Rechtszaken Oorlog in de Afrikaansche woestijnen. Massale inzet van pantserwagens besliste. Arbeidsproblemen in de Sowjet-Unie. Algemeene mobilisatie der Sowjet-jeugd voor industrie en transporten. Kerk en school Radioprogramma Voor de Huisvrouw De oorlog ln of nabö de woestijnen van Noord-Afrika heeft de aandacht getrok ken, hoewel daar niet het terrein ligt, waar de beslissingen zullen vallen. Die aandacht richt zich dan voornamelijk op het feit, dat daar in Noord-Afrika ge streden werd over grootafstanden, waar alle natuurlijke hulpmiddelen ontbreken en omdat bij deze oorlogvoering totaal ge broken werd met vroegere opvattingen van krijgstactiek. Het merkwaardige was, dat daar in Afrika, evenals op de slagvel dén van Frankrijk en België, het gebruik van het pantserwapen besliste. In het stroomgebied van den Njjl ston den de legers van maarschalk Graziani en generaaal Wavell tegenover elkaar over frontlengten van 400 kilometer. Bij dezen veldtocht zijn, naar de be schrijving van den medewerker van het Hamburger Tageblatt, Wolfdieter Lan ger, de oude regels van oorlogvoering in de woestijn met haar vaststaande begin selen van „gescheiden oprukken om te kunnen leven" en „inzetten van -geïsoleer de afdeelingen op de buitenste linies, ver mijding van een inzet van massa's in het woestijngebied", over boord geworpen. In .strijd met de meestè tot dusver in Afrika opgedane ervaringen bewees het gebruik van een enkele, sterke, centrale colonne een succes te zijn, gelijk Graziani in het September-offensief tegen Sidi el Barrani, Wavell in het winter-offenslef tegen To- feroek aantoonde. Nadat het bij het September-offensief van Graziani tot het verslaan van de ze vende Engelsche pantserbrigade door Ita- liaansche bommenwerpers was gekomen, lieten zich stemmen hooren, die de ge- vechtswaarde van gepantserde eenheden in de woestijn in twijfel trokken. Massale inzet van pantser wagens. Deze stemmen zijn verstomd na den massalen inzet van Engelsche pantserwa gens, Light Tanks, Carrier Scouts, Morris, daar vooral bij de gevechten in 't gebied van Sida el BarraniBoegboegSollóem bleek, dat de ten minste 60 kilometer be dragende snelheid in de woestijn van de pantserwagens een geweldig voordeel te genover de niet gemotoriseerde eenheden met hun marschs::elheld van nauwelijks 6 kilometer opleverde. Daaruit valt te verklaren, dat na Bar- dia belangrijk grootere eenheden werden in het nauw gebracht. De tot dusver geldende meening, dat in de woestijn voornamelijk slechts lichte, voor gebruik in de woestijn gebouwde tanks te gebruiken waren, is eveneens weerlegd. Van Engelschen kant werd als speciaal wapen voor den veld tocht in Marmarica als blijkbaar nieuw type de zoowel door pantsering als wa pening bijzonder zware Morris gebruikt. In zijn gebruik moet de snelle val van Sidi el Barrani en Solloem worden gezocht, daar anders niet te verklaren zou zijn, dat mi litaire leiders met zoo bijzondere Afri kaansche ervaring als bijvoorbeeld gene raal Maletti versterkte stellingen slechts 24 uur konden houden. Van Italiaansche zijde kon men in deze fase van den veldtocht niets tegenover de zware Engelsche pantsers stellen, „daar tegenover deze over een uitgestrekt gebied concentrisch opereerende pantserwagens de pantserafweerwapens onzer divisies slechts weinig uitwerking konden berei- ER HEERSCHTE