Tweede blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Donderdag 13 Februari 1941 Kroniek van den dag HET STREEKPLAN WALCHEREN. Belangrijke inleiding van jhr. ir. J. de Ranitz. Bestrijding van wandgedierte. NIEUWD0RP. De krijgskansen in Afrika. Het verloop van den strijd in Afrika heeft de vraag doen rijzen, of dit ver loop van invloed kan zijn op de krijgs kansen. Sinds de Engelschen het initiatief van. de Italianen hebben overgenomen, is er ook in de ligging der fronten een wij ziging ingetreden. Het Egyptisch-Libysche front en het Soedanfront vormen nu, in tegenstelling tot de eerste fase één gesloten strategisch gebied, binnen welk gebied men de be schikking heeft over uitgebreide verkeers- mogelijkheden. De spoorlijnen langs den Nijl en de grenzen van Italiaansch Oost- Afrika, het uitgebreide wegennet en de ligging van het operatiegebied aan twee zeeën verschaffen in dit operatiegebied belangrijke mogelijkheden, terwijl de ope raties in Cyrenaica het mogelijk kunnen maken, een aantal naar het Westen ge legen havens te bezetten. De operaties in de richting van Massawa kunnen van beteekenis worden met het oog op plan nen ten aanzien Abessinië. Dit ziet er alles voor de Britten niet onvoordeélig uit, maar uit de omstandig heid, dat men zich ook in bepaalde krin gen te Londen zorgen maakt over de ver dere krijgskansen in Afrika we maakr ten daarvan reeds melding blijkt, dat hier toch niet van onverdeelde yoordeelen sprake kan zijn. Te Londen heeft men zich ook bezig gehouden met. de vraag, oï het nuttig kan zijn, na de afsluiting van het offensief in Cyrenaica de veldtocht voort te zetten in de richting van Tripolis. De meeningen daarover waren verdeeld. De voorzichtigen tot hen kan o.a. Ward Price worden gerekend, waren van oordeel, dat het ge vaarlijk kan zijn, zich nog verder van de Egyptische basis te verwijderen. An deren daarentegen gaven er voorkeur aan het strijdtooneel uit te breiden, zonder zich groote zorgen te maken over wat de Italia nen, die zich ten Zuiden van Tobroek op houden, in hun schild voeren. Het oog van de Britsche legerleiding is naar het schijnt gevestigd op Tripolis en zij wil het blijkbaar toch laten aankomen op een treffen met de Italiaansche hoofdmacht in West Libye, die, naar te Rome te verstaan werd gegeven, volledig intact is. Wat beoogen de Engelschen, gesteld, dat zij het tot een stoot naar het West-Liby- sche gebied willen laten komen, met een zoodanige actie? Stuurt generaal Wavell aan op een contact met het Fransche kolo niale gebied in Noord-West Afrika. Dit alles, zoo constateert de N.R.Crt., kan op het oogenblik nog slechts een onderwerp van tameltjk willekeurige speculatie uit maken; alleen de toestand van de in Libye gebleven Italiaansche strijdkracht geeft den bekenden Italiaanschen publicist Ansaldo in de Telegrafo een aanwijzing, wanneer hij zegt, dat reeds ten tijde van het eerste contra-offensief bij Sidi Barrani begin December de vijandelijke strijdmid delen zooveel sterker waren en de Italiaan sche verliezen - aan pantserwagens zoo groot, dat eigenlijk toen al over het lot van de Cyrenaica beslist was. Op het laatst was dan ook de ontruiming van Benghazi noodzakelijk gebleken om te redden wat te redden was, gelijk Ansaldo het uitdrukt. Geeft deze opmerking reeds den indruk, dat economisch moest worden omgegaan met de hoofdmacht in Tripolita- nië, ook Ansaldo's verdere mededeeling, dat een ontzetting van Benghazi niet mogelijk was geweest zonder een verdere verzwak king van de garnizoenen in West-Libye, voert tot dezelfde conclusie. Ansaldo laat echter niet na erop te wijzen, dat door de prijsgeving van de Cyrënaica de vijand wordt gesteld voor het probleem van de Syrte, de uitgestrekte, wegen- en waterar- me woestijn tussehen de beide voornaam ste deelen van de Italiaansche kolonie, dat thans in Tripolitanië alle krachten worden verzameld en uit Italië worden