Welke bonnen geldig zim Van onze Boekentafel Besluiten, benoemingen enz. Gemengd Nieuws Oude bestrating en verlichting van Zeeuwsche steden. artikel bon duur hoeveelheid Bloem BL 4 27 Jan. t/m 28 Febr. 60 gr. brood of rant soen gebak of 35 gr. meel of bloem Boter margarine Bo. 28 Ve. 28 Bo. 8* Ve. 3* Bo 2* Ve 2* 1 t/m 9 (18 Febr.). 10 t/m 16 (23 Febr.). 17 t/m 23 Febr. (2 Maart) 250 gr. boter of mar garine. 250 gr. bote, ót mar garine óf 200 r. ve" 250 gr. boter of mar garine Brandstoffen Haarden en kachels Voor centr. verwarming Cokes vierde periode k 11 t/m 13 K 25 t/m 82 vierde periode 1 t/m 28 Febr. t/m 28 Febr. /t/m 28 Febr. 1 t/m 28 Felr. eenheid vaste brandst- Brood Br. 1» Br. 2* Br. 8* 3 t/m 9 (16 rebr.) 10 t/m 16 (23 Febr.). 17 t/m 23 Febr. (2 Maart) 100 gr. roggebrood ol ander brood of 1 rant soen gebak Eieren A 3 A 4* A 5* 3 t/m 9 (16 Febr.) 10 t/m 16 (23 Febr.). 17 t/m 23 Febr. (2 Maart) 1 el Gebak BI. 4 Br. 1* Br. 2 Br. 3* 27 Jan. t/m 23 Feb 3 t/m 9 (16 Febr.) 10 t/m 16 (23 Febr.). 17 t/m 23 Febr. (2 Maart) 'A rantsoen 1 rantsoen 1 rantsoen 1 rantsoen Gort, gortmoat of grotten A 44 t/m 21 Febr. 250 gram Havermout, havervlok ken, haverbloem, aard appel meel vlokken, gort moat, gort of grutten A 67 t/m 21 Febr. 250 gram. Kaas A 19. 32. 45 en to 27 Jan. t/m 23 h eb. 100 gram Koffie A 2* 3 Febr. t/m 16 Maart 125 gram Macaroni of vermicelli of spaghetti A 81 t/m 21 Febr. 100 gram Maïzena of griesmeel of puddingpoeder of sago o. aardappelmeel A 87 t/m 21 Febr. 100 gram Peulvruchten A 102 27 Jan t/m 16 Febr. 600 gram Petroleum Per. 8 Per D. 30 Dec. tmi 23 Febr. 20Jan.t/m23 Febr. voor de keuken voor verlichting 2 lft«. BUst. (-emcel, -gries, -cbloem) of gruttenmeel A 92 25 Jan. tun 21 Febr. 250 gram "Scheerzeep A 117 1 Jan. t/m 30 April. 50 gr. scheerzeep of een tube of pot Sulher A 6* 15 Febr. t/m 16 Maart 1 kg Theo V A 2 3 Febr. t/m 16 Maart 50 gram Vet Bo. 3* Ve. 3* 10 t/m 16 (23 Febr.). 200 gram Vlee.ch VL 1* VI. 2* 6 t/m 16 (19 Febr.). 17 t/m 26 Febr. (2 Maart) 1 rantsoen Vleeschwaren VI. 1» VI. 2* 6 t/m 16 (9 Febr.). 17 t/m 26 Febr. (2 Maart) 1 rantsoen Zeep A 1 t/m 28 Febr. 1 rantsoen 3D® met aangeduide bonnen ztln van de nieuwe distributiekaarten. JODEN BEHOEVEN TOESTEMMING VOOR INSCHRIJVING AAN EEN UNIVERSITEIT. Het V-rordeningenblad bevat een veror dening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse'..© gebied betreffende Joodsche studenten. Volgens artikel 1 heeft deze verordening betrekking op 1) personen, die zich op grond van de verordening no. 6,1941 ïetreffende den aanmeldingsplicht van personen van ge heel of gedeeltelijk Joodschen bloede die nen aan te melden, met uitzondering van diegenen, die slechts van één naar ras vol- Joodschen grootouder in den zin van be doelde verordening stammen 2) Personen, die tot Joodsch-kerke- ly'ke geméenschap behoore**. Artikel 2 bepaalt De inschrijving van bovenbedoelde per sonen aan Nederlandsche universiteiten en hoogescholen wordt bij door den secreta ris-generaal van het departement van on derwijs, wetc jschap en cultuurbescher ming te geven voorschriften beperkt. Een dergelijke persoon, welke niet aan een Nederlandsche universiteit of hooge- school is ingeschreven kan volgens art. 3 eerst na verkregen toestemming van den secretaris-generaal van onderwijs, weten schap en cultuurbescherming tot een examen of tentamen aan een Nederland sche universiteit of hoogeschool worden toegelaten. Deze verordening treedt in werking op den dag harer afkondiging. Voorts bevat het Verordeningenblad een uitvoeringsbesluit van den secretaris-gene raal van het departement van opvoeding, wetenschap en cultuurbescherming, waar in wordt bepaald, dat de in artikel 1 van de verordening bedoelde personen, die zich voor