Dampo Bonbons 1 DE FRIESCHE ELFSTEDENTOCHT. Meer dan 3000 deelnemers zijn hedenmorgen gestart. Kroniek van den dag De binnenscheepvaart in 1940. DE OPERATIES IN CHINA. Gemengd Nieuws Tweede blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Donderdag 6 Februari 1941 Bezorgdheid om Singapore. Wij hebben er reeds eerder op gewezen, dat de sluiting van het Driemogendheden- verdrag tusschen Duitschland, Italië en Japan een diplomatieke manoeuvre was, welke onmiddellijk verband hield met de stukken en problemen van goederenrull, verdrag was een directe uitdaging van En geland en de Vereenigde Staten. Londen en Washington hebben tot nu toe vele vergeefsche pogingen ondernomen, dit ver drag te torpedeeren en de deelgenooten uit elkander te drijven. Het driemogendheden- verdrag is een uitdaging en tegelijk een bedreiging van de posities van Engeland In het Verre Oosten. Japan heeft aan de in het verdrag van Berlijn belichaamde beginselen terstond ge tracht practische uitwerking te geven. Als zoodanig viel de aandacht op de onder handelingen, welke door vertegenwoordi gers van de Japansche regeering met de Nederlandsch-Indische regeering. Deze on derhandelingen hebben nog niet tot een practisch resultaat geleid. Er bleken vrij diepgaande ópvattingsverschillen te be staan en het werd reeds spoedig duide lijk, dat de Nederlandsch-Indische regee ring haar houding had afgestemd op de politiek, welke door de te Londen vertoe vende Nederlandsche regeering als juist was aanvaard. Zoo bezien waren deze on derhandelingen tevens te zien als een on derdeel van de door Japan in samenwer king met Berlijn en Rome ingezette heror deningscampagne voor de groot Oost- Aziatische levensruimte. Deze stelling als Zoodanig werd te Londen verworpen en het zal mede daaraan te danken zijn, dat de onderhandelingen te Batavia, hoewel be trekking hebbend op economische vraag stukken en proglemen van goederenruil, niet dat vlotte vérloop hebben gehad. Wat Japan beoogde is duidelijk geworden door de vanwege de regeering te Tokio afge legde verklaringen en dezer dagen werden de Japansche opvattingen nog eens onder streept, toen te verstaan werd gegeven, dat Nederlandsch Indië zich niet afzijdig kon en mocht houden van de uitwerking der levensruimteopvcttingen, zooals deze waren neergelegd in het verdrag van Ber lijn. De Nederlandsche regeering tè Lon den. welke door Tokio nog steeds als de wettige Rijksregeering wordt erkend, heeft bij monde van den gezant Pabst te kennen gegeven, dat zij de Japansche stelling niet erkend en dat zij niet van plan is Neder landsch Indië in te schakelen in het -'oor- gestelde groot Oost Aziatische ordenings plan. Te Tokio heeft men daarop als com mentaar gegeven, dat men de verklaring van Pabst niet belangrijk achtte. Of men hier nu te maken heeft met een aanwijzing, dat de regeering te Tokio van plan is haar standnunt ten aanzien yan de te Londen verblijf houdende Nederlandsche regee ring te herzien, zal de toekomst moeten uitwazen. In ieder geval toont de Japan sche reactie aan, dat er een kentering in de betrekkingen tusschen Tokio en Bata via op til is. De politiek van Batavia heeft zich vast gelegd op de Britsch-Amerikaansche doel stellingen in het Verre Oosten. Daarmede heeft zij zich geschaard in het kamp der tegenstanders eener ordening op de basis der gemeenschappelijke Duitsch-Italiaansch- Jaoansche opvattingen. Voor Engeland beidt de Japansche politiek ernstige bedrei gingen. De drang naar het Zuiden in de Japansche politiek is onmiskenbaar. De overeenkomst inzake Indo-Chinr. was daar van reeds een onmiskenbaar symptoom en ook de reactie der Japanners op de Brit sche maatregelen Inzake den Birmaweg onthulde, dat Japan zich niet aan de con