Welke bonnen geldig zim
Van onze Boekentafel
Besluiten,
benoemingen enz.
Gemengd Nieuws
Oude bestrating en verlichting van
Zeeuwsche steden.
artikel
bon
duur
hoeveelheid
Bloem
BL 4
27 Jan. t/m 28
Febr.
60 gr. brood of rant
soen gebak of 35 gr.
meel of bloem
Boter margarine
Bo. 28
Ve. 28
Bo. 8*
Ve. 3*
Bo 2*
Ve 2*
1 t/m 9 (18
Febr.).
10 t/m 16
(23 Febr.).
17 t/m 23 Febr.
(2 Maart)
250 gr. boter of mar
garine.
250 gr. bote, ót mar
garine óf 200 r. ve"
250 gr. boter of mar
garine
Brandstoffen
Haarden en kachels
Voor centr. verwarming
Cokes
vierde periode
k 11 t/m 13
K 25 t/m 82
vierde periode
1 t/m 28 Febr.
t/m 28 Febr.
/t/m 28 Febr.
1 t/m 28 Felr.
eenheid vaste brandst-
Brood
Br. 1»
Br. 2*
Br. 8*
3 t/m 9 (16 rebr.)
10 t/m 16 (23
Febr.).
17 t/m 23 Febr.
(2 Maart)
100 gr. roggebrood ol
ander brood of 1 rant
soen gebak
Eieren
A 3
A 4*
A 5*
3 t/m 9 (16 Febr.)
10 t/m 16 (23
Febr.).
17 t/m 23 Febr.
(2 Maart)
1 el
Gebak
BI. 4
Br. 1*
Br. 2
Br. 3*
27 Jan. t/m 23 Feb
3 t/m 9 (16 Febr.)
10 t/m 16 (23
Febr.).
17 t/m 23 Febr.
(2 Maart)
'A rantsoen
1 rantsoen
1 rantsoen
1 rantsoen
Gort, gortmoat of
grotten
A 44
t/m 21 Febr.
250 gram
Havermout, havervlok
ken, haverbloem, aard
appel meel vlokken, gort
moat, gort of grutten
A 67
t/m 21 Febr.
250 gram.
Kaas
A 19. 32. 45 en to
27 Jan. t/m 23 h eb.
100 gram
Koffie
A 2*
3 Febr. t/m 16
Maart
125 gram
Macaroni of vermicelli
of spaghetti
A 81
t/m 21 Febr.
100 gram
Maïzena of griesmeel of
puddingpoeder of sago
o. aardappelmeel
A 87
t/m 21 Febr.
100 gram
Peulvruchten
A 102
27 Jan t/m 16
Febr.
600 gram
Petroleum
Per. 8
Per D.
30 Dec. tmi 23
Febr.
20Jan.t/m23 Febr.
voor de keuken
voor verlichting 2 lft«.
BUst. (-emcel, -gries,
-cbloem) of gruttenmeel
A 92
25 Jan. tun 21
Febr.
250 gram
"Scheerzeep
A 117
1 Jan. t/m 30
April.
50 gr. scheerzeep of een
tube of pot
Sulher
A 6*
15 Febr. t/m 16
Maart
1 kg
Theo V
A 2
3 Febr. t/m 16
Maart
50 gram
Vet
Bo. 3*
Ve. 3*
10 t/m 16 (23
Febr.).
200 gram
Vlee.ch
VL 1*
VI. 2*
6 t/m 16 (19
Febr.).
17 t/m 26 Febr.
(2 Maart)
1 rantsoen
Vleeschwaren
VI. 1»
VI. 2*
6 t/m 16 (9
Febr.).
17 t/m 26 Febr.
(2 Maart)
1 rantsoen
Zeep
A
1 t/m 28 Febr.
1 rantsoen
3D® met aangeduide bonnen ztln van de nieuwe distributiekaarten.
JODEN BEHOEVEN
TOESTEMMING VOOR
INSCHRIJVING AAN EEN
UNIVERSITEIT.
Het V-rordeningenblad bevat een veror
dening van den Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandse'..© gebied betreffende
Joodsche studenten.
