PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Vrijdag 24 Januari 1941
De voedselvoorziening.
Ruilverkaveling van den Kruininger en
Nieuw Olzendepolder.
Ttveede blad
Kroniek van den dag
Strubbeling In Roemenië.
Afgaande op de spaarzame berichten,
welke over de gebeurtenissen in Roemenië
binnenkomen, is de situatie er nog niet
geheel en al opgeklaard. De moord op den
Dultschen majoor Döring moge oogen-
JchtjnWk 0p zich zelf staande gebeur
tenis zijn, het feit, dat de minister van
binnenlandsche zaken tengevolge hiervan
moest aftreden, schijnt er op te wijzen, dat
de verlossende gedachte waarvan generaal
Antonescu de groote drager mag worden
genoemd, nog niet tot alle Roemenen is
doorgedrongen. De minister van binnen
landsche zaken wordt verantwoordelijk ge
steld, niet slechts voor dezen aanslag, hij
6chijnt ook te moeten worden beschouwd
als de man, die aansprakelijk is voor het
voortbroeien van een verzet bij zekere
groepen van de Roemeensche bevolking. De
moord op den Duitschen majoor was van
dit ondergrondsche verzet een uitvloeisel.
Daardoor is bovendien weer de aandacht
gevestigd op de verhoudingen in het Bal
kanbekken. Het grootste gedeelte van dit
gebied, van ouds broeinest van intrige en
kuiperij, heeft officieel gebroken met het
verleden. Dat verleden was vastgeklonken
aan de vredesverdragen, die na den vorigen
oorlog dit gansche gebied, wat zijn natuur
lijke gesteldheid, zijn aardrijkskundige en
ethnologische geaardheidbetreft uiteen heb
ben gerafeld. Die vredesverdragen hebben
op den Balkan niet de zoo hoog noodige
harmonie gebracht, waardoor het zich vol
ledig op zijn continentale belangen had
moeten bezinnen.
De Balkan is het verlengstuk van de
Britsch-Fransche politiek geworden en zoo
wel Londen als Parijs hebben in deze con
structie het uitsluitende middel gezien, om
hun in het Versaillesverdrag verankerde en
tegen de wederopstanding van Duitschland
gerichte doelstellingen te verwezenlijken.
Hieraan heeft de Orts-politiek van het
Derde Rijk getracht een einde te maken.
Wanneer we het diplomatieke spel der
laatste jaren overzien, dan valt te consta-
teeren, dat alles wat wij in dien jijd aan
schokkende gebeurtenissen hebben beleefd
zijn grond vond in het intrigenspel van de
beheersching van den Balkan en deszelfs
grondstoffen. Het was dan ook geen won»
der, dat het optreden van Berlijn tegenovei
Praag zoowel te Londen als te Parijs
groote verontwaardiging en bezorgdheid
wekte. Vooral bezorgdheid, omdat hier een
proces in gang werd gezet, dat tenslotte
het Britsch-Fransche Balkanbohverk tot
ineenstorting moest ondergraven.
De gebeurtenissen der laatste jaren
stonden zeker niet op zichzelf, gelijk in
alles, wat Hitier sindsdien heeft onderno
men een vaste lijn, een zorgvuldig bere
kend systeem valt te onderkennen. Eerst
na jaren zal men den onderlingen en onver-
brekelijken samenhang der gebeurtenissen
welke wij samenvatten onder het begrip
den oorlog van 1939 en volgende jaren,
duidelijk kunnen zien. Reeds thans valt in
groote trekken deze lijn te zien.
Ongetwijfeld kent ook de Britsche poli
tiek een zoodanig systeem, al heeft dat
systeem dan wellicht den invloed onder
gaan van voorvallen, waarop de Britsche
regeerders niet hadden gerekend. Want nog
steeds blijft de vraag onbeantwoord, of zij
de Duitsche plannen hebben doorzien, of zy
ook de beteekenis der as-verbondenheid op
juiste waarde hebben geschat en of zij hun
politiek wel voldoende hebben afgestemd
op de realiteitde as Rome-Berlijn.
