Dampo Bonbons 1
DE FRIESCHE ELFSTEDENTOCHT.
Meer dan 3000 deelnemers zijn
hedenmorgen gestart.
Kroniek van den dag
De binnenscheepvaart
in 1940.
DE OPERATIES IN CHINA.
Gemengd Nieuws
Tweede blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Donderdag 6 Februari 1941
Bezorgdheid om Singapore.
Wij hebben er reeds eerder op gewezen,
dat de sluiting van het Driemogendheden-
verdrag tusschen Duitschland, Italië en
Japan een diplomatieke manoeuvre was,
welke onmiddellijk verband hield met de
stukken en problemen van goederenrull,
verdrag was een directe uitdaging van En
geland en de Vereenigde Staten. Londen
en Washington hebben tot nu toe vele
vergeefsche pogingen ondernomen, dit ver
drag te torpedeeren en de deelgenooten uit
elkander te drijven. Het driemogendheden-
verdrag is een uitdaging en tegelijk een
bedreiging van de posities van Engeland
In het Verre Oosten.
Japan heeft aan de in het verdrag van
Berlijn belichaamde beginselen terstond ge
tracht practische uitwerking te geven. Als
zoodanig viel de aandacht op de onder
handelingen, welke door vertegenwoordi
gers van de Japansche regeering met de
Nederlandsch-Indische regeering. Deze on
derhandelingen hebben nog niet tot een
practisch resultaat geleid. Er bleken vrij
diepgaande ópvattingsverschillen te be
staan en het werd reeds spoedig duide
lijk, dat de Nederlandsch-Indische regee
ring haar houding had afgestemd op de
politiek, welke door de te Londen vertoe
vende Nederlandsche regeering als juist
was aanvaard. Zoo bezien waren deze on
derhandelingen tevens te zien als een on
derdeel van de door Japan in samenwer
king met Berlijn en Rome ingezette heror
deningscampagne voor de groot Oost-
Aziatische levensruimte. Deze stelling als
Zoodanig werd te Londen verworpen en het
zal mede daaraan te danken zijn, dat de
onderhandelingen te Batavia, hoewel be
trekking hebbend op economische vraag
stukken en proglemen van goederenruil,
niet dat vlotte vérloop hebben gehad. Wat
Japan beoogde is duidelijk geworden door
de vanwege de regeering te Tokio afge
legde verklaringen en dezer dagen werden
de Japansche opvattingen nog eens onder
streept, toen te verstaan werd gegeven,
dat Nederlandsch Indië zich niet afzijdig
kon en mocht houden van de uitwerking
der levensruimteopvcttingen, zooals deze
waren neergelegd in het verdrag van Ber
lijn. De Nederlandsche regeering tè Lon
den. welke door Tokio nog steeds als de
wettige Rijksregeering wordt erkend, heeft
bij monde van den gezant Pabst te kennen
gegeven, dat zij de Japansche stelling niet
erkend en dat zij niet van plan is Neder
landsch Indië in te schakelen in het -'oor-
gestelde groot Oost Aziatische ordenings
plan. Te Tokio heeft men daarop als com
mentaar gegeven, dat men de verklaring
van Pabst niet belangrijk achtte. Of men
hier nu te maken heeft met een aanwijzing,
dat de regeering te Tokio van plan is haar
standnunt ten aanzien yan de te Londen
verblijf houdende Nederlandsche regee
ring te herzien, zal de toekomst moeten
uitwazen. In ieder geval toont de Japan
sche reactie aan, dat er een kentering in
de betrekkingen tusschen Tokio en Bata
via op til is.
