DE CREDIETEN VOOR OPBOUW EN HERSTEL. Tweede blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Dinsdag 11 Februari 1941 Kou-Griep-Pijn Kroniek van den dag Europeesche spanningen. Het ia moeilik na te gaan waar de span ningen in Europa nu eigenlijk hun hoogte punt vinden. De feiten van de laatste da gen hebben duidelijk gemaakt, dat ona werelddeel vol spanningen zit en dat in alles een onderlinge samenhang valt te onderkennen. Samenhang tusschen de ope raties in Afrika, in de beschieting van Genua, de toegenomen Britsch-Roemeen- sche wrijving, de politiek van afwachten van Madrid en de oplossing van de crisis in Frankrijk. Op het eerste gezicht ziet dit er ietwat onwaarschijnlftk uit, maar bij een nauwkeurige beschouwing van het politieke en militaire beeld van Europa dringt deze samenhang zich toch op. De redevoering van Churchill heeft althans duidelijk gemaakt, dat de Britten overal in Europa onvermoeide pogingen aan wenden, om het door de spilstaten opge bouwde systeem, dat reeds in beginsel staat te worden verwezenlijkt, te onder graven. Uit de commentaren in de Duit- sche en Italiaansche pers is wel gebleken, dat men in spilkringen dezen opzet heeft doorzien en reeds van te voren heeft men den Britschen premier te verstaan gege ven, dat zijn opzet tot mislukken zal zijn gedoemd. De Engelschen hebben in Afrika eenige successen geboekt, maar de beteekenis daarvan wordt blijkbaar niet zoo hoog aangeslagen, waar zelfs een bevoegd be- oordeelaar als Ward Price te kennen geeft: wij hebben de eer gered, prestige succes sen .waaraan Engeland dringend behoefte heeft, laat het nu voldoende zijnwij hebben in Libye niets meer te winnen. Ook Churchill zelf schijnt, naar uit het verslag van zijn rede valt op te maken, niet de overtuiging te hebben, dat hij in Afrika een beslissing kan forceeren. Nu rest slechts de vrrag, waarom de Britten des ondanks met het inzetten van groote troe penmachten voortgaan met hun operaties en zich er niet toe bepalen de behaalde successen te consolideeren. De vraag, waarom de Engelschen den strijd in Afrika voortzetten is niettemin van groot gewicht, temeer, waar zij tege lijkertijd een uitval hebben gedaan naar Genua, een open stad weliswaar en naar het schijnt zonder eenig militair belang, terwijl het verloop der operaties in Al banië wel uitwijst, dat ook daar van een verhoogde Britsche activiteit sprake is. Deze verhoogde activiteit is niet onbe grijpelijk, nu de Duitsche luchtmacht te zamen met de Italianen opereert en o.m. aan de defensiewerken van Malta zware vernietigingen heeft toegebracht. Verkee- ren de Britten in de Middellandsche Zee wellicht in een soort dwangpositie en vree zen zij mogelijk een Duitsch-Italiaansche stoot naar Gibraltar. In geval van een succ-svolle operatie in deze richting, zou het aanzienlijk Britsche potentieel in een precaire positie kunnen geraken. Wat hier ook van zij, het valt niet te ontkennen, dat voor het oogenblik het zwaartepunt der krijgsoperaties in de Middéllahdsche Zee is gelegen. Daardoor valt ook de aandacht op Spanje, zoowel als op den Balkan als op Frankrijk. Spanje houdt zich voor het oogenblik afzijdig. Den laatsten tijd is er over de opvattingen van Franco en zijn naaste me dewerkers zeer weinig bekend geworden, hetgeen na de veelbesproken reizen van Serano Suner wel merkwaardig is. Zeker, men behoeft er niet aan te twijfelen, dat de sympathieën van Madrid aan de zijde van de spil staan. Het verleden is daar voor een voldoende waarborg, maar het is aan den anderen kant opvallend, dat de Spaansche regeering zich hult in een stil zwijgen. Opvallend ook, omdat de wen- schen van Spanje toch ook uitgaan naar een bevrijding van Gibraltar. Het zou dan ook geenszins onmogelijk zijn, indien de spanningen