Kroniek van den dag
De Engelsche bom
aanval op Den Haag.
Tweede blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Dinsdag 4 Maart 1941.
Goede reis en behouden thuiskomst wenschen de achterblijvende kameraden
de bemanning van een onderzeeër, die voor een tocht naar vijandelijk
gebied uitloopt (Foto Weltbild)
Turkije voor de keuze.
Het toetreden van Bulgarije tot het
Driemogendhedenverdrag en het binnen
rukken van Duitsche troepen in dit land
heeft, zooals te verwachten was, de vraag
opgeworpen, in hoeverre de»e ontwikkeling
zal kunnen bijdragen tot het behoud van
den vrede op den Balkan. Beperking of
uitbreiding van het oorlogsgevaar, dat is
de allesbeheerschende vraag van het oogen-
blik. Verschillende factoren dienen voor de
beantwoording daarvan in aanmerking te
worden genomen en uit de zorgvuldige af
weging daarvan kan wellicht een voor-
loopige conclusie worden gedistilleerd. Een
voorloopige conclusie, zoo zij althans niet
voorbarig is. Immers, wij kennen slechts de
onmiddellijk waarneembare factoren, maar
wij kennen niet de diplomatieke overwe
gingen, welke voor den huidigen gang van
zaken uiteindelijk beslissend zijn geweest.
De kanselarijen te Berlijn en Londen plegen
met him denkbeelden niet te koop te loo-
pen; zij hebben er het grootste belang bij
den tegenstander geen enkele vingerwijzi
ging te geven omtrent plannen en verwach
tingen. Het begin en het einde van de oor-
logsdiplomatie is „Silentium". Wij krijgen
slechts de conclusies te hooren en ook daar
in is de diplomatieke geheimzinnigheid een
schier ondoordringbaar rookgordijn, waar
door een groote gereserveerdheid geboden
blijft. Zoo kan de vraag: inperking of uit
breiding van het oorlogsgevaar, goed be
schouwd ook niet beantwoord worden.
Slechts enkele symptomen kunnen wor
den gesignaleerd.
De voornaamste bij dit spel betrokken
factoren zijn Duitschland, Engeland en
Turkije. Uit den aard der zaak kan ook
Yoego Slavië niet worden uitgeschakeld en
in verdere instantie moet ook Rusland in
het beschouwingsveld vallen. Maar Moskou
toont zich ook thans gereserveerd en daar
uit valt wederom de gevolgtrekking te ma
ken, dat de Sovjet-politiek zich een eigen
platform heeft gereserveérd gelijk Mo-
lotof telkenmale met groote stelligheid
duidelijk maakt dat deze politiek zich
op een apart plan beweegt, maar niette
min de ontwikkeling der gebeurtenissen
met groote aandacht volgt.
De conclusie behoudt het Kreml zich
voor, maar hoezeer het zich ook partij weet
in dit spel der krachten, dat hebben de
achter ons liggende oorlogsmaanden wel
bewezen, dat is ook gebleken uit de jong
ste legerorders welke in de Sovjet-unie
werden uitgevaardigd. Al valt dan voor het
oogenblik Rusland buiten onze beschou
wing, het is goed, zich te realiseeren, dat
ook wat er thans in het Balkanbekken ge
beurt, zich afspeelt in de slagschaduw van
het Kreml.
Om ons echter tot den meer spectacu-
lairen kant van het gebeurde te bepalen,
daar treden de hierboven genoemde spelers
voor het voetlicht. Het zjjn geen figuranten,
zij spelen het spel de as, Londen en
Ankara.
Het volle accent valt op Duitschland, dat
een nieuw diplomatiek succes heeft ge
boekt. Men moet onwillekeurig terug den
ken aan de omsingelingsdiplomatie uit de
jaren 1938 en voorgaande jaren. Zij is door
de Wilhelmstrasse weerlegd en dat op
alleszins overtuigende wijze. De op Zuid
oost-Europa gerichte politiek van Berlijn
vindt geleidelijk haar verwezenlijking. De
Balkan; partij geworden in het Driemogend
hedenverdrag, schakelt zich daardoor in in
het Duitsch-Italiaansche ordeningsplan. Het
gebied aanvaardt die beginselen, maar ver
der strekken de bevoegdheden niet, gelijk
bij de toetreding van Roemenië en Honga
rije nadrukkelijk werd vastgelegd. Met hun
ne toetreding hebben deze landen de
Duitsch-Italiaansche landing om ons
slechts tot Europa te bepalen erkend.
