Tweede blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Donderdag 13 Februari 1941
Kroniek van den dag
HET STREEKPLAN WALCHEREN.
Belangrijke inleiding van jhr. ir. J. de Ranitz.
Bestrijding van
wandgedierte.
NIEUWD0RP.
De krijgskansen in Afrika.
Het verloop van den strijd in Afrika
heeft de vraag doen rijzen, of dit ver
loop van invloed kan zijn op de krijgs
kansen. Sinds de Engelschen het initiatief
van. de Italianen hebben overgenomen, is
er ook in de ligging der fronten een wij
ziging ingetreden.
Het Egyptisch-Libysche front en het
Soedanfront vormen nu, in tegenstelling
tot de eerste fase één gesloten strategisch
gebied, binnen welk gebied men de be
schikking heeft over uitgebreide verkeers-
mogelijkheden. De spoorlijnen langs den
Nijl en de grenzen van Italiaansch Oost-
Afrika, het uitgebreide wegennet en de
ligging van het operatiegebied aan twee
zeeën verschaffen in dit operatiegebied
belangrijke mogelijkheden, terwijl de ope
raties in Cyrenaica het mogelijk kunnen
maken, een aantal naar het Westen ge
legen havens te bezetten. De operaties in
de richting van Massawa kunnen van
beteekenis worden met het oog op plan
nen ten aanzien Abessinië.
Dit ziet er alles voor de Britten niet
onvoordeélig uit, maar uit de omstandig
heid, dat men zich ook in bepaalde krin
gen te Londen zorgen maakt over de ver
dere krijgskansen in Afrika we maakr
ten daarvan reeds melding blijkt, dat
hier toch niet van onverdeelde yoordeelen
sprake kan zijn.
Te Londen heeft men zich ook bezig
gehouden met. de vraag, oï het nuttig kan
zijn, na de afsluiting van het offensief in
Cyrenaica de veldtocht voort te zetten in
de richting van Tripolis. De meeningen
daarover waren verdeeld. De voorzichtigen
tot hen kan o.a. Ward Price worden
gerekend, waren van oordeel, dat het ge
vaarlijk kan zijn, zich nog verder van
de Egyptische basis te verwijderen. An
deren daarentegen gaven er voorkeur aan
het strijdtooneel uit te breiden, zonder zich
groote zorgen te maken over wat de Italia
nen, die zich ten Zuiden van Tobroek op
houden, in hun schild voeren.
Het oog van de Britsche legerleiding is
naar het schijnt gevestigd op Tripolis en zij
wil het blijkbaar toch laten aankomen op
een treffen met de Italiaansche hoofdmacht
in West Libye, die, naar te Rome te
verstaan werd gegeven, volledig intact is.
Wat beoogen de Engelschen, gesteld, dat
zij het tot een stoot naar het West-Liby-
sche gebied willen laten komen, met een
zoodanige actie? Stuurt generaal Wavell
aan op een contact met het Fransche kolo
niale gebied in Noord-West Afrika. Dit
alles, zoo constateert de N.R.Crt., kan op
het oogenblik nog slechts een onderwerp
van tameltjk willekeurige speculatie uit
maken; alleen de toestand van de in Libye
gebleven Italiaansche strijdkracht geeft
den bekenden Italiaanschen publicist
Ansaldo in de Telegrafo een aanwijzing,
wanneer hij zegt, dat reeds ten tijde van
het eerste contra-offensief bij Sidi Barrani
begin December de vijandelijke strijdmid
delen zooveel sterker waren en de Italiaan
sche verliezen - aan pantserwagens zoo
groot, dat eigenlijk toen al over het lot
van de Cyrenaica beslist was. Op het
laatst was dan ook de ontruiming van
Benghazi noodzakelijk gebleken om te
redden wat te redden was, gelijk Ansaldo
het uitdrukt. Geeft deze opmerking reeds
den indruk, dat economisch moest worden
omgegaan met de hoofdmacht in Tripolita-
nië, ook Ansaldo's verdere mededeeling, dat
een ontzetting van Benghazi niet mogelijk
was geweest zonder een verdere verzwak
king van de garnizoenen in West-Libye,
voert tot dezelfde conclusie. Ansaldo laat
echter niet na erop te wijzen, dat door
de prijsgeving van de Cyrënaica de vijand
wordt gesteld voor het probleem van de
Syrte, de uitgestrekte, wegen- en waterar-
me woestijn tussehen de beide voornaam
ste deelen van de Italiaansche kolonie, dat
thans in Tripolitanië alle krachten worden
verzameld en uit Italië worden versterkt.