De politiek van Batavia heeft zich vast
gelegd op de Britsch-Amerikaansche doel
stellingen in het Verre Oosten. Daarmede
heeft zij zich geschaard in het kamp der
tegenstanders eener ordening op de basis
der gemeenschappelijke Duitsch-Italiaansch-
Jaoansche opvattingen. Voor Engeland
beidt de Japansche politiek ernstige bedrei
gingen. De drang naar het Zuiden in de
Japansche politiek is onmiskenbaar. De
overeenkomst inzake Indo-Chinr. was daar
van reeds een onmiskenbaar symptoom en
ook de reactie der Japanners op de Brit
sche maatregelen Inzake den Birmaweg
onthulde, dat Japan zich niet aan de con
sequenties van het Berlijnsche driehoeks
verdrag wenscht te onttrekken.
Het is niet slechts Japans taak, den
Britschen invloed in Centraal Azië te ver
storen, Japan heeft den blik geslagen op
alle Britsche posities in het Verre Oosten
en op Albions koloniale macht.
Te Londen is men zich den omvang de
zer bedreiging maar al te goed bewust, ge
lijk men ook in de Vereenigde Staten over
tuigd is van de groote gevaren, welke een
verwezenlijking van de Japansche doel
stellingen voor Amerika met zich kunnen
sleepen. De wrijving tusschen Tokio en
Washington, waaromtrent men zich in Ja
pansche regeeringskringen ernstig bezorgd
maakt, is daarvan een niet te onderschat
ten symptoom.
Het is dan ook geenszins onbegrijpelijk,
dat de aandacht, wat het Verre Oosten
betreft, zich meer en meer concentreert op
Singapore. Uit Londen zijn omtrent de po
sitie van dit belangrijke steunpunt eenige
opzienbarende berichten in Zwitsersche
perskringen ontvangen.
Engeland, zoo heet het in deze berichten,
zendt sedert geruimen tijd groote afdeelin-
gen troepen en oorlogsmaterieel naar Sin
gapore. Aan de verdedigingswerken van
de stad zelf wordt koortsachtig gewerkt
om, naar de correspondent van de Times
te Singapore meldt, „niet door een aanval
van Japan te worden verrast".
De correspondent van de Times ver
klaarde Woensdag in een artikel, dat het
hem opgevallen is, hoe overal in de Malei-
sche staten sterke troepenafdeelingen ge
legerd zijn. Zjj worden voortdurend geoe
fend ën zijn bijzonder geschikt voor den
oorlog in de jungle.
Sinds Lord Brooke Popham het opper
bevel van de Britsche strijdkrachten in het
Verre Oosten heeft overgenomen, zijn ook
de luchtstrijdkrachen aanzienlijk versterkt.
Lord Brooke Popham heeft uitgebreide vol
machten ontvangen ter coördinatie van
de Britsche strijdkrachten in het Verre
Oosten. Hij kan, zonder tusSchenkomst van
de regeering te Londen, onderhandelen met
Australië en Nieuw Zeeland en zelfs met
Indië. In vredestijd zou de Engelsche re
geering nooit hebben toegestaan, dat zij
niet geraadpleegd werd inzake de bestem
ming van troepen en luchtstrijdkrachten
uit de dominions en de koloniën.
De Times verklaart, dat dit de eerste
maal is dat er troepen uit de dominions
naar de Maleische staten zijn gezonden.
Aan een overzicht van de binnenscheep
vaart op de Nederlandsche rivieren en ka
nalen in het jaar 1940, samengesteld door
het Centraal Bureau voor de Statistiek,
ontleenen wij het volgende
Het was te verwachten, dat door den
mobilisatietoestand het verkeer op de Ne
derlandsche binnenwateren zou toenemen.
De grooter belasting der spoorwegen voor
militaire doeleinden en de vordering van
auto's heeft waarschijnlijk vele verladers
er toe genoodzaakt hun goederen te ver
zenden met binnenschepen, hetzij met de
beurtvaart, hetzij met de wilde vaart De
door middel van de wilde binnenvaart ver
zonden goederen beliepen dan ook in het
laatste kwartaal van 1939 reeds aanzienlijk
meer dan in het laatste kwartaal van 1938.