Zij hebben hun politiek ondergeschikt ge
maakt aan die van de spilstaten en daar
mede daarop komt het voor dit oogen
blik aan het anti-Britsche continentale
front uitgebreid. Op dien weg is thans ook
Bulgarije gegaan en ongeacht de perspec
tieven, welke zulks voor na den oorlog
opent wordt daardoor de tegen Engeland
gericht-e campagne versterkt. Dat komt
ook tot uiting in de Duitsche en Italiaan-
sche commentaren, die er op wijzen, dat
de as den Britschen tegenspeler een slag
voor is geweest. Daardoor is thans de po
sitie van Bulgarye bepaald.
Zal Londen nu werkeloos blijven toiezien?
Het ziet zich geplaatst niet slechts te
genover een frontverbreeding, maar tege
lijk tegenover een diplomatieke omsin
gelingsmanoeuvre, welke veel overeen
komst vertoont met wat in het militaire
spraakgebruik als de tangbeweging is ge
karakteriseerd.
Het is nog niet duidelijk, of Londen over
voldoende resources beschikt om dit drei
gende gevaar af te wenden en zoo ja, of het
de gelegenheid zal hebben, deze nuttig aan
te wenden. Voorloopig bepaalt Engeland
zich tot de terugtrekkende beweging, de
taktiek, waarin het ook in het achter ons
liggende jaar zoo bedreven was. Een tak
tiek, welke goed beschouwd een der grond
slagen van de Britsche diplomatie is.
Het bezoek van Eden en generaal Dill
aan Turkije en Griekenland trekt in dit
verband de aandacht en men vraagt zich
af, of de Britsche minister van buitenland-
sche zaken de middelen zal vinden, om een
verdere frontverbreeding te verhinderen, in
de richting van Turkije en in de richting
van Yoego Slavië.
Want daarop doelen de Duitsche com
mentaren wanneer zij betoogen, dat de ont
wikkeling voortschrijdt en zich ook tot an
dere landen zal uitbreiden. Misschien heeft
men ook het oog op Griekenland, dat, naar
onlangs uit Duitsche en Italiaansche bron
werd vernomen, strijdensmoe moet zijn en
zich maar al te gaarne van het avontuur
zou willen afmaken. Zoo bezien ligt de con
clusie voor de hand, dat de vraag of Enge
land de Balkanontwikkeling in haar loop
kan stuiten afhankelijk is van het verloop
van den strijd in Griekenland en in Noord
en Oost-Afrika. Gelijk in de Duitsche com
mentaren wordt gewezen op de schitterende
samenwerking tusschen diplomatie en weer
macht, zoo ziet ook Eden zich geplaatst
voor het vraagstuk deze beide hoofdelemen-
VERLENGING VERPLICHTE
VEELEVERING.
Tot 1 Juli 19 41.
Het rijksbureau voor de voedselvoor
ziening in oorlogstijd maakt bekend, dat,
aangezien ook na 1 Maart een regelmati
ge vleeschvoorziening noodzakelijk is, de
verplichte, veelevering, welke met ingang
van 25 November 1940 werd ingesteld, is
verlengd en wel tot 1 Juli 1941.
Nadere bijzonderheden worden bij afzon
derlijke publicatie bekend gemaakt.
Het rijksbureau voor de voedselvoorzie
ning in oorlogstijd deelt het volgerudë mede:
De verplichte veelevering, welke met
ingang van 25 November 1940 werd in
gesteld, voorzag tot 1 Maart in de vleesch-
behoefte, waarbij rekening gehouden werd
met een kleine reserve.
