houding van Turkije zal zijn. Een officieus commentaar beoordeelt het gebeurde als een Bulgaarsche aangelegen heid, doch het is de vraag, of Ankara er zoo gemakkelijk van zal kunnen afkomen. Veeleer is er aanleiding te gelooven, dat Turkije voor de keuze is geplaatst, voor de groote beslissing in het Turksche volks bestaan. Turkije heeft nauwe relaties met Engeland eu Griekenland en zjjn betrek kingen met Bulgarije werden nog onlangs bevestigd. Zal Turkije nu verder zijn lot verbinden aan dat van Engeland, dan komt het verdrag met Sofia, weliswaar niet naar den letter, maar in de praktijk ongetwijfeld, op losse schroeven te staan. Richt het den blik naar het continent, dan zal het Engeland moeten laten schieten althans zoo laat de figuur zich bij opper vlakkige waarneming aanzien. In beide gevallen komt het vraagstuk van de Dardanellen op het eerste plan en daarmede zullen we dan, zij het in een eenigszins gewijzigde verhouding, een co- pie van den vorigen oorlog kunnen bele ven. Een andere verhouding en nu valt de aandacht op Moskou, dat zich voor dit vraagstuk bijzonder geïnteresseerd heeft getoond. Turkije zal zijn standpunt nauwkeurig moeten overwegen. Het zal alle factoren in aanmerking moeten nemen. Factoren met betrekking tot het diplomatieke aspect, maar tegelijk zal voor de beoordeeling de militaire situatie van grooten invloed kunnen zijn voor deze stellingname, welke onafwendbaar schijnt. En op die militaire situatie valt voor het oogenblik het zwaar ste accent. 8 D00DEN EN 20 ZWAAR GEWONDEN. De bommen vleien In een dicht bevolkte woonwijk. Zondagavond omstreeks 11 uur hebben Engelsche vliegers een aantal bommen la ten vallen op het centrum van Den Haag (zie eerste blad, pag. 1). Hierbij zijn acht dooden te betreuren, terwijl twintig per sonen zwaar gewond werden. De geneeskundige dienst werd oogen- blikkelgk gealarmeerd, die daarop met groot materiaal uitrukte en reeds spoedig op de plaats van de ramp verscheen. Met man en macht begon men te zoeken naar eventueele slachtoffers en dteze bleken er helaas te zijn. In den loop van den nacht werden uit de geheel of gedeeltelijk ver woeste huizen 8- dooden naar het r. k. zie kenhuis aan het Westeinde overge bracht, terwijl niet minder dan 20 zwaar gewonden naar de ziekenhuizen moesten worden vervoerd. Verschillende bewoners van de omliggende huizen hadden verwon dingen opgeloopen, door glasscherven en vallend puin. doch deze waren van dien aard, dat zij ter plaatse konden worden verbonden. Ook de verschillende gemeentediensten, zooals politie, het gemeentelijk gas-, elec- triciteits_ en waterleidingbedrijf en ge meentewerken waren spoedig in grooten getale aanwezig, en begonnen voorzienin gen te treffen en de enorme schade aan leidingen te herstellen. Dat dit met groote moeilijkheden gepaard ging, laat zich den ken, daar het een vrij donkeren nacht was en de huizen in dit oude stadsgedeelte dicht op elkaar zijn gebouwd. In den loop van den dag was het moge- lijk een overzicht te krijgen van de mate- rieele schade. De zes afgeworpen bommen zijn neerge komen in de dichtbevolkte woonwijk in het Westeinde. In een verren omtrek zijn de gevolgen merkbaar. Van vele winkels en woonhuizen in de omgeving zijn de ruiten vernield en is groote schade toegebracht aan winkeiinventarissen en meubilair. In het hofje „Vredebest" aan het West einde, ongeveer ter hoogte van de War- moezierstraat, kwam een