Wwg -fou, Griep Oorlogsschade publiekrechtelijke lichamen. Besluit betreffende bijdragen van het rijk. Tweede blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Dinsdag 28 Januari 1941 Kroniek van den dag Zu!d-Amerlkaansche problemen. De oorlog welke, in Europa woedt, heeft niet alleen in dit werelddeel zyn invloed op velerlei gebied doen gevoelen, maar deze groote stryd heeft ook zijn vertak kingen in militair en economisch opzicht in andere deelfcn van de aarde. Gisteren hebben wij er nog op gewezen, hoe in het Verre Oosten de Europeesche oorlog merk baar tot uiting komt. Maar niet alleen in Afrika en Azië, ook in de Amerikaansche landen ondervindt men meer en meer de gevolgen van het conflict tusschen de spilmogendheden en het Britsche ryk. Vooral de Zuid Amerikaansche staten heb ben op economisch gebied met vele zor gen, welke door den huidigen oor log zijn veroorzaakt, te kampen. Al zijn deze landen dan niet direct by het groote conflict betrokken, indirect komen deze staten toch ook voor groote moeilijkheden te staan, welke uit dezen oorlog voort vloeien. Al hebben de Zuid Amerikaansche landen zich tot nu toe nog buiten het mi litaire gebeuren weten te houden, toch zyn ztj gedwongen hun houding te bepalen tegenover de consequenties van den Euro- peeschen oorlog. Ver van het rumoer van den stryd leiden zij oogenschynlyk een rustig bestaan. Achter dit schoonlykende uiterlijk gaan evenwel vele zorgen en moeilijkheden schuil. Deze landen hebben eveneens de lasten van den oorlog te dragen. In het bijzonder in het economisch leven is zulks merkbaar. In vele landen zijn deze lasten van in grijpenden aafid. De uitvoer is gestagneerd en de invoer van vele onmisbare producten blijft gedwongen achterwege. De handel is in vele onderdeden lam geslagen. De handelsbetrekkingen der Zuid-Ame rikaansche staten met de Europeesche landen zijn van weinig of geen beteeke- nis meer. De handelsbalans geeft in deze landen aan den andeien kant van den Oceaan, beneden den evenaar, een passief .te zien. Het lijkt nu wel eenvoudig de produc ten, welke deze landen noodig hebben uit andere, niet oorlogvoerende staten, te be trekken, maar zoo gemakkelijk is dit niet en daarmede is het probleem geenszins op te lossen. Hetgeen men uit andere lan den invoert is duur. Er blijft dus voor de Zuid-Amerikaansche landen niet anders over dan eigen industrialisatie. Daaraan wordt hard gewerkt. Wegen worden aangelegd, woeste grond ontgon nen en men is alom doende de eigen voor ziening van het land te bevorderen. Dit autarkisch streven heeft grooten omvang aangenomen. De opbouw van nieuwe in dustrie en de uitbouw van bestaande be drijven vergen echter enorme bedragen. En dit kapitaal moet veelal van buiten de grenzen komen. Zonder credieten en leeningen kan men de industrialisatie niet verwezenlijken. De ZuidAmerikaansche lan den richten zich in dit opzicht tot de sta ten van Noord Amerika. Edoch, men raakt op economisch gebied om de politiek hier dan verder te laten rusten van de geld verstrekkende staten afhankelijk. Vijf Zuid Amerikaansche staten, Bra zilië, Argentinië, Bolivia, Uruguay en Pa raguay zyn door deze problemen, waar voor zy zich in gelijke mate geplaatst zienf in nauw contact met elkaar getreden. Na verscheidene malen te zijn uitgesteld, is thans gistermiddag tusschen deze vijf lan den een conferentie begonnen in de Boli- viaansche hoofdstad La Paz. De economi sche moeilijkheden zullen de hoofdschotel der besprekingen op deze conferentie vor men. Men wil den handel tusschen deze landen bevorderen, o.m. door een systeem van leeningen en credieten te ontwerpen en uit te voeren. De afhankelijkheid op economisch gebied van andere landen, en met name van de Ver. Staten, wil men zooveel mogelijk beperken. Een vrucht baar terrein ligt hier voor de Zuid Ame rikaansche staten