n r .KEELPIJN HOE LEEFT DE PARIJZENAAR? PARI J BO HE BRIEVEN. Eerste zorg Is voor het dagelijksch brood. Van onsen Parjjschen correspondent.) PARUS, 30 Januari. Toen wij in September des vorigen jaars uit Parijs vertrokken wisten we reeds; dat in Nederland een min of meer gecompliteerd systeem van bons en punten en speciale vergunningen en wat dies meer zij ons wachtte, ter wijl er in Frankrijk van een distributie nog geen sprake was, al bezat ieder reeds een „carnet d'alimentation", een stamkaart, en zelfs bons, die nimmer zijn gebruikt. Maar al spoedig daarop heeft ook Frankrijk zijn bonnenstelsel gekregen en 't kan thans in vele op zichten met Nederland wedijveren, staat er ten aanzien van eenige dingen des dagelijkschen levens zelfs iets beter voor en komt in andere zaken achter aan. Een vergelijking met Holland gaat nooit heelemaal op om de eenvoudige reden, dat men ook in normale tijden hier anders leeft dan bij ons. Wanneer wij constateeren, dat de café's te Parijs het drukker heb ben dan ooit, mag men daaruit nog niet de conclusie trekken, dat het den Parijzen aars tegenwoordig zoo naar den vleeze gaat. De Parijzenaar, en dat geldt trouwens voor den Franschman in het algemeen, leeft nu eenmaal veel meer buitenshuis dan wij doen; het zou ons niet in het minst verba zen als hij het bedrag der verteringen, in café's gemaakt, op zijn belastingbiljet in vult onder het hoofd „Kosten voor nood zakelijk levensonderhoud". Naast die algemeene bestaat er thans nog een bijzondere reden voor de uithuizig heid: de kou. Want van de verwarming is dezen winter niet bijster veel terecht ge komen; naar we meenen kreeg men dertig procent toegewezen van het verbduik van het vorige jaar, hetgeen voor den particu lier gemiddeld neerkwam op 50 kilogram kolen per maand. En waar de Parijzenaars iets weg hebben van den befaamden kre kel uit de fabel van Lafontaine, zat men al spoedig in de kou. Er is kou geleden in Parijs en er wordt hier en daar nóg kou geleden; in tal van flats, die zooals het onze centraal werden verwarmd (hetgeen tot dusver gedurende elf dagen in totaal het geval is geweest) zit men 's avonds te kleumen bij een electrisch kacheltje, dat dezen winter nog de vorstvarens niet van de ruiten vermocht te weren. Zoodat me nigeen zijn troost en toevlucht maar zocht en zoekt in de café's, waar het tenminste warm is, zooal niet door de kachel dan toch door de volte van medemenschen. ER WORDT MEER IN RESTAURANTS GEGETEN Een analoog verschijnsel doet zich voor bij de restaurants. Er wordt meer nog dan vroeger in restaurants gegeten, en men weet, dat een groot deel der Parijzenaars ook in gewone tijden wel gedwongen is om buitenshuis te eten, althaas te dejeuneeren, al zou het alleen zijn wegens dfe groote af standen, die verhinderen dat men zich in het middaguur naar huis begeeft, wat te meer klemt nu de metro welhaast het eeni ge middel van vervoer is geworden. Want de enkele autobussen met haar reusachtige daken het gasreservoir tellen nauwe lijks mee in de wereldstad. Men eet dus buitenshuis, en ook zij die zulks vroeger niet of zelden deden, maken thans gebruik van de restaurants. Niet alleen doordien de eethuizen verwarmd zijn, maar ook om dat men er waar krijgt, in casu eten, voor zjjn geld en zijn bons. De huismoeders, wlen het veel hoofdbrekens kost om de in grediënten voor een behoorlijken maaltijd bijeen te brengen en soms uren wachten in de rij voor den winkel van bakker, slager of kruidenier, hebben meer zorgen dan de genen, die hun maaltijden geregeld in de restaurants nuttigen; met een beetje over leg kunnen laatstgenoemden zich lederen dag voldoende voeden, al zit men op het eind der maand wel eens wat krap met de bons. Om maar