PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Maandag 17 Februari 1941
Oprichting van de Nederlandsch-Duitsche
cultuurgemeenschap.
Opvoering der
tuinbouwproductie.
De teelt van
landbouwers.
Burgerlijke Stand
Tweede blad
Redevoeringen van prof. Snijder,
den heer H. C. van Maasdijk en
prof. dr. Wehofsieh.
Zaterdagnamiddag heeft onder leiding
van prof. dr. G. A. S. Snijder, voorzitter
van den Nederlandschen Kuituurkring, in
kasteel Oud-Wassenaar bij Den Haag, de
oprichting plaats gehad van de stichting
de Nederlandsch-Duitsche Kuituurgemeen
schap. Prof. Snijder heeft hierbij een ope
ningsrede gehouden, waaraan het volgende
is ontleend:
De kuituurkring is in den waren zin
Ictes woords één kring, een steeds zich uit
breidende groep van menschen, die over
verschillende principieele grondslagen van
ons cultuurleven ongeveer dezelfde gedach
ten hadden, die weliswaar aan de leiding
bekend waren, ook wel in kleine groepen
voeling met elkaar hadden, maar toch geen
gesloten eenheid vormden. Zoo geschiedde
het, dat op verschillende gebieden welis
waar vakgroepen ontstonden, maar velen
nog tot werkloosheid gedoemd waren, en
zoo kwam het dat allen eigenlijk dat mis
ten, wat zij, misschien wei in de eerste
plaats, gezocht hadden: onderling algemeen
contact, en ook de aanraking met Duitsche
kringen, die over de grondbeginselen dach
ten als zij.
De leiding van den kuituurkring heeft
dit gemis van den beginne af aan gevoeld,
en nietj alleen zij. Ook van Duitsehe zijde
zocht men de mogelijkheid deze aanraking
met Nederlanders tot stand te brengen. Er
doken van alle kanten „Kulturvereinigun-
gen" op, die, geheel onder Duitsche leiding,
op kultureel gebied hun werkzaamheid
begonnen en waarvan Nederlanders min of
meer als gasten lid konden zijn. Wij willen
heel graag samenkomen met Duitschers,
maar om het maar ronduit te zeggen:
het leek ons toch al te komiek, om
voortdurend bij de Duitschers „op visite
te gaan".
Zoo leek ons een eerste voorwaarde voor
een organisatie als deze, dat Nederlanders
en Duitschers elkaar zouden ontmoeten
op voet van gelijkheid.
Deze gedachte heeft de Nederlandsche
kuituurkring met den rijkscommissaris be
sproken en wij hebben daarvoor het volste
begrip gevonden. Het resultaat van deze
bespreking is geweest, dat toen begonnen
is aan den opbouw van een nieuwe orga
nisatie en het behoeft niet gezegd te
worden, dat de Nederlandsche kuituurkring
daaraan gaarne en ten volle zijn mede
werking heeft verleend. Van Duitsche zijde
trad de samenwerking der Duitschers in
Nederland, „Der Arbeitsbereich der N.S.
D.A.P. in den Niederlanden" op, en uit
deze samenwerking is nu de nieuwe orga
nisatie, de Nederlandsch-Duifsche kuituur
gemeenschap, met een praesidium, waarin
het Nederlandsche en het Duitsche element
gelijkelijk vertegenwoordigd zijn, gegroeid.
Wij bedoelen daarmee een gemeenschap
van Nederlanders en Duitschers, die zich
tezamen voor kuituuruitingen interesseeren.
Wjj zullen daarbij van elkaar kunnen lee-
ren. Wrj beoogen daarbij zeer zeker geen
scheiding tusschen Nederlandersen Duit
schers, maar wij hopen en verwachten, dat
beide groepen elkaar, vooral op het ge
bied der kuituur, zullen leeren kennen en
waardeeren als goede vrienden, met zeer
veel wat hen bindt en vereenigt.
De kuituurkring zal zijn taak, de be
hartiging van de Nederlandsche cultuur op
Nederlandsche wijze, met onverminderde
kracht en geheel zelfstandig blijven ver
vullen.
Rede van den heer H. C. van Maasdijk.
