DE CREDIETEN VOOR OPBOUW EN
HERSTEL.
Tweede blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Dinsdag 11 Februari 1941
Kou-Griep-Pijn
Kroniek van den dag
Europeesche spanningen.
Het ia moeilik na te gaan waar de span
ningen in Europa nu eigenlijk hun hoogte
punt vinden. De feiten van de laatste da
gen hebben duidelijk gemaakt, dat ona
werelddeel vol spanningen zit en dat in
alles een onderlinge samenhang valt te
onderkennen. Samenhang tusschen de ope
raties in Afrika, in de beschieting van
Genua, de toegenomen Britsch-Roemeen-
sche wrijving, de politiek van afwachten
van Madrid en de oplossing van de crisis
in Frankrijk. Op het eerste gezicht ziet
dit er ietwat onwaarschijnlftk uit, maar
bij een nauwkeurige beschouwing van het
politieke en militaire beeld van Europa
dringt deze samenhang zich toch op. De
redevoering van Churchill heeft althans
duidelijk gemaakt, dat de Britten overal
in Europa onvermoeide pogingen aan
wenden, om het door de spilstaten opge
bouwde systeem, dat reeds in beginsel
staat te worden verwezenlijkt, te onder
graven. Uit de commentaren in de Duit-
sche en Italiaansche pers is wel gebleken,
dat men in spilkringen dezen opzet heeft
doorzien en reeds van te voren heeft men
den Britschen premier te verstaan gege
ven, dat zijn opzet tot mislukken zal zijn
gedoemd.
De Engelschen hebben in Afrika eenige
successen geboekt, maar de beteekenis
daarvan wordt blijkbaar niet zoo hoog
aangeslagen, waar zelfs een bevoegd be-
oordeelaar als Ward Price te kennen geeft:
wij hebben de eer gered, prestige succes
sen .waaraan Engeland dringend behoefte
heeft, laat het nu voldoende zijnwij
hebben in Libye niets meer te winnen. Ook
Churchill zelf schijnt, naar uit het verslag
van zijn rede valt op te maken, niet de
overtuiging te hebben, dat hij in Afrika
een beslissing kan forceeren. Nu rest
slechts de vrrag, waarom de Britten des
ondanks met het inzetten van groote troe
penmachten voortgaan met hun operaties
en zich er niet toe bepalen de behaalde
successen te consolideeren.
De vraag, waarom de Engelschen den
strijd in Afrika voortzetten is niettemin
van groot gewicht, temeer, waar zij tege
lijkertijd een uitval hebben gedaan naar
Genua, een open stad weliswaar en naar
het schijnt zonder eenig militair belang,
terwijl het verloop der operaties in Al
banië wel uitwijst, dat ook daar van een
verhoogde Britsche activiteit sprake is.
Deze verhoogde activiteit is niet onbe
grijpelijk, nu de Duitsche luchtmacht te
zamen met de Italianen opereert en o.m.
aan de defensiewerken van Malta zware
vernietigingen heeft toegebracht. Verkee-
ren de Britten in de Middellandsche Zee
wellicht in een soort dwangpositie en vree
zen zij mogelijk een Duitsch-Italiaansche
stoot naar Gibraltar. In geval van een
succ-svolle operatie in deze richting, zou
het aanzienlijk Britsche potentieel in een
precaire positie kunnen geraken.
Wat hier ook van zij, het valt niet te
ontkennen, dat voor het oogenblik het
zwaartepunt der krijgsoperaties in de
Middéllahdsche Zee is gelegen. Daardoor
valt ook de aandacht op Spanje, zoowel als
op den Balkan als op Frankrijk.
Spanje houdt zich voor het oogenblik
afzijdig. Den laatsten tijd is er over de
opvattingen van Franco en zijn naaste me
dewerkers zeer weinig bekend geworden,
hetgeen na de veelbesproken reizen van
Serano Suner wel merkwaardig is. Zeker,
men behoeft er niet aan te twijfelen, dat
de sympathieën van Madrid aan de zijde
van de spil staan. Het verleden is daar
voor een voldoende waarborg, maar het is
aan den anderen kant opvallend, dat de
Spaansche regeering zich hult in een stil
zwijgen. Opvallend ook, omdat de wen-
schen van Spanje toch ook uitgaan naar
een bevrijding van Gibraltar. Het zou dan
ook geenszins onmogelijk zijn, indien de
spanningen in ons werelddeel vroeger of
later hun ontlading zouden vinden in
Spanje.
