n
r
.KEELPIJN
HOE LEEFT DE PARIJZENAAR?
PARI J BO HE BRIEVEN.
Eerste zorg Is voor het dagelijksch brood.
Van onsen Parjjschen correspondent.)
PARUS, 30 Januari.
Toen wij in September des vorigen
jaars uit Parijs vertrokken wisten we
reeds; dat in Nederland een min of
meer gecompliteerd systeem van bons
en punten en speciale vergunningen
en wat dies meer zij ons wachtte, ter
wijl er in Frankrijk van een distributie
nog geen sprake was, al bezat ieder
reeds een „carnet d'alimentation", een
stamkaart, en zelfs bons, die nimmer
zijn gebruikt. Maar al spoedig daarop
heeft ook Frankrijk zijn bonnenstelsel
gekregen en 't kan thans in vele op
zichten met Nederland wedijveren,
staat er ten aanzien van eenige dingen
des dagelijkschen levens zelfs iets beter
voor en komt in andere zaken achter
aan.
Een vergelijking met Holland gaat nooit
heelemaal op om de eenvoudige reden, dat
men ook in normale tijden hier anders
leeft dan bij ons. Wanneer wij constateeren,
dat de café's te Parijs het drukker heb
ben dan ooit, mag men daaruit nog niet de
conclusie trekken, dat het den Parijzen aars
tegenwoordig zoo naar den vleeze gaat. De
Parijzenaar, en dat geldt trouwens voor
den Franschman in het algemeen, leeft nu
eenmaal veel meer buitenshuis dan wij
doen; het zou ons niet in het minst verba
zen als hij het bedrag der verteringen, in
café's gemaakt, op zijn belastingbiljet in
vult onder het hoofd „Kosten voor nood
zakelijk levensonderhoud".
Naast die algemeene bestaat er thans
nog een bijzondere reden voor de uithuizig
heid: de kou. Want van de verwarming is
dezen winter niet bijster veel terecht ge
komen; naar we meenen kreeg men dertig
procent toegewezen van het verbduik van
het vorige jaar, hetgeen voor den particu
lier gemiddeld neerkwam op 50 kilogram
kolen per maand. En waar de Parijzenaars
iets weg hebben van den befaamden kre
kel uit de fabel van Lafontaine, zat men
al spoedig in de kou. Er is kou geleden in
Parijs en er wordt hier en daar nóg kou
geleden; in tal van flats, die zooals het
onze centraal werden verwarmd (hetgeen
tot dusver gedurende elf dagen in totaal
het geval is geweest) zit men 's avonds te
kleumen bij een electrisch kacheltje, dat
dezen winter nog de vorstvarens niet van
de ruiten vermocht te weren. Zoodat me
nigeen zijn troost en toevlucht maar zocht
en zoekt in de café's, waar het tenminste
warm is, zooal niet door de kachel dan
toch door de volte van medemenschen.
ER WORDT MEER IN
RESTAURANTS GEGETEN
Een analoog verschijnsel doet zich voor
bij de restaurants. Er wordt meer nog dan
vroeger in restaurants gegeten, en men
weet, dat een groot deel der Parijzenaars
ook in gewone tijden wel gedwongen is om
buitenshuis te eten, althaas te dejeuneeren,
al zou het alleen zijn wegens dfe groote af
standen, die verhinderen dat men zich in
het middaguur naar huis begeeft, wat te
meer klemt nu de metro welhaast het eeni
ge middel van vervoer is geworden. Want
de enkele autobussen met haar reusachtige
daken het gasreservoir tellen nauwe
lijks mee in de wereldstad. Men eet dus
buitenshuis, en ook zij die zulks vroeger
niet of zelden deden, maken thans gebruik
van de restaurants. Niet alleen doordien
de eethuizen verwarmd zijn, maar ook om
dat men er waar krijgt, in casu eten, voor
zjjn geld en zijn bons. De huismoeders,
wlen het veel hoofdbrekens kost om de in
grediënten voor een behoorlijken maaltijd
bijeen te brengen en soms uren wachten in
de rij voor den winkel van bakker, slager
of kruidenier, hebben meer zorgen dan de
genen, die hun maaltijden geregeld in de
restaurants nuttigen; met een beetje over
leg kunnen laatstgenoemden zich lederen
dag voldoende voeden, al zit men op het
eind der maand wel eens wat krap met de
bons.