sequenties van het Berlijnsche driehoeks verdrag wenscht te onttrekken. Het is niet slechts Japans taak, den Britschen invloed in Centraal Azië te ver storen, Japan heeft den blik geslagen op alle Britsche posities in het Verre Oosten en op Albions koloniale macht. Te Londen is men zich den omvang de zer bedreiging maar al te goed bewust, ge lijk men ook in de Vereenigde Staten over tuigd is van de groote gevaren, welke een verwezenlijking van de Japansche doel stellingen voor Amerika met zich kunnen sleepen. De wrijving tusschen Tokio en Washington, waaromtrent men zich in Ja pansche regeeringskringen ernstig bezorgd maakt, is daarvan een niet te onderschat ten symptoom. Het is dan ook geenszins onbegrijpelijk, dat de aandacht, wat het Verre Oosten betreft, zich meer en meer concentreert op Singapore. Uit Londen zijn omtrent de po sitie van dit belangrijke steunpunt eenige opzienbarende berichten in Zwitsersche perskringen ontvangen. Engeland, zoo heet het in deze berichten, zendt sedert geruimen tijd groote afdeelin- gen troepen en oorlogsmaterieel naar Sin gapore. Aan de verdedigingswerken van de stad zelf wordt koortsachtig gewerkt om, naar de correspondent van de Times te Singapore meldt, „niet door een aanval van Japan te worden verrast". De correspondent van de Times ver klaarde Woensdag in een artikel, dat het hem opgevallen is, hoe overal in de Malei- sche staten sterke troepenafdeelingen ge legerd zijn. Zjj worden voortdurend geoe fend ën zijn bijzonder geschikt voor den oorlog in de jungle. Sinds Lord Brooke Popham het opper bevel van de Britsche strijdkrachten in het Verre Oosten heeft overgenomen, zijn ook de luchtstrijdkrachen aanzienlijk versterkt. Lord Brooke Popham heeft uitgebreide vol machten ontvangen ter coördinatie van de Britsche strijdkrachten in het Verre Oosten. Hij kan, zonder tusSchenkomst van de regeering te Londen, onderhandelen met Australië en Nieuw Zeeland en zelfs met Indië. In vredestijd zou de Engelsche re geering nooit hebben toegestaan, dat zij niet geraadpleegd werd inzake de bestem ming van troepen en luchtstrijdkrachten uit de dominions en de koloniën. De Times verklaart, dat dit de eerste maal is dat er troepen uit de dominions naar de Maleische staten zijn gezonden. Aan een overzicht van de binnenscheep vaart op de Nederlandsche rivieren en ka nalen in het jaar 1940, samengesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek, ontleenen wij het volgende Het was te verwachten, dat door den mobilisatietoestand het verkeer op de Ne derlandsche binnenwateren zou toenemen. De grooter belasting der spoorwegen voor militaire doeleinden en de vordering van auto's heeft waarschijnlijk vele verladers er toe genoodzaakt hun goederen te ver zenden met binnenschepen, hetzij met de beurtvaart, hetzij met de wilde vaart De door middel van de wilde binnenvaart ver zonden goederen beliepen dan ook in het laatste kwartaal van 1939 reeds aanzienlijk meer dan in het laatste kwartaal van 1938. In het eerste kwartaal van 1940 kon die opgaande lijn echter niet gehandhaafd blij ven, doordat tengevolge van het dichtvrie zen van kanalen en rivieren de binnenvaart vrijwel geheel stil kwam te leggen. Einde Februari werd echter het varen weer mo gelijk, waardoor in Maart veel goederen, die in Januari en Februari niet konden worden verzonden, ten vervoer aan de bin nenvaart werden aangeboden. Voor de wilde vaart steeg dan ook het aantal bevrachtin gen in Maart 1940 tot 6784 (Maart 1939 5473, bij een ongeveer gelijke partijgrootte). De groote vraag naar scheepsruimte deed de vrachtprijs sterk aantrekken en wel tot 1.39 per ton (Maart 1939 nog slechts 0.98 per ton). Door dit toegenomen ver voer is uiteraard het gemiddelde aantal wachtdagen