Het is niet de eenige mogelijkheid. Want
daarnaast moet de aandacht getrokken
worden door de jongste gebeurtenissen op
den Balkan. De Britsche propaganda heeft,
naar uit de Duitsche berichten valt op te
maken, eenige toespelingen gemaakt op
aanstaande koerszwenking van Bulgarije,
zulks in verband met geruchten over Duit
sche troepenconcentraties in dit land, van
waaruit een blik op de kaart maakt dit
duidelijk, een doortocht naar Griekenland
zou kunnen worden geforceerd. Te Berlijn
heeft men deze geruchten als. klinkklare
verzinsels gebrandmerkt en op grond
daarvan kan men dan ook ten aanzien van
Bulgarije wel gerust zijn. Bovendien, Sofia
zou in een vrij moeilijk parket geraken, in
verband met door Turkije aangegane ver
plichtingen en het is niet aan te nemen,
dat koning Boris tot een dergelijk spel te
vinden zou zijn. Ten overvloede heeft de
premier Filoff in zijn jongste parlements-
rede duidelijk te verstaan gegeven, dat
Bulgarije de politiek van neutraliteit trouw
wenscht te blijven.
Ook in Frankrjjk valt een der hoogte
punten vc" de spanningen in ons wereld
deel waar te nemen. De crisis in de re
geering tusschen de opvattingen van Parijs
en Vichy heeft voor het oogenblik een op
lossing gevonden door de benoeming van
Darlan tot vice-president. Deze benoeming
maakt wellicht duidelijk, dat het niet ge
lukt is, met Laval tot overeenstemming te
geraken. Men weet, dat Darlan de tus-
schenpersoon was tusschen Laval en Pé-
tain. Nu deze in feite de bevoegdheden,
welke aan Laval tijdens de Decembercrisis
waren ontnomen heeft overgenomen, rijst
de vraag, of inderdaad het overleg op niets
is uitgeloopen. De situatie in Frankrijk is
nog in Looge mate onzeker, want het blijft
ook mogelijk, dat de benoeming van Dar
lan een soort compromis is, een vondst om
voor het oogenblik het gezicht te redden.
Zoo bezien is deze oplossing er een, welke
niets verklaart omtrent den nieuwen koers
van Frankrijk. Veel zal afhangen van wat
Weygand in de Fransche koloniën voor
bereidt Zijn jongste beroep op de Gaulle
heeft vage vermoedens gewekt omtrent
zijn loyaliteit ten aanzien van de bezetten
de macht En via Weygand komt men dan
weer terecht bij het uitgangspunt en valt
de onderlinge samenhang der gebeurtenis
sen op de onderscheiden Europeesche fron
ten in het oog.
Een toelichting op de besluiten.
Van bevoegde zijde wordt btf het be
sluit betreffende credieten voor opbouw of
herstel van onroerende goederen en sche
pen en het besluit betreffende hypotheken
in verband met den wederopbouw, welke
besluiten in het Verordeningenblad van 10
Februari zijn afgekondigd1, de navolgende
toelichting verstrekt
Beide besluiten hebben betrekking op de
financiering van den wederopbouw. Inge
volge het besluit op de materieele oorlogs
schaden staat daartoe in de eerste plaats
ter beschikking de rijksbijdrage in de door
het oorlogsgeweld geleden schade aan ge
bouwde eigendommen en aan schepen.
Alhoewel in beginsel voor het overige de
financiering van den wederopbouw aan
het particulier kapitaal wordt overgela
ten, zijn in de practjjk verdere financie
ringsmaatregelen wenschelijk gebleken.
VERSTREKKEN VAN CREDIETEN
OP DE RIJKSBIJDRAGEN.
Naar bekend, kunnen op de rijksbijdra
gen terzake van gebouwde eigendommen
voorschotten worden opgenomen, voor
zooveel betreft woningen van 450 M3 en
daar beneden, bij den algemeen gemach
tigde voor den wederopbouw, en voor an
dere gebouwen bij de stichting Rotterdam
1940 en de provinciale stichtingen voor
credietverleening.
De taak van de stichtingen met betrek
king tot de verstrekking van bouwcredie-
ten was nog niet geregeld, daar het be
sluit no. 117,1940 betreffende oorlogs-
moléstcredieten voor bedrijven zich alleen
beperkt tot de verstrekking van bedrijfs-
credieten. Ingevolge art. 1 van het besluit
betreffende credieten voor opbouw of her
stel van onroerende goederen en schepen,
kunnen de stichtingen credieten beschik
baar stellen voor opbouw of herstel van
boerderijen en voor andere door oorlogs
geweld getroffen onroerende goederen.
