NEDERLAND VOEDT ZICHZELF Het programma voor den „Productieslag 1941". Kroniek van den dag Duitsche luchtaanvallen. Duikbootoorlog baart Engeland zorgen. Tweede blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Donderdag 27 Febrauri 1941 „Rommelpotterij, rommelpotterij, geef me eene cent, dan ga ik voorbij". Met dit liedje trekt in deze dagen de Brabantsche jeugd met de ouderwetsche rommelpot langs de huizen. (Foto Het Zuiden) Amerika voor de keuze. In Washington zal binnenkort een be langrijke beslissing worden genomen. Na dat het Congres de leen- en pachtwet had aanvaard moesten de Senatoren zich over het voor en tegen beraden. Dat hierbjj zeer harde noten gekraakt zijn laat zich denken. We hebben reeds eerder een ka rakterschets gegeven van de Amerikaan- sche openbare meening. Zij is verdeeld, niet in dien zin, dat er verschil van op vatting bestaat over de vraag, of steun moet worden verleend aan Engeland, doch wel over de organisatie dier hulpverleening en over de mate, waarin zij aan Engeland zal worden verschaft Steun aan de Brit- sche oorlogvoering, dit staat in Amerika voorop, is geboden, want in den achter ons liggenden oorlogstijd is het besef ster ker geworden, dat Engeland het laatste bolwerk is voor de verdediging der begin selen welke ook in de Ver. Staten als leidinggevend zijn aanvaard. Het is echter wel duidelijk geworden, dat men zich met deze hulpverleening op een hellend vlak bevindt en in den Senaat heeft menigeen uitdrukking gegeven aan zjjn bezorgdheid, dat ook de nieuwe we reld er door in den oorlog zal worden meegesleept. En daartegen verzet zich ook de openbare meening in de nieuwe wereld Naar mate de beslissing in den Senaat naderbij komt, dringt zich ook de opvat ting op. dat Washington voor een beslis sende keuze wordt genlaatst, «en beslis sing tusschen oorlog of vrede. Velen, ook in den Senaat, hebben aan de leen- en pachtwet deze interpretatie gegeven, en tal van senatoren hebben zich in dezen geest uitgesproken. De Amerikaansche neutraliteit is in we zen getorpedeerd, reeds door het indienen van het wetsontwerp. Immers, daarmede heeft het Witte Huis partij gekozen, de Duitsch-Italiaansche opvatting van de hand gewezen en zich geplaatst achter de Brit- sche oorlogsdaestelling. Zij is door het of- ficieele Washington aanvaard en daarmede is ook het neutraliteitsbeginsel over boordt geworpen. Nu heeft men wel geleerd, zich over weinig meer te verbazen, vooral wan neer het gaat over neutraliteit. Want dat is door de politieke en militaire ontwikke ling wel een uitermate vaag beorjr, gewor den. Neutraliteit is een verouderde opvat ting naar het schijnt en waar van de kleine landen geldt, dat zij hun hun neutraliteit slechts kunnen handhaven bij de gratie van de oorlogvoerenden, daar is de houding van de Vereenigde Staten, als groote mo gendheid ten deze geenszins zoo aanvecht baar. De Vereenigde Staten hebben van hun afwijzing der Duitsch-Italiaansche opvat tingen de loeische conse"uo"tie getrokk en uit de wijze, waarop men daar heeft gereageerd op de politieke verschuivingen in het Verre Oosten is wel gebleken, dat Washington het met de neutraliteit niet zoo nauw neemt. De toegenomen scanning' tusschen Janan en Amerika is er het ge volg van geweest. Dat is echter niet een aangelegenheid, waarbij alleen deze twee mogendheden betrokken zijn hier staat m«pi voor een aspect van het wereldcon flict. Het Witte Huis, zoo luidt de conclu sie, heeft zijn keuze reeds gedaan, een keuze, die onafhankelijk is van de beslis sing van den Senaat, welke die oerk moge