het studiejaar 1941/1942 aan een Ne derlandsche universiteit of hoogeschcol willen laten inschrijven, daarvoor de goed keuring van genoemden secretaris-gene raal behoeven. Het verzc k om goedkeu ring moet uiterlijk 31 Maart 1941 bij den secretaris-generaal worden ingediend. Indien bedoelde personen nog nimmer aan een Nederlandsche universiteit of hoogeschool waren ingeschreven, worden zjj, zoolang niet anders is bepaald, niet in geschreven. Dit besluit treedt heden in werking. Engelsche aanval op Zuid- Noorwegen. Uit Oslo meldt het D.N.B.Twee Engel sche bommenwerpers hebben in don afge- loopen nacht een aanval ondernomen op Zuid-Noorwegen. Zij wierpen bommen op Haugesund. Een burger, die niet in een schuilkelder de wijk had genomen, werd gedood. Drie leden van de weermacht wer den gewond. Er is geenerlei militaire of economische schade ontstaan. De ondergang van een imperium door Robert Briffault. Uitg. W. J. Ort, 's-Gravenhage. Een aanklacht tegen de Britsche zelfge noegzaamheid. Niet een aanklacht zonder meer, die zijn goedkoop en men komt er niet verder mee. Dr. T. Goedewaagen, de tegenwoordige secretaris-generaal van het departement van voorlichting voorzag dit werkje van een inleiding, waarin hij den historischen ontwikkelingsgang van het Britsche im perium naging en een korte parallel trok tusschen Nederland en het overbuurland. Hij conrfateert, hoe thans de Britsche suprematie begint te komen, nu het we reldrijk zich in den hoek der verdediging ziet gedrukt. Met oude afgedane histori sche waardeeringen zal moeten worden af gerekend- De .visie op de geschiedenis zal moeten worden gewijzigd, nu het middel punt van het heelal, om met den Inleider te spreken, niet meer in de City is ge legen. Het boek van Briffault wil geven een beeld van den ondergang van het impe rium en hij is in zijn beschrijving fel be wogen als een man, wiens woorden schier te kort schieten, om zijn aandoeningen en gevoelens in ziuien te verbeelden. Het boek is gedragen door een hartstochtelijke overtuiging, dat hier een volk naar den ondergang wordt gevoerd. Briffault's boek werd ontdekt door Alan Sinclair Sidswick en hij werd er zoo door gegrepen, dat hij besloot er een commen taar aan te wijden. Briffault's bedoeling was, de publieke opinie wakker te schud den en zijn werk draagt van dien onweer- staanbaren drang, de duidelijke sporen. De commentator heeft er de belangwekkend ste gedeelten uitgelicht, voor zoover zij thans actueel kunnen v-orden geacht. Krijgt men alzoo geen volledig inzicht in de opvattingen van Briffault, voor den huldigen tijd, mede met het oog op het doel waartoe het werd gepubliceerd, biedt het ongetwijfeld belangwekkende aanwij zingen. Aan de mode-academie De Leeuw van Rees te Amsterdam slaagde voor het exa men coupeuse-leerares mej. C. Lamper te NieuWdorp. ZOUTELANDE. Met ingang van 1 Ja nuari 1941 werd benoemd tot tijdelijk amb tenaar ter secretarie van Zoutelande, de heer H. Moor te Vlissingen, voorheen werk zaam als volontair op genoemde secretarie. Voor het eerste gedeelte van het Ma chinistendiploma B is geslaagd de heer A. Tange te Middelburg. Gedrukte stemming op de Amsterdamsche beurs. De toestand van apathie, waarin de effectenbeurs reeds eenigen tijd verkeert, blijft onverminderd aanhouden. Men schijnt er niets voor te gevoelen nieuwe engage menten aan te gaan of loopende posities af te wikkelen en de markt heeft dan ook onverminderd te lijden onder een ge brek aan orders. Onder dergelijke om standigheden leggen de koersen gemak- kelijk een neiging tot reageeren aan den dag, omdat er uit hoofde van het gewone dagelijksche leven meestentijds, wel kleine liquidaties te verwerke zijn en wanneer daar tegenover geen opdrachten tot koopen bestaan, geeft