De tastbare feiten, de ontwikkeling der
krijgsbedrijven, schijnen op deze vragen
een negatief antwoord te geven. Gelijk
ook München in feite een misrekening was.
De spil Rome-Berlijn was geen fictie, maar
een harde, een zeer harde werkelijkheid.
De geschiedenis zal den achtergrond van
het geheele gebeuren onthullen en ook dc
overleggingen en overwegingen van alle
medespelers openbaren.
Voor het oogenblik valt slechts te con-
stateeren, dat Duitschland en Italië met
onverbiddelijke vastberadenheid hun doel
stellingen willen verwezenlijken, hun strijd
tegen het Britsche eiland, hun asperaties
tevens in de Middellandsche Zee, in Afrika
en in Griekenland.
Ook hun Balkanpolitiek heeft een zooda
nige vastberadenheid gedemonstreerd en
ten overvloede heeft de jongste ontmoeting
tusschen Hilter en Mussolini de innige ver
bondenheid der beide landen onderstreept,
om maar niet te spreken van de beteekenis
van de Duitsch-Russische handelsovereen
komst.
De spil marcheert op tegen Engeland,
ook in het Balkanbekken. En in dit sta
dium van den strijd openbaart Engeland
zijn vastberadenheid.
In verband met den jongsten aanslag in
Boekarest is het van beteekenis daarop de
aandacht te vestigen. Deze moord staat
niet op zichzelf, hij schijnt veeleer sympto
matisch voor de verhoudingen van het
oogenblik op den Balkan. Zulks valt ook
af te leiden uit de antecedenten van den
moordenaar, waaromtrent het D.N.B. het
een en ander heeft medegedeeld.
Deze moordenaar schijnt een typisch
vertegenwoordiger van het samenzweer-
dersgilde, dat op den Balkan zoo dicht ge
zaaid is. Een passenvervalscher en tegelijk
een man met vérstrekkende internationale
connecties. Het spoor leidt naar het schijnt
wederom naar den Britschen Geheimen
Dienst, die daarmede blijk geeft, dat Lon
den den petroleumslag nog niet gewonnen
heeft gegeven.
Engeland heeft zijn agenten blijkbaar
ook nog in het Balkanbekken, getuige wel
de mislukte ontvluchtingspoging van Beek
en de geslaagde dito van Smigly Rydz. Dat
hierbij ook de onderlinge betrekkingen van
de Balkanstaten in het geding zijn, is wel
aannemelijk, doch voor het oogenblik valt
het accent vooral op Roemenië, waar ge
neraal Antonescu, blijkens het ontslag aan
den minister van binnenlandsche zaken,
waarschijnlijk ook in hooge regeerings-
kringen bepaalde weerstanden heeft te
overwinnen, welke zich mogelijk kunnen
verzetten tegen een actieve medewerking
aan het Europeesche ordeningsplan van
Rome en Berlijn.
Het actieve dier meewerking Is voor-
loopig slechts gelegen in het economische,
maar gelet op de ontwikkeling der ge
meenschappelijke Duitsch-ltaliaansche ope
raties in het Middellandsche Zee-bekken
Een beroep op de Nederlandsche
bevolking.
Van bevoegde Duitsche zijde Is op de
gisteren gehouden persconferentie te
's-Gravenhage ten aanzien der voedsel
voorziening van ons land principieel het
volgende verklaard
„Als in Nederland de verzorging inzake
sommige levensmiddelen, bijv. boter en
vleesch, tijdelijk nog niet zoo goed als in
Duitschland verloopt, vindt dit ten deele
zijn oorzaak hierin, dat de organisatori
sche onderbouw nog niet zoo goed
functionneert als in het Duitsche buur
land. Daar kan ieder op zijn bonnen ook
de desbetreffende levensmiddelen volop
verkrijgen. Voorts heeft men bj den op
bouw van het verzorgingsapparaat in
Duitschland een voorbereiding van vele
jaren en de inmiddels reeds verkregen
ervaringen zich ten nutte kunnen maken,
wat in Nederland niet het geval is. Wegens
de korte voorbereidingsperiode kan de
voedselvoorziening in Nederland organisa
torisch derhalve nog niet zoo precies ver-
loopen als in het Duitsche rijk. Aan de
vervolmaking van het distributieapparaat
wordt echter voortdurend gewerkt, en er
mag op gerekend worden, dat binnenkort
ook in Nederland de organisatorische op
bouw zoo sterk mogelijk met dien in het
rijk op gelijken voet zal komen.