Daar echter ook na 1 Maart een regel
matige vleeschvoorziening een noodzakelij
ke eisch is, kan ook na dien datum een
verdere duur van de verplichte levering
niet worden vermeden. Daarom is een ver
plichte levering ingesteld, welke zich uit
strekt tot 1 Juli 1941.
Ten einde hierbij het reeds geleverde
rundvee volledig in rekening te kunnen
brengen, is de verplichte levering zoodanig
ontworpen, dat men haar moet beschouwen
als loopende van 25 November 1940 tot 1
Juli 1941, waarbij dus de tot 1 Maart ge
leverde of uitgevoerde runderen in aftrek
komen van het totaal der door den vee
houder tot 1 Juli te leveren runderen.
Als grondslag voor deze levering wordt
uitgegaan van de op 24 November aan
wezige melk- en kalfkoeien, het hoog-
drachtige jongvee (tenminste 7 maanden
drachtig) en stieren van 1 jaar en ouder
alsmede van het mestvee, dat de veehouder
in zijn bezit had.
Betreffende deze laatste categorie werd
reeds vroeger gepubliceerd, dat de vee
houders ten aanzien van dit vee voor het
volle aantal volgens de gegevens der De
cember-telling 1940 zouden worden aan
geslagen. In de thans ontworpen regeling
is dit principe doorgevoerd, terwijl in het
algemeen van de daarvoor genoemde
categorieën 22% zal dienen te worden ge
leverd in de periode van 25 November
1940 tot 1 Juli 1941.
Veehouders met 1 of 2 runderen,
mits niet voor de slacht geschikt, zijn
in het algemeen van de verplichte vee
levering vrggesteld.
Bezitters van 3 runderen van de bo
vengenoemde categorieën zijn niet vrij
gesteld, hun verplichting om een ïund
te leveren zal worden beoordeeld naar
den aard van hun bedrijf en hun vee
stapel, terwijl tevens de mogelijkheid
bestaat, dat drie van deze veehouders
worden Aangewezen om tezamen één
rund te leveren. Het in hun bezit zijinde
mestvee zal echter voor het volle aan
tal geleverd dienen te worden.
Hoewel deze verplichte levering den vee
houders een zwaren last oplegt, dient men
niet uit'het oog te verliezen, dat zij zich
uitstrekt over een periode van 7 maanden,
zoodat de thans ontworpen regeling naar
verhouding veel minder diep ingrijpt dan
d'e thans in uitvoering zijnde regeling, wel
ke immers loopt over drie maanden.
Het ingevolgedezer levering te ver
krijgen aantal runderen is bovendien abso
luut noodzakelijk, zoowel ten aanzien van
de vleeschvoorziening als uit het oogpunt
van onze veevoederpositie.
Ten einde verzekerd te zijn, dat de
vleeschvoorziening niet stagneert, doch te
vens om zooveel mogelijk te voorkomen,
dat te veel onrijp vleesch zal worden af
geslacht, is een regeling getroffen, waar
door een aanzienlijk aantal van deze die
ren eerst nog voor de mest en weiderij be
stemd kan worden.
JODEN MOGEN NIET MEER OP HET
ZANDVOORTSCHE STRAND KOMEN.
Naar de Deutsche Zeitung in den Nie-
derlanden meldt, hebben de burgemeester
en de commissaris van politic van Zand-
voort bekend gemaakt, dat voortaan aan
joden het betreden van het strand en de
gebruikmaking van de badinrichting ver
boden is, evenals het bezoek aan de café's
op één na.
ten van de oorlogvoering de coördineeren in
een sluitend strategisch plan.
Hieruit bljjkt, van welk een groote be-
teekenis de houding van Turkije zal zijn.
Een officieus commentaar beoordeelt het
gebeurde als een Bulgaarsche aangelegen
heid, doch het is de vraag, of Ankara er
zoo gemakkelijk van zal kunnen afkomen.
