DE LOONSVERBETERING VAN HET RIJKSPERSONEEL. WAT NU? Tweede blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Woensdag 15 Januari 1941 Kroniek van den dag Neutraliteit op de helling. Op het vraagstuk, hoe levensrecht en volkerenrecht met elkander in overeen stemming zijn te brengen worden heftige discussies gevoerd. Daarvoor is het nu eenmaal oorlog, waarin er behalve de oorlogvoerenden ook nog neutralen zijn. Deze°neutralen, zij zijn dat bij de gratie der oorlogvoerenden en zij verkeeren daar- dpor in een allesbehalve benijdenswaardige positie. Zij kunnen er toch op rekenen, dat htm neutraliteitsthese wordt aangevoch ten en dat de neutraliteitspolitiek reeds bij voorbaat kan geacht worden in discrediet te zijn bij een der oorlogvoerende partijen of bij allen. Naarmate de oorlog vordert, wordt <te positie der neutralen er niet eenvoudiger op, hetzij doordat zij huns ondanks in het blokkade-systeem worden betrokken, hetzij hun neutraliteit door overvliegende vijandelijke vliegtuigen wordt geschonden. In een zoodanige positie verkeert op dit oogenblik Portugal. De aandacht werd daarop gevestigd door een redevoering van den secretaris van het Portugeesche ministerie van koloniën, betoogend, dat Engeland op het oogenblik voor zijn be staan vecht en de blokkade heeft inge steld, waarbij het principieel voor den Portugeeschen vriend geen uitzonderingen kan maken. Portugal kan slechts aan Engeland verzoeken voor de Portugeesche belangen begrip te toonen en daaraan geen noodelooze moeilijkheden in den weg te leggen. Voor een neutraal land is een dergelijk standpunt op zijn zachtst gezegd aan vechtbaar, omdat Portugal daardoor af stand doet van het recht der neutralen op volstrekte en effectieve eerbiediging van zijn neutraliteit. De verklaringen van dezen officieelen zegsman ondermijnen de neutraliteitsopvattingen en daarmede komt dan ooit het neutraliteitsbeginsel op de helling. Zij luiden mede het einde van het beginsel der vrije zee in. Blokkade moet in neutrale landen pro test uitlokken, omdat zg een aanslag vormt op de heiligste goederen. Ook in ons land bleven de protesten niet uit het was de consequentie van een bewuste neutraliteitspolitiek. Geenszins is het zoo, dat een oorlog voerende op grond van zyn vermeende oorlogsrechten de neutralen kan ringel- ooren naar believen, ook al heeft men in de 18e eeuw zoodanige opvattingen in En geland gehuldigd. Voor den neutralen staat in dezen tijd zrjn deze stellingen zonder meer verwerpelijk en daarom doet deze Portugeesche knieval voor Engeland ietwat zonderling aan. Neutraliteit is ook een vorm van oorlogvoering;- zq veroor looft den beoefenaar ervan niet, zich heimelijk te vereenzelvigen met de opvat tingen van een der oorlogvoerenden, noch gedoogt zij, dat een neutrale staat poogt van beide wallen te eten, gelijk Noorwegen tot zijn schade moest ervaren. Het Hbld., dat aan het blokkade-stelsel een beschouwing wijdt, schrijft te dien aanzien o.m. „De gevolgen van. deze wijze van oor logvoering zien wij thans duidelijk. Cham berlain zeide bij het begin van oorlog, dat deze geheel anders zou zijn dan vroegere oorlogen, omdat men thans een geheel con tinent zou blokkeeren. Die blokkade wordt echter doorkruist door het systeem van navicerts, afgegeven door een Brit- schen consulairen ambtenaar in de neu trale haven van vertrek, welk certificaat dan de lading dekt, en is dus niet effec tief in den zin van het volkerenrecht, dat een volkomen afsluiting door station- neerende oorlogsschepen eischt. Evenwel laat Engeland thans totaal geen goederen meer toe naa. het Europeesche continent, met uitzondering van zeer beperkte hoe veelheden voor Zweden, Zwitser land, Spanje en Portugal, teneinde te voorkomen dat anders zulke goederen