een concreet geval te noemen wij doen ons maal 's middags met een vleeschsoort, waarvoor men een bon van negentig gram vleesch noodig heeft, een groente, waaronder ook aardappelen zijn begrepen, met een bon voor 5 of 10 gram vet of boter, een kaassoort, met een bon voor twintig gram kaas en 150 gram brood. Wijn kan men zonder bon bekomen, evenals koffie, die meestal uit een surro gaat bestaat en waarbij saccharine in vloei baren toestand of in tabletvorm de suiker vervangt. Het diner verschilt niet zooveel vn het dejeuner, alleen vervangt visch dan den vleeschschotel of treden daarvoor oesters, mosselen, slakken (die zijn best te eten) of andere schaaldieren in de plaats, waarvoor geen „ticket" noodig is. Aardap pelen zijn nogal zeldzaam, een portie pom- mes frites is een festijn, een salade vindt men nog wel van bieten of tomaten, ge bak ziet men ook al zelden, maar eieren daarentegen kan men op ieder menu aan treffen en men heeft slechts een vetbon noodig voor een paar spiegeleieren of een omelet. Als men gemiddeld op een vijftig, zestig franc voor beide maaltijden re kent is men niet al te duur uit; aan de hand van de bons, welke ons voor de maand Februari werden verstrekt hebben wfl uitgeknobeld, dat we deze maand zestien maal een vleeschschotel zullen bestellen, tien keer een stukje kaas, wat weinig is, 28 dagen 150 gram brood per maaltijd en dat we welgeteld over 410 gram boter of vet beschik ken, wat voor een stamgast in een restaurant ruimschoots voldoende is. Want dót hebben we al begrepen: het is thans noodzakelijk om een restaurant te hebben, waar men geregeld eet. Evenzoo is de huismoeder blij met haar vasten winkelier, zooals die eertijds geluk kig was met zjjn vaste klanten. De over heid heeft trouwens de koopers verplicht om bij een vasten leverancier te staan in geschreven; de winkelier ontvangt dan toewijzingen voor de meest schaarsche ar tikelen, waarvan de voornaamste zijn: melk, rijst, 100 gram per maand voor kin deren, suiker, rantsoen 500 gram per maand, olie en aardappelen, om van genot middelen als chocola en gebak maar niet te spreken, noch van zeep, 125 gram per maand, allemaal dingen, die als gezegd ta melijk zeldzaam zijn en zonder bon niet te verkrijgen. Wat hier verteld is van Parijs, geldt voor geheel Frankrijk, ook voor het onbezette gebied, met misschien kleine plaatselijke verschillen. Men heeft overigens kunnen le zen, dat Duitschland duizenden tonnen aardappelen naar Frankrijk heeft verzon den om aan de levensmiddelenvoorziening, met name van de Fransche hoofdstad, te gemoet te komen; Amerika zond geconden seerde melk. VERVOERSMOEELUKHEDEN. Niet zoozeer is dikwijls de geringere productie de oorzaak der schaarschte als wel de moeilijkheid, vaak de onmogelijk heid van het vervoer. In het bizonder heeft dat gegolden voor de kolenvoorziening; Frankrijk produceert op dit oogenblik reeds meer dan vóór den oorlog, doch het vervoer moet bijna uitsluitend per spoor geschieden en de spoorwegen zijn al over belast. Dit neemt natuurlijk niet weg, dat -de moeilijkheden geaccentueerd worden doordien Frankrijk van zijn invoer aan ko len uit Duitschland en Engeland, aan bo ter uit Argentinië en van fruit uit België, Spanje, Nederland, Amerika, Italië ge speend blijft, hetgeen voor een deel te wij ten is aan de blokkade. Men kan daar den vroegeren invoer van tarwe, rijst, koffie, olie, vleesch en vleeschconserven nog gerust aan toevoegen, een invoer, die een waarde had van rond vijftig milliard francs. Zoodat, ofschoon hier te Parijs allerminst hongersnood heerscht, we toch evenmin in overvloed baden. En de groote massa kan er natuurlijk niet aan denken om in een restaurant als bijvoeding voor een peer tien