De Nederlandsche voorzitter der stich
ting de Nederlandsch-Duitsche Kuituur
gemeenschap, de heer H. C. van Maas
dijk, sprak daarna van de overwegingen,
welke geleid hebben tot de oprichting van
deze gemeenschap en over de verhouding
tusschen de beide landen, na in het kort
de cultureele relaties tusschen beide landen
in het verleden te hebben besproken.
In het kader van onze cultuurgemeen
schap zullen wij er voortdurend naar stre
ven, onze landgenooten in contact te
brengen met het allerbeste wat er in
Duitschland op het gebied van de cultuur
leeft, evenzeer als wij voor onze Holland-
sche kunstenaars de gelegenheid willen
scheppen, in Duitschland te toonen wat wjj
op cultureel gebied presteeren.
In het feit eener eenzijdige en vaak be
wust onjuiste influenceering van het kran
tenlezend publiek ligt, zoo zei spr. verder
o.m., een van de voornaamste oorzaken van
het gebrek aan begrip, ja van de negatieve
houding, welke het Nederlandsche volk ten
opzichte van de hergeboorte van Duitsch
land heeft getoond. Ook op dit gebied zal
de Nederlandsch-Duitsche kuituurgemeen
schap een vruchtbaar terrein voor haar
werkzaamheden vinden, door vooraanstaan
de persoonlijkheden voordrachten en lezin
gen te doen houden over cultureele en
aanverwante vraagstukken.
Het Nederlandsche volk moet nu zyn
houding bepalen ten aanzien van de ge
weldige problemen van dezen tijd. Vrij
te zijn, met eigen verantwoordelijkheid, by
de ontplooiing van de positieve krachten
van het Nederlandsche volk, vry binnen
de gebondenheid van een Germaansche vol
kerengemeenschap, dat is in wezen de
inhoudvan de vraagstukken, waarvoor de
Nederlanders van de twintigste eeuw zich
geplaatst zien.
De Nederlandsch-Duitsche kuituurge
meenschap heeft ook als bijzondere taak
om ons volk te helpen bij zijn pogingen
om zijn plaats in het vereenigde Europa
te heroveren, om dit volk op te voeden, om
het als het ware aan de hand van de ge
beurtenissen op cultuurgebied aanschou
welijk onderricht te geven, terwijl de cul
tuurgemeenschap aan den anderen kant de
taak heeft, het stamverwante Duitsche
volk de Nederlandsche cultuuruitingen te
doen kennen.
Rede van den Duitschen voorzitter.
De Duitsche voorzitter van de stichting,
prof. dr. FWehofsieh, zeide vervolgens
p.m.
MÖ stichten heden de Nederlandsch-
Duitsche kuituur-gemeejus chap. Bij het
woord gemeenschap wil ik nog eens onder-
streepen, wat prof. Snyder daarover zei.
Onze gemeenschap moet gebouwd zy"n op
wederkeerig geven en ontvangen. Dat
willen we bij ons werk tot het leidende
motief maken.
1 Een cultureele gemeenschap kunnen
slechts partijen aangaan, welke een recht
daartoe hebben en die elkaar wederkeerig
achten. Reeds onze oprichting mag u als
bewijs dezer achting dienen. Een kuituur
gemeenschap kunnen op eerlijke wijze ook
slechts twee partijen stichten, welke op
gelijke hoogte in haar kuituren staan, van
welke de scheppende krachten innerlijk aan
elkander verwant zijn.
In het vervolg van zijn rede zeide spr.
o.m.:
Wij voeren dezen ons opgedrongen oor
log voor de levensrechten van ons volk en
daarenboven voor een Europa, dat mooier
zal zijn dan dat van Versailles. Wij voeren
dezen oorlog zuiver in het bewustzijn om
voor ons, afgezien van de noodige levens
voorwaarden, de vrijheid te verkrijgen tot
scheppend kultureel werk. Naast de le
vende bewijzen die de kultureele houding
van tallooze Duitsche soldaten biedt, moge
juist de stichting van onze kuituurge
meenschap midden in den oorlog voor u
een onderpand dezer doelstelling zijn.
De Duitsche revolutie heeft ons Duit
schers juist in geestelijk opzicht na jaren
van kultureele planloosheid en hulpeloos
heid mede de winst gebracht van een
groote gedachte, welke het geheele kuituur
leven beheerscht.