Volgens artikel 1 heeft deze verordening
betrekking op
1) personen, die zich op grond van de
verordening no. 6,1941 ïetreffende den
aanmeldingsplicht van personen van ge
heel of gedeeltelijk Joodschen bloede die
nen aan te melden, met uitzondering van
diegenen, die slechts van één naar ras vol-
Joodschen grootouder in den zin van be
doelde verordening stammen
2) Personen, die tot Joodsch-kerke-
ly'ke geméenschap behoore**.
Artikel 2 bepaalt
De inschrijving van bovenbedoelde per
sonen aan Nederlandsche universiteiten en
hoogescholen wordt bij door den secreta
ris-generaal van het departement van on
derwijs, wetc jschap en cultuurbescher
ming te geven voorschriften beperkt.
Een dergelijke persoon, welke niet aan
een Nederlandsche universiteit of hooge-
school is ingeschreven kan volgens art.
3 eerst na verkregen toestemming van den
secretaris-generaal van onderwijs, weten
schap en cultuurbescherming tot een
examen of tentamen aan een Nederland
sche universiteit of hoogeschool worden
toegelaten.
Deze verordening treedt in werking op
den dag harer afkondiging.
Voorts bevat het Verordeningenblad een
uitvoeringsbesluit van den secretaris-gene
raal van het departement van opvoeding,
wetenschap en cultuurbescherming, waar
in wordt bepaald, dat de in artikel 1 van
de verordening bedoelde personen, die zich
voor het studiejaar 1941/1942 aan een Ne
derlandsche universiteit of hoogeschcol
willen laten inschrijven, daarvoor de goed
keuring van genoemden secretaris-gene
raal behoeven. Het verzc k om goedkeu
ring moet uiterlijk 31 Maart 1941 bij den
secretaris-generaal worden ingediend.
Indien bedoelde personen nog nimmer
aan een Nederlandsche universiteit of
hoogeschool waren ingeschreven, worden
zjj, zoolang niet anders is bepaald, niet in
geschreven.
Dit besluit treedt heden in werking.
Engelsche aanval op Zuid-
Noorwegen.
Uit Oslo meldt het D.N.B.Twee Engel
sche bommenwerpers hebben in don afge-
loopen nacht een aanval ondernomen op
Zuid-Noorwegen. Zij wierpen bommen op
Haugesund. Een burger, die niet in een
schuilkelder de wijk had genomen, werd
gedood. Drie leden van de weermacht wer
den gewond. Er is geenerlei militaire of
economische schade ontstaan.
De ondergang van een imperium
door Robert Briffault. Uitg. W. J.
Ort, 's-Gravenhage.
Een aanklacht tegen de Britsche zelfge
noegzaamheid. Niet een aanklacht zonder
meer, die zijn goedkoop en men komt er
niet verder mee.
Dr. T. Goedewaagen, de tegenwoordige
secretaris-generaal van het departement
van voorlichting voorzag dit werkje van
een inleiding, waarin hij den historischen
ontwikkelingsgang van het Britsche im
perium naging en een korte parallel trok
tusschen Nederland en het overbuurland.
Hij conrfateert, hoe thans de Britsche
suprematie begint te komen, nu het we
reldrijk zich in den hoek der verdediging
ziet gedrukt. Met oude afgedane histori
sche waardeeringen zal moeten worden af
gerekend- De .visie op de geschiedenis zal
moeten worden gewijzigd, nu het middel
punt van het heelal, om met den Inleider
te spreken, niet meer in de City is ge
legen.
Het boek van Briffault wil geven een
beeld van den ondergang van het impe
rium en hij is in zijn beschrijving fel be
wogen als een man, wiens woorden schier
te kort schieten, om zijn aandoeningen en
gevoelens in ziuien te verbeelden. Het
boek is gedragen door een hartstochtelijke
overtuiging, dat hier een volk naar den
ondergang wordt gevoerd.