vijftien franc, voor een appel zes tot twaalf franc, voor een sinaasappel vier tot zes franc, voor een banaan drie tot vijf franc, voor eenige vijgen of wat dadels vier tot zes franc en meer neer te tellen. Op het gebied van de kleeding kent Frankrijk nog geen distributie, evenmin als België, doch de voorraden raken langza merhand uitgeput, zoodat er ernstig aan de invoering van een puntensysteem als ten onzent wordt gedacht; het bestaat overi gens sinds begin Januari reeds voor schoei sel; men heeft recht op minimum één paar schoenen per jaar. Zoo gaat dan het leven te Parijs zijn da gelijkschen gang met zijn zorgen voor het dagelijksch brood, zijn strijd tegen koude en armoede. Er zijn andere kanten aan dat leven, we komen daarop terug. Men kan in het algemeen nog over het noodzakelijke beschikken, al kost dat meer tijd en noei- te dan vroeger en al is een lange rij van wachtenden voor de winkels een gewoon verschijnsel geworden in de straten; men kan het niet strikt noodzakelijke als bier en tabak nog bekomen zonder bon. Maar wel nimmer is er zoo vurig als thans verlangd naar de lente, waarvan men mildheid en verruiming, licht en verademing verwacht. T. O. OUD-MINISTER IR. H. A. VAN YSSELSTEYN OVERLEDEN. Gisteren is te 's-Gravenhage op 80- jarigen leeftijd overleden ir. H. A. van Ysselsteyn, oud-minister van landbouw, nijverheid en handel. De teraardebestelling van het stoffelijk overschot zal Maandag a.s. om 12 uur op de begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag geschieden. Ir. H. A. van Ysselsteyn werd 6 Decem ber 1860 te^Zierikzee geboren. Na zijn studies aan de H.B.S. en de Polytech nische School te Delft werd hij op 20- jarigen leeftijd, na het behalen van zijn diploma als civiel-ingenieur, bij de ge meente Rotterdam aangesteld. In 1908 werd hij door minister Talma aangezocht als hoofd van de arbeidsinspec tie. Als directeur-generaal van den arbeid leidde hij het ontwerpen van de Arbeids wet 1911 en de Stuwadoorswet 1914, ter wijl hij van 1911 tot 1914 voorzitter van de staatscommissie voor de electriciteits- voorziening en in de oorlogsjaren algemeen secretaris van het Kon. Nationaal Steun comité was. Toen in 1918 mgr. Nolens werd belast met de formatie van een nieuw ministerie, werd ir. van Ysselsteyn aangezocht als mi nister van landbouw, nijverheid en handel en tot 1922 maakte hij als zoodanig deel uit van het kabinetRuys de Beeren- brouck. Zelfs heeft hfl eenigen tjjd het departement van marine beheerd. Na zijn aftreden als minister heeft de heer van Ysselsteyn Zuid-Afrika en tot tweemaal toe Indië bezocht. AFNEMENDE KOUDE IN HET NOORDEN. De Noorsehe pers bespreekt druk de kwestie een er wijziging van klimaat in het Noorden. Twee deskundigen der uni versiteit Oslo hebben hierover onlangs lezingen gehouden. De laatste vijftig jaar valt er een vermindering van de koude te constateeren, al vormden de laatste winters met hun recordkoude een uitzonde ring en werd daarin de laagste tempera tuur sinds honderd jaar bereikt. Het dui delijkst komt de stijging in temperatuur tot uiting op Spitsbergen, waar de ge middelde wintertemperatuur vijf graden warmer is dan vijftig jaar geleden. Voor Oslo bedraagt de vermindering van de koude 1.5 gr. de hiermede gepaard gaande veranderingen van klimaat zijn van gun- stigen invloed geweest op den landbouw en het bedrijfsleven. Op de noordelijke ak kers is de grens tot waar tarwe verbouwd kan worden, met hónderd meter gestegen. De duidelijkste verandering treedt op Spits bergen aan het licht, waar het ijsvrije scheepvaartselzoen van 75 tot ruim 175 dagen per jaar is toegenomen. 