Voorschotten op de schadevergoeding ter
zake van door oorlogsgeweld getroffen
schepen worden alleen door den algemeen
gemachtigde voor den wederopbouw be
schikbaar gesteld.
CREDIETEN VOOR OPBOUW
OF HERSTEL.
In de practijk is gebleken, dat met
het bedrag der rijksbijdragen, aange
vuld door eigen middelen of met van
derden opgenomen gelden de minder-
draagkrachtigen dikwijls niet tot her
bouw zouden kunnen overgaan. Verde
re financieririgsmaatregelen zijn noo-
dig voor opbouw van die complexen
gebouwen, die er moeten komen en
zonder staatshulp niet zullen kunnen
kunnen worden tot stand gebracht.
In sommige gevallen zal hiertoe in "het
belang van de volkshuisvesting tot de ver
strekking van overbruggingsbijdragen moe
ten worden overgegaan. Overigens zal door
credieten in deze financieele behoeften
moeten worden voorzien. De beide be
sluiten hebben "de strekking aan deze cre-
dietverstrekking een basis te verschaffen.
Het besluit betreffende credieten
voor opbouw of herstel heeft betrek
king op
a. Credieten voor herstel of opbouw
van boerderijen
b. Credieten voor herstel of opbouw
van andere gebouwde eigendommen
c. Credieten voor herstel van bescha
digde schepen en voor den aanbouw of
den aankoop van nieuwe schepen.
Alles voor zooveel gebouwd moet wor
den ten behoeve van minder draagkrach-
tigen, die zonder overheidshulp niet tot
herbouw zouden kunnen komen.
Ad. a. de wederopbouw van boerderijen
wordt verzorgd door het bureau wederop
bouw boerderijen te Amersfoort.
Voorzoover de opbouwkosten het bedrag
der van rijkswege te verleenen bijdrage te
boven gaan, kan, zoo noodig, voor 't verschil
een crediet bij de desbetreffende stichting
worden opgenomen. Dit crediet, dat als
regel wordt verstrekt op basis van een 30-
jarige annuïteit van 5 voor rente en af
lossing, wordt door de stichtingen beschik
baar gesteld. Hiervoor wordt een hypo
theek op de boerderij gevestigd, welke
rang neemt naar den datum van inschrij
ving. Voor deze credieten heeft het rijk
geen voorrang boven oude hypothecaire
schuldeischers bedongen, daar als regel de
waarde van het land die van de hoeve te
boven gaat.
Ad; b. voor woningen beneden 450 M3.
worden credieten voor herbouw door tus-
schenkomst van het gemeentebestuur door
den algemeen gemachtigde beschikbaar ge
steld met toepassing van de hypotheekre
geling 1940. In andere gevallen worden,
zoo noodig, tot beperkte bedragen credie
ten door de stichtingen verstrekt. In beide
gevallen als regel tegen een rentevergoe
ding van 4 's jaars. Voor de financiering
van herstel van geleden schade zal men
derhalve steeds terecht kunnen bij de
stichtingen tot het opnemen van een voor
schot en een crediet ter financiering van
het herstel. Als regel zal in totaal kunnen
worden opgenomen het bedrag der ge
raamde rijksbijdrage (hierover wordt met
de schade-enquète-commissie overleg ge
pleegd) vermeerderd met ten hoogste 50
dier bijdrage voor zoover het opgenomen
crediet niet met de rijksbijdrage kan wor
den verrekend, zal het restant in tenminste
50 jaar moeten worden afgelost. Voor het
eerste jaar kan voor credieten beneden
10.000 met 2 rente genoegen worden
genomen.
Ad. c. Voor herstel van beschadigde
schepen of aanbouw en aankoop van nieu
we schepen, worden boven het bedrag der
rijksbijdrage in de schade, door den alge
meen gemachtigde voor den wederopbouw
credieten beschikbaar gesteld, voor zoo
ver hierin door het particuliere kapitaal
en met name door de scheepshypotheek-
banken, niet kan worden voorzien.
ZEKERHEID VOOR DE
CREDIETEN.
In alle onder b en c genoemde gevallen
zal tot zekerheid van het overheidscrediet
een inschrijving op het betreffende pand of
schip worden genomen, resp. ten behoeve
van de gemeente, de stichting of het rijk.
