PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Maandag 17 Februari 1941 Oprichting van de Nederlandsch-Duitsche cultuurgemeenschap. Opvoering der tuinbouwproductie. De teelt van landbouwers. Burgerlijke Stand Tweede blad Redevoeringen van prof. Snijder, den heer H. C. van Maasdijk en prof. dr. Wehofsieh. Zaterdagnamiddag heeft onder leiding van prof. dr. G. A. S. Snijder, voorzitter van den Nederlandschen Kuituurkring, in kasteel Oud-Wassenaar bij Den Haag, de oprichting plaats gehad van de stichting de Nederlandsch-Duitsche Kuituurgemeen schap. Prof. Snijder heeft hierbij een ope ningsrede gehouden, waaraan het volgende is ontleend: De kuituurkring is in den waren zin Ictes woords één kring, een steeds zich uit breidende groep van menschen, die over verschillende principieele grondslagen van ons cultuurleven ongeveer dezelfde gedach ten hadden, die weliswaar aan de leiding bekend waren, ook wel in kleine groepen voeling met elkaar hadden, maar toch geen gesloten eenheid vormden. Zoo geschiedde het, dat op verschillende gebieden welis waar vakgroepen ontstonden, maar velen nog tot werkloosheid gedoemd waren, en zoo kwam het dat allen eigenlijk dat mis ten, wat zij, misschien wei in de eerste plaats, gezocht hadden: onderling algemeen contact, en ook de aanraking met Duitsche kringen, die over de grondbeginselen dach ten als zij. De leiding van den kuituurkring heeft dit gemis van den beginne af aan gevoeld, en nietj alleen zij. Ook van Duitsehe zijde zocht men de mogelijkheid deze aanraking met Nederlanders tot stand te brengen. Er doken van alle kanten „Kulturvereinigun- gen" op, die, geheel onder Duitsche leiding, op kultureel gebied hun werkzaamheid begonnen en waarvan Nederlanders min of meer als gasten lid konden zijn. Wij willen heel graag samenkomen met Duitschers, maar om het maar ronduit te zeggen: het leek ons toch al te komiek, om voortdurend bij de Duitschers „op visite te gaan". Zoo leek ons een eerste voorwaarde voor een organisatie als deze, dat Nederlanders en Duitschers elkaar zouden ontmoeten op voet van gelijkheid. Deze gedachte heeft de Nederlandsche kuituurkring met den rijkscommissaris be sproken en wij hebben daarvoor het volste begrip gevonden. Het resultaat van deze bespreking is geweest, dat toen begonnen is aan den opbouw van een nieuwe orga nisatie en het behoeft niet gezegd te worden, dat de Nederlandsche kuituurkring daaraan gaarne en ten volle zijn mede werking heeft verleend. Van Duitsche zijde trad de samenwerking der Duitschers in Nederland, „Der Arbeitsbereich der N.S. D.A.P. in den Niederlanden" op, en uit deze samenwerking is nu de nieuwe orga nisatie, de Nederlandsch-Duifsche kuituur gemeenschap, met een praesidium, waarin het Nederlandsche en het Duitsche element gelijkelijk vertegenwoordigd zijn, gegroeid. Wij bedoelen daarmee een gemeenschap van Nederlanders en Duitschers, die zich tezamen voor kuituuruitingen interesseeren. Wjj zullen daarbij van elkaar kunnen lee- ren. Wrj beoogen daarbij zeer zeker geen scheiding tusschen Nederlandersen Duit schers, maar wij hopen en verwachten, dat beide groepen elkaar, vooral op het ge bied der kuituur, zullen leeren kennen en waardeeren als goede vrienden, met zeer veel wat hen bindt en vereenigt. De kuituurkring zal zijn taak, de be hartiging van de Nederlandsche cultuur op Nederlandsche wijze, met onverminderde kracht en geheel zelfstandig blijven ver vullen. Rede van den heer H. C. van Maasdijk. De Nederlandsche voorzitter der stich ting de Nederlandsch-Duitsche Kuituur gemeenschap, de