Afgezien nu echter van de directe wis
selwerking tussehen de beide Afrikaansche
fronten, blijft ook het Egypte-Soedan-ge-
bied een belangrijk reservoir ten behoeve
van operaties. Daarom zijn niet alleen de
krijgsverrichtingen van beteekenis, die op
het oogenblik tegen Abessinië en Eritrea
worden uitgevoerd (die tegen Kenya schij
nen in hoofdzaak het werk te zijn van
troepen uit Zuid-Afrika)maar is den
laatsten tijd ook de aandacht gevallen op
het offensief, dat van het Zuid-Oosten der
Libysche woestijn op de oase Koefra is
begonnen. Het Italiaansche legerbericht
heeft onlangs gemeld, dat daar ter plaat-
se een vijandelijke gemotoriseerde kolonne
op de vlucht is gejaagd en met vliegtui
gen (vennoedelijk van Tripolis uit) is be
streden. Deze korte mededeeling kan op
den strijd in Libiye een nieuw licht wer
pen, omdat sedert den val van Benghazi
alleen maar het vraagstuk van den moei
lijken doortocht door de Syrte-woestijn aan
de orde is geweest en het voorkomen van
de Koefra-oase in de krijgsberichten plot
seling de mogelijkheid opent, dat de Syrte
door de snélle pantserafdeeling vermeden
zou kunnen worden en deze met gebruik
making van de karavaanwegen een soort
gelijke manoeuvre zou kunnen volbrengen
als in de Cyrenaica door de vermijding van
het moeilijke Dzjebelgebergte tot belang
rijke resultaten heeft geleid.
Ongeregeldheden In Amsterdam.
Naar aanleiding van gedurende de laat
ste dagen in Amsterdam plaats hebbende
ongeregeldheden, welke zekere politie
maatregelen hebben noodig gemaakt, ver
nemen wij, dat van politiezijde naar deze
gebeurtenissen een diepgaand onderzoek
wordt ingesteld. Het ligt in het voornemen
na beëindiging daarvan een officieel com
muniqué te publiceeren.
BRAZILIAANSCH KATOEN VOOR
SPANJE.
Twee Spaansche vrachtschepen hebben
te Barcelona 59.000 balen Braziliaansch
katoen ontladen. Daardoor konden de Ca-
talaansche katoenspinnerijen weer gaan
draaien, hetgeen ertoe zal bijdragen de
werkloosheid te verminderen. Nog deze
week zal men met de verdeeling van de
katoen aan de spinnergen beginnen.
In aansluiting op de Installatie van de
kerncommissies voor het streekplanwerk
in Zeeland heeft de inspecteur van de
volksgezondheid jhr. ir. J. de Ranitz een
causerie gehouden over het Streekplan
Walcheren, met de voorbereiding waarvan
men reeds vrjj ver is gevorderd.
De inleider wees er op, dat het voorbe
reidend werk reeds is geschied, doch
dat de brand van Middelburg cn de uit
breiding van het vliegveld te Vüssingen
het noodzakelijk maken, een wijziging in
het plan aan te brengen, waaromtrent
reeds besprekingen gaande zijn.
Het gaat in een streekplan om een juiste
bestemming van de gronden. Doch voordat,
men daartoe kan geraken is het noodig een
analyse te maken van het wonen, het le
ven, het werken en het verkeer in de te
behandelen streek. Dan eerst is een prog
nose mogelijk over de bestemming der
gronden, een prognose die uit den aard
der zaak voorloopig is, maar die men
noodig heeft, omdat men nu eenmaal niet
in de ruimte kan werken. Want daardoor
is het mogelijk het plan in een vorm te
gieten, die juridisch de richtlijnen voor de
overheid vastlegd. Het streekplan zelf is
geen wet van Meden en Perzen.