DROEFHEID IN HUIS Wanter lag een doode in bod. Het is een zéér bekend feit, dat er mo menteel een levendige handel wordt ge dreven in clandestien geslacht varkens- vleesch, waarbij prijzen van tusschen de twee en drie gulden voor een pondje var- kcnsvleesch geen zeldzaamheid zijn. Al is de contróle nog zoo scherp, toch zijn er nog boertjes te vinden, die in het vooruitzicht van een zoet winstje het er maar op wagen clandestien te slachten. En'hierbij gaan ze dikwijls zoo geheim zinnig te werk, dat zelfs die meest scherp zinnige kommies er door om den tuin wordt geleid. Zulks gebeurde ook in een dorpje nabij Den Bosch, waar het volgende voorval een kommies zelf vertelde het aan het Huisgezin heeft plaats gehad. Ver afgelegen van de kom van het dorp, bevonden zich twee boerderijen, die tegenover elkaar lagen. De eigenaar van de eene boerderij kon alles zien wat er gaande was op het erf van de andere boerderij en zoo zag hij op een dag, tot zijn groote schrik, twee wel bekende kömmiezen op het erf van zijn buurman, bezig met het nasnuffelen en nakijken van alles wat onder hun bereik lag. De schrik sloeg hem om 't hart, want hij zelf had dien morgen clandestien een varken geslacht Natuurlijk zouden de kommiezen ook bij hem komen en zouden ze het varken vinden. En dan 1 Met angst dacht hij er aan, wat er dan zou gaan gebeuren. Haastig zocht hij zijn vrouw en knechts op en werd er een soort krijgsraad gehou den. Er moest toch iets gevonden worden om de kommiezen om den tuin te leiden. Ten slotte fluisterde zijn vrouw hem iets in het oor. Toen werd het pas geslachte varken, dat nog op de leer hing, in een helder wit laken gewikkeld, en daarna in de bedstee gelegd. De gordijnen werden neergelaten en allen keken bedroefd en nog bedroefder keken ze, toen eenige minuten later de kommiezen, de boerderij binnentraden. De boerin huilde en riep maar steeds „Oh, m'n arme jongen". De kommiezen, die meenden dat ln de boerderij een doode te betreuren was, condoleerden de aanwezigen en trokken haastig af. Ze zouden op een anderen dag wel eens terugkomen. ken". (Graziani). De geschikte tegenmld- delen tegen de Engelsche tanks van 70 ton in den vorm van Stuka's of even zware pantserwagens waren niet aanwezig. De inzet van duikbommenwerpers zou boven dien door de stormen zijn bemoeilijkt. Wat de Italiaansche pantserwagens be treft, daarover schrijft de goedingelichte Cronache della Guerra van 1 Februari „Op den inzet van zware Engelsche pant serwagens van voornamelijk Amerikaan- schen oorsprong waren de Italianen niet voorbereid" en dit ook niet in verband met de transportmiddelen, om deze pant serwagens naar de plaats van bestemming te brengen. Dit laatste zou ten deele kun nen worden verklaard door de op ont scheping van dergelijke zware pantserwa gens niet toegeruste havenwerken van Bardia en Tobroek. Aan de hand van deze constateeringen blijkt, dat de Engelsche leiding het naar verhouding gemakkelijk had, daar zij bijna volkomen het terrein beheerschende pant- ser-afdeelingen steeds weer opnieuw liet oprukken en bij dat oprukken zelfs nog werkzame Italiaansche weerstandscentra voorloopig kon veronachtzamen. De eigenaardighid van het Noord-Afri- kaansche gevechtsterrein bracht mee dat deze Italiaansche weerstandscentra van Sidi el Barani via Bardia tot Tobroek, niettegenstaande alle offervaardigheid