Veeleer is er aanleiding te gelooven, dat
Turkije voor de keuze is geplaatst, voor
de groote beslissing in het Turksche volks
bestaan. Turkije heeft nauwe relaties met
Engeland eu Griekenland en zjjn betrek
kingen met Bulgarije werden nog onlangs
bevestigd. Zal Turkije nu verder zijn lot
verbinden aan dat van Engeland, dan
komt het verdrag met Sofia, weliswaar
niet naar den letter, maar in de praktijk
ongetwijfeld, op losse schroeven te staan.
Richt het den blik naar het continent, dan
zal het Engeland moeten laten schieten
althans zoo laat de figuur zich bij opper
vlakkige waarneming aanzien.
In beide gevallen komt het vraagstuk
van de Dardanellen op het eerste plan en
daarmede zullen we dan, zij het in een
eenigszins gewijzigde verhouding, een co-
pie van den vorigen oorlog kunnen bele
ven. Een andere verhouding en nu valt
de aandacht op Moskou, dat zich voor dit
vraagstuk bijzonder geïnteresseerd heeft
getoond.
Turkije zal zijn standpunt nauwkeurig
moeten overwegen. Het zal alle factoren in
aanmerking moeten nemen. Factoren met
betrekking tot het diplomatieke aspect,
maar tegelijk zal voor de beoordeeling
de militaire situatie van grooten invloed
kunnen zijn voor deze stellingname, welke
onafwendbaar schijnt. En op die militaire
situatie valt voor het oogenblik het zwaar
ste accent.
8 D00DEN EN 20 ZWAAR
GEWONDEN.
De bommen vleien In een dicht
bevolkte woonwijk.
Zondagavond omstreeks 11 uur hebben
Engelsche vliegers een aantal bommen la
ten vallen op het centrum van Den Haag
(zie eerste blad, pag. 1). Hierbij zijn acht
dooden te betreuren, terwijl twintig per
sonen zwaar gewond werden.
De geneeskundige dienst werd oogen-
blikkelgk gealarmeerd, die daarop met
groot materiaal uitrukte en reeds spoedig
op de plaats van de ramp verscheen. Met
man en macht begon men te zoeken naar
eventueele slachtoffers en dteze bleken er
helaas te zijn. In den loop van den nacht
werden uit de geheel of gedeeltelijk ver
woeste huizen 8- dooden naar het r. k. zie
kenhuis aan het Westeinde overge
bracht, terwijl niet minder dan 20 zwaar
gewonden naar de ziekenhuizen moesten
worden vervoerd. Verschillende bewoners
van de omliggende huizen hadden verwon
dingen opgeloopen, door glasscherven en
vallend puin. doch deze waren van dien
aard, dat zij ter plaatse konden worden
verbonden.
Ook de verschillende gemeentediensten,
zooals politie, het gemeentelijk gas-, elec-
triciteits_ en waterleidingbedrijf en ge
meentewerken waren spoedig in grooten
getale aanwezig, en begonnen voorzienin
gen te treffen en de enorme schade aan
leidingen te herstellen. Dat dit met groote
moeilijkheden gepaard ging, laat zich den
ken, daar het een vrij donkeren nacht was
en de huizen in dit oude stadsgedeelte
dicht op elkaar zijn gebouwd.
In den loop van den dag was het moge-
lijk een overzicht te krijgen van de mate-
rieele schade.
De zes afgeworpen bommen zijn neerge
komen in de dichtbevolkte woonwijk in het
Westeinde. In een verren omtrek zijn de
gevolgen merkbaar. Van vele winkels en
woonhuizen in de omgeving zijn de ruiten
vernield en is groote schade toegebracht
aan winkeiinventarissen en meubilair.
In het hofje „Vredebest" aan het West
einde, ongeveer ter hoogte van de War-
moezierstraat, kwam een voltreffer op no.
47 welk huis zeer zwaar is beschadigd. In
dit huis zijn ook dooden te betreuren. De
voorgevel is geheel weggeslagen, evenals
het plafond' en het dak. De huizen no. 46
en 48, hebben eveneens zware schade op
geloopen, evenals de tegenoverliggende
huizen, die een triest beeld van ver
woesting opleveren. In het vrij groote
hofje is vrijwel geen enkele ruit heel ge
bleven, terwijl de gevels van de huizen
duidelijk de sporen dragen van de scherf-
werking. Vele bewoners waren bezig hun
inboedel uit de onbewoonbaar geworden
huizen te halen, teneinde ergens anders
.onderdaktekunnen vinden.