uiteindelijk aan Duitschland ten goede zouden komen. Zelfs de vroegere bondgenoot van Frankrijk valt onder deze blokkade. Naar men zich herinnert, heeft de regeering van Vichy eenigen tijd ge leden tot Washington het verzoek gericht om levensmiddelen te leveren, ter leniging van den voedselnood in Frankrijk. C o r- d e 1 1 Huil, de Amerikaansche minis- De Dultschers in de Oostzeestaten. Als uitvloeisel van het op 10 Januari gesloten Duitsch-Russische accoord be treffende een nieuwe verhuizing van Volksduitschers zullen de geheele Duit- sche volksgroep uit Litauen, die rond 45.000 menschen omvat, en de rest der in het najaar van 1939 in Estland en Letland achtergebleven Volksduitschers, ten ge tale van 12.000, naar het Duitsche rijk terugkeeren. Nadat deze verhuizing haar beslag heeft gekregen, zullen bijna een half millioen Volksduitschers naar het Groot Duitsche Rijk teruggebracht zijn. Brazilië weigert ontscheping van Joodsche emigranten. Het Japansche s.s. „Montevideo Maru" wordt in de haven van Rio de Janeiro door de politie bewaakt Het heeft talrijke uit Europa gevluchte Joden aan boord, wier ontscheping door de Braziliaansche auto riteiten geweigerd werd, daar zij geen visum bezitten en van valsche passen voor zien zgn. De „Motevideo Maru" heeft schipbreukelingen aan boord van een voor Zuid-Afrika tot zinken gebracht Engelsch schip. SPAANSCH SCHIP VERGAAN. Uit Vigo meldt het D.N.B. Volgens be richten uit Casablanca heeft het te Vigo thuis behoorende Spaansche stoomschip „Gabrie1 Garcia" voor de Marokkaansche kust schipbreuk geleden. Van de veertien leden der bemanning worden er tot dusver drie als vermist opgegeven. Het schip, dat bij het visschen door den storm verrast werd en zich niet meer in veiligheid kon brengen, is gezonken. ter van buitenlandsche zak^n, met wien deze besprekingen werden gevoerd, stond niet onwelwillend tegenover deze leverin gen, maar Engeland heeft zich er tegen verzet, zooals ook bleek uit een dezer dagen gehouden rede van Dalton, den Britschen arbeidsleider en lid van het oorlogskabinet. Deze verklaarde dat op verzoek van president Roosevelt de Brit- sche regeering besloten had, zekere goede ren toe te laten tot onbezet Frankrijk, n.l. vitamine-praeparaten, gecondenseerde melk en kleeren, voor zuigelingen, welke artike len door ademen van het Amerikaansche Roode Kruis z allen worden gedistribueerd. De blokkade dat blijkt hieruit geldt dus niet alleen het bezette Fransche gebied, doch ook het onbezette. De gevolgen van de blokkade voor Frankrijk 'blijken uit de uiteenzetting, welke de Fransche regeering onlangs heeft gepubliceerd, en waarin wordt betoogd, dat Frankrijk' langs het zeefront, zich uit strekkende van Duinkerken tot aan Biar ritz, niets meer van overzee .ontvangt. De havens aan de Middellandsche Zee krijgen nog wel iets uit het koloniale rijk, doch dit is onvoldoende in verhouding tot de Fran sche behoeften en tot den vroegeren invoer die in 1938 bijna 6 millioen ton levensmid delen en 39 millioen grondstoffen be droeg. Er dient voorts op te worden gewezen, dat de blokkade op den duur een wapen is, dat zich ook tegen de hanteerders en'an keert. Zulks ondervindt ook Engeland, waar reeds tal van maatregelen moesten worden genomen, om aan de moeilijkheden van de voedselvoorziening en van de in- dustrieele ravitailleering het hoofd te bie den. Sterker dan het betoog van den Portu geeschen minister spreken de feiten, die in tal van landen aanwijsbaar zijn. Feiten, welke een gevolg zijn van een stillegging der onomische activiteit, ook in niet- oorlog\ oerende landen. Waar die economi sche activiteit werd opgevoerd staat men voor een kunstmatig proces, dat geenszins een getrouwe afspiegeling van het totale wereldbeeld kan worden