van de verdedigers den Engelschen opmarsch door den Dzjebel weliswaar vertraagden doch in beginsel niet konden verhinderen. Het Engelsche Nijlleger met de Royal Air Force zou met de verdedigers, on danks de pantserwagens toch wel moeilijk afgerekend hebben; de Australische storm-bataljons zouden vermoedelijk nu nog voor Bardia staan, als het den En gelschen niet gelukt was de zwaarste ar tillerie in te zetten, waarvan het transport door de woestijn van Egypte onmogelijk scheen. In feite heeft het zware kaliber van de 38.1 centimeter van de Engelsche Middellandsche Zeevloot Wavell de voor naamste zorg ontnomen. De door Gra- ziani's ingenieurs gebouwde bunkers en kazematten bewezen als bescherming te gen dit kaliber onvoldoende te zgn. Vol gens berichten van ooggetuigen braken de wanden van de bunkers van cement Van 1 meter doorsnede door het inslaan van een 38.1 cm granaat uiteen. De helden moed der Italiaansche kustbattergen bij Bardia, die van de steil oprijzende rotskust het vuurgevecht met de Engelsche oor logsschepen opnamen, hielp niets, als ge volg van de sterkere vuurkracht van het scheepsgeschut, dat geheele rotsbatterijen in elkaar deed storten en de verdedigers begroef. Daar als gevolg van de grootere getal sterkte van de Engelschen in de klasse linieschepen, zoowel als door dén verren afstand van de uitloophavèns van de Ita liaansche vloot de inzet van de Italiaan sche vloot vanzelf verboden was en ander zijds het Italiaansche duikbootwapen als gevolg van eigenaardigheid van de Noord- Afrikaansche kust ondiepten, stroomin gen en vooral 'n sterke doorzichtigheid van het water ter vermijding van de grootste verliezen in haar actie zeer was beperkt, moet in de actie van de Engel sche vloot in het kader van het offensief van Wavell een doorslaggevende factor worden gezien. Geref Kerk in H.V. Wjjlen mevrouw G. A. Mareusse-Vetten, laatstelijk woonachtig te Breda, heeft haar heele nalatenschap, met uitzondering van enkele legaten, vermaakt aan de Gerefor meerde Kerken in H.V. te Middelburg, Andyk en Harkema-Opeinde. DE HERVORMDE KERK OP WEG NAAR REORGANISATIE. Langen tijd is de Reorganisatie-beweging in de Hervormde kerk een zaak van vrij wel alleen predikanten geweest. In een artikel in het jongste nummer van „Her vormd Nederland" wijst ds. J. P. van Steenbergen er op, dat dit verandert. Sinds 10 Mei 1940 zijn niet de reglementen der Hervormde kerk gewijzigd, maar wel is anders geworden de geest, waarin geleefd en gewerkt wordt Hij is van oordeel, dat de kerk heden ten dage in een heel bjjzon- deren toestand verkeert. Zij is bezig zich te ontworstelen aan den geest van de reg lementen om 2ich te stellen onder de lei ding van den Heiligen Geest. Zij wordt thans geroepen werkzaam te zijn op veler lei levensgebieden, die in de Synodale bood schap worden genoemd. Het kan z.i. niet anders, of deze expansie moet de kerk steeds meer drijven tot een waarachtige concentratie, tot een voortgaande bezin ning op haar eigenlijke Goddelijke bood schap. Ds. van Steenbergen concludeert, dat de gemeente, die vrij onverschillig bleef staan tegenover alle vroegere pogin gen tot hervormingen, thans ook actief wordt. Dit bijkt uit trouwer kerkbezoek, uit beter gevolgde catechisaties, uit het algemeene verlangen vooral onder de jon geren, hun plaats in de kerk in te nemen. Als hinderpaal op dezen