Komende tot de behandeling van het
streekplan Walcheren, wees ir. de Ranitz
er op, dat de survey beoogt een beeld te
geven in cijfers en kaarten van den huldi
gen toestand en de toekomst voor één ge
neratie, te stellen op 40 jaren. Men komt
reeds vrij spoedig tot de conclusie, dat de
prognose van de bevolkingsgrootte en van
de bevolkingssamenstelling naar leeftijd en
geslacht net centrale probleem is, waar
mede alle andere verband houden. De sur
vey van het streekplan Walcheren regelt
nu de ontwikkeling van de streek in den
meest algemeenen zin. i
De inleider vestigde er de aandacht op,
dat de bevolkingsprognose afhankelijk is
van het vertrek en vestigingsoverschot, van
geboorte- en sterftecijfers waarbij nage
gaan moet worden hoe het onderling ver
band is.
De bevolkingsgrootte in een streek wordt
sterk beïnvloed door de werkgelegenheid
en. deze op haar beurt weer door de alge-
meene economische mogelijkheden. Boven
dien is de industrieele toekemst van een
gebied in hooge mate afhankelijk van den
levensstandaard en de hoeveelheid aanwe
zige arbeidskrachten. Het importeeren van
arbeidskrachten moet echter met groote
omzichtigheid worden gehanteerd.
De prognose schijnt dus onmogelijk, waar
men verzeild geraakt in een vicieuze cir
kel en de eeuwige mogelijkheid om deze te
doorbreken is het aanvaarden van het
nationale plan en in het geval zooals het
hier ligt het maken van eenige veronder
stellingen.
In de survey Walcheren is verondersteld,
dat de industrieele capaciteit niet zoodanig
zal worden, dat zij belangrijke contingenten
nieuwe werkkrachten zal "aantrekken.
Een vestiging van industrieën ten
plattelande, zoo betoogde ir. de Ranitz
wordt in kleine provinciesteden belem
merd door de geringe elasticiteit van
de arbeidersmarkt, door dp geringe
gelegenheid voor verdere gezinsinkom
sten der arbeidersgezinnen, de hooge
transportkosten voor grondstoffen en
afgewerkte producten, het gebrek aan
contact met samenwerkende nevenbe-
drijven en het gebrek aan geschoold
personeel.
B|j de bevolkingsraming is een maxi
mum aangenomen, waarbij zich geen ver-
trekoverschot voordoet, terwijl dit ver
schijnsel bij het minimum wel voordoet.
De bevolking is echter niet één geheel,
zij kan ook niet worden behandeld per
gemeente en zoo is men gekomen tot drie
onderscheidingen: Middelburg, Vlissingen,
de randgemeenten St. Laurens, O. en W.
Souburg en Koudekerke en de andere ge
meenten. Daardoor krggt men een over
zicht van de bevolkingsbeweging.
Dubieus bezit.
Sprekend over de randgemeenten wees
inleider er op hoe de bevolking welke zij
uit de centra tót zich hebben getrokken
voor deze gemeenten een dubieus en on
stabiel bezit is. Immers deze randgemeen
ten krggen langzamerhand een stedelijk
karakter, met alle voorzieningen daaraan
verbonden. Ook op het gebied van grond-
politiek en belastingwezen. Er is dan ook
aangenomen, dat de trek naar deze rand
gemeenten tot staan zal komen.
Aan de hand van uitvoerig statistisch
materiaal gaf ir. de Ranitz vervolgens een
uiteenzetting over den bevolkingsopbouw
op het eiland Walcheren en voor de reeds
onderscheiden gebieden.
De bevolkingsprognose is het ruggemerg
van het streekplan en het gaat er nu om
of deze prognose betrouwbaar is. Abso
luut betrouwbaar is ze niet, maar ze ver
schaft waardevolle aanwijzingen, die voor
het verrichten van stedebouwkundigen ar
beid onontbeerlijk moet worden geacht. Er
kunnen belangrijke conclusies uit worden
getrokken.