versterkt. Afgezien nu echter van de directe wis selwerking tussehen de beide Afrikaansche fronten, blijft ook het Egypte-Soedan-ge- bied een belangrijk reservoir ten behoeve van operaties. Daarom zijn niet alleen de krijgsverrichtingen van beteekenis, die op het oogenblik tegen Abessinië en Eritrea worden uitgevoerd (die tegen Kenya schij nen in hoofdzaak het werk te zijn van troepen uit Zuid-Afrika)maar is den laatsten tijd ook de aandacht gevallen op het offensief, dat van het Zuid-Oosten der Libysche woestijn op de oase Koefra is begonnen. Het Italiaansche legerbericht heeft onlangs gemeld, dat daar ter plaat- se een vijandelijke gemotoriseerde kolonne op de vlucht is gejaagd en met vliegtui gen (vennoedelijk van Tripolis uit) is be streden. Deze korte mededeeling kan op den strijd in Libiye een nieuw licht wer pen, omdat sedert den val van Benghazi alleen maar het vraagstuk van den moei lijken doortocht door de Syrte-woestijn aan de orde is geweest en het voorkomen van de Koefra-oase in de krijgsberichten plot seling de mogelijkheid opent, dat de Syrte door de snélle pantserafdeeling vermeden zou kunnen worden en deze met gebruik making van de karavaanwegen een soort gelijke manoeuvre zou kunnen volbrengen als in de Cyrenaica door de vermijding van het moeilijke Dzjebelgebergte tot belang rijke resultaten heeft geleid. Ongeregeldheden In Amsterdam. Naar aanleiding van gedurende de laat ste dagen in Amsterdam plaats hebbende ongeregeldheden, welke zekere politie maatregelen hebben noodig gemaakt, ver nemen wij, dat van politiezijde naar deze gebeurtenissen een diepgaand onderzoek wordt ingesteld. Het ligt in het voornemen na beëindiging daarvan een officieel com muniqué te publiceeren. BRAZILIAANSCH KATOEN VOOR SPANJE. Twee Spaansche vrachtschepen hebben te Barcelona 59.000 balen Braziliaansch katoen ontladen. Daardoor konden de Ca- talaansche katoenspinnerijen weer gaan draaien, hetgeen ertoe zal bijdragen de werkloosheid te verminderen. Nog deze week zal men met de verdeeling van de katoen aan de spinnergen beginnen. In aansluiting op de Installatie van de kerncommissies voor het streekplanwerk in Zeeland heeft de inspecteur van de volksgezondheid jhr. ir. J. de Ranitz een causerie gehouden over het Streekplan Walcheren, met de voorbereiding waarvan men reeds vrjj ver is gevorderd. De inleider wees er op, dat het voorbe reidend werk reeds is geschied, doch dat de brand van Middelburg cn de uit breiding van het vliegveld te Vüssingen het noodzakelijk maken, een wijziging in het plan aan te brengen, waaromtrent reeds besprekingen gaande zijn. Het gaat in een streekplan om een juiste bestemming van de gronden. Doch voordat, men daartoe kan geraken is het noodig een analyse te maken van het wonen, het le ven, het werken en het verkeer in de te behandelen streek. Dan eerst is een prog nose mogelijk over de bestemming der gronden, een prognose die uit den aard der zaak voorloopig is, maar die men noodig heeft, omdat men nu eenmaal niet in de ruimte kan werken. Want daardoor is het mogelijk het plan in een vorm te gieten, die juridisch de richtlijnen voor de overheid vastlegd. Het streekplan zelf is geen wet van Meden en Perzen. Komende tot de behandeling van het streekplan Walcheren, wees ir. de Ranitz er op, dat de survey beoogt een beeld te geven in cijfers en kaarten van den huldi gen toestand en de toekomst voor één ge neratie, te stellen op 40 jaren. Men komt reeds vrij spoedig tot de conclusie, dat de prognose van de bevolkingsgrootte en van de bevolkingssamenstelling naar leeftijd en geslacht net centrale probleem is, waar mede alle andere verband houden. De sur vey van het streekplan Walcheren regelt nu de ontwikkeling van de streek in den meest algemeenen zin. i De inleider vestigde er de aandacht op, dat de bevolkingsprognose afhankelijk is van het vertrek en vestigingsoverschot, van geboorte- en sterftecijfers