weg naar reorga nisatie ziet hij echter den richtingsstrijd. Hij acht het ten zeerste gewenscht, dat kerkeraden en kiescolleges minder gaan letten op richting of partij. En ze kwamen ook terug, maar dit maal om het varken inderdaad in beslag te nemen, want een knecht die te diep in het glaasje had gekeken, had in het dorpscafé zijn mond voorbij gepraat, waar na het verhaaltje ook ter oore van de kommiezen kwam, die er ditmaal wel voor zorgden, dat de buit hun niet ont glipte. KANTONGERECHT TE MIDDELBURG. Slappe melk. Voor «Jen kantonrechter had zich Woens dag te verantwoorden de directeur van de Koena melkfabriek te Vllssingen, T. V., omdat op 15 Januari in Middelburg waren aangetroffen 8 bussen, gevuld met melk van zijn fabriek, die, blijkens het onder zoek, ingesteld door den keuringsdienst van waren te Goes, te veel water bevatten. Verd. gaf dit feit toe, en zei, dat ln zfln fabriek een fout gemaakt is. Aanvankelijk was het hem niet duidelijk hoe de melk zoozeer verdund kwam, doch later is ge bleken, dat de ondermelk. die in verband met de standarisatie bij de volle melk moet worden gevoegd, niet aan de eischen heeft voldaan. Verd. zette uiteen, dat de centri fuge en de pasteurs steeds met water wor den nagespoeld. Hij vermoedde dat het in deze toestellen achtergebleven water door een fout van den centrifugist bij de onder- melk terecht is gekomen. Door een onge lukkig toeval is op deze wijze 25 30 liter water bij 250 300 liter ondermelk gevoegd. De kantonrechter vroeg hoe lang de man, die de centrifuge bedient, al in dienst is. Verd.„Ongeveer 15 jaar." De ambtenaar van het O.M. achtte het al zeer onwaarschijnlijk, dat iemand, die zoo vertrouwd is met zijn beroep, aan een verkeerde kraan zal «iraaien. De keurmeester van den keuringsdienst van waren, die de steekproeven heeft ge nomen, verklaarde, dat bij de Koena oer dag rond 3000 liter melk gestandariseerd wordt De partij, die hij in Middelburg niet aan de eischen bevond te voldoen, was 320 liter, en zij bevond zich in 8 bussen. Get vond het al zeer toevallig, dat juist alleen de naar Middelburg vervoerde, en dus door hem aangetroffen hoeveelheid te veel water zou hebben bevat. Verd. merkte op, dat dit heelemaal niet vreemd is, omdat de laatste ondermelk altijd wordt gebruikt voor de melk, voor Middelburg bestemd. Op een vraag van den kantonrechter ant woordde de keurmeester, dat zijn directeur de door verd. aangevoerde fout niet zeer aannemelijk acht. Hij zei verder, dat do Koena altijd uitnemend bekend heeft ge staan, en dat nooit afwijkingen zijn aange troffen. Verd. merkte op, dat hij de gemaakte fout zeer betreurde. Zijn bedrijf heeft zich juist altijd op goede kwaliteit toegelegd. De ambtenaar vond het vreemd, dat de gene, die in de fabriek de melk onderzoekt, niet heeft ontdekt dat zij zooveel water be vatte. Aan de hand van het rapport van den keuringsdienst berekende hij, dat aan de melk ook aanmerkelijk meer water was toegevoegd dan de 25 tot 30 liter, die vol gens verd. in de centrifuge en de pasteurs zou kunnen zijn achtergebleven. 