Het wonen.
De 'inleider besprak vervolgens het woon
probleem.
De woningreserve kan gesteld worden
op 2y2 van de aanwezige voorraad en
van het vervangingscijfer. Berekeningen
hebben uitgewezen, dat in Zeeland 20
der bestaande voorraad in de komende pe
riode vernieuwd moet worden. Bij een ver
gelijking met het werkelijke aantal ge
zinnen met het werkelijke aantal wonin
gen bleek verder, dat dit aantal 3
grooter is dan het becijferde aantal gezin
nen. Ir. De Ranitz zette vervolgens uit
een, hoe op grond van deze uitkomsten de
huurwaarde kan worden bepaald en men
ook kan komen tot een groepverdeeling
naar de bouwmogelijltheden per HA.
Ten aanzien van de scholen be
toogde ir. De Ranitz, dat men zich op
grond van de uitkomsten van het
statistisch onderzoek geen zorgen be
hoeft te maken over dit vraagstuk. De
behoefte aan schoollokalen zal over
30 jaar geheel anders liggen, dan
thans. Met betrekking tot de recreatie
mogelijkheden dient per bebouwde
kom of wijk gerekend te worden op
een speelweide voor kleine kinderen
van 60 bij 80 M. Ook in de dorpen be-
hooren de kinderen niet op straat te
spelen en in de uitbreidingsplannen
dient daarmede rekening te worden
gehouden. Zulks geldt ook, ten aan
zien van sportvelden.
Het werken.
In dit verband merkte de inleider op, dat
de eenige industrie van beteekenis op Wal
cheren de „Schelde" is, die dagelijks moei
lijkheden ondervindt van de weinige elasti
citeit in de arbeidsmarkt en van het ge
brek aan retourvrachten.
Uit de statistischè gegevens blijkt voorts
dat de bedrijfsbevolking ongeveer 40
der totale bevolking uitmaalct, terwijl hier
van ongeveer 15 berufsfahig is.
Inleider schetste in 't kort hoe op grond
van demografische berekeningen, van de
verhouding van het aantal arbeidskrach
ten in de verschillende bedrijfstakken con
clusies kunnen worden getrokken t.a.v. de
waarschijnlijke verhouding van het aantal
arbeidskrachten dezer bedrijfsklassen in
De belangrijkste bedrijfsgroep -op Wal
cheren is
het gemengde landelijke bedrijf.
Voor de ontwikkeling van dit bedrijf
is nagegaanlandgebruikers, bodemge-
bruik, verkaveling en bedrijfsgrootte,
markt- en veilingwezen en verkeer. Het
toekomstbeeld is niet gunstig. Ongeveer
70 van de dorpsbevolking leeft onmid
dellijk van de bodemcultuur. De bevolking
"in de landelijke gemeenten zal toenemen,
de gezinsgrootte vertoont een daling, in
1980 tot 3.1. Het aantal gezinnen, direct
afhankelijk van de landelijke bedrijven zal
daardoor toenemen. Dat het eigen klein
bedrijf overwegend is, wordt door de cij
fers geïllustreerd.
De conclusie luidt, dat .de bedrijfsgrootte
moet afnemen. In een eeuw tijd steeg het
aantal aangeslagenen in den polder van
1647 tot 7871, terwijl de voortdurende ver
mindering der bedrijfsoppervlakte heeft
geleid tot zeer versnipperde en on-econo-
mische verkaveling en tot zeer kleine be
drijven. Tot 1980 zal deze daling gaan tot
4 H.A. tegen 8.3 H.A. in 1930.
Voor gemengde bedrijven is dit een veel
te gering oppervlak.
Ir. De Ranitz besprak vervolgens nog
het verkeersvraagstuk en de voorzieningen
op publiek terrein als uitbreidingsplan
nen, rioleeringswerken en viiilafvoermoge-
lijkheden. Voor deze laatste is een com
missie in het leven geroepen, die dit vraag
stuk zal bestudeeren.
