PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Vrijdag 24 Januari 1941 De voedselvoorziening. Ruilverkaveling van den Kruininger en Nieuw Olzendepolder. Ttveede blad Kroniek van den dag Strubbeling In Roemenië. Afgaande op de spaarzame berichten, welke over de gebeurtenissen in Roemenië binnenkomen, is de situatie er nog niet geheel en al opgeklaard. De moord op den Dultschen majoor Döring moge oogen- JchtjnWk 0p zich zelf staande gebeur tenis zijn, het feit, dat de minister van binnenlandsche zaken tengevolge hiervan moest aftreden, schijnt er op te wijzen, dat de verlossende gedachte waarvan generaal Antonescu de groote drager mag worden genoemd, nog niet tot alle Roemenen is doorgedrongen. De minister van binnen landsche zaken wordt verantwoordelijk ge steld, niet slechts voor dezen aanslag, hij 6chijnt ook te moeten worden beschouwd als de man, die aansprakelijk is voor het voortbroeien van een verzet bij zekere groepen van de Roemeensche bevolking. De moord op den Duitschen majoor was van dit ondergrondsche verzet een uitvloeisel. Daardoor is bovendien weer de aandacht gevestigd op de verhoudingen in het Bal kanbekken. Het grootste gedeelte van dit gebied, van ouds broeinest van intrige en kuiperij, heeft officieel gebroken met het verleden. Dat verleden was vastgeklonken aan de vredesverdragen, die na den vorigen oorlog dit gansche gebied, wat zijn natuur lijke gesteldheid, zijn aardrijkskundige en ethnologische geaardheidbetreft uiteen heb ben gerafeld. Die vredesverdragen hebben op den Balkan niet de zoo hoog noodige harmonie gebracht, waardoor het zich vol ledig op zijn continentale belangen had moeten bezinnen. De Balkan is het verlengstuk van de Britsch-Fransche politiek geworden en zoo wel Londen als Parijs hebben in deze con structie het uitsluitende middel gezien, om hun in het Versaillesverdrag verankerde en tegen de wederopstanding van Duitschland gerichte doelstellingen te verwezenlijken. Hieraan heeft de Orts-politiek van het Derde Rijk getracht een einde te maken. Wanneer we het diplomatieke spel der laatste jaren overzien, dan valt te consta- teeren, dat alles wat wij in dien jijd aan schokkende gebeurtenissen hebben beleefd zijn grond vond in het intrigenspel van de beheersching van den Balkan en deszelfs grondstoffen. Het was dan ook geen won» der, dat het optreden van Berlijn tegenovei Praag zoowel te Londen als te Parijs groote verontwaardiging en bezorgdheid wekte. Vooral bezorgdheid, omdat hier een proces in gang werd gezet, dat tenslotte het Britsch-Fransche Balkanbohverk tot ineenstorting moest ondergraven. De gebeurtenissen der laatste jaren stonden zeker niet op zichzelf, gelijk in alles, wat Hitier sindsdien heeft onderno men een vaste lijn, een zorgvuldig bere kend systeem valt te onderkennen. Eerst na jaren zal men den onderlingen en onver- brekelijken samenhang der gebeurtenissen welke wij samenvatten onder het begrip den oorlog van 1939 en volgende jaren, duidelijk kunnen zien. Reeds thans valt in groote trekken deze lijn te zien. Ongetwijfeld kent ook de Britsche poli tiek een zoodanig systeem, al heeft dat systeem dan wellicht den invloed onder gaan van voorvallen, waarop de Britsche regeerders niet hadden gerekend. Want nog steeds blijft de vraag onbeantwoord, of zij de Duitsche plannen hebben doorzien, of zy ook de beteekenis der as-verbondenheid op juiste waarde hebben geschat en of zij hun politiek wel voldoende hebben afgestemd op de realiteitde as Rome-Berlijn. De tastbare feiten, de ontwikkeling der krijgsbedrijven, schijnen op deze vragen een negatief antwoord te geven. Gelijk ook München in feite een misrekening was. De spil Rome-Berlijn was geen fictie, maar een harde, een zeer harde werkelijkheid. De geschiedenis zal den achtergrond van het geheele gebeuren onthullen en ook dc overleggingen en overwegingen