Briffault's boek werd ontdekt door Alan
Sinclair Sidswick en hij werd er zoo door
gegrepen, dat hij besloot er een commen
taar aan te wijden. Briffault's bedoeling
was, de publieke opinie wakker te schud
den en zijn werk draagt van dien onweer-
staanbaren drang, de duidelijke sporen. De
commentator heeft er de belangwekkend
ste gedeelten uitgelicht, voor zoover zij
thans actueel kunnen v-orden geacht.
Krijgt men alzoo geen volledig inzicht in
de opvattingen van Briffault, voor den
huldigen tijd, mede met het oog op het
doel waartoe het werd gepubliceerd, biedt
het ongetwijfeld belangwekkende aanwij
zingen.
Aan de mode-academie De Leeuw van
Rees te Amsterdam slaagde voor het exa
men coupeuse-leerares mej. C. Lamper te
NieuWdorp.
ZOUTELANDE. Met ingang van 1 Ja
nuari 1941 werd benoemd tot tijdelijk amb
tenaar ter secretarie van Zoutelande, de
heer H. Moor te Vlissingen, voorheen werk
zaam als volontair op genoemde secretarie.
Voor het eerste gedeelte van het Ma
chinistendiploma B is geslaagd de heer A.
Tange te Middelburg.
Gedrukte stemming op de
Amsterdamsche beurs.
De toestand van apathie, waarin de
effectenbeurs reeds eenigen tijd verkeert,
blijft onverminderd aanhouden. Men schijnt
er niets voor te gevoelen nieuwe engage
menten aan te gaan of loopende posities
af te wikkelen en de markt heeft dan
ook onverminderd te lijden onder een ge
brek aan orders. Onder dergelijke om
standigheden leggen de koersen gemak-
kelijk een neiging tot reageeren aan den
dag, omdat er uit hoofde van het gewone
dagelijksche leven meestentijds, wel kleine
liquidaties te verwerke zijn en wanneer
daar tegenover geen opdrachten tot koopen
bestaan, geeft dit gemakkelijk aanleiding
tot een koersdaling. En vooral wanneer
de markt, zooals op het oogenblik het
geval is, „dun" is, kunnen zich vrij groote
koersverschuivingen voordoen zonder dat
daaruit ten aanzien van de werkelijke
stemming vergaande consequenties moeten
worden getrokken. Ook Vrijdag was de
affaire weer van geringe afmetingen. Op
de meeste afdeelingen bestond echter eenig
aanbod en waar ook thans de kooplust
ver te zoeken was, had dit tot gevolg,
dat de koersen meerendeels lager kwamen
te liggen, waarbij in verscheidene geval
len nadeellge verschillen van verscheidene
procenten moesten worden opgemerkt. Tot
de gedrukte beurstendenz droeg het te
leurstellende verloop van Wallstreet klaar
blijkelijk het noodige bij. De Amerikaan-
sche waarden werden in navolging van
New York vrijwel allerwegen lager ge
noteerd en de omzetten waren klein.
De affaire op de inheemsche aandeelen-
markt had weinig te beteekenen, maar
zooals gezegd, resulteerde de afwezigheid
van handel hier en daar in tamelijk
groote verliezen. In de suikerrubriek zagen
H.V.A.'s zich verscheidene punten ontgaan.
Met de rubberaandeelen was het niet
veel beter gesteld. Amsterdam Rubbers,
waarin maar weinig te doen was, moesten
een flinke veer laten. Evenals de laatste
dagen was van openlijken handel in ta
bakken niets te bespeuren. De handel op
de petroleummarkt was kalm, Olies waren
iets lager, maar rangeerden onder beurs-
tijd binnen nauwe grenzen. De scheep
vaartmarkt was stil, de toonaangevende
aandeelen waren algemeen lager. De
animo voor industrieëelen was klein, de
bekende leidende aandeelen waren iets
lager, behoudens Aku's, die zich ongeveer
op peil konden houden.
Een goede uitzondering vormden heden
de beleggingsfondsen. De Nederlandsche
staatspapieren waren goed van toon, de
nieuwe 4% obligatiën waren nauwelijks
veranderd, de gestaffelde leening daaren
tegen liep weer een kleinigheid naar boven.
