Rechtszaken
Oorlog in de Afrikaansche woestijnen.
Massale inzet van pantserwagens besliste.
Arbeidsproblemen in de Sowjet-Unie.
Algemeene mobilisatie der Sowjet-jeugd voor
industrie en transporten.
Kerk en school
Radioprogramma
Voor de Huisvrouw
De oorlog ln of nabö de woestijnen van
Noord-Afrika heeft de aandacht getrok
ken, hoewel daar niet het terrein ligt,
waar de beslissingen zullen vallen. Die
aandacht richt zich dan voornamelijk op
het feit, dat daar in Noord-Afrika ge
streden werd over grootafstanden, waar
alle natuurlijke hulpmiddelen ontbreken
en omdat bij deze oorlogvoering totaal ge
broken werd met vroegere opvattingen
van krijgstactiek. Het merkwaardige was,
dat daar in Afrika, evenals op de slagvel
dén van Frankrijk en België, het gebruik
van het pantserwapen besliste.
In het stroomgebied van den Njjl ston
den de legers van maarschalk Graziani en
generaaal Wavell tegenover elkaar over
frontlengten van 400 kilometer.
Bij dezen veldtocht zijn, naar de be
schrijving van den medewerker van het
Hamburger Tageblatt, Wolfdieter Lan
ger, de oude regels van oorlogvoering in
de woestijn met haar vaststaande begin
selen van „gescheiden oprukken om te
kunnen leven" en „inzetten van -geïsoleer
de afdeelingen op de buitenste linies, ver
mijding van een inzet van massa's in het
woestijngebied", over boord geworpen. In
.strijd met de meestè tot dusver in Afrika
opgedane ervaringen bewees het gebruik
van een enkele, sterke, centrale colonne
een succes te zijn, gelijk Graziani in het
September-offensief tegen Sidi el Barrani,
Wavell in het winter-offenslef tegen To-
feroek aantoonde.
Nadat het bij het September-offensief
van Graziani tot het verslaan van de ze
vende Engelsche pantserbrigade door Ita-
liaansche bommenwerpers was gekomen,
lieten zich stemmen hooren, die de ge-
vechtswaarde van gepantserde eenheden
in de woestijn in twijfel trokken.
Massale inzet van pantser
wagens.
Deze stemmen zijn verstomd na den
massalen inzet van Engelsche pantserwa
gens, Light Tanks, Carrier Scouts, Morris,
daar vooral bij de gevechten in 't gebied
van Sida el BarraniBoegboegSollóem
bleek, dat de ten minste 60 kilometer be
dragende snelheid in de woestijn van de
pantserwagens een geweldig voordeel te
genover de niet gemotoriseerde eenheden
met hun marschs::elheld van nauwelijks 6
kilometer opleverde.
Daaruit valt te verklaren, dat na Bar-
dia belangrijk grootere eenheden werden in
het nauw gebracht. De tot dusver geldende
meening, dat in de woestijn voornamelijk
slechts lichte, voor gebruik in de woestijn
gebouwde tanks te gebruiken waren, is
eveneens weerlegd. Van Engelschen kant
werd als speciaal wapen voor den veld
tocht in Marmarica als blijkbaar nieuw
type de zoowel door pantsering als wa
pening bijzonder zware Morris gebruikt.
In zijn gebruik moet de snelle val van Sidi
el Barrani en Solloem worden gezocht, daar
anders niet te verklaren zou zijn, dat mi
litaire leiders met zoo bijzondere Afri
kaansche ervaring als bijvoorbeeld gene
raal Maletti versterkte stellingen slechts
24 uur konden houden.
Van Italiaansche zijde kon men in deze
fase van den veldtocht niets tegenover de
zware Engelsche pantsers stellen, „daar
tegenover deze over een uitgestrekt gebied
concentrisch opereerende pantserwagens
de pantserafweerwapens onzer divisies
slechts weinig uitwerking konden berei-
ER HEERSCHTE DROEFHEID IN HUIS
Wanter lag een doode in bod.