Dat tijdelijk bovengenoemde moeilijk
heden zijn ontstaan, ligt echter grooten-
deels aan den ontbrekenden goeden wil
en aan het minder juiste begrip der Ne
derlandsche bevolking ten aanzien van de
noodzakelijke maatregelen. De practijk
toont, dat vooral de goede houding als
staatsburger en het algemeene inzicht
ontbreken, om bij doorvoering van voor
het levensbestaan gewichtige maatregelen
het volk als geheel tot de vanzelfspreken
de medewerking te bewegen. Door deze
onverstandige handelswijze schaadt het
Nederlandsche volk zichzelf, want daar
mee brengt het de rechtmatige verdeeling
in het eigen land en vooral eigen bevolking
in gevaar. Het gevolg daarvan is, dat de
materieel beter gesitueerde kringen zich
van al het noodige voorzien kunnen, ter
wijl de financieele zwakkere kringen kun
nen toezien. Op deze wijze werd een vol
komen onsociale toestand geschapen,
welken de Duitsche autoriteiten op den
duur niet langer kunnen dulden. In deze
richting liggen de reeds tegen het ham
steren en tegen den pryswoeker gerichte
bepalingen, die de Duitsche autoriteiten
met allen nadruk tot doorvoering willen
brengen.
Wanneer men ten slotte schynt te mee-
nen, dat eventueele verschijnselen van
schaarschte de Duitschers in Nederland
zou kunnen schaden, is dit geheel en al
verkeerd gezien. De toereikende verzor
ging van Nederland is verzekerd en dat
wat door de Duitsche Instanties en door
de Duitsche weermacht gebruikt wordt,
ware zonder moeilijkheden te verschaffen.
Hierbij wordt alleen nogmaals een drin
gend beroep op de houding der Nederland
sche bevolking gedaan omrekening te
houden met de door den oorlog veroor
zaakte omstandigheden.
SAMENWERKING VAN DE
ORGANISATIES VAN BEDRIJFS-
PLUIMVEEHOUDERS.
De besturen van de N.P.F. en A.N.P.V.
resp. de Nederlandsche federatie van ver-
eenigingen van bedrijfspluimveehouders en
de Algemeene Nederlandsche Pluimveeteelt
Vereeniging, deelen mede, dat zij, in af
wachting van het resultaat van nadere be
sprekingen tusschen beide organisaties,
hebben besloten alle gemeenschappelijke
belangen van hun leden gezamenlijk te be
hartigen.
Fransche gemeenteraden
ontbonden.
Het werk van den wederopbouw
gesaboteerd.
Het Fransche ministerie van binnenland
sche zaken heeft een verordening uitge
vaardigd, waarbij meer dan zestig gemeen
teraden ontbonden worden. Een bijna even
groot aantal burgemeesters, plaatsvervan
gende burgemeesters, wethouders en raads
leden wordt van hun functie ontheven. De
ontbindingsbesluiten worden grootendeels
hierdoor verklaard, dat de betrokken licha
men en personen het werk van den nationa-
len wederopbouw saboteerden.
behoeft het geenszins tot de onmogelijk
heden te worden gerekend, dat deze mili
taire coördinatie zich ook zal gaan uitstrek
ken tot Griekenland en Albanië.
