msA
Ook onze dochters
„PUNTENZORGEN*'
KNIPPATRONEN
SPbhLGOED uit stofresten
hebben
m n >i
m
tl
Wanneer onze
dochters den bak-
visschenleeftijd
bereikt hebben,
dan zullen zij zich
langzamerhand
losmaken van
moeders keus ten
opzichte harer
garderobe. Een
eigen smaak be
gint zich te ont
wikkelen en al
zal moeder nog
zoolang mogelijk
leiding willen ge
ven, het is toch
verstandig voor
meisjes van een
jaar of zestien
niets te koopen,
zonder dat zij ook
een duit in het
zakje mogen wer
pen. Natuurlijk
zal er met ver
schillende facto
ren rekening ge
houden dienen te
worden en geeft
niet alleen de fi-
nancieele gesteld
heid, doch ook de
puntenkaart den
doorslag of een of
ander kleedings-
stuk nog aange
schaft kan wor
den.
Wie met over
leg te werk gaat,
zal punten zorgen
kunnen vermijden
en het is eigen
aardig hoe her
haaldelijk blijkt,
dat de een veel gauwer door haar punten
heen is dan de ander. Onherroepelijk knipt
de schaar een grooter of kleiner aantal
punten af bij iedere, nieuwe aanschaffing
en het is soms met leede oogen, dat we
onze kostbare punten steeds meer zien ver
minderen.
Een troost is evenwel, dat de garderobe
slechts aangevuld behoeft te worden en
dat de mogelijkheid om van oud nieuw te
maken met behulp van couponnetjes een
ware uitkomst beteekent.
Ook ten aanzien van mantels dient over
leg gepleegd te worden en aangezien het
koopen van een overgangs- en een winter
mantel meer punten vraagt dan onze doch
ters lief is, zal men naar iets moeten uit
zien, dat niet alleen 's winters, doch ook
later in het voor- en najaar gedragen kan
worden.
Voor de wintermaanden wordt in zoo'n
mantel b.v. een geruit flanellen of kameel
haren voering gedragen, die met drukknoo-
pen of knoopjes en knoopsgaten bevestigd
wordt, terwijl een garnituur van bontstof
goede diensten zal bewijzen en eveneens
een apart onderdeel vormt .Men kan de
losse voering eventueel laten vervallen en
een bovendeel van bontstof laten maken,
dat in het midden of opzij sluit, naar gelang
het model dit noodig maakt en met aanslui-
De kunst van sparen
Geboden, die thans van meer
beteekenis zijn dan ooit.
Begin met sparen steeds heden, niet eerst
morgen, zoo vaak komt van uitstel afstel.
Sparen kan op tweeërlei wijze geschie
den, eerstens door verstandig toegepaste
beperking der uitgaven en tweedens door
het regelmatig wegleggen van kleine be
dragen.
Het komt er niet op aan of men veel of
weinig spaart. Er zijn menschen, die veel
verdienen en denken: „Wat geeft het mij of
ik vijf of tien gulden spaar, volgende maand
zal ik een flink bedrag wegleggen". Hier
van komt in den regel niets.
„Ik ben toch zoo zuinig", hooren we een
andere huisvrouw zeggen, „ik kom met
heel weinig geld voor de huishouding toe."
Maar alles wat haar man betalen moet
tenden kraag wordt afgewerkt. De fanta
sie heeft tegenwoordig vrij spel en de mo
gelijkheden om bestaande kleedij aan de
eischen des tijds aan te passen zijn vele.
Nieuw zijn de capuchons, die al dan niet
met een- rand bont afgewerkt worden en
het hoofd en de oor en tegen felle koude
beschermen. Coquette bontmutsen en wol
len garnituren bestaande uit een kabouter
muts met lange einden, die op taillehoogte
dubbel zijn en een mof vormen en nog
vele andere details completeeren de spor
tieve meisjesmantels op alleszins geslaag
de wijze.