Om maar een concreet geval te noemen
wij doen ons maal 's middags met een
vleeschsoort, waarvoor men een bon van
negentig gram vleesch noodig heeft, een
groente, waaronder ook aardappelen zijn
begrepen, met een bon voor 5 of 10 gram
vet of boter, een kaassoort, met een bon
voor twintig gram kaas en 150 gram
brood. Wijn kan men zonder bon bekomen,
evenals koffie, die meestal uit een surro
gaat bestaat en waarbij saccharine in vloei
baren toestand of in tabletvorm de suiker
vervangt. Het diner verschilt niet zooveel
vn het dejeuner, alleen vervangt visch dan
den vleeschschotel of treden daarvoor
oesters, mosselen, slakken (die zijn best
te eten) of andere schaaldieren in de plaats,
waarvoor geen „ticket" noodig is. Aardap
pelen zijn nogal zeldzaam, een portie pom-
mes frites is een festijn, een salade vindt
men nog wel van bieten of tomaten, ge
bak ziet men ook al zelden, maar eieren
daarentegen kan men op ieder menu aan
treffen en men heeft slechts een vetbon
noodig voor een paar spiegeleieren of een
omelet.
Als men gemiddeld op een vijftig,
zestig franc voor beide maaltijden re
kent is men niet al te duur uit; aan
de hand van de bons, welke ons voor
de maand Februari werden verstrekt
hebben wfl uitgeknobeld, dat we deze
maand zestien maal een vleeschschotel
zullen bestellen, tien keer een stukje
kaas, wat weinig is, 28 dagen 150 gram
brood per maaltijd en dat we welgeteld
over 410 gram boter of vet beschik
ken, wat voor een stamgast in een
restaurant ruimschoots voldoende is.
Want dót hebben we al begrepen: het
is thans noodzakelijk om een restaurant
te hebben, waar men geregeld eet.
Evenzoo is de huismoeder blij met haar
vasten winkelier, zooals die eertijds geluk
kig was met zjjn vaste klanten. De over
heid heeft trouwens de koopers verplicht
om bij een vasten leverancier te staan in
geschreven; de winkelier ontvangt dan
toewijzingen voor de meest schaarsche ar
tikelen, waarvan de voornaamste zijn:
melk, rijst, 100 gram per maand voor kin
deren, suiker, rantsoen 500 gram per
maand, olie en aardappelen, om van genot
middelen als chocola en gebak maar niet
te spreken, noch van zeep, 125 gram per
maand, allemaal dingen, die als gezegd ta
melijk zeldzaam zijn en zonder bon niet te
verkrijgen.
Wat hier verteld is van Parijs, geldt voor
geheel Frankrijk, ook voor het onbezette
gebied, met misschien kleine plaatselijke
verschillen. Men heeft overigens kunnen le
zen, dat Duitschland duizenden tonnen
aardappelen naar Frankrijk heeft verzon
den om aan de levensmiddelenvoorziening,
met name van de Fransche hoofdstad, te
gemoet te komen; Amerika zond geconden
seerde melk.
VERVOERSMOEELUKHEDEN.