open, waar het betreft het handelsverkeer onderling intensiever te doen zijn. Het feit, dat van de vyf deelnemende landen niet minder dan drie (Bolivia, Uruguay en Paraguay) by de bespreking vertegenwoordigd zijn door hun ministers van buitenlandsche zaken, is een bewijs, van de beteekenis welke de bijeenkomende landen aan de besprekingen hechten. Het Aanval van de Italiaansche vloot aan de Grleksche kust. Italiaansche zeestrijdkrachten hebben, naar de „Tribuna" meldt, voor de zevende maal aanvallen ondernomen op doelen te land, aan de Ionische kust. Kleine torpedo-eenheden maakten openin gen in de landelijke mtjnversperringen, welke den linkerflank der Grieken moeten beschermen. Over een kuststrook van meer dan honderd kilometer namen de Italiaan sche eenheden havens en bruggen, pakhui zen, magazijnen, radiostations en stellingen onder vuur. De groote eenheden richtten haar vuur vooral op verzorgingainrichtin- gen van den vijand. De Italiaansche strijd krachten werden dóór torpedobooten be schermd tegen aanvallen van vijandelijke duikbooten. De vijandelijke afweer door geweerschoten, machinegeweren en artille rie was zeer levendig, doch veroorzaakte geen schade. De Italiaansche afdeelingen keerden, na haar taak volbracht te hebben, zonder verliezen naar haar steunpunten terug. Wilkie bij Churchill en Eden. Naar uit Londen gemeld wordt, heeft Willkie gistermiddag een bezoek gebracht aan Churchill en bij hem geluncht. Bij deze gelegenheid heeft Willkie aan Churchill een persoonlijk schrijven van Roosevelt over handigd. In den loop van den middag heeft Willkie gesproken met den minister van arbeid, Bevin, over vraagstukken betreffen de het in dienst stellen van arbeiders in de oorlogsindustrie. Volgens een Reuterbericht heeft Willkie in de Foreign Office ook een onderhoud gehad met den minister van buitenland sche zaken, Eden. GETORPEDEERD. Volgens bericht uit Miami op Florida is door het radiostation aldaar een S.O.S. op gevangen van het Britsche s.s. „Empress of Australia". Het schip meldde, dat het 200 km. van Dakar af, getorpedeerd was. De Empress of Australia meet 21.833 brt. Het schip is in 1914 gebouwd door de Vulcan Werke A. G. te Stettin en behoort toe aan de Canadian Pacific Railway Cy. Het schip is in Londen ingeschreven. Het wordt gedreven door zes stoomturbines. BRITSCH VLIEGTUIG IN IERLAND NEERGESTORT. Uit New York meldt het D.N.B.: Een Britsch vliegtuig is, naar Associated Press meldt, Vrijdagnacht in het Iersche graaf schap Donegal neergestort. Volgens een officieele mededeeling, zijn drie vliegers, die met parachutes uit het toestel sprongen, geïnterneerd. Het vierde lid der bemanning verdronk. WERKLOOZE ONDERWIJZERS IN BELGIË, Volgens berichten in de Belgische bladen zyn op het oogenblik niet minder dan 3500 onderwijzers in België zonder werk. voornaamste deel der conferentie zullen de beraadslagingen over practische maatre gelen tegen de economische crisis, welke is ontstaan door het wegvallen van de Europeesche exportmarkten, uitmaken. Men zal dan ook trachten, den goederen- ruil tusschen de La Plata-landen onder ling zooveel mogelijk op te voeren, ten einde den sterk gedaalden export naar Europa goed te maken. In de Ver. Staten beschouwt men de besprekingen tusschen de vyf Zuid Ame rikaansche staten met gemengde gevoe lens. Evenals Chili en Peru heeft de Ver. Staten e°n diplomatieken vertegenwoordi ger als waarnemer naar de besprekingen gezonden. Zullen de Ver. Staten pogen een ge meenschappelijke defensie van de Ameri kaansche staten tegen een aanval van buiten ter sprake te brengen? Het is te betwijfelen, of een dergelijke poging kans op succes zal hebben. Immers, de delegaties der La Plata-landen willen de gisteren begonnen besprekingen beperken tot eco nomische zaken. De opbrengsten der P.T.T. In November 1940. De P.T.T.