heer H. C. van Maas dijk, sprak daarna van de overwegingen, welke geleid hebben tot de oprichting van deze gemeenschap en over de verhouding tusschen de beide landen, na in het kort de cultureele relaties tusschen beide landen in het verleden te hebben besproken. In het kader van onze cultuurgemeen schap zullen wij er voortdurend naar stre ven, onze landgenooten in contact te brengen met het allerbeste wat er in Duitschland op het gebied van de cultuur leeft, evenzeer als wij voor onze Holland- sche kunstenaars de gelegenheid willen scheppen, in Duitschland te toonen wat wjj op cultureel gebied presteeren. In het feit eener eenzijdige en vaak be wust onjuiste influenceering van het kran tenlezend publiek ligt, zoo zei spr. verder o.m., een van de voornaamste oorzaken van het gebrek aan begrip, ja van de negatieve houding, welke het Nederlandsche volk ten opzichte van de hergeboorte van Duitsch land heeft getoond. Ook op dit gebied zal de Nederlandsch-Duitsche kuituurgemeen schap een vruchtbaar terrein voor haar werkzaamheden vinden, door vooraanstaan de persoonlijkheden voordrachten en lezin gen te doen houden over cultureele en aanverwante vraagstukken. Het Nederlandsche volk moet nu zyn houding bepalen ten aanzien van de ge weldige problemen van dezen tijd. Vrij te zijn, met eigen verantwoordelijkheid, by de ontplooiing van de positieve krachten van het Nederlandsche volk, vry binnen de gebondenheid van een Germaansche vol kerengemeenschap, dat is in wezen de inhoudvan de vraagstukken, waarvoor de Nederlanders van de twintigste eeuw zich geplaatst zien. De Nederlandsch-Duitsche kuituurge meenschap heeft ook als bijzondere taak om ons volk te helpen bij zijn pogingen om zijn plaats in het vereenigde Europa te heroveren, om dit volk op te voeden, om het als het ware aan de hand van de ge beurtenissen op cultuurgebied aanschou welijk onderricht te geven, terwijl de cul tuurgemeenschap aan den anderen kant de taak heeft, het stamverwante Duitsche volk de Nederlandsche cultuuruitingen te doen kennen. Rede van den Duitschen voorzitter. De Duitsche voorzitter van de stichting, prof. dr. FWehofsieh, zeide vervolgens p.m. MÖ stichten heden de Nederlandsch- Duitsche kuituur-gemeejus chap. Bij het woord gemeenschap wil ik nog eens onder- streepen, wat prof. Snyder daarover zei. Onze gemeenschap moet gebouwd zy"n op wederkeerig geven en ontvangen. Dat willen we bij ons werk tot het leidende motief maken. 1 Een cultureele gemeenschap kunnen slechts partijen aangaan, welke een recht daartoe hebben en die elkaar wederkeerig achten. Reeds onze oprichting mag u als bewijs dezer achting dienen. Een kuituur gemeenschap kunnen op eerlijke wijze ook slechts twee partijen stichten, welke op gelijke hoogte in haar kuituren staan, van welke de scheppende krachten innerlijk aan elkander verwant zijn. In het vervolg van zijn rede zeide spr. o.m.: Wij voeren dezen ons opgedrongen oor log voor de levensrechten van ons volk en daarenboven voor een Europa, dat mooier zal zijn dan dat van Versailles. Wij voeren dezen oorlog zuiver in het bewustzijn om voor ons, afgezien van de noodige levens voorwaarden, de vrijheid te verkrijgen tot scheppend kultureel werk. Naast de le vende bewijzen die de kultureele houding van tallooze Duitsche soldaten biedt, moge juist de stichting van onze kuituurge meenschap midden in den oorlog voor u een onderpand dezer doelstelling zijn. De Duitsche revolutie heeft ons Duit schers juist in geestelijk opzicht na jaren van kultureele planloosheid en hulpeloos heid