Het is een zéér bekend feit, dat er mo
menteel een levendige handel wordt ge
dreven in clandestien geslacht varkens-
vleesch, waarbij prijzen van tusschen de
twee en drie gulden voor een pondje var-
kcnsvleesch geen zeldzaamheid zijn.
Al is de contróle nog zoo scherp, toch
zijn er nog boertjes te vinden, die in
het vooruitzicht van een zoet winstje
het er maar op wagen clandestien te
slachten.
En'hierbij gaan ze dikwijls zoo geheim
zinnig te werk, dat zelfs die meest scherp
zinnige kommies er door om den tuin
wordt geleid.
Zulks gebeurde ook in een dorpje nabij
Den Bosch, waar het volgende voorval
een kommies zelf vertelde het aan het
Huisgezin heeft plaats gehad.
Ver afgelegen van de kom van het
dorp, bevonden zich twee boerderijen, die
tegenover elkaar lagen.
De eigenaar van de eene boerderij kon
alles zien wat er gaande was op het erf
van de andere boerderij en zoo zag hij op
een dag, tot zijn groote schrik, twee wel
bekende kömmiezen op het erf van zijn
buurman, bezig met het nasnuffelen en
nakijken van alles wat onder hun bereik
lag.
De schrik sloeg hem om 't hart, want
hij zelf had dien morgen clandestien een
varken geslacht
Natuurlijk zouden de kommiezen ook bij
hem komen en zouden ze het varken
vinden.
En dan 1 Met angst dacht hij er aan,
wat er dan zou gaan gebeuren.
Haastig zocht hij zijn vrouw en knechts
op en werd er een soort krijgsraad gehou
den. Er moest toch iets gevonden worden
om de kommiezen om den tuin te leiden.
Ten slotte fluisterde zijn vrouw hem iets
in het oor.
Toen werd het pas geslachte varken,
dat nog op de leer hing, in een helder wit
laken gewikkeld, en daarna in de bedstee
gelegd.
De gordijnen werden neergelaten en
allen keken bedroefd en nog bedroefder
keken ze, toen eenige minuten later de
kommiezen, de boerderij binnentraden.
De boerin huilde en riep maar steeds
„Oh, m'n arme jongen".
De kommiezen, die meenden dat ln de
boerderij een doode te betreuren was,
condoleerden de aanwezigen en trokken
haastig af.
Ze zouden op een anderen dag wel eens
terugkomen.
ken". (Graziani). De geschikte tegenmld-
delen tegen de
Engelsche tanks van 70 ton
in den vorm van Stuka's of even zware
pantserwagens waren niet aanwezig. De
inzet van duikbommenwerpers zou boven
dien door de stormen zijn bemoeilijkt.
Wat de Italiaansche pantserwagens be
treft, daarover schrijft de goedingelichte
Cronache della Guerra van 1 Februari
„Op den inzet van zware Engelsche pant
serwagens van voornamelijk Amerikaan-
schen oorsprong waren de Italianen niet
voorbereid" en dit ook niet in verband
met de transportmiddelen, om deze pant
serwagens naar de plaats van bestemming
te brengen. Dit laatste zou ten deele kun
nen worden verklaard door de op ont
scheping van dergelijke zware pantserwa
gens niet toegeruste havenwerken van
Bardia en Tobroek.
Aan de hand van deze constateeringen
blijkt, dat de Engelsche leiding het naar
verhouding gemakkelijk had, daar zij bijna
volkomen het terrein beheerschende pant-
ser-afdeelingen steeds weer opnieuw liet
oprukken en bij dat oprukken zelfs nog
werkzame Italiaansche weerstandscentra
voorloopig kon veronachtzamen.
De eigenaardighid van het Noord-Afri-
kaansche gevechtsterrein bracht mee dat
deze Italiaansche weerstandscentra van
Sidi el Barani via Bardia tot Tobroek,
niettegenstaande alle offervaardigheid van
de verdedigers den Engelschen opmarsch
door den Dzjebel weliswaar vertraagden
doch in beginsel niet konden verhinderen.