-opbrengsten blijven zich in be vredigende lijn bewegen; de cijfers over November zijn; Opbrengst meer of minder dan 1939 Posterijen 3.226.504 4- 123.012 Telegrafie 53.247 527.388 Telefonie 3.025.685 300.337 Postcheque- en girodienst 868.233 -f- 107.264 Totaal 7.173.669 8.225 De lage opbrengsten der zomermaanden zullen vanzelfsprekend de jaarcijfers be ïnvloeden, zooals ook reeds blijkt uit de hieronder volgende opbrengsten over de periode Januari tot en met November: Posterijen 29.270.558' 2.322.071 Telegrafie 2.584.439 1.950.518 Telefonie 28.725.749 76.514 Postcheque- en girodienst 9.154.312 1.293.508 69.735.058 3.055.595 Totaal Een bisschoppelijk schrijven. Betreffende het nationaal-sodalisme en andere bewegingen. In een herderlijken brief, welke Zondag in de Katholieke kerken van den kansel is voorgelezen, heeft het Nederlandsche R. K. Episcopaat de vroegere kerkelijke maatre gelen tegen het liberalisme, het socialisme, het communisme en het nationaal-socialis- me gehandhaafd. Onder socialisme worden verstaan alle vormen van socialisme, wel ke in de Encycliek Quadragesimó Anno zyn veroordeeld. Omtrent de nationaal-socialistische be weging wordt in dezen brief de oorspron kelijke formule bevestigd, waarnevens wordt verklaard, dat het lidmaatschap ge woonlijk in hooge mate ongeoorloofd is. Waal, Rijn en Maas wassen nog steeds. De rivieren Maas, Waal en Rijn blyven nog voortdurend stijgen. In Nijmegen was gistermiddag bij regelmatigen was, de stand reeds tot 12.30 meter gestegen. Het water staat diep over de lage kade en kabbelt reeds tegen de huizen langs den wallekant. De dam achter de vischmarkt te Nijme gen houdt reeds een halven meter water. Het water bedreigt de ingangen van de Grootestraat en de Lage Markt, waar, by aanhoudenden was, weldra de dammen zullen moeten worden opgericht. De overzetdiensten zoowel voor auto's als voor passagiers, gingen nog regelma tig door. Men legde aan de Hooge kade aan. De aanlegsteiger in Lent moest ver plaatst worden. De uiterwaarden zyn ge deeltelijk ondergeioopen. Men verwacht nog meer was. GEVANGEN DUITSCHE VLIEGER OFFICIER ONTSNAPT. Uit Berlijn meldt het D.N.B. De New- Yorksche bladen melden in grooten op maak, dat een Duitsche vliegerofficier, die begin September in Engeland gevangen ge nomen en later naar Canada verscheept was, daar uit een transport gevangenen is gevlucht en in New York is aangekomen. Naar het D.N.B. van welingelichte Duit sche zijde verneemt, wordt de aangelegen heid door de bevoegde instanties onder zocht. Neem dadelijk 'n "AKKERTJE* (tot 4 per dag) en kruip onder de wol. Ze bekorten de ziekte, verdrijven koorts en pijnenl Het verordeningenblad bevat een besluit van den secretaris-generaal van het depar tement van financiën betreffende de be dragen van het Rijk ten behoeve van den wederopbouw en het herstel van door oor logsgeweld beschadigde goederen, toebe- hoorende aan publiekrechtelijke en daar mede gelijkgestelde lichamen. Het besluit luidt a^ Van rijkswege worden aan pro\inciën en gemeenten, met inachtneming van de volgende bepalingen, bijdragen verleend la de tütgaven tót wederopbouw "errtd™, &5SSJS. Nederlandschen hetzij van vreemden oorsprong, Z%b2ïviiedi goederen niet toebehooren «en een provincie of gemeente, doch hetwelk Ingevolge het bepaalde in artik 4 onder 2. van het besluit no. 221/1941) toesiui rnaterieele oorlogsschaden) door den se- cfetaris^generaal van het departement van finan ciën met een publiekrechtelijk lichaam ia seiUk gesteldterwij 1 de goederen geheel oTvoor .een overwegend deel met middelen van een enkele provincie of gemeente zon vervaardigd of g sticht, dan kan aan deze provincieofgemeente met inachtneming van de volgende bepalingen een bijdrage worden verleend. DÓ bijdrage wordt gesteld op bet bedrag van het schuldrestant, dat op het oogenblik. dat