geacht. Want dit wereldbeeld vertoont slechts een algemeene verarming, waarbij allen ten slotte in het gedrang komen. Dat is het trieste perspectief van dezen oorlog. K0N0JE OVER DE GEVAAR LIJKE POSITIE VAN JAPAN. De eerste minister van Japan, prins Konoje heeft het woord gericht tot ruim 70 vertegenwoordigers vaii het Lagerhuis in de eerste bijeenkomst van een gemeen schappelijke conferentie van vier dagen tusschen de leiders der regeering en de vertegenwoordigers van het parlement, de pers, financieele en industrieele kringen. Strevende naar samenwerking der aanwe zigen met de regeering in het bewijzen van nationale diensten aan den staat om door de crisisperiode heen te komen, sprak Konoje uitvoerig over de ontwikkeling van den internationalen toestand na de slui ting van het Driemogendhedenpact tus schen Japan, Duitschland en Italië. Tevens wijdde hij aandacht aan de Engelsch-Ame- rikaansche houding jegens Japan en China, de betrekkingen tusschen Japan en de Sovjet-Unie, de erkenning door Japan van de Nanking-regeering, den weerstand van het regime van Tsjoengking tegen Japan, den opbouw van een geheel van gemeen schappelijke welvaart in een grooter Oost- Azië, en aan de problemen betreffende Fransch Indo-Chïna en Ned.-Indië. Bij zijn schets van den internationalen toestand heeft Konoje, volgens Domei, den nadruk gelegd op het gevaar van een de wereld omspannende verstoring, welke dreigt door den toenemenden druk op Japan van den kant van de Vereenigde Staten en ook door de krachtige Ame rikaansche hulp aan Engeland en het Tsjoengkingregime. Konoje maakte van de gelegenheid gebruik om opheldering te geven omtrent de leidraad van de buiten landsche politiek. De Zweedsche pers over de Engelsche luchtaanvallen. DUITSCHE PERS OEFENT CRITIEK UIT De Berliner Börsenzeitung richt zich op scherpen toon tegen een bericht van den Londenschen correspondent van het te Stockholm verschijnende dagblad „Afton- bladet". Deze Zweedsche journalist had zrjn blad gemeld, dat de laatste Engelsche aan vallen op de Fransche Kanaalhavens bewe zen hebben, dat het Britsche en het Duit sche luchtwapen op het punt staan hun rollen om te keeren. De Engelsche oorlog voering in de lucht heeft, volgens dezen correspondent, met den aanval op Calais, Boulogne en Duinkerken bewijs geleverd van haar offensieven geest. De correspon dent geeft ten slotte de meening te ken nen, dat een afnemen der Duitsche aan vallen kan worden opgemerkt. De Börsenzeitung wijst den Zweedschen journalist er op, dat hij zich op grond van de Duitsche weermachtberichten gemakke lijk zou hebben kunnen oriënteeren ten aan zien van den waren stand van zaken. De feiten zijn aldus, dat de aanval van de Royal Air Force op de door de Duitsche troepen bezette kustgebieden door de Duit sche jagers en het luchtafweergeschut ter stond werd verijdeld. Na het verlies van negen machines werdén de Engelschen ge dwongen om te keeren, zonder dat zij ook maar de mogelijkheid hadden gehad tot .welgericht neerwerpen van bommen. Dat DUitschlands strijd om leven en vrij heid slechts weinig begrip vindt in de Zweedsche pers, aldus gaat de Börsen zeitung verder, kan verdragen worden. Maar dat in de Zweedsche pers voortdu rend pogingen worden gedaan om de Brit sche leugenpropaganda op de been te hel pen, is een zaak van ernstiger aard. Men begeeft zich in Stockholm daarmede bui ten de zóne der neutraliteit op een gebied, waar de wetten van den strijd heerschen, waar niets vergeven en vergeten en waar iedere op Duitschland gedoelde steek met krachtige slagen vergoldenwordt. In ieder geval spreekt uit dergelijke leugenberich- ten een fundamenteele houding tegen Duitschland, die niet te onderscheiden is van vijandigheid. Zij, die zich in het neu trale