In het eerste kwartaal van 1940 kon die
opgaande lijn echter niet gehandhaafd blij
ven, doordat tengevolge van het dichtvrie
zen van kanalen en rivieren de binnenvaart
vrijwel geheel stil kwam te leggen. Einde
Februari werd echter het varen weer mo
gelijk, waardoor in Maart veel goederen,
die in Januari en Februari niet konden
worden verzonden, ten vervoer aan de bin
nenvaart werden aangeboden. Voor de wilde
vaart steeg dan ook het aantal bevrachtin
gen in Maart 1940 tot 6784 (Maart 1939
5473, bij een ongeveer gelijke partijgrootte).
De groote vraag naar scheepsruimte deed
de vrachtprijs sterk aantrekken en wel tot
1.39 per ton (Maart 1939 nog slechts
0.98 per ton). Door dit toegenomen ver
voer is uiteraard het gemiddelde aantal
wachtdagen sterk teruggeloopen en wel
vooral in de populaire klasse van schepen
van 200 tot 600 ton. Daarentegen nam het
aantal wachtdagen van groote schepen nog
toe. Het hooge niveau, waarop het vervoer
door de binnenvaart in al zijn geledingen
in Maart was gekomen, kon ook in de
maand April gehandhaafd blijven.
De vaart op het buitenland was daaren
tegen ook in deze maanden nog veel gerin
ger dan voorheen en. wel voornamelijk ten
gevolge van het wegvallen van het tran-
sitoverkeer naar en van het Duitsche ach
terland (ertsen en kolen). Naar het aan
tal schepen gerekend was deze vaart in
April nog maar de helft van die in 1938
(naar laadvermogen nog maar 2/5).
De maand Mei vertoonde uiteraard een
aanzienlijke daling in de binnenscheep
vaart binnen onze grenzen, doch reeds in
Juni trad hier een -herstel in, zij het dan
ook, dat het vervoer nog ten achter bleef
bij dat van de overeenkomstige maand van
het vorige jaar. Naast andere factoren is
dit herstel voor een groot deel te danken
aan de beperking van het vrachtautover
keer.
Hoogere vrachtprijzen.
De vrachtprijzen liggen dan nog steeds
aanzienlijk hoogcr dan in 1939, hetgeen
onder meer een gevolg is van de toeslagen,
welke boven de basisvrachten geheven moe
ten worden voor de gestegen prijzen voor
motorbrandstof.
Steeds duidelijker merkbaar wordt dan
reeds het streven om het vervoer zooveel
mogelijk over te schakelen naar het ge
bruik van steenkool en om door samen-
lading het varen met wanruimte te beper
ken. Dit streven heeft er toe geleid het
vervoer over lange afstanden zooveel moge
lijk naar de spoorwegen en de binnenvaart
te leiden, zoodat het vervoer op korten
afstand voor den auto overbleef. Voor de
binnenvaart had dit tot gevolg, dat behal
ve samenladen de vaart met sleep-, zeil- en
stoomschepen zooveel mogelijk bevorderd
moest worden.
Scheepvrachten nogmaals verhoogd.
De vraag naar scheepsruimte voor het
binnenland, welke reeds in Juni viel waar
te nemen, heeft in het derde kwartaal
steeds grootere vormen aangenomen. Ten
gevolge van de stijging der bedrijfsonkos-
ten ondergingen de scheepsvrachten we
derom een verhooging. In de commissie
Leeuwarden zijn met ingang van 1 Octo
ber de toeslagen boven de basistarieven in
de wilde vaart zelfs tot 35 verhoogd.
Het kolenvervoer door het Julianakanaal,
dat nu ook weer voor groote schepen be
vaarbaar was, werd zeer omvangrijk. Om
de verzendingen te bespoedigen hebben de
mijnen in September een centraal expeditie-
kantoor te Heerlen ingesteld. Schepen van
1000 ton en meer onderhouden zelfs een
pendeldienst op Zuid-Limburg.
Het toegenomen vervoer in alle vormen
van de binnenvaart heeft in de wilde vaart
het aantal wachtdagen sterk verminderd.
