NEDERLAND VOEDT ZICHZELF
Het programma voor den „Productieslag 1941".
Kroniek van den dag
Duitsche
luchtaanvallen.
Duikbootoorlog baart
Engeland zorgen.
Tweede blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Donderdag 27 Febrauri 1941
„Rommelpotterij, rommelpotterij, geef me eene cent, dan ga ik voorbij". Met dit
liedje trekt in deze dagen de Brabantsche jeugd met de ouderwetsche rommelpot
langs de huizen. (Foto Het Zuiden)
Amerika voor de keuze.
In Washington zal binnenkort een be
langrijke beslissing worden genomen. Na
dat het Congres de leen- en pachtwet had
aanvaard moesten de Senatoren zich over
het voor en tegen beraden. Dat hierbjj
zeer harde noten gekraakt zijn laat zich
denken. We hebben reeds eerder een ka
rakterschets gegeven van de Amerikaan-
sche openbare meening. Zij is verdeeld,
niet in dien zin, dat er verschil van op
vatting bestaat over de vraag, of steun
moet worden verleend aan Engeland, doch
wel over de organisatie dier hulpverleening
en over de mate, waarin zij aan Engeland
zal worden verschaft Steun aan de Brit-
sche oorlogvoering, dit staat in Amerika
voorop, is geboden, want in den achter
ons liggenden oorlogstijd is het besef ster
ker geworden, dat Engeland het laatste
bolwerk is voor de verdediging der begin
selen welke ook in de Ver. Staten als
leidinggevend zijn aanvaard.
Het is echter wel duidelijk geworden,
dat men zich met deze hulpverleening op
een hellend vlak bevindt en in den Senaat
heeft menigeen uitdrukking gegeven aan
zjjn bezorgdheid, dat ook de nieuwe we
reld er door in den oorlog zal worden
meegesleept. En daartegen verzet zich ook
de openbare meening in de nieuwe wereld
Naar mate de beslissing in den Senaat
naderbij komt, dringt zich ook de opvat
ting op. dat Washington voor een beslis
sende keuze wordt genlaatst, «en beslis
sing tusschen oorlog of vrede. Velen, ook
in den Senaat, hebben aan de leen- en
pachtwet deze interpretatie gegeven, en
tal van senatoren hebben zich in dezen
geest uitgesproken.
De Amerikaansche neutraliteit is in we
zen getorpedeerd, reeds door het indienen
van het wetsontwerp. Immers, daarmede
heeft het Witte Huis partij gekozen, de
Duitsch-Italiaansche opvatting van de hand
gewezen en zich geplaatst achter de Brit-
sche oorlogsdaestelling. Zij is door het of-
ficieele Washington aanvaard en daarmede
is ook het neutraliteitsbeginsel over boordt
geworpen. Nu heeft men wel geleerd, zich
over weinig meer te verbazen, vooral wan
neer het gaat over neutraliteit. Want dat
is door de politieke en militaire ontwikke
ling wel een uitermate vaag beorjr, gewor
den. Neutraliteit is een verouderde opvat
ting naar het schijnt en waar van de kleine
landen geldt, dat zij hun hun neutraliteit
slechts kunnen handhaven bij de gratie
van de oorlogvoerenden, daar is de houding
van de Vereenigde Staten, als groote mo
gendheid ten deze geenszins zoo aanvecht
baar.
De Vereenigde Staten hebben van hun
afwijzing der Duitsch-Italiaansche opvat
tingen de loeische conse"uo"tie getrokk
en uit de wijze, waarop men daar heeft
gereageerd op de politieke verschuivingen
in het Verre Oosten is wel gebleken, dat
Washington het met de neutraliteit niet
zoo nauw neemt. De toegenomen scanning'
tusschen Janan en Amerika is er het ge
volg van geweest. Dat is echter niet een
aangelegenheid, waarbij alleen deze twee
mogendheden betrokken zijn hier staat
m«pi voor een aspect van het wereldcon
flict. Het Witte Huis, zoo luidt de conclu
sie, heeft zijn keuze reeds gedaan, een
keuze, die onafhankelijk is van de beslis
sing van den Senaat, welke die oerk moge
zijn. Niet slechts voor wat betreft de ver
houdingen in het Verre Oosten, maar op
grond van den onderlingen samenhang ook
ten aanzien van de Britsche oorlpgvoering.