in ons werelddeel vroeger of later hun ontlading zouden vinden in Spanje. Het is niet de eenige mogelijkheid. Want daarnaast moet de aandacht getrokken worden door de jongste gebeurtenissen op den Balkan. De Britsche propaganda heeft, naar uit de Duitsche berichten valt op te maken, eenige toespelingen gemaakt op aanstaande koerszwenking van Bulgarije, zulks in verband met geruchten over Duit sche troepenconcentraties in dit land, van waaruit een blik op de kaart maakt dit duidelijk, een doortocht naar Griekenland zou kunnen worden geforceerd. Te Berlijn heeft men deze geruchten als. klinkklare verzinsels gebrandmerkt en op grond daarvan kan men dan ook ten aanzien van Bulgarije wel gerust zijn. Bovendien, Sofia zou in een vrij moeilijk parket geraken, in verband met door Turkije aangegane ver plichtingen en het is niet aan te nemen, dat koning Boris tot een dergelijk spel te vinden zou zijn. Ten overvloede heeft de premier Filoff in zijn jongste parlements- rede duidelijk te verstaan gegeven, dat Bulgarije de politiek van neutraliteit trouw wenscht te blijven. Ook in Frankrjjk valt een der hoogte punten vc" de spanningen in ons wereld deel waar te nemen. De crisis in de re geering tusschen de opvattingen van Parijs en Vichy heeft voor het oogenblik een op lossing gevonden door de benoeming van Darlan tot vice-president. Deze benoeming maakt wellicht duidelijk, dat het niet ge lukt is, met Laval tot overeenstemming te geraken. Men weet, dat Darlan de tus- schenpersoon was tusschen Laval en Pé- tain. Nu deze in feite de bevoegdheden, welke aan Laval tijdens de Decembercrisis waren ontnomen heeft overgenomen, rijst de vraag, of inderdaad het overleg op niets is uitgeloopen. De situatie in Frankrijk is nog in Looge mate onzeker, want het blijft ook mogelijk, dat de benoeming van Dar lan een soort compromis is, een vondst om voor het oogenblik het gezicht te redden. Zoo bezien is deze oplossing er een, welke niets verklaart omtrent den nieuwen koers van Frankrijk. Veel zal afhangen van wat Weygand in de Fransche koloniën voor bereidt Zijn jongste beroep op de Gaulle heeft vage vermoedens gewekt omtrent zijn loyaliteit ten aanzien van de bezetten de macht En via Weygand komt men dan weer terecht bij het uitgangspunt en valt de onderlinge samenhang der gebeurtenis sen op de onderscheiden Europeesche fron ten in het oog. Een toelichting op de besluiten. Van bevoegde zijde wordt btf het be sluit betreffende credieten voor opbouw of herstel van onroerende goederen en sche pen en het besluit betreffende hypotheken in verband met den wederopbouw, welke besluiten in het Verordeningenblad van 10 Februari zijn afgekondigd1, de navolgende toelichting verstrekt Beide besluiten hebben betrekking op de financiering van den wederopbouw. Inge volge het besluit op de materieele oorlogs schaden staat daartoe in de eerste plaats ter beschikking de rijksbijdrage in de door het oorlogsgeweld geleden schade aan ge bouwde eigendommen en aan schepen. Alhoewel in beginsel voor het overige de financiering van den wederopbouw aan het particulier kapitaal wordt overgela ten, zijn in de practjjk verdere financie ringsmaatregelen wenschelijk gebleken. VERSTREKKEN VAN CREDIETEN OP DE RIJKSBIJDRAGEN. Naar bekend, kunnen op de rijksbijdra gen terzake van gebouwde eigendommen voorschotten worden opgenomen, voor zooveel betreft woningen van 450 M3 en daar beneden, bij den algemeen gemach tigde voor den wederopbouw, en voor an dere gebouwen bij de stichting Rotterdam 1940 en de provinciale stichtingen voor credietverleening. De taak van de stichtingen met betrek king tot de verstrekking van bouwcredie- ten was nog niet geregeld, daar het be sluit no. 117,1940 betreffende oorlogs- moléstcredieten voor bedrijven