1 vandaag enmorgen verkoudei De legerberichten van gisteren- HET DUITSCHE. Het opperbevel der Duitsche weermacht deelde gisteren mede „Na de vernietigende slagen, die de laatste dagen door duik boo ten en bom menwerpers met grooten actieradius aan het Britsche convoolstelsel ten wes ten van Portngal zijn toegebracht, heb ben thans, In den Atlantischen Oceaan opereerende Duitsche oorlogsschepen een groot vijandelijk convooi aangeval len. Z\j slaagden er In, 18 gewapende vijandelijke koopvaardijschepen, waar onder verscheidene groote oceaansche pen, die zwaar geladen waren mot oor logsmateriaal voor Engeland, tot zin ben te brengen. Door dezen aanval werd het convooi verstrooid. Bij aanvallen op militaire doelen aan den mond van Theems en Humber hebben ge vechtsvliegtuigen treffers geplaatst op een scheepswerf en op rotsversterkingen. Ge wapende verkenningsvliegtuigen hebben met goed gevolg een vrachtschip aan de noordkust van Schotland en een patrouille vaartuig aan ue zuidoostkust van Engeland aangevallen. Ver dragend geschut van het leger heeft overdag en des nachts voor den oorlog belangrijke doelen in het zuidoosten van Engeland beschoten. In het noorden van Cyrenaica heeft de Duitsche luchtmacht bomtreffers van zwaar kaliber geplaatst op Britsche troepenkam pen en militaire installaties. Op een vlieg veld by Benghazi werden op den grond staande vliegtuigen door bommen getroffen. Autocolonnes werden verstrooid door ma chinegeweervuur en bommen. Gevechts vliegtuigen hebben met succes het vliegveld Luca op Malta aangevallen. Bij luchtge vechten boven het eiland verloor de wijand drie vliegtuigen van het type Hurricane. Sedert midden-Januari hebben Duitsche gevechtsformaties verschillende geslaagde luchtaanvallen op het Suez-kanaal gedaan. Bij deze moedige aanvallen der Duitsche luchtmacht zijn bomtreffers geplaatst op de kanaalvakken, spoorwegemplacementen en havenwerken. Zooals reeds gemeld, is bij de luchtverkenning gebleken, dat als gevolg van deze actie ook twee koopvaardijsche pen midden in de vaargeul zjjn gezonken. Bij het onderzoek der luchtfoto's kwam tevens vast te staan, dat zich ten noorden en ten zuiden van de versperde plaatsen aanzienlijke concentraties van schepen be vonden. Het zinken der schepen heeft dus geleid tot ernstige belemmering van de scheepvaart door het Kanaal. Een duikbootjager heeft Woensdag aan de Atlantische kust een Britsch bombarde mentsvliegtuig, dat zonder resultaat bom men had geworpen, neergeschoten. Gisternacht zjjn noch boven Duitschland noch boven het bezette gebied vijandelijke vliegtuigen verschenen. Di*ie eigen vliegtui gen worden vermist. HET ITALIAANSCHE. Het opperbevel publiceerde gisteren legerbericht no. 251. Het luidt als volgt Aan het Grieksche front bedrijvigheid van patrouilles en de wederzij dsche artil lerie. Vijandelijke bases, wegen, verbindin gen, artilleriestellingen werden doeltref fend bestookt door onze formaties vliegtui gen. Troepen, kampementen en wagens werden in scheervlucht aangevallen en met lichte bommen getroffen. Een formatie jachtvliegtuigen heeft op 11 Februari een vijandelijk vliegveld aangevallen en talrij ke, op den grond staande vliegtuigen met mitrailleurvuur bestookt en ernstig be schadigd. Tijdens een luchtgevecht is een vijandelijk, tweemotorig vliegtuig neerge schoten. Een van onze toestellen is niet teruggekeerd. Op Malta is het vliegveld Mikabba door onze bommenwerpers aan gevallen. In Noord-Afrika hebben vliegtuigen van het Duitsche vliegercorps offensieve ac ties ten uitvoer gelegd tegen een concen tratie van troepen, oprukkende colonnes en een vliegveld van den vijand. In Oost-Afrika zijn in de zóne van Cheren felle aanvallen van den vijand, gesteund door een luchtbombardement, duidelijk afgeslagen door onze tegenaan vallen. De luchtmacht