Het Engelsche Nijlleger met de Royal
Air Force zou met de verdedigers, on
danks de pantserwagens toch wel moeilijk
afgerekend hebben; de Australische
storm-bataljons zouden vermoedelijk nu
nog voor Bardia staan, als het den En
gelschen niet gelukt was de zwaarste ar
tillerie in te zetten, waarvan het transport
door de woestijn van Egypte onmogelijk
scheen. In feite heeft het zware kaliber
van de 38.1 centimeter van de Engelsche
Middellandsche Zeevloot Wavell de voor
naamste zorg ontnomen. De door Gra-
ziani's ingenieurs gebouwde bunkers en
kazematten bewezen als bescherming te
gen dit kaliber onvoldoende te zgn. Vol
gens berichten van ooggetuigen braken
de wanden van de bunkers van cement Van
1 meter doorsnede door het inslaan van
een 38.1 cm granaat uiteen. De helden
moed der Italiaansche kustbattergen bij
Bardia, die van de steil oprijzende rotskust
het vuurgevecht met de Engelsche oor
logsschepen opnamen, hielp niets, als ge
volg van de sterkere vuurkracht van het
scheepsgeschut, dat geheele rotsbatterijen
in elkaar deed storten en de verdedigers
begroef.
Daar als gevolg van de grootere getal
sterkte van de Engelschen in de klasse
linieschepen, zoowel als door dén verren
afstand van de uitloophavèns van de Ita
liaansche vloot de inzet van de Italiaan
sche vloot vanzelf verboden was en ander
zijds het Italiaansche duikbootwapen als
gevolg van eigenaardigheid van de Noord-
Afrikaansche kust ondiepten, stroomin
gen en vooral 'n sterke doorzichtigheid
van het water ter vermijding van de
grootste verliezen in haar actie zeer was
beperkt, moet in de actie van de Engel
sche vloot in het kader van het offensief
van Wavell een doorslaggevende factor
worden gezien.
Geref Kerk in H.V.
Wjjlen mevrouw G. A. Mareusse-Vetten,
laatstelijk woonachtig te Breda, heeft haar
heele nalatenschap, met uitzondering van
enkele legaten, vermaakt aan de Gerefor
meerde Kerken in H.V. te Middelburg,
Andyk en Harkema-Opeinde.
DE HERVORMDE KERK OP WEG
NAAR REORGANISATIE.
Langen tijd is de Reorganisatie-beweging
in de Hervormde kerk een zaak van vrij
wel alleen predikanten geweest. In een
artikel in het jongste nummer van „Her
vormd Nederland" wijst ds. J. P. van
Steenbergen er op, dat dit verandert. Sinds
10 Mei 1940 zijn niet de reglementen der
Hervormde kerk gewijzigd, maar wel is
anders geworden de geest, waarin geleefd
en gewerkt wordt Hij is van oordeel, dat
de kerk heden ten dage in een heel bjjzon-
deren toestand verkeert. Zij is bezig zich
te ontworstelen aan den geest van de reg
lementen om 2ich te stellen onder de lei
ding van den Heiligen Geest. Zij wordt
thans geroepen werkzaam te zijn op veler
lei levensgebieden, die in de Synodale bood
schap worden genoemd. Het kan z.i. niet
anders, of deze expansie moet de kerk
steeds meer drijven tot een waarachtige
concentratie, tot een voortgaande bezin
ning op haar eigenlijke Goddelijke bood
schap. Ds. van Steenbergen concludeert,
dat de gemeente, die vrij onverschillig
bleef staan tegenover alle vroegere pogin
gen tot hervormingen, thans ook actief
wordt. Dit bijkt uit trouwer kerkbezoek,
uit beter gevolgde catechisaties, uit het
algemeene verlangen vooral onder de jon
geren, hun plaats in de kerk in te nemen.
Als hinderpaal op dezen weg naar reorga
nisatie ziet hij echter den richtingsstrijd.
Hij acht het ten zeerste gewenscht, dat
kerkeraden en kiescolleges minder gaan
letten op richting of partij.