zijn. Niet slechts voor wat betreft de ver houdingen in het Verre Oosten, maar op grond van den onderlingen samenhang ook ten aanzien van de Britsche oorlpgvoering. Tot deze conclusie komt men ook, wan neer men kennis neemt van het antwoord, dat Roosevelt heeft gegeven op vragen met betrekking tot de verklaringen van Janan sche zijde over de Oceanische levens ruimte. RooSevelt heeft verklaard, niet te begrij pen, wat Matsoeoka met Ocean-ë bedoelde. Het is hem «en te vaag omlijnd begrip, al zal men ook in Washington wel hebben gesnapt, dat Oceanië en de levensruimte, welke Japan in dit gebied voor rich op- eischt. zeer dicht raakt aan de Amerikaan sche belangen en deze bovendien door kruist. Het antwoord van Roosevelt was wel zeer diplomatiek gesteld, maar u afwfjzing van de Japansche opvattingen viel er toch wel uit te distilleèren. Daar door schijnt de Amerikaansche politiek na der te kunnen worden omlijnd. Doch van grooter beteeknis kan geacht worden Roo sevelt's antwoord oo de vraag, of Winant, de opvolger van Kennedy in Londen, ook een program van vredesdoelstellingen me- deneemt naar "Europa. De president ant woordde, dat het geen zin heeft, vredes doelstellingen te redigeeren, voordat de oorlog gewon nenis. Een sterker uitspraak ten gunste van de Britsche oorlogsvoering werd zelfs uit de Vereenigde Staten niet vernomen. Nu moet men weliswaar de uitspraken van Roosevelt met een korreltje zout nemen, deze uitspraak verraadt toch een menta liteit, die ongeacht de beslissingen van den Senaat, de Vereenigde Staten onvoorwaar delijk plaatst aan de zijde van Engeland. Roosevelt heeft deze woorden gesproken, na den terugkeer van Wendell Willkie uit Engeland. Spreekt hieruit een bepaalde overtui ging, welke Willkie, voorgelicht door de heeren van het Britsche propaganda-mi- nisterie, aan den president heeft overge dragen, anderzijds rijst de vraag, of de Vereenigde Staten In staat zullen zjjn, En geland in die mate bijstand te verleenen, dat de juistheid dezer overtuiging „vre desdoelstellingen, wanneer de oorlog ge wonnen is", kan worden aangetoond. Het antwoord is eigenlijk reeds gekomen uit Rome en München. Mussolini en Hitier hebben op ondubbelzinnige wijze uitdruk king gegeven aan hun overtuiging dat En geland op zijn laatste beenen loopt. Amerika staat voor de keuze, maar in den Senaat hebben sommige sprekers ge waarschuwd voor het drijven van finan cieel geïnteresseerden, die slechts aan de zen oorlog willen verdienen. Maar hoe dit ook zij één ding is wel zeker, dat de VereenigdeStaten zich op een gevaarlijke helling hebben begeven, nu de neutraliteit in beginsel over boord is gezet Een oproep van het N.A.F. Het Nederlandsche Agrarisch Front heeft een grootscjaeepsche actie ingezet, waarbij de boeren worden aangemoedigd in 1941 een zoo groot mogelijke productie, in de eerste plaats voor het eigen volk te leveren. Nu Jen invoer van overzee, zooals wij die voor den oorlog kenden, is afgesloten, moet, aldus het N.A.F., alles in het werk worden gesteld om met eigen middelen in de behoeften van de Nederlandsche bevol king te voorzien. Het streven is erop ge richt de boeren tot het besef te brengen, dat het hun sociale taak is, alle krachten voor een zoo groot mogelijke productie in te spannen. Onder het motto „Nederland voedt zich zelf" wil men dit jaar een productieslag leveren, waarbij „slag" moet worden opge vat als „strijd", in de beteekenis van een eensgezind streven om door gelijk gerichte inspanning van alle krachten een over- winning te behalen, zoodat bewezen kan worden, dat Nederland voor zijn voedsel voorziening te allen tijde voldoende bron nen en productiemiddelen bezit Het programma van dezen productieslag 1941 wordt als volgt zeer in het kort weer gegeven: 1. Bebouwen van allen daarvoor geschik- ten grond met broodgraan en aardappelen. 