sterk teruggeloopen en wel vooral in de populaire klasse van schepen van 200 tot 600 ton. Daarentegen nam het aantal wachtdagen van groote schepen nog toe. Het hooge niveau, waarop het vervoer door de binnenvaart in al zijn geledingen in Maart was gekomen, kon ook in de maand April gehandhaafd blijven. De vaart op het buitenland was daaren tegen ook in deze maanden nog veel gerin ger dan voorheen en. wel voornamelijk ten gevolge van het wegvallen van het tran- sitoverkeer naar en van het Duitsche ach terland (ertsen en kolen). Naar het aan tal schepen gerekend was deze vaart in April nog maar de helft van die in 1938 (naar laadvermogen nog maar 2/5). De maand Mei vertoonde uiteraard een aanzienlijke daling in de binnenscheep vaart binnen onze grenzen, doch reeds in Juni trad hier een -herstel in, zij het dan ook, dat het vervoer nog ten achter bleef bij dat van de overeenkomstige maand van het vorige jaar. Naast andere factoren is dit herstel voor een groot deel te danken aan de beperking van het vrachtautover keer. Hoogere vrachtprijzen. De vrachtprijzen liggen dan nog steeds aanzienlijk hoogcr dan in 1939, hetgeen onder meer een gevolg is van de toeslagen, welke boven de basisvrachten geheven moe ten worden voor de gestegen prijzen voor motorbrandstof. Steeds duidelijker merkbaar wordt dan reeds het streven om het vervoer zooveel mogelijk over te schakelen naar het ge bruik van steenkool en om door samen- lading het varen met wanruimte te beper ken. Dit streven heeft er toe geleid het vervoer over lange afstanden zooveel moge lijk naar de spoorwegen en de binnenvaart te leiden, zoodat het vervoer op korten afstand voor den auto overbleef. Voor de binnenvaart had dit tot gevolg, dat behal ve samenladen de vaart met sleep-, zeil- en stoomschepen zooveel mogelijk bevorderd moest worden. Scheepvrachten nogmaals verhoogd. De vraag naar scheepsruimte voor het binnenland, welke reeds in Juni viel waar te nemen, heeft in het derde kwartaal steeds grootere vormen aangenomen. Ten gevolge van de stijging der bedrijfsonkos- ten ondergingen de scheepsvrachten we derom een verhooging. In de commissie Leeuwarden zijn met ingang van 1 Octo ber de toeslagen boven de basistarieven in de wilde vaart zelfs tot 35 verhoogd. Het kolenvervoer door het Julianakanaal, dat nu ook weer voor groote schepen be vaarbaar was, werd zeer omvangrijk. Om de verzendingen te bespoedigen hebben de mijnen in September een centraal expeditie- kantoor te Heerlen ingesteld. Schepen van 1000 ton en meer onderhouden zelfs een pendeldienst op Zuid-Limburg. Het toegenomen vervoer in alle vormen van de binnenvaart heeft in de wilde vaart het aantal wachtdagen sterk verminderd. Doch daarnaast moeten ook de verhoogde moeilijkheden der navigatie en de geringe nachtvaart en de daardoor verlengde reis- duur in aanmerking worden genomen. Bo vendien is door beschadiging of vernietiging nog een 1400-tal schepen tijdelijk of biy- vend van het deelnemen aan de vaart uit gesloten, terwijl tenslotte een aantal sche pen van 200 tot 600 ton voor andere doel einden in gebruik moest worden genomen. Door de beperking van het gebruik van motorbrandstof nam de vaart met sleep- schepen aanzienlijk toe. In het derde kwartaal begint het her stel in de internationale vaart De toeneming in de binnenvaart in het derde kwartaal heeft in het vierde kwar taal nog grooter vormen aangenomen. Eenerzijds komt dit door de verminderde benzinetoewijzingen voor vrachtvervoer per auto, anderzijds door het campagnevervoer dat dit jaar meer dan ooit op de binnen vaart was aangewezen. De zeer groote vraag naar scheepsruim te heeft er toe geleid, schippers te verplich ten ook op Zon- en feestdagen en tusschen zonsondergang en -opgang te lossen of te laden. Ook de mogelijkheid tot het weige ren van reizen werd daarbij beperkt Het herstel in de internationale vaart zet in dit dit kwartaal regelmatig door. HET AUTOBUSVERKEER TE PARIJS. Naar het D.N.B. uit Parijs meldt zullen binnenkort te Parijs 1000 nieuwe autobus sen in gebruik genomen worden. Er be staan voorts plannen tot het aanleggen van nieuwe leidingen voor trolleybussen. Dr. Tsjoe Min Yi, de nieuwe Chineesche ambassadeur In Tokio, die daar gisteren is aangekomen, heeft in de Chineesche am bassade, welke thans na bjjna drie jaar gesloten te zijn geweest weer geopend is, zgn eerste gesprek met de pers gehouden. Hij wees op de noodzakelijkheid eener nauwere Chineesch-Japansche samenwer king voor de vestiging van een nieuwe orde in Oost-Azië. Slechts door elkaar wederkeerig te helpen, aldus de ambassa deur, kunnen de twee volkeren een gemeenschappelijke welvaart genieten Hoewel de regeering van Tsjoeng- king de vijandelijkheden voortzet ver langt de Chineesche massa naar een spoedigen algemeenen vrede tusschen beide landen. Wijlen dr. Soen Jat Sen, de vader van de Chineesche revolutie, heeft altijd gewezen op de noodzakelijkheid dat China en Japan moeten samenwerken, daar er geen Japan zal zijn zonder China en geen China zonder Japan. Ten slotte sprak de ambassadeur de hoop uit, dat de sa menwerking tusschen beide landen moge tot stand komen op grondslag van de eer biediging der souvereiniteit van China, een gemeenschappelijke verdediging, een eco nomische samenwerking en een cultureele uitwisseling ten einde een biyvenden vrede in Oost-Azië en in de wereld te ver kregen. Een zware Chineesche nederlaag. De Japansche troepen, die in den sector Itsjang in de provincie Hoepeh opereeren, hebben een zware nederlaag toegebracht aan 4000 man Chineesche troepen van de 179e 37e en 132 e divisie. De Chineezen lieten meer dan 2200 dooden achter en meer dan 100 soldaten werden gevangen genomen. Japanners veroveren Miyang. De Japansche troepen hebben Miyang, een strategisch punt .in het Zuiden van de provincie Honan veroverd. De Chineesche strijdkrachten van het 68e leger werden, verslagen. De Japansche troepen zetten hun opmarsch voort naar Panpeng en achtervolgen de resten van het Chinee sche leger. DE CHINEESCHE VERLIEZEN. Als gevolg van de Japansche krijgsver richtingen langs de nieuwe Gele Rivier, hebben de Chineezen tot 4 Februari 1185 dooden op het slagveld achtergelaten en meer dan 3600 gewonden, aldus meldt het Japansche opperbevel in China. De Ja panners hebben voorts 71 zware machine geweren, 400 geweren e.a. buitgemaakt. BRITSCHE VRACHTSCHEPEN VERLOREN GEGAAN. In New Yorkschd scheepvaartkringen is bekend gemaakt, dat het Britsche vracht schip „Oakrest" in de nabijheid van de En gelsche kust is getorpedeerd en gezonken. Dit 5407 ton metende schip is het vroegere Zuidslavische vrachtschip „Korona". Voorts is hier bekend gemaakt, dat het Duitsche luchtwapen bij een aanval op een convooi 350 mijl ten Westen van Foynes treffers heeft geplaatst op het Engelsche vrachtschip „King Edgar", groot 4536 ton. Het schip vloog in brand. Nadere radiobe richten omtrent het lot van het schip na den bomaanval zijn tot dusver uitgebleven Verder werd gemeld, dat het Engelsche vrachtschip „Eurylochus", groot 5723 ton, de vorige week Woensdag op 750 mijl ten Westen van Freetown (Zuid Afrika) door een kaperschip is beschoten. Na de eerste s.o.s. seinen van het schip is niets meer vernomen. Uit New-York meldt het D.N.B.In scheepvaartkringen wordt medegedeeld, dat het Britsche vrachtschip „Justitia" (4.562 ton) in de nabijheid van de Iersche kust getorpedeerd en gezonken is. Uit Berlijn meldt het D.N.B.Duitsche gevechtsvliegtuigen hebben den 4den