Aan deze inschrijvingen zfln eenige bijzon
derheden verbonden, die in het besluit be
treffende de credieten voor opbouw of her
stel nader worden geregeld. Deze inschrij
vingen nl., die dezelfde kracht hebben als
gewone hypotheken, kunnen worden geves
tigd zonder notarieele akte door inlevering
van een borderel bij den hypotheekbewaar
der. Voorts nemen deze inschrijvingen
rang boven de hypotheken tot en met 15
Mei 1940 ingeschreven en boven de tweede
en volgende hypotheken van nè. dien da
tum.
De mogelijkheid om by eenvoudig bor
derel een inschrijving op het goed te ves
tigen, geldt ook voor de onder a. genoem
de stichtingscredieten ten behoeve van den
opbouw van boerderijen.
Een byzondere maatregel is voorts
getroffen ten behoeve van den ouden
eersten hypothecairen schuldeischer,
die bij toepassing van het vorenstaan
de, tweede hypothecaire schuldeischer
zou worden. Het besluit betreffende
hypotheken in verband met den weder
opbouw bepaalt nl., dat een dergelijke,
nu tweede geworden hypothecaire
schuldeischer van alle bedingen zal
kunnen gebruik maken, welke het bur
gerlijk wetboek toestaat aan eerste
hypothecaire schuldeischers, zoodat
deze hypotheken, behoudens den voor
rang voor de overheidscredieten, ge
acht kunnen worden eerste hypotheken
te zijn. Ten aanzien van dit voorrecht
der overheid dient in aanmerking te
worden genomen, dat door het rijk
vooraf een tegemoetkoming in de
schade is beschikbaar gesteld, terwijl
zoo noodig in daarvoor in aanmerking
komende gevallen nog overbruggings
bijdragen door het rijk zullen worden
verleend.
Om benadeeling van oude hypothecaire
schuldeischers te voorkomen, is voorts be
paald, dat de stichtingscredieten slechts
dan het bedrag der rijksbijdrage zullen
mogen overtreffen, indien het goed öf niet
met hypotheken is bezwaard, dan wel de
eerste hypothecaire schuldeischer zich met
de verleening van het crediet en de ves
tiging van den voorrang in verband daar
mede accoord verklaart.
REGELING DER RANGORDE
BIJ FINANCIERING MET
PARTICULIER KAPITAAL.
Het zij nogmaals herhaald, dat vo
renstaande credietmaatregelen slechts
dan zullen worden toegepast, voor zoo
ver verdere financleringshulp bij den
wederopbouw staatstaak moet worden
geacht. In het algemeen zal de verdere
financiering aan het particuliere ka
pitaal moeten worden overgelaten.
Voor zoover eigenaar en ook bestaande
eerste hypothecaire schuldeischers daar
toe niet bij machte zijn en derden het
noodige geld voor den wederopbouw ver
schaffen, zal door den algemeen gemach
tigde de rangorde tusschen nieuwe en
oude hypothecaire schuldeischers op het
goed, ingevolge art. 14, lid 4 van het be
sluit op de materieele oorlogsschade,
worden geregeld. Hiervoor zullen weldra
nadere richtlijnen worden bekend gemaakt.
Als voornaamste bepaling zullen deze
inhouden, dat de oude hypotheken haar
rang behouden tot het bedrag van de
waarde op 9 Mei 1940 aan den ondergrond
en het niet verloren gegane gedeelte der
opstallen toe te kennen, vermeerderd
tenzij in zeer bijzondere gevallen door den
secretaris-generaal van het departement
van financiën een andere rangschikking is
goedgekeurd met tenminste 50 van
de van overheidswege verleende bijdrage
terzake van de aan het pand geleden oor
logsschade. De hypotheek, die ter finan
ciering van den opbouw wordt verstrekt
(opbouw hypotheek), volgt alsdan op het
aldus beperkte hypotheekrecht der oude
hypothecaire schuldeischers. Voor het ge
deelte, waarvoor de oude hypotheken haar
rang niet behouden, volgen zij in rang op
de opbouwhypotheek. Ook voor de op-
bouwhypotheek geldt weder het besluit be
treffende hypotheken in verband met den
wederopbouw, derhalve wordt ook de zgn.
opbouwhypotheek, ofschoon naar rang een
tweede hypotheek, geacht een eerste hypo
theek te zijn en alle bedingen te kunnen
bevatten, welke het burgerlijk wetboek
toestaat aan de eerste hypothecaire schuld
eischers.