Aan het slot van zijn belangwekkend be
toog. stelde ir. De Ranitz, dat alleen in
streekplanverband de ontwikkelingsmoge
lijkheden zuiver kunnen worden afgeleid
en het is daarom van zoo groot belang, dat
deskundigen uit de betrokken streken
met hun adviezen de verwezenlijking de
plannen kunnen dienen, waardoor ook het
streekeigene beter tot zijn recht komt.
HONDERDEN BELGISCHE KINDEREN
KOMEN OM AARDAPPELEN
NAAR DE GRENSGEMEENTEN.
De laatste dagen komen zeer groote aan
tallen Belgische kinderen, gewapend met
jute zakken de grens te Putte over, om
bij de boeren en groentenhandelaren aard
appelen te koopen. Zoolang de hoeveelheid
meegenomen aardappelen de 5 kg. per man
niet te boven ging, stond men dit aan de
kinderen, waaronder meerderen van 4 en
5 jaar toe. De boeren in Putte kunnen
echter niet blijven leveren, zoodat velen
zonder vracht naar huis moeten. Daar de
kinderen in groote groepen komen, zag
men dezen Maandag verschillende keeren
een lange „processie" met kleine Belgen
door de straat trekken, begeleid door Ne-
derlandsche politie, aldus het Dbld. v.
N.Br. en Z. Al deze kinderen moesten
met leege zakken naar huis terug. Hoe
nijpend de nood in België reeds is, moge
blijken uit het feit, dat uit Merxem (plm.
18 km. van Putte) en meerdere plaatsen,
op denzelfden afstand van de grens gele
gen, velen te voet naar ons land komen.
Tot welk voedsel men zijn toevlucht moet
nemen, als aardappelen en brood voor een
groot deel ontbreken, bleek dezer dagen op
een school in een nabije Belgische grens
gemeente. Een leerlinge van een der klas
sen werd ziek, en op een vraag der klasse-
zuster hoe dat kwam, vertelde de kleine,
dat men 's middags thuis aardappelschillen
had gegeten. Toen de zuster daarop aan
de heele klas vroeg, wie nog meer dat
voedsel hadden gebruikt, stak nog een
aanmerkelijk aantal kinderen, den vinger
omhoog.
Fransch Roode Kruls-personeel
naar huls.
Uit Berlijn meldt het A.N.P.r Duitsch-
land heeft zich bereid verklaard, een deel
van het Fransche Roode Kruis-personeel,
dat in krijgsgevangenschap geraakt was
en dat in de gevangenkampen gemist kan
worden, naar Frankrijk te laten terug-
keeren. Volgens Fransche mededeelingen
heeft deze maatregel betrekking op on
geveer 3200 officieren en manschappen,
die in de komende dagen in vier treinen
over Conslanz naar Frankrijk zullen gaan.
BRITSCHE ONDERDANEN VERLATEN
DEN BALKAN.
Het Zweedsche blad Dagens Nyheter
publiceert een bericht van United Press,
volgens hetwelk alle Britsche gezanten in
de Balkanlanden maatregelen hebben ge
nomen om het voorbeeld van het gezant
schap te Boekarest (Roemenië), dat naar
Engeland is teruggeroepen, onmiddellijk te
kunnen volgen. Alle belangrijke documen
ten zouden reeds naar Turkije gebracht
zjjn. Te Istanboel moeten dagelijks En-
gelsche onderdanen aankomen.
Bepalingen voor verhuurders en
huurders van woningen.
De Staatscourant van Woensdag bevatte
een besluit van den secretaris-generaal van
het departement van binnenlandsche zaken
betreffende de bestrijding - van wandge
dierte.