Fe bruari ten Noordwesten van Ierland een bewapend koopvaardijschip tot zinken ge bracht. Het ongeveer 4.500 b.r.t groote schip kreeg aan bakboordzijde een vol treffer, waarop de bemanning zich in de booten begaf. Reeds1 na vier minuten was het schip gezonken. Niet ver van de Schotsche Oostkust werd eveneens met succes een aanval on dernomen op een schip van 600 b.r.t. Het werd door treffers zwaar beschadigd, zoo dat het voorschip reeds na een paar mi nuten onder water lag. Aangenomen kan worden, dat het schip verloren is. Naar het D.N.B. uit Stockholm meldt, heeft de Engelsche admiraliteit gister avond bekend gemaakt, dat de Engelsche patrouillevaartuigen „Relonzo" en „Luda- lady" tot zinken gebracht zijn. Bij de „Lu- dalady" zijn geen menschenlevens te be treuren. De naaste verwanten van de slachtoffers van de „Relonzo" zijn ver wittigd. DE RUSSISCHE ARBEIDSRESERVES. Het D.N.B. seint uit Moskou: Een ver ordening van het centrale bestuur voor de arbeidsreserves, die gisteren door de Moskousche bladen werd gepubliceerd, kondigde aan, dat nog 136.000 jongelingen van 17 jaar worden opgeroepen voor de kortgeleden ingerichte fabrieksscholen. In hoofdzaak zullen zij opgeleid worden voor de houtindustrie en de industrie der bouw materialen. NEGEN DOODEN BIJ BRAND IN KATOENPAKHUIS. In Newhaven (Connecticut) Is brand uitgebroken in een katoenpakhuis. Het vuur greep onverwacht snel om zich heen. Volgens de tot dusver ontvangen berich ten zg'n negen leden van het personeel in de vlammen omgekomen. Drie andere per sonen kregen brandwonden. Onhoorbaar was het startschot, onzicht baar waren de rijders, die hedenmorgen in de diepe duisternis van den zich ten einde spoedenden nacht omstreeks kwart voor zes op de stadsgracht te Leeuwarden ver zamelden en daar de schaatsen onder bonden om terstond daarna pijlsnel weg te schieten naar het noorden, als inzet van den zesden elfstedenstocht, den groo- ten Frieschen Marathonloop. Veel is er in enkele uren tijds veranderd. De strakke heldere lucht van gisteravond, waarin de sterren helder schitterenden, heeft plaats gemaakt voor een bedekten hemel, een onheilspellend voorteeken van een op komst zijnden sneeuwval. De wind, gisteravond nauwelijks merkbaar, was in een stijven Zuidoosten veranderd. Iedere schaatsenrijder weet, wat dat zeggen wil in een vlak landschap, zooals in Friesland. Vol wedstrijdlust schoten de deelnemers weg, de een na den ander, individueel vol begeeren, zich geheel te geven voor dezen gigantischen strijd van den mensch met zijn beperkte krachten tegen de natuur elementen. Zoo zijn zij dan, alle zeshonderd wed strijdrijders, op weg gegaan voor de bijna tweehonderd kilometer langen tocht, tegen het ijs, de sneeuw, de koude, wind en al wat er mede verband houdt. Tot Dokkum en van Dokkum terug tot Bartleheim (35 k.m.) hebben zij het gemakkelijk. Voor driekwart hebben zij hierbij den stevigen wind in den rug, terwijl het ijs op dit traject goed is. Dan komen de eerste moeilijkheden. Van Finkum tot Harllngen en verder over Bolsward naar Stavoren is het ijs over het algemeen goed. Het Slotermeer is bedekt met sneeuwijs, hetgeen groote moeilijkheden oplevert. Verder is het ijs van Sloten af over LJlst en Sneek tot aan Leeuwarden in uitstekende conditie. Hoewel officieel de start van de deel nemers aan den tocht een half uur later zou geschieden, bleek, dat reeds ruim een kwartier voor het aangegeven tijdstip de eerste tochtdeelnemers die zich hadden aangemeld waren weggezonden om een opeenhooping op de startplaats te voor komen. Vast staat dat het aantal deelnemers aan den wedstrijd, alsmede aan den tocht, meer dan drieduizend bedraagt. Een onafzienbare rij deelnemers trok langs de controletafels naar de