Doch daarnaast moeten ook de verhoogde
moeilijkheden der navigatie en de geringe
nachtvaart en de daardoor verlengde reis-
duur in aanmerking worden genomen. Bo
vendien is door beschadiging of vernietiging
nog een 1400-tal schepen tijdelijk of biy-
vend van het deelnemen aan de vaart uit
gesloten, terwijl tenslotte een aantal sche
pen van 200 tot 600 ton voor andere doel
einden in gebruik moest worden genomen.
Door de beperking van het gebruik van
motorbrandstof nam de vaart met sleep-
schepen aanzienlijk toe.
In het derde kwartaal begint het her
stel in de internationale vaart
De toeneming in de binnenvaart in het
derde kwartaal heeft in het vierde kwar
taal nog grooter vormen aangenomen.
Eenerzijds komt dit door de verminderde
benzinetoewijzingen voor vrachtvervoer per
auto, anderzijds door het campagnevervoer
dat dit jaar meer dan ooit op de binnen
vaart was aangewezen.
De zeer groote vraag naar scheepsruim
te heeft er toe geleid, schippers te verplich
ten ook op Zon- en feestdagen en tusschen
zonsondergang en -opgang te lossen of te
laden. Ook de mogelijkheid tot het weige
ren van reizen werd daarbij beperkt
Het herstel in de internationale vaart
zet in dit dit kwartaal regelmatig door.
HET AUTOBUSVERKEER TE PARIJS.
Naar het D.N.B. uit Parijs meldt zullen
binnenkort te Parijs 1000 nieuwe autobus
sen in gebruik genomen worden. Er be
staan voorts plannen tot het aanleggen
van nieuwe leidingen voor trolleybussen.
Dr. Tsjoe Min Yi, de nieuwe Chineesche
ambassadeur In Tokio, die daar gisteren
is aangekomen, heeft in de Chineesche am
bassade, welke thans na bjjna drie jaar
gesloten te zijn geweest weer geopend is,
zgn eerste gesprek met de pers gehouden.
Hij wees op de noodzakelijkheid eener
nauwere Chineesch-Japansche samenwer
king voor de vestiging van een nieuwe
orde in Oost-Azië. Slechts door elkaar
wederkeerig te helpen, aldus de ambassa
deur, kunnen de twee volkeren een
gemeenschappelijke welvaart genieten
Hoewel de regeering van Tsjoeng-
king de vijandelijkheden voortzet ver
langt de Chineesche massa naar een
spoedigen algemeenen vrede tusschen beide
landen. Wijlen dr. Soen Jat Sen, de vader
van de Chineesche revolutie, heeft altijd
gewezen op de noodzakelijkheid dat China
en Japan moeten samenwerken, daar er
geen Japan zal zijn zonder China en geen
China zonder Japan. Ten slotte sprak
de ambassadeur de hoop uit, dat de sa
menwerking tusschen beide landen moge
tot stand komen op grondslag van de eer
biediging der souvereiniteit van China, een
gemeenschappelijke verdediging, een eco
nomische samenwerking en een cultureele
uitwisseling ten einde een biyvenden vrede
in Oost-Azië en in de wereld te ver
kregen.
Een zware Chineesche nederlaag.
De Japansche troepen, die in den sector
Itsjang in de provincie Hoepeh opereeren,
hebben een zware nederlaag toegebracht
aan 4000 man Chineesche troepen van
de 179e 37e en 132 e divisie. De Chineezen
lieten meer dan 2200 dooden achter en
meer dan 100 soldaten werden gevangen
genomen.
Japanners veroveren Miyang.
De Japansche troepen hebben Miyang,
een strategisch punt .in het Zuiden van de
provincie Honan veroverd. De Chineesche
strijdkrachten van het 68e leger werden,
verslagen. De Japansche troepen zetten
hun opmarsch voort naar Panpeng en
achtervolgen de resten van het Chinee
sche leger.
DE CHINEESCHE VERLIEZEN.