WINTERHULP NEDERLAND.
Een voorbeeld ter navolging.
Een molenaar in deze provincie heeft
aan de W.H.N. Zeeland een bedrag van
6.doen toekomen, zijnde 10 ct. van
elke 100 kg. in de maand Januari gemalen
broodgraan.
JHR. IR. M. A. F. H. DE RANTTZ
OVERLEDEN.
Op 66 jarigen leeftijd is te Zwolle over
leden jhr. ir. M. A. F. H. de Ranitz, oud-
hoofd-ingenieur van de Nederlandsche
Spoorwegen.
HOEDEKENSKERKE.
Abonnementen en advertenties voor de
Provinciale Zeeuwsche Courant worden
aangenomen door den Agent
G. SCHOUT» Smidstraat A 83.
De strijd in Afrika. Italiaansche koloniale soldaten in een
van hun stellingen (Foto WoitbHd)
DE MOEILIJKHEDEN BIJ DE
TWEEDE EN DERDE
HUISSLACHTING.
Drie centrale landbouw
organisaties bijeen.
Bij den aanvang van de eerste vergade
ring in 1941 van de dagelijksche besturen
der drie centrale landbouworganisaties,
droeg de voorzitter van den Katholieken
Nederlandschen boeren- en tuindersbond
het presidium en het secretariaat over
aan het Ned. Landbouw-comité, onder
dankzegging voor de tijdens zijn voorzit
terschap verleende medewerking.
Volgens de regeling der huisslachtingen
is het niet geoorloofd een tweede of derde
varken te slachten indien de verrekening
der bonnen met het eerste geslachte var
ken nog niet heeft plaats gehad.
Het gevaar bestaat, dat men het twee
de en zeker het derde varken pas zal
kunnen slachten in een tijd, welke onge
schikt iS voor huisslachting. Om aan die
bezwaren tegemoet te komen zou de re
geling zoo dienen te zijn, dat de tweede
en derde huisslachting zouden plaats heb
ben uiterlijk in Maart.
Besloten werd dit punt met den d. g.
van de voedselvoorziening te bespreken.
De vergadering was van gevoelen, dat
de onlangs gepubliceerde prijsverhooging
van verschillende soorten krachtvoer, wel
ke een stijging der productiekosten van
slachtvee, eieren en varkens heeft veroor
zaakt, ook een prijsverhooging voor de
genoemde producten behoort mee te bren
gen. Besloten werd bij de bevoegde instan
ties in dien geest de noodige stappen te
doen.
De aandacht werd er op gevestigd, dat
de vastgestelde telerprgs van de zand-
aardappelen van goede kwaliteit te laag
Is in verhouding tot de kleiaardappelen
van minder goede consumptierassen. Zelfs
is de prijs van goede zandaardappelen
maar weinig hooger dan die van veen-
aardappelen. De vergadering achtte deze
prijsverhouding onjuist en besloot aan te
dringen op een hoogeren prijs voor goede
kwaliteit zandaarappelen.
Als gevolg van de verhooging van den
prijs van het varkensmeel en van de ver
minderde voedertoewijzing hebben ver
schillende varkensmesters, die een con
tract met de regeering hadden afgesloten
aangaande het mesten van varkens, deze
overeenkomst opgezegd. De vraag rijst
hoe in deze verder moet worden gehan
deld. De vergadering was van oordeel, dat
de mesters niet te voren op de hoogte ge
steld zijn van de verhooging van den voe-
derprijs noch van de lagere voedertoewij
zing, zoodat de overeenkomst als vervallen
kan worden beschouwd. Besloten werd
een en ander met den d. g. van de voed
selvoorziening te bespreken.
Uitvoerig werd van gedachten gewisseld
omtrent het aan de C. L. O. uitgebrachte
rapport aangaande verplichte levering van
rundvee, waarbij verschillende opmerkin
gen nader werden bezien. In het bijzonder
werd nog eens de nadruk gelegd op de
wenschelijkheid van een regeling voor het
vetweidersbedrrjf, opdat dit voor de
vleeschvoorziening belangrijke bedrijf zal
kunnen blijven functionneeren. Voorts werd
opnieuw het pleit gevoerd voor het uitbe
talen van geleverd drachtig vee naar ge
bruikswaarde in plaats van naar slacht-
waarde. Thans gebeurt het vaak, dat voor
goede gebruiksdieren een gering bedrag
wordt ontvangen.
Besloten werd deze aangelegenheid te
bevoegder plaatse in bespreking te bren
gen.