Onze schets geeft twee jongedamesman
tels te zien, die zich uitstekend leenen om
met ingeknoopte voering gedragen te wor
den, omdat het niet bepaald zeer aanslui
tende modellen zijn. De mantel van fanta-
siestof heeft een pas, die in schuine richting
's geknipt en één geheel vormt met de rag-
lanmouwen. Hooge sluiting met twee knoo-
pen en op den rug opgestikte ceintuur, die
opzij geknoopt wordt. De andere mantel
geeft aan de rugzijde nervures te zien als
imitatie van een aantal smalle baantjes.
Halsafwerking met shawlkraag en ceintuur
met knoopsluiting.
(Nadruk verboden).
(G. C. M.—S.)
waschrekening, gas, electriciteit enz.
hierop bezuinigt zij geenszins. Sparen is
een kunst en op het eene bezuinigen en
het andere met volle handen uitgeven is
zeer verkeerd. Wanneer iemand met een
goed salaris alleen voor zichzelf te zorgen
heeft is het geen kunst om maandelijks een
flink bedrag weg te leggen. Doch de huis
vrouw, die van een matig weekgeld een
groote familie heeft te verzorgen en zoo
weet te wikken en te wegen, dat er nog
een bedragje over blijft, die verstaat de
kunst van sparen. Wanneer een werkende
vrouw zich beklaagt, dat er nooit eens een
vacantiereisje voor haar over kan schieten,
doch zij steeds maar koopt wat haar invalt,
dan beheert zij haar geld verkeerd. Weer
anderen zijn overmatig zuinig en meenen,
dat zij sparen, terwijl zij daarentegen deze
kunst allerminst verstaan. Dat z(jn degenen,
die het dwaas vinden om als ze zich ziek
voelen naar een dokter te gaan. Zij blij
ven maar loopen, nemen nu dit, dan dat en
Succespatroon A 614.
Prijs 35 cent.
Jurken, die weinig stof vragen, d.i. de
eisch, die thans in verband met de beschik
bare punten gesteld dient te worden. Hier
aan beantwoorden beide modellen, waar
van dezen week knippatronen verkrijgbaar
gesteld worden tegen den zeer billijken
prijs van 35 cent.
De jurk, die onder bovenstaand nummer
besteld kan worden, heeft als garneering
smalle reepjes, die onder de revers en aan
de zakken zijn aangebracht. Sluiting met
rits tot over de taille.
Patronen voor meisjes van 1214 en 14
—16 jaar.
Succespatroon A 615.
Prijs 35 cent
Jurk met doorgaande banen en knoop
sluiting aan een der zijkanten. Hoogslui-
tend kraagje met strik van lint of fluweel
Blouse-mouwen, die met een manchet zijn
afgewerkt.
Patronen voor meisjes van 8—10 en 10
—12 jaar.
KNIPPATRONEN VAN DEZE MODELLEN
zijn verkrijgbaar tegen den aangegeven
prijs bij .Het Practisch Modeblad", Post
bus 36 Den Haag.
Betaling steeds vooruit per giro (post-
rekenins 2032(13) per postwissel of in post
zegels. mits deze een waarde hebben van
1V2, 3 of 7V2 ct
offeren hiermede hun kostelijkste bezit, de
gezondheid op. Sparen moet men leeren en
hoe jonger men begint, des te beter, daar
om moeten ouders hun kinderen reeds
vroeg het begrip van sparen trachten bij te
brengen.
(Nadruk verboden).
Servetringen van gekleurde
kralen „geweven"
Onze afbeelding geeft twee servetringen
te zien, die van middelgroote kralen zijn
gemaakt op de wijze als onze schets dit
weergeeft Men spant de draden over een
breedte van 15 kralen 15 draden op
een klein vierkant borduurraampje of bij
gebrek hieraan kan men een sigarenkistje
zonder deksel voor dit doel gebruiken,
waarin men aan beide einden kleine spij
kertjes heeft geslagen om de spandraden
aan te bevestigen. Eventueel kan men ook
insnijdingen in het hout maken.
1 1
1 1
1
i
-'SS .■^SSÈiot^iS
PSP
■«•«tluOMBM BSBUJIWlr:'.