14 tot 15 van de melk bestond uit water. De kantonrechter achtte het gewenscht In de fabriek de centrifuge te bezichtigen om na te kunnen gaan of hier inderdaad van een niet opzettelijke fout sprake kan zijn. Dit zal Vrijdag 28 Februari geschieden. In afwachting van de resultaten van dit bezoek' schorste hij de zitting. KANTONGERECHT MIDDELBURG. Ontslaan van werklieden. J. S., scheepsberger te Wemeldinge, stond terecht, verdacht van overtreding van de verordening betreffende het be perken van werk. Blijkens de dagvaarding heeft hg op 26 October W. Hooglander, en op 2 November A. Hooglander, N. J. Hooglander en F. v. d. Bergé, zonder dat op hen het betrek kelijke artikel uit het Burgerlijk Wetboek van toepassing was, ontslagen. Verd. deelde mede, dat de ontslagenen werkzaam waren btf het bergen van de „Borneo", hetgeen voor de Duitsche ma rine geschiedde. Voor het ontslag van W. Hooglander bestonden z.L dringende rede nen. Volgens verd. is Hooglander meerma len dronken geweest en heeft hjj zich lie derlijk gedragen. Hij is gewaarschuwd en toen dit niet hielp, volgde ontslag. Wat het ontslag van de drie andere arbeiders betreft, merkte verd. op, 'dat het werk, waarvoor zij waren aangenomen, was af- geloopen. Get. W. Hooglander verklaarde niet voor een bepaald werk of voor bepaalden tijd in dienst te zijn genomen. Toen hij bij verd. kwam, zei deze nog heel wat werk in het vooruitzicht te hebben. Get. ontkende dronkenschap of liederlijk gedrag. Het ontslag is hem gegeven toen hij des avonds in een café weigerde met verd. een biertje te drinken. Getuigen A. Hooglander, N. J. Hoog lander en F. v. d. Berge verklaarden niet voor bepaalden tjjd te zijn aangenomen. Zij zeiden W. Hooglander nooit onder in vloed van drank op het werk te hebben aangetroffen. De getuige décharge W. van Boven, voorman bij verd., zei, dat hij W. Hooog- lander tweemaal „onbekwaam" heeft ge zien. Hfl was in gezelschap van verd. toen deze Hooglander ontsloeg, doch heeft niet gehoord om welke reden hij werd ontsla gen. Het eerste ontslag heeft get. aan Hooglander, op bevel van verd., zelf over gebracht. Ten aanzien van de overige ont slagenen merkte get op dat dit geschiedde omdat het werk klaar was en zijn patroon deze menschen niet meer noodlg had. Get. a décharge P. Leendertse verklaar de dat hij gehoord heeft dat verd. W. Hooglander ontsloeg met de woorden „Je liederlijk gedrag kan ik niet langer hebben". De ontslagene heeft in het bij zijn van get en anderen zich liederlijk over hun kostjuffrouw uitgelaten. Deze was daar echter niet bg. De ambtenaar van het O.M. merkte op, dat bij het ontslag van W. Hooglander door verd. wel erg den nadruk wordt ge legd op drankgebruik. Spr. vond dit vreemd, want bij elk zee-bedrijf valt men :iu eenmaal niet direct over een glas bier. Uit niets blijkt dat Hooglander zich tijdens zijn werk aan drank te buiten ging. Spr. vond het verder vreemd, dat \*erd. precies gehandeld heeft zooals de wet voorschrijft, nL hem eerst een waarschu wing heeft toegediend wegens drankmis- Speciale correspondentie.) TL HELSINKI. In verband met het tekort aan geschoolde arbeidskrachten in de Sow jet-Unie zullen telkenjare ongeveer één millioen jongeren van beiderlei sekse, zoowel ln de steden als in de platte lands-districten tot reserve-vakarbei ders worden opgeleid. Mede ter be vordering van het vakonderwijs door uitbreiding van het aantal vakscholen over het geheele land is een „alge meene raad voor de arbeidsreserves der Sowjet-Unie" ingesteld. Op het 18de Al-Russische partijcongres had men het besluit genomen, om tij dens het derde, thans loopende, „pjati- letka" (vijfjarenplan) uitgebreider