van alle medespelers openbaren. Voor het oogenblik valt slechts te con- stateeren, dat Duitschland en Italië met onverbiddelijke vastberadenheid hun doel stellingen willen verwezenlijken, hun strijd tegen het Britsche eiland, hun asperaties tevens in de Middellandsche Zee, in Afrika en in Griekenland. Ook hun Balkanpolitiek heeft een zooda nige vastberadenheid gedemonstreerd en ten overvloede heeft de jongste ontmoeting tusschen Hilter en Mussolini de innige ver bondenheid der beide landen onderstreept, om maar niet te spreken van de beteekenis van de Duitsch-Russische handelsovereen komst. De spil marcheert op tegen Engeland, ook in het Balkanbekken. En in dit sta dium van den strijd openbaart Engeland zijn vastberadenheid. In verband met den jongsten aanslag in Boekarest is het van beteekenis daarop de aandacht te vestigen. Deze moord staat niet op zichzelf, hij schijnt veeleer sympto matisch voor de verhoudingen van het oogenblik op den Balkan. Zulks valt ook af te leiden uit de antecedenten van den moordenaar, waaromtrent het D.N.B. het een en ander heeft medegedeeld. Deze moordenaar schijnt een typisch vertegenwoordiger van het samenzweer- dersgilde, dat op den Balkan zoo dicht ge zaaid is. Een passenvervalscher en tegelijk een man met vérstrekkende internationale connecties. Het spoor leidt naar het schijnt wederom naar den Britschen Geheimen Dienst, die daarmede blijk geeft, dat Lon den den petroleumslag nog niet gewonnen heeft gegeven. Engeland heeft zijn agenten blijkbaar ook nog in het Balkanbekken, getuige wel de mislukte ontvluchtingspoging van Beek en de geslaagde dito van Smigly Rydz. Dat hierbij ook de onderlinge betrekkingen van de Balkanstaten in het geding zijn, is wel aannemelijk, doch voor het oogenblik valt het accent vooral op Roemenië, waar ge neraal Antonescu, blijkens het ontslag aan den minister van binnenlandsche zaken, waarschijnlijk ook in hooge regeerings- kringen bepaalde weerstanden heeft te overwinnen, welke zich mogelijk kunnen verzetten tegen een actieve medewerking aan het Europeesche ordeningsplan van Rome en Berlijn. Het actieve dier meewerking Is voor- loopig slechts gelegen in het economische, maar gelet op de ontwikkeling der ge meenschappelijke Duitsch-ltaliaansche ope raties in het Middellandsche Zee-bekken Een beroep op de Nederlandsche bevolking. Van bevoegde Duitsche zijde Is op de gisteren gehouden persconferentie te 's-Gravenhage ten aanzien der voedsel voorziening van ons land principieel het volgende verklaard „Als in Nederland de verzorging inzake sommige levensmiddelen, bijv. boter en vleesch, tijdelijk nog niet zoo goed als in Duitschland verloopt, vindt dit ten deele zijn oorzaak hierin, dat de organisatori sche onderbouw nog niet zoo goed functionneert als in het Duitsche buur land. Daar kan ieder op zijn bonnen ook de desbetreffende levensmiddelen volop verkrijgen. Voorts heeft men bj den op bouw van het verzorgingsapparaat in Duitschland een voorbereiding van vele jaren en de inmiddels reeds verkregen ervaringen zich ten nutte kunnen maken, wat in Nederland niet het geval is. Wegens de korte voorbereidingsperiode kan de voedselvoorziening in Nederland organisa torisch derhalve nog niet zoo precies ver- loopen als in het Duitsche rijk. Aan de vervolmaking van het distributieapparaat wordt echter voortdurend gewerkt, en er mag op gerekend worden, dat binnenkort ook in Nederland de organisatorische op bouw zoo sterk mogelijk met dien in het rijk op gelijken voet zal komen. Dat tijdelijk bovengenoemde moeilijk heden zijn ontstaan, ligt echter grooten- deels aan den ontbrekenden goeden wil en aan het minder juiste begrip der Ne derlandsche bevolking ten aanzien van de noodzakelijke maatregelen. De practijk toont, dat vooral de goede houding als staatsburger en het algemeene inzicht ontbreken, om bij doorvoering