Men knoopt aan den eersten linker draad
een nieuwen, langen draad en rijgt hier
aan de kleurenkralen, die de teekening
aangeeft om motieven te vormen. De draad
wórdt onder de spandraden doorgeleid,
waarna men de naald, die aan het einde
der draad hangt, door de kralen terug laat
gaan (zie werkproef 1 en 2). Een zeer een
voudig werk, dat evenwel eenige oplettend
heid vereischt, aangezien de kralen precies
tusschen twee spandraden moeten komen,
terwijl de draad bij het omkeeren der toe
ren om de buitenste hulpdraden gewerkt
wordt.
Voor den linker servetring zijn de vol
gende kleuren aangegeven: vierkantjes wit,
X blauw, puntjes oranje; driehoekjes bruin.
Men werkt pl.m. 8 c.M. en moet dan pre
cies uitkomen met het patroon, zoodat men
niet met een gedeelte hiervan besluit.
Spandraden, die over elkander liggen,
worden afgeknoopt en de uiteinden afge
hecht.
Aardig is het om b.v. op een effen ring
gekleurde initialen in te werken.
Garneeringen bieden
veel afwisseling
Details kunnen menigmaal aan een japon
een geheel ander aspect verleenen en daar
de gelegenheid bestaat om zonder punten-
offer kleine couponnetjes te koopen, zal
een handige vrouw, die tevens over wat
fantasie beschikt, er dankbaar gebruik van
maken. Onze afbeelding geeft verschillen
de mogelijkheden aan, waarvoor slechts
zóó weinig stof noodig is, dat de lappen
doos wellicht het noodige materiaal zal op
leveren. Op een donkere japon kan men
b.v. een geruit garnituur dragen, terwijl
A 614
A 615
een reep van Schotsche zijde, die om den
ceintuur gedragen wordt, een apart effect
geeft. Een reepje leer kan tot ceintuur wor
den gepromoveerd, terwijl de beide uitein
den afgerond en van kleine gaatjes voor
zien worden, waardoor men een koordje
haalt, dat dichtgestrikt en met een leeren
bloem afgewerkt wordt.
Hoe geheel anders zal een donkere japon
er uit zien, wanneer men er voor de va
riatie een bontbedrukten doek in driehoek-
vorm (als links aangegeven is) ophecht.
Hieronder is een aardig avondtaschje, dat
aan het bovendeel meerdere malen is in
gehaald en met een rits is afgewerkt In 't
midden een tulle vest, waarop kanten ru
ches zijn aangebracht, en aangezien de om
trek eveneens met een kantje is afgewerkt,
kan het boven de stof van een japon, die
evenwel kraagloos Is, worden opgeregen.
Van vilt- en leerresten kan men bloemen
en knoopen maken, terwijl wij ten slotte
nog de bijzondere aandacht vestigen op het
vest links, dat niet alleen onder een japon,
doch ook onder costumemantels gedragen
kan worden.
Ktkvorsch
Verschillende die
ren en zelfs een
poppenkind zijn
aan de hand der
aangegeven pa
tronen gemakke
lijk zelf te maken
met behulp van
allerlei kleine lap
jes. Zij kosten
niets, alleen zal
men over wat tijd,
geduld en fanta
sie dienen te be
schikken.
De kleintjes zul
len niet minder
gelukkig zijn met
dit eigen gemaak
te speelgoed, dan
met de veelal
kostbare stukken,
die hen geschon
ken worden. Het
voordeel van die
ren en een pop.
die van lappen
gemaakt is, is dat
zelfs baby er zich
mee bezig kan houden, zonder zich pijn te
doen, als hij het op een gegeven oogenblik
in het hoofd krijgt zijn krachten eens te
toonen.
Als vulsel kan men kapok aanwenden,
doch aangezien dit evenals watten extra
kosten met zich brengt, zullen zeer fijn ge
knipte snippers stof ook het doel beant
woorden.
De maten zijn in c.M. aangegeven; na
den dienen evenwel aangeknipt te worden.
Aan te bevelen is de patroondeelen eerst
van papier, daarna van stof te knippen.
De kikvorsch. Voor het bovendeel
wordt een groen stukje stof gekozen, ter
wijl de buik geel zal worden; over het al
gemeen zal het materiaal niet te slap moe
ten zijn en kan fluweel, laken, soms ook
pluche uitstekende diensten bewijzen.