De obligatiën uit de andere jonge emissies
konden zich op peil houden, over het
algemeen kan worden vastgesteld dat het
aanbod In Nederlandsche staatsschuld
brieven sterk is ingeschrompeld.
Amsterdam 1936 8%
78%
78%
Bataafsche Petr. My. ObL 3%
78%
78%
A Amsterdamsche Bank
114%
114%
A Ned. Gist- en Spiritusfabr. 348
340
A K.M. De Schelde Nat. Bez. 67
65
Nederland le lng; 1940 4
98%
98%
Nederland 2e lng" 1940 4
95
95
Nederland met bel. fac. 1940 4
98%
98%
Ned. 1000 1938 (3%) 3
85
85%
Indië 1000 1937 3
85%
85%
A Ned. IncL Handelsbank
115%
115
C Ned. Handel My.
113%
113
A Van Berkels Pat.
46%
47
C Calvé Delft
65%
64%
A Lever Bros en Unilever
112%
111%
A Philips Gloeil. Gem. Bez.
198
197%
C Am. Car. Foundry
29%
29
C Anaconda Copper
27%
27%
C Bethlehem Steel
80%
78%
C General Motor
48%
48
C Kennec. Copper
34%
33%
C North Am. Aviation
16%
15%
C Rep. Steel
24%
23%
C Urn States Steel
64%
62%
C North Am. Cy.
17%
16%
A Kon. Petroleum Mg.
238%
233%
C Contin. OU Cy.
18%
17%
C Philips Petrol.
34%
33
C SheU Union
11%
11%
C Tide Water Ass. OiL
10
9%
A Ned. Scheepvaart Unie
166%
162
A Handelsver. Amsterdam
405%
399%
A Ned. Ind. Suiker U.
241
235
A Deli Batavia Mg.
180%
179%
C Dell Mg. 1000
238
233%
A Senembah Mg.
202
194
C Pennsylv. Rr.
25
24%
A South Railway
'14
C Amsterdam Rubb.
254%
248%
A Dell Batavia Rubb. Mg.
201
190
A Hessa Rubber Mg.
130
129
A Serbadjadi Sum Rubb.
114
111
Nederland 1941 4% 100
96%
97
Nederland 1941 4 500 97
97
Nederland 1941 4% 10C0
97%
97%
Verbeurdverklaring van
radiotoestellen.
Een heden verschenen verordening geeft
de Duitsche politie de bevoegdheid tot het
verbeurd verklaren van radiotoestellen,
welke misbruikt worden voor het luisteren
naar verboden zenders.
TEMPEL EENER ONBEKENDE GODIN
ONTDEKT.
Op de Via Delle Bottegne Oscure nabij
het Palazzo Venezia te Rome is bij grond
werk een opzienbarende oudheidkundige
vondst gedaan. Archaeologen hebben den
tempel van een tot dusver nog niet beken
de godin blootgelegd. De tempel dateert
uit de beginperiode van het heidensche
tijdperk en is gewijd aan de godin Bellona
Pulvinense. Volgens de schatting van de
oudheidkundigen heeft Apius Claudius de
zen tempel ln 296 v. C. ingewijd.
Tegenover den tempel der godin, die als
de beschermvrouwe van de Romeinen in
den oorlog gold, werd tezelfdertijd de Co-
lumba Bellica, een oorlogszuil, opgericht,
die evenals de tempel Not ten tijde van
keizer Marcus Aurelius, dus 500 jaar
later, voor godsdienstplechtigheden ge
bruikt werd.