dit gemakkelijk aanleiding tot een koersdaling. En vooral wanneer de markt, zooals op het oogenblik het geval is, „dun" is, kunnen zich vrij groote koersverschuivingen voordoen zonder dat daaruit ten aanzien van de werkelijke stemming vergaande consequenties moeten worden getrokken. Ook Vrijdag was de affaire weer van geringe afmetingen. Op de meeste afdeelingen bestond echter eenig aanbod en waar ook thans de kooplust ver te zoeken was, had dit tot gevolg, dat de koersen meerendeels lager kwamen te liggen, waarbij in verscheidene geval len nadeellge verschillen van verscheidene procenten moesten worden opgemerkt. Tot de gedrukte beurstendenz droeg het te leurstellende verloop van Wallstreet klaar blijkelijk het noodige bij. De Amerikaan- sche waarden werden in navolging van New York vrijwel allerwegen lager ge noteerd en de omzetten waren klein. De affaire op de inheemsche aandeelen- markt had weinig te beteekenen, maar zooals gezegd, resulteerde de afwezigheid van handel hier en daar in tamelijk groote verliezen. In de suikerrubriek zagen H.V.A.'s zich verscheidene punten ontgaan. Met de rubberaandeelen was het niet veel beter gesteld. Amsterdam Rubbers, waarin maar weinig te doen was, moesten een flinke veer laten. Evenals de laatste dagen was van openlijken handel in ta bakken niets te bespeuren. De handel op de petroleummarkt was kalm, Olies waren iets lager, maar rangeerden onder beurs- tijd binnen nauwe grenzen. De scheep vaartmarkt was stil, de toonaangevende aandeelen waren algemeen lager. De animo voor industrieëelen was klein, de bekende leidende aandeelen waren iets lager, behoudens Aku's, die zich ongeveer op peil konden houden. Een goede uitzondering vormden heden de beleggingsfondsen. De Nederlandsche staatspapieren waren goed van toon, de nieuwe 4% obligatiën waren nauwelijks veranderd, de gestaffelde leening daaren tegen liep weer een kleinigheid naar boven. De obligatiën uit de andere jonge emissies konden zich op peil houden, over het algemeen kan worden vastgesteld dat het aanbod In Nederlandsche staatsschuld brieven sterk is ingeschrompeld. Amsterdam 1936 8% 78% 78% Bataafsche Petr. My. ObL 3% 78% 78% A Amsterdamsche Bank 114% 114% A Ned. Gist- en Spiritusfabr. 348 340 A K.M. De Schelde Nat. Bez. 67 65 Nederland le lng; 1940 4 98% 98% Nederland 2e lng" 1940 4 95 95 Nederland met bel. fac. 1940 4 98% 98% Ned. 1000 1938 (3%) 3 85 85% Indië 1000 1937 3 85% 85% A Ned. IncL Handelsbank 115% 115 C Ned. Handel My. 113% 113 A Van Berkels Pat. 46% 47 C Calvé Delft 65% 64% A Lever Bros en Unilever 112% 111% A Philips Gloeil. Gem. Bez. 198 197% C Am. Car. Foundry 29% 29 C Anaconda Copper 27% 27% C Bethlehem Steel 80% 78% C General Motor 48% 48 C Kennec. Copper 34% 33% C North Am. Aviation 16% 15% C Rep. Steel 24% 23% C Urn States Steel 64% 62% C North Am. Cy. 17% 16% A Kon. Petroleum Mg. 238% 233% C Contin. OU Cy. 18% 17% C Philips Petrol. 34% 33 C SheU Union 11% 11% C Tide Water Ass. OiL 10 9% A Ned. Scheepvaart Unie 166% 162 A Handelsver. Amsterdam 405% 399% A Ned. Ind. Suiker U. 241 235 A Deli Batavia Mg. 180% 179% C Dell Mg. 1000 238 233% A Senembah Mg. 202 194 C Pennsylv. Rr. 25 24% A South Railway '14 C Amsterdam Rubb. 254% 248% A Dell Batavia Rubb. Mg. 201 190 A Hessa Rubber Mg. 130 129 A Serbadjadi Sum Rubb. 114 111 Nederland 1941 4% 100 96% 97 Nederland 1941 4 500 97 97 Nederland 1941 4% 10C0 97% 97% Verbeurdverklaring van radiotoestellen. Een heden verschenen verordening geeft de Duitsche politie de bevoegdheid tot het verbeurd verklaren van radiotoestellen, welke misbruikt worden voor het luisteren naar verboden zenders. TEMPEL EENER ONBEKENDE GODIN ONTDEKT. Op de Via Delle Bottegne Oscure nabij het Palazzo Venezia te Rome is bij grond werk een