Als gevolg van de Japansche krijgsver
richtingen langs de nieuwe Gele Rivier,
hebben de Chineezen tot 4 Februari 1185
dooden op het slagveld achtergelaten en
meer dan 3600 gewonden, aldus meldt het
Japansche opperbevel in China. De Ja
panners hebben voorts 71 zware machine
geweren, 400 geweren e.a. buitgemaakt.
BRITSCHE VRACHTSCHEPEN
VERLOREN GEGAAN.
In New Yorkschd scheepvaartkringen is
bekend gemaakt, dat het Britsche vracht
schip „Oakrest" in de nabijheid van de En
gelsche kust is getorpedeerd en gezonken.
Dit 5407 ton metende schip is het vroegere
Zuidslavische vrachtschip „Korona".
Voorts is hier bekend gemaakt, dat het
Duitsche luchtwapen bij een aanval op een
convooi 350 mijl ten Westen van Foynes
treffers heeft geplaatst op het Engelsche
vrachtschip „King Edgar", groot 4536 ton.
Het schip vloog in brand. Nadere radiobe
richten omtrent het lot van het schip na
den bomaanval zijn tot dusver uitgebleven
Verder werd gemeld, dat het Engelsche
vrachtschip „Eurylochus", groot 5723 ton,
de vorige week Woensdag op 750 mijl ten
Westen van Freetown (Zuid Afrika) door
een kaperschip is beschoten. Na de eerste
s.o.s. seinen van het schip is niets meer
vernomen.
Uit New-York meldt het D.N.B.In
scheepvaartkringen wordt medegedeeld, dat
het Britsche vrachtschip „Justitia"
(4.562 ton) in de nabijheid van de Iersche
kust getorpedeerd en gezonken is.
Uit Berlijn meldt het D.N.B.Duitsche
gevechtsvliegtuigen hebben den 4den Fe
bruari ten Noordwesten van Ierland een
bewapend koopvaardijschip tot zinken ge
bracht. Het ongeveer 4.500 b.r.t groote
schip kreeg aan bakboordzijde een vol
treffer, waarop de bemanning zich in de
booten begaf. Reeds1 na vier minuten was
het schip gezonken.
Niet ver van de Schotsche Oostkust
werd eveneens met succes een aanval on
dernomen op een schip van 600 b.r.t. Het
werd door treffers zwaar beschadigd, zoo
dat het voorschip reeds na een paar mi
nuten onder water lag. Aangenomen kan
worden, dat het schip verloren is.
Naar het D.N.B. uit Stockholm meldt,
heeft de Engelsche admiraliteit gister
avond bekend gemaakt, dat de Engelsche
patrouillevaartuigen „Relonzo" en „Luda-
lady" tot zinken gebracht zijn. Bij de „Lu-
dalady" zijn geen menschenlevens te be
treuren. De naaste verwanten van de
slachtoffers van de „Relonzo" zijn ver
wittigd.
DE RUSSISCHE ARBEIDSRESERVES.
Het D.N.B. seint uit Moskou: Een ver
ordening van het centrale bestuur voor
de arbeidsreserves, die gisteren door de
Moskousche bladen werd gepubliceerd,
kondigde aan, dat nog 136.000 jongelingen
van 17 jaar worden opgeroepen voor de
kortgeleden ingerichte fabrieksscholen. In
hoofdzaak zullen zij opgeleid worden voor
de houtindustrie en de industrie der bouw
materialen.
NEGEN DOODEN BIJ BRAND IN
KATOENPAKHUIS.
In Newhaven (Connecticut) Is brand
uitgebroken in een katoenpakhuis. Het
vuur greep onverwacht snel om zich heen.
Volgens de tot dusver ontvangen berich
ten zg'n negen leden van het personeel in
de vlammen omgekomen. Drie andere per
sonen kregen brandwonden.
Onhoorbaar was het startschot, onzicht
baar waren de rijders, die hedenmorgen in
de diepe duisternis van den zich ten einde
spoedenden nacht omstreeks kwart voor
zes op de stadsgracht te Leeuwarden ver
zamelden en daar de schaatsen onder
bonden om terstond daarna pijlsnel weg
te schieten naar het noorden, als inzet
van den zesden elfstedenstocht, den groo-
ten Frieschen Marathonloop.