Dat daarbij de positie van den Balkan in
het geding zal worden gebracht ligt vrijwel
voor de hand, doch vooralsnog is het voor
barig zich te dien aanzien in bespiegelingen
en voorspellingen te begeven. Reeds vroeger
is er de aandacht op gevestigd, dat een
betrekken van den Balkan in de oorlogs-
zóne tal van problemen oproept, waarvan
de beteekenis en de draagwijdte niet
valt te overzien, zoolang de onderlinge
betrekkingen en de algemeene verhoudin
gen niet nauwkeurig zijn afgebakend. Men
denke daartoe slechts aan Yoego-Slavië,
aan Turkije en zijn relatie tot Bulgarije,
welke weliswaar door verdragsbepalingen
is geregeld, maar die toch aanleiding kan
z\jn tot velerlei verwikkelingen, terwijl het
bovendien de vraag is, hoe Moskou zou re-
ageeren, wanneer Turkije mogelijk zou
trachten in de Balkanordening zijn woordje
mede te spreken.
Te vroeg voor voorspellingen. Hoe dit
alles ook zij, in Engeland schijnt men de
mogelijkheid van bepaalde verwikkelingen
niet uit het oog te verliezen. De Britsche
Geheime Dienst speelt in Roemenië thans
weder eenige troeven uit en hij zal er
zeker op uit zijn, dit vuurtje aan te wak
keren tot een formeelen petroleumbrand.
De krachtige afweermaatregelen van An
tonescu schijnen echter wel zoo doeltref
fend te zijn, dat Roemenië er in samen
werking met Duitschland in zal slagen,
dit gevaar, zoo het inderdaad mocht be
staan, afdoende te bezweren.
Hoe „Oost en West" Indische
jongelui helpt.
Ongeveer anderhalf Jaar geleden kwa
men zestig Indische Jongelui voor hun op
leiding als matroos bij de Koninklijke Ma
rine naar Nederland. Een maand voor het
einde van hun opleiding brak de oorlog
uit en de zestig matrozen werden te V1 i s-
singen uiteen gedreven. Van negenen
veertig hunner heeft men sindsdien niets
meer gehoord. De overigen troffen elkaar
na omzwervingen door het Zuidelijke deel
van Nederland in Den Haag. Door de
demobilisatie werden zij dakloos, daar zij
door de aangegane verbintenis in Indië
thuishoorden en niet bij den Opbouwdienst
aangenomen konden worden. Wat te
doen? Zij wendden zich tot de vereeni
ging „Oost en West" en deze verschafte
raad. Vooral door de bemoeiingen van den
heer van Geest, thans leider van het
Internaat Indische Matrozen, die kort
geleden rapport uitbracht over het werk,
dat „Oost en West" voor de Indische
jongens heeft gedaan, werd er een goe
de oplossing gevonden. Men zou te begin
nen met 1 September 1940 de matrozen een
cursus laten volgen met een leerplan, dat
voldeed aan de eischen voor het examen
Stuurman Indische Kleine Vaart. Dit diplo
ma geeft recht om als stuurman te varen
op kleine booten door de geheele Archipel.
Na practische ervaring opgedaan te heb
ben kan de bezitter van het diploma bevel
voeren op een zeesleepboot en ook bestaat
er kans op plaatsing bij het loodswezen in
Nederlandsch-Indië. De cursus zal onge
veer een jaar duren.
De geschikte onderwijskrachten werden
gevonden en in dienst genomen. De heer
Gh. H. Sleebos, werd op het motor-zeil
schip „Prins Hendrik", dat men tot zijn
beschikking kreeg en dat dienst doet als
woon- en oefenschip, aangesteld als boots-
man-leeraar. De benoodigde leermiddelen
werden door de gemeente Amsterdam in
bruikleen gegeven.
Voor den eigenlijken cursus begon, wer
den de jongens onderricht in het Ne-
derlandsch, de aardrijkskunde e.d. en werd
er bij mooi weer gezwommen en geroeid.