startplaats op de stadsgracht en werd de tweehonderd kilometertocht aangevangen. Als eersten verschenen om 6,29 aan de contrölepost te Dokkum de winnaars van verleden jaar: C. Jongert uit Maarsen, A. Adema uit Franeker, alsmede de heer J. Bosman uit Breukelen. Zij hadden den afstand Leeuwarden-Dokkum (2314 km.), afgelegd in 44 minuten, daar zij om 5.45 te Leeuwarden waren gestart. Inderdaad een fantastische snelheid dus, vooral daar in volslagen duisternis moest worden ge reden. Een minuut later: om 6.30 ver scheen de rijder L. Geveke uit Leeuwar den, de winnaar van den Groninger tocht van verleden week, alsmede de rijder Woudstra uit Hemrik. De eerste vrouw, die zich meldde, om 7.10 was Sjoerdje Faber uit Warga, win nares van verleden jaar. Ernstige botsingen. Hierna keerden de eerst aangekomen rij ders terug over de Dokkumer Ee langs OVERSTROOMINGEN IN SPANJE. Het D.N.B. meldt uit Valladolid, dat de overstroomingen als gevolg van den hoogen stand der Duero aanzienlijke schade aangericht hebben. Verscheidene dorpen staan onder water. In het plaatsje Tudela de Mero zijn 70 huizen ingestort. VEEL IJS OP DE OOSTZEE. Wegens het vele ijs in de Oostzee heeft men het scheepvaartverkeer tusschen Stockholm en Helsinki volkomen moeten staken, meldt het Zweedsche persbureau T.T. Ook het scheepvaartverkeer met het in de Oostzee geleegn eiland Gotland on dervindt groote moeilijkheden. ELF DOODEN BIJ TREINONGELUK IN TURKIJE. Naar uit Izmir wordt gemeld, is de tusschen Germenzik en Erikli rijdende nachttrein Maandagavond op een door hoog water beschadigde brug ontspoord. Uit de brokstukken werden 11 dooden en 7 zwaar- en 8 lichtgewonden geborgen. VEEL GEVALLEN VAN PEST IN BOMBAY. In de provincie Bombay zijn sedert het begin van het jaar veel pestgevallen voor gekomen. Alleen reeds van 5 tot 11 Janu ari kregen 253 personen deze ziekte en vielen er 134 dooden door pest. In de daaraan voorafgaande week werden 130 personen aangetast en overleden er 66. OPZIENBARENDE DIEFSTAL TE NIZZA. Een dezer dagen is te Nlzza een nog onopgehelderde diefstal gepleegd, waarbij de dieven sieraden en aandeelen ter waar de van meer dan twee millioen francs in handen zijn gevallen. Deze sieraden en effecten waren het eigendom van een 86- jarige weduwe van den vroegeren con servator van het museum te Cairo. Onder de gestolen stukken bevinden zich buiten gewoon kostbare sieraden, waaronder twee geschenken van den keizer van Siam en tsaar Nicolaas II van Rusland en wel twee echt gouden met diamanten bezette bi jouteriekistjes. hetzelfde traject om bij Bartlehiem recht** af te slaan naar Franeker. Nu kwamen de eerste moeilijkheden. In de duisternis za gen de elkaar tegemoet rijdende deelnemers elkander te laat. Ernstige botsingen volg den, waarbij vele rijders verwondingen opliepen. Onder hen bevond zich o.a. ook Geveke, doch voordat de geneeskundige dienst ter plaatse was, bleek Geveke den tocht, ondanks de opgeloopen verwondin gen, te hebben voortgezet. Andere rijders hadden blijkbaar zwaardere verwondingen opgeloopen, zoodat geneeskundige hul|» moest worden verleend. BjJ de controle te Franeker* Om £.41 kwam Adema uit Franeker als eerste rijder in zijn woonplaats aan, ln gezelschap van Bosman uit Breukelen. Zij hadden er dus 68 km. opzitten. De volgen de rijders die arriveerden waren van de? Bij Anna Paulowna, die zich ernstig be klaagde over den angst, welke hjj had uit gestaan op het traject Dokkum-Bartlehlem* Geveke uit Leeuwarden kwam om 8.47 en had dus zes minuten achterstand. Om 8.49 arriveerde Jongert. Deze bekwame rijder* die dus van den kop was verdrongen, had te enernstige botsing gehad en bleek hierbij een verwonding in de nabijheid van eên der oogen te hebben opgeloopen. Over den