vak onderwijs voor de Sowjetjeugd mogelijk te maken. Men wilde voor allés de be schikking hebben over werkelijk geschool de arbeidskrachten ten behoeve van de industrie en het vervoerswezen. Ook werd er aan herinnerd, dat Stalin reeds tijdens een economische bijeenkomst in 1931 be toogd had, dat sedert de likwideering der werkloosheid in Sowjet-Rusland alle ar beid zoo stipt mogelijk geregeld diende te worden. In het bijzonder stond de voor opleiding der jonge arbeiders op den voorgrond. Het tijdens dit congres geno men besluit kon evenwel niet aanstonds worden verwezenlijkt. Nadeelig op het in- dustrialiseerlngsproces van het land bleek de slechte verdeeling der geschoolde ar beidskrachten over de verschillende bedrij ven en industriecentra te hebben inge werkt. Nieuwe voorschriften bleken noodzake lijk te zijn. Zij behelsden o.m. de vorming van geschoolde reserve-arbeiders voor de naaste toekomst. Een millioen jonge arbei ders en arbeidsters van 1417 jaar zal elk jaar in aanmerking moeten komen voor het volgen van het onderricht op speciale vakscholen. Hiermede zouden niet alleen de verschillende takken van industrie ge baat zijn, doch ook het vervoerswezen, dat in het uitgestrekte Sowjetrijk met zijn ko lossale afstanden uiteraard een bijzonder belangrijke factor be teekent. Him leertijd bedraagt twee jaar voor de speciaal geschoolde vakarbeiders, en een half jaar voor de overigen. In de ste den is het de taak der plaatselijke raden, om met inachtneming der van staatswege gegeven voorschriften de scholieren uit te kiezen, die voor het volgen van dit vak onderwijs geschikt worden geacht. Op het platteland daarentegen is de keuze over- VrUdag 21 Februari 1941. BTLVEBSU31 I. 415 M. NED. PBOGB. NCBV. 7.80 Gram. 7.45 Ochtendgymnastiek. 7.55 Gram. 8.00 Schriftlezing en Meditatie. 8.15 Zang met orgel (opa.). 8.20 Ochtendgymnastiek. 8.30 Ber. ANP. 8.45 Gram. 9.30 Spaarne-sextet en gram. 10.15 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00 Spaarne- sextet. 11.40 Zang met piano en gram. 12.15 Gram. 12.12 Almanak. 12.45 Nieuws- en econ. ber. ANP. 1.00 NCRV-orkest en gram. 2.00 Gram. 2.30 Reportage. 2.45 Viool en piano. 3.15 Huisvrouwenpraktijk. 3.4o Molto Cantabile. 4.15 Voor de kinderen. 4.45 Marcando-ensemble (5.15 5.30 Nieuws-, econ.- en beursher, ANP). 6.00 Ber. 6 05 Land- en tuinbouwcauserie. 6.25 Gram. 6.42 Almanak. 6.45 Actueele reportage of gram. 7.00 Econ vragen van den dag ANP. 7.15 Gram. (7.30—7.45 Ber. Engelsch). 8.00 Ber. ANP. 8.15 Reportage 8.30 Ber. Engelsch. 8.45 NCRV-Har- monie-orkest (opn.). 9.15 Declamatie. 9.35 Orgel (opn.). Hierna Schriftlezing. 9.45 Engelsche ber. ANP. 10.00 Ber. ANP en sluiting. HILVERSUM DL 30L5 M. AVRO. 7.30 Gram. 7.45 Ochtendgymnastiek, 7.55 Gram. 8.20 Ochtendgymnastiek. 8.30 Ber. ANP. 8.45 Gram. 10.OO Morgenwijding. 10.15 Gram. 10.25 Voor de vrouw. 10.30 Ensemble Jack der Kinde ren en solist (11.0011.20 Declamatie). 12.00 Ber., eventueel Gram. 12.15 Gram. 12.45 Nieuws- en econ. ber. ANP. 1.00 AVRO-Musette-ensemble en soliste. 1.35 OrgeL 2.00 Lezing. 2.20 Amabile- sextet 3.03 Gram. 3.20 Omroeporkest en soliste (4.001.16 Reportage). 5.00 VPRO Gesprekken met luisteraars. 5.15 Nieuws-, econ.- en beureber. ANP. 5.30 AVRO-Amusementsorkest en solist. 6.15 Zang met piano en toelichting. 