mede de winst gebracht van een groote gedachte, welke het geheele kuituur leven beheerscht. Wij, Duitschers meenen er aanspraak op te kunnen maken, ook de nu nog terzijde staandè Nederlanders eenig begrip te vra gen voor deze opbouwende waarden onzer reconstructie. De Nederlandsch-Duitsche kuituurge meenschap is een stichting, die deze week ten overstaan van een notaris met alle noodzakelijke formaliteiten werd opgericht. Het gemeenschappelijke van het werk komt in de statuten duidelijk tot uitdruk king, zoowel in het voorzitterschap, waar in de Nederlandsche en de Duitsche presi dent gezamenlijk, dat is in kameraad schap, hun taak vervullen, als ook in de leiding der arbeidskringen, waarin de Ne derlandsche en de Duitsche voorzitter met wederzijdsche overeenstemming en met ge lijke rechten hun taak behartigen. Wij hopen, dat in zooveel mogelijk plaatsen of streken in Nederland zulke arbeiderskringen zullen worden opgericht. Het doel is drievoudig. Ten eerste: zeer algemeen de bevordering van het kultu reele leven in Nederland. Ten tweede; de kultureele samenwerking van Nederlanders en Duitschers in Nederland. Ten derde: de kultuurwisseling tusschen beide landen. Wij, Duitschers, zullen ons best doen, de beste vertegenwoordigers van ons kultu reele werk in dit land te brengen. Wij zullen ons echter in het bijzonder verheu gen, Nederlandsche kunstenaars, ook voor drachtkunstenaars orkesten ,e.d. in Duitsch land te zien en te hooren en tentoonstel lingen van Nederlandsche schilders in het Duitsche rijk te organiseeren. Veel is op dit gebied reeds met succes voorbereid. Om de uitvoering van deze taak moge lijk te maken is een centrale leiding van het presidium noodzakelijk. Wij hebben ih Den Haag, Kneuterdijk 20, ook reeds een bureau ingericht, waarvan secretaris de Nederlanders de heer Jaap Kool is. De Nederlandsch-Duitsche kuituurge meenschap is, zoo besloot spr., niet een kunstmatige instelling, want er ligt in haar arbeid te veel, dat aan het leven bindt. Het doel is ook niet het uitwisschen van alle kenmerkende verschillen, die in Nederland zelf tusschen Hollanders in en- geren zin en bijv. Friezen, bestaan, of die inderdaad tusschen Duitschers en Neder landers op te merken zijn. Wij streven niet naar dorre nivel leering, doch naar de kennis van het gemeenschappelijke en samenbin dende. Wij aanvaarden den psychischen rijkdom, de diepe en geestelijke spanning van den germaanschen mensch, maar wy wijzen beslist eigenzinnige betweterij af. Wy willen boven het veelvormige echter in geen geval onze nauwe samenbinding vergeten. Onder de aanwezigen waren o.a. de bei de commissarissen-generaal F. Schmidt en dr. F. Wimmer en de secretaris-generaal prof. dr. J. van Dam. Van den rijkscommissaris, die door uit- stedigheid verhinderd was de vergadering bij te wonen, kreeg men telefonisch de beste wenschen voor de vergadering en voor den arbeid van de Nederlandsch- Duitsche kuituurgemeenschap. LAAT DE OORLOGSINVALIDEN NIET STAAN Men zou het niet voor mogelyk hou den... In de afgeloopen weken is het voorgekomen, dat jonge menschen en on der geleide van de ouders reizende kinde ren een zitplaats in den trein hadden, ter wijl Nederlandsche oorlogsinvaliden, met kennelijk letsel, zichmet een staan plaats moesten vergenoegen. Wij zullen er verder het zwijgen maar toe doen, hoe wy denken over deze onwel levendheid tegenover diegenen, die het grootste offer voor ons vaderland hebben gebracht, dat zij brengen konden en tegen over wie wy niets dan grooten dank en eerbied verschuldigd zyn. De directie van de Nederlandsche Spoor wegen heeft zich door middel van een dienstorder tot haar personeel gericht, met het verzoek er vooral op toe te zien, dat onze oorlogsinvaliden een zitplaatsje krijgen en als ook na een vriendelijk en tactvol verzoek van den conducteur het be oogde doel niet wordt bereikt, wèl dan heeft hij vérgaande bevoegdheden gekre gen, om de oorlogsinvaliden aan de zit plaats te helpen, waar hy toch wel recht op heeft...»