Wij, Duitschers meenen er aanspraak op
te kunnen maken, ook de nu nog terzijde
staandè Nederlanders eenig begrip te vra
gen voor deze opbouwende waarden onzer
reconstructie.
De Nederlandsch-Duitsche kuituurge
meenschap is een stichting, die deze week
ten overstaan van een notaris met alle
noodzakelijke formaliteiten werd opgericht.
Het gemeenschappelijke van het werk
komt in de statuten duidelijk tot uitdruk
king, zoowel in het voorzitterschap, waar
in de Nederlandsche en de Duitsche presi
dent gezamenlijk, dat is in kameraad
schap, hun taak vervullen, als ook in de
leiding der arbeidskringen, waarin de Ne
derlandsche en de Duitsche voorzitter met
wederzijdsche overeenstemming en met ge
lijke rechten hun taak behartigen.
Wij hopen, dat in zooveel mogelijk
plaatsen of streken in Nederland zulke
arbeiderskringen zullen worden opgericht.
Het doel is drievoudig. Ten eerste: zeer
algemeen de bevordering van het kultu
reele leven in Nederland. Ten tweede; de
kultureele samenwerking van Nederlanders
en Duitschers in Nederland. Ten derde: de
kultuurwisseling tusschen beide landen.
Wij, Duitschers, zullen ons best doen, de
beste vertegenwoordigers van ons kultu
reele werk in dit land te brengen. Wij
zullen ons echter in het bijzonder verheu
gen, Nederlandsche kunstenaars, ook voor
drachtkunstenaars orkesten ,e.d. in Duitsch
land te zien en te hooren en tentoonstel
lingen van Nederlandsche schilders in het
Duitsche rijk te organiseeren. Veel is op
dit gebied reeds met succes voorbereid.
Om de uitvoering van deze taak moge
lijk te maken is een centrale leiding van
het presidium noodzakelijk. Wij hebben ih
Den Haag, Kneuterdijk 20, ook reeds een
bureau ingericht, waarvan secretaris de
Nederlanders de heer Jaap Kool is.
De Nederlandsch-Duitsche kuituurge
meenschap is, zoo besloot spr., niet een
kunstmatige instelling, want er ligt in
haar arbeid te veel, dat aan het leven
bindt. Het doel is ook niet het uitwisschen
van alle kenmerkende verschillen, die in
Nederland zelf tusschen Hollanders in en-
geren zin en bijv. Friezen, bestaan, of die
inderdaad tusschen Duitschers en Neder
landers op te merken zijn.
Wij streven niet naar dorre nivel
leering, doch naar de kennis van
het gemeenschappelijke en samenbin
dende. Wij aanvaarden den psychischen
rijkdom, de diepe en geestelijke spanning
van den germaanschen mensch, maar wy
wijzen beslist eigenzinnige betweterij af.
Wy willen boven het veelvormige echter
in geen geval onze nauwe samenbinding
vergeten.
Onder de aanwezigen waren o.a. de bei
de commissarissen-generaal F. Schmidt en
dr. F. Wimmer en de secretaris-generaal
prof. dr. J. van Dam.
Van den rijkscommissaris, die door uit-
stedigheid verhinderd was de vergadering
bij te wonen, kreeg men telefonisch de
beste wenschen voor de vergadering en
voor den arbeid van de Nederlandsch-
Duitsche kuituurgemeenschap.
LAAT DE OORLOGSINVALIDEN NIET
STAAN
Men zou het niet voor mogelyk hou
den... In de afgeloopen weken is het
voorgekomen, dat jonge menschen en on
der geleide van de ouders reizende kinde
ren een zitplaats in den trein hadden, ter
wijl Nederlandsche oorlogsinvaliden, met
kennelijk letsel, zichmet een staan
plaats moesten vergenoegen.
Wij zullen er verder het zwijgen maar
toe doen, hoe wy denken over deze onwel
levendheid tegenover diegenen, die het
grootste offer voor ons vaderland hebben
gebracht, dat zij brengen konden en tegen
over wie wy niets dan grooten dank en
eerbied verschuldigd zyn.