toestand van het ijs waren de rijders thans minder te spreken, vooral bij Finkum was het volgens hen bar slecht en erg smal. Nadat 214 wedstrijdrijders waren gearri veerd, meldde zich de eerste tochtrijder, de heer L. Brouwer uit Oude Schoot aan de controle. Als tiende tochtrijder arriveerde Sjoerdje Faber, die nog steeds de leiding heeft bij de vrouwen. Controle te Harllngen. Om 9,11 arriveerde Adema te Harllngen* een minuut later gevolgd door Bosman uit Breukelen. Daarna volgde als nummer drie van der Bij om 9.18, nr. 4 de Vries om 9,21, 5. Algera, om 9,21, 6. de Groot en 7. Geveke, beiden om 9,22, De eerste tochtrijder kwam in Harlingett aan om 10.07 uur. Het was de heer L. Brouwer uit Oude Schoot, na vier minuten gevolgd door den heer Dijkstra, De ver rassing bracht het doorkomen van de eerste tocht-dame, Boukje Kooistra uit Warga, die om 10.36 uur passeerde. Sjoerdje Faber passeerde elf minuten later. Te Bolsward* Om 10.25 uur arriveerde Adema In Bolsward. nog steeds op de hielen gevolgd door Bosman en op een grooteren afstand door de rijders De Groot, De Vries, Van der Bij en Geveke. Algera, die tot nog toe steeds bij de eersten behoorde, staakte hier den strijd* gekweld door griep. DE ROUTE VAN DEN TOCHT. De deelnemers van de elfstedentocht zullen morgen in totaal 199.4 k.m. moeten afleggen. De afstanden zijn als volgt ver deeld LeeuwardenDokkum 23,5 k.m. 3 Dokkum—Franeker 44,8 k.m.; Franeker— Harlingen 12.8 kjn. Harllngen—Bols ward 17,5 k.m. BolswardWorkum 13,3 k.m, WorkumHindeloopen 8,9 k.m. Hindeloopen—Stavoren 10,8 km. Sta voren— Slooten 26 k.m. SlotenIJlst 14,1 k.m.IJlst—Sneek 3,8 k.m. Sneek— Leeuwarden 23,9 k.m. Ongecorrigeerd TRAGISCHE TERUGKEER UIT BALLINGSCHAP. Dezer dagen is de kolonel Sadik na een ballingschap van twintig jaar in Turkse teruggekeerd. Hij heeft vroeger een rol gespeeld in de Jong-Turksche beweging. Later keerde hij zich tegen de onafhanke lijkheidsbeweging van Ataturk en daarom werd hg uit het land gezet Eenigen tfld geleden heeft hg gratie gekregen. Toen hij weer Turkschen grond betrad, werd kolonel Sadik plotseling onwel en moest hij terstond in een ziekenhuis worden opge nomen, waar hij denzelfden dag gestorven is. Kolonel Sadik stond bekend als een be strijder van de vrijmetselarij in Turkije. ZWARE SNEEUWVAL EN STORMEN IN TURKIJE. In West-Anatolië is in de laatste dagen een aanzienlijke hoeveelheid sneeuw ge vallen. Op tweehonderd kilometer afstand van Ismir zijn alle wegen door sneeuwver- stuivingen versperd en talrijke dorpen van de buitenwereld afgesneden. Op sommige punten ligt de sneeuw zes tot tien meter hoog, zoodat ook het spoorwegverkeer herhaaldelijk verbroken wordt Volgens later ontvangen berichten hou den de sneeuwstormen in West-Anatolië aan. Hierdoor la opnieuw groote schade veroorzaakt en wordt het verkeer be lemmerd. Ook van Zuid- en Noordkust van de Zwarte Zee worden berichten ont vangen over zware stormen. Verscheidene havens, o.a. Odessa en de monding van de Dnjepr zijn geheel door pakg's ver sperd. Verscheidene schepen hebben S.O, S.-signalen uitgezonden. De reddings stations probeeren zooveel mogelijk deze schepen te hulp te komen. DOOR WOLVEN AANGERICHTE SCHADE» Een te Agram verschijnend blad meldt, dat de schade welke wolven in 1940 aan den veestapel ln Joego Slavië hebben be rokkend, meer dan vijftien millioen dinar bedraagt FRAUDULEUS GESLACHT VLEESCH OP EEN KERKHOF. Ambtenaren van den crisiscontróledlenst hebben tegen een inwoner van Dedems- vaart proces-verbaal opgemaakt wegens het frauduleus slachten van varkens. Bij een ingesteld onderzoek werd thuis niets aangetroffen, doch wel werd 350 kg, vleesch gevonden op de begraafplaats.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5