van voor het levensbestaan gewichtige maatregelen het volk als geheel tot de vanzelfspreken de medewerking te bewegen. Door deze onverstandige handelswijze schaadt het Nederlandsche volk zichzelf, want daar mee brengt het de rechtmatige verdeeling in het eigen land en vooral eigen bevolking in gevaar. Het gevolg daarvan is, dat de materieel beter gesitueerde kringen zich van al het noodige voorzien kunnen, ter wijl de financieele zwakkere kringen kun nen toezien. Op deze wijze werd een vol komen onsociale toestand geschapen, welken de Duitsche autoriteiten op den duur niet langer kunnen dulden. In deze richting liggen de reeds tegen het ham steren en tegen den pryswoeker gerichte bepalingen, die de Duitsche autoriteiten met allen nadruk tot doorvoering willen brengen. Wanneer men ten slotte schynt te mee- nen, dat eventueele verschijnselen van schaarschte de Duitschers in Nederland zou kunnen schaden, is dit geheel en al verkeerd gezien. De toereikende verzor ging van Nederland is verzekerd en dat wat door de Duitsche Instanties en door de Duitsche weermacht gebruikt wordt, ware zonder moeilijkheden te verschaffen. Hierbij wordt alleen nogmaals een drin gend beroep op de houding der Nederland sche bevolking gedaan omrekening te houden met de door den oorlog veroor zaakte omstandigheden. SAMENWERKING VAN DE ORGANISATIES VAN BEDRIJFS- PLUIMVEEHOUDERS. De besturen van de N.P.F. en A.N.P.V. resp. de Nederlandsche federatie van ver- eenigingen van bedrijfspluimveehouders en de Algemeene Nederlandsche Pluimveeteelt Vereeniging, deelen mede, dat zij, in af wachting van het resultaat van nadere be sprekingen tusschen beide organisaties, hebben besloten alle gemeenschappelijke belangen van hun leden gezamenlijk te be hartigen. Fransche gemeenteraden ontbonden. Het werk van den wederopbouw gesaboteerd. Het Fransche ministerie van binnenland sche zaken heeft een verordening uitge vaardigd, waarbij meer dan zestig gemeen teraden ontbonden worden. Een bijna even groot aantal burgemeesters, plaatsvervan gende burgemeesters, wethouders en raads leden wordt van hun functie ontheven. De ontbindingsbesluiten worden grootendeels hierdoor verklaard, dat de betrokken licha men en personen het werk van den nationa- len wederopbouw saboteerden. behoeft het geenszins tot de onmogelijk heden te worden gerekend, dat deze mili taire coördinatie zich ook zal gaan uitstrek ken tot Griekenland en Albanië. Dat daarbij de positie van den Balkan in het geding zal worden gebracht ligt vrijwel voor de hand, doch vooralsnog is het voor barig zich te dien aanzien in bespiegelingen en voorspellingen te begeven. Reeds vroeger is er de aandacht op gevestigd, dat een betrekken van den Balkan in de oorlogs- zóne tal van problemen oproept, waarvan de beteekenis en de draagwijdte niet valt te overzien, zoolang de onderlinge betrekkingen en de algemeene verhoudin gen niet nauwkeurig zijn afgebakend. Men denke daartoe slechts aan Yoego-Slavië, aan Turkije en zijn relatie tot Bulgarije, welke weliswaar door verdragsbepalingen is geregeld, maar die toch aanleiding kan z\jn tot velerlei verwikkelingen, terwijl het bovendien de vraag is, hoe Moskou zou re- ageeren, wanneer Turkije mogelijk zou trachten in de Balkanordening zijn woordje mede te spreken. Te vroeg voor voorspellingen. Hoe dit alles ook zij, in Engeland schijnt men de mogelijkheid van bepaalde verwikkelingen niet uit het oog te verliezen. De Britsche Geheime Dienst speelt in Roemenië thans weder eenige troeven uit en hij zal er zeker op uit zijn, dit vuurtje aan te wak keren tot een formeelen petroleumbrand. De krachtige afweermaatregelen van An tonescu schijnen echter wel zoo doeltref fend te zijn, dat Roemenië er in samen werking met Duitschland in zal slagen, dit gevaar, zoo het inderdaad mocht be staan, afdoende te bezweren. Hoe „Oost en