Niet zoozeer is dikwijls de geringere
productie de oorzaak der schaarschte als
wel de moeilijkheid, vaak de onmogelijk
heid van het vervoer. In het bizonder heeft
dat gegolden voor de kolenvoorziening;
Frankrijk produceert op dit oogenblik
reeds meer dan vóór den oorlog, doch het
vervoer moet bijna uitsluitend per spoor
geschieden en de spoorwegen zijn al over
belast. Dit neemt natuurlijk niet weg, dat
-de moeilijkheden geaccentueerd worden
doordien Frankrijk van zijn invoer aan ko
len uit Duitschland en Engeland, aan bo
ter uit Argentinië en van fruit uit België,
Spanje, Nederland, Amerika, Italië ge
speend blijft, hetgeen voor een deel te wij
ten is aan de blokkade. Men kan daar den
vroegeren invoer van tarwe, rijst, koffie,
olie, vleesch en vleeschconserven nog gerust
aan toevoegen, een invoer, die een waarde
had van rond vijftig milliard francs.
Zoodat, ofschoon hier te Parijs allerminst
hongersnood heerscht, we toch evenmin in
overvloed baden. En de groote massa kan
er natuurlijk niet aan denken om in een
restaurant als bijvoeding voor een peer tien
vijftien franc, voor een appel zes tot
twaalf franc, voor een sinaasappel vier tot
zes franc, voor een banaan drie tot vijf
franc, voor eenige vijgen of wat dadels vier
tot zes franc en meer neer te tellen.
Op het gebied van de kleeding kent
Frankrijk nog geen distributie, evenmin als
België, doch de voorraden raken langza
merhand uitgeput, zoodat er ernstig aan
de invoering van een puntensysteem als ten
onzent wordt gedacht; het bestaat overi
gens sinds begin Januari reeds voor schoei
sel; men heeft recht op minimum één paar
schoenen per jaar.
Zoo gaat dan het leven te Parijs zijn da
gelijkschen gang met zijn zorgen voor het
dagelijksch brood, zijn strijd tegen koude
en armoede. Er zijn andere kanten aan dat
leven, we komen daarop terug. Men kan in
het algemeen nog over het noodzakelijke
beschikken, al kost dat meer tijd en noei-
te dan vroeger en al is een lange rij van
wachtenden voor de winkels een gewoon
verschijnsel geworden in de straten; men
kan het niet strikt noodzakelijke als bier en
tabak nog bekomen zonder bon. Maar wel
nimmer is er zoo vurig als thans verlangd
naar de lente, waarvan men mildheid en
verruiming, licht en verademing verwacht.
T. O.
OUD-MINISTER IR. H. A. VAN
YSSELSTEYN OVERLEDEN.
Gisteren is te 's-Gravenhage op 80-
jarigen leeftijd overleden ir. H. A. van
Ysselsteyn, oud-minister van landbouw,
nijverheid en handel.
De teraardebestelling van het stoffelijk
overschot zal Maandag a.s. om 12 uur op
de begraafplaats Oud Eik en Duinen in
Den Haag geschieden.
Ir. H. A. van Ysselsteyn werd 6 Decem
ber 1860 te^Zierikzee geboren. Na
zijn studies aan de H.B.S. en de Polytech
nische School te Delft werd hij op 20-
jarigen leeftijd, na het behalen van zijn
diploma als civiel-ingenieur, bij de ge
meente Rotterdam aangesteld.
In 1908 werd hij door minister Talma
aangezocht als hoofd van de arbeidsinspec
tie. Als directeur-generaal van den arbeid
leidde hij het ontwerpen van de Arbeids
wet 1911 en de Stuwadoorswet 1914, ter
wijl hij van 1911 tot 1914 voorzitter van
de staatscommissie voor de electriciteits-
voorziening en in de oorlogsjaren algemeen
secretaris van het Kon. Nationaal Steun
comité was.
Toen in 1918 mgr. Nolens werd belast
met de formatie van een nieuw ministerie,
werd ir. van Ysselsteyn aangezocht als mi
nister van landbouw, nijverheid en handel
en tot 1922 maakte hij als zoodanig deel
uit van het kabinetRuys de Beeren-
brouck. Zelfs heeft hfl eenigen tjjd het
departement van marine beheerd.
Na zijn aftreden als minister heeft de
heer van Ysselsteyn Zuid-Afrika en tot
tweemaal toe Indië bezocht.