df schade werd toegebracht, ten laste van de provincie of de gemeente drukte OP de geheej vernietigde of waardeloos f en i. yór- (2) Voor zoover een goed gedeeltelijk is ver nietigd of waardeloos geworden, wordt de DU- drage gesteld op een evenredig doel van het SCf3)ldOndert'schuldrestant wordt verstaan het niet afgeloste gedeelte van terzake van de be schadigde goederen geslöten vaste leeningen. (4) Met schuldrestant kunnen morden geluk gesteld ten-laste van den kapitaaldienst gedane uitgaven, waarvoor nog vaste leeningen moeten W<(5deVoorSgoederen, behoorende tot de takken van dienst, bedoeld in artikel 252 der gemeente wet en artikel 116 derprovinciale wet. op wel ker waarde volgens daarvoor b0 verordening gestelde regelen wordt afgeschreven, wordt bet schuldrestant gesteld op de niet afgeschreven boekwaarde. Geen bijdrage wordt verleend, indien en voor zoover afzonderlijke, wettelijke of adm mstratifi ve regelen in de geleden schade voorzien. fn Op de bijdrage wordt in mindering ge bracht, hetgeen uit anderen hoofde zonder ver plichting tot terugbetaling of verrekening we gens de geleden scliade reeds is of nog zal wor den ontvangen, voor zoover dat d0°r ^en secre taris-generaal van het departement van Finan ciën voor zoodanigen aftrek in aanmerking woidt gebracht. Eén dergelijke aftrek vindt met plaat* voor hetgeen uit hoofde van verzekering tegen oorlogsroolest reeds is of nog zal worden ont vangen boven het totaal bedrag der bijdrage. (2) Voor de uitkeerlng uit hoofde van verze kering tegen oorlogsmolest geldt het bepaalde in artikel 18 van het besluit op de rnaterieele oorlogsschaden. De^bu'drage, vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 2 en 4 wordt vertmn- lY' indien de schade door een gemeente is ge leden, met een bedrag, gelijk aan vijf ten hon derd van de som van a) de belastingcapaclteit der gemeente, bedoeld in artikel 7 van de verordening van 28 October 1940 (Nederlandsche Staatscourant no. 215), over het boekingstijdvak 1938/39, b) de uitkeering uit het gemeentefonds, be: doeld In artikel 8, letter c. der wet van 15 Juli 1929 (Staatsblad no. 388), sedert gewijzigd, over het uitkeeringsjaar 1938/1939 en c) de gemiddelde winstuitkeeringen van de gemeentelijke electriciteits-, gas- en ■waterlei dingsbedrijven over de jaren 1936, 1931 en 1938, vermeerderd met de winstvervangende uitkee- ringen en verminderd met de nadeelige saldi, vastgesteld overeenkomstig de door het centraal bureau voor de statistiek verstrekte cijfers. 2) Indien de schade door een provincie is geleden, met een bedrag, gelijk aan vijf ten hon derd van de som van a) de opbrengst van de opcenten op s Rijks directe belastingen, zooals de provincie deze ten hoogste kan heffen krachtens het bepaalde in de artikelen 126ter en 126quinquis der provin ciale wet, over het boekingstijdvak 1938/1939 en b) de uitkeering over het jaar 1939 van het Rijk ingevolge artikel 72 der wet van 17 Juni 1905 (Staatsblad no. 210). tl) In bijzondere gevallen kan de bijdrage, in afwijking van het bepaalde in de artikelen 2, 4 en 5. met toepassing van andere maatstaven worden vastgesteld. (2) Met name kan aan een provincie of ge meente. welke als gevolg van de uitgaven tot wederopbouw, welke te haren laste blijven, in bijzondere financieele moeilijkheden zou gera ken. een buitengewone bijdrage worden toe-: gekend. Art 7. Aan do toekenning, der bijdragen kunnen voorwaarden worden verbonden, in het bijzon der met ti.trekking tot de beftedlng der bUdra- gen ten behoeve van den wederopbouw. (l^ Aan andere publiekrechtelijke lichamen en aan lichamen, welke daarmede ingevolge net bepaalde m artikel 1. lid 4. onder 2. van het besluit op de rnaterieele oorlogsschaden zUn gelijkgesteld, doch voor welke ten behoeve van den wederopbouw en het herstel hunner &ocd«- ren geen bijdrage