waarbij nage gaan moet worden hoe het onderling ver band is. De bevolkingsgrootte in een streek wordt sterk beïnvloed door de werkgelegenheid en. deze op haar beurt weer door de alge- meene economische mogelijkheden. Boven dien is de industrieele toekemst van een gebied in hooge mate afhankelijk van den levensstandaard en de hoeveelheid aanwe zige arbeidskrachten. Het importeeren van arbeidskrachten moet echter met groote omzichtigheid worden gehanteerd. De prognose schijnt dus onmogelijk, waar men verzeild geraakt in een vicieuze cir kel en de eeuwige mogelijkheid om deze te doorbreken is het aanvaarden van het nationale plan en in het geval zooals het hier ligt het maken van eenige veronder stellingen. In de survey Walcheren is verondersteld, dat de industrieele capaciteit niet zoodanig zal worden, dat zij belangrijke contingenten nieuwe werkkrachten zal "aantrekken. Een vestiging van industrieën ten plattelande, zoo betoogde ir. de Ranitz wordt in kleine provinciesteden belem merd door de geringe elasticiteit van de arbeidersmarkt, door dp geringe gelegenheid voor verdere gezinsinkom sten der arbeidersgezinnen, de hooge transportkosten voor grondstoffen en afgewerkte producten, het gebrek aan contact met samenwerkende nevenbe- drijven en het gebrek aan geschoold personeel. B|j de bevolkingsraming is een maxi mum aangenomen, waarbij zich geen ver- trekoverschot voordoet, terwijl dit ver schijnsel bij het minimum wel voordoet. De bevolking is echter niet één geheel, zij kan ook niet worden behandeld per gemeente en zoo is men gekomen tot drie onderscheidingen: Middelburg, Vlissingen, de randgemeenten St. Laurens, O. en W. Souburg en Koudekerke en de andere ge meenten. Daardoor krggt men een over zicht van de bevolkingsbeweging. Dubieus bezit. Sprekend over de randgemeenten wees inleider er op hoe de bevolking welke zij uit de centra tót zich hebben getrokken voor deze gemeenten een dubieus en on stabiel bezit is. Immers deze randgemeen ten krggen langzamerhand een stedelijk karakter, met alle voorzieningen daaraan verbonden. Ook op het gebied van grond- politiek en belastingwezen. Er is dan ook aangenomen, dat de trek naar deze rand gemeenten tot staan zal komen. Aan de hand van uitvoerig statistisch materiaal gaf ir. de Ranitz vervolgens een uiteenzetting over den bevolkingsopbouw op het eiland Walcheren en voor de reeds onderscheiden gebieden. De bevolkingsprognose is het ruggemerg van het streekplan en het gaat er nu om of deze prognose betrouwbaar is. Abso luut betrouwbaar is ze niet, maar ze ver schaft waardevolle aanwijzingen, die voor het verrichten van stedebouwkundigen ar beid onontbeerlijk moet worden geacht. Er kunnen belangrijke conclusies uit worden getrokken. Het wonen. De 'inleider besprak vervolgens het woon probleem. De woningreserve kan gesteld worden op 2y2 van de aanwezige voorraad en van het vervangingscijfer. Berekeningen hebben uitgewezen, dat in Zeeland 20 der bestaande voorraad in de komende pe riode vernieuwd moet worden. Bij een ver gelijking met het werkelijke aantal ge zinnen met het werkelijke aantal wonin gen bleek verder, dat dit aantal 3 grooter is dan het becijferde aantal gezin nen. Ir. De Ranitz zette vervolgens uit een, hoe op grond van deze uitkomsten de huurwaarde kan worden bepaald en men ook kan komen tot een groepverdeeling naar de bouwmogelijltheden per HA. Ten aanzien van de scholen be toogde ir. De Ranitz, dat men zich op grond van de uitkomsten van het statistisch onderzoek geen zorgen be hoeft te maken over dit vraagstuk. De behoefte aan schoollokalen zal over 30 jaar geheel anders liggen, dan thans. Met betrekking tot de recreatie mogelijkheden dient per bebouwde kom of wijk gerekend te worden op een speelweide voor kleine kinderen van 60 bij 80 M. Ook in de dorpen be- hooren de kinderen niet op straat te spelen en in de uitbreidingsplannen dient daarmede rekening te worden