Van Steenboeten en Reverbères
Nu wij in de 20ste eeuw tijdelijk des
avonds over straat in het duister loopen
te tasten, is het niet onaardig eens na
te gaan, hoe in vroeger dagen de men-
schen dat deden. Het gaan 'b avonds over
straat was In de "voorafgaande, eeuwen
niet ongevaarlijk, vanwege de donkerte, de
slechte bestrating, envanwege het
gespuis. Vooral dat laatste vormde een
gevaar, dat lang niet denkbeeldig was. Zoo
was er zelfs een tijd, dat de overheid het
geraden achtte de diefklok te doen lulden,
zooals die te Antwerpen heette, de Boeve-
klok, zooals men die in Amsterdam en
Utrecht, de Ruymclocke, zooals wij ln de
oude stadspapieren van Middelburg opge-
teekend vinden, ook wel Ruymstraalklokke
genaamd. Ieder die zich na 9 uur 's avonds
op straat wilde begeven moest voorzien
zijn van een lantaarn- U ziet alweer: niets
nieuws onder de zon, al was de aanleiding
dan ook een andere.
Voordat men in de verschillende groote
steden zich ging bemoeien met de verlich
ting, kwam de bestrating aan de beurt. Dat
was geen overdaad, want overal kunnen
we in de oude verhalen lezen, dat de be
woners mopperden over onbegaanbare mod
derpoelen. Welk land is hierin voorgegaan?
Men wil zoo graag gelooven dat Holland
dat was, maar zeker is alleen dat reeds
in 1184 te Parijs een aanvang werd gemaak*
met het plaveien der straten. Van het
Fransche woord chaussee zouden de woor
den afgeleid zijn als: cauchiede, calseyde,
calezyweg, calezysteen. Tot in de 16ds
eeuw maakte in Holland ieder de bestrating
voor zijn eigen huis. In Enkhuizen kwam
hierin vanaf 1550 verbetering, in Amster
dam begon ihen er in 1580 mede, en in
Rotterdam moest men tot 1584 wachten.
In deze laatste stad was daar op 't laatst
nog de geheele westzijde, der Goudsche
Wagenstraat van het Pesthuis tot aan de
Kipstraat „al moeras en modder, onrede-
lyck om te si en".
In de provincie Zeeland was men er al
al eerder bij. Uit oude vergeelde papieren
is gebleken, dat in Middelburg men in het
jaar 1365 een aanvang maakte met t „cal
seyde n". Straat voor straat ging men lang
zamerhand verder, het werk vorderde dus
wel eenigen tyd. In dat jaar begon men
dan met te Mechelen aangekochte calseyde-
steenen de Middelaere te bestraten, daarna
binnen de Gortstrate-poort, en de Noord
en Zuidzijde van de Damme. Vervolgens
„tusschen Bedde en weech (het tegen
woordige Beddewijkstraatjeover 't „con-
duut van 't Clooster", „Straatken tusschen
Langhevele-porte en 's Heer Hendriks-
porte van den Abeele". Het blijkt dat de
Markt, of zooals men het vroeger noteerde
het Marktveld, in 1578 gereed kwam, ter
wijl drie jaren tevoren op die plaats de
Westmonster Kerk afgebroken was. In de
oorspronkelijke rekening uit dat jaar 1578
luidt een post aldus
„Betaelt Lieven Bal en Micbiel Schepens,
beyde straetmakers van Gent, over het
maeken en calsiën de merekt deser stede,
daer de Kercke van Westmonster op ge-
staen heeft en by Ordonnancie van Wedt
en Raedt tot diens ende vercieringe van
der Stadt afgebroken is, groot zynde de
selfde merekt zes hondert zeven en veer-
tich Roeden ende acht voeten, hier inne
gerekent ettlicke roeden die zy Straet-
maeckers ora 't sluyten van hun werek op
ettelycke straeten opgenomen en boven
heure gemaeckt hebben, al 't samen breeder
blyckende by de metinge van Heyndrick
Geertsen, geswooren Lantmeter, gerekent
den arbeyt van den Straetmaker teghens
III Sch- IV grooten de Roede. Per quy-
tancie. Laus deo. L CVIL XIV sch."