Voor September maakten zij ook nog een
oefenreis van een paar weken op het
IJselmeer.
Nu is de „Prins Hendrik" als tehuis
voor de Indische jongemannen ingericht.
Zij eten, slapen en studëeren er gezamen
lijk, alles onder de voortreffelijke leiding
van den heer Sleebos, die, zelf een Indisch
man, zijn pupillen uitstekend verstaat.
De vereeniging „Oost en West" heeft
door het instellen van dezen cursus aan
elf jongelui, die ver van huis zijn, een
thuis gegeven en werk, waarin toekomst
zit.
Dat er bijzonder goed voor hen gezorgd
wordt, blijkt wel uit het feit, dat de jon
gens de Kerstdagen bij verschillende fami
lies hebben doorgebracht en zoodoende het
Kerstfeest in een huiselijken kring konden
vieren.
Arbeidsbemiddeling terzake van
ziekenverpleging en
kraamverzorging.
De directeur van het rijksarbeidsbureau
heeft aan den directeur der districtsarbeids
beurzen medegedeeld, dat de organen der
openbare arbeidsbemiddeling in het ver
volg voor beroepen betreffende zieken
verpleging en kraamverzorging slechts de
volgende personen als werkzoekenden mo
gen inschrijven en als zoodanig mogen be
middelen:
Ziekenverpleging. Uitsluitend personen,
die in het bezit zijn van:
a. een diploma a, uitgereikt krachtens
het bepaalde in de wet van den 2den
Mei 1921 tot wettelijke bescherming van
het diploma voor ziekenverpleging (Staats
blad no. 702);
b. een diploma voor gewone ziekenver
pleging, dat krachtens het bepaalde in de
artikelen 5 en 8 van genoemde wet gelijk
gesteld is met het onder a bedoelde di
ploma.
Kraamverzorging. Uitsluitend personen,
die in het bezit zijn van:
a. een diploma, als hierboven genoemd,
waarop de aanteekening voor kraamver-
pleging is geplaatst;
b. een diploma voor kraamverzorgster of
voor baker van de commissie inzake
kraamhulp;
e. een diploma voor kraamverzorgster
of voor baker, voorzien van een stempel
van het staatstoezicht op de volksgezond
heid.
Verpleging van zenuwzieken en krank
zinnigen. Uitsluitend personen, die in het
bezit zyn van:
a. een diploma b. uitgereikt krachtens
het bepaalde in de wet van den 2den Mei
1921 tot wettelijke bescherming van het
diploma voor ziekenverpleging (staatsblad
no. 702);
b. een diploma voor de verpleging van
zenuwzieken en krankzinnigen, dat krach
tens het bepaalde in de artikelen 5 en 8
van genoemde wet gelijkgesteld is met
genoemd diploma.
Melden zich personen om werk, die aan
deze eischen niet voldoen, dan mogen de
directeuren wel bemiddelen, doch n i e t in
een van de genoemde beroepen. Dan kan
b.v. bemiddeling als „verzorger van hulp
behoevenden" plaats vinden.
HUWELIJKSZWENDELAAR IN
VLIEGERUNIFORM.
Nya Dagligt Allehanda meldt uit Londen,
dat men een Engelschen huwelykszwende-
laar, een zekeren Henry Dew, achterhaald
heeft door het feit, dat hij aan een Brit
schen vliegeruniform een verkeerd gedra
gen ordelint droeg. Hij gaf voor, een der
beste vliegers van Engeland te zijn, hoewel
hij nooit in zijn leven had gevlogen en op de
foto's die hij weggaf stond hij in den uni
form van divisiechef der Britsche lucht
macht. Een zijner „verloofden" toonde eens
de foto aan een werkelijken vliegerofficier,
die terstond bemerkte, dat het ordelint
verkeerd was aangebracht. Hij waarschuw
de de politie, die den zwendelaar arresteer
de. Deze bekende, dat hij reeds negen jaar
lang zich tegenover zijn dameskennissen als
vliegerofficier had voorgedaan.