En ze kwamen ook terug, maar dit
maal om het varken inderdaad in beslag
te nemen, want een knecht die te diep
in het glaasje had gekeken, had in het
dorpscafé zijn mond voorbij gepraat, waar
na het verhaaltje ook ter oore van de
kommiezen kwam, die er ditmaal wel
voor zorgden, dat de buit hun niet ont
glipte.
KANTONGERECHT TE MIDDELBURG.
Slappe melk.
Voor «Jen kantonrechter had zich Woens
dag te verantwoorden de directeur van de
Koena melkfabriek te Vllssingen, T. V.,
omdat op 15 Januari in Middelburg waren
aangetroffen 8 bussen, gevuld met melk
van zijn fabriek, die, blijkens het onder
zoek, ingesteld door den keuringsdienst van
waren te Goes, te veel water bevatten.
Verd. gaf dit feit toe, en zei, dat ln zfln
fabriek een fout gemaakt is. Aanvankelijk
was het hem niet duidelijk hoe de melk
zoozeer verdund kwam, doch later is ge
bleken, dat de ondermelk. die in verband
met de standarisatie bij de volle melk moet
worden gevoegd, niet aan de eischen heeft
voldaan. Verd. zette uiteen, dat de centri
fuge en de pasteurs steeds met water wor
den nagespoeld. Hij vermoedde dat het in
deze toestellen achtergebleven water door
een fout van den centrifugist bij de onder-
melk terecht is gekomen. Door een onge
lukkig toeval is op deze wijze 25 30 liter
water bij 250 300 liter ondermelk gevoegd.
De kantonrechter vroeg hoe lang de man,
die de centrifuge bedient, al in dienst is.
Verd.„Ongeveer 15 jaar."
De ambtenaar van het O.M. achtte het
al zeer onwaarschijnlijk, dat iemand, die
zoo vertrouwd is met zijn beroep, aan een
verkeerde kraan zal «iraaien.
De keurmeester van den keuringsdienst
van waren, die de steekproeven heeft ge
nomen, verklaarde, dat bij de Koena oer
dag rond 3000 liter melk gestandariseerd
wordt De partij, die hij in Middelburg niet
aan de eischen bevond te voldoen, was 320
liter, en zij bevond zich in 8 bussen. Get
vond het al zeer toevallig, dat juist alleen
de naar Middelburg vervoerde, en dus door
hem aangetroffen hoeveelheid te veel water
zou hebben bevat.
Verd. merkte op, dat dit heelemaal niet
vreemd is, omdat de laatste ondermelk
altijd wordt gebruikt voor de melk, voor
Middelburg bestemd.
Op een vraag van den kantonrechter ant
woordde de keurmeester, dat zijn directeur
de door verd. aangevoerde fout niet zeer
aannemelijk acht. Hij zei verder, dat do
Koena altijd uitnemend bekend heeft ge
staan, en dat nooit afwijkingen zijn aange
troffen.
Verd. merkte op, dat hij de gemaakte
fout zeer betreurde. Zijn bedrijf heeft zich
juist altijd op goede kwaliteit toegelegd.
De ambtenaar vond het vreemd, dat de
gene, die in de fabriek de melk onderzoekt,
niet heeft ontdekt dat zij zooveel water be
vatte. Aan de hand van het rapport van
den keuringsdienst berekende hij, dat aan
de melk ook aanmerkelijk meer water was
toegevoegd dan de 25 tot 30 liter, die vol
gens verd. in de centrifuge en de pasteurs
zou kunnen zijn achtergebleven. 14 tot 15
van de melk bestond uit water.
De kantonrechter achtte het gewenscht
In de fabriek de centrifuge te bezichtigen
om na te kunnen gaan of hier inderdaad
van een niet opzettelijke fout sprake kan
zijn. Dit zal Vrijdag 28 Februari geschieden.
In afwachting van de resultaten van dit
bezoek' schorste hij de zitting.
KANTONGERECHT MIDDELBURG.
Ontslaan van werklieden.
J. S., scheepsberger te Wemeldinge,
stond terecht, verdacht van overtreding
van de verordening betreffende het be
perken van werk.