opzienbarende oudheidkundige vondst gedaan. Archaeologen hebben den tempel van een tot dusver nog niet beken de godin blootgelegd. De tempel dateert uit de beginperiode van het heidensche tijdperk en is gewijd aan de godin Bellona Pulvinense. Volgens de schatting van de oudheidkundigen heeft Apius Claudius de zen tempel ln 296 v. C. ingewijd. Tegenover den tempel der godin, die als de beschermvrouwe van de Romeinen in den oorlog gold, werd tezelfdertijd de Co- lumba Bellica, een oorlogszuil, opgericht, die evenals de tempel Not ten tijde van keizer Marcus Aurelius, dus 500 jaar later, voor godsdienstplechtigheden ge bruikt werd. Van Steenboeten en Reverbères Nu wij in de 20ste eeuw tijdelijk des avonds over straat in het duister loopen te tasten, is het niet onaardig eens na te gaan, hoe in vroeger dagen de men- schen dat deden. Het gaan 'b avonds over straat was In de "voorafgaande, eeuwen niet ongevaarlijk, vanwege de donkerte, de slechte bestrating, envanwege het gespuis. Vooral dat laatste vormde een gevaar, dat lang niet denkbeeldig was. Zoo was er zelfs een tijd, dat de overheid het geraden achtte de diefklok te doen lulden, zooals die te Antwerpen heette, de Boeve- klok, zooals men die in Amsterdam en Utrecht, de Ruymclocke, zooals wij ln de oude stadspapieren van Middelburg opge- teekend vinden, ook wel Ruymstraalklokke genaamd. Ieder die zich na 9 uur 's avonds op straat wilde begeven moest voorzien zijn van een lantaarn- U ziet alweer: niets nieuws onder de zon, al was de aanleiding dan ook een andere. Voordat men in de verschillende groote steden zich ging bemoeien met de verlich ting, kwam de bestrating aan de beurt. Dat was geen overdaad, want overal kunnen we in de oude verhalen lezen, dat de be woners mopperden over onbegaanbare mod derpoelen. Welk land is hierin voorgegaan? Men wil zoo graag gelooven dat Holland dat was, maar zeker is alleen dat reeds in 1184 te Parijs een aanvang werd gemaak* met het plaveien der straten. Van het Fransche woord chaussee zouden de woor den afgeleid zijn als: cauchiede, calseyde, calezyweg, calezysteen. Tot in de 16ds eeuw maakte in Holland ieder de bestrating voor zijn eigen huis. In Enkhuizen kwam hierin vanaf 1550 verbetering, in Amster dam begon ihen er in 1580 mede, en in Rotterdam moest men tot 1584 wachten. In deze laatste stad was daar op 't laatst nog de geheele westzijde, der Goudsche Wagenstraat van het Pesthuis tot aan de Kipstraat „al moeras en modder, onrede- lyck om te si en". In de provincie Zeeland was men er al al eerder bij. Uit oude vergeelde papieren is gebleken, dat in Middelburg men in het jaar 1365 een aanvang maakte met t „cal seyde n". Straat voor straat ging men lang zamerhand verder, het werk vorderde dus wel eenigen tyd. In dat jaar begon men dan met te Mechelen aangekochte calseyde- steenen de Middelaere te bestraten, daarna binnen de Gortstrate-poort, en de Noord en Zuidzijde van de Damme. Vervolgens „tusschen Bedde en weech (het tegen woordige Beddewijkstraatjeover 't „con- duut van 't Clooster", „Straatken tusschen Langhevele-porte en 's Heer Hendriks- porte van den Abeele". Het blijkt dat de Markt, of zooals men het vroeger noteerde het Marktveld, in 1578 gereed kwam, ter wijl drie jaren tevoren op die plaats de Westmonster Kerk afgebroken was. In de oorspronkelijke rekening uit dat jaar 1578 luidt een post aldus „Betaelt Lieven Bal en Micbiel Schepens, beyde straetmakers van Gent, over het maeken en calsiën de merekt deser stede, daer de Kercke van Westmonster op ge- staen heeft en by Ordonnancie van Wedt en Raedt tot diens ende vercieringe van der Stadt afgebroken is, groot zynde de selfde merekt zes hondert zeven en veer- tich Roeden ende acht voeten, hier inne gerekent ettlicke