Tot deze conclusie komt men ook, wan
neer men kennis neemt van het antwoord,
dat Roosevelt heeft gegeven op vragen
met betrekking tot de verklaringen van
Janan sche zijde over de Oceanische levens
ruimte.
RooSevelt heeft verklaard, niet te begrij
pen, wat Matsoeoka met Ocean-ë bedoelde.
Het is hem «en te vaag omlijnd begrip, al
zal men ook in Washington wel hebben
gesnapt, dat Oceanië en de levensruimte,
welke Japan in dit gebied voor rich op-
eischt. zeer dicht raakt aan de Amerikaan
sche belangen en deze bovendien door
kruist. Het antwoord van Roosevelt was
wel zeer diplomatiek gesteld, maar u
afwfjzing van de Japansche opvattingen
viel er toch wel uit te distilleèren. Daar
door schijnt de Amerikaansche politiek na
der te kunnen worden omlijnd. Doch van
grooter beteeknis kan geacht worden Roo
sevelt's antwoord oo de vraag, of Winant,
de opvolger van Kennedy in Londen, ook
een program van vredesdoelstellingen me-
deneemt naar "Europa. De president ant
woordde, dat het geen zin heeft, vredes
doelstellingen te redigeeren, voordat
de oorlog gewon nenis.
Een sterker uitspraak ten gunste van de
Britsche oorlogsvoering werd zelfs uit de
Vereenigde Staten niet vernomen. Nu
moet men weliswaar de uitspraken van
Roosevelt met een korreltje zout nemen,
deze uitspraak verraadt toch een menta
liteit, die ongeacht de beslissingen van den
Senaat, de Vereenigde Staten onvoorwaar
delijk plaatst aan de zijde van Engeland.
Roosevelt heeft deze woorden gesproken,
na den terugkeer van Wendell Willkie uit
Engeland.
Spreekt hieruit een bepaalde overtui
ging, welke Willkie, voorgelicht door de
heeren van het Britsche propaganda-mi-
nisterie, aan den president heeft overge
dragen, anderzijds rijst de vraag, of de
Vereenigde Staten In staat zullen zjjn, En
geland in die mate bijstand te verleenen,
dat de juistheid dezer overtuiging „vre
desdoelstellingen, wanneer de oorlog ge
wonnen is", kan worden aangetoond.
Het antwoord is eigenlijk reeds gekomen
uit Rome en München. Mussolini en Hitier
hebben op ondubbelzinnige wijze uitdruk
king gegeven aan hun overtuiging dat En
geland op zijn laatste beenen loopt.
Amerika staat voor de keuze, maar in
den Senaat hebben sommige sprekers ge
waarschuwd voor het drijven van finan
cieel geïnteresseerden, die slechts aan de
zen oorlog willen verdienen.
Maar hoe dit ook zij één ding is wel
zeker, dat de VereenigdeStaten zich op
een gevaarlijke helling hebben begeven,
nu de neutraliteit in beginsel over boord
is gezet
Een oproep van het N.A.F.
Het Nederlandsche Agrarisch Front
heeft een grootscjaeepsche actie ingezet,
waarbij de boeren worden aangemoedigd
in 1941 een zoo groot mogelijke productie,
in de eerste plaats voor het eigen volk
te leveren.
Nu Jen invoer van overzee, zooals wij die
voor den oorlog kenden, is afgesloten,
moet, aldus het N.A.F., alles in het werk
worden gesteld om met eigen middelen in
de behoeften van de Nederlandsche bevol
king te voorzien. Het streven is erop ge
richt de boeren tot het besef te brengen,
dat het hun sociale taak is, alle krachten
voor een zoo groot mogelijke productie in
te spannen.
Onder het motto „Nederland voedt zich
zelf" wil men dit jaar een productieslag
leveren, waarbij „slag" moet worden opge
vat als „strijd", in de beteekenis van een
eensgezind streven om door gelijk gerichte
inspanning van alle krachten een over-
winning te behalen, zoodat bewezen kan
worden, dat Nederland voor zijn voedsel
voorziening te allen tijde voldoende bron
nen en productiemiddelen bezit
Het programma van dezen productieslag
1941 wordt als volgt zeer in het kort weer
gegeven:
1. Bebouwen van allen daarvoor geschik-
ten grond met broodgraan en aardappelen.