Blijkens de dagvaarding heeft hg op 26
October W. Hooglander, en op 2 November
A. Hooglander, N. J. Hooglander en F. v.
d. Bergé, zonder dat op hen het betrek
kelijke artikel uit het Burgerlijk Wetboek
van toepassing was, ontslagen.
Verd. deelde mede, dat de ontslagenen
werkzaam waren btf het bergen van de
„Borneo", hetgeen voor de Duitsche ma
rine geschiedde. Voor het ontslag van W.
Hooglander bestonden z.L dringende rede
nen. Volgens verd. is Hooglander meerma
len dronken geweest en heeft hjj zich lie
derlijk gedragen. Hij is gewaarschuwd en
toen dit niet hielp, volgde ontslag. Wat
het ontslag van de drie andere arbeiders
betreft, merkte verd. op, 'dat het werk,
waarvoor zij waren aangenomen, was af-
geloopen.
Get. W. Hooglander verklaarde niet voor
een bepaald werk of voor bepaalden tijd
in dienst te zijn genomen. Toen hij bij verd.
kwam, zei deze nog heel wat werk in het
vooruitzicht te hebben. Get. ontkende
dronkenschap of liederlijk gedrag. Het
ontslag is hem gegeven toen hij des avonds
in een café weigerde met verd. een biertje
te drinken.
Getuigen A. Hooglander, N. J. Hoog
lander en F. v. d. Berge verklaarden niet
voor bepaalden tjjd te zijn aangenomen.
Zij zeiden W. Hooglander nooit onder in
vloed van drank op het werk te hebben
aangetroffen.
De getuige décharge W. van Boven,
voorman bij verd., zei, dat hij W. Hooog-
lander tweemaal „onbekwaam" heeft ge
zien. Hfl was in gezelschap van verd. toen
deze Hooglander ontsloeg, doch heeft niet
gehoord om welke reden hij werd ontsla
gen. Het eerste ontslag heeft get. aan
Hooglander, op bevel van verd., zelf over
gebracht. Ten aanzien van de overige ont
slagenen merkte get op dat dit geschiedde
omdat het werk klaar was en zijn patroon
deze menschen niet meer noodlg had.
Get. a décharge P. Leendertse verklaar
de dat hij gehoord heeft dat verd. W.
Hooglander ontsloeg met de woorden
„Je liederlijk gedrag kan ik niet langer
hebben". De ontslagene heeft in het bij
zijn van get en anderen zich liederlijk over
hun kostjuffrouw uitgelaten. Deze was
daar echter niet bg.
De ambtenaar van het O.M. merkte op,
dat bij het ontslag van W. Hooglander
door verd. wel erg den nadruk wordt ge
legd op drankgebruik. Spr. vond dit
vreemd, want bij elk zee-bedrijf valt men
:iu eenmaal niet direct over een glas bier.
Uit niets blijkt dat Hooglander zich tijdens
zijn werk aan drank te buiten ging.
Spr. vond het verder vreemd, dat \*erd.
precies gehandeld heeft zooals de wet
voorschrijft, nL hem eerst een waarschu
wing heeft toegediend wegens drankmis-
Speciale correspondentie.)
TL
HELSINKI.
In verband met het tekort aan
geschoolde arbeidskrachten in de Sow
jet-Unie zullen telkenjare ongeveer één
millioen jongeren van beiderlei sekse,
zoowel ln de steden als in de platte
lands-districten tot reserve-vakarbei
ders worden opgeleid. Mede ter be
vordering van het vakonderwijs door
uitbreiding van het aantal vakscholen
over het geheele land is een „alge
meene raad voor de arbeidsreserves
der Sowjet-Unie" ingesteld.
Op het 18de Al-Russische partijcongres
had men het besluit genomen, om tij
dens het derde, thans loopende, „pjati-
letka" (vijfjarenplan) uitgebreider vak
onderwijs voor de Sowjetjeugd mogelijk
te maken. Men wilde voor allés de be
schikking hebben over werkelijk geschool
de arbeidskrachten ten behoeve van de
industrie en het vervoerswezen. Ook werd
er aan herinnerd, dat Stalin reeds tijdens
een economische bijeenkomst in 1931 be
toogd had, dat sedert de likwideering der
werkloosheid in Sowjet-Rusland alle ar
beid zoo stipt mogelijk geregeld diende te
worden. In het bijzonder stond de voor
opleiding der jonge arbeiders op den
voorgrond. Het tijdens dit congres geno
men besluit kon evenwel niet aanstonds
worden verwezenlijkt. Nadeelig op het in-
dustrialiseerlngsproces van het land bleek
de slechte verdeeling der geschoolde ar
beidskrachten over de verschillende bedrij
ven en industriecentra te hebben inge
werkt.