ingevolge het bepaalde ln ar tikel 1, lid 2, wordt verleend, kan door den secretaris-generaal van het d5Pajtement v t Financiën bij voor ieder geval afzonderlijk te nemen beschikking een bijdrage worden vei- leend m de ln artikel 1 bedoelde uitgaven. (2) Artikel 4 is van toepassing. tu" Verzoeken tot toekenning van bijdragen op grond van dit besluit worden door tuaschcn- komst van de rijkscommissie van ad^cs bijdragen wederopbouw publiekrechtelijke licha men ingediend bij den secretaris-generaal van het departement van Financien. Deze steltvoor verzoeken tot toekenning van budragen, bedoeld ln artikel 2. een model vast. (2) De rijkscommissie van advies inzake bij dragen wederopbouw publiekrechtelijke llc"a" men brengt zoo spoedig mogelijk advies uit aan den secretaris-generaal van het departement van Financiën. (3) De secretaris-generaal van het departe- ment van «nandën «telt de bijdragen n dl eventueel6 daaraan te verbinden voorwaaroen vast. (1) Een bijdrage wordt slechts toegekend, in dien het verzoek daartoe binnen twee maanden na het toebrengen der schade of, indien ae schade is toegebracht vóór het in werking tre den van dit besluit, binnen twee maanden na het in werking treden by de rijkscommissie van advies inzake bijdragen wederopbouw publiek rechtelijke lichamen is Ingezonden. Het boven staande is niet van toepassing op de bijdrage, bedoeld in artikel 6, tweede lid. 2) In bijzondere gevallen kan door den secre taris-generaal van het departement van Finan ciën verlenging van deze termijnen worden toe gestaan Art 11. (1) Aan provinciën en gemeenten, welke een verzoek tot toekenning van bijdragen hebben ingezonden, kunnen op haar aanvrage voorloo- pige uitkeeringen worden gedaan. Aan deze uit keering kunnen voorwaarden worden verbonden. (2) Een zoodanig verzoek wordt door tusschen- komst van de rijkscommissie van advies inzake bijdragen wederopbouw publiekrechtelijke licha men aan den secretaris-generaal van het depar tement van Financiën gericht. (3) In bijzondere gevallen kan een voorloopige uitkeering worden gedaan vóór de Inzending van het verzoek tot toekenning der bijdrage. (4). Het bedrag der voorloopige uitkeering wórdt bepaald door den secretaris-generaal van het departement van Financiën. Art. 12. (1) Dit besluit treedt in werking op den dag zijner afkondiging. (2) Het wordt aangehaald onder den titel „Besluit bijdragen wederopbouw publiekrechte lijke lichamen". DE GERUCHTEN OVER ONLUSTEN IN MILAAN EN TURIJN. VERKLARING VAN BEVOEGDE ITALIAANSCHE ZUDE. Uit Rome meldt het D.N.B. Ten aanzien van de reeds Zondagavond tegengesproken fantasieën der Engelsche propaganda over beweerde onlusten in Milaan, Turijn enz., is van bevoegde Italiaansche zyde aan bui tenlandsche journalisten verklaard, dat elke journalist in staat is zich van de on juistheid dezer geruchten te overtuigen, die als een geheimzinnig slagwoord door de Engelsche propaganda en de Amerikaan sche bladen verspreid zyn. Terecht zyn deze geruchten reeds door verscheidene buiten landsche journalisten gedementeerd. Het is bepaald belachelijk, wanneer de Engelsche radio beweert, dat Duitsche troepen tot handhaving van de orde in Milaan moesten optreden. In dit verband kan worden vast gesteld, dat zich, „behalve het Duitsche vliegercorps geen Duitsche troepen in Ita lië bevinden". De kwaadwillige fantasieën der Engel sche pers werden Maandagmiddag door het Italiaansche persbureau Stefani gepubli ceerd met de ironische toevoeging „Voor het geval, de bewoners van Milaan en Tu- ryn van de gebeurtenissen in hun steden riet op de hoogde zouden zijn". SCH00NDIJKE. Abonnementen en advertenties voor de Provinciale Zeeuwcche Courant worden aangenomen door den Agent. JAC. DEUNINCK, Damstraat 15. 