2. De grootst mogelijke zorg voor de
weiden: tijdig en voldoende bemesten, re
gelmatig en vaak omweiden, tijdig hooien,
ensilage.
3. Zoo hoog mogelijk opvoeren van den
verbouw van stoppelgewassen.
4. Uiterste zórg voor teelt, voeding en
verpleging van onze land bouw-huisdieren,
teneinde de productie van dierlijke eiwit
ten en vetten zoo hoog mogelijk op te voe
ren.
REDE VAN OUD-MINISTER
POSTHUMA.
In de dagex. sche persconferentie van
het rijkscommissariaat heeft dr. F. E.
Posthuma, oud-minister van landbouw, nij
verheid en handel gisteren een rede in
verband met bovengenoemden productie
slag gehouden waaraan het volgende
wordt ontleend:
M\j is gevraagd r.aar aanleiding van een
artikel van Staatssekret&r Herbert Backe
over Europa's Ernèlhrung, over een „Er-
zeugungsschlacht", bekeken uit een Ne-
derlandsch gezichtspunt, mijn meening te
zeggen.
Waardoor, aldus spr., is Duitschland In
den herfst van 1934 gekomen tot den op
roep: Breng meer voort en verbruik het
voortgebrachte zuiniger?
Tot dezen oproep kwam Duitschland op
grond van. overwegingen, liggende op het
terrein" van de buitenlandsche politiek,
de verdediging van het land en de econo
mische politiek.
Waarom kwam Duitschland tot dien
oproep?
De reden was te zoeken in de ervaringen
door Duitschland op het gebied van de
levensmiddelenvoorziening in den wereld
oorlog opgedaan.
Wilde het land zich kunnen verdedigen,
dan moest het zelf zooveel mogelijk voed
sel opbrengen. Een bijkomende zaak was
ook de deviezen-kwestie. Naarmate men
zelf meer voortbracht, behoefde men min
der in te voeren, bleven meer deviezen be
schikbaar voor den invoer van grond
stoffen.
Met begrjjpeljjken trots wjjst Staatssekre
tar Backe er op, dat de in den tegen-
woordigen -oorlog voor Duitschland zelf
verkregen resultaten wel bewijzen hoe
juist het was in 1934 tot een Erzeugungs-
schlacht op-te wekken.
De levensmiddelenvoorziening
in de bezette gebieden.
Wjj komen nu tot de "raag: hoe staat
het met de levensmiddelenvoorriening der
bezette gebieden?
Hiervan zegt Staatssekretar Backe
Duitschland kan er niet aan d mken zjjn
eigen behoeften in gevaar te brengen door
leveringen aan landen, die door eigen
schuld voor Engeland zjjn gaan vechten,
maar, voegt Staatssekretër Backe hier
aan toe, het schaars worden van de levens
middelen ui deze xanden overdrijft men.
Van 1916-1920 heeft men in Duitschland
zich tevreden moeten stellen met rantsoe
nen, die de helft en nog kleiner waren
dan de kleinste rantsoenen thans zijn in
de bezette gebiedén en moest toen nog
twee en een half jaa oorlog voeren. En
tenslotte, aldus Staatssekretar Backe, be
hoeven deze landen, door de blokkade van
levensmiddelentoevoeren, niet te verhonge
ren als het produceeren van levensmidde
len op goede wijze bevorderd, georganiseerd
en geleid wordt.
Om deze kwestie goed te kunnen be-
oordeelen mogen wij ons, ook hier in Ne
derland, wel eens goed afvragen, of het bij
de door de Engelsche blokkade getroffen
landen wel alleen gaat om het overwinnen
van door den ooilog veroorzaakte moeilijk
heden.
Hievan zegt Staatssekretar Backe:
Door den oorlog is voor deze .anden slechts
een probleem acuut geworden, dat toch
in den loop der tijden onafwijsbaar op
hen losgekomen zou zijn en hen tot een
omzetting van het bedrijf gedwongen zou
hebben.