Ook in het hofje naast het „Vredebest"-
hofje is de schade groot. Geen ruit is hier
heel gebleven, terwijl hét perceel West
einde 273 zware schade heef: opgeloopen.
Vermoedelijk door den luchtdruk is van
dit huis de voorgevel weggeslagen.
In het Westeinde is een om neergeko
men voor het perceel no. 188, waar een
gat in de straat werd geslagen. Ook hier
hetzelfde beeld van verwoesting, gebroken
ruiten, vernielde of beschadigde gevels,
enz. Hierbij is ook schade toegebracht aan
het r. k. ziekenhuis, waarvan het zuster
huis had: te lijden. Vele ruiten zijn hier ver
nield, terwijl de gevel scherfschade kreeg.
Een andere bom is terechtgekomen in
het Kortenbosch, waar een caféhouder
werd gedood, en aanzienlijke schade werd
veroorzaakt.
Met kracht wordt het opruimingswerk
thans voortgezet. Tientallen personen zijn
bezig met het inzetten van nieuwe ruiten,
opruimen van puin, enz., terwijl de be
woners, zoo goed en kwaad als het gaat,
orde scheppen in hun ontredderde huizen.
Een strenge afzetting door de politie zorgt
er voor, dat het in groote getale opgeko
men publiek dezen arbeid niet kan hinde
ren.
De gedooden, nl. zeven mannen en één
vrouw zijn W. F. van der Kroft, 32 jaar,
uit de Kaapstraat 103 L. A. M. Staalek-
ker, 22 jaar, Krayenhofstraat 55K. S.
van Druten, 52 jaar, Warmoezierstraat 24;
H. H. Walther, 62 jaar, Westeinde 247 (hof
je Vredebest) W. van Dijk, 12 jaar,
Westeinde 247 (hofje „Vredebest") G. H.
v. d. Kolk, 1 jaar, Westeinde 257 B. H.
v. d. Berg, 55 jaar, Kortenbosch 33 Rika
v. d. Burgh, 20 jaar, Viljoenstraat 41.
De 19 zwaar gewonden zijn F. Scholten,
Westeinde 247 (hofje „Vredebest") v. d.
Kroft, /2 j., Westeinde 257echtp. Teeuwis-
sen, Westeinde 249 G. Heeneman, Sirte-
mastraatde Wit, Westeinde 247 (hofje
„Vredebest" A. den Engelsen, Westeinde
247 (idem) zuster Kerkhoven, R. K. zie
kenhuis Westeinde G. Voorduin, Bleekers-
laan 4a Annie v. d. Molen, Newtoriplein
15 W. Kie'rik, Terheydenstraat 22 J.
Boers, 23 jaar, Chrispijnstraat 28 v. d.
Kroft, 26 jaar. Lange Lombardstraat 19
F. de Zwart, van Halewrjnplein 4, Voor
burg mej. N. Kaffa, Kortenbosch 60
Jacoba Molenpaard, Statenlaan 45mej.
A. R. van Dijk, geb. Walraven, Westeinde
247 (hofje „Vredebest"), allen opgenomen
in het R. K. ziekenhuis aan het Westeinde.
A. H. M. Simonis, 15 jaar, van Goghstraat
72 A. L. Wuhl, 30 jaar, Westerbaenstraat
79 J. P. Heigenaar, 24 jaar, N.W. Binnen
singel 3, die zijn opgenomen in het zieken
huis aan den Zuidwal.
Voorts zijn er nog verschillende personen
licht gewond, die echter na verbonden te
zijn, op eigen gelegenheid naar huis kon
den gaan.
ZWARE STORMEN IN
N OORD-AMERIKA.
Bijna geheel Noord Amerika is door
zware stormen en sneeuwjachten geteis
terd. Op sommige plaatsen heeft de storm
een buitengewone kracht gekregen. In
den midden Atlantischen sector zijn min
stens 15 personen door het noodweer om
het leven gekomen.