Nieuwe voorschriften bleken noodzake
lijk te zijn. Zij behelsden o.m. de vorming
van geschoolde reserve-arbeiders voor de
naaste toekomst. Een millioen jonge arbei
ders en arbeidsters van 1417 jaar zal elk
jaar in aanmerking moeten komen voor
het volgen van het onderricht op speciale
vakscholen. Hiermede zouden niet alleen
de verschillende takken van industrie ge
baat zijn, doch ook het vervoerswezen, dat
in het uitgestrekte Sowjetrijk met zijn ko
lossale afstanden uiteraard een bijzonder
belangrijke factor be teekent.
Him leertijd bedraagt twee jaar voor
de speciaal geschoolde vakarbeiders, en
een half jaar voor de overigen. In de ste
den is het de taak der plaatselijke raden,
om met inachtneming der van staatswege
gegeven voorschriften de scholieren uit te
kiezen, die voor het volgen van dit vak
onderwijs geschikt worden geacht. Op het
platteland daarentegen is de keuze over-
VrUdag 21 Februari 1941.
BTLVEBSU31 I. 415 M. NED. PBOGB. NCBV.
7.80 Gram. 7.45 Ochtendgymnastiek. 7.55 Gram.
8.00 Schriftlezing en Meditatie. 8.15 Zang met
orgel (opa.). 8.20 Ochtendgymnastiek. 8.30 Ber.
ANP. 8.45 Gram. 9.30 Spaarne-sextet en gram.
10.15 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00 Spaarne-
sextet. 11.40 Zang met piano en gram. 12.15
Gram. 12.12 Almanak. 12.45 Nieuws- en econ.
ber. ANP. 1.00 NCRV-orkest en gram. 2.00
Gram. 2.30 Reportage. 2.45 Viool en piano. 3.15
Huisvrouwenpraktijk. 3.4o Molto Cantabile. 4.15
Voor de kinderen. 4.45 Marcando-ensemble (5.15
5.30 Nieuws-, econ.- en beursher, ANP). 6.00
Ber. 6 05 Land- en tuinbouwcauserie. 6.25 Gram.
6.42 Almanak. 6.45 Actueele reportage of gram.
7.00 Econ vragen van den dag ANP. 7.15 Gram.
(7.30—7.45 Ber. Engelsch). 8.00 Ber. ANP. 8.15
Reportage 8.30 Ber. Engelsch. 8.45 NCRV-Har-
monie-orkest (opn.). 9.15 Declamatie. 9.35 Orgel
(opn.). Hierna Schriftlezing. 9.45 Engelsche
ber. ANP. 10.00 Ber. ANP en sluiting.
HILVERSUM DL 30L5 M. AVRO.
7.30 Gram. 7.45 Ochtendgymnastiek, 7.55 Gram.
8.20 Ochtendgymnastiek. 8.30 Ber. ANP. 8.45
Gram. 10.OO Morgenwijding. 10.15 Gram. 10.25
Voor de vrouw. 10.30 Ensemble Jack der Kinde
ren en solist (11.0011.20 Declamatie). 12.00 Ber.,
eventueel Gram. 12.15 Gram. 12.45 Nieuws- en
econ. ber. ANP. 1.00 AVRO-Musette-ensemble en
soliste. 1.35 OrgeL 2.00 Lezing. 2.20 Amabile-
sextet 3.03 Gram. 3.20 Omroeporkest en soliste
(4.001.16 Reportage). 5.00 VPRO Gesprekken
met luisteraars. 5.15 Nieuws-, econ.- en beureber.
ANP. 5.30 AVRO-Amusementsorkest en solist.