2. De grootst mogelijke zorg voor de weiden: tijdig en voldoende bemesten, re gelmatig en vaak omweiden, tijdig hooien, ensilage. 3. Zoo hoog mogelijk opvoeren van den verbouw van stoppelgewassen. 4. Uiterste zórg voor teelt, voeding en verpleging van onze land bouw-huisdieren, teneinde de productie van dierlijke eiwit ten en vetten zoo hoog mogelijk op te voe ren. REDE VAN OUD-MINISTER POSTHUMA. In de dagex. sche persconferentie van het rijkscommissariaat heeft dr. F. E. Posthuma, oud-minister van landbouw, nij verheid en handel gisteren een rede in verband met bovengenoemden productie slag gehouden waaraan het volgende wordt ontleend: M\j is gevraagd r.aar aanleiding van een artikel van Staatssekret&r Herbert Backe over Europa's Ernèlhrung, over een „Er- zeugungsschlacht", bekeken uit een Ne- derlandsch gezichtspunt, mijn meening te zeggen. Waardoor, aldus spr., is Duitschland In den herfst van 1934 gekomen tot den op roep: Breng meer voort en verbruik het voortgebrachte zuiniger? Tot dezen oproep kwam Duitschland op grond van. overwegingen, liggende op het terrein" van de buitenlandsche politiek, de verdediging van het land en de econo mische politiek. Waarom kwam Duitschland tot dien oproep? De reden was te zoeken in de ervaringen door Duitschland op het gebied van de levensmiddelenvoorziening in den wereld oorlog opgedaan. Wilde het land zich kunnen verdedigen, dan moest het zelf zooveel mogelijk voed sel opbrengen. Een bijkomende zaak was ook de deviezen-kwestie. Naarmate men zelf meer voortbracht, behoefde men min der in te voeren, bleven meer deviezen be schikbaar voor den invoer van grond stoffen. Met begrjjpeljjken trots wjjst Staatssekre tar Backe er op, dat de in den tegen- woordigen -oorlog voor Duitschland zelf verkregen resultaten wel bewijzen hoe juist het was in 1934 tot een Erzeugungs- schlacht op-te wekken. De levensmiddelenvoorziening in de bezette gebieden. Wjj komen nu tot de "raag: hoe staat het met de levensmiddelenvoorriening der bezette gebieden? Hiervan zegt Staatssekretar Backe Duitschland kan er niet aan d mken zjjn eigen behoeften in gevaar te brengen door leveringen aan landen, die door eigen schuld voor Engeland zjjn gaan vechten, maar, voegt Staatssekretër Backe hier aan toe, het schaars worden van de levens middelen ui deze xanden overdrijft men. Van 1916-1920 heeft men in Duitschland zich tevreden moeten stellen met rantsoe nen, die de helft en nog kleiner waren dan de kleinste rantsoenen thans zijn in de bezette gebiedén en moest toen nog twee en een half jaa oorlog voeren. En tenslotte, aldus Staatssekretar Backe, be hoeven deze landen, door de blokkade van levensmiddelentoevoeren, niet te verhonge ren als het produceeren van levensmidde len op goede wijze bevorderd, georganiseerd en geleid wordt. Om deze kwestie goed te kunnen be- oordeelen mogen wij ons, ook hier in Ne derland, wel eens goed afvragen, of het bij de door de Engelsche blokkade getroffen landen wel alleen gaat om het overwinnen van door den ooilog veroorzaakte moeilijk heden. Hievan zegt Staatssekretar Backe: Door den oorlog is voor deze .anden slechts een probleem acuut geworden, dat toch in den loop der tijden onafwijsbaar op hen losgekomen zou zijn en hen tot een omzetting van het bedrijf gedwongen zou hebben. Bij