Veel is er in enkele uren tijds veranderd.
De strakke heldere lucht van gisteravond,
waarin de sterren helder schitterenden,
heeft plaats gemaakt voor een bedekten
hemel, een onheilspellend voorteeken van
een op komst zijnden sneeuwval. De wind,
gisteravond nauwelijks merkbaar, was in
een stijven Zuidoosten veranderd. Iedere
schaatsenrijder weet, wat dat zeggen wil
in een vlak landschap, zooals in Friesland.
Vol wedstrijdlust schoten de deelnemers
weg, de een na den ander, individueel vol
begeeren, zich geheel te geven voor dezen
gigantischen strijd van den mensch met
zijn beperkte krachten tegen de natuur
elementen.
Zoo zijn zij dan, alle zeshonderd wed
strijdrijders, op weg gegaan voor de bijna
tweehonderd kilometer langen tocht, tegen
het ijs, de sneeuw, de koude, wind en al
wat er mede verband houdt. Tot Dokkum
en van Dokkum terug tot Bartleheim (35
k.m.) hebben zij het gemakkelijk. Voor
driekwart hebben zij hierbij den stevigen
wind in den rug, terwijl het ijs op dit
traject goed is. Dan komen de eerste
moeilijkheden.
Van Finkum tot Harllngen en verder
over Bolsward naar Stavoren is het ijs
over het algemeen goed. Het Slotermeer
is bedekt met sneeuwijs, hetgeen groote
moeilijkheden oplevert. Verder is het ijs
van Sloten af over LJlst en Sneek tot aan
Leeuwarden in uitstekende conditie.
Hoewel officieel de start van de deel
nemers aan den tocht een half uur later
zou geschieden, bleek, dat reeds ruim een
kwartier voor het aangegeven tijdstip de
eerste tochtdeelnemers die zich hadden
aangemeld waren weggezonden om een
opeenhooping op de startplaats te voor
komen.
Vast staat dat het aantal deelnemers
aan den wedstrijd, alsmede aan den tocht,
meer dan drieduizend bedraagt.
Een onafzienbare rij deelnemers trok
langs de controletafels naar de startplaats
op de stadsgracht en werd de tweehonderd
kilometertocht aangevangen.
Als eersten verschenen om 6,29 aan de
contrölepost te Dokkum de winnaars van
verleden jaar: C. Jongert uit Maarsen, A.
Adema uit Franeker, alsmede de heer
J. Bosman uit Breukelen. Zij hadden den
afstand Leeuwarden-Dokkum (2314 km.),
afgelegd in 44 minuten, daar zij om 5.45
te Leeuwarden waren gestart. Inderdaad
een fantastische snelheid dus, vooral daar
in volslagen duisternis moest worden ge
reden. Een minuut later: om 6.30 ver
scheen de rijder L. Geveke uit Leeuwar
den, de winnaar van den Groninger tocht
van verleden week, alsmede de rijder
Woudstra uit Hemrik.
De eerste vrouw, die zich meldde, om
7.10 was Sjoerdje Faber uit Warga, win
nares van verleden jaar.
Ernstige botsingen.
Hierna keerden de eerst aangekomen rij
ders terug over de Dokkumer Ee langs
OVERSTROOMINGEN IN SPANJE.
Het D.N.B. meldt uit Valladolid, dat
de overstroomingen als gevolg van den
hoogen stand der Duero aanzienlijke schade
aangericht hebben. Verscheidene dorpen
staan onder water. In het plaatsje Tudela
de Mero zijn 70 huizen ingestort.
VEEL IJS OP DE OOSTZEE.
Wegens het vele ijs in de Oostzee heeft
men het scheepvaartverkeer tusschen
Stockholm en Helsinki volkomen moeten
staken, meldt het Zweedsche persbureau
T.T. Ook het scheepvaartverkeer met het
in de Oostzee geleegn eiland Gotland on
dervindt groote moeilijkheden.