gehouden. Zulks geldt ook, ten aan zien van sportvelden. Het werken. In dit verband merkte de inleider op, dat de eenige industrie van beteekenis op Wal cheren de „Schelde" is, die dagelijks moei lijkheden ondervindt van de weinige elasti citeit in de arbeidsmarkt en van het ge brek aan retourvrachten. Uit de statistischè gegevens blijkt voorts dat de bedrijfsbevolking ongeveer 40 der totale bevolking uitmaalct, terwijl hier van ongeveer 15 berufsfahig is. Inleider schetste in 't kort hoe op grond van demografische berekeningen, van de verhouding van het aantal arbeidskrach ten in de verschillende bedrijfstakken con clusies kunnen worden getrokken t.a.v. de waarschijnlijke verhouding van het aantal arbeidskrachten dezer bedrijfsklassen in De belangrijkste bedrijfsgroep -op Wal cheren is het gemengde landelijke bedrijf. Voor de ontwikkeling van dit bedrijf is nagegaanlandgebruikers, bodemge- bruik, verkaveling en bedrijfsgrootte, markt- en veilingwezen en verkeer. Het toekomstbeeld is niet gunstig. Ongeveer 70 van de dorpsbevolking leeft onmid dellijk van de bodemcultuur. De bevolking "in de landelijke gemeenten zal toenemen, de gezinsgrootte vertoont een daling, in 1980 tot 3.1. Het aantal gezinnen, direct afhankelijk van de landelijke bedrijven zal daardoor toenemen. Dat het eigen klein bedrijf overwegend is, wordt door de cij fers geïllustreerd. De conclusie luidt, dat .de bedrijfsgrootte moet afnemen. In een eeuw tijd steeg het aantal aangeslagenen in den polder van 1647 tot 7871, terwijl de voortdurende ver mindering der bedrijfsoppervlakte heeft geleid tot zeer versnipperde en on-econo- mische verkaveling en tot zeer kleine be drijven. Tot 1980 zal deze daling gaan tot 4 H.A. tegen 8.3 H.A. in 1930. Voor gemengde bedrijven is dit een veel te gering oppervlak. Ir. De Ranitz besprak vervolgens nog het verkeersvraagstuk en de voorzieningen op publiek terrein als uitbreidingsplan nen, rioleeringswerken en viiilafvoermoge- lijkheden. Voor deze laatste is een com missie in het leven geroepen, die dit vraag stuk zal bestudeeren. Aan het slot van zijn belangwekkend be toog. stelde ir. De Ranitz, dat alleen in streekplanverband de ontwikkelingsmoge lijkheden zuiver kunnen worden afgeleid en het is daarom van zoo groot belang, dat deskundigen uit de betrokken streken met hun adviezen de verwezenlijking de plannen kunnen dienen, waardoor ook het streekeigene beter tot zijn recht komt. HONDERDEN BELGISCHE KINDEREN KOMEN OM AARDAPPELEN NAAR DE GRENSGEMEENTEN. De laatste dagen komen zeer groote aan tallen Belgische kinderen, gewapend met jute zakken de grens te Putte over, om bij de boeren en groentenhandelaren aard appelen te koopen. Zoolang de hoeveelheid meegenomen aardappelen de 5 kg. per man niet te boven ging, stond men dit aan de kinderen, waaronder meerderen van 4 en 5 jaar toe. De boeren in Putte kunnen echter niet blijven leveren, zoodat velen zonder vracht naar huis moeten. Daar de kinderen in groote groepen komen, zag men dezen Maandag verschillende keeren een lange „processie" met kleine Belgen door de straat trekken, begeleid door Ne- derlandsche politie, aldus het Dbld. v. N.Br. en Z. Al deze kinderen moesten met leege zakken naar huis terug. Hoe nijpend de nood in België reeds is, moge blijken uit het feit, dat uit Merxem (plm. 18 km. van Putte) en meerdere plaatsen, op denzelfden afstand van de grens gele gen, velen te voet naar ons land komen. Tot welk voedsel men zijn toevlucht moet nemen, als aardappelen en brood voor een groot deel ontbreken, bleek dezer dagen op een school in een nabije Belgische grens gemeente. Een leerlinge van een der klas sen werd ziek, en op een vraag der klasse- zuster hoe dat kwam, vertelde de kleine, dat men 's middags thuis aardappelschillen had gegeten. Toen de zuster daarop aan de heele klas vroeg, wie nog meer dat voedsel hadden gebruikt, stak nog een aanmerkelijk aantal kinderen, den