het begin van de „Erzcugungsschlacht", aldus Staatssekretar Backe, gingen wij er van uit, dat de liberale opvattingen van den wereldhandel ten einde waren. Dit feit zal in toenemende mate de economi sche politiek van alle Europeesche landen beslissend bepalen. Al deze landen zullen op dit gebied Duitschland en Italië moeten volgen, hetgeen vóór alles beteekent, dat alle landen in Europa een vermeerdering hunner landbouwproductie zullen moeten nastreven. Men mag daarom de positié van de levensmiddelenvoorziening van Europa niet zien uit het gezichtspunt van den oorlog en de poging van Engeland om Europa te laten verhongeren, doch moet steeds in het oog houden, lat. er sedert den wereldoorlog een principleele verandering is gekomen in de totale wereldeconomie. Dit te erkennen is daarom van belang, omdat het de voorwaarde is voor het juist nemen van alle maatregelen, die thans, ge dwongen door den oorlog, in veel sneller tempo geno nen mor en worden, als zonder den oorlog noodig zou zijn geweest. Het gaat niet om tjjdeljjk oorlogs maatregelen, maar om een principleele ver andering in de methoden van het verleden en een gedwongen verandering van de structuur. Naarmate het aantal volken, dat zich op deze houding instelt, grooter is, be staat voor den landbouw in Europa oe mogelijkheid om weder terug te winnen wat in de verloopen tientallen jaren van liberale-economische ontwikkeling verloren, ging. De technische mogelijkheid. Daarom gaat Staatssekretar Backe op de technische mogelijkheid in. Hij vertelt ons dan, dat het vaste land van Europa 48 millioen tonnen tarwe verbruikt en dat hiervan 46 millioen tonnen geacht kunnen worden op het vaste land van Europa zonder Rusland en zonder de onlangs tot Rusland teruggekeerde gebieden voort gebracht te worden. Van rogge brengt Europa zelf 22 mil lioen tonnen voort en is het Invoerover- schot slechts 0,4 millioen tonnen. De verzorging van. broodgraan is dus bij een kleine vermeerdering der productie in Europa mogelijk. Volgens Staatssekretar Backe kan Frankrijk, waar 5 6 millioen h.a_ land braak ligt, zeker voor de aan vulling van de tarwe zorgen. Voor haver en gerst bestaat evenmin zorg. Bij mais en den uit de oliehoudende za den vervaardigden veekoek ligt de zaak iets anders. Bij mais is behoefte aan 23 millioen ton en wordt 19 millioen ton voortgebracht. Wat den voedergraanbalans betreft liggen de getallen aldus: er is be hoefte aan 63 millioen ton tegen een pro ductie van 56 millioen ton, hier ligt het probleem, waarbij dan nog de behoefte aan toevoer van veekoek uit oliehoudende zaden komt. Nu gaat van die ingevoerde voedermid delen weder een deel er uit, omgezet in dierlijke producten en zuivelproducten n.1. naar Engeland. De Erzeugungsschlacht in Duitschland heeft intusschen wel bewezen, dat het geen onmogelijk probleem is om het gat, dat nog bij de voedermiddelenvoorriening be staat, op te vullen. Ook de voorziening van het vaste land van Europa met suiker en aardappelen is geen noemenswaard probleem. Op het gebied van het vetvraagstuk moet echter ernstig aangepakt worden, zal de voorziening van de volken van Europa met vet zoodanig kunnen zijn als deze. volken tot nu toe verbruikten. Het vet- probleem, dit heeft de Erzeugungsschlacht wel geleerd, is in hoofdzaak een voederpro bleem. Er moet dus gestreefd worden naar een vermeerdering van de productie van voedermiddelen. Tenslotte beziet Staatssekretar Backe Denemarken en Nederland. Hiervan zegt hij, dat een verandering in de structuur moet plaats vinden. Door uitbreiding van den verbouw van