voltreffer op no. 47 welk huis zeer zwaar is beschadigd. In dit huis zijn ook dooden te betreuren. De voorgevel is geheel weggeslagen, evenals het plafond' en het dak. De huizen no. 46 en 48, hebben eveneens zware schade op geloopen, evenals de tegenoverliggende huizen, die een triest beeld van ver woesting opleveren. In het vrij groote hofje is vrijwel geen enkele ruit heel ge bleven, terwijl de gevels van de huizen duidelijk de sporen dragen van de scherf- werking. Vele bewoners waren bezig hun inboedel uit de onbewoonbaar geworden huizen te halen, teneinde ergens anders .onderdaktekunnen vinden. Ook in het hofje naast het „Vredebest"- hofje is de schade groot. Geen ruit is hier heel gebleven, terwijl hét perceel West einde 273 zware schade heef: opgeloopen. Vermoedelijk door den luchtdruk is van dit huis de voorgevel weggeslagen. In het Westeinde is een om neergeko men voor het perceel no. 188, waar een gat in de straat werd geslagen. Ook hier hetzelfde beeld van verwoesting, gebroken ruiten, vernielde of beschadigde gevels, enz. Hierbij is ook schade toegebracht aan het r. k. ziekenhuis, waarvan het zuster huis had: te lijden. Vele ruiten zijn hier ver nield, terwijl de gevel scherfschade kreeg. Een andere bom is terechtgekomen in het Kortenbosch, waar een caféhouder werd gedood, en aanzienlijke schade werd veroorzaakt. Met kracht wordt het opruimingswerk thans voortgezet. Tientallen personen zijn bezig met het inzetten van nieuwe ruiten, opruimen van puin, enz., terwijl de be woners, zoo goed en kwaad als het gaat, orde scheppen in hun ontredderde huizen. Een strenge afzetting door de politie zorgt er voor, dat het in groote getale opgeko men publiek dezen arbeid niet kan hinde ren. De gedooden, nl. zeven mannen en één vrouw zijn W. F. van der Kroft, 32 jaar, uit de Kaapstraat 103 L. A. M. Staalek- ker, 22 jaar, Krayenhofstraat 55K. S. van Druten, 52 jaar, Warmoezierstraat 24; H. H. Walther, 62 jaar, Westeinde 247 (hof je Vredebest) W. van Dijk, 12 jaar, Westeinde 247 (hofje „Vredebest") G. H. v. d. Kolk, 1 jaar, Westeinde 257 B. H. v. d. Berg, 55 jaar, Kortenbosch 33 Rika v. d. Burgh, 20 jaar, Viljoenstraat 41. De 19 zwaar gewonden zijn F. Scholten, Westeinde 247 (hofje „Vredebest") v. d. Kroft, /2 j., Westeinde 257echtp. Teeuwis- sen, Westeinde 249 G. Heeneman, Sirte- mastraatde Wit, Westeinde 247 (hofje „Vredebest" A. den Engelsen, Westeinde 247 (idem) zuster Kerkhoven, R. K. zie kenhuis Westeinde G. Voorduin, Bleekers- laan 4a Annie v. d. Molen, Newtoriplein 15 W. Kie'rik, Terheydenstraat 22 J. Boers, 23 jaar, Chrispijnstraat 28 v. d. Kroft, 26 jaar. Lange Lombardstraat 19 F. de Zwart, van Halewrjnplein 4, Voor burg mej. N. Kaffa, Kortenbosch 60 Jacoba Molenpaard, Statenlaan 45mej. A. R. van Dijk, geb. Walraven, Westeinde 247 (hofje „Vredebest"), allen opgenomen in het R. K. ziekenhuis aan het Westeinde. A. H. M. Simonis, 15 jaar, van Goghstraat 72 A. L. Wuhl, 30 jaar, Westerbaenstraat 79 J. P. Heigenaar, 24 jaar, N.W. Binnen singel 3, die zijn opgenomen in het zieken huis aan den Zuidwal. Voorts zijn er nog verschillende personen licht gewond, die echter na verbonden te zijn, op eigen gelegenheid naar huis kon den gaan. ZWARE STORMEN IN N OORD-AMERIKA. Bijna geheel Noord Amerika is door zware stormen en sneeuwjachten geteis terd. Op sommige plaatsen heeft de storm een buitengewone kracht gekregen. In den midden Atlantischen sector