AFNEMENDE KOUDE IN HET
NOORDEN.
De Noorsehe pers bespreekt druk de
kwestie een er wijziging van klimaat in
het Noorden. Twee deskundigen der uni
versiteit Oslo hebben hierover onlangs
lezingen gehouden. De laatste vijftig jaar
valt er een vermindering van de koude
te constateeren, al vormden de laatste
winters met hun recordkoude een uitzonde
ring en werd daarin de laagste tempera
tuur sinds honderd jaar bereikt. Het dui
delijkst komt de stijging in temperatuur
tot uiting op Spitsbergen, waar de ge
middelde wintertemperatuur vijf graden
warmer is dan vijftig jaar geleden. Voor
Oslo bedraagt de vermindering van de
koude 1.5 gr. de hiermede gepaard gaande
veranderingen van klimaat zijn van gun-
stigen invloed geweest op den landbouw
en het bedrijfsleven. Op de noordelijke ak
kers is de grens tot waar tarwe verbouwd
kan worden, met hónderd meter gestegen.
De duidelijkste verandering treedt op Spits
bergen aan het licht, waar het ijsvrije
scheepvaartselzoen van 75 tot ruim 175
dagen per jaar is toegenomen.
1 vandaag enmorgen verkoudei
De legerberichten van gisteren-
HET DUITSCHE.
Het opperbevel der Duitsche weermacht
deelde gisteren mede
„Na de vernietigende slagen, die de
laatste dagen door duik boo ten en bom
menwerpers met grooten actieradius
aan het Britsche convoolstelsel ten wes
ten van Portngal zijn toegebracht, heb
ben thans, In den Atlantischen Oceaan
opereerende Duitsche oorlogsschepen
een groot vijandelijk convooi aangeval
len. Z\j slaagden er In, 18 gewapende
vijandelijke koopvaardijschepen, waar
onder verscheidene groote oceaansche
pen, die zwaar geladen waren mot oor
logsmateriaal voor Engeland, tot zin
ben te brengen. Door dezen aanval
werd het convooi verstrooid.
Bij aanvallen op militaire doelen aan den
mond van Theems en Humber hebben ge
vechtsvliegtuigen treffers geplaatst op een
scheepswerf en op rotsversterkingen. Ge
wapende verkenningsvliegtuigen hebben
met goed gevolg een vrachtschip aan de
noordkust van Schotland en een patrouille
vaartuig aan ue zuidoostkust van Engeland
aangevallen. Ver dragend geschut van het
leger heeft overdag en des nachts voor den
oorlog belangrijke doelen in het zuidoosten
van Engeland beschoten.
In het noorden van Cyrenaica heeft de
Duitsche luchtmacht bomtreffers van zwaar
kaliber geplaatst op Britsche troepenkam
pen en militaire installaties. Op een vlieg
veld by Benghazi werden op den grond
staande vliegtuigen door bommen getroffen.
Autocolonnes werden verstrooid door ma
chinegeweervuur en bommen. Gevechts
vliegtuigen hebben met succes het vliegveld
Luca op Malta aangevallen. Bij luchtge
vechten boven het eiland verloor de wijand
drie vliegtuigen van het type Hurricane.
Sedert midden-Januari hebben Duitsche
gevechtsformaties verschillende geslaagde
luchtaanvallen op het Suez-kanaal gedaan.
Bij deze moedige aanvallen der Duitsche
luchtmacht zijn bomtreffers geplaatst op de
kanaalvakken, spoorwegemplacementen en
havenwerken. Zooals reeds gemeld, is bij de
luchtverkenning gebleken, dat als gevolg
van deze actie ook twee koopvaardijsche
pen midden in de vaargeul zjjn gezonken.
Bij het onderzoek der luchtfoto's kwam
tevens vast te staan, dat zich ten noorden
en ten zuiden van de versperde plaatsen
aanzienlijke concentraties van schepen be
vonden. Het zinken der schepen heeft dus
geleid tot ernstige belemmering van de
scheepvaart door het Kanaal.