West" Indische jongelui helpt. Ongeveer anderhalf Jaar geleden kwa men zestig Indische Jongelui voor hun op leiding als matroos bij de Koninklijke Ma rine naar Nederland. Een maand voor het einde van hun opleiding brak de oorlog uit en de zestig matrozen werden te V1 i s- singen uiteen gedreven. Van negenen veertig hunner heeft men sindsdien niets meer gehoord. De overigen troffen elkaar na omzwervingen door het Zuidelijke deel van Nederland in Den Haag. Door de demobilisatie werden zij dakloos, daar zij door de aangegane verbintenis in Indië thuishoorden en niet bij den Opbouwdienst aangenomen konden worden. Wat te doen? Zij wendden zich tot de vereeni ging „Oost en West" en deze verschafte raad. Vooral door de bemoeiingen van den heer van Geest, thans leider van het Internaat Indische Matrozen, die kort geleden rapport uitbracht over het werk, dat „Oost en West" voor de Indische jongens heeft gedaan, werd er een goe de oplossing gevonden. Men zou te begin nen met 1 September 1940 de matrozen een cursus laten volgen met een leerplan, dat voldeed aan de eischen voor het examen Stuurman Indische Kleine Vaart. Dit diplo ma geeft recht om als stuurman te varen op kleine booten door de geheele Archipel. Na practische ervaring opgedaan te heb ben kan de bezitter van het diploma bevel voeren op een zeesleepboot en ook bestaat er kans op plaatsing bij het loodswezen in Nederlandsch-Indië. De cursus zal onge veer een jaar duren. De geschikte onderwijskrachten werden gevonden en in dienst genomen. De heer Gh. H. Sleebos, werd op het motor-zeil schip „Prins Hendrik", dat men tot zijn beschikking kreeg en dat dienst doet als woon- en oefenschip, aangesteld als boots- man-leeraar. De benoodigde leermiddelen werden door de gemeente Amsterdam in bruikleen gegeven. Voor den eigenlijken cursus begon, wer den de jongens onderricht in het Ne- derlandsch, de aardrijkskunde e.d. en werd er bij mooi weer gezwommen en geroeid. Voor September maakten zij ook nog een oefenreis van een paar weken op het IJselmeer. Nu is de „Prins Hendrik" als tehuis voor de Indische jongemannen ingericht. Zij eten, slapen en studëeren er gezamen lijk, alles onder de voortreffelijke leiding van den heer Sleebos, die, zelf een Indisch man, zijn pupillen uitstekend verstaat. De vereeniging „Oost en West" heeft door het instellen van dezen cursus aan elf jongelui, die ver van huis zijn, een thuis gegeven en werk, waarin toekomst zit. Dat er bijzonder goed voor hen gezorgd wordt, blijkt wel uit het feit, dat de jon gens de Kerstdagen bij verschillende fami lies hebben doorgebracht en zoodoende het Kerstfeest in een huiselijken kring konden vieren. Arbeidsbemiddeling terzake van ziekenverpleging en kraamverzorging. De directeur van het rijksarbeidsbureau heeft aan den directeur der districtsarbeids beurzen medegedeeld, dat de organen der openbare arbeidsbemiddeling in het ver volg voor beroepen betreffende zieken verpleging en kraamverzorging slechts de volgende personen als werkzoekenden mo gen inschrijven en als zoodanig mogen be middelen: Ziekenverpleging. Uitsluitend personen, die in het bezit zijn van: a. een diploma a, uitgereikt krachtens het bepaalde in de wet van den 2den Mei 1921 tot wettelijke bescherming van het diploma voor ziekenverpleging (Staats blad no. 702); b. een diploma voor gewone ziekenver pleging, dat krachtens het bepaalde in de artikelen 5 en 8 van genoemde wet gelijk gesteld is met het onder a bedoelde di ploma. Kraamverzorging. Uitsluitend personen, die in het bezit zijn van: a. een diploma, als hierboven genoemd, waarop de aanteekening voor kraamver- pleging is geplaatst; b. een diploma voor kraamverzorgster of voor baker van de commissie inzake kraamhulp; e. een diploma voor kraamverzorgster of voor baker, voorzien van een stempel van het staatstoezicht op de volksgezond