ELF DOODEN BIJ TREINONGELUK
IN TURKIJE.
Naar uit Izmir wordt gemeld, is de
tusschen Germenzik en Erikli rijdende
nachttrein Maandagavond op een door
hoog water beschadigde brug ontspoord.
Uit de brokstukken werden 11 dooden en
7 zwaar- en 8 lichtgewonden geborgen.
VEEL GEVALLEN VAN PEST IN
BOMBAY.
In de provincie Bombay zijn sedert het
begin van het jaar veel pestgevallen voor
gekomen. Alleen reeds van 5 tot 11 Janu
ari kregen 253 personen deze ziekte en
vielen er 134 dooden door pest. In de
daaraan voorafgaande week werden 130
personen aangetast en overleden er 66.
OPZIENBARENDE DIEFSTAL
TE NIZZA.
Een dezer dagen is te Nlzza een nog
onopgehelderde diefstal gepleegd, waarbij
de dieven sieraden en aandeelen ter waar
de van meer dan twee millioen francs in
handen zijn gevallen. Deze sieraden en
effecten waren het eigendom van een 86-
jarige weduwe van den vroegeren con
servator van het museum te Cairo. Onder
de gestolen stukken bevinden zich buiten
gewoon kostbare sieraden, waaronder twee
geschenken van den keizer van Siam en
tsaar Nicolaas II van Rusland en wel twee
echt gouden met diamanten bezette bi
jouteriekistjes.
hetzelfde traject om bij Bartlehiem recht**
af te slaan naar Franeker. Nu kwamen de
eerste moeilijkheden. In de duisternis za
gen de elkaar tegemoet rijdende deelnemers
elkander te laat. Ernstige botsingen volg
den, waarbij vele rijders verwondingen
opliepen. Onder hen bevond zich o.a. ook
Geveke, doch voordat de geneeskundige
dienst ter plaatse was, bleek Geveke den
tocht, ondanks de opgeloopen verwondin
gen, te hebben voortgezet. Andere rijders
hadden blijkbaar zwaardere verwondingen
opgeloopen, zoodat geneeskundige hul|»
moest worden verleend.
BjJ de controle te Franeker*
Om £.41 kwam Adema uit Franeker als
eerste rijder in zijn woonplaats aan, ln
gezelschap van Bosman uit Breukelen. Zij
hadden er dus 68 km. opzitten. De volgen
de rijders die arriveerden waren van de?
Bij Anna Paulowna, die zich ernstig be
klaagde over den angst, welke hjj had uit
gestaan op het traject Dokkum-Bartlehlem*
Geveke uit Leeuwarden kwam om 8.47 en
had dus zes minuten achterstand. Om 8.49
arriveerde Jongert. Deze bekwame rijder*
die dus van den kop was verdrongen, had
te enernstige botsing gehad en bleek hierbij
een verwonding in de nabijheid van eên der
oogen te hebben opgeloopen.
Over den toestand van het ijs waren
de rijders thans minder te spreken, vooral
bij Finkum was het volgens hen
bar slecht en erg smal.
Nadat 214 wedstrijdrijders waren gearri
veerd, meldde zich de eerste tochtrijder, de
heer L. Brouwer uit Oude Schoot aan de
controle. Als tiende tochtrijder arriveerde
Sjoerdje Faber, die nog steeds de leiding
heeft bij de vrouwen.
Controle te Harllngen.
Om 9,11 arriveerde Adema te Harllngen*
een minuut later gevolgd door Bosman
uit Breukelen. Daarna volgde als nummer
drie van der Bij om 9.18, nr. 4 de Vries
om 9,21, 5. Algera, om 9,21, 6. de Groot
en 7. Geveke, beiden om 9,22,
De eerste tochtrijder kwam in Harlingett
aan om 10.07 uur. Het was de heer L.