*, John G. Winant, da opvolgar van Kennedy als Amerikaansch gezant te Londen (foto Weltblld) Bevordering van het onderwijs en de voorlichting. Onderhoud met ir. A. W. van de Plassche. Dit jaar zal de Nederlandsche tuinbouw zooveel mogelijk in het teeken der voe dingsgewassen staan en zal worden ge tracht de bodemproductie met de beschik bare middelen zoo hoog mogelijk op te voeren, verklaarde ir. A. W. van den Plas sche, inspecteur van den tuinbouw en het tuinbouwonderwijs, in een onderhoud, dat het A.N.P. dezer dagen met hem op het departement van landbouw en visscherij te 's-Gravenhage had. Uit dit onderhoud bleek, dat wat het onderwijs, de voorlichting en het onderzoek betreft, van overheidswege zooveel mogelyk zal worden gedaan om den vooruitgang te bevorderen. Een betere opleiding van de vak- menschen, zoodat zij ook op econo misch gebied wat beter z\jn geschoold, heeft de volle aandacht en .verschil lende tuinbouwvakscholen werden reeds opgericht of zullen nog worden opgericht. Aan het hoofd van deze scholen waar alleen leerlingen worden toegelaten, die het lager tuinbouwonderwys - metgunstig resultaat hebben gevolgd, staat de rijks- tuinbouwconsulent, terwijl de lessen mede worden gegeven door hun assistenten en de ambtenaren van den plantenziekten- kundigen Dienst. Deze scholen dragen uiteraard een eenvoudig karakter. De- be doeling is om op deze scholen de-menschen tot vakmenschen te vormen, him liefde voor hun vak by te brengen en vooral ook hun belangstelling en waardeering te leeren hebben voor de toepassing van hetgeen de wetenschap ten dienste van de uitoefening van het tuinbouwbêdrijf heeft gevonden. Voorts ligt het in de bedoeling om in den vorm van cursussen de oudleerlingen van deze scholen vooral ook op econo misch gebied nog verder te ontwikkelen. Proeftuinen. Ook wat het onderzoek betreft, valt er ten dienste van den Nederlandschen tuinbouw naar het oordeel van ir. v. d. Plassche nog zeer veel te doen. Voor een voudige proefnemingen en demonstratie doeleinden beschikken de verschillende rijkstuinbouwconsulenten over proeftuinen, welke beter worden toegerust, terwijl ver schillende verouderde tuinen zijn opge heven. Op enkele van deze proeftuinen komen, eenvoudige laboratoria, welke zich bezig zullen houden met eenvoudig onderzoek ten dienste van den tuinbouw in de betref fende streek. Vooral aan het grondonderzoek zal in samenwerking met het bedrijfslaboratorium te Groningen aandacht worden geschon ken zoodat de onderzoekmethoden en de adviezen, waartoe de resultaten aanleiding geven, dezelfde zullen zijn. Wat de vraag stukken op het gebied der plantenziekten betreft, zal nauw samengewerkt worden met den plantenziektenkundigen dienst. Naar het oordeel van ir. v. d. Plassche valt er ten dienste van den Nederlandschen tuinbouw nog heel wat te doen, omdat er in den tuinbouw wel hard wordt aange pakt, wat de dagelijksche werkzaamheden betreft, doch er kan op doelmatiger wijze worden gewerkt. Als basis hiervoor is echter noodig, dat de verschillende vraagstukken, ook die op economisch gebied, beter worden