heid. Verpleging van zenuwzieken en krank zinnigen. Uitsluitend personen, die in het bezit zyn van: a. een diploma b. uitgereikt krachtens het bepaalde in de wet van den 2den Mei 1921 tot wettelijke bescherming van het diploma voor ziekenverpleging (staatsblad no. 702); b. een diploma voor de verpleging van zenuwzieken en krankzinnigen, dat krach tens het bepaalde in de artikelen 5 en 8 van genoemde wet gelijkgesteld is met genoemd diploma. Melden zich personen om werk, die aan deze eischen niet voldoen, dan mogen de directeuren wel bemiddelen, doch n i e t in een van de genoemde beroepen. Dan kan b.v. bemiddeling als „verzorger van hulp behoevenden" plaats vinden. HUWELIJKSZWENDELAAR IN VLIEGERUNIFORM. Nya Dagligt Allehanda meldt uit Londen, dat men een Engelschen huwelykszwende- laar, een zekeren Henry Dew, achterhaald heeft door het feit, dat hij aan een Brit schen vliegeruniform een verkeerd gedra gen ordelint droeg. Hij gaf voor, een der beste vliegers van Engeland te zijn, hoewel hij nooit in zijn leven had gevlogen en op de foto's die hij weggaf stond hij in den uni form van divisiechef der Britsche lucht macht. Een zijner „verloofden" toonde eens de foto aan een werkelijken vliegerofficier, die terstond bemerkte, dat het ordelint verkeerd was aangebracht. Hij waarschuw de de politie, die den zwendelaar arresteer de. Deze bekende, dat hij reeds negen jaar lang zich tegenover zijn dameskennissen als vliegerofficier had voorgedaan. De voorloopige plannen worden zeer binnenkort aan Ingelanden voorgelegd. Sinds haar oprichting, het jaar 1888, voert de Nederlandsche Heidemaatschappij een vreedzamen, maar taaien strijd voor de verhooging van de productiviteit van den vaderlandschen bodem. Duizenden hectaren grond werden sinds dien ontgonnen, herontgonnen of de ont watering ervan werd vefbeterd .terwijl de gebieden ontsloten werden door den aanleg van wegen. Gedurende de laatste jaren wordt ruilverkaveling steeds meer het mid del om deze cultuurtechnische verbeterin gen tot stand te brengen, omdat hieronder niet alleen wordt verstaan een herver kaveling der dikwijls verspreid liggende perceelen, maar ook de aanleg van we gen en de ontwatering, terwijl direct de ontginning hierop aansluit. Men verkrijgt hierdoor verhoogde op brengsten ter grootte van 10 20 pet., afhankelijk van de reeds bestaande pro ductiviteit van de betrokken gebieden. Be denkt men, dat ruw geschat 5 600.000 ha. van ons land nog wachten op ruilver kaveling, dan Leteekent uitvoering van deze werken hetzelfde als een landaanwinst van plm. 100.000 ha. of een oppervlakte van vijfmaal de grootte van den Wierin- germeerpolder. Ook onder de huidige omstandigheden wordt het werk met kracht voortgezet, waardoor niet alleen vele handen werk vinden, maar waardoor tevens een nood zakelijk werk wordt verricht in het be lang onzer landbouwende bevolking en daarmede van ons geheele volk. RUILVERKAVELING OP ZUID-BEVELAND. Tot deze werken behoort o.a. de ruil verkaveling van den Kruininger en den Nieuw Olzende polder op Zuid-Beveland, waarvan de voorloopige plannen van we gen en waterloopen zeer binnenkort aan de ingelanden voorgelegd zullen worden. Hier is de oorlog aanleiding geweest tot de noodzaak een plan op te stellen voor verbetering. Zooals vrij algemeen bekend mag worden verondersteld is dit ge bied gedurende de internationale spanning vóór den oorlog geinundeerd met zout wa ter waardoor de grond voor geruimen tijd bedorven is. Na den oorlog deed zich derhalve direct de vraag voor wat er met de betrokken gronden zou moeten geschieden. De grond was nog steeds ter beschikking van de militaire overheid. Allereerst moest het water zoo gauw mogelijk uit de polders. De gronden werden in beheer gegeven aan het bureau ontruiming, als wiens verte genwoordiger de provinciale voedselcom- missaris in Zeeland optreedt. Zonder