Brouwer uit Oude Schoot, na vier minuten
gevolgd door den heer Dijkstra, De ver
rassing bracht het doorkomen van de
eerste tocht-dame, Boukje Kooistra uit
Warga, die om 10.36 uur passeerde.
Sjoerdje Faber passeerde elf minuten
later.
Te Bolsward*
Om 10.25 uur arriveerde Adema In
Bolsward. nog steeds op de hielen gevolgd
door Bosman en op een grooteren afstand
door de rijders De Groot, De Vries, Van
der Bij en Geveke.
Algera, die tot nog toe steeds bij de
eersten behoorde, staakte hier den strijd*
gekweld door griep.
DE ROUTE VAN DEN TOCHT.
De deelnemers van de elfstedentocht
zullen morgen in totaal 199.4 k.m. moeten
afleggen. De afstanden zijn als volgt ver
deeld LeeuwardenDokkum 23,5 k.m. 3
Dokkum—Franeker 44,8 k.m.; Franeker—
Harlingen 12.8 kjn. Harllngen—Bols
ward 17,5 k.m. BolswardWorkum 13,3
k.m, WorkumHindeloopen 8,9 k.m.
Hindeloopen—Stavoren 10,8 km. Sta
voren— Slooten 26 k.m. SlotenIJlst 14,1
k.m.IJlst—Sneek 3,8 k.m. Sneek—
Leeuwarden 23,9 k.m.
Ongecorrigeerd
TRAGISCHE TERUGKEER UIT
BALLINGSCHAP.
Dezer dagen is de kolonel Sadik na een
ballingschap van twintig jaar in Turkse
teruggekeerd. Hij heeft vroeger een rol
gespeeld in de Jong-Turksche beweging.
Later keerde hij zich tegen de onafhanke
lijkheidsbeweging van Ataturk en daarom
werd hg uit het land gezet Eenigen tfld
geleden heeft hg gratie gekregen. Toen
hij weer Turkschen grond betrad, werd
kolonel Sadik plotseling onwel en moest
hij terstond in een ziekenhuis worden opge
nomen, waar hij denzelfden dag gestorven
is. Kolonel Sadik stond bekend als een be
strijder van de vrijmetselarij in Turkije.
ZWARE SNEEUWVAL EN STORMEN
IN TURKIJE.
In West-Anatolië is in de laatste dagen
een aanzienlijke hoeveelheid sneeuw ge
vallen. Op tweehonderd kilometer afstand
van Ismir zijn alle wegen door sneeuwver-
stuivingen versperd en talrijke dorpen van
de buitenwereld afgesneden. Op sommige
punten ligt de sneeuw zes tot tien meter
hoog, zoodat ook het spoorwegverkeer
herhaaldelijk verbroken wordt
Volgens later ontvangen berichten hou
den de sneeuwstormen in West-Anatolië
aan. Hierdoor la opnieuw groote schade
veroorzaakt en wordt het verkeer be
lemmerd. Ook van Zuid- en Noordkust
van de Zwarte Zee worden berichten ont
vangen over zware stormen. Verscheidene
havens, o.a. Odessa en de monding van
de Dnjepr zijn geheel door pakg's ver
sperd. Verscheidene schepen hebben S.O,
S.-signalen uitgezonden. De reddings
stations probeeren zooveel mogelijk deze
schepen te hulp te komen.
DOOR WOLVEN AANGERICHTE
SCHADE»
Een te Agram verschijnend blad meldt,
dat de schade welke wolven in 1940 aan
den veestapel ln Joego Slavië hebben be
rokkend, meer dan vijftien millioen dinar
bedraagt
FRAUDULEUS GESLACHT VLEESCH
OP EEN KERKHOF.
Ambtenaren van den crisiscontróledlenst
hebben tegen een inwoner van Dedems-
vaart proces-verbaal opgemaakt wegens
het frauduleus slachten van varkens. Bij
een ingesteld onderzoek werd thuis niets
aangetroffen, doch wel werd 350 kg,
vleesch gevonden op de begraafplaats.