onder zocht en wel in een onderlinge samenwer king tusschen allen, die er belang by hebben. Men schrome niet om er ook de conclusies uit te trekken, waartoe de re sultaten van het onderzoek aanleiding geven. DE LUISTERVERGUNNINGEN. Zij komen geleidelijk. Het blykt, dat vele radioluisteraars zich ongerust maken, omdat zij, hoewel zy aangifte van hun radiotoestel of distribu tie-aansluiting deden, nog geen luister vergunning ontvingen. Deze vergunningen kunnen echter eerst geleidelijk worden toegezonden, omdat hel administratief niet mogelijk is de honderdduizenden luistervergun ningen, die moeten worden uitgereikt, in enkele dagen gereed te maken. Het eenige, wat van den radioluisteraar, die zijn vergunning heeft aangevraagd, öoch nog niet ontvangen heeft! bg gen Nadere mededeelingen van het rijksbureau voor de voedsel voorziening. In aansluiting op het persbericht van 19 Januari 1941 betreffende het teeltplan ak kerbouw 1941 deelt het rijksbureau voor de voedselvoorziening in oorlogstijd nog het volgende mede Voor den verbouw van landbouwzaden, te weten: gras- en klaverzaden, lucerne, serradella, wikken, lupinen, merg- en voe derkool, suikerbieten, mangels en voeder bieten, landbouwwortelen (gele wortelen en stoppelwortelen), uien, spurrie, boter- zaad en chichorei voor zaadwinning is een teeltvergunning noodig. Hoewel de teelt van karwy, blauwmaan- zaad, gele en bruine mosterd verboden is en dit verbod gehandhaafd blijft, kan aan de speciale kweekers vergunning worden verleend tot het verbouwen van een be perkte oppervlakte voor zaadwinning. Voor de teelt van karwijzaad zijn deze teeltvergunningen reeds toegewezen. Handelaren-kweekers, ook zij, die even tueel niet aangesloten zijn bij de algemeene vereeniging voor de teelt van den handel in zaaizaad en pootgoed in Nederland (A.V.Z.), die koolrapen, stoppelknollen, landbouwwortelen, uien, spurrie, bo- terzaad, Westerwoldsch raaigras of chi chorei voor zaadteelt wenschen te ver bouwen, hetzij in eigen bedrijf, hetzij op contractteelt, moeten hiervan vóór 1 Maart 1941 opgave doen aan de A.V.Z., Alexan- derstraat 8, 's-Gravenhage, onder mede- deeling van: 1. Welke oppervlakte van deze gewas sen door hen in 1938, 1939 en 1940 is aan gelegd in eigen bedrijf of op contract is ge teeld; 2. welke oppervlakte zij voor oogst in 1941 van deze gewassen wenschen aan te leggen, eventueel reeds aangelegd heb ben; 3. naam en adres van hen, met wie een contract werd afgesloten, onder mede- deeling van het gewas en de oppervlakte, waarover gecontracteerd werd. Tevens dient opgegeven te worden het district en het nummer, waaronder de contractanten by de landbouw-crisis-orga- nisatie zyn aangesloten. Coöperaties, welke koolrapen, stoppel- knollen, landbouwwortelen, uien, spurrie, boterzaad, Westerwoldsch raaigras of ci chorei voor zaadteelt wenschen te verbou wen, dienen dezelfde gegevens, als hiervoor voor den handel gen'oemd, óp te geven aan de V.E.C.O., Lahdbouwhuis, Martini- kerkhof 32, Groningen, vóór 1 Maart a.s., ook al zijn zij niet bij deze federatie aan gesloten. Opgaven, welke na 1 Maart a.s. bij de A.V.Z. of V.E.C.O. binnenkomen, worden niet in behandeling genomen. Zij, die het vorige jaar een aan vrage by de Nederlandsche akker bouwcentrale hebben ingediend voor het teelen van suikerbieten, mangels en voederbietenzaden, hetzij in eigen bedryf, hetzij op contract, en aan wien door de Nederlandsche Akker- bouwcentrale een oppervlakte is toe gewezen, behoeven geen nieuwe aan vragen in te dienen. Zy, die blauwmaanzaad, gele en