6.15 Zang met piano en toelichting. 6.45 Actueele
reportage of gram. 7.007.15 Econ, vragen van
den dag ANP en sluiting.
bruik en hem toen ontslag; heeft gegeven
wegens liederlijk gedrag. Deze liederlijk
heid bestaat in feite slechts uit wellicht
minder nette uitdrukkingen aan het adres
van de hospita, echter gebruikt buiten haar
aanwezigheid. Spr. achtte voor dit ontslag
geen gegronde redenen aanwezig. De kwes
tie of Hooglander Sr. voor bepaalden of
onbepaalden tjjd is aangenomen, achtte
spr. moeilijker. Vast staat echter, dat
verd. de ontslagenen niet slechts voor het
werk aan de „Borneo" in dienst nam. W.
Hooglander heeft voor de „Borneo" al
vier andere schepen helpen bergen. Aan
gaande de vraag, of de kantonrechter be
voegd is van deze zaak kennis te nemen,
merkte de ambtenaar van het OM. op, dat
verd. weliswaar voor de Duitsche marine
werkt, maar dat hij niet in haar dienst
staat. Deze bemoeit zich dus niet met de
interne dingen van zijn bedrijf. Spr. eischte
2 s 30 boete, subs. 2 x 15 dagen hech
tenis.
Verd's raadsman, mr. van Heel uit Goes,
meende, dat verd. als uitvoerder der Duit
sche marine, de arbeiders niet in zijn
dienst had, en dat daarom deze ontslag
kwesties niet vallen onder de jurisdictie
van de Nederlandsche rechtspraak. Inzake
het ontslag van W. Hooglander wees pl.
erop, dat deze, blijkens verklaringen van
twee getuigen alle aanleiding tot ontslag
heeft gegeven.
De kantonrechter achtte het gewenscht
een officier van de Duitsche marine te
hooren terzake de verhouding der marine
tot verd. De behandeling der zaak zal
worden voortgezet op 10 Maart.
gelaten aan de leiders der holenbedrjjvenj
Niet meer dan 2 van de daar wer
kende boerenknechts kan evenwel in aan
merking komen. Alle leerlingen der vak
scholen worden geacht in algemeene mobi
lisatie te staan ten behoeve van de Rus
sische industrie en het vervoer. Zij moe
ten zich verplichten vier Jaar in een be
paald bedrijf te werken. Gedurende dien
tijd zijn de jongemannen vrijgesteld van
militairen dienstplicht. Er zal hun een
gelijk loon worden uitgekeerd als de vol
wassen arbeiders ontvangen.
Ter contróle van een en ander ls een
„algemeene raad voor de arbeidsreserves
der Sowjet-Unie" gevormd. Deze is sa
mengesteld uit vertegenwoordigers der lo
cale raden in de verschillende raden
republieken en autonome gebieden zoo
mede van bepaalde bestuursorganen in
Moskou, Leningrad en andere groote ste
den.
Het ls de taak van dezen algemeenen
raad, de arbeidsreserves zoo gelijkelijk en
doelmatig mogelijk over het gansche ge
bied der Sowjet-Unie te verdeelen. Voorts
zullen z(jn leden belast ztjn met het toe
zicht op het vakonderwijs, dat zooveel
doenlijk geperfectioneerd dient te worden.
Tenslotte zullen zij moeten bepalen in wel
ke steden en plattelandsdistricten nieuwe
vakscholen behooren te worden opgericht.
Voor deze aangelegenheid is een post
van één milliard roebel op de begrooting
uitgetrokken. Tot oppersten leider van
den algemeenen raad voor de arbeids
reserves in de Sovjet-Unie is commissaris
Moskatow benoemd.
In November j.L is een aanvang ge
maakt met de aangifte der leerlingen
voor de vakscholen. Tot aan het begin
van dit jaar kan het aantal vakscholieren,
dat zich aanmeldde, op 600.000 worden
geschat In het district Leningrad meld
den zich 77.000 leerlingen aan, in het dis
trict-Moskou 75.000, in Kiew en omge
ving 11.000, in de Finsch-Karelische ra
den-republiek 2200. Ter aanvulling van het
aantal vakscholieren heeft men echter een
grooter contingent leerlingen uit andere
deelen des lands naar deze nieuwe raden
republiek gestuurd.