hakvruchten moet de afhankelijkheid van voederinvoer uit het buitenland belangrijk verminderd worden. De hooge trap, waarop de intensieve cul tuur in deze landen staat en de gunstige natuurlijke voorwaarden zullen het ge makkelijk maken de verandering in het be drijf hier te voltrekken, vooral omdat de" afsnijding van de wereldmarkt in deze richting dwingt en bovendien de hoeveel heid vee het beschikbaar voedsel te boven gaat. In Europa als één geheel beschouwd, zullen deze landen hun structuur als ver- edelings landen moeten behouden. Er moet meer geproduceerd worden. Als voor ongeveer acht jaar was be grepen, dat het toen reeds tijd was om de productie van eigen bodem te bevor deren en niet te belemmeren, wat zouden er vele dingen dan anders uitzien. Wij in Nederland hadden in 1914—1918 toch genoeg ervaring opgedaan om te we ten hoe afhankelijk het landbouwbedrijf hier te lande van buitenlandsche invoeren was. Het schijnt ook thans nog niet tot de Nederlanders door te dringen dat wij in bezet gebied leven en dat wij ons dus hebben te schikken. Wij hebben niet kun nen verwachten, dat wij het even goed zouden hebben als wij het hadden en wij mogen niet verwachten, dat wij het beter zullen hebben dan de bewoners van het land van den bezetter. Wij willen allen gaarne wat meer te eten hebben, welnu dan moet er meer geproduceerd worden. Dit is voor mij voor het heden reeds een afdoende reden, doch nu de toekomst Slechts hijY die niet blind is, moet nu toch wel kunnen vaststellen, dat wij na den oorlog in een andere wereld zullen leven en dat de veranderingen dan reeds zijn aangevangen. Nu Duitschland en Italië en wij mogen wel aannemen het grootste deel der Bal- kanstaten zich allen aan een bepaalde veelal geleide economie hebben gebonden, zit er voor Nederland niets anders op en voor de andere landen van het vaste land van Europa evenmin, of wij en zij zullen ons daarnaar hebban te richten. Wij kunnen dat naar mijn overtuiging te gemakkelijker doen, omdat het in wer kelijkheid een verkeerd iets was: onze landbouwbedrijven in speculatieve indus- triebedrjjven om te zetten. Wjj kochten (importeerden) veevoeder en als dan de aanschaffing van de grond stoffen plus die van onze kuikens, big gen en kalveren minder kostte dan de verkregen producten: eieren en kippen, varkens, melk en vee opbrachten da meenden wij, dat het in den landbouw gek ging, doch in werkelijkheid konden wij niet anders zeggen, dan dat de speculatie goec. gelukt was. Wij moeten weder uitgaan van onzen eigen bodem. Daaruit aan voed'ng voor VLIEGVELDEN IN ENGELAND EN OP MALTA BESTOOKT. "Uit Berlijn meldt het D.N.B. Een bijzon der doeltreffenden aanval hebben Duitsche gevechtsvliegtuigen Dinsdag tegen den avond op het vliegveld Lympne onderno men. Toen de Duitsche vliegers het vlieg veld naderden, startten daar juist Britsche jagers om den aanval af te weren. Deson danks hebben de Duitsche vliegers him aanval volgens het plan uitgevoerd en groote schade aangericht. Verscheidene werkplaatsen en vliegtulghangars werden getroffen en een reusachtige brand veroor zaakt. Een Duitsch vliegtuig heeft voorts in den nacht van 25 op 26 Februari boven het vliegveld Waddington in Midden-Enge- land een Britsch vliegtuig van het type Vickers-Wellington bij het landen verrast Het Engelsche vliegtuig geraakte als ge volg van het plotselinge vuren van alle boordwapens van het Duitsche toestel in een vrille, het Vickers-Wellington toestel ging over den kop en sloeg op den grond te pletter, waarbjj groote steekvlammen omhoogschoten. Enkele