De directie van de Nederlandsche Spoor
wegen heeft zich door middel van een
dienstorder tot haar personeel gericht,
met het verzoek er vooral op toe te zien,
dat onze oorlogsinvaliden een zitplaatsje
krijgen en als ook na een vriendelijk en
tactvol verzoek van den conducteur het be
oogde doel niet wordt bereikt, wèl dan
heeft hij vérgaande bevoegdheden gekre
gen, om de oorlogsinvaliden aan de zit
plaats te helpen, waar hy toch wel recht
op heeft...»*,
John G. Winant, da opvolgar van
Kennedy als Amerikaansch gezant te
Londen (foto Weltblld)
Bevordering van het onderwijs en
de voorlichting.
Onderhoud met ir. A. W. van de Plassche.
Dit jaar zal de Nederlandsche tuinbouw
zooveel mogelijk in het teeken der voe
dingsgewassen staan en zal worden ge
tracht de bodemproductie met de beschik
bare middelen zoo hoog mogelijk op te
voeren, verklaarde ir. A. W. van den Plas
sche, inspecteur van den tuinbouw en het
tuinbouwonderwijs, in een onderhoud, dat
het A.N.P. dezer dagen met hem op het
departement van landbouw en visscherij te
's-Gravenhage had.
Uit dit onderhoud bleek, dat wat
het onderwijs, de voorlichting en het
onderzoek betreft, van overheidswege
zooveel mogelyk zal worden gedaan
om den vooruitgang te bevorderen.
Een betere opleiding van de vak-
menschen, zoodat zij ook op econo
misch gebied wat beter z\jn geschoold,
heeft de volle aandacht en .verschil
lende tuinbouwvakscholen werden
reeds opgericht of zullen nog worden
opgericht.
Aan het hoofd van deze scholen waar
alleen leerlingen worden toegelaten, die
het lager tuinbouwonderwys - metgunstig
resultaat hebben gevolgd, staat de rijks-
tuinbouwconsulent, terwijl de lessen mede
worden gegeven door hun assistenten en
de ambtenaren van den plantenziekten-
kundigen Dienst. Deze scholen dragen
uiteraard een eenvoudig karakter. De- be
doeling is om op deze scholen de-menschen
tot vakmenschen te vormen, him liefde
voor hun vak by te brengen en vooral
ook hun belangstelling en waardeering te
leeren hebben voor de toepassing van
hetgeen de wetenschap ten dienste van de
uitoefening van het tuinbouwbêdrijf heeft
gevonden.
Voorts ligt het in de bedoeling om in
den vorm van cursussen de oudleerlingen
van deze scholen vooral ook op econo
misch gebied nog verder te ontwikkelen.
Proeftuinen.
Ook wat het onderzoek betreft, valt
er ten dienste van den Nederlandschen
tuinbouw naar het oordeel van ir. v. d.
Plassche nog zeer veel te doen. Voor een
voudige proefnemingen en demonstratie
doeleinden beschikken de verschillende
rijkstuinbouwconsulenten over proeftuinen,
welke beter worden toegerust, terwijl ver
schillende verouderde tuinen zijn opge
heven.
Op enkele van deze proeftuinen komen,
eenvoudige laboratoria, welke zich bezig
zullen houden met eenvoudig onderzoek ten
dienste van den tuinbouw in de betref
fende streek.
Vooral aan het grondonderzoek zal in
samenwerking met het bedrijfslaboratorium
te Groningen aandacht worden geschon
ken zoodat de onderzoekmethoden en de
adviezen, waartoe de resultaten aanleiding
geven, dezelfde zullen zijn. Wat de vraag
stukken op het gebied der plantenziekten
betreft, zal nauw samengewerkt worden
met den plantenziektenkundigen dienst.
Naar het oordeel van ir. v. d. Plassche
valt er ten dienste van den Nederlandschen
tuinbouw nog heel wat te doen, omdat er
in den tuinbouw wel hard wordt aange
pakt, wat de dagelijksche werkzaamheden
betreft, doch er kan op doelmatiger wijze
worden gewerkt.
Als basis hiervoor is echter noodig, dat
de verschillende vraagstukken, ook die op
economisch gebied, beter worden onder
zocht en wel in een onderlinge samenwer
king tusschen allen, die er belang by
hebben. Men schrome niet om er ook de
conclusies uit te trekken, waartoe de re
sultaten van het onderzoek aanleiding
geven.
DE LUISTERVERGUNNINGEN.
Zij komen geleidelijk.