Daarin wordt het volgende bepaald:
Artikel 1. Het is, te rekenen van
1 April 1941 af, verboden als Ver
huurder of uit anderen hoofde een
woning of gedeelte daarvan al dan niét
gemeubileerd of gestoffeerd, in gebruik
te geven zonder dat een verklaring
is ingeleverd, welke is afgelegd door
een als zoodanig door burgemeester en
wethouders erkenden deskundige en
waaruit blijkt, dat noch in de woning
noch in het daarin eventueel aanwe
zige huisraad wandgedierte is aange
troffen. Van hetzelfde tijdstip af is het
verboden bij het als huurder of uit
anderen hoofde betrekken van een wo
ning of van een gedeelte daarvan,
daarin huisraad te plaatsen of aan te
brengen, waarvan niet door een des
kundige als in het eerste lid bedoeld
is verklaard, dat daarin geen wand
gedierte is aangetroffen.
Art. 2.Degenen, voor wie de in artikel 1
genoemde verbodsbepalingen gelden, zijn ver
plicht verklaringen, als in dat artikel bedoeld,
vóór dat een woning of een gedeelte daarvan
wordt betrokken, bü burgemeester en wethou
ders in te leveren.
Art 3. Burgemeester en wethouders zijn be
voegd voor het afgeven van - de verklaringen
als in dit besluit bedoeld alsmede voor het zui
veren van woningen, vertrekken en inboedels
tarieven vast te stellen.
Art. 4. Op een daartoe door burgemeester
en wethouders in te dienen verzoek kan de
secretaris-generaal van het departement van
binnenlandsche zaken schriftelijke ontheffing
verleenen van het bepaalde in dit besluit met
betrekking tot gemeenten, deelen van gemeen
ten of bepaalde groepen of klassen van wo
ningen ten aanzien waarvan dat college aanneme
lijk kan maken, dat besmetting met wandge
dierte zich aldaar niet of slechts bij hooge uit
zondering voordoet.
Art. 5. Óvertrèding van artikel 1 en 2 wordt
gestraft met hechtenis van ten hoogste twee
maanden of geldboete van ten hoogste drie
honderd gulden.
Indien tijdens het plegen van de overtreding
nog geen jaar is verloopen sedert een vroegere
veroordeeling van den schuldige wegens gelijke
overtreding onherroepelijk is geworden, kan de
rechter geldboete of hechtenis tot het dubbele
van het voor elke overtreding gesteld maximum
uitspreken.
De bij dit besluit strafbaar gestelde feiten
worden beschouwd als overtredingen.
Art. 6. Met het opsporen van de bij dit be
sluit strafbaar gestelde feiten, zijn belast de
ambtenaren van rijks- en gemeentepolitie, bene
vens de nadere door den burgemeester aan te
wijzen gemeente-ambtenaren.
Tegen den wil van den bewoner treden zij
een woning niet binnen dan op vertoon van
een bijzonderen schriftelijken last van den com
missaris van politie of in gemeenten, waar
geen commissaris is, van den burgemeester.
Van dit binnentreden wordt binnen twee maal
vier en twintig uren proces-verbaal opgemaakt.
Daarin wordt mede van het tijdstip van het
binnentreden en van het daarmede beoogde
dW melding gemaakt-
Zij zijn bevoegd, zich van bepaalde door hen
aan te wijzen përsonen te doen vergezellen. In
dat geval wordt' hiervan melding gemaakt in
het proces-verbaal.
Rauwe groenten.
Kunnen versch fruit gedeeltelijk
vervangen.
Het voorlichtingsbureau van den voe
dingsraad meldt ons:
In een vroeger bericht is al eens uiteen
gezet, dat het vitamine-C in goede hoeveel
heden in de gewone voeding voorkomt en
dat men zijn voeding zoo dient in te richten,
dat ook voldoende van dit vitamine met het
voedsel wordt opgenomen.
In de eerste plaats komen als bron van
vitamine-C in aanmerking aardappelen,
versché groenten (vaar al de kool
soorten) en versch fruit. Nu is
versch fruit in den winter en in het
voorjaar schaarsch en dikwgls duur. Het
gehalte aan vitamine-C van den aardappel
gaat in het voorjaar achteruit.. Aanvulling
door versch fruit is dan zeer aan te be
velen. Gelukkig kan het fruit gedeeltelijk
worden vervangen door de veel goedkoo-
pere ramenas, rauwen wortel, rauwe kool
raap en over eenigen tijd ook door de
radijs.