Mededeeling werd gedaan van stappen
welke bij het centraal distributiekantoor
zijn gedaan ten gunste van een verbetering
van de brandstoffenvoorziening ten platte-
lande. Gebleken is dat zich bü de brand
stoffenvoorziening zeer groote moeilijkhe
den voordoen.
In de vergadering werd er de nadruk op
gelegd, dat in de huishoudingen ten plat-
telande ook des zomers steenkolen be-
Door hun kou-, koorts- en pijnuit-
drijvende werking helpen hierbij al-
tijd veilig en vlug een poeder of cachet van
Mijnhardt te Zeist. Mijnhardt's Poeders per
stuk 8 ct. Doos 45 ct. Cachets, genaamd
„Mijnhardtjes" Doos 10 en 50 cent.
IN 1940 NEGEN MILLI0EN
SIGAREN MINDER GEROOKT.
Doch er werd ruim 27.000.000
meer betaald.
Uit de fiscale opgaven der aan de siga«t
renindustrie verstrekte banderolles blijkt,,
dat het sigarenverbruik in 1940 bedroeg int
ronde getallen 1.668.6 milïioen stuks tec
waarde van 97.9 millioen. In 1939 waren
cember o.a., dat volgens de accijnsklassQ
waarde van 70.5 millioen, aldus meldt d6
„Tabakskoerier".
Voorts blijkt nopens het verbruik in Dé*
de cijfers 1.677.7millioen sigaren tec
20 pet. ca. 89.6 millioen stuks ten be-«
drage van ca. 9.5 millioen werden ver
bruikt en volgens de accijnsklasse 25 pet,
ca. 18.1 millioen stuks ad ca. 0.8 mil
lioen, in totaal dus ca. 107..' millioen stnks
ad ca. 10.2 millioen tegenover in Decem
ber 1939 ca. 122.6 millioen stuks ad ca,
5.3 millioen.
De gemiddelde winkelprijs in December
1940 bedroeg voor de accqnsklasse 20 pet,
ca. 10.5 ct, de accijnsklasse 25 pet ca, 4.4
pet. en dooréén ca. 9.4 ct
Verbruik in Dec. 1940 ingedeeld naar dat
in prijsklassen en in millioencn sigaren.
Accijnskl. Accijnskl. Totaal
20 25
2%—3 ct 1,8 1,8
3% ct 1,5 1,5
4 ct 7,2 7,2
4% ct 2,4 2,6 5,0
5 ct 9,1 2.4 11,5
6 ct 13,0 2,4 15,4
7—7%, ct 5,6 5,6
8 ct. 20.1 0,2 20,3
9—10 ct 16,5 16,5
11—12 ct 1C.S 10,3
13—14—15 ct 8,3 8,8
1618 ct 1,9 1,9
Boven 18 ct 2,4 2,4
89,6
18,1 107.Ï
HET OVERLIJDEN VAN DEN
W.A.-MAN TE HELMOND.
HEEFT LIDMAATSCHAP DER N.S.B,
NIET HERROEPEN.
De persdienst der N.S.B. meldt?
In tegenspraak met het door middel van
het A.N.P. d.d. 6 Februari jl. verspreidde
bericht als zou de weerman Ant. Minten,
die Maandag 8 Februari in het St. Antoniua
gasthuis te Helmond, na bediend te zijn
met de laatste Sacramenten der Sterven
den overleed, kort voor zijn dood het lid
maatschap der N.S.B. hebben herroepen»
moeten wy op grond van ons bekend zijnde
vaststaande feiten, berichten, dat weerman
Ant. Minten als nationaal-socialist en lid
der N.S.B. is gestorven.
Alle berichten die den indruk van het
tegendeel trachten te verwekken, moeten
wfl nadrukkelijk als onjuist kenmerken*
Wy betreuren het ten zeerste, dat men
van officieele kerkelijke zijde niet heeft
geschroomd om, met veronachtzaming der
piëteit, uit het verscheiden van een lid der
N.S.B. politieke argumenten te distilleeren,
die zoo zy juist waren, zouden wfzen op
misbruik der positie van den zielzorger.
schikbaar moeten zijn, aangezien het mid
dagmaal op een kolenfornuis moet worden
gereedgemaakt. Besloten werd zich niet
by de tegenwoordige voor het platteland
ongunstige verdeeling der beschikbare
brandstof neer te leggen, doch na te gaan
op welke wijze in de toekomst verbete
ring kan worden verkregen.