6.45 Actueele reportage of gram. 7.007.15 Econ, vragen van den dag ANP en sluiting. bruik en hem toen ontslag; heeft gegeven wegens liederlijk gedrag. Deze liederlijk heid bestaat in feite slechts uit wellicht minder nette uitdrukkingen aan het adres van de hospita, echter gebruikt buiten haar aanwezigheid. Spr. achtte voor dit ontslag geen gegronde redenen aanwezig. De kwes tie of Hooglander Sr. voor bepaalden of onbepaalden tjjd is aangenomen, achtte spr. moeilijker. Vast staat echter, dat verd. de ontslagenen niet slechts voor het werk aan de „Borneo" in dienst nam. W. Hooglander heeft voor de „Borneo" al vier andere schepen helpen bergen. Aan gaande de vraag, of de kantonrechter be voegd is van deze zaak kennis te nemen, merkte de ambtenaar van het OM. op, dat verd. weliswaar voor de Duitsche marine werkt, maar dat hij niet in haar dienst staat. Deze bemoeit zich dus niet met de interne dingen van zijn bedrijf. Spr. eischte 2 s 30 boete, subs. 2 x 15 dagen hech tenis. Verd's raadsman, mr. van Heel uit Goes, meende, dat verd. als uitvoerder der Duit sche marine, de arbeiders niet in zijn dienst had, en dat daarom deze ontslag kwesties niet vallen onder de jurisdictie van de Nederlandsche rechtspraak. Inzake het ontslag van W. Hooglander wees pl. erop, dat deze, blijkens verklaringen van twee getuigen alle aanleiding tot ontslag heeft gegeven. De kantonrechter achtte het gewenscht een officier van de Duitsche marine te hooren terzake de verhouding der marine tot verd. De behandeling der zaak zal worden voortgezet op 10 Maart. gelaten aan de leiders der holenbedrjjvenj Niet meer dan 2 van de daar wer kende boerenknechts kan evenwel in aan merking komen. Alle leerlingen der vak scholen worden geacht in algemeene mobi lisatie te staan ten behoeve van de Rus sische industrie en het vervoer. Zij moe ten zich verplichten vier Jaar in een be paald bedrijf te werken. Gedurende dien tijd zijn de jongemannen vrijgesteld van militairen dienstplicht. Er zal hun een gelijk loon worden uitgekeerd als de vol wassen arbeiders ontvangen. Ter contróle van een en ander ls een „algemeene raad voor de arbeidsreserves der Sowjet-Unie" gevormd. Deze is sa mengesteld uit vertegenwoordigers der lo cale raden in de verschillende raden republieken en autonome gebieden zoo mede van bepaalde bestuursorganen in Moskou, Leningrad en andere groote ste den. Het ls de taak van dezen algemeenen raad, de arbeidsreserves zoo gelijkelijk en doelmatig mogelijk over het gansche ge bied der Sowjet-Unie te verdeelen. Voorts zullen z(jn leden belast ztjn met het toe zicht op het vakonderwijs, dat zooveel doenlijk geperfectioneerd dient te worden. Tenslotte zullen zij moeten bepalen in wel ke steden en plattelandsdistricten nieuwe vakscholen behooren te worden opgericht. Voor deze aangelegenheid is een post van één milliard roebel op de begrooting uitgetrokken. Tot oppersten leider van den algemeenen raad voor de arbeids reserves in de Sovjet-Unie is commissaris Moskatow benoemd. In November j.L is een aanvang ge maakt met de aangifte der leerlingen voor de vakscholen. Tot aan het begin van dit jaar kan het aantal vakscholieren, dat zich aanmeldde, op 600.000 worden geschat In het district Leningrad meld den zich 77.000 leerlingen aan, in het dis trict-Moskou 75.000, in Kiew en omge ving 11.000, in de Finsch-Karelische ra den-republiek 2200. Ter