Het blykt, dat vele radioluisteraars zich
ongerust maken, omdat zij, hoewel zy
aangifte van hun radiotoestel of distribu
tie-aansluiting deden, nog geen luister
vergunning ontvingen.
Deze vergunningen kunnen echter
eerst geleidelijk worden toegezonden,
omdat hel administratief niet mogelijk
is de honderdduizenden luistervergun
ningen, die moeten worden uitgereikt,
in enkele dagen gereed te maken.
Het eenige, wat van den radioluisteraar,
die zijn vergunning heeft aangevraagd,
öoch nog niet ontvangen heeft! bg gen
Nadere mededeelingen van het
rijksbureau voor de voedsel
voorziening.
In aansluiting op het persbericht van 19
Januari 1941 betreffende het teeltplan ak
kerbouw 1941 deelt het rijksbureau voor de
voedselvoorziening in oorlogstijd nog het
volgende mede
Voor den verbouw van landbouwzaden, te
weten: gras- en klaverzaden, lucerne,
serradella, wikken, lupinen, merg- en voe
derkool, suikerbieten, mangels en voeder
bieten, landbouwwortelen (gele wortelen
en stoppelwortelen), uien, spurrie, boter-
zaad en chichorei voor zaadwinning is een
teeltvergunning noodig.
Hoewel de teelt van karwy, blauwmaan-
zaad, gele en bruine mosterd verboden is
en dit verbod gehandhaafd blijft, kan aan
de speciale kweekers vergunning worden
verleend tot het verbouwen van een be
perkte oppervlakte voor zaadwinning.
Voor de teelt van karwijzaad zijn deze
teeltvergunningen reeds toegewezen.
Handelaren-kweekers, ook zij, die even
tueel niet aangesloten zijn bij de algemeene
vereeniging voor de teelt van den handel
in zaaizaad en pootgoed in Nederland
(A.V.Z.), die koolrapen, stoppelknollen,
landbouwwortelen, uien, spurrie, bo-
terzaad, Westerwoldsch raaigras of chi
chorei voor zaadteelt wenschen te ver
bouwen, hetzij in eigen bedrijf, hetzij op
contractteelt, moeten hiervan vóór 1 Maart
1941 opgave doen aan de A.V.Z., Alexan-
derstraat 8, 's-Gravenhage, onder mede-
deeling van:
1. Welke oppervlakte van deze gewas
sen door hen in 1938, 1939 en 1940 is aan
gelegd in eigen bedrijf of op contract is ge
teeld;
2. welke oppervlakte zij voor oogst
in 1941 van deze gewassen wenschen aan
te leggen, eventueel reeds aangelegd heb
ben;
3. naam en adres van hen, met wie
een contract werd afgesloten, onder mede-
deeling van het gewas en de oppervlakte,
waarover gecontracteerd werd.
Tevens dient opgegeven te worden het
district en het nummer, waaronder de
contractanten by de landbouw-crisis-orga-
nisatie zyn aangesloten.
Coöperaties, welke koolrapen, stoppel-
knollen, landbouwwortelen, uien, spurrie,
boterzaad, Westerwoldsch raaigras of ci
chorei voor zaadteelt wenschen te verbou
wen, dienen dezelfde gegevens, als hiervoor
voor den handel gen'oemd, óp te geven
aan de V.E.C.O., Lahdbouwhuis, Martini-
kerkhof 32, Groningen, vóór 1 Maart a.s.,
ook al zijn zij niet bij deze federatie aan
gesloten.
Opgaven, welke na 1 Maart a.s. bij de
A.V.Z. of V.E.C.O. binnenkomen, worden
niet in behandeling genomen.
Zij, die het vorige jaar een aan
vrage by de Nederlandsche akker
bouwcentrale hebben ingediend voor
het teelen van suikerbieten, mangels
en voederbietenzaden, hetzij in eigen
bedryf, hetzij op contract, en aan
wien door de Nederlandsche Akker-
bouwcentrale een oppervlakte is toe
gewezen, behoeven geen nieuwe aan
vragen in te dienen.