Bij het begin van de „Erzcugungsschlacht",
aldus Staatssekretar Backe, gingen wij
er van uit, dat de liberale opvattingen van
den wereldhandel ten einde waren. Dit
feit zal in toenemende mate de economi
sche politiek van alle Europeesche landen
beslissend bepalen. Al deze landen zullen
op dit gebied Duitschland en Italië moeten
volgen, hetgeen vóór alles beteekent, dat
alle landen in Europa een vermeerdering
hunner landbouwproductie zullen moeten
nastreven. Men mag daarom de positié van
de levensmiddelenvoorziening van Europa
niet zien uit het gezichtspunt van den
oorlog en de poging van Engeland om
Europa te laten verhongeren, doch moet
steeds in het oog houden, lat. er sedert den
wereldoorlog een principleele verandering
is gekomen in de totale wereldeconomie.
Dit te erkennen is daarom van belang,
omdat het de voorwaarde is voor het juist
nemen van alle maatregelen, die thans, ge
dwongen door den oorlog, in veel sneller
tempo geno nen mor en worden, als zonder
den oorlog noodig zou zijn geweest.
Het gaat niet om tjjdeljjk oorlogs
maatregelen, maar om een principleele ver
andering in de methoden van het verleden
en een gedwongen verandering van de
structuur.
Naarmate het aantal volken, dat zich
op deze houding instelt, grooter is, be
staat voor den landbouw in Europa oe
mogelijkheid om weder terug te winnen
wat in de verloopen tientallen jaren van
liberale-economische ontwikkeling verloren,
ging.
De technische mogelijkheid.
Daarom gaat Staatssekretar Backe op
de technische mogelijkheid in. Hij vertelt
ons dan, dat het vaste land van Europa
48 millioen tonnen tarwe verbruikt en dat
hiervan 46 millioen tonnen geacht kunnen
worden op het vaste land van Europa
zonder Rusland en zonder de onlangs tot
Rusland teruggekeerde gebieden voort
gebracht te worden.
Van rogge brengt Europa zelf 22 mil
lioen tonnen voort en is het Invoerover-
schot slechts 0,4 millioen tonnen. De
verzorging van. broodgraan is dus bij een
kleine vermeerdering der productie in
Europa mogelijk. Volgens Staatssekretar
Backe kan Frankrijk, waar 5 6 millioen
h.a_ land braak ligt, zeker voor de aan
vulling van de tarwe zorgen. Voor haver
en gerst bestaat evenmin zorg.
Bij mais en den uit de oliehoudende za
den vervaardigden veekoek ligt de zaak
iets anders. Bij mais is behoefte aan 23
millioen ton en wordt 19 millioen ton
voortgebracht. Wat den voedergraanbalans
betreft liggen de getallen aldus: er is be
hoefte aan 63 millioen ton tegen een pro
ductie van 56 millioen ton, hier ligt het
probleem, waarbij dan nog de behoefte
aan toevoer van veekoek uit oliehoudende
zaden komt.
Nu gaat van die ingevoerde voedermid
delen weder een deel er uit, omgezet in
dierlijke producten en zuivelproducten n.1.
naar Engeland.
De Erzeugungsschlacht in Duitschland
heeft intusschen wel bewezen, dat het geen
onmogelijk probleem is om het gat, dat
nog bij de voedermiddelenvoorriening be
staat, op te vullen.
Ook de voorziening van het vaste land
van Europa met suiker en aardappelen is
geen noemenswaard probleem.
Op het gebied van het vetvraagstuk moet
echter ernstig aangepakt worden, zal de
voorziening van de volken van Europa
met vet zoodanig kunnen zijn als deze.
volken tot nu toe verbruikten. Het vet-
probleem, dit heeft de Erzeugungsschlacht
wel geleerd, is in hoofdzaak een voederpro
bleem. Er moet dus gestreefd worden naar
een vermeerdering van de productie van
voedermiddelen.
Tenslotte beziet Staatssekretar Backe
Denemarken en Nederland. Hiervan zegt
hij, dat een verandering in de structuur
moet plaats vinden. Door uitbreiding van
den verbouw van hakvruchten moet de
afhankelijkheid van voederinvoer uit het
buitenland belangrijk verminderd worden.