2) Gwynne kreeg heel even een kleurtje toen ze haar aandacht weer op den jongen man naast haar richtte. En terwijl hy den wagen door de stille straat tuurde, zag hy dat kleurtje komen en verdwijnen op winding over het aanstaande reisje, meende hy. „Al eens eerder een zeereisje gemaakt vroeg hy. „Nog nooit", antwoordde het meisje lachend. „Nog nooit verder gebracht, dan met de veerboot naar Oakland en terug naar San Francisco. Dat is al wat ik aan land- en zeereizen gemaakt heb. Ik kan me nauweiyks voorstellen, dat ik nu een echte zeereis ga maken. Myn nicht Inez beweert, dat ze een verpleegster noodig heeft, maar omdat ik nog pas leerling- verpleegster ben, klinkt dit nog al onwaar schynlykdat ze my daarvoor zou uit kiezen bedoel iK." „Misschien voelt mevrouw Rogers, dat ze meer zal hebben aan opwekkend ge zelschap, dan aan vakkundige verpleging", antwoordde hij glimlachend. „Dat is met zenuwachtige menschen vaak het geval." Er lag duidelijk een complimentje in opgesloten. En in den blink, haar door hem toegeworpen, ontdekte ze een duidelijke bewondering. Gwynne dacht echter voorna- meüjk na over den naam, waarmee hy haar nicht genoemd had. Hy kon wel niet by- zonder goed met de Maitlands bekend zyn, vond ze, anders zou hij geweten hebben, dat Inez zich niet „mevrouw Rogers", doch „juffrouw Maitland" liet noemen. Ze was er benieuwd naar, of hy ook mee op reis ging. In het korte briefje, door Inez gezonden, had ze geschreven, dat mynheer Robin Lee, van de Maitland Im port Company, Gwynne aan het zieken huis zou komen afhalen om haar naar het jacht te brengen. Het was dus best mogelyk, dat hy, on danks zyn wit flanellen broek en zeilpet, toch niet by 't reisgezelschap behoorde. Die gedachte bezorgde haar een heel klein schokje. Hy was zoo innemend! Ze voelde zich al zoo geheel op haar gemak by dien jongen man, die zijn vriendelijke oogen nauwelijks van haar afwendde. „Is het een groot gezelschap?" vroeg ze. „Ik heb nog niet gehoord, wie er mee gaan. Ik weet nog nergens van af." „Neen, het is, gezien de grootte van het schip, slechts een klein gezelschap. Be halve den kapitein en de bemanning heb ben we mijnheer en mevrouw Maitland, mevrouw Rogers, dr. Julian Faust, den huisdokter en tevens huisvriend, u en mezelf. We zouden gemakkelijk twintig passagiers kunnen herbergen. Maar Am brose vond het beter, met het oog op den toestand van zyn dochter, het gezelschap klein te houden." Hy kende hen dus wèl intiemHy noemde haar vry bejaarden achterneef by zyn voornaam. Maar het voornaamste was, dat h y meeging. Gwynne voelde zich een beetje beschaamd erover, dat ze daarom zoo in haar schik was. Wat dwaas en kinderachtig toch, zich zoo opgetogen te voelen over het vooruitzicht, drie maan den in gezelschap te zynvan een man, dien ze een half uur geleden nog niet kende „Ik heb de vrouw van myn neef Ambrose nog nooit gezien", babbelde ze verder, om Aet gesprek aan den gang te houden. „Als ze in het ziekenhuis op bezoek kwam, had ik nooit dienst. Maar de andere zusters zeggen, dat ze een buitengewoon mooie vrouw is. Ik vind het soms zoo'n grappig idee, dat myn vry bejaarde neef nog ge trouwd is meteen meisje." „Nou, zoo moet u haar toch niet noe men, dunkt me", grinnikte Robin Lee. „U moet weten, dat zy mijn tante is en aangezien ik haar dus heel myn leven gekend heb, zou ik moeilyk „een meisje" in haar kunnen zien. Maar dat neemt niet weg, dat tante Meg een schat is en ik weet zeker, dat u haar graag zult mogen lyden. Dat doet trouwens iedereen." Dit bracht Gwynne een poosje tot zwij gen. Wat wist ze toch weinig van haar verwanten af! Ze voelde zich by na een vreemde in de familiegroep, waarin ze zou komen te verkeeren. Het eenige, wat ze had hooren vertellen, was, dat neef Am brose met een rylce weduwe getrouwd was, jaren jonger dan liyzelf, maar verder was ze vrywel een vreemde voor haar. Ze wierp een zydelingschen blik op Ro bin Lee, toen deze zich wat voorover boog, om tegen den chauffeur te zeggen, dat hy een stillere straat moest inslaan. Ze bestudeerde zyn scherp besneden gelaat. Wat had hy een prachtigen, rechten neus! 