Zeer smakelgk is een rauw worteltje, 'n
dun schijfje ramenas of een plakje kool
raap op de boterham, doch men zai graag
naar eenige variatie uitzien.
Deze variatie is op verschillende ma
nieren mogelijk. Hieronder volgen eenige
voorbeelden van slaatjes
slaatje met ramenas,
1 kleine ramenas, 1 struikje andijvie
of y2 ons veldsla, 2 eetlepels, kwark
scheutje melk of zoo. mogelijk sla
olie, wat zout, mosterd en aroma naar
smaak.
Vermeng de kwark met theelepel
mosterd, wat zout en aroma, verdun ze
met wat melk of slaolie. Schil de ramenas
en rasp haar op een fijne rasp, omder nu
en dan dooreenmengen in de te voren
klaargemaakte saus, daar anders een lee-
lg'ke verkleuring optreedt. Wasch de veld
sla en laat ze goed uitlekken of wasch de
andijvie en snijd haar in zoo dun mogelgke
reepjes. Meng de veldisla of andijvie met
de saus.
Slaatje van wortel en koolraap.
1 middelmatig groote winterwortel
(ongeveer 200 gr.), kleine koolraap
scheutje melk of zoo mogelijk slaolie,
(orngev. 200 gr.), 2 eetlepels kwark,
stukje ui en wat zout, mosterd en
aroma naar smaak.
Meng de kwark aan als in bovenstaand
recept is beschreven, doe er wat geraspte
ui door. Boen den wortel schoon (met har
den borstel of panhenspons) en rasp deze
op een fijne rasp in de saus, om verkleu
ring te voorkomen. Schil de halve koolraap
(bewaar de rest tot den volgenden dag)
en rasp haar eveneens in de saus. Meng
alles goed door elkaar.
Abonnementen en advertenties voor de
Provinciale Zeeuwsche Courant worden
aangenomen door den Agent j
M. liü) KOK*
Wenken voor de particuliere
tuinders.
DE BESCHIKBARE RUIMTE MOED
ZOO GOED MOGELIJK WORDEN
BENUT. J
Door de bijzondere tijdsomstandigheden!
waarin ons land verkeert is het ook voor
1941 noodzakelijk dat iedereen meewerkt
aan de voedselvoorziening. De beschikbare
ruimte'der groentetuinen moet daarom!
zoo goed mogelijk benut worden. Dit is,
naar ir. Bosma, rijkstuinbouwconsulent
voor Zeeland en West. N. Brabant mede**
deelt, mogelijk
1. Door een degelijke bewerking van derf
grond -diep spitten, zelfs 2 steken diep
is bevorderlijk voor den groei der gewas
sen. Daarbij moet men echter zorgen dat
de ondergrond ook steeds onder blijft en
niet bovenop gebracht wordt.
2. Door een oordeelkundige bemesting.
In alle gevallen kan per are bemest wor
den met:-7% kilo patentkali en 6 kilq
superfosfaat.
Vooral het laatste dient grondig met den
grond gemengd te worden omdat het zich
anders moeilijk door den grond verspreidt.
Verder geeft men 5 k 6 kilo stikstofmest
stof zooals kalkammonsalpeter, kalk salpe
ter of zwavelzure ammoniak. Voor erw
ten en boonen kan met 1 2 kilo stik-
stofmest worden volstaan.
Stalmest is in alle gevallen aan te raden.
De kunstmestgift kan dan gehalveerd
worden.
3. Is de grond zuur dan wordt na het
bewerken van den grond per are 20 kilo
fijne gebluschte kalk door den grond ge
werkt. De grond is zuur wanneer na het
overgieten met verdund zoutzuur („geest
van zout") dé grond geen enkele opbrui
sing vertoont.
4. Door tijdig te zaaien of té planten,
(overwinterde planten koopen)
5. Door in hoofdzaak waardevolle pro
ducten te telen, dus bijv. de producten rijk
aan eiwit, zooals bruine boonen, groene
erwten, enz. Verder koolrapen en kool
soorten (niet te veel), benevens late aard
appelen. Om zoo weinig mogelgk last vart
zieke aardappelen te hebben neme men
de Bevelander.