roeden die zy Straet- maeckers ora 't sluyten van hun werek op ettelycke straeten opgenomen en boven heure gemaeckt hebben, al 't samen breeder blyckende by de metinge van Heyndrick Geertsen, geswooren Lantmeter, gerekent den arbeyt van den Straetmaker teghens III Sch- IV grooten de Roede. Per quy- tancie. Laus deo. L CVIL XIV sch." Voorwaar een langademige zin. De be- teekenis van deze zin wordt pas recht dui delijk, als men zich de moeite neemt, punts gewijs alle gegevens na te gaan. Niet dat w\j U zullen vervelen met een volledige beredeneering, maar voor het goede be grip diene het volgende direct na de ver melding van de afbraak der Westmonster Kerk volgt de mededeeling van de grootte in het vierkant van de markt. Over deze afmetingen verschillen de getallen hier en daar nogal eens. Het verschil ligt vermoe delijk in het feit, dat de stoepen, en in gangen van sommige straten er al dan niet by geteld waren. Met en zonder deze getallen verschillen de berekeningen natuur lijk, zoodat we nu ook de bemoeienissen van den „geswooren (b'eëedigd zouden wij nu zeggen) Lantmeter" beter begrijpen. De woorden Laus Deo tot slot zijn een ware zucht van verlichting van de Thesauriers, toen zy het hooge bedrag bleken te kunnen betalen! Dit bedrag ziet er uit als een rebus, maar beduidt 107 Ponden en 19 schellingen. Steenboeten. In Vlissingen treffen we in verband met de bestrating de instelling aan der steen boeten. Deze boete werd trouwens op ge heel Walcheren in verscheidene steden on geveer tegelijk ingevoerd, waarbij over treders van een misdrijf werden veroor deeld tot het betalen van een zeker aantal steenen, die moesten dienen voor bestrating, kerken, stadsmuren en openbare gebouwen. In sommige steden treffen we een om schrijving aan, waaruit blijkt dat soms de delinqeunt ook de kalk er bij moest leve ren, en de steenen zelf ter plaatse moest gaan inmetselen- Minvermogenden moesten met een steen om den hals rondloopen óf wel werden verbannen. Men zou haast kun nen zeggen, dat als er in een stad iets van steen gebouwd moest worden de stede lijke regeering begon met een steenboete op te leggen, zoo overtuigd was zij ervan dat bepalingen wel overtreden zouden wor den en de boosdoeners dan op die wijze hun straf konden boeten. We vinden dit ook opgeteekend in de geschiedbeschrij- vingen van Marcus Zuerius Boxhora, uit de eerste helft der zeventiende eeuw, waar hij In verband metdeze boeten te Vlis singen om. zegt: „dat men één ofte een half Last straatsteenenaan de stede tot beteringhe van misdaad zal geven, als ook den steen draghen". Hoewel de wegen nu bestraat waren, bleef den inwoners één groote ergernis nog steeds niet bespaard. Dat waren de z.g. straatvarkens. Het stond met deze lieve diertjes zóó, dat zij vrij mochten rond loopen, ja zelfs ln "sommige gevallen stond dat uitdrukkelijk vermeld in een stadskeur, zooals dat in Haarlem het geval was. Zoo als we vaak,in vroeger jaren aantreffen, was het ook hier weer voor een groot deel een kwestie van diep ingeworteld bij geloof. Wel wat wonderlijk doet het ons •aan te lezen, dat de StAntonius-varkeps, genoemd naar den Heiligen Antonius van Padua en voorzien van zijn merkteekén, een privilege van den Heiligen Stoel te Rome hadden. In 1419 publiceerde de Raad van Utrecht dan ook, dat sommige harer varkens „verschalken aldus Gode ende de Heiligen ende den raad". En verbood daarom het rondslenteren der stadsvarkens, snuffelende langs de huizenkanten en de mesthoopen- In het eerste Nederlandsche woordenboek, van de hand van Cornelis van Kiel of wel Kiliaan, dateerend van 1574, wordt het woord „straetvereken" ln het Latijn omschreven. Doelmatige verlichting, J7u de varkens uit de geplaveide stra ten weg waren, ging men zijn