Een duikbootjager heeft Woensdag aan
de Atlantische kust een Britsch bombarde
mentsvliegtuig, dat zonder resultaat bom
men had geworpen, neergeschoten.
Gisternacht zjjn noch boven Duitschland
noch boven het bezette gebied vijandelijke
vliegtuigen verschenen. Di*ie eigen vliegtui
gen worden vermist.
HET ITALIAANSCHE.
Het opperbevel publiceerde gisteren
legerbericht no. 251. Het luidt als volgt
Aan het Grieksche front bedrijvigheid
van patrouilles en de wederzij dsche artil
lerie. Vijandelijke bases, wegen, verbindin
gen, artilleriestellingen werden doeltref
fend bestookt door onze formaties vliegtui
gen. Troepen, kampementen en wagens
werden in scheervlucht aangevallen en met
lichte bommen getroffen. Een formatie
jachtvliegtuigen heeft op 11 Februari een
vijandelijk vliegveld aangevallen en talrij
ke, op den grond staande vliegtuigen met
mitrailleurvuur bestookt en ernstig be
schadigd. Tijdens een luchtgevecht is een
vijandelijk, tweemotorig vliegtuig neerge
schoten. Een van onze toestellen is niet
teruggekeerd. Op Malta is het vliegveld
Mikabba door onze bommenwerpers aan
gevallen.
In Noord-Afrika hebben vliegtuigen van
het Duitsche vliegercorps offensieve ac
ties ten uitvoer gelegd tegen een concen
tratie van troepen, oprukkende colonnes
en een vliegveld van den vijand.
In Oost-Afrika zijn in de zóne van
Cheren felle aanvallen van den vijand,
gesteund door een luchtbombardement,
duidelijk afgeslagen door onze tegenaan
vallen. De luchtmacht heeft moedig onze
troepen gesteund gedurende hun heldhaf
tige verdediging.
In den beneden Soedan, in de zóne van
de rivier Omo, hebben onze troepen vijan
delijke colonnes afgeslagen, die talrijke
dooden en gewonden op het terrein achter
lieten.
Weinig verandering op de
Amsterdamsche beurs.
In den toestand op de Amsterdamsche
Effectenbeurs was gisteren geen verande
ring gekomen in zooverre de handel we
derom van bescheiden afmetingen was. De
stemming was echter iets verbeterd, hoe
wel hiervoor geen direct aanwijsbare fac
toren waren aan te geven. Op de beleg-
gingsafdeeling werd weer geregeld zaken
gedaan in de nieuwe 4 procents obliga-
tiën. De koers verschilde ten opzichte
van Woensdag zoo goed als niets. Gemeen
telijke en provinciale obligatiën waren
goed van toon. Pandbrieven bijna zonder
belangstelling. De handel in inheemsche
fondsen was zooals gezegd, van geringe
afmetingen en zelfs in de leidende aandee-
len ging maar weinig om. Het kleine aan
bod dat de laatste dagen viel waar te ne
men, was thans echter verdwenen, en waar
nog materiaal aan da markt kwam, werd
dit vlot opgenomen, in verband waarmede
de koersen tot oploopen geneigd waren. Op
de petroleumafdeeling stegen Olies van
237 tot 24<"> Van de rubberfondsen
kwamen Amsterdam rubbers een paar
punten hooger te liggen. De affóire in ta
bakken stxxnd ongeveer stil. De scheep
vaartrubriek was zeer stil, maar goed
prijshoudend. Industrieelen werden op
kleine schaal verhandeld. De suikerafdee-
ling w? stil. Hoewel d o zetten in Ame
rikanen onbeteekenend waren, was ook hier
de stemming verbeterd, ondsr beurstgd
volgden de koersen sen opwaartsche rich
ting, waarbij zich echter geen groote ver
schillen voordeden.
Bataafsche Petr. Mij. Obl. 3% 79%
A Amsterdamsche Bank 111
A Ned. Gist- en Spiritusfabr. 350
A KLM. De Schelde Nat. Bez. 66
C Union Pao Rr.