Voorwaar een langademige zin. De be-
teekenis van deze zin wordt pas recht dui
delijk, als men zich de moeite neemt, punts
gewijs alle gegevens na te gaan. Niet dat
w\j U zullen vervelen met een volledige
beredeneering, maar voor het goede be
grip diene het volgende direct na de ver
melding van de afbraak der Westmonster
Kerk volgt de mededeeling van de grootte
in het vierkant van de markt. Over deze
afmetingen verschillen de getallen hier en
daar nogal eens. Het verschil ligt vermoe
delijk in het feit, dat de stoepen, en in
gangen van sommige straten er al dan
niet by geteld waren. Met en zonder deze
getallen verschillen de berekeningen natuur
lijk, zoodat we nu ook de bemoeienissen
van den „geswooren (b'eëedigd zouden wij
nu zeggen) Lantmeter" beter begrijpen. De
woorden Laus Deo tot slot zijn een ware
zucht van verlichting van de Thesauriers,
toen zy het hooge bedrag bleken te kunnen
betalen! Dit bedrag ziet er uit als een
rebus, maar beduidt 107 Ponden en 19
schellingen.
Steenboeten.
In Vlissingen treffen we in verband met
de bestrating de instelling aan der steen
boeten. Deze boete werd trouwens op ge
heel Walcheren in verscheidene steden on
geveer tegelijk ingevoerd, waarbij over
treders van een misdrijf werden veroor
deeld tot het betalen van een zeker aantal
steenen, die moesten dienen voor bestrating,
kerken, stadsmuren en openbare gebouwen.
In sommige steden treffen we een om
schrijving aan, waaruit blijkt dat soms de
delinqeunt ook de kalk er bij moest leve
ren, en de steenen zelf ter plaatse moest
gaan inmetselen- Minvermogenden moesten
met een steen om den hals rondloopen óf
wel werden verbannen. Men zou haast kun
nen zeggen, dat als er in een stad iets
van steen gebouwd moest worden de stede
lijke regeering begon met een steenboete
op te leggen, zoo overtuigd was zij ervan
dat bepalingen wel overtreden zouden wor
den en de boosdoeners dan op die wijze
hun straf konden boeten. We vinden dit
ook opgeteekend in de geschiedbeschrij-
vingen van Marcus Zuerius Boxhora, uit
de eerste helft der zeventiende eeuw, waar
hij In verband metdeze boeten te Vlis
singen om. zegt: „dat men één ofte een
half Last straatsteenenaan de stede tot
beteringhe van misdaad zal geven, als ook
den steen draghen".
Hoewel de wegen nu bestraat waren,
bleef den inwoners één groote ergernis nog
steeds niet bespaard. Dat waren de z.g.
straatvarkens. Het stond met deze lieve
diertjes zóó, dat zij vrij mochten rond
loopen, ja zelfs ln "sommige gevallen stond
dat uitdrukkelijk vermeld in een stadskeur,
zooals dat in Haarlem het geval was. Zoo
als we vaak,in vroeger jaren aantreffen,
was het ook hier weer voor een groot
deel een kwestie van diep ingeworteld bij
geloof. Wel wat wonderlijk doet het ons
•aan te lezen, dat de StAntonius-varkeps,
genoemd naar den Heiligen Antonius van
Padua en voorzien van zijn merkteekén,
een privilege van den Heiligen Stoel te
Rome hadden. In 1419 publiceerde de Raad
van Utrecht dan ook, dat sommige harer
varkens „verschalken aldus Gode ende
de Heiligen ende den raad". En verbood
daarom het rondslenteren der stadsvarkens,
snuffelende langs de huizenkanten en de
mesthoopen- In het eerste Nederlandsche
woordenboek, van de hand van Cornelis van
Kiel of wel Kiliaan, dateerend van 1574,
wordt het woord „straetvereken" ln het
Latijn omschreven.
Doelmatige verlichting,
J7u de varkens uit de geplaveide stra
ten weg waren, ging men zijn gedachten
bepalen op een doelmatige verlichting. Hoe
stond het daarmee tot dien? Eerst in de
zestiende eeuw kwam men er in Europa
toe, verlichting in de straten toe te passen,
en wel niet eens zoozeer om de voorbij
gangers op hun pad by te lichten als wel
in de vorm van heiligenvereering. Louise
van Lotharingen "gaf daartoe het bevel, en
men zag al spoedig het onbedoelde voor
deel er van in. Zoodoende werd in 1524
bevolen, dat alle bewoners van Parijs na
9 uur 's avonds licht voor hun vensters
zouden branden. In Antwerpen stond op
zoowat iederen hoek een heiligenbeeld, zoo
dat men daar in navolging op die plaatsen
e'en brandend lichtje plaatste, intusschen
meer ter oriëntatie dan ter verlichting.