Stockholm inspannen om tusschen hun land .en het Duitsche Rijk, en daar mede ook het vasteland, een kloof te doen ontstaan, moeten niet de dwaze meening krijgen, dat deze kloof ooit breed genoeg zou kunnen zijn om reacties op zoo drieste tendentieuze leugens als die van „Afton- bladet" te verhinderen. Zij draagt het karakter van duurtebijslag. De persdienst van het N.V.V. meldt In het verordeningenblad voor het bezette Nederlandsche gebied wordt afgekondigd de verordenjng van den Rijkscommissaris, d.d. 13 Januari 1941, waarbij voor de lagere groepen rijkspersoneel een loonsverbetering is vastgesteld. Deze beschikking luidt als volgt Artikel 1. Met ingang van 1 December 1940 ■wordt aan het gehuwde rijkspersoneel in vasten en tijdelijken dienst of op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam, een «JdeluKe toelage verleend van zes ten honderd van ae bruto-wedde of het bruto-loon, voor zoover ae bruto-wedde of het bruto-loon. vermeerderd met deze toelage een bedrag van 1900 s jaars niet overschrijdt. Het bovenstaande is niet van toe passing, wanneer ingevolge een algemeene loons- verhooglng na SI December 19S7 de wedde of het loon van vorenbedoeld rijkspersoneel is verhoogd. Artikel 2. Met ingang van 1 Januari 1941 wordt, bij wijze van tijdelijken maatregel, het minimum-bedrag van de kindertoelage, bedoeld in artikel 21, eerste lid, onder a. en in artikel 24, zevende lid, van het bezoldigingsbesluit bur gerlijke rijksambtenaren 1934, van 60 's jaars, 1.15 per week of 5 per maand, per kind opge voerd tot 75 's jaars, 1.45 per week of 6.25 per maand per kind. Deze loonsverbetering draagt het karak ter van duurtebijslag en door den getroffen maatregel is eenige leniging gebracht in den noodtoestand, welke onder het rijks personeel en in het bijzonder onder de la gere groepen, heerscht. Meer dan aan het groote publiek bekend is, heeft het ambtenarencorps in den loop der jaren offers moeten brengen als gevolg van den nood van de schatkist. Om maar bij het jaar 1934 te beginnen, werden alle wedden en toelagen van het bezoldigings besluit 1928 met 10 procent verlaagd, en bovendien werd het pensioenverhaal voor eigen pensioen gebracht van 3 procent op é/2 procent, zoodat de pensioenpremie in totaal bedroeg 10 procent. Voorts werd voor de ongehuwden het salaris beperkt tot 90 procent van het maximum, terwijl de 3 procent doorloopende korting bleef gehandhaafd. Met ingang van 1 Juli 1935 werd voor de zgn. maand- en weeklooners een verscherpte standplaats-regeling inge voerd door de toevoeging van een vierde klas standplaats. Voor de 4e klassers betee- kende dat een extra verlaging van 6 Met ingang van 1 Januari 1936 werden alle volgens het bezoldigingsbesluit 1934 toegekende of toe te kennen wedden, toe lagen, inhoudingen, periodieke verhoogin gen, enz. nogmaals verminderd met 5 Deze salarisverlaging van 1936 was, naar destijds door de regeering in de memorie van toelichting werd medegedeeld, te be schouwen als tijdelijke maatregel en om in den nood der schatkist te voorzien. De depreciatie van den gulden maakte dezen zgn. tijdelijken maatregel voor het lagere personeel bijzonder moeilijk te dragen. In bepaalde categorieën heerscht dan ook ongetwijfeld bitteren nood. Bij „salarissen" van 60, 70 en 80 per maand, die bij het rijk geen zeldzaam heid vormen, is het vooral in de huidige tijdsomstandigheden niet mogelijk een ge zin naar behooren te onderhouden. De tot stand gekomen loonsverbetering wordt door het N.V.V. dan ook ten zeerste toege juicht, mede wijl de tegemoetkoming aan den nood der lagere groepen de eerste stap vormt op den weg naar herstel van het salaris-onrecht het overheidspersoneel door de vorige regeering aangedaan. Het spreekt vanzelf, dat de getroffen