De voorloopige plannen worden zeer binnenkort aan
Ingelanden voorgelegd.
Sinds haar oprichting, het jaar 1888,
voert de Nederlandsche Heidemaatschappij
een vreedzamen, maar taaien strijd voor
de verhooging van de productiviteit van
den vaderlandschen bodem.
Duizenden hectaren grond werden sinds
dien ontgonnen, herontgonnen of de ont
watering ervan werd vefbeterd .terwijl de
gebieden ontsloten werden door den aanleg
van wegen. Gedurende de laatste jaren
wordt ruilverkaveling steeds meer het mid
del om deze cultuurtechnische verbeterin
gen tot stand te brengen, omdat hieronder
niet alleen wordt verstaan een herver
kaveling der dikwijls verspreid liggende
perceelen, maar ook de aanleg van we
gen en de ontwatering, terwijl direct de
ontginning hierop aansluit.
Men verkrijgt hierdoor verhoogde op
brengsten ter grootte van 10 20 pet.,
afhankelijk van de reeds bestaande pro
ductiviteit van de betrokken gebieden. Be
denkt men, dat ruw geschat 5 600.000
ha. van ons land nog wachten op ruilver
kaveling, dan Leteekent uitvoering van
deze werken hetzelfde als een landaanwinst
van plm. 100.000 ha. of een oppervlakte
van vijfmaal de grootte van den Wierin-
germeerpolder.
Ook onder de huidige omstandigheden
wordt het werk met kracht voortgezet,
waardoor niet alleen vele handen werk
vinden, maar waardoor tevens een nood
zakelijk werk wordt verricht in het be
lang onzer landbouwende bevolking en
daarmede van ons geheele volk.
RUILVERKAVELING OP
ZUID-BEVELAND.
Tot deze werken behoort o.a. de ruil
verkaveling van den Kruininger en den
Nieuw Olzende polder op Zuid-Beveland,
waarvan de voorloopige plannen van we
gen en waterloopen zeer binnenkort aan
de ingelanden voorgelegd zullen worden.
Hier is de oorlog aanleiding geweest
tot de noodzaak een plan op te stellen voor
verbetering. Zooals vrij algemeen bekend
mag worden verondersteld is dit ge
bied gedurende de internationale spanning
vóór den oorlog geinundeerd met zout wa
ter waardoor de grond voor geruimen tijd
bedorven is.
Na den oorlog deed zich derhalve direct
de vraag voor wat er met de betrokken
gronden zou moeten geschieden. De grond
was nog steeds ter beschikking van de
militaire overheid. Allereerst moest het
water zoo gauw mogelijk uit de polders.
De gronden werden in beheer gegeven aan
het bureau ontruiming, als wiens verte
genwoordiger de provinciale voedselcom-
missaris in Zeeland optreedt. Zonder diens
toestemming mag geen enkele bewerking
geschieden, aangezien b.v. diep spitten of
ploegen van groot nadeel kan zijn voor
de structuur van den grond.
Nu is de verkaveling, het wegennet en
de ontwatering in den Kruininger polder
verre van ideaal. De periode, dat noodge*
dwongen de grond niet te exploiteeren is*
kan nu gebruikt worden voor een verbe
tering van dit alles door middel van ruil
verkaveling.
Er was reeds een nieuw gemaal in
aanbouw, doch het bochtig verloop en de
groote lengte van de waterleidingen zou
den oorzaak zijn, dat niet het volle profijt
van dit fraaie kunstwerk zou kunnen wor
den verkregen.
De cultuurtechnische dienst ontving van
den directeur-generaal van de voedselvoor
ziening het verzoek de ruilverkaveling te
bevorderen en werden onverwijld maat
regelen genomen, waarbij de Ned. Heide
Mij opdracht werd gegeven de opname
te verrichten. Met de ruilverkaveling wordt
nu de toevoer van het water naar het
gemaal veel beter.