diens toestemming mag geen enkele bewerking geschieden, aangezien b.v. diep spitten of ploegen van groot nadeel kan zijn voor de structuur van den grond. Nu is de verkaveling, het wegennet en de ontwatering in den Kruininger polder verre van ideaal. De periode, dat noodge* dwongen de grond niet te exploiteeren is* kan nu gebruikt worden voor een verbe tering van dit alles door middel van ruil verkaveling. Er was reeds een nieuw gemaal in aanbouw, doch het bochtig verloop en de groote lengte van de waterleidingen zou den oorzaak zijn, dat niet het volle profijt van dit fraaie kunstwerk zou kunnen wor den verkregen. De cultuurtechnische dienst ontving van den directeur-generaal van de voedselvoor ziening het verzoek de ruilverkaveling te bevorderen en werden onverwijld maat regelen genomen, waarbij de Ned. Heide Mij opdracht werd gegeven de opname te verrichten. Met de ruilverkaveling wordt nu de toevoer van het water naar het gemaal veel beter. Het spreekt vanzelf, dat de uitvoering van deze werken veel geld kost. De eigenaren hebben echter een vordering op het rijk wegens inundatieschade. De uit voering der ruilverkaveling bedoelt nu den boer de door hem geleden schade te ver goeden op een wijze, die ook in de toe komst voordeelen zal blijven afwerpen* doordat nu goede wegen en een afdoende ontwatering tot stand gebracht worden* in zoodanig verband, dat iedere eigenaar zijn gronden kan bereiken via een weg, dat hij een behoorlijke afwatering heeft en dat zijn kavels economisch van vorm en afmeting zijn, wat op het oogenblik in velerlei opzicht te wenschen overlaat. Binnenkort zullen de eigenaren zich over de plannen kunnen uitspreken. Een voordeel is ook, dat het werk aan de betrokken streek eenige jaren werk zal geven. Inmiddels wordt vanzelfsprekend ook getracht den grond weer op peil te brengen, al zal het nog wel jaren duren voor zij weer als van ouds is. De bijzondere omstandigheden zijn hier dus oorzaak, dat een groot gebied van circa 1500 ha., dat grootendeels als goed bouwland en als boomgaard geëxploiteerd werd, een blijvende verbetering kan onder gaan, want by een intensieve beoefening van den land- en tuinbouw als in den pol der Kruiningen plaats had, zal men onder normale omstandigheden niet zoo licht tot een ruilverkaveling overgaan. TREILER OP WRAK LEK GESTOOTEN. DERTIEN OMVARENDEN OMGEKOMEN. Ter hoogte van de haven van Boston heeft zich Dinsdagavond, volgens S.P.T., een drama afgespeeld, waarbij 13 zeelieden het leven verloren. Een treilér van een der grootste reede- rijen keerde na twee weken afwezigheid huiswaarts, toen het schip in Massachus- sets Bay in het gezicht van de haven lichten, op een wrak stootte en kapseisde. Vermoedelijk is de kiel daarbij over de geheele lengte opengescheurd.- De treiler zonk althans zoo snel, dat de uit 22 kop pen bestaande bemanning geen kans meer zag in de booten te gaan. Men wist nog een vlot over boord te werpen, waaraan enkelen zich konden vastklampen. Negen matrozen en de kapitein werden met het schip in de diepte gezogen en verdronken. De anderen klampten zich vast aan het vlot en dreven hiermede twee uur lang rond, totdat ze door een passeerend schip werden opgepikt. Intusschen waren nog drie mannen, door de hevige koude bevangen in het water gegleden, zonder dat hun kameraden hen hadden kunnen redden. Wet tot bescherming van de Bulgaarsche natie. Maatregelen tegen de Joden afgekondigd. De wet tot bescherming van de Bul gaarsche natie, welke gisteren in het staatsblad is afgekondigd, bestaat uit vier deelen. Het eerste deel heeft betrekking op de ontbinding van geheime en internationale organisaties. Internationale organisaties in den zin van deze wet zijn de organisa ties, die van het buitenland afhankelijk zyn, met uitzondering van die, welke be staan op grond van verdragen en waarop de staat