vinger omhoog. Fransch Roode Kruls-personeel naar huls. Uit Berlijn meldt het A.N.P.r Duitsch- land heeft zich bereid verklaard, een deel van het Fransche Roode Kruis-personeel, dat in krijgsgevangenschap geraakt was en dat in de gevangenkampen gemist kan worden, naar Frankrijk te laten terug- keeren. Volgens Fransche mededeelingen heeft deze maatregel betrekking op on geveer 3200 officieren en manschappen, die in de komende dagen in vier treinen over Conslanz naar Frankrijk zullen gaan. BRITSCHE ONDERDANEN VERLATEN DEN BALKAN. Het Zweedsche blad Dagens Nyheter publiceert een bericht van United Press, volgens hetwelk alle Britsche gezanten in de Balkanlanden maatregelen hebben ge nomen om het voorbeeld van het gezant schap te Boekarest (Roemenië), dat naar Engeland is teruggeroepen, onmiddellijk te kunnen volgen. Alle belangrijke documen ten zouden reeds naar Turkije gebracht zjjn. Te Istanboel moeten dagelijks En- gelsche onderdanen aankomen. Bepalingen voor verhuurders en huurders van woningen. De Staatscourant van Woensdag bevatte een besluit van den secretaris-generaal van het departement van binnenlandsche zaken betreffende de bestrijding - van wandge dierte. Daarin wordt het volgende bepaald: Artikel 1. Het is, te rekenen van 1 April 1941 af, verboden als Ver huurder of uit anderen hoofde een woning of gedeelte daarvan al dan niét gemeubileerd of gestoffeerd, in gebruik te geven zonder dat een verklaring is ingeleverd, welke is afgelegd door een als zoodanig door burgemeester en wethouders erkenden deskundige en waaruit blijkt, dat noch in de woning noch in het daarin eventueel aanwe zige huisraad wandgedierte is aange troffen. Van hetzelfde tijdstip af is het verboden bij het als huurder of uit anderen hoofde betrekken van een wo ning of van een gedeelte daarvan, daarin huisraad te plaatsen of aan te brengen, waarvan niet door een des kundige als in het eerste lid bedoeld is verklaard, dat daarin geen wand gedierte is aangetroffen. Art. 2.Degenen, voor wie de in artikel 1 genoemde verbodsbepalingen gelden, zijn ver plicht verklaringen, als in dat artikel bedoeld, vóór dat een woning of een gedeelte daarvan wordt betrokken, bü burgemeester en wethou ders in te leveren. Art 3. Burgemeester en wethouders zijn be voegd voor het afgeven van - de verklaringen als in dit besluit bedoeld alsmede voor het zui veren van woningen, vertrekken en inboedels tarieven vast te stellen. Art. 4. Op een daartoe door burgemeester en wethouders in te dienen verzoek kan de secretaris-generaal van het departement van binnenlandsche zaken schriftelijke ontheffing verleenen van het bepaalde in dit besluit met betrekking tot gemeenten, deelen van gemeen ten of bepaalde groepen of klassen van wo ningen ten aanzien waarvan dat college aanneme lijk kan maken, dat besmetting met wandge dierte zich aldaar niet of slechts bij hooge uit zondering voordoet. Art. 5. Óvertrèding van artikel 1 en 2 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden. Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen jaar is verloopen sedert een vroegere veroordeeling van den schuldige wegens gelijke overtreding onherroepelijk is geworden, kan de rechter geldboete of hechtenis tot het dubbele van het voor elke overtreding gesteld maximum uitspreken. De bij dit besluit strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen. Art. 6. Met het opsporen van de bij dit be sluit strafbaar gestelde feiten, zijn belast de ambtenaren van rijks- en gemeentepolitie, bene vens de nadere door den burgemeester aan te wijzen gemeente-ambtenaren. Tegen den wil van den bewoner treden zij een woning niet binnen dan op vertoon van een bijzonderen schriftelijken last van den com missaris van politie of in gemeenten, waar geen commissaris is, van den burgemeester. Van dit binnentreden wordt binnen twee maal vier en twintig uren proces-verbaal opgemaakt. Daarin wordt mede van