Nederland le lng 1940 4 98%
Nederland 2e lng 1940 4 94%
NederL met beL fac. 1940 4 98%
Ned. k 1000 1938 (3%) 3 84%
Indië a 1000 1937 3 85%
A Koloniale Bank 167%
A Ned. Ind. Handelsbank 115
C Ned. Handel Mij. 113%
A Van Berkels Pat. 46
C Calvé Delft 65%
A Lever Bros en Unilever 112%
A Philips Gloeil. Gem. Bez. 195%
C Am. Car Foundry 29%
C Anaconda Copper 27%
C Bethlehem Steel 80%
C General Motor 48%
C Kennec. Copper 34%
C North Am. Aviation 15%
C Rep. Steel 24%
C Un. States Steel 63%
C North Am. Cy. 17%
A Kon. Petroleum Mij. 235
C Contin. Oil Cy. IS
C Philips PetroL 33%
C Shell Union 11%
C Tide Water Ass. Oil 9%
A Ned. Scheepvaart Unie 164%
A Handelsver. Amsterdam 403%
A Ned. Ind. Suiker U. 240%
A Deli Batavia Mjj. 183%
C Deli Mij. 1000 240
A Senembah Mg. 199%
C Pennsylv. Rr. 24%
A South Railway
C Amsterdam Rubb. 251%
A Deli Batavia Rubb. Mij. 197
A Hessa Rubber. Mg. 131
A Serbadjadi Sum Rubb. 111
Nederlahd 1941 4% 100 96%
Nederland 1941 4% S 500 97
Nederland 1941 4% 1000 97%
78%
114%
348
67
77%
98%
95
98%
85
85%
167%
115%
113%
46%
65%
112%
198
29%
27%
80%
48%
34%
16%
24%
64%
17%
238%
18%
34%
11%
10
166%
405%
241
180%
238
202
25
14
254%
201
130
114
96%
97
97%
1600 GULDEN BIJ INBRAAK
ONTVREEMD.
Gisternacht is, terwijl de bewoners boven
rustig sliepen, ingebroken in een heeren
huis aan de Jan van Goyenkade te Amster
dam. De inbrekers zgn door den achtertuin
binnengedrongen en hebben alles overhoop
gehaald in het benedenhuis. Uit een geld
kistje, dat in een schrijfbureautje stond,
werd 1600 gulden ontvreemd, terwijl de
dieven zich bovendien meester maakten
van een hoeveelheid tafelzilver, een bont
mantel, een jas en twee fietsen.
In den nacht van 11 op 12 Februari heb
ben vijandelijkvliegtuigen eenige bom
men en talrijke lichtfakkels op het eiland
Rhodes neergeworpen. Twee vrouwen en
een knaap werden gedood. Eenige schade
werd aan woningen aangericht.
Eleanor Elliot Carroll j
16)
„Robin Lee?" Het wa3 alsof het meisje
door een wesp gestoken werd. En daarna
begon ze schril te lachen, maar de man,
die haar hand vasthield scheen niet te
hooren, hoe valsch het klonk. En geen
van beiden bemerkte, dat er iemand op
den drempel van den salon stond te luis
teren. Iemand, wiens gelaat asebgrauw
werd, toen hg zijn eigen naam hoorde
noemen.
„Robin Lee is nooit iets voor me ge
weest!" riep Gwynne heftig uit „We
hebben maar wat met elkaar gespeeld.
Hij was wel aardig. Dat is alles!"
„Daar ben ik blij om, liefste," mom
pelde Julian. „Ik ben bang geweest, dat
je zoo veranderd was, door dat engage
ment van Inez met Robin
„Belachelijk!" viel ze hem koortsachtig
gejaagd in de rede, haar handen uit de
zjjne losmakend en een eindje op zij
schuivend. „Kom, laten we niet meer over
zulke malle dingen praten."