oogenblikken later ontdekten de Duitsche vliegers met ver van deze plek nog een ander Britsch ge vechtsvliegtuig, dat op ongeveer 150 me ter hoogte zjjn landingsgestel liet zakken en wilde gaan landen. De Duitsche piloot trok onmiddellijk rijn machine omhoog en ging tot den aanval op den nieuwen vijand over. Dit vliegtuig spatte midden in - de lucht als gevolg van de Duitsche salvo's uit elkaar. - N6ar hét D.N.B. verder verneemt heb ben Duitsche gevechtsvliegtuigen en duik bommenwerpers Woensdagmiddag onder bescherming van Duitsche en Italiaansche jachtvliegtuigen het vliegveld Luca op Malta met groot succes aangevallen. Tien op den grond staande Britsche vlieg tuigen verbrandden. In luchtgevechten werden vier Britsche jachtvliegtuigen neer geschoten. De Duitsche aanval richtte ook in de gebouwen van het vliegveld groote schade aan. Een hangar stond reeds na den eersten aanval in brand. Andere aanvallen waren gericht op de barakken, die door de ontploffing van talrijke bommen verwoest w-rden en spoedig in lichte laaie stonden. Ook de startbaan werd zwaar beschadigd en door een groot aantal machtige bom- kraters onbruikbaar gemaakt. VANNACHT TWEE STEDEN AANGEVALLEN. Duitsche formaties van het luchtwapen hebben, naar het D.N.B. verneemt, in den nacht van 26 op 27 Februari in twee ste den in het Zuidwesten van Engeland met goed gevolg aanvallen op voor den oorlog belangrijke doelen ondernomen. Groote en kleine branden, benevens ontploffingen werden waargenomen. DE STRIJD TEGEN DE KOOPVAARDIJ. Uit Berljjn meldt het D.N.B.: Van een boven den Atlantischen Oceaan ten Wes ten van Ierland opereerend Duitsch ge vechtsvliegtuig met grooten actieradius is per radio bericht ontvangen, dat het een schip van 8000 brt. op weg naar Engeland tot zinken gebracht en een anderen koop vaarder van 6000 brt. zwaar beschadigd heeft. Aan den ingang van het Bristol-kanaal, ten Zuiden van Pembroke, viel een Duitsch gewapend verkenningsvliegtuig een boot van 2000 brt aan en beschadigde haar der mate, dat zjj na korten tjjd zonk. In het Westelijk gedeelte van de Mid- derlandsche Zee heeft, naar thans aan het D.N.B. gemeld wordt, een Duitsch ge vechtsvliegtuig Dinsdag een koopvaardij, schip van 5000 brt aangevallen. Na het neerwerpen der bommen ontstond een ge weldige ontploffing. Het schip zonk onmid dellijk, waarbij het geheel in vuur en rook gehuld was. mensch en dier halen, wat er maar uit gehaald kan worden en dan bjj de voedsel opbrengst voor de dieren onze kippen, varkens en veestapel aanpassen. Er zal bijzondere aandacht geschonken worden aan de verhooging van de aardap pelproductie, de verhooging van het voort brengen van graan en een doeltreffender weidecultuur, in verband de conserveering van het gras. De oplossing van het vetvraagstuk bren gen wjj daardoor een belangrijke schrede cider. Onze opbrengsten van tarwe, gerst en (consumptie-) aardappelen kunnen zich niet de Duitsche opbrengst meten. Natuurljjk spelen ook bij ccn productie slag prjjzen en bjjkomende omstandigheden een rol, doch zoo eindigde dr. Posthuma, ik heb goede hoop, dat in dezen de •icodige steun zal worden verleend. Toenemende critlek op het beleid van minister Cross. De Londensche correspond int van het Spaansche bl^d „A.B.C." schrijft naar het D.N.B. meldt, dat de aankondiging van Hitier van het begin van den duikboot oorlog in de Londensche pers den groot sten weerklank gevonden heeft De Daily Mail maakt van de gelegenheid gebruik om een campagne te beginnen tegen de „verwarring in het technisch bestuurs apparaat" van het ministerie van