maatregel nog niet afdoende is om het salaris der laagstbezoldigde groepen en der ongehuwde ambtenaren weder op een be hoorlijk peil te brengen. Men moet echter bedenken, dat thans tengevolge van den oorlog; door iedereen offers moeten worden gebracht, dus ook door het overheidsper soneel. Mede daarom is het niet zonder meer mogelijk om het oude onrecht met één slag te herstellen. Niettemin hoopt de bij het N.V.V. aan gesloten Ambtenaarsbond, dat het hem met den kraehtdadigen steun van de lei ding van het N.V.V. zal gelukken in de naaste toekomst een verdere verbetering in de positie van het overheidspersoneel tot stand te kunnen brengen. SALARISSEN TUSSCHEN 1792 EN 1899 WORDEN 1900. Het Vad. geeft nog de volgende toelich ting op de beschikking over tijdelijke toe lagen voor het rijkspersoneel en verhoo ging van het minimum van de kinder toelage; Op alle salarissen beneden een bepaalde grens de grens blijkt bij berekening te liggen op 1792 van gehuwde ambte naren wordt een tijdelijke toelage verleend van 6 procent. Hierbij mag salaris plus toelage het maximum van 1900 niet te boven gaan. Wie bijv. 1500 verdient, krijgt 1590, wie 1792 verdient, precies 1900, wie 1793, 1800, 1850, 1890 enz. verdient, ook 1900. Onder de regeling vallen b.v. alle ar beiders, postbestellers, de arbeidscontrac tanten, de schrijvers en van de hoogere rangen allen die een aanvangssalaris ont vangen, dat lager is dan 1900. De toelage is tijdelijk. Voor het oogen blik beteekent dit, dat er geen pensioen aftrek af gaat. De beschikking spreekt van bruto-loon en bruto-wedde. Wat men hier onder dient te verstaan, zal een uitvoe ringsregeling, te denken valt o.a. aan standplaatsenaftrek uitgaande van het departement van hinnenlandsche zaken uitmaken. Naar wij vernemen ligt de des betreffende circulaire ten departemente reeds voor de verzending gereed. O.a. zal men bij de berekening pensioenaftrek hièt van het salaris aftrekken. Wat betreft de kindertoelage het volgen de. Hiervan hebben voordeel zij die minder dan 2500 verdienen. Boven deze grens was er reeds een toelage van 75, of meer; daar onder is dus thans een tijdelijk minimum gesteld van 75. EXPRESSE BESTELLINGEN. Voor België en het neutrale buitenland toegestaan. Met ingang van gisteren is tusschen Nederland en België, alsmede tusschen Nederland en het neutrale ^buitenland, bij gewone en aangeteekende briefzendingen van eiken aard, behalve postpakketten, ook de expressebestelling toegelaten. Uitbreiding buiten-Europeesch luchtpostverkeer. Voor de verzending van luchtpostcor respondentie van Nederland uit wordt tot nog toe van twee buiten-Europeesche luchtpostverbindingen gebruik gemaakt, n.l. LissabonNew-York (men adresseere per transatlantische luchtdienst Lissabon New-York en RomeRio de Janeiro (adresseer per Italiaanschen lucht dienst zij geschiedt dus alleen naar Amerikaansche bestemmingen. Aan dit buiten-Europeesch luchtpostver keer wordt thans eenige uitbreiding gege ven, en wel naar de volgende bestemmin gen: Angola, Mozambique en Portugeesch Guinea (tot Lissabon door de lucht, ver der per boot), de Canarische eilanden (luchtvervoer tusschen Madrid en Las Palmas), Italiaansch Oost-Afrika en Lybië (Tripolis en Cyrenaica), Marokko (Spaan sche zóne) en tenslotte naar Iran en het Aziatisch gedeelte der Sovjet-jepublielcen (tot Moskou door de lucht). Luchtpostcorrespondentie voor deze be stemmingen moet gefrankeerd zijn met het hiervoor vastgestelde extra luchtrecht en voorzien zijn van de aanduiding: per luchtpost, par avion. Deze corresponden tie wordt dagelijks door Nederland aan Duitschland uitgewisseld. Over den over- komstduur naar de verschillende bestem mingen kan echter niets worden medege deeld. Inlichtingen inzake de luchtrechten geven de postkantoren. Door DENIS MACKAIL. 