„Dat zal ik niet doen, lieve. We zullen
alleen maar over ons beiden praten. Over
jou en mij en het geluk, dat we samen
zullen kunnen vinden, als
Op dat oogenblik ging er een schok
door het schip, die hun beider stoelen
achteruit deed glijden. Een volgende
schok deed Robin den salon intuimelen.
Boven hun hoofden klonken schuifelende
voetstappen, verwarde kreten van schrili
en het kraken van een zwaar voorwerp,
dat op het dek neer plofte
XL
De orkaan.
Beiden zagen Robin op hetzelfde oogen
blik. Hij ontweek den blik van Gwynne.
Met door inspanning bijna onherkenbare
stem zei hij tegen Julian:
„Ohik kom om jou, FaustEr
dreigt gevaar. De storm wordt erger en
de kapitein heeft alie mannen aan dek
noodig. Kom gauw mee!"
Dat er gevaar dreigde was spoedig meer
dan duidelijk, zelfs voor de bemanning,
die toch wel aan erg weer gewend was.
Het werd onmogelijk te gaan dineeren.
Het jacht slingerde en stampte zoo ge
weldig, dat niemand op een stoel kon 'blij
ven zitten. Inez en mevrouw Maitland
kregen zenuwtoevallen en de anderen
konden hen nauwelijks een weinig tot
bedaren brengen.
De hofmeester en zijn helpers liepen
zenuwachtig rond om de patrijspoorten
te sluiten. Felle bliksemstralen doorlichtten
het vaartuig tot in alle hoeken en lieten,
als ze verdwenen waren, een verstikkende
duisternis na.
Gwynne draaide een lichtschakelaar om,
maar het bleef donker. De electrische
leidingen waren defect. Ze hoorde den
kapitein zijn bevelen rondschreeuwen, het
onafgebroken heen en weer hollen over
het dek en de schrille kreten der beide
vrouwen.
„Ohwe zijn verloren! Verloren O,
Robin, laat me toch niet alleen! Ik ben
zoo doodsbang!" gilde Inez, door de gang
wankelend.
„Ik moet weg," antwoordde Robin. ,Jk
moet helpen. We zijn allemaal noodig.
Ga maar naar den rooksalon, daar heb
je het minste last van het slingeren. We
komen bij je, zoodra het maar mogelijk
is."
Gwynne vond in het donker de deur van
den salon op het zelfde oogenblik, dat een
bliksemflits Robin en Inez, die kram-
achtig aan hem vastklampte, in fel wit
ten gloed zette. Hij zag het meisje en
wendde zich smeekend tot haar: „Toe,
neem Inez in den rooksalon bij je. Dat is
de beste plaats tijdens dezen storm.
Ze brachten het overspannen meisje
tusschen ach in den rooksalon binnen. De
meubels gleden over den grond bij elke
stijging en daling. Even later kwam me
vrouw Maitland met Rachel, elk voorzien
van een zaklantaarn.
Een uur kroop voorbij en onophoudelijk
schommelde het schip als een dronken
man van den eenen naar den anderen
kant. De machines hadden het zwaar
te verantwoorden en het stampen ervan
klonk zoo, alsof ze elk oogenblik stil zou
den staan. En boven alles uit klonken de
kreten der mannen aan het dek. Nu en
dan hoorden ze het kraken van hout, als
een geweldige breker van schuimend
water zich met donderend geweld over
het schip heenstortte. Al die geluiden
te zamen maakten den indruk alsof een
geweldig monster lag te kermen en te
steunen.
Tweemaal slaagde Ambrose er in, den
salon, waarin de vrouwen zich bevonden,
te bereiken. Hij deed zfln best, zoo opge
wekt mogelijk te praten.
„Bljjven jullie nu toch in vredesnaam
bedaard", bemoedigde hij hen. „Het is
erg, dat geef ik dadelgk toe, maar het
kon nog heel wat erger zjjn. Doe vooral
geen pogingen, om hier vandaan te gaan.