'n Neus was zoo'n belangryk deel van het gezicht, vond Gwynne. Ze had altyd een beetje hekel aan haar eigen wipneusje. En zyn breede, vierkante kin, zyn mooi- gevormde mond, zelfs de onregelmatige manier waarop zyn haren langs zyn sla pen groeiden, was in haar oogen iets vol maakts. Robin Lee! 'n Fyne naam! Ze dacht aan een oud liedje, dat ze haar moe der vaak had hooren zingen. Onwillekeu rig kwamen de woorden haar in gedachten. Waar zyn de vreugde en vrooiykheid, Die het leven een hemel op aarde maakten? Och, met jou zyn ze weggevlucht, Robin Adair! Voor de anderen mocht hy Robin Lee heeten, zy zou altyd aan hem denken als aan dien Robin Adair van dat oude liedje. Hij wendde zich op dat oogenblik juist naar haar om en zag, hoe er weer een blos naar haar wangen steeg. En die zrui- ne oogen keken een beetje schuchter en verlegen en vingen zyn blik niet meer zoo onbevangen op. Robin's pols begon sneller te slaan. Wat was ze toch een schatje, dat „rustige schepseltje" uit de beschry- ving van Inez Maitland! Ze waren aan de werf gekomen en hiel den daar stil. Robin gooide het portier aan zyn kant open. „Ziezoo, we zijn er", kondigde hy vijo- lyk aan. „Van hieruit hebt u een prach tig gezicht op uw toekomstig tehuis!" Hy wees naar zee. „Prachtboot, vindt u niet? Kunt u den naam lezen Nog al poëtisch „De Droom"." Gwynne staarde over het water heen naar een slank, wit schip, dat ln de avondzon glansde„De Droom". Een ding van vorsteiyke schoon heid, waarop ze vele, heerlyke dagen en nachten zou wonen, door het stille water glyden, of stoppen in tropische vreemde havens, tot ze eindelyk in New-York zou den aanlanden! En hy altyd dicht by haar! Robin Lee...... Robin Adair! Geen wonder, dat een rilling van ver rukking door haar heenvoer, toen hy zyn arm door de hare stak en haar naar een wachtende sloep geleidde. n. Aan boord. Verscheidene personen bevonden zich aan dek, toen Robin met Gwynne aan boord kwam. Maitland zelf, een gezette, blo zende man met dun, grys haar, dat slechts spaarzaam zyn schedel bedekte, kwam naar voren, om het meisje te begroeten. Ze had altijd veel op gehad met haar groo ten, blufferigen neef Ambrose, wiens har- telykheid voor haar moeder, die weduwe was, hem een plaatsje had bezorgd in GWynnes hart van jongsaf. Hij stak zyn groote hand uit en omvatte de hare in een warmen handdruk. Zyn zware stem daverde over het dek. „Zoo, ben je daar eindelyk? En zoo frisch als een bloemetje ook! Wat lijk je sprekend op je moeder, lieve kind, toen ze dertig jaar jonger was dan altyd. Kom hier, laat me je aan m'n vrouw voorstel lenMargaret, dit Is nu Gwynne Ca meron, het nichtje, waarover ik het zoo vaak gehad heb. Aardige meid, wat?" En met die woorden bracht hy haar bij een slanke, welverzorgde vrouw, die op haar gemak in een dekstoel lag. Met haar blauwe, loome oogen bekeek ze Gwynne achteloos. Traag hief ze hsar hand op en raakte even de vingers van het meisje aan. „Iedereen, die nog geen veertig is, be schouwt Ambrose als een kind," zei me vrouw Maitland met een glimlachje. „Ik had eigenlyk gedacht, dat je een min, klein ding was, niet zoo'n volwassen jonge dame. Ik hoop maar, dat je niet venvacht, een gezellig reisje te zullen hebben, lieve. Ik ben er volkomen op voorbereid, me Jood te vervelen. Mijn man heeft bezwaar tegen „zoo'n heele bende", wat zyn vriendelijk ste benaming voor een troepje vrienden schynt te zijn, en daarom zijn we maar met een klein gezelschap." „O, maar voor my kan het niet anders dan heerlijk zijn," riep Gwynne uit ,.lk weet zeker, dat ik van elke minuut op 'dit prachtige schip genieten zal!" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5