zich alleen beperkt tot de verstrekking van bedrijfs- credieten. Ingevolge art. 1 van het besluit betreffende credieten voor opbouw of her stel van onroerende goederen en schepen, kunnen de stichtingen credieten beschik baar stellen voor opbouw of herstel van boerderijen en voor andere door oorlogs geweld getroffen onroerende goederen. Voorschotten op de schadevergoeding ter zake van door oorlogsgeweld getroffen schepen worden alleen door den algemeen gemachtigde voor den wederopbouw be schikbaar gesteld. CREDIETEN VOOR OPBOUW OF HERSTEL. In de practijk is gebleken, dat met het bedrag der rijksbijdragen, aange vuld door eigen middelen of met van derden opgenomen gelden de minder- draagkrachtigen dikwijls niet tot her bouw zouden kunnen overgaan. Verde re financieririgsmaatregelen zijn noo- dig voor opbouw van die complexen gebouwen, die er moeten komen en zonder staatshulp niet zullen kunnen kunnen worden tot stand gebracht. In sommige gevallen zal hiertoe in "het belang van de volkshuisvesting tot de ver strekking van overbruggingsbijdragen moe ten worden overgegaan. Overigens zal door credieten in deze financieele behoeften moeten worden voorzien. De beide be sluiten hebben "de strekking aan deze cre- dietverstrekking een basis te verschaffen. Het besluit betreffende credieten voor opbouw of herstel heeft betrek king op a. Credieten voor herstel of opbouw van boerderijen b. Credieten voor herstel of opbouw van andere gebouwde eigendommen c. Credieten voor herstel van bescha digde schepen en voor den aanbouw of den aankoop van nieuwe schepen. Alles voor zooveel gebouwd moet wor den ten behoeve van minder draagkrach- tigen, die zonder overheidshulp niet tot herbouw zouden kunnen komen. Ad. a. de wederopbouw van boerderijen wordt verzorgd door het bureau wederop bouw boerderijen te Amersfoort. Voorzoover de opbouwkosten het bedrag der van rijkswege te verleenen bijdrage te boven gaan, kan, zoo noodig, voor 't verschil een crediet bij de desbetreffende stichting worden opgenomen. Dit crediet, dat als regel wordt verstrekt op basis van een 30- jarige annuïteit van 5 voor rente en af lossing, wordt door de stichtingen beschik baar gesteld. Hiervoor wordt een hypo theek op de boerderij gevestigd, welke rang neemt naar den datum van inschrij ving. Voor deze credieten heeft het rijk geen voorrang boven oude hypothecaire schuldeischers bedongen, daar als regel de waarde van het land die van de hoeve te boven gaat. Ad; b. voor woningen beneden 450 M3. worden credieten voor herbouw door tus- schenkomst van het gemeentebestuur door den algemeen gemachtigde beschikbaar ge steld met toepassing van de hypotheekre geling 1940. In andere gevallen worden, zoo noodig, tot beperkte bedragen credie ten door de stichtingen verstrekt. In beide gevallen als regel tegen een rentevergoe ding van 4 's jaars. Voor de financiering van herstel van geleden schade zal men derhalve steeds terecht kunnen bij de stichtingen tot het opnemen van een voor schot en een crediet ter financiering van het herstel. Als regel zal in totaal kunnen worden opgenomen het bedrag der ge raamde rijksbijdrage (hierover wordt met de schade-enquète-commissie overleg ge pleegd) vermeerderd met ten hoogste 50 dier bijdrage voor zoover het opgenomen crediet niet met de rijksbijdrage kan wor den verrekend, zal het restant in tenminste 50 jaar moeten worden afgelost. Voor het eerste jaar kan voor credieten beneden 10.000 met 2 rente genoegen worden genomen. Ad. c. Voor herstel van beschadigde schepen of aanbouw en aankoop van nieu we schepen, worden boven het bedrag der rijksbijdrage in de schade, door den alge meen gemachtigde voor den wederopbouw credieten beschikbaar gesteld, voor zoo ver hierin door het particuliere kapitaal