Jullie hutten zijn door het water over
stroomd."
En na die waarschuwing verdween hij
weer. Dit nieuws bezorgde Inez weer een
aanval. Haar wilde kreten overstemden
het lawaai van buiten.
„We gaan naar den kelderdaar ben
ik zeker van! Over een paar minuten zijn
we allemaal verdronken!Verdronken
in dat verschrikkelijke donkere water!
Ohik wil nog niet dood! Be ben zoo
bang om dood te gaan."
Met moeite wankelde Gwynne den salon
door naar de rustbank, waarop Inez lag
te kermen. Ze legde haar koele hand op
Inez' hoofd en streek haar kalmeerend
over het gelaat, zooals ze reeds zoo vaak
haar overspannen nicht tot bedaren had
gebracht.
„We komen best door dien storm heen",
bemoedigde ze weer. „Geef den moed nou
toch niet op. Flink ztjn, beste meid. Ze
doen al het mogelijke, om ons te redden
en het jacht is zoo sterk gebouwd en
„Ik moet Robin hebben", jammerde Inez.
„Haal hem toch hier. Toe, ga hem halen!
Hjj hoort nu bjj mij te zijn! Hg zal nog
van dat dek afgespoeld worden!"
„Hjj zal niet mogen, Inez", zei me
vrouw Maitland. „Dat is gewoon onmoge
lijk. Ze hebben alle mannen aan boord veel
te hard noodig. Wees nou toch verstandig.
Het minste, wat wij voor hen kunnen doen
is toch wel, dat we hen steunen door ons
moedig te toonen. Houd je dus bedaard!"
Maar terwijl ze nog sprak, stopten de
machines plotseling. De salon helde ang
stig schuin over, ging met een schok
terug en bleef daarna scheef liggen.
Gwynne werd dwars door het vertrek ge
slingerd en kwam met haar hoofd terecht
tegen een boekenkaast en wel zoo hard,
dat ze het bewustzgn verloor. Op het
zelfde oogenblik drong een golf water
door een gebroken venster naar binnen.
Margaret, Inez en Rachel kropen schreeu
wend en gillend naar de deur toe. Boven
hen klonk de vreeselgke kreet, die aan
schipbreukelingen reeds zooveel angst
heeft aangejaagd„In de bootenWe
vergaan!"
Op het ten ondergang gedoemde jacht
heerschte een vreeselijke paniek. Nergens
brandde eenig licht meer. De rooksalon
was niet meer dan een door water over
stroomde vloer in dichte duisternis gehuld.
De drie vrouwen kropen langs den vloer
omlaag naar de deur en tegelijkertijd
trachtten eenige mannen naar binnen te
komen. Het waren Ambrose en enkele an
deren. Dóórdat het schip zich plotseling
weer wat oprichtte, waren ze in staat de
vrouwen te bereiken,
„Zijn jullie hier allemaal?" schreeuwde
IQ met zijn zware stem. „Er valt geen
oogenblik te verliezen. Wjj hebben nog
maar twee sloepen over. De andere zijn
weggeslagen." Hij nam zQn vrouw, in zijn
armen.
Een bliksemstraal zette Robin een oogen
blik fel in het licht. Inez greep hem in
wanhoop beet en klemde zich aan hem.
vast. Een matroos trok Rachel, die, geheel
overstuur, tegenspartelde, mee.
Ze moesten tegen het gevaarlijke hel
lende dek opklauteren en in de panische
verwarring miste niemand Gwynne. Elk
hunner dacht, dat zjj bij de anderen was.
Ze wisten, dat zij er het type niet naar
was, om hét hoofd kwgt te raken, zelfs
niet in levensgevaar.
Eindelgk hadden ze de sloepen bereikt.
Ze werden neergelaten en door de nu
eens wild stijgende, dan weer dalende
golven op y neer gesmeten. De matrozen
wierpen zich op de riemen en roeiden uit
alle macht van het overhellende schip weg.
XWordfc vervolgd.)