GEEN TIJDING,
GOEDE TIJDING.
Veel nieuws over onze marine
kan er niet zijn.
Neen, veel nieuws over onze Marine die
in Oost- en West-Indië of elders vertoeft, is
er niet. Kan er ook niet zijn, omdat alle
verbindingen tengevolge van den oorlogs
toestand verbroken zijn. Officieele berichten
brengen helaas niet anders dan mededee-
lingen over hen die gesneuveld zijn. Nimmer
was het spreekwoord „geen tijding, goede
tijding", dan ook van zooveel beteekenis
dan in den huidigen trjd.
Toch komen er in de pers en met de radio
nog wel berichten door, maar ze zijn veelal
vaag, onbetrouwbaar of weinig hartverhef
fend, aldus lezen wij in „Onze Marine".
Zoo verscheen er in een der groote Am-
sterdamsche dagbladen in Dec. '40 een me-
dedeeling over Hr. Ms. „Van Meerlant" die
te Lissabon geïnterneerd zou zijn en er
werd gevraagd, wie nadere inlichtingen dan
wel een correspondentie-adres kon opgeven
voor de familieleden der opvarenden.
„Een marinevrouw" wist nadere bijzon
derheden mede te deelen. Men moest naar
postboxnumme*- zooveel schrijven, het num
mer van een te Lissabon gevestigd kantoor,
dat de belangen van de Nederlanders'aldaar
wil behartigen.
Indien de opvarenden van Hr. Ms. „Van
Meerlant" inderdaad geïnterneerd waren,
zoo dachten wij, dan ligt het toch nog wel
op den weg van het comité „Onze Marine",
de marinemannen te Lissabon zoo nu en
dan pakjes te zenden voor zoover dit over
eenkomstig de internationale bepalingen
mogelijk is via het Roode Kruis. Na infor
matie bij de bevoegde instantie deelde het
Hoofdbestuur van het Roode Kruis ons
mede, dat van een intemeering van de op
varenden van Hr. Ms. „Van Meerlant" niets
bekend was. Een toen door ons ingesteld
onderzoek naar de bron van het bericht liep
op niets uit. Men wist er niets van en had
het van „hooren zeggen." t
Ruim een maand later verscheen in de
Nederlandsche pers een uit de „Deutsche
Zeitung in den Niederlanden" overgenomen
bericht, dat Hr. Ms. „Willem van der Zaan"
een Portugeesche haven was binnengeloo-
pen. Het schip nam brandstof, proviand en
water in en verliet denzelfden avond de
haven weer om een reis naar Kaapstad
voort te zetten.
Toen wij dit lazen dachten wij aan het
verhaal'van Hr. Ms. „Van Meerlant". Mis
schien zijn opvarenden in de gelegenheid
geweest van Portugal uit enkele regels naar
huis te schrgven of is op andere wijze eenig
bericht doorgekomen, waaruit het gerucht
zou kunnen zijn ontstaan van intemeering.
Men weet intusschen wat men van derge
lijke berichten denken moet. Officieel is er
niets bekend
In het bericht van de „Willem van der
Zaan" komt o.m. de mededeeling voor, dat
twee leden van de bemanning (matrozen
z.m. waarschijnlijk), van het schip over
boord sprongen „om zich aan den dienst
voor Engeland te onttrekken". Een van hen
werd toen hij te water liggende met de
schroef van het schip in aanraking kwam
gedood, de andere gelukte het naar land
te zwemmen en werd geïnterneerd.
Het heeft geen zin ons verder in dit ver
haal te verdiepen. We kennen de omstan
digheden niet die tot deze daad heeft ge
leid. Maar we moeten er toch op wijzen, dat
wij geen bewondering kunnen hebben voor
lieden die hun schip achterzeilen, hetgeen
in gewone omstandigheden voor eiken zee
man reeds desertie beteekent. Hoeveel te
meer dus in rijd van oorlog
In een Duitsche radio-uitzending heeft
men dit achterzeilen in een Nederlandsche
samenspraak trachten goed te praten. Men
sprak er zelfs van, dat de „Willem van der
Zaan" een „drijvende doodkist was", nota
bene een van onze grootste en modernste
mijnenleggers. De personen die in deze Ne
derlandsche samenspraak aan het woord
waren, zjjn beslist geen Duitsche militairen;
Nederlandsche arbeidsdienst.