38) „Nu, ik zal je zooveel mogelijk helpen. Maar ik moet mijn handen en gezicht niet vol olie en stof krijgen, als ik een behoor lijk bedrag van sir Adolf hoop te ontvan gen. Ik zou wel eens willen weten, waar we zijn." „Niet meer dan een paar mijl van Odi- ham", zei Jim. „Wij zijn daarnet nog een mijlpaal voorbij gereden." .Jk wil er liever niet later dan half vijf aankomen", zei Lush weer. „Als ik tegen dien tijd aan kom zetten, is het best, maar als ik na kantoortijd kom, zal hij denken dat ik erg om geld verlegen zit en dat zou een flinke duit schelen. Dit geval moet beschouwd worden als een handelstransactie, begrijp je." „Zeg, kijk eens", zei Jim, op den band van het reservewiel drukkend. „Ik geloof dat dit lamme ding ook naar de maan is. Het is toch geen manier van doen om een auto in zoo'n conditie te verhuren." „Je hebt volkomen gelijk", beaamde Lush. „Ik herinner mij nu, dat de chauffeur mij verteld heeft, dat hij vanmorgen, op weg naar het hotel, een lekke band had en dat hij daarom zoo laat was. Zeg kerel, het spijt mij, maar ik zal het laatste stuk maar gaan loopen. Aan welken kant van ftet stadje zou dat buitenverblijf liggen?" „Ik zie, dat ze er het noodige gereed schap bij hebben gegeven", zie Jim, die on der de chauffeursplaats zocht. „Ik kan den band wel plakken, maar dat zal verduiveld veel tijd kosten. Wé zullen dien vent eens vragen waar New Court is. „Hèriep hij, toen een fietser met een blauw geëmail leerde bus die aan het stuur bengelde, na derbij kwam. De man stopte en hield daarbij een voet op den grond, blijkbaar gereed onmiddel lijk het hazenpad te kiezen, als de vreem delingen mochten blijken gevaarlijk te zijn. „Weet u soms waar New Court is?" vroeg Jim. „Eh?" zei de fietser. Jim herhaalde zijn vraag. „Nai", zei de fietser, die hierop onmid dellijk zijn onderbroken rit voortzette, waarbij de emaille bus tegen het frame van zijn stalen ros botste, totdat hij in de verte verdween. „Geen mensch op het platteland", zei Lush, „die ooit den naam van een huis kent, anders dan bij den achternaam van den voorlaatsten bewoner. „Zeer juist opgemerkt", zei Jim, „maar jammer genoeg geloof ik dat de tegen woordige bewoner zelf het huis heeft la ten bouwen." „Nou", zei Lush, „als dan de brieven besteller niet voorbij komt, zrjn wij in den aap gelogeerd." Doch gelukkig voor hen hoefden zij daar niet op te wachten, want juist op dat oogenblik verscheen een oud huurrijtuig om den hoek. Het voorste deel van het deksel of dak van dit ouderwetsche voertuig was opgeklapt, zoodat niet te zien was of er iemand in zat, doch in ieder geval zou de koetsier hen wel kunnen vertellen, wat zij wilden weten. „Hé riep Lush. Het was niet noodig te stoppen of zelfs maar het paard in te houden, want hoe wel het dier, zijn klaarblijkelijk hoogen leeftyd in aanmerking nemend, zijn voor- beenen op bewonderenswaardige wijze hoog ophief, liep hg zeker niet harder dan drie kilometer per uur. „Kunt u mg zeggen, waar New Court is?" vervolgde Lush. „Eh?" zei. de koetsier. Lush moest zgn vraag herhalen, waarop de koetsier met zijn zweep over de heg wees naar een punt, dat voor zijn onder vrager, die niet zoo'n verheven plaats in nam, onzichtbaar was. „Daar ginds", zei de koetsier in een dia lect, waarvoor nog geen geschikte pho- netische schrijfwijze gevonden is. „Hoe kom ik daar?" vroeg Lush. „Eerste hek links", antwoordde de koet sier. „Kijk maar waar ik in sla." „Dank u", zeiden Lush en Jim in koor en bleven kijken waar het rijtuig den hoofdweg zou verlaten. Toen het voorbij reed, keken beiden naar binnen, pe ach terste en gemakkelijkste zitplaats was leeg, maar op het kleine bankje, met haar rug naar den koetsier en daardoor beschut