zijn min stens 15 personen door het noodweer om het leven gekomen. GEEN TIJDING, GOEDE TIJDING. Veel nieuws over onze marine kan er niet zijn. Neen, veel nieuws over onze Marine die in Oost- en West-Indië of elders vertoeft, is er niet. Kan er ook niet zijn, omdat alle verbindingen tengevolge van den oorlogs toestand verbroken zijn. Officieele berichten brengen helaas niet anders dan mededee- lingen over hen die gesneuveld zijn. Nimmer was het spreekwoord „geen tijding, goede tijding", dan ook van zooveel beteekenis dan in den huidigen trjd. Toch komen er in de pers en met de radio nog wel berichten door, maar ze zijn veelal vaag, onbetrouwbaar of weinig hartverhef fend, aldus lezen wij in „Onze Marine". Zoo verscheen er in een der groote Am- sterdamsche dagbladen in Dec. '40 een me- dedeeling over Hr. Ms. „Van Meerlant" die te Lissabon geïnterneerd zou zijn en er werd gevraagd, wie nadere inlichtingen dan wel een correspondentie-adres kon opgeven voor de familieleden der opvarenden. „Een marinevrouw" wist nadere bijzon derheden mede te deelen. Men moest naar postboxnumme*- zooveel schrijven, het num mer van een te Lissabon gevestigd kantoor, dat de belangen van de Nederlanders'aldaar wil behartigen. Indien de opvarenden van Hr. Ms. „Van Meerlant" inderdaad geïnterneerd waren, zoo dachten wij, dan ligt het toch nog wel op den weg van het comité „Onze Marine", de marinemannen te Lissabon zoo nu en dan pakjes te zenden voor zoover dit over eenkomstig de internationale bepalingen mogelijk is via het Roode Kruis. Na infor matie bij de bevoegde instantie deelde het Hoofdbestuur van het Roode Kruis ons mede, dat van een intemeering van de op varenden van Hr. Ms. „Van Meerlant" niets bekend was. Een toen door ons ingesteld onderzoek naar de bron van het bericht liep op niets uit. Men wist er niets van en had het van „hooren zeggen." t Ruim een maand later verscheen in de Nederlandsche pers een uit de „Deutsche Zeitung in den Niederlanden" overgenomen bericht, dat Hr. Ms. „Willem van der Zaan" een Portugeesche haven was binnengeloo- pen. Het schip nam brandstof, proviand en water in en verliet denzelfden avond de haven weer om een reis naar Kaapstad voort te zetten. Toen wij dit lazen dachten wij aan het verhaal'van Hr. Ms. „Van Meerlant". Mis schien zijn opvarenden in de gelegenheid geweest van Portugal uit enkele regels naar huis te schrgven of is op andere wijze eenig bericht doorgekomen, waaruit het gerucht zou kunnen zijn ontstaan van intemeering. Men weet intusschen wat men van derge lijke berichten denken moet. Officieel is er niets bekend In het bericht van de „Willem van der Zaan" komt o.m. de mededeeling voor, dat twee leden van de bemanning (matrozen z.m. waarschijnlijk), van het schip over boord sprongen „om zich aan den dienst voor Engeland te onttrekken". Een van hen werd toen hij te water liggende met de schroef van het schip in aanraking kwam gedood, de andere gelukte het naar land te zwemmen en werd geïnterneerd. Het heeft geen zin ons verder in dit ver haal te verdiepen. We kennen de omstan digheden niet die tot deze daad heeft ge leid. Maar we moeten er toch op wijzen, dat wij geen bewondering kunnen hebben voor lieden die hun schip achterzeilen, hetgeen in gewone omstandigheden voor eiken zee man reeds desertie beteekent. Hoeveel te meer dus in rijd van oorlog In een Duitsche radio-uitzending heeft men dit achterzeilen in een