Zy, die blauwmaanzaad, gele en bruine
mosterd voor zaaizaad wenschen te ver
bouwen, moeten hiervan eveneens voor
1 Maart a.s. opgave doen aan de Neder
landsche Akkerbouwcentrale. De aandacht
wordt er echter op gevestigd, dat de ver
bouw alleen, en dan nog in beperkte mate,
zal worden toegestaan aan de speciale
kweekers van deze gewassen. Opgave van
oppervlakte en variëteit wordt vóór ge
noemden datum verwacht met vermel
ding van organisatienummer van den aan
vrager (bij contracteelt van dengene, op
wiens bedrijf het gewas wordt verbouwd).
Een ied°r, hetzy handelaar, kweeker,
coöperatie, of landbouwer, die gras- en
klaverzaden (uitgezonderd Westerwoldsch
raaigras), lucernezaad, vikken-, lupinen-
zaad, serradellazaad, merg- of voederkool
zaad wenscht te verbouwen^ moet hiervan
eveneens vóór 1 Maart a.s. opgave doen
aan de Nederlandsche Akkerbouwcentrale
met nauwkeurige opgave van oppervlakte,
soort en eventueel variëteit en van naam,
adres, organisatienummer van den ver
bouwer (eventueel van den contractant).
Aan landbouwers is behoudens voor
een oppervlakte van 5 are, waarop een
ieder vry is voor zaadteelt een gewas
te verbouwen naar eigen keuze de
teelt op eigen kosten en risico verboden
van: koolrapenzaad, stoppelknollenzaad, bo
terzaad en Westerwoldsch raaigras. Zij. die
gewoon waren deze zaden op eigen risico
te verbouwen, kunnen alsnog trachten hier
voor een contract af te sluiten met een
kweeker of coöperatie.
Landbouwers die een contract afsloten
met een handelaar, kweeker of coöperatie,
behoeven hiervoor persoonlyk geen ver
gunning aan te vragen. Deze aanvragen
geschieden door den kweeker, handelaar of
coöperatie, waarmede een contract werd
afgesloten. De teeltvergunningen worden
echter wel op naam van den landbouwer
gesteld.
Voor landbouwers bestaat in beperkte
mate gelegenheid landbouwwortelenzaad,
uienzaad, spurrie en chichoreizaad voor
eigen rekening te teelen.
Zij, die hiervoor in aanmerking wenschen
te komen, moeten hiervan vóór 1 Maart
a.s. aangifte doen aan de Nederlandsche
Akkerbouwcentrale, Bezuidenhoutscheweg
15, 's-Gravenhage, met opgave van de te
verbouwen oppervlakte, soort, ras en va
riëteit, alsmede van de verbouwde opper
vlakte in 1938, 1939 en 1940. Opgave van
volledig adres en organisatienummer is
eveneens vereischt.
eventueele controle zal worden gevraagd,
is. dat hy het bewys kan overleggen, dat
hrj over de verstreken termynen thans
Januari en Februari de luisterbydrage
heeft betaald, pit bewijs moet, zooals be
kend, worden geleverd door een bewijs van
storting of overschrijving op postgiro
rekening nr. 400200 (betaling ten minste
voor een kwartaal) of door de aanwezig
heid van de verschuldigde radiozegels (voor
§lke maand een)>
DE LEDERBERICHTEN VAN
GISTEREN.
HET DUITSCHE.
Het opperbevel van de Duitsche weer*
macht maakt bekend
Een onderzeeboot meldt het tot zinken:
brengen van drie gewapende vijandelijke
koopvaardijschepen van tezamen 19.000
b.r.t. Een oorlogsschip in overzeesche wa
teren, waarvan reeds bekend gemaakt is,
dat het in den handelsoorlog by elkaar
110.000 b.r.t. vijandelyke scheepsruimte tot
zinken heeft gebracht, heeft opnieuw
10.000 ton scheepsruimte vernietigd.