toezicht oefent. Het tweede deel heeft betrekking op personen van Joodsche afkomst Als Jood gelden personen, wier vader of moeder Joodsch is. Niet-Joden in den zin van deze wet zijn personen, geboren uit gemengde huwelijken, indien de niet-Bulgaarsche echtgenoot vóór 1 September 1940 gedoopt was en de kinderen tot een christelyken godsdienst behooren. Volgens deze wet hebben Joden geen actief of passief kies recht. Zij mogen geen akkerland bezitten en niet in het leger dienen. Zjj zijn echter aan den arbeidsdienstplicht onderworpen. Aan het bedrijfsleven kunnen zij deelne men naar verhouding van him percentage. In ondernemingen, waarbij de staat belang heeft mag hun deelneming niet meer dan 49 procent bedragen. Verder mogen Joden niet met niet-Joden huwen of samenleven en geen niet-Joodsch vrouwelijk personeel in dienst nemen. Zij hebben niet de vrijheid zich te vestigen waar het hun goeddunkt. Het derde deel bevat bepalingen tegen propaganda, welke tegen den staat gericht is. Het vierde deel uitzonderingsbepalin gen. De verwoestingen in België. In een jaarvergadering van de Vlaam- sche ingenieursvereeniging te Antwerpen, werd het woord gevoerd door den heer C. Verwilghen, commissaris-generaal voor 's lands wederopbouw, die o.m. in sobere termen een overzicht gaf van de verwoes tingen in de Belgische provincies, waarbij hij een vergelijking maakte tusschen den wereldoorlog en den tegenwoordige. De door hem opgemaakte balans vertoonde een somber beeld. Bijna 11.000 huizen werden volkomen vernietigd, 27.000 werden ernstig beschadigd en 132.000 lichtelijk aangetast. Van 200.000 steeg het aantal werkloozen tot 700.000 gedurende den zomer 1940. Meer dan 350 millioen werden maandelijks ter ondersteuning verdeeld. De heer Verwilghen zette vervolgens uit een, hoe de overheid op de eerste plaats het noodzakelijkste heeft aangevat en zon der verwijl de technische en financieele vraagstukken onderhanden worden geno men. Meer dan 50 scholen zullen opnieuw her bouwd worden, 8 gemeentehuizen, 105 ker ken, 6 hospitalen, 2 musea, 65 gemeente- bruggen, vervolmaken het plan. Men zal braakliggende terreinen voor cultuur ge schikt maken. De diepte van binnenscheep- vaartwegen zal aangepast worden. Plannen waarvan de uitvoering onophoudelijk ver schoven werd, zullen worden uitgevoerd met groot voordeel voor het algemeen be lang. De werkloosheid zal practisch op houden te bestaan. Reeds zijn meer dan 74.000 werklieden te werk gesteld by de nationale maatschappij der Belgische spoorwegen. A Veel Engelsche post verloren gegaan. De Britsche minister van P.T.T. heeft over de Engelsche radio bekend laten ma ken, dat alle postzendingen van Nieuw- Zeeland, Wellington en de Engelsche Zuid- zee-eilanden, die voor Engeland bestemd en tusschen 5 en 22 November gepost waren, „door vijandelijke actie" verloren zijn ge gaan. Hetzelfde geldt voor drukwerken en postpaketten, die in dezelfde landen tus schen 1 en 8 November, alsmede tusschen 21 en 22 November naar Engeland verzon den zijn. Brieven en drukwerken, bestemd voor Aden, Birma en Indië, die tusschen 9 en 14 November in Engeland zijn gepost, zijn eveneens verloren gegaan. Dit geldt eveneens voor postzendingen, bestemd voor de Fransche Somalikust, den Congo, Mada gascar, Zanzibar, de Seychellen, Rhodesië en Zuid-Afrika, die tusschen 12 en 14 No vember en tusschen 9 en 14 November ge post zijn. Voorts zijn alle luchtpostzendin gen, om het even voor welke deelen van het Britsche rijk zij waren bestemd, ver loren gegaan, voor zoover zij tusschen 12 en 14 November gepost zijn. DRIE DOODEN BIJ VLIEGONGELUK IN AMERIKA. In de buurt van het vliegveld van St. Louis (Ver. Staten) is een verkeersvlieg tuig der Transcontinental Airways neerge stort. Drie inzittenden werden gedood, twaalf werden gewond.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5