heeft moedig onze troepen gesteund gedurende hun heldhaf tige verdediging. In den beneden Soedan, in de zóne van de rivier Omo, hebben onze troepen vijan delijke colonnes afgeslagen, die talrijke dooden en gewonden op het terrein achter lieten. Weinig verandering op de Amsterdamsche beurs. In den toestand op de Amsterdamsche Effectenbeurs was gisteren geen verande ring gekomen in zooverre de handel we derom van bescheiden afmetingen was. De stemming was echter iets verbeterd, hoe wel hiervoor geen direct aanwijsbare fac toren waren aan te geven. Op de beleg- gingsafdeeling werd weer geregeld zaken gedaan in de nieuwe 4 procents obliga- tiën. De koers verschilde ten opzichte van Woensdag zoo goed als niets. Gemeen telijke en provinciale obligatiën waren goed van toon. Pandbrieven bijna zonder belangstelling. De handel in inheemsche fondsen was zooals gezegd, van geringe afmetingen en zelfs in de leidende aandee- len ging maar weinig om. Het kleine aan bod dat de laatste dagen viel waar te ne men, was thans echter verdwenen, en waar nog materiaal aan da markt kwam, werd dit vlot opgenomen, in verband waarmede de koersen tot oploopen geneigd waren. Op de petroleumafdeeling stegen Olies van 237 tot 24<"> Van de rubberfondsen kwamen Amsterdam rubbers een paar punten hooger te liggen. De affóire in ta bakken stxxnd ongeveer stil. De scheep vaartrubriek was zeer stil, maar goed prijshoudend. Industrieelen werden op kleine schaal verhandeld. De suikerafdee- ling w? stil. Hoewel d o zetten in Ame rikanen onbeteekenend waren, was ook hier de stemming verbeterd, ondsr beurstgd volgden de koersen sen opwaartsche rich ting, waarbij zich echter geen groote ver schillen voordeden. Bataafsche Petr. Mij. Obl. 3% 79% A Amsterdamsche Bank 111 A Ned. Gist- en Spiritusfabr. 350 A KLM. De Schelde Nat. Bez. 66 C Union Pao Rr. Nederland le lng 1940 4 98% Nederland 2e lng 1940 4 94% NederL met beL fac. 1940 4 98% Ned. k 1000 1938 (3%) 3 84% Indië a 1000 1937 3 85% A Koloniale Bank 167% A Ned. Ind. Handelsbank 115 C Ned. Handel Mij. 113% A Van Berkels Pat. 46 C Calvé Delft 65% A Lever Bros en Unilever 112% A Philips Gloeil. Gem. Bez. 195% C Am. Car Foundry 29% C Anaconda Copper 27% C Bethlehem Steel 80% C General Motor 48% C Kennec. Copper 34% C North Am. Aviation 15% C Rep. Steel 24% C Un. States Steel 63% C North Am. Cy. 17% A Kon. Petroleum Mij. 235 C Contin. Oil Cy. IS C Philips PetroL 33% C Shell Union 11% C Tide Water Ass. Oil 9% A Ned. Scheepvaart Unie 164% A Handelsver. Amsterdam 403% A Ned. Ind. Suiker U. 240% A Deli Batavia Mjj. 183% C Deli Mij. 1000 240 A Senembah Mg. 199% C Pennsylv. Rr. 24% A South Railway C Amsterdam Rubb. 251% A Deli Batavia Rubb. Mij. 197 A Hessa Rubber. Mg. 131 A Serbadjadi Sum Rubb. 111 Nederlahd 1941 4% 100 96% Nederland 1941 4% S 500 97 Nederland 1941 4% 1000 97% 78% 114% 348 67 77% 98% 95 98% 85 85% 167% 115% 113% 46% 65% 112% 198 29% 27% 80% 48% 34% 16% 24% 64% 17% 238% 18% 34% 11% 10 166% 405% 241 180% 238 202 25 14 254% 201 130 114 96% 97 97% 1600 GULDEN BIJ INBRAAK ONTVREEMD. Gisternacht is, terwijl de bewoners boven rustig sliepen, ingebroken in een heeren huis aan de Jan van Goyenkade te Amster dam. De inbrekers zgn door den achtertuin binnengedrongen en hebben alles overhoop gehaald in het benedenhuis. Uit een geld kistje, dat in een schrijfbureautje stond, werd 1600 gulden ontvreemd, terwijl de dieven zich bovendien meester maakten van een hoeveelheid tafelzilver, een bont mantel, een jas en twee fietsen. In den nacht van 11 op 12 Februari heb ben vijandelijkvliegtuigen eenige bom men en talrijke lichtfakkels op het eiland Rhodes neergeworpen. Twee vrouwen en een knaap werden gedood. Eenige schade werd aan woningen