bruine mosterd voor zaaizaad wenschen te ver bouwen, moeten hiervan eveneens voor 1 Maart a.s. opgave doen aan de Neder landsche Akkerbouwcentrale. De aandacht wordt er echter op gevestigd, dat de ver bouw alleen, en dan nog in beperkte mate, zal worden toegestaan aan de speciale kweekers van deze gewassen. Opgave van oppervlakte en variëteit wordt vóór ge noemden datum verwacht met vermel ding van organisatienummer van den aan vrager (bij contracteelt van dengene, op wiens bedrijf het gewas wordt verbouwd). Een ied°r, hetzy handelaar, kweeker, coöperatie, of landbouwer, die gras- en klaverzaden (uitgezonderd Westerwoldsch raaigras), lucernezaad, vikken-, lupinen- zaad, serradellazaad, merg- of voederkool zaad wenscht te verbouwen^ moet hiervan eveneens vóór 1 Maart a.s. opgave doen aan de Nederlandsche Akkerbouwcentrale met nauwkeurige opgave van oppervlakte, soort en eventueel variëteit en van naam, adres, organisatienummer van den ver bouwer (eventueel van den contractant). Aan landbouwers is behoudens voor een oppervlakte van 5 are, waarop een ieder vry is voor zaadteelt een gewas te verbouwen naar eigen keuze de teelt op eigen kosten en risico verboden van: koolrapenzaad, stoppelknollenzaad, bo terzaad en Westerwoldsch raaigras. Zij. die gewoon waren deze zaden op eigen risico te verbouwen, kunnen alsnog trachten hier voor een contract af te sluiten met een kweeker of coöperatie. Landbouwers die een contract afsloten met een handelaar, kweeker of coöperatie, behoeven hiervoor persoonlyk geen ver gunning aan te vragen. Deze aanvragen geschieden door den kweeker, handelaar of coöperatie, waarmede een contract werd afgesloten. De teeltvergunningen worden echter wel op naam van den landbouwer gesteld. Voor landbouwers bestaat in beperkte mate gelegenheid landbouwwortelenzaad, uienzaad, spurrie en chichoreizaad voor eigen rekening te teelen. Zij, die hiervoor in aanmerking wenschen te komen, moeten hiervan vóór 1 Maart a.s. aangifte doen aan de Nederlandsche Akkerbouwcentrale, Bezuidenhoutscheweg 15, 's-Gravenhage, met opgave van de te verbouwen oppervlakte, soort, ras en va riëteit, alsmede van de verbouwde opper vlakte in 1938, 1939 en 1940. Opgave van volledig adres en organisatienummer is eveneens vereischt. eventueele controle zal worden gevraagd, is. dat hy het bewys kan overleggen, dat hrj over de verstreken termynen thans Januari en Februari de luisterbydrage heeft betaald, pit bewijs moet, zooals be kend, worden geleverd door een bewijs van storting of overschrijving op postgiro rekening nr. 400200 (betaling ten minste voor een kwartaal) of door de aanwezig heid van de verschuldigde radiozegels (voor §lke maand een)> DE LEDERBERICHTEN VAN GISTEREN. HET DUITSCHE. Het opperbevel van de Duitsche weer* macht maakt bekend Een onderzeeboot meldt het tot zinken: brengen van drie gewapende vijandelijke koopvaardijschepen van tezamen 19.000 b.r.t. Een oorlogsschip in overzeesche wa teren, waarvan reeds bekend gemaakt is, dat het in den handelsoorlog by elkaar 110.000 b.r.t. vijandelyke scheepsruimte tot zinken heeft gebracht, heeft opnieuw 10.000 ton scheepsruimte vernietigd. Verkenningsvluchten hebben Zaterdag1 by aanvallen aan de monding van de Theems en de Humber twee vijandelyke koopvaardijschepen door bomtreffers zwaar beschadigd. Lange afstandsgeschut van: het leger heeft op 14 en 15 Februari be* langryke militaire doelen in Zuidoost* Engeland beschoten. In. Cyrenaica hebben: duikbommenwerpers van het Duitsche luchtwapen Britsche steunpunten met bommen van zwaar