het tijdstip van het binnentreden en van het daarmede beoogde dW melding gemaakt- Zij zijn bevoegd, zich van bepaalde door hen aan te wijzen përsonen te doen vergezellen. In dat geval wordt' hiervan melding gemaakt in het proces-verbaal. Rauwe groenten. Kunnen versch fruit gedeeltelijk vervangen. Het voorlichtingsbureau van den voe dingsraad meldt ons: In een vroeger bericht is al eens uiteen gezet, dat het vitamine-C in goede hoeveel heden in de gewone voeding voorkomt en dat men zijn voeding zoo dient in te richten, dat ook voldoende van dit vitamine met het voedsel wordt opgenomen. In de eerste plaats komen als bron van vitamine-C in aanmerking aardappelen, versché groenten (vaar al de kool soorten) en versch fruit. Nu is versch fruit in den winter en in het voorjaar schaarsch en dikwgls duur. Het gehalte aan vitamine-C van den aardappel gaat in het voorjaar achteruit.. Aanvulling door versch fruit is dan zeer aan te be velen. Gelukkig kan het fruit gedeeltelijk worden vervangen door de veel goedkoo- pere ramenas, rauwen wortel, rauwe kool raap en over eenigen tijd ook door de radijs. Zeer smakelgk is een rauw worteltje, 'n dun schijfje ramenas of een plakje kool raap op de boterham, doch men zai graag naar eenige variatie uitzien. Deze variatie is op verschillende ma nieren mogelijk. Hieronder volgen eenige voorbeelden van slaatjes slaatje met ramenas, 1 kleine ramenas, 1 struikje andijvie of y2 ons veldsla, 2 eetlepels, kwark scheutje melk of zoo. mogelijk sla olie, wat zout, mosterd en aroma naar smaak. Vermeng de kwark met theelepel mosterd, wat zout en aroma, verdun ze met wat melk of slaolie. Schil de ramenas en rasp haar op een fijne rasp, omder nu en dan dooreenmengen in de te voren klaargemaakte saus, daar anders een lee- lg'ke verkleuring optreedt. Wasch de veld sla en laat ze goed uitlekken of wasch de andijvie en snijd haar in zoo dun mogelgke reepjes. Meng de veldisla of andijvie met de saus. Slaatje van wortel en koolraap. 1 middelmatig groote winterwortel (ongeveer 200 gr.), kleine koolraap scheutje melk of zoo mogelijk slaolie, (orngev. 200 gr.), 2 eetlepels kwark, stukje ui en wat zout, mosterd en aroma naar smaak. Meng de kwark aan als in bovenstaand recept is beschreven, doe er wat geraspte ui door. Boen den wortel schoon (met har den borstel of panhenspons) en rasp deze op een fijne rasp in de saus, om verkleu ring te voorkomen. Schil de halve koolraap (bewaar de rest tot den volgenden dag) en rasp haar eveneens in de saus. Meng alles goed door elkaar. Abonnementen en advertenties voor de Provinciale Zeeuwsche Courant worden aangenomen door den Agent j M. liü) KOK* Wenken voor de particuliere tuinders. DE BESCHIKBARE RUIMTE MOED ZOO GOED MOGELIJK WORDEN BENUT. J Door de bijzondere tijdsomstandigheden! waarin ons land verkeert is het ook voor 1941 noodzakelijk dat iedereen meewerkt aan de voedselvoorziening. De beschikbare ruimte'der groentetuinen moet daarom! zoo goed mogelijk benut worden. Dit is, naar ir. Bosma, rijkstuinbouwconsulent voor Zeeland en West. N. Brabant mede** deelt, mogelijk 1. Door een degelijke bewerking van derf grond -diep spitten, zelfs 2 steken diep is bevorderlijk voor den groei der gewas sen. Daarbij moet men echter zorgen dat de ondergrond ook steeds onder blijft en niet bovenop gebracht wordt. 2. Door een oordeelkundige bemesting. In alle gevallen kan per are bemest wor den met:-7% kilo patentkali en 6 kilq superfosfaat. Vooral het laatste dient grondig met den grond gemengd te worden omdat het zich anders moeilijk door den grond verspreidt. Verder geeft men 5 k 6 kilo stikstofmest stof zooals kalkammonsalpeter, kalk salpe ter of zwavelzure ammoniak. Voor erw ten en boonen kan met 1 2 kilo stik- stofmest worden volstaan. Stalmest is in alle gevallen aan te raden. De kunstmestgift kan dan gehalveerd worden. 