Het spreekt vanzelf, dat de uitvoering
van deze werken veel geld kost. De
eigenaren hebben echter een vordering op
het rijk wegens inundatieschade. De uit
voering der ruilverkaveling bedoelt nu den
boer de door hem geleden schade te ver
goeden op een wijze, die ook in de toe
komst voordeelen zal blijven afwerpen*
doordat nu goede wegen en een afdoende
ontwatering tot stand gebracht worden*
in zoodanig verband, dat iedere eigenaar
zijn gronden kan bereiken via een weg,
dat hij een behoorlijke afwatering heeft en
dat zijn kavels economisch van vorm en
afmeting zijn, wat op het oogenblik in
velerlei opzicht te wenschen overlaat.
Binnenkort zullen de eigenaren zich over
de plannen kunnen uitspreken.
Een voordeel is ook, dat het werk aan
de betrokken streek eenige jaren werk zal
geven. Inmiddels wordt vanzelfsprekend
ook getracht den grond weer op peil te
brengen, al zal het nog wel jaren duren
voor zij weer als van ouds is.
De bijzondere omstandigheden zijn hier
dus oorzaak, dat een groot gebied van
circa 1500 ha., dat grootendeels als goed
bouwland en als boomgaard geëxploiteerd
werd, een blijvende verbetering kan onder
gaan, want by een intensieve beoefening
van den land- en tuinbouw als in den pol
der Kruiningen plaats had, zal men onder
normale omstandigheden niet zoo licht tot
een ruilverkaveling overgaan.
TREILER OP WRAK LEK GESTOOTEN.
DERTIEN OMVARENDEN
OMGEKOMEN.
Ter hoogte van de haven van Boston
heeft zich Dinsdagavond, volgens S.P.T.,
een drama afgespeeld, waarbij 13 zeelieden
het leven verloren.
Een treilér van een der grootste reede-
rijen keerde na twee weken afwezigheid
huiswaarts, toen het schip in Massachus-
sets Bay in het gezicht van de haven
lichten, op een wrak stootte en kapseisde.
Vermoedelijk is de kiel daarbij over de
geheele lengte opengescheurd.- De treiler
zonk althans zoo snel, dat de uit 22 kop
pen bestaande bemanning geen kans meer
zag in de booten te gaan. Men wist nog
een vlot over boord te werpen, waaraan
enkelen zich konden vastklampen. Negen
matrozen en de kapitein werden met het
schip in de diepte gezogen en verdronken.
De anderen klampten zich vast aan het
vlot en dreven hiermede twee uur lang
rond, totdat ze door een passeerend
schip werden opgepikt. Intusschen waren
nog drie mannen, door de hevige koude
bevangen in het water gegleden, zonder
dat hun kameraden hen hadden kunnen
redden.
Wet tot bescherming van de
Bulgaarsche natie.
Maatregelen tegen de Joden afgekondigd.
De wet tot bescherming van de Bul
gaarsche natie, welke gisteren in het
staatsblad is afgekondigd, bestaat uit
vier deelen.
Het eerste deel heeft betrekking op de
ontbinding van geheime en internationale
organisaties. Internationale organisaties
in den zin van deze wet zijn de organisa
ties, die van het buitenland afhankelijk
zyn, met uitzondering van die, welke be
staan op grond van verdragen en waarop
de staat toezicht oefent.
Het tweede deel heeft betrekking op
personen van Joodsche afkomst Als Jood
gelden personen, wier vader of moeder
Joodsch is. Niet-Joden in den zin van deze
wet zijn personen, geboren uit gemengde
huwelijken, indien de niet-Bulgaarsche
echtgenoot vóór 1 September 1940 gedoopt
was en de kinderen tot een christelyken
godsdienst behooren. Volgens deze wet
hebben Joden geen actief of passief kies
recht. Zij mogen geen akkerland bezitten
en niet in het leger dienen. Zjj zijn echter
aan den arbeidsdienstplicht onderworpen.