6. Van boonen is I kilo zaaizaad per
are noodig, van groene erwten 1 1%'
kilo, terwijl van de Bevelander 12 kilo
kleine poters per are noodig zijn. De
laatste worden geplant op 50 x 50 cm.
7. De opbrengsten van deze producten
zijn onder normale omstandigheden de vol
gende bruine boonen 2025 k.g. per
aregroene erwten 3040 k.g. per are J
late aardappelen 200250 k.g. per are.
In vele gevallen zal men met een lagere
oogst-opbrengst rekening moeten houden
wanneer de tuin minder gunstig gelegen
of de grond nog niet in conditie is.
Kaas op den kantongerechts
zolder.
Ambtelijke ondeskundigheid.
De persdienst van het Nederlandsch
Agrarisch Front schrijft
Bij een veehouder-kaasproducent te Al
phen aan den Rijn werd dezer dagen een
partij kaas van 25 stuks, wegende 263 kg,
in beslag genomen, omdat de betrokkene
deze kaas niet had mogen produceeren,
maar de melk voor consumptie moest afle
veren. Door de afgelegen ligging van de
boerderg zou deze melk elke dag drie
•volle bussen over een afstand van een
half uur gaans per kruiwagen naar een rij
weg vervoerd moeten worden, hetgeen
schier onuitvoerbaar is. De ambtenaren
der crisis-zuivelcentrale meenden met deze
bezwaren geen rekening te mogen houden
en namen de kazen in beslag. Zij lieten de
kazen vervoeren naar het kantongerechts
gebouw te Alphen aan den Rijn, waar ze
op een zolder werden gedeponeerd zonder
vakkundige verzorging.
Den gouwgemachtigde van het Neder
landsch Agrarisch Front voor Rijnland,
den heer J. Rijlaarsdam, kwam deze zaak
ter oore. Hij stelde daarop een onderzoek
in en vond aanleiding om zich tot de
zuivelcentrale in Den Haag te wenden.
Deze verwees hem naar het kaascontröle-
station voor Zuid-Holland.
De directeur van dit station, dr. Van der
Bunt, toonde begrip voor de omstandighe
den en gaf den heer Rijlaarsdam machti
ging, de partg kaas van den gerechtszolder
te -doen halen, waarna berging in een vak
kundig beheerd kaaspakhuis kon plaats
hebben.
Hierbij bleek, dat op den zolder nog
een andere partij kaas lag te rotten
en reeds grootendeels verloren was
gegaan. Deze partg moet er reeds lan
gen tijd gelegen hebben zonder dat er
ooit naar is omgezien. Ook trof de
heer Rijlaarsdam er een hoeveelheid
totaal bevroren aardappelen aan.
Men vraagt zich, aldus de persdienst van
het N.A.F., met bezorgdheid af, op hoeveel
zolders van gerechtsgebouwen in Neder
land op soortgelijke wijze kostelijk volks-
voedsel bederft tengevolge van ambtelijke
ondeskundigheid.
Landelijke werkgeversbonden In
het landbouwbedrijf.
Bij het Koninkijk Nederlandsch Land-
bouw-Comité zijn plannen in voorbereiding
om voor het geheele land te komen tot
organisatie van al zijn leden in werkgevers-
groepen en wel in landelijk verband, ten
einde in staat te zijn eene landelijke collec
tieve arbeidsovereenkomst te kunnen af
sluiten. Soortgelijke plannen bestaan ook
b|j de besturen van de christelijke en ka
tholieke boeren- en tuindersbonden.
De Hollandsche Maatschappij van Land
bouw heeft zich reeds tot werkgeversorga
nisatie omgevormd. Het bestuur van de
Friesche Maatschappij van Landbouw stelt
nu ook aan de binnenkort te houden alge-
meene vergadering voor over te gaan tot
zoodanige wijziging van de statuten, dat de
vereeniging de bevoegdheid krggt van be
hartiging van werkgeversaangelegenheden
en wel door het afsluiten van collectieve
arbeidsovereenkomsten.