Eerst in 1667 kwam men te Parijs op
het idee, op iederen straathoek en midden
in de straten een lantaarn te plaatsen.
Na het uitvinden van de z.g. Reverbères,
straatlantaarns met teruggekaatst, dus
helderder licht, in 1745, werd te Parijs in
1766 Öit systeem toegepast. De lezer zal
begrtjpen, dat dit reeds een heele ver
betering beteekende. Te Brussel was intus
schen in 1703 het aansteken van 1000
lampen gedurende 7 maanden publiek aan
genomen voor 4300,Deze werkwyze
schijnt echter op den duur niet te zijn
bevallen.
In het Noordelijker Holland was er in
de zeventiende eeuw nog geen licht op
straat Jan van der Heyden vond behalve
de brandspuit ook een lantaarn uit, die
te Amsterdam in het jaar 1669 zyn in
trede deed, en in den Haag in 1678 na
volging vond. Wat meer speciaal Middel
burg betreft, daar was nog geen spoor
van verlichting vóór het jaar 1635. Toen
werd er eindelijk een zwakke poging ge
daan, welke wij hier vertrouweiyk weer
gegeven vinden in de stadsrekeningen:
„1635. Betaald A. van Schelstrate voor
21 dagen dienst in 't aansteken van de
keersen in de Janteerens op den Dam en
Nieuwe Haven 1 pd. 5 st." Hoewel men
daarna op proef lampen uit Holland liet
komen, behielp men zich met kaarsen tot
1685. Pas uit 1686 dateert de post: „van
betalingen wegens het maken en stellen
mitsgaders het onderhouden van de lan-
teerens gestelt in alle de wijken en rond
om deze stad".
Om de kosten te dekken van de te
branden raapolie en een weinig lijnolie
(speciaal voor 's winters) werd een
extra belasting geheven, welke in 1669
10.386,opbracht.
Zoo zien we, dat wy nu noodgedwongen
een dergelrjke duisternis op straat mee
maken als onze voorouders. Alleen weten
wy, hoe het anders zyn kèn
Mr. J. M. FUCHS
By de opgravingen heeft men 7 zullen
van den tempel gevonden, waarvan er twee
me t soukels en korinthische kapiteelen
compleet bewaard zyn gebleven.
ONDER ZAKKEN BEDOLVEN.
In het pakhuis van een fouragehan-
delaar te Loenen aan de Vecht waren
Vrydagmiddag twee arbeiders bezig met
het versjouwen van zakken, welke opge
stapeld lagen. Plotseling gingen de zak
ken aan het schuiven, vermoedeiyk door
dat de mannen den ondersten zak weg
trokken. Het gevolg hiervan was, dat zy
den stapel op het lichaam kregen. Eenige
arbeiders snelden te hulp en konden de
slachtoffers uit hun benarde positie be-
vryden. Inmiddels was geneeskundige hulp
ingeroepen. By den 28-jarigen W. Strij-
land kon men slechts den dood consta-
teeren. De 46-jarige stoker kon, na ver
bonden te zgn, naar zijn woning worden
overgebracht.
AiifcNUA
VLISSINGEN.
„AIhambra''-theater. Van Vrijdag 14 tot en
met Dinsdag 18 Februari: „Peer Gynt".
MIDDELBURG.
Electro-bloscoop. Van Vrijdag 14 t/ra
Donderdag 20 Februari„Het myste
rie van de Mondschein Sonate".,
GOES.
Grand-theater. Vrydag 14, Zaterdag 15,
Zondag 16 en Dinsdag 18 Februari
„Myn zoon de minister".
ST. LAURENS.
Abonnementen en advertenties voor de
Provinciale Zeeuwsche Courant worden
aangenomen door den Agent.
A. JANSE.