De hooge trap, waarop de intensieve cul
tuur in deze landen staat en de gunstige
natuurlijke voorwaarden zullen het ge
makkelijk maken de verandering in het be
drijf hier te voltrekken, vooral omdat de"
afsnijding van de wereldmarkt in deze
richting dwingt en bovendien de hoeveel
heid vee het beschikbaar voedsel te boven
gaat. In Europa als één geheel beschouwd,
zullen deze landen hun structuur als ver-
edelings landen moeten behouden.
Er moet meer geproduceerd worden.
Als voor ongeveer acht jaar was be
grepen, dat het toen reeds tijd was om
de productie van eigen bodem te bevor
deren en niet te belemmeren, wat zouden
er vele dingen dan anders uitzien.
Wij in Nederland hadden in 1914—1918
toch genoeg ervaring opgedaan om te we
ten hoe afhankelijk het landbouwbedrijf
hier te lande van buitenlandsche invoeren
was.
Het schijnt ook thans nog niet tot de
Nederlanders door te dringen dat wij in
bezet gebied leven en dat wij ons dus
hebben te schikken. Wij hebben niet kun
nen verwachten, dat wij het even goed
zouden hebben als wij het hadden en wij
mogen niet verwachten, dat wij het beter
zullen hebben dan de bewoners van het
land van den bezetter.
Wij willen allen gaarne wat meer te
eten hebben, welnu dan moet er meer
geproduceerd worden. Dit is voor mij voor
het heden reeds een afdoende reden, doch
nu de toekomst
Slechts hijY die niet blind is, moet nu
toch wel kunnen vaststellen, dat wij na den
oorlog in een andere wereld zullen leven
en dat de veranderingen dan reeds zijn
aangevangen.
Nu Duitschland en Italië en wij mogen
wel aannemen het grootste deel der Bal-
kanstaten zich allen aan een bepaalde
veelal geleide economie hebben gebonden,
zit er voor Nederland niets anders op en
voor de andere landen van het vaste land
van Europa evenmin, of wij en zij zullen
ons daarnaar hebban te richten.
Wij kunnen dat naar mijn overtuiging
te gemakkelijker doen, omdat het in wer
kelijkheid een verkeerd iets was: onze
landbouwbedrijven in speculatieve indus-
triebedrjjven om te zetten.
Wjj kochten (importeerden) veevoeder
en als dan de aanschaffing van de grond
stoffen plus die van onze kuikens, big
gen en kalveren minder kostte dan de
verkregen producten: eieren en kippen,
varkens, melk en vee opbrachten da
meenden wij, dat het in den landbouw gek
ging, doch in werkelijkheid konden wij niet
anders zeggen, dan dat de speculatie goec.
gelukt was.
Wij moeten weder uitgaan van onzen
eigen bodem. Daaruit aan voed'ng voor
VLIEGVELDEN IN ENGELAND EN OP
MALTA BESTOOKT.
"Uit Berlijn meldt het D.N.B. Een bijzon
der doeltreffenden aanval hebben Duitsche
gevechtsvliegtuigen Dinsdag tegen den
avond op het vliegveld Lympne onderno
men. Toen de Duitsche vliegers het vlieg
veld naderden, startten daar juist Britsche
jagers om den aanval af te weren. Deson
danks hebben de Duitsche vliegers him
aanval volgens het plan uitgevoerd en
groote schade aangericht. Verscheidene
werkplaatsen en vliegtulghangars werden
getroffen en een reusachtige brand veroor
zaakt.
Een Duitsch vliegtuig heeft voorts in
den nacht van 25 op 26 Februari boven
het vliegveld Waddington in Midden-Enge-
land een Britsch vliegtuig van het type
Vickers-Wellington bij het landen verrast
Het Engelsche vliegtuig geraakte als ge
volg van het plotselinge vuren van alle
boordwapens van het Duitsche toestel in
een vrille, het Vickers-Wellington toestel
ging over den kop en sloeg op den grond
te pletter, waarbjj groote steekvlammen
omhoogschoten. Enkele oogenblikken later
ontdekten de Duitsche vliegers met ver
van deze plek nog een ander Britsch ge
vechtsvliegtuig, dat op ongeveer 150 me
ter hoogte zjjn landingsgestel liet zakken
en wilde gaan landen. De Duitsche piloot
trok onmiddellijk rijn machine omhoog en
ging tot den aanval op den nieuwen vijand
over. Dit vliegtuig spatte midden in - de
lucht als gevolg van de Duitsche salvo's
uit elkaar.