Aan het bedrijfsleven kunnen zij deelne
men naar verhouding van him percentage.
In ondernemingen, waarbij de staat belang
heeft mag hun deelneming niet meer dan
49 procent bedragen.
Verder mogen Joden niet met niet-Joden
huwen of samenleven en geen niet-Joodsch
vrouwelijk personeel in dienst nemen. Zij
hebben niet de vrijheid zich te vestigen
waar het hun goeddunkt.
Het derde deel bevat bepalingen tegen
propaganda, welke tegen den staat gericht
is. Het vierde deel uitzonderingsbepalin
gen.
De verwoestingen in België.
In een jaarvergadering van de Vlaam-
sche ingenieursvereeniging te Antwerpen,
werd het woord gevoerd door den heer C.
Verwilghen, commissaris-generaal voor
's lands wederopbouw, die o.m. in sobere
termen een overzicht gaf van de verwoes
tingen in de Belgische provincies, waarbij
hij een vergelijking maakte tusschen den
wereldoorlog en den tegenwoordige. De door
hem opgemaakte balans vertoonde een
somber beeld. Bijna 11.000 huizen werden
volkomen vernietigd, 27.000 werden ernstig
beschadigd en 132.000 lichtelijk aangetast.
Van 200.000 steeg het aantal werkloozen
tot 700.000 gedurende den zomer 1940. Meer
dan 350 millioen werden maandelijks ter
ondersteuning verdeeld.
De heer Verwilghen zette vervolgens uit
een, hoe de overheid op de eerste plaats
het noodzakelijkste heeft aangevat en zon
der verwijl de technische en financieele
vraagstukken onderhanden worden geno
men.
Meer dan 50 scholen zullen opnieuw her
bouwd worden, 8 gemeentehuizen, 105 ker
ken, 6 hospitalen, 2 musea, 65 gemeente-
bruggen, vervolmaken het plan. Men zal
braakliggende terreinen voor cultuur ge
schikt maken. De diepte van binnenscheep-
vaartwegen zal aangepast worden. Plannen
waarvan de uitvoering onophoudelijk ver
schoven werd, zullen worden uitgevoerd
met groot voordeel voor het algemeen be
lang. De werkloosheid zal practisch op
houden te bestaan. Reeds zijn meer dan
74.000 werklieden te werk gesteld by de
nationale maatschappij der Belgische
spoorwegen.
A
Veel Engelsche post verloren
gegaan.
De Britsche minister van P.T.T. heeft
over de Engelsche radio bekend laten ma
ken, dat alle postzendingen van Nieuw-
Zeeland, Wellington en de Engelsche Zuid-
zee-eilanden, die voor Engeland bestemd en
tusschen 5 en 22 November gepost waren,
„door vijandelijke actie" verloren zijn ge
gaan. Hetzelfde geldt voor drukwerken en
postpaketten, die in dezelfde landen tus
schen 1 en 8 November, alsmede tusschen
21 en 22 November naar Engeland verzon
den zijn. Brieven en drukwerken, bestemd
voor Aden, Birma en Indië, die tusschen
9 en 14 November in Engeland zijn gepost,
zijn eveneens verloren gegaan. Dit geldt
eveneens voor postzendingen, bestemd voor
de Fransche Somalikust, den Congo, Mada
gascar, Zanzibar, de Seychellen, Rhodesië
en Zuid-Afrika, die tusschen 12 en 14 No
vember en tusschen 9 en 14 November ge
post zijn. Voorts zijn alle luchtpostzendin
gen, om het even voor welke deelen van
het Britsche rijk zij waren bestemd, ver
loren gegaan, voor zoover zij tusschen 12
en 14 November gepost zijn.
DRIE DOODEN BIJ VLIEGONGELUK IN
AMERIKA.
In de buurt van het vliegveld van St.
Louis (Ver. Staten) is een verkeersvlieg
tuig der Transcontinental Airways neerge
stort. Drie inzittenden werden gedood,
twaalf werden gewond.