3. Is de grond zuur dan wordt na het bewerken van den grond per are 20 kilo fijne gebluschte kalk door den grond ge werkt. De grond is zuur wanneer na het overgieten met verdund zoutzuur („geest van zout") dé grond geen enkele opbrui sing vertoont. 4. Door tijdig te zaaien of té planten, (overwinterde planten koopen) 5. Door in hoofdzaak waardevolle pro ducten te telen, dus bijv. de producten rijk aan eiwit, zooals bruine boonen, groene erwten, enz. Verder koolrapen en kool soorten (niet te veel), benevens late aard appelen. Om zoo weinig mogelgk last vart zieke aardappelen te hebben neme men de Bevelander. 6. Van boonen is I kilo zaaizaad per are noodig, van groene erwten 1 1%' kilo, terwijl van de Bevelander 12 kilo kleine poters per are noodig zijn. De laatste worden geplant op 50 x 50 cm. 7. De opbrengsten van deze producten zijn onder normale omstandigheden de vol gende bruine boonen 2025 k.g. per aregroene erwten 3040 k.g. per are J late aardappelen 200250 k.g. per are. In vele gevallen zal men met een lagere oogst-opbrengst rekening moeten houden wanneer de tuin minder gunstig gelegen of de grond nog niet in conditie is. Kaas op den kantongerechts zolder. Ambtelijke ondeskundigheid. De persdienst van het Nederlandsch Agrarisch Front schrijft Bij een veehouder-kaasproducent te Al phen aan den Rijn werd dezer dagen een partij kaas van 25 stuks, wegende 263 kg, in beslag genomen, omdat de betrokkene deze kaas niet had mogen produceeren, maar de melk voor consumptie moest afle veren. Door de afgelegen ligging van de boerderg zou deze melk elke dag drie •volle bussen over een afstand van een half uur gaans per kruiwagen naar een rij weg vervoerd moeten worden, hetgeen schier onuitvoerbaar is. De ambtenaren der crisis-zuivelcentrale meenden met deze bezwaren geen rekening te mogen houden en namen de kazen in beslag. Zij lieten de kazen vervoeren naar het kantongerechts gebouw te Alphen aan den Rijn, waar ze op een zolder werden gedeponeerd zonder vakkundige verzorging. Den gouwgemachtigde van het Neder landsch Agrarisch Front voor Rijnland, den heer J. Rijlaarsdam, kwam deze zaak ter oore. Hij stelde daarop een onderzoek in en vond aanleiding om zich tot de zuivelcentrale in Den Haag te wenden. Deze verwees hem naar het kaascontröle- station voor Zuid-Holland. De directeur van dit station, dr. Van der Bunt, toonde begrip voor de omstandighe den en gaf den heer Rijlaarsdam machti ging, de partg kaas van den gerechtszolder te -doen halen, waarna berging in een vak kundig beheerd kaaspakhuis kon plaats hebben. Hierbij bleek, dat op den zolder nog een andere partij kaas lag te rotten en reeds grootendeels verloren was gegaan. Deze partg moet er reeds lan gen tijd gelegen hebben zonder dat er ooit naar is omgezien. Ook trof de heer Rijlaarsdam er een hoeveelheid totaal bevroren aardappelen aan. Men vraagt zich, aldus de persdienst van het N.A.F., met bezorgdheid af, op hoeveel zolders van gerechtsgebouwen in Neder land op soortgelijke wijze kostelijk volks- voedsel bederft tengevolge van ambtelijke ondeskundigheid. Landelijke werkgeversbonden In het landbouwbedrijf. Bij het Koninkijk Nederlandsch Land- bouw-Comité zijn plannen in voorbereiding om voor het geheele land te komen tot organisatie van al zijn leden in werkgevers- groepen en wel in landelijk verband, ten einde in staat te zijn eene landelijke collec tieve arbeidsovereenkomst te kunnen af sluiten. Soortgelijke plannen bestaan ook b|j de besturen van de christelijke en ka tholieke boeren- en tuindersbonden. De Hollandsche Maatschappij van Land bouw heeft zich reeds tot werkgeversorga nisatie omgevormd. Het bestuur van de Friesche Maatschappij van Landbouw stelt nu ook aan de binnenkort te houden alge- meene vergadering voor over te gaan tot zoodanige wijziging van de statuten, dat de vereeniging de bevoegdheid krggt van be hartiging van werkgeversaangelegenheden en wel door het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5