- N6ar hét D.N.B. verder verneemt heb
ben Duitsche gevechtsvliegtuigen en duik
bommenwerpers Woensdagmiddag onder
bescherming van Duitsche en Italiaansche
jachtvliegtuigen het vliegveld Luca op
Malta met groot succes aangevallen.
Tien op den grond staande Britsche vlieg
tuigen verbrandden. In luchtgevechten
werden vier Britsche jachtvliegtuigen neer
geschoten. De Duitsche aanval richtte ook
in de gebouwen van het vliegveld groote
schade aan. Een hangar stond reeds na den
eersten aanval in brand. Andere aanvallen
waren gericht op de barakken, die door de
ontploffing van talrijke bommen verwoest
w-rden en spoedig in lichte laaie stonden.
Ook de startbaan werd zwaar beschadigd
en door een groot aantal machtige bom-
kraters onbruikbaar gemaakt.
VANNACHT TWEE STEDEN
AANGEVALLEN.
Duitsche formaties van het luchtwapen
hebben, naar het D.N.B. verneemt, in den
nacht van 26 op 27 Februari in twee ste
den in het Zuidwesten van Engeland met
goed gevolg aanvallen op voor den oorlog
belangrijke doelen ondernomen. Groote en
kleine branden, benevens ontploffingen
werden waargenomen.
DE STRIJD TEGEN DE KOOPVAARDIJ.
Uit Berljjn meldt het D.N.B.: Van een
boven den Atlantischen Oceaan ten Wes
ten van Ierland opereerend Duitsch ge
vechtsvliegtuig met grooten actieradius is
per radio bericht ontvangen, dat het een
schip van 8000 brt. op weg naar Engeland
tot zinken gebracht en een anderen koop
vaarder van 6000 brt. zwaar beschadigd
heeft.
Aan den ingang van het Bristol-kanaal,
ten Zuiden van Pembroke, viel een Duitsch
gewapend verkenningsvliegtuig een boot
van 2000 brt aan en beschadigde haar der
mate, dat zjj na korten tjjd zonk.
In het Westelijk gedeelte van de Mid-
derlandsche Zee heeft, naar thans aan het
D.N.B. gemeld wordt, een Duitsch ge
vechtsvliegtuig Dinsdag een koopvaardij,
schip van 5000 brt aangevallen. Na het
neerwerpen der bommen ontstond een ge
weldige ontploffing. Het schip zonk onmid
dellijk, waarbij het geheel in vuur en rook
gehuld was.
mensch en dier halen, wat er maar uit
gehaald kan worden en dan bjj de voedsel
opbrengst voor de dieren onze kippen,
varkens en veestapel aanpassen.
Er zal bijzondere aandacht geschonken
worden aan de verhooging van de aardap
pelproductie, de verhooging van het voort
brengen van graan en een doeltreffender
weidecultuur, in verband de conserveering
van het gras.
De oplossing van het vetvraagstuk bren
gen wjj daardoor een belangrijke schrede
cider. Onze opbrengsten van tarwe, gerst
en (consumptie-) aardappelen kunnen zich
niet de Duitsche opbrengst meten.
Natuurljjk spelen ook bij ccn productie
slag prjjzen en bjjkomende omstandigheden
een rol, doch zoo eindigde dr. Posthuma,
ik heb goede hoop, dat in dezen de
•icodige steun zal worden verleend.
Toenemende critlek op het beleid
van minister Cross.
De Londensche correspond int van het
Spaansche bl^d „A.B.C." schrijft naar het
D.N.B. meldt, dat de aankondiging van
Hitier van het begin van den duikboot
oorlog in de Londensche pers den groot
sten weerklank gevonden heeft De Daily
Mail maakt van de gelegenheid gebruik
om een campagne te beginnen tegen de
„verwarring in het technisch bestuurs
apparaat" van het ministerie van handel.