handel. Het blad schrijft: „Wjj hebben veel meer schepen noodig, die in serie vervaardigd worden. De aanwezige sch iepsruimte moet niet alleen ten volle benut worden, doch zjj moet ook op de juiste wjjze ver deeld en behéerd worden. Er moet een nieuwe energieke en met de materie ver trouwd minister benoemd worden; die te vens deel uitmaakt van het oorlogs kabinet". De correspondent verklaart, dat de pers campagne van de Daily Mali lederen dag belangrijker wordt, want bovendien is er nog het dringende vraagstuk van het bin- nenlandsch vervoers- en verkeerswezen, dat nog steeds op een oplossing wacht. Er is een gebrek aan goederenwagons om de steenkoolreserves naar de Industrie te kunnen vervoeren. Nog veel minder kun nen de bestellingen der bevolking tenuit- voer worden gelegd. De Financial News legt er bjjzonder den nadruk op, dat alleen In Yorkshire een millioen ton steenkool op vervoer en dis tributie onder de verbruikers ligt te wach ten. Een nieuw vraagstuk is bovendien, zoo gaat A.B.'"". v?rder, de. invoer van goede ren en levensmiddelen en de echtvaardige verdeeling rnervan, die door een coördina tie var de verschillende ministeries ge waarborgd zou worden doch waarschijnlijk door den aangekondigden duikbootoorlog volkomen in de war zal loopen. CRITIEK OP MINISTER CROSS. Groot-Brittannië siddert voor den duik- bootoórlog, meldt Dagens Nyheter in een eigen bericht uit Londen. De toenemende klachten over het onver tandige en ondoel matige gebruik van de Britsche koopvaar dijvloot hebben de laatste weken de po litieke positie van den Britschen minister voor de scheepvaart, Ronald Cross, aan zienlijk slechter gemaakt. Steeds meer cri tici verklaren, dat het beleid van het Britsche ministerie van scheepvaart vol komen ondoeltreffend is en dat de samen werking tusschen dit departement en de admiraliteit veel te wenschen overlaat. Stefani meldt uit Bern: De wereld verkeert in afwachting van het komende voorjaar, waarin men onge- - tv"feld groote militaire en politieke ge beurtenissen zal beleven. In - mationale militaire kringen meent men, dat de oor log beheerscht zal worden door de volgende feiten van kapitale betekenis: 1. Een strjjd In snelheid en macht tusschen de as en Engeland, waarbjj legermachten over 4 de wereld ver plaatst zullen worden, die tot taak hebben de organisatie van den tegen stander te breken. 2. Een strjjd in snelheio en macht tusschen de Engelsche vloot en de luchtmacht van de asmogendheden. 3. E soijd in snelheid en macht tusschen de vervoercapaciteit ter zee van het Britsche rjjk en de vernié- tigingscapaciteit van de lucht-, vloot- en auikbootmacht van de asmogend heden. De overwinning hangt af 'an de supre matie van die drie factoren, waarbjj inter nationale militaire kringen aan de as een enorme macht toeschreven en geneigd zijn haar de overwinning te voorspellen. DE REIS VAN HALIFAX NAAR AMERIKA. Uit Lissabon meldt Stefani: Uit zeer goede bron wordt de reden vernomen, waarom Hallfax' reis naar Amerika in het diepste geheim gemaakt werd. Aan boord van hetzelfde schJp bevonden zich n.l. ook de Koningin-moeder met haar kleinkinderen en de Britsche kroonschat BEVELHEBEER DER DUITSCHE MARINE IN BEZETTE GEBIED VERONGELUKT. Uit Berljjn meldt het D.N.B.: De be velhebber der marine In het bezette ge bied, vice-admiraal Lothar von Arnauld de La Periere, is op 24 Februari doode- lijk verongelukt De opperbevelhebber dei marine, groot-admiraal eder, heeft den overledene, die de orde „Pour Le Merite" droeg, herdacht.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5