aangericht. Eleanor Elliot Carroll j 16) „Robin Lee?" Het wa3 alsof het meisje door een wesp gestoken werd. En daarna begon ze schril te lachen, maar de man, die haar hand vasthield scheen niet te hooren, hoe valsch het klonk. En geen van beiden bemerkte, dat er iemand op den drempel van den salon stond te luis teren. Iemand, wiens gelaat asebgrauw werd, toen hg zijn eigen naam hoorde noemen. „Robin Lee is nooit iets voor me ge weest!" riep Gwynne heftig uit „We hebben maar wat met elkaar gespeeld. Hij was wel aardig. Dat is alles!" „Daar ben ik blij om, liefste," mom pelde Julian. „Ik ben bang geweest, dat je zoo veranderd was, door dat engage ment van Inez met Robin „Belachelijk!" viel ze hem koortsachtig gejaagd in de rede, haar handen uit de zjjne losmakend en een eindje op zij schuivend. „Kom, laten we niet meer over zulke malle dingen praten." „Dat zal ik niet doen, lieve. We zullen alleen maar over ons beiden praten. Over jou en mij en het geluk, dat we samen zullen kunnen vinden, als Op dat oogenblik ging er een schok door het schip, die hun beider stoelen achteruit deed glijden. Een volgende schok deed Robin den salon intuimelen. Boven hun hoofden klonken schuifelende voetstappen, verwarde kreten van schrili en het kraken van een zwaar voorwerp, dat op het dek neer plofte XL De orkaan. Beiden zagen Robin op hetzelfde oogen blik. Hij ontweek den blik van Gwynne. Met door inspanning bijna onherkenbare stem zei hij tegen Julian: „Ohik kom om jou, FaustEr dreigt gevaar. De storm wordt erger en de kapitein heeft alie mannen aan dek noodig. Kom gauw mee!" Dat er gevaar dreigde was spoedig meer dan duidelijk, zelfs voor de bemanning, die toch wel aan erg weer gewend was. Het werd onmogelijk te gaan dineeren. Het jacht slingerde en stampte zoo ge weldig, dat niemand op een stoel kon 'blij ven zitten. Inez en mevrouw Maitland kregen zenuwtoevallen en de anderen konden hen nauwelijks een weinig tot bedaren brengen. De hofmeester en zijn helpers liepen zenuwachtig rond om de patrijspoorten te sluiten. Felle bliksemstralen doorlichtten het vaartuig tot in alle hoeken en lieten, als ze verdwenen waren, een verstikkende duisternis na. Gwynne draaide een lichtschakelaar om, maar het bleef donker. De electrische leidingen waren defect. Ze hoorde den kapitein zijn bevelen rondschreeuwen, het onafgebroken heen en weer hollen over het dek en de schrille kreten der beide vrouwen. „Ohwe zijn verloren! Verloren O, Robin, laat me toch niet alleen! Ik ben zoo doodsbang!" gilde Inez, door de gang wankelend. „Ik moet weg," antwoordde Robin. ,Jk moet helpen. We zijn allemaal noodig. Ga maar naar den rooksalon, daar heb je het minste last van het slingeren. We komen bij je, zoodra het maar mogelijk is." Gwynne vond in het donker de deur van den salon op het zelfde oogenblik, dat een bliksemflits Robin en Inez, die kram- achtig aan hem vastklampte, in fel wit ten gloed zette. Hij zag het meisje en wendde zich smeekend tot haar: „Toe, neem Inez in den rooksalon bij je. Dat is de beste plaats tijdens dezen storm. Ze brachten het overspannen meisje tusschen ach in den rooksalon binnen. De meubels gleden over den grond bij elke stijging en daling. Even later kwam me vrouw Maitland met Rachel, elk voorzien van een zaklantaarn. Een uur kroop voorbij en onophoudelijk schommelde het schip als een dronken man van den eenen naar den anderen kant. De machines hadden het zwaar te verantwoorden en het stampen ervan klonk zoo, alsof ze elk oogenblik stil zou den staan. En boven alles uit klonken de kreten der mannen aan het dek. Nu en dan hoorden ze het kraken van hout, als een geweldige breker van schuimend water zich met donderend geweld over het schip