Het blad schrijft: „Wjj hebben veel meer
schepen noodig, die in serie vervaardigd
worden. De aanwezige sch iepsruimte moet
niet alleen ten volle benut worden, doch
zjj moet ook op de juiste wjjze ver
deeld en behéerd worden. Er moet een
nieuwe energieke en met de materie ver
trouwd minister benoemd worden; die te
vens deel uitmaakt van het oorlogs
kabinet".
De correspondent verklaart, dat de pers
campagne van de Daily Mali lederen dag
belangrijker wordt, want bovendien is er
nog het dringende vraagstuk van het bin-
nenlandsch vervoers- en verkeerswezen, dat
nog steeds op een oplossing wacht. Er is
een gebrek aan goederenwagons om de
steenkoolreserves naar de Industrie te
kunnen vervoeren. Nog veel minder kun
nen de bestellingen der bevolking tenuit-
voer worden gelegd.
De Financial News legt er bjjzonder den
nadruk op, dat alleen In Yorkshire een
millioen ton steenkool op vervoer en dis
tributie onder de verbruikers ligt te wach
ten. Een nieuw vraagstuk is bovendien, zoo
gaat A.B.'"". v?rder, de. invoer van goede
ren en levensmiddelen en de echtvaardige
verdeeling rnervan, die door een coördina
tie var de verschillende ministeries ge
waarborgd zou worden doch waarschijnlijk
door den aangekondigden duikbootoorlog
volkomen in de war zal loopen.
CRITIEK OP MINISTER CROSS.
Groot-Brittannië siddert voor den duik-
bootoórlog, meldt Dagens Nyheter in een
eigen bericht uit Londen. De toenemende
klachten over het onver tandige en ondoel
matige gebruik van de Britsche koopvaar
dijvloot hebben de laatste weken de po
litieke positie van den Britschen minister
voor de scheepvaart, Ronald Cross, aan
zienlijk slechter gemaakt. Steeds meer cri
tici verklaren, dat het beleid van het
Britsche ministerie van scheepvaart vol
komen ondoeltreffend is en dat de samen
werking tusschen dit departement en de
admiraliteit veel te wenschen overlaat.
Stefani meldt uit Bern:
De wereld verkeert in afwachting van
het komende voorjaar, waarin men onge-
- tv"feld groote militaire en politieke ge
beurtenissen zal beleven. In - mationale
militaire kringen meent men, dat de oor
log beheerscht zal worden door de volgende
feiten van kapitale betekenis:
1. Een strjjd In snelheid en macht
tusschen de as en Engeland, waarbjj
legermachten over 4 de wereld ver
plaatst zullen worden, die tot taak
hebben de organisatie van den tegen
stander te breken.
2. Een strjjd in snelheio en macht
tusschen de Engelsche vloot en de
luchtmacht van de asmogendheden.
3. E soijd in snelheid en macht
tusschen de vervoercapaciteit ter zee
van het Britsche rjjk en de vernié-
tigingscapaciteit van de lucht-, vloot-
en auikbootmacht van de asmogend
heden.
De overwinning hangt af 'an de supre
matie van die drie factoren, waarbjj inter
nationale militaire kringen aan de as een
enorme macht toeschreven en geneigd zijn
haar de overwinning te voorspellen.
DE REIS VAN HALIFAX NAAR
AMERIKA.
Uit Lissabon meldt Stefani: Uit zeer
goede bron wordt de reden vernomen,
waarom Hallfax' reis naar Amerika in
het diepste geheim gemaakt werd. Aan
boord van hetzelfde schJp bevonden zich
n.l. ook de Koningin-moeder met haar
kleinkinderen en de Britsche kroonschat
BEVELHEBEER DER DUITSCHE
MARINE IN BEZETTE GEBIED
VERONGELUKT.
Uit Berljjn meldt het D.N.B.: De be
velhebber der marine In het bezette ge
bied, vice-admiraal Lothar von Arnauld
de La Periere, is op 24 Februari doode-
lijk verongelukt De opperbevelhebber dei
marine, groot-admiraal eder, heeft den
overledene, die de orde „Pour Le Merite"
droeg, herdacht.