kaliber bestookt. Aan vallen van sterke formaties gevechtsvlie gers waren in den nacht van 15 op 16 Februari op belangrijke militaire inrich tingen in Zuid-oost en Midden Engeland gericht, alsmede op" schepen. Bomtreffers veroorzaakten op verscheidene vliegvel den groote branden en vernielden schuil plaatsen en vliegtuigen. Er ontstond groote! schade in de havenwerken aan de Theems en in het havengebied van een stad aan de Westkust. Twee koopvaardyschepen van te zamen 8.000 b.r.t. werden tot zin ken gebracht. Een ander vijandelijk koop vaardijschip werd in brand geschoten. Een gevechtsvliegtuig plaatste bomtreffers op een lichten kruiser. Pogingen van den vijand om het bezettS gebied binnen te vliegen werden reeds aan de kust verijdeld. Hierbij verloor de vyand vijf vliegtuigen en wel twee jagers en drie gevechtsvliegtuigen in luchtgevechten. Op verscheidene plaatsen in West-Duitschland liet de vyand Zaterdagnacht een gering aantal brisant- en brandbommen vallen, die eenige slachtoffers onder de burgerbe volking maakten. Er ontstond geen mili taire schade. By deze vluchten schoten dei nachtjagers vier machines en de luchtdoel artillerie één vijandelijk toestel neer. De gezamenlyke verliezen van den vyand op 15 Februari en in den nacht van 15 op 16 Februari bedroegen dientengevolge tien vliegtuigen. Eén eigen machine wordt vermist. HET ITALIAANSCHXm In zyn weermachtsbericht no. 254 maakt het Italiaansehe hoofdkwartier het volgen de bekend Zaterdag hebben zich aan het Grieksché front in den sector van het elfde leger ver- woede gevechten afgespeeld. Onze vliegtui gen hebben troepenconcentraties en dien sten der intendance gebombardeerd. In Noord-Afrika hebben vliegtuigen vait het Duitsche luchtwapen krachtig de mi litaire werken van een vijandelyke basis gebombardeerd. Onze toestellen hebben een' vyandelyke luchtbasis op het eiland Kreta gebombardeerd en eenige 'vliegtuigen be schadigd. Vyandelyke vliegtuigen hebben eenige brandbommen van klein kaliber ge worpen op het eiland Rhodos. In Oost-Afrika zijn aanvallen van deti vyand van het Noordelyk front, in den sector van Cheren en de zóne van Carora (Noordelyk Erythrea) afgeslagen. In de' basis van Djuba worden de gevechten rondom Kisimaio voortgezet. De vyand heeft eenige luchtaanvallen ondernomen op plaatsen in Erythrea. Te Massaoea is een Engelsch vliegtuig door luchtafweergeschut neergehaald. Een ander vliegtuig is neer geschoten in de sector van Djuba. Zaterdagnacht hebben Britsche vliegtui gen aanvallen ondernomen op Catania, Syracuse en Brindisi. I laatstgenoemde stad werden twee vliegtuigen door het af weergeschut van de vloot neergehaald. Eeh der leden van de bemanning, die aan een valscherm omlaag sprong, is gevangen genomen. ZOUTELANDE. Over de maand Januari. Geboren Maarten Paul, z. van F. G< Vaandrager en M. van 't Hoff Bartel Leendert Johannes, z. van L. J. Legemaate en M. W. GroenAdriaan, z. van H. Melis en C. Cijvat. Overleden Maria Dekker, 86 j.» wëd. van Abr. AbrahamseMagdalena Pleyte. 84 j., wed. van D. Lievense Joost de Kam, 20 j., z. van W. de Kam en L. Moens, YERSEKE. Van 815 Februari. Geboren Jacoba, d. van Marinus Everse en Cornelia Mulder. Overleden Hendrika Beenhakker, 88 j.. wed. van Johannes Proos Leendert Nieu- wenhuize, 70 j., man van Neeltje de Waal. W. P. EDELMAN wethouder van onderwijs te Vlissingen, hoopt morgen zijn 75sten verjaardag te herdenken. Het zal dezen sjpnpathieken Vlissinger op dezen dag niet aan belang* stelling ontbreken,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5