aanvulling van het aantal vakscholieren heeft men echter een grooter contingent leerlingen uit andere deelen des lands naar deze nieuwe raden republiek gestuurd. Het voortschrijdende proces der indus- trialiseering heeft een verscherping der arbeidsdiscipline gevorderd. Daarnaast wordt uitdrukkelijk gewezen op de nood zakelijkheid van vorming van goed ge schoolde arbeidskrachten „in dienst van de industrie en het vervoerwezen, welker be teek enis ook voor de verdediging van het rijk enorm is". Zoo wordt eenparig ge oordeeld in de Sowjetpers, die zich den laatsten tgd uitvoerig heeft bezig gehou den met de arbeidsproblemen in het Rus sische Rijk. WIST U DATVAN DE KOOLRAAF? Ge zult wel nimmer hebben kunnen ver- moeden, dat de malsche goudgele blokjes koolraap, welke elke huisvrouw, die het wèl meent met de gezondheid van haar gezin, zoo nu en dan eens op tafel dient te brengen, eigenlijkeen soort „hout" zgn. Ja, de natuur bevat veel wonderbaar lijks en wie zich ln haar verdiept, komt tot de vreemdste ontdekkingen Zoo weet men dan, dat de vleezige, ke gelvormige penwortel van de koolraap het gedeelte, dat vele waardevolle voe dingsstoffen bevat grootendeels uit houtweefsels bestaat; bij de verdikking is weinig „schors" en veel „hout" gevormd, welk laatste evenwel niet „echt" houtig is geworden, doch sappig bleef. De tegenwoordig verbouwde vorm van deze smakelijke groente* is pas in het be gin van de zeventiende esuw naar Mid den- en West-Europa gekomen en onze verre voorvaderen konden dus niet, gelijk wij, door middel van dit lid der Familie der Kruisbloemigen allerlei voor de ge zondheid uitstekende stoften, zooals b.v. vitamines (vooral B en C), zouten (aa, kalk- en jjzerzouten) en de voedende zet- meelachtige bestanddeeien, waaraan de koolraap zoo rgk is, tot zich nemen. In onze Nederlandsche zandstreken ver bouwt men witte en gele koolrapen, vooral de blauw- en groenkoppen, die gedeelte lijk boven den grond staan. Op ongeveer dertienduizend Hectaren van ons land wordt de koolraap geteelt; van de oogst komt gedurende Februari en Maart on geveer 80v.000 kg in consumptie. 21e is zeer goed bestand tegen koude, zoodat zo nog laat aan worden geoogst en dus ln den winter een welkome afwisseling kan vormen met de vele koolsoorten. B|j een juiste manier van klaarmaken ls de koolraap een smakelijke groente. Probeer het eens volgens onderstaande methode van Martine Wittop Kc üng; dan zal deze wintergroente ook U en Uw ge zin bekoren Koolraap met melk saus j e (voor 4 personen) X middelmatig groote koolraap, 2Vs dl. melk, 2 g. zout, 15 g. bloem, 20 g. boter. Snijd de koolraap in plakken, schil ze en verdeel ze vervolgens in gelijke reepjes. Wasch ze, zet ze op met zooveel water als er in ongeveer uur op verkoken kan, voeg er het zout b|j en laat ze gaar koken (ongeveer uur). Bereid terwijl de saus door roerende de boter met de bloem te verwarmen en daarbij langza merhand de warme melk te voegen. Roer de koolrapen door de saus en rasp er op de schaal wat nootmuskaat over. Doordat op deze wijze niet meer water gebruikt wordt, dan strikt noodzakelijk is voor het gaar worden, behoudt de koolraap zooveel mogelijk van haar voedingswaarde en smaak. En nu ge dus iets méér weet van de koolraap...... laat ze U dubbel goed sma ken! MANYA BEUKMAN,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 7