Nederlandsche samenspraak trachten goed te praten. Men sprak er zelfs van, dat de „Willem van der Zaan" een „drijvende doodkist was", nota bene een van onze grootste en modernste mijnenleggers. De personen die in deze Ne derlandsche samenspraak aan het woord waren, zjjn beslist geen Duitsche militairen; Nederlandsche arbeidsdienst. KOSTWINNERSVERGOEDING. Aan degenen, die op of na 1 Maart 1941 vrijwillig tot den arbeidsdienst toetraden, wordt van rijkswege huisvesting, voeding en kleeding verstrekt en daarboven nog een zakgeld van 0.25 per dag. Voorts wordt aan hen, die op 17 Fe bruari 1941 gehuwd waren, toegekend een vergoeding voor onderhoud van him ge zin bedragende 3.per dag, eventueel vermeerderd met 0.30 per dag voor ieder wettig kind van hen of van hun echt- genoote en voor ieder pleegkind, voor zoover deze kinderen den leeftgd van 18 jaar nog niet hebben bereikt (gezinsver goeding). Om aanspraak te kunnen maken op det gezins-vergoeding, moet de vrijwilliger zoo spoedig mogelijk aan den commandant van het kamp, waarbij hij is ingedeeld, over leggen een door den burgemeester der ge meente zijner inwoning afgegeven ver klaring betreffende het gehuwd zijn en. eventueel betreffende de kinderen bene den den leftijd van 18 jaar. Aan ongehuwde vrijwilligers, die op 17 Februari 1941 kostwinner waren, kan wor den toegekend een vergoeding, gelijk aan het bedrag, dat zij als kostwinner plach ten af te dragen met een maximum van 3.per dag. Als kostwinner wordt beschouwd hij, die bijdraagt tot het noodzakelijke levenson derhoud van: zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie, zyn andere bloed- en aanverwanten in den tweeden graad, zijn pleegouders of degenen in wier onderhoud hij ingevolge rechterlijk vonnis moet voor zien. Om aanspraak te kunnen maken op de laatstbedoelde vergoeding, moet de vrij williger zoo spoedig mogelijk overleggen door den burgemeester der gemeente zijner inwoning afgegeven bewijsstukken, waar uit de toekenning der vergoeding kan wor den beoordeeld. Blanke vrouwen In Ned. Indlë worden verplicht tot hulpdienst United Press meldt uit Batavia: Alle blanke vrouwen in Nederlandsch- Indië, in den leeftijd van 1845 jaar, zijn opgeroepen om zich voor het verrichten van oorlogswerkzaamheden te laten regis- treeren. Zij moeten in samenwerking met het Roode Kruis veldkeukens bestieren, en zich als verpleegsters en kinderverzorgsters laten opleiden. Met de opleiding zal be gonnen worden zoodra de registratie ten einde is. VEERDIENST ENKHUIZEN— STAVOREN HERVAT. De veerdienst EnkhuizenStavoren, wel ke was gestaakt, zal met ingang van he den worden hervat. die immers weten, dat „der alte Fritz" nooit of te nimmer eenige desertie, onder welke omstandigheden ook, zou probeeren goed te praten. Neen, veel nieuws over onze marine, die in Oost- en West-Indië of elders vertoeft is er niet. En wat er tot ons doordrong was onbetrouwbaar en weinig hartverheffend. We begrijpen volkomen, dat duizenden va ders en moeders, echtgenooten en kinderen, verdere familieleden en verloofden van onze marinemannen hunkeren naar eenig bericht. We weten ook, dat velen dapper het leed der scheiding dragen al leeft de hoop zeer sterk in aller harten, dat de oorlog spoedig ten einde zal komen. Maar in de huidige omstandigheden houden we het liefst het spreekwoord voor oogen„geen tijding, goede tg ding

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5