Verkenningsvluchten hebben Zaterdag1
by aanvallen aan de monding van de
Theems en de Humber twee vijandelyke
koopvaardijschepen door bomtreffers zwaar
beschadigd. Lange afstandsgeschut van:
het leger heeft op 14 en 15 Februari be*
langryke militaire doelen in Zuidoost*
Engeland beschoten. In. Cyrenaica hebben:
duikbommenwerpers van het Duitsche
luchtwapen Britsche steunpunten met
bommen van zwaar kaliber bestookt. Aan
vallen van sterke formaties gevechtsvlie
gers waren in den nacht van 15 op 16
Februari op belangrijke militaire inrich
tingen in Zuid-oost en Midden Engeland
gericht, alsmede op" schepen. Bomtreffers
veroorzaakten op verscheidene vliegvel
den groote branden en vernielden schuil
plaatsen en vliegtuigen. Er ontstond groote!
schade in de havenwerken aan de Theems
en in het havengebied van een stad aan
de Westkust. Twee koopvaardyschepen
van te zamen 8.000 b.r.t. werden tot zin
ken gebracht. Een ander vijandelijk koop
vaardijschip werd in brand geschoten. Een
gevechtsvliegtuig plaatste bomtreffers op
een lichten kruiser.
Pogingen van den vijand om het bezettS
gebied binnen te vliegen werden reeds aan
de kust verijdeld. Hierbij verloor de vyand
vijf vliegtuigen en wel twee jagers en drie
gevechtsvliegtuigen in luchtgevechten. Op
verscheidene plaatsen in West-Duitschland
liet de vyand Zaterdagnacht een gering
aantal brisant- en brandbommen vallen,
die eenige slachtoffers onder de burgerbe
volking maakten. Er ontstond geen mili
taire schade. By deze vluchten schoten dei
nachtjagers vier machines en de luchtdoel
artillerie één vijandelijk toestel neer. De
gezamenlyke verliezen van den vyand op
15 Februari en in den nacht van 15 op 16
Februari bedroegen dientengevolge tien
vliegtuigen. Eén eigen machine wordt
vermist.
HET ITALIAANSCHXm
In zyn weermachtsbericht no. 254 maakt
het Italiaansehe hoofdkwartier het volgen
de bekend
Zaterdag hebben zich aan het Grieksché
front in den sector van het elfde leger ver-
woede gevechten afgespeeld. Onze vliegtui
gen hebben troepenconcentraties en dien
sten der intendance gebombardeerd.
In Noord-Afrika hebben vliegtuigen vait
het Duitsche luchtwapen krachtig de mi
litaire werken van een vijandelyke basis
gebombardeerd. Onze toestellen hebben een'
vyandelyke luchtbasis op het eiland Kreta
gebombardeerd en eenige 'vliegtuigen be
schadigd. Vyandelyke vliegtuigen hebben
eenige brandbommen van klein kaliber ge
worpen op het eiland Rhodos.
In Oost-Afrika zijn aanvallen van deti
vyand van het Noordelyk front, in den
sector van Cheren en de zóne van Carora
(Noordelyk Erythrea) afgeslagen. In de'
basis van Djuba worden de gevechten
rondom Kisimaio voortgezet. De vyand
heeft eenige luchtaanvallen ondernomen op
plaatsen in Erythrea. Te Massaoea is een
Engelsch vliegtuig door luchtafweergeschut
neergehaald. Een ander vliegtuig is neer
geschoten in de sector van Djuba.
Zaterdagnacht hebben Britsche vliegtui
gen aanvallen ondernomen op Catania,
Syracuse en Brindisi. I laatstgenoemde
stad werden twee vliegtuigen door het af
weergeschut van de vloot neergehaald. Eeh
der leden van de bemanning, die aan een
valscherm omlaag sprong, is gevangen
genomen.
ZOUTELANDE.
Over de maand Januari.
Geboren Maarten Paul, z. van F. G<
Vaandrager en M. van 't Hoff Bartel
Leendert Johannes, z. van L. J. Legemaate
en M. W. GroenAdriaan, z. van H. Melis
en C. Cijvat.
Overleden Maria Dekker, 86 j.» wëd.
van Abr. AbrahamseMagdalena Pleyte.
84 j., wed. van D. Lievense Joost de Kam,
20 j., z. van W. de Kam en L. Moens,
YERSEKE.
Van 815 Februari.
Geboren Jacoba, d. van Marinus Everse
en Cornelia Mulder.
Overleden Hendrika Beenhakker, 88 j..
wed. van Johannes Proos Leendert Nieu-
wenhuize, 70 j., man van Neeltje de Waal.
W. P. EDELMAN
wethouder van onderwijs te Vlissingen,
hoopt morgen zijn 75sten verjaardag te
herdenken. Het zal dezen sjpnpathieken
Vlissinger op dezen dag niet aan belang*
stelling ontbreken,