gedachten bepalen op een doelmatige verlichting. Hoe stond het daarmee tot dien? Eerst in de zestiende eeuw kwam men er in Europa toe, verlichting in de straten toe te passen, en wel niet eens zoozeer om de voorbij gangers op hun pad by te lichten als wel in de vorm van heiligenvereering. Louise van Lotharingen "gaf daartoe het bevel, en men zag al spoedig het onbedoelde voor deel er van in. Zoodoende werd in 1524 bevolen, dat alle bewoners van Parijs na 9 uur 's avonds licht voor hun vensters zouden branden. In Antwerpen stond op zoowat iederen hoek een heiligenbeeld, zoo dat men daar in navolging op die plaatsen e'en brandend lichtje plaatste, intusschen meer ter oriëntatie dan ter verlichting. Eerst in 1667 kwam men te Parijs op het idee, op iederen straathoek en midden in de straten een lantaarn te plaatsen. Na het uitvinden van de z.g. Reverbères, straatlantaarns met teruggekaatst, dus helderder licht, in 1745, werd te Parijs in 1766 Öit systeem toegepast. De lezer zal begrtjpen, dat dit reeds een heele ver betering beteekende. Te Brussel was intus schen in 1703 het aansteken van 1000 lampen gedurende 7 maanden publiek aan genomen voor 4300,Deze werkwyze schijnt echter op den duur niet te zijn bevallen. In het Noordelijker Holland was er in de zeventiende eeuw nog geen licht op straat Jan van der Heyden vond behalve de brandspuit ook een lantaarn uit, die te Amsterdam in het jaar 1669 zyn in trede deed, en in den Haag in 1678 na volging vond. Wat meer speciaal Middel burg betreft, daar was nog geen spoor van verlichting vóór het jaar 1635. Toen werd er eindelijk een zwakke poging ge daan, welke wij hier vertrouweiyk weer gegeven vinden in de stadsrekeningen: „1635. Betaald A. van Schelstrate voor 21 dagen dienst in 't aansteken van de keersen in de Janteerens op den Dam en Nieuwe Haven 1 pd. 5 st." Hoewel men daarna op proef lampen uit Holland liet komen, behielp men zich met kaarsen tot 1685. Pas uit 1686 dateert de post: „van betalingen wegens het maken en stellen mitsgaders het onderhouden van de lan- teerens gestelt in alle de wijken en rond om deze stad". Om de kosten te dekken van de te branden raapolie en een weinig lijnolie (speciaal voor 's winters) werd een extra belasting geheven, welke in 1669 10.386,opbracht. Zoo zien we, dat wy nu noodgedwongen een dergelrjke duisternis op straat mee maken als onze voorouders. Alleen weten wy, hoe het anders zyn kèn Mr. J. M. FUCHS By de opgravingen heeft men 7 zullen van den tempel gevonden, waarvan er twee me t soukels en korinthische kapiteelen compleet bewaard zyn gebleven. ONDER ZAKKEN BEDOLVEN. In het pakhuis van een fouragehan- delaar te Loenen aan de Vecht waren Vrydagmiddag twee arbeiders bezig met het versjouwen van zakken, welke opge stapeld lagen. Plotseling gingen de zak ken aan het schuiven, vermoedeiyk door dat de mannen den ondersten zak weg trokken. Het gevolg hiervan was, dat zy den stapel op het lichaam kregen. Eenige arbeiders snelden te hulp en konden de slachtoffers uit hun benarde positie be- vryden. Inmiddels was geneeskundige hulp ingeroepen. By den 28-jarigen W. Strij- land kon men slechts den dood consta- teeren. De 46-jarige stoker kon, na ver bonden te zgn, naar zijn woning worden overgebracht. AiifcNUA VLISSINGEN. „AIhambra''-theater. Van Vrijdag 14 tot en met Dinsdag 18 Februari: „Peer Gynt". MIDDELBURG. Electro-bloscoop. Van Vrijdag 14 t/ra Donderdag 20 Februari„Het myste rie van de Mondschein Sonate"., GOES. Grand-theater. Vrydag 14, Zaterdag 15, Zondag 16 en Dinsdag 18 Februari „Myn zoon de minister". ST. LAURENS. Abonnementen en advertenties voor de Provinciale Zeeuwsche Courant worden aangenomen door den Agent. A. JANSE.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 6