Beide deelen worden op een kleine ope
ning na dichtgestikt, omgekeerd en opge
vuld. De pootjes moeten slechts weinig ge
vuld zijn en worden met de machine eenige
malen doorgestikt (zie patroon), nadat de
opening, die voor het vullen niet gestikt
werd, met overhandsche steken dicht ge
maakt is.
De oogen bestaan uit kralen (zwart), ter
wijl op de teekening eenige stippellijnen
zijn aangegeven, waar men beide stofdee-
len en de vulling met kleine rijgsteken met
elkander moet verbinden, teneinde een be
teren vorm aan den kwaker te kunnen ge
ven. Het gedeelte voor den bek wordt met
zwarte wol aangegeven.
Voor de eend wordt het aangegeven pa
troon tweemaal geknipt van witte stof,
daarna dichtstikken, behalve gedeelte buik
en snavel; deze laatste wordt van roode of
gele stof geknipt. Stof omkeeren en daar
na wordt de eend opgevuld en met kleine
steekjes verder dichtgenaaid. Snavel aan
naaien. Pooten van ijzerdraad omwoelen
met de stof, die men voor den snavel ge
bruikte; laatste stukje vastplakken. Poo
ten in het onderlijf steken en vasthechten
in de stof. Beide vleugels dubbel knippen,
dichtstikken, omkeeren en aan het eenden
lichaam naaien. Oogen: kleine kraaltjes.
Krokodil wordt eveneens van dubbele
stof geknipt, rug b.v. bruin, buik geel of
beige. Aan voorpooten vijf en aan achter-
pooten vier stiksels maken. Oogen: kralen.
Aap Jocco. De helft van 't gezicht wordt
dubbel geknipt en beide deelen stikt men
dicht. De stippellijn geeft aan, waar men
gezicht en achterhoofd later met zoomste-
ken verbindt. Het laatste wordt eveneens
dubbel geknipt en heeft evenals het gezicht
een naad, die na het in elkander zetten
van gezicht en achterhoofd één lijn moet
vormen. Onder de kin worden de deelen
eveneens samengenaaid, waardoor de voor
ste halslijn gevormd wordt. Heeft het hoofd
nog niet den gewenschten vorm, dan stikt
men in het achterhoofd nog een uitnaadje,
waarna men het geheel opvult. Oogen:
houten kralen. Mond opvullen met roode
wol. Ooren dubbel knippen, dichtnaaien,
hetgeen het best kan geschieden door iede
re helft om te vouwen en daarna met over
handsche steken te verbinden.
Beide beenen bestaan uit stofreepen, die
dichtgenaaid en opgevuld worden, behalve
het ondergedeelte. Armen worden ook van
dichtgestikte stofreepen gemaakt en aan
den pols open gelaten om later de handen
aan te stikken. In het midden een uitnaad
je om er meer vorm aan te geven.
Handen en voeten worden in den vorm
van wanten geknipt, die men dichtstikt,
eenigszins opvult, en daarna doorstikt (zie
stippellijnen) en vervolgens worden zij met
de handen en voeten verbonden met kleine
zoomsteekjes. Romp tweemaal knippen,
Eend
Krokodil
DE ONTWIKKELING VAN HET JONGE
KIND EN ZIJN ZINTUIGEN.
Wellicht bestaat er niets, dat interessan
ter is dan de ontwikkeling van een zuige
ling en wel in hoofdzaak wat den geeste
lijken vooruitgang betreft, In de eerste we
ken van zijn bestaan leeft de jonge wereld
burger nog weinig bewust, hij hoort zelfs
in wakende toestand weinig en is niet ont
vankelijk voor indrukken.
Met drie maanden ongeveer begint de
kinderlijke geest zich meer en meer te ont
wikkelen en is baby over zijn drie „dom-
®e" maanden heen. Het kindje begint ge
luidjes te geven, lacht meer bewust en her
kent de menschen uit zijn omgeving. De
smaak ontwikkelt zich meer en meer en in
de meeste gevallen zal een voorkeur be
staan voor al wat zoet is en gedurende de
zuigelingenperiode legt baby een groote
voorliefde voor melk aan den dag.
Het reukorgaan is in de eerste levens
maanden niet ontwikkeld, dit is eerst op
lateren leeftijd merkbaar, zoodat de reuk
organen van een zuigeling noch op aange
name, noch op onaangename wijze geprik
keld worden.