Het voortschrijdende proces der indus-
trialiseering heeft een verscherping der
arbeidsdiscipline gevorderd. Daarnaast
wordt uitdrukkelijk gewezen op de nood
zakelijkheid van vorming van goed ge
schoolde arbeidskrachten „in dienst van de
industrie en het vervoerwezen, welker be
teek enis ook voor de verdediging van het
rijk enorm is". Zoo wordt eenparig ge
oordeeld in de Sowjetpers, die zich den
laatsten tgd uitvoerig heeft bezig gehou
den met de arbeidsproblemen in het Rus
sische Rijk.
WIST U DATVAN DE
KOOLRAAF?
Ge zult wel nimmer hebben kunnen ver-
moeden, dat de malsche goudgele blokjes
koolraap, welke elke huisvrouw, die het
wèl meent met de gezondheid van haar
gezin, zoo nu en dan eens op tafel dient
te brengen, eigenlijkeen soort „hout"
zgn. Ja, de natuur bevat veel wonderbaar
lijks en wie zich ln haar verdiept, komt tot
de vreemdste ontdekkingen
Zoo weet men dan, dat de vleezige, ke
gelvormige penwortel van de koolraap
het gedeelte, dat vele waardevolle voe
dingsstoffen bevat grootendeels uit
houtweefsels bestaat; bij de verdikking is
weinig „schors" en veel „hout" gevormd,
welk laatste evenwel niet „echt" houtig
is geworden, doch sappig bleef.
De tegenwoordig verbouwde vorm van
deze smakelijke groente* is pas in het be
gin van de zeventiende esuw naar Mid
den- en West-Europa gekomen en onze
verre voorvaderen konden dus niet, gelijk
wij, door middel van dit lid der Familie
der Kruisbloemigen allerlei voor de ge
zondheid uitstekende stoften, zooals b.v.
vitamines (vooral B en C), zouten (aa,
kalk- en jjzerzouten) en de voedende zet-
meelachtige bestanddeeien, waaraan de
koolraap zoo rgk is, tot zich nemen.
In onze Nederlandsche zandstreken ver
bouwt men witte en gele koolrapen, vooral
de blauw- en groenkoppen, die gedeelte
lijk boven den grond staan. Op ongeveer
dertienduizend Hectaren van ons land
wordt de koolraap geteelt; van de oogst
komt gedurende Februari en Maart on
geveer 80v.000 kg in consumptie. 21e is
zeer goed bestand tegen koude, zoodat zo
nog laat aan worden geoogst en dus ln
den winter een welkome afwisseling kan
vormen met de vele koolsoorten.
B|j een juiste manier van klaarmaken ls
de koolraap een smakelijke groente.
Probeer het eens volgens onderstaande
methode van Martine Wittop Kc üng; dan
zal deze wintergroente ook U en Uw ge
zin bekoren
Koolraap met melk
saus j e (voor 4 personen)
X middelmatig groote koolraap, 2Vs dl.
melk, 2 g. zout, 15 g. bloem, 20 g. boter.
Snijd de koolraap in plakken, schil ze
en verdeel ze vervolgens in gelijke reepjes.
Wasch ze, zet ze op met zooveel water
als er in ongeveer uur op verkoken
kan, voeg er het zout b|j en laat ze gaar
koken (ongeveer uur). Bereid terwijl
de saus door roerende de boter met de
bloem te verwarmen en daarbij langza
merhand de warme melk te voegen. Roer
de koolrapen door de saus en rasp er op
de schaal wat nootmuskaat over.
Doordat op deze wijze niet meer
water gebruikt wordt,
dan strikt noodzakelijk
is voor het gaar worden,
behoudt de koolraap zooveel mogelijk van
haar voedingswaarde en smaak.
En nu ge dus iets méér weet van de
koolraap...... laat ze U dubbel goed sma
ken!
MANYA BEUKMAN,