en met name door de scheepshypotheek- banken, niet kan worden voorzien. ZEKERHEID VOOR DE CREDIETEN. In alle onder b en c genoemde gevallen zal tot zekerheid van het overheidscrediet een inschrijving op het betreffende pand of schip worden genomen, resp. ten behoeve van de gemeente, de stichting of het rijk. Aan deze inschrijvingen zfln eenige bijzon derheden verbonden, die in het besluit be treffende de credieten voor opbouw of her stel nader worden geregeld. Deze inschrij vingen nl., die dezelfde kracht hebben als gewone hypotheken, kunnen worden geves tigd zonder notarieele akte door inlevering van een borderel bij den hypotheekbewaar der. Voorts nemen deze inschrijvingen rang boven de hypotheken tot en met 15 Mei 1940 ingeschreven en boven de tweede en volgende hypotheken van nè. dien da tum. De mogelijkheid om by eenvoudig bor derel een inschrijving op het goed te ves tigen, geldt ook voor de onder a. genoem de stichtingscredieten ten behoeve van den opbouw van boerderijen. Een byzondere maatregel is voorts getroffen ten behoeve van den ouden eersten hypothecairen schuldeischer, die bij toepassing van het vorenstaan de, tweede hypothecaire schuldeischer zou worden. Het besluit betreffende hypotheken in verband met den weder opbouw bepaalt nl., dat een dergelijke, nu tweede geworden hypothecaire schuldeischer van alle bedingen zal kunnen gebruik maken, welke het bur gerlijk wetboek toestaat aan eerste hypothecaire schuldeischers, zoodat deze hypotheken, behoudens den voor rang voor de overheidscredieten, ge acht kunnen worden eerste hypotheken te zijn. Ten aanzien van dit voorrecht der overheid dient in aanmerking te worden genomen, dat door het rijk vooraf een tegemoetkoming in de schade is beschikbaar gesteld, terwijl zoo noodig in daarvoor in aanmerking komende gevallen nog overbruggings bijdragen door het rijk zullen worden verleend. Om benadeeling van oude hypothecaire schuldeischers te voorkomen, is voorts be paald, dat de stichtingscredieten slechts dan het bedrag der rijksbijdrage zullen mogen overtreffen, indien het goed öf niet met hypotheken is bezwaard, dan wel de eerste hypothecaire schuldeischer zich met de verleening van het crediet en de ves tiging van den voorrang in verband daar mede accoord verklaart. REGELING DER RANGORDE BIJ FINANCIERING MET PARTICULIER KAPITAAL. Het zij nogmaals herhaald, dat vo renstaande credietmaatregelen slechts dan zullen worden toegepast, voor zoo ver verdere financleringshulp bij den wederopbouw staatstaak moet worden geacht. In het algemeen zal de verdere financiering aan het particuliere ka pitaal moeten worden overgelaten. Voor zoover eigenaar en ook bestaande eerste hypothecaire schuldeischers daar toe niet bij machte zijn en derden het noodige geld voor den wederopbouw ver schaffen, zal door den algemeen gemach tigde de rangorde tusschen nieuwe en oude hypothecaire schuldeischers op het goed, ingevolge art. 14, lid 4 van het be sluit op de materieele oorlogsschade, worden geregeld. Hiervoor zullen weldra nadere richtlijnen worden bekend gemaakt. Als voornaamste bepaling zullen deze inhouden, dat de oude hypotheken haar rang behouden tot het bedrag van de waarde op 9 Mei 1940 aan den ondergrond en het niet verloren gegane gedeelte der opstallen toe te kennen, vermeerderd tenzij in zeer bijzondere gevallen door den secretaris-generaal van het departement van financiën een andere rangschikking is goedgekeurd met tenminste 50 van de van overheidswege verleende bijdrage terzake van de aan het pand geleden oor logsschade. De hypotheek, die ter finan ciering van den opbouw wordt verstrekt (opbouw hypotheek), volgt alsdan op het aldus beperkte hypotheekrecht der oude hypothecaire schuldeischers. Voor het ge deelte, waarvoor