Als tastorgaan gebruikt het kind eerst de
lippen, welke reeds van het begin zijns le
vens af tot zuigen gevormd zijn en waarin
het zich steeds meer oefent. Zelfs in de
tweede drie manden, wanneer het met de
handen tracht te grijpen, brengt het alles
dichtnaaien en tegelijkertijd armen en bee
nen hiermede verbinden. Hals blijft even
wel open om den romp op te vullen, daar
na verbindt men hoofd en romp door mid
del van zoomsteekjes.
Tenslotte rest ons nog om een en ander
over het maken van pop Lijsje te zeggen,
wier portret men hierbij afgebeeld vindt.
Zij wordt gemaakt van een rose tricot
dessous, dat niet meer in aanmerking komt
om gedragen te worden. Beide hoofddeelen
worden met kleine steekjes verbonden en
opgevuld.
De oogen kan men met waterverf
opschilderen, terwijl ook zwarte kralen
dienst kunnen doen.
Een knalrooden mond zal 't poppenkind een
gezonden indruk doen maken, terwijl don
kere wenkbrauwen met wollen draden
worden aangegeven en de neus met vleesch-
kleurige wol aangeduid dient te worden.
Het haar bestaat uit lange draden wol, die
aan weerskanten van de stiknaad worden
vastgehecht, waardoor een rechte scheiding
gevormd moet worden. Twee keurige vlech
ten, pop Lijsje waardig, worden van de
bruine lokken gevlochten en met een kleu
rige strik bijeengehouden.
Armen en beenen worden op dezelfde
wijze gemaakt, als wij dit voor aap Jocco
hebben aangegeven.
Voor de arm stopt men .eerst de handen,
daarna stikt men de vingers en bindt om
de polsen een stevigen draad, om den arm
iets te modelleeren.
Dwarsstiksels geven knie en elleboog aan
(stippellijn). Armen en beenen worden
met den romp verbonden, daarna vult men
dezen op om tenslotte Lijsjës hoofd met
haar lichaam te verbinden. Het laatste ge
schiedt met kleine zoomsteken, nadat de
stof van den romp Va c.M. is ingeslagen.
Schoentjes kan men haken, b.v. van zwar
te wol en de punten iets opvullen, daarna
worden ze op de beenen gezoomd. Zorgt
men nu nog_ voor dessous en een aardig
flatteus jurkje, dan zal pop Lijsje een waar
dige plaats onder haar poppengenooten in
kunnen nemen.
Vol trots zal de kleine eigenares aan
ieder laten zien, welk een kunstproduct
moeders nijvere vingers hebben weten te
wrochten.
naar den mond om het met de lippen te
betasten.
Eerst door vele misgrepen en lange erva
ring worden de gevoelszenuwen geoefend.
De oogen, de organen van het gezichtsver
mogen, heeft de kleine wereldburger on
middellijk na zjjn geboorte open, doch al
leen ontbreekt hem het bewuste zien.
Na de eerste zes weken van zijn bestaan
neemt hij verschillende dingen uit zijn om
geving waar. Het kind komt doof op de we
reld, eenerzijds omdat zijn gehoorgang nog
ontvankelijk is voor geluiden, ander-
is er nog geen lucht aanwezig in de
midden-gehoorgang, aangezien deze er door
ademen en slikken ingepompt moet worden.
Na eenige dagen heeft de natuur ook dit
wonder tot stand gebracht en na de eerste
week hoort het kind verschillende gelui
den. Spreken is een fysiologische gebeurte
nis, waarmede de zenuwen en bepaalde
spieren gemoeid zijn.
Het spreken begint op het tijdstip, dat
het kind de klanken, die het in zijn omge
ving hoort, tracht na te bootsen en met de
ontwikkeling der spraak gaat ook de gees
telijke groei gepaard. Denken en herinne
ren, in zich opnemen en zich een begrip
vormen zyn alle dingen, die men evenals
het spreken als iets vanzelfsprekends op
vat en men vergeet daarbij, dat een kind
de eerste jaren meer.leert dan wellicht in
rijn geheele verdere leven.
(Nadruk verboden).