KOSTWINNERSVERGOEDING.
Aan degenen, die op of na 1 Maart 1941
vrijwillig tot den arbeidsdienst toetraden,
wordt van rijkswege huisvesting, voeding
en kleeding verstrekt en daarboven nog
een zakgeld van 0.25 per dag.
Voorts wordt aan hen, die op 17 Fe
bruari 1941 gehuwd waren, toegekend een
vergoeding voor onderhoud van him ge
zin bedragende 3.per dag, eventueel
vermeerderd met 0.30 per dag voor
ieder wettig kind van hen of van hun echt-
genoote en voor ieder pleegkind, voor
zoover deze kinderen den leeftgd van 18
jaar nog niet hebben bereikt (gezinsver
goeding).
Om aanspraak te kunnen maken op det
gezins-vergoeding, moet de vrijwilliger zoo
spoedig mogelijk aan den commandant van
het kamp, waarbij hij is ingedeeld, over
leggen een door den burgemeester der ge
meente zijner inwoning afgegeven ver
klaring betreffende het gehuwd zijn en.
eventueel betreffende de kinderen bene
den den leftijd van 18 jaar.
Aan ongehuwde vrijwilligers, die op 17
Februari 1941 kostwinner waren, kan wor
den toegekend een vergoeding, gelijk aan
het bedrag, dat zij als kostwinner plach
ten af te dragen met een maximum van
3.per dag.
Als kostwinner wordt beschouwd hij, die
bijdraagt tot het noodzakelijke levenson
derhoud van: zijn bloed- en aanverwanten
in de rechte linie, zyn andere bloed- en
aanverwanten in den tweeden graad, zijn
pleegouders of degenen in wier onderhoud
hij ingevolge rechterlijk vonnis moet voor
zien.
Om aanspraak te kunnen maken op de
laatstbedoelde vergoeding, moet de vrij
williger zoo spoedig mogelijk overleggen
door den burgemeester der gemeente zijner
inwoning afgegeven bewijsstukken, waar
uit de toekenning der vergoeding kan wor
den beoordeeld.
Blanke vrouwen In Ned. Indlë
worden verplicht tot hulpdienst
United Press meldt uit Batavia:
Alle blanke vrouwen in Nederlandsch-
Indië, in den leeftijd van 1845 jaar, zijn
opgeroepen om zich voor het verrichten
van oorlogswerkzaamheden te laten regis-
treeren.
Zij moeten in samenwerking met het
Roode Kruis veldkeukens bestieren, en zich
als verpleegsters en kinderverzorgsters
laten opleiden. Met de opleiding zal be
gonnen worden zoodra de registratie ten
einde is.
VEERDIENST ENKHUIZEN—
STAVOREN HERVAT.
De veerdienst EnkhuizenStavoren, wel
ke was gestaakt, zal met ingang van he
den worden hervat.
die immers weten, dat „der alte Fritz"
nooit of te nimmer eenige desertie, onder
welke omstandigheden ook, zou probeeren
goed te praten.
Neen, veel nieuws over onze marine, die
in Oost- en West-Indië of elders vertoeft is
er niet. En wat er tot ons doordrong was
onbetrouwbaar en weinig hartverheffend.
We begrijpen volkomen, dat duizenden va
ders en moeders, echtgenooten en kinderen,
verdere familieleden en verloofden van onze
marinemannen hunkeren naar eenig bericht.
We weten ook, dat velen dapper het leed
der scheiding dragen al leeft de hoop zeer
sterk in aller harten, dat de oorlog spoedig
ten einde zal komen. Maar in de huidige
omstandigheden houden we het liefst het
spreekwoord voor oogen„geen tijding,
goede tg ding