de oude hypotheken haar rang niet behouden, volgen zij in rang op de opbouwhypotheek. Ook voor de op- bouwhypotheek geldt weder het besluit be treffende hypotheken in verband met den wederopbouw, derhalve wordt ook de zgn. opbouwhypotheek, ofschoon naar rang een tweede hypotheek, geacht een eerste hypo theek te zijn en alle bedingen te kunnen bevatten, welke het burgerlijk wetboek toestaat aan de eerste hypothecaire schuld eischers. WINTERHULP NEDERLAND. Een voorbeeld ter navolging. Een molenaar in deze provincie heeft aan de W.H.N. Zeeland een bedrag van 6.doen toekomen, zijnde 10 ct. van elke 100 kg. in de maand Januari gemalen broodgraan. JHR. IR. M. A. F. H. DE RANTTZ OVERLEDEN. Op 66 jarigen leeftijd is te Zwolle over leden jhr. ir. M. A. F. H. de Ranitz, oud- hoofd-ingenieur van de Nederlandsche Spoorwegen. HOEDEKENSKERKE. Abonnementen en advertenties voor de Provinciale Zeeuwsche Courant worden aangenomen door den Agent G. SCHOUT» Smidstraat A 83. De strijd in Afrika. Italiaansche koloniale soldaten in een van hun stellingen (Foto WoitbHd) DE MOEILIJKHEDEN BIJ DE TWEEDE EN DERDE HUISSLACHTING. Drie centrale landbouw organisaties bijeen. Bij den aanvang van de eerste vergade ring in 1941 van de dagelijksche besturen der drie centrale landbouworganisaties, droeg de voorzitter van den Katholieken Nederlandschen boeren- en tuindersbond het presidium en het secretariaat over aan het Ned. Landbouw-comité, onder dankzegging voor de tijdens zijn voorzit terschap verleende medewerking. Volgens de regeling der huisslachtingen is het niet geoorloofd een tweede of derde varken te slachten indien de verrekening der bonnen met het eerste geslachte var ken nog niet heeft plaats gehad. Het gevaar bestaat, dat men het twee de en zeker het derde varken pas zal kunnen slachten in een tijd, welke onge schikt iS voor huisslachting. Om aan die bezwaren tegemoet te komen zou de re geling zoo dienen te zijn, dat de tweede en derde huisslachting zouden plaats heb ben uiterlijk in Maart. Besloten werd dit punt met den d. g. van de voedselvoorziening te bespreken. De vergadering was van gevoelen, dat de onlangs gepubliceerde prijsverhooging van verschillende soorten krachtvoer, wel ke een stijging der productiekosten van slachtvee, eieren en varkens heeft veroor zaakt, ook een prijsverhooging voor de genoemde producten behoort mee te bren gen. Besloten werd bij de bevoegde instan ties in dien geest de noodige stappen te doen. De aandacht werd er op gevestigd, dat de vastgestelde telerprgs van de zand- aardappelen van goede kwaliteit te laag Is in verhouding tot de kleiaardappelen van minder goede consumptierassen. Zelfs is de prijs van goede zandaardappelen maar weinig hooger dan die van veen- aardappelen. De vergadering achtte deze prijsverhouding onjuist en besloot aan te dringen op een hoogeren prijs voor goede kwaliteit zandaarappelen. Als gevolg van de verhooging van den prijs van het varkensmeel en van de ver minderde voedertoewijzing hebben ver schillende varkensmesters, die een con tract met de regeering hadden afgesloten aangaande het mesten van varkens, deze overeenkomst opgezegd. De vraag rijst hoe in deze verder moet worden gehan deld. De vergadering was van oordeel, dat de mesters niet te voren op de hoogte ge steld zijn van de verhooging van den voe- derprijs noch van de lagere voedertoewij zing, zoodat de overeenkomst als vervallen kan worden beschouwd. Besloten werd een en ander met den d. g. van de voed selvoorziening te bespreken. Uitvoerig werd van gedachten gewisseld omtrent het aan de C. L. O. uitgebrachte rapport aangaande verplichte levering van rundvee, waarbij verschillende opmerkin gen nader werden bezien. In het bijzonder werd nog eens de nadruk gelegd op de