heenstortte. Al die geluiden te zamen maakten den indruk alsof een geweldig monster lag te kermen en te steunen. Tweemaal slaagde Ambrose er in, den salon, waarin de vrouwen zich bevonden, te bereiken. Hij deed zfln best, zoo opge wekt mogelijk te praten. „Bljjven jullie nu toch in vredesnaam bedaard", bemoedigde hij hen. „Het is erg, dat geef ik dadelgk toe, maar het kon nog heel wat erger zjjn. Doe vooral geen pogingen, om hier vandaan te gaan. Jullie hutten zijn door het water over stroomd." En na die waarschuwing verdween hij weer. Dit nieuws bezorgde Inez weer een aanval. Haar wilde kreten overstemden het lawaai van buiten. „We gaan naar den kelderdaar ben ik zeker van! Over een paar minuten zijn we allemaal verdronken!Verdronken in dat verschrikkelijke donkere water! Ohik wil nog niet dood! Be ben zoo bang om dood te gaan." Met moeite wankelde Gwynne den salon door naar de rustbank, waarop Inez lag te kermen. Ze legde haar koele hand op Inez' hoofd en streek haar kalmeerend over het gelaat, zooals ze reeds zoo vaak haar overspannen nicht tot bedaren had gebracht. „We komen best door dien storm heen", bemoedigde ze weer. „Geef den moed nou toch niet op. Flink ztjn, beste meid. Ze doen al het mogelijke, om ons te redden en het jacht is zoo sterk gebouwd en „Ik moet Robin hebben", jammerde Inez. „Haal hem toch hier. Toe, ga hem halen! Hjj hoort nu bjj mij te zijn! Hg zal nog van dat dek afgespoeld worden!" „Hjj zal niet mogen, Inez", zei me vrouw Maitland. „Dat is gewoon onmoge lijk. Ze hebben alle mannen aan boord veel te hard noodig. Wees nou toch verstandig. Het minste, wat wij voor hen kunnen doen is toch wel, dat we hen steunen door ons moedig te toonen. Houd je dus bedaard!" Maar terwijl ze nog sprak, stopten de machines plotseling. De salon helde ang stig schuin over, ging met een schok terug en bleef daarna scheef liggen. Gwynne werd dwars door het vertrek ge slingerd en kwam met haar hoofd terecht tegen een boekenkaast en wel zoo hard, dat ze het bewustzgn verloor. Op het zelfde oogenblik drong een golf water door een gebroken venster naar binnen. Margaret, Inez en Rachel kropen schreeu wend en gillend naar de deur toe. Boven hen klonk de vreeselgke kreet, die aan schipbreukelingen reeds zooveel angst heeft aangejaagd„In de bootenWe vergaan!" Op het ten ondergang gedoemde jacht heerschte een vreeselijke paniek. Nergens brandde eenig licht meer. De rooksalon was niet meer dan een door water over stroomde vloer in dichte duisternis gehuld. De drie vrouwen kropen langs den vloer omlaag naar de deur en tegelijkertijd trachtten eenige mannen naar binnen te komen. Het waren Ambrose en enkele an deren. Dóórdat het schip zich plotseling weer wat oprichtte, waren ze in staat de vrouwen te bereiken, „Zijn jullie hier allemaal?" schreeuwde IQ met zijn zware stem. „Er valt geen oogenblik te verliezen. Wjj hebben nog maar twee sloepen over. De andere zijn weggeslagen." Hij nam zQn vrouw, in zijn armen. Een bliksemstraal zette Robin een oogen blik fel in het licht. Inez greep hem in wanhoop beet en klemde zich aan hem. vast. Een matroos trok Rachel, die, geheel overstuur, tegenspartelde, mee. Ze moesten tegen het gevaarlijke hel lende dek opklauteren en in de panische verwarring miste niemand Gwynne. Elk hunner dacht, dat zjj bij de anderen was. Ze wisten, dat zij er het type niet naar was, om hét hoofd kwgt te raken, zelfs niet in levensgevaar. Eindelgk hadden ze de sloepen bereikt. Ze werden neergelaten en door de nu eens wild stijgende, dan weer dalende golven op y neer gesmeten. De matrozen wierpen zich op de riemen en roeiden uit alle macht van het overhellende schip weg. XWordfc vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 6