wenschelijkheid van een regeling voor het vetweidersbedrrjf, opdat dit voor de vleeschvoorziening belangrijke bedrijf zal kunnen blijven functionneeren. Voorts werd opnieuw het pleit gevoerd voor het uitbe talen van geleverd drachtig vee naar ge bruikswaarde in plaats van naar slacht- waarde. Thans gebeurt het vaak, dat voor goede gebruiksdieren een gering bedrag wordt ontvangen. Besloten werd deze aangelegenheid te bevoegder plaatse in bespreking te bren gen. Mededeeling werd gedaan van stappen welke bij het centraal distributiekantoor zijn gedaan ten gunste van een verbetering van de brandstoffenvoorziening ten platte- lande. Gebleken is dat zich bü de brand stoffenvoorziening zeer groote moeilijkhe den voordoen. In de vergadering werd er de nadruk op gelegd, dat in de huishoudingen ten plat- telande ook des zomers steenkolen be- Door hun kou-, koorts- en pijnuit- drijvende werking helpen hierbij al- tijd veilig en vlug een poeder of cachet van Mijnhardt te Zeist. Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Cachets, genaamd „Mijnhardtjes" Doos 10 en 50 cent. IN 1940 NEGEN MILLI0EN SIGAREN MINDER GEROOKT. Doch er werd ruim 27.000.000 meer betaald. Uit de fiscale opgaven der aan de siga«t renindustrie verstrekte banderolles blijkt,, dat het sigarenverbruik in 1940 bedroeg int ronde getallen 1.668.6 milïioen stuks tec waarde van 97.9 millioen. In 1939 waren cember o.a., dat volgens de accijnsklassQ waarde van 70.5 millioen, aldus meldt d6 „Tabakskoerier". Voorts blijkt nopens het verbruik in Dé* de cijfers 1.677.7millioen sigaren tec 20 pet. ca. 89.6 millioen stuks ten be-« drage van ca. 9.5 millioen werden ver bruikt en volgens de accijnsklasse 25 pet, ca. 18.1 millioen stuks ad ca. 0.8 mil lioen, in totaal dus ca. 107..' millioen stnks ad ca. 10.2 millioen tegenover in Decem ber 1939 ca. 122.6 millioen stuks ad ca, 5.3 millioen. De gemiddelde winkelprijs in December 1940 bedroeg voor de accqnsklasse 20 pet, ca. 10.5 ct, de accijnsklasse 25 pet ca, 4.4 pet. en dooréén ca. 9.4 ct Verbruik in Dec. 1940 ingedeeld naar dat in prijsklassen en in millioencn sigaren. Accijnskl. Accijnskl. Totaal 20 25 2%—3 ct 1,8 1,8 3% ct 1,5 1,5 4 ct 7,2 7,2 4% ct 2,4 2,6 5,0 5 ct 9,1 2.4 11,5 6 ct 13,0 2,4 15,4 7—7%, ct 5,6 5,6 8 ct. 20.1 0,2 20,3 9—10 ct 16,5 16,5 11—12 ct 1C.S 10,3 13—14—15 ct 8,3 8,8 1618 ct 1,9 1,9 Boven 18 ct 2,4 2,4 89,6 18,1 107.Ï HET OVERLIJDEN VAN DEN W.A.-MAN TE HELMOND. HEEFT LIDMAATSCHAP DER N.S.B, NIET HERROEPEN. De persdienst der N.S.B. meldt? In tegenspraak met het door middel van het A.N.P. d.d. 6 Februari jl. verspreidde bericht als zou de weerman Ant. Minten, die Maandag 8 Februari in het St. Antoniua gasthuis te Helmond, na bediend te zijn met de laatste Sacramenten der Sterven den overleed, kort voor zijn dood het lid maatschap der N.S.B. hebben herroepen» moeten wy op grond van ons bekend zijnde vaststaande feiten, berichten, dat weerman Ant. Minten als nationaal-socialist en lid der N.S.B. is gestorven. Alle berichten die den indruk van het tegendeel trachten te verwekken, moeten wfl nadrukkelijk als onjuist kenmerken* Wy betreuren het ten zeerste, dat men van officieele kerkelijke zijde niet heeft geschroomd om, met veronachtzaming der piëteit, uit het verscheiden van een lid der N.S.B. politieke argumenten te distilleeren, die zoo zy juist waren, zouden wfzen op misbruik der positie van den zielzorger. schikbaar moeten zijn, aangezien het mid dagmaal op een kolenfornuis moet worden gereedgemaakt. Besloten werd zich niet by de tegenwoordige voor het platteland ongunstige verdeeling der beschikbare brandstof neer te leggen, doch na te gaan op welke wijze in de toekomst verbete ring kan worden verkregen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5