door het voorste deel van de kap, zat een vrouw. Haar keuze van zitplaats, die voor een man exentriek genoemd had kunnen worden, is voor vrouwen geenszins onge woon, wanneer zij bang zijn dat anders de elementen hun haar of hoed in wanorde zullen brengen. Weliswaar waren de ele menten op dezen dag zoo gunstig gestemd als maar mogelijk was, maar zóu dit oude vehikel ooit een vrachtje vervoerd hebben met een meer bewerkelijken hoofdtooi? Haar gelaatstrekken werden ten deele door een witte voile verborgen, doch daarboven reeds de kleurige vederdos van de een of andere zeldzame vogel in weelderigen over vloed, terwijl een groot aantal helkleurige krullen onder voile en hoed uitkwam en op artistieke'wijze losjes op haar achterhoofd gerangschikt waren. Het overige deel van haar toilet, voor zoover zichtbaar, was hiermede geheel in overeenstemming, en men mag wel aannemen, dat een meer on verwacht en wereldsch visioen zelden of nooit op een landweg zal zijn gezien. Jim en Lush, geheel hun'manieren ver getend, bleven met open mond het won der aanstaren, totdat het rijtuig plotseling linksaf sloeg, waardoor het visioen aan hun oog onttrokken werd. „Hierinschreeuwde de koetsier, met zgn zweep wijzend, terwijl hij om den hoek verdween. „Dank u", zei Jim. „Dat die ouwe bus van je net zijn achterpoot moest breken voor het huis waar wij naar zoeken. Als wij waren doorgereden naar Odiiiam, zou den wij hebben moeten terugkeeren. Ga nu maar en handel die zaak af, dan zal ik intusschen den band onder handen nemen. En als iemand soms mocht vragen, zou uw chauffeur niet iets willen drinken? denk er dan om, dat je het aanbod niet afslaat. Nu, wat scheelt er aan?" voegde hij er aan toe, daar Lush geen aanstalten maakte om te vertrekken. „Zenuwachtig?" „Neen", zei Lush. „Ik dacht aan dat vreemdsoortige schepsel, dat ons zoo juist voorbijreed." „Dat zal de nieuwe keukenmeid geweest zijn", meende Jim. „Je zult haar aan stonds wel weer tegenkomen, met een maandsalaris" „Geen koffer", zei Lush laconiek. „Waarschijnlijk verloren", zei Jim. „Dat doen ze gewoonlijk." „Die kleeren waren afschuwelijk", zei Lush, „maar ze hebben geld gekost. Dat kon ik wel zien." „Nou. dan geef ik het op", antwoordde Jim. „Maar het is eigenaardig, dat ik het gevoel heb, haar al eens eerder gezien te hebben." „Dat moet je toch weten", zei Lush. „Als je zoo'n vrouw eens gezien hebt, ver geet je dat nooit weer." „Maar misschien was zij tóén anders gekleed", antwoordde Jim, en daar verde re discussie waarschijnlijk toch geen resul taat zou opleveren, stapten zij van het onderwerp af. „Wel, het doet er ook niets toe", zei Lush. „Ik zal nu maar gaan. Geef mij je zegen." „Geen instructies?" vroeg Jim. „Neen", zei Lush. „Ik denk dat ik terug zal zijn, voor jij met dien band klaar bent. Als ik na een uur nog geen resultaat be reikt heb, zal ik je bericht sturen." „Uitstekend mijnheer", zei Jim, salu eerde met een grooten schroefsleutel, dien hij in de hand had, en zich direct daarop afvragend, of dit soort aardigheid door zijn ex-kamerdienaar niet als een mis plaatste grap beschouwd zou worden. Hij. hoefde zich hierover echter geen gewe tensbezwaren te maken, daar Lush sléchts geamuseerd grinnikte en zich op weg be gaf. „Zie ik er netjes uit?" riep hij, toen hij den hoek bereikt had, waar hij den hoofd- wèg moest verlaten. „Prachtig," schreeuwde Jim terug, met het handvat van den crick een enthou siaste aanmoediging wuivend. Het volgende oogenblik was Lush uit het gezicht verdwenen. m. Er volgde een warm en inspannend half uurtje voor Jim, die in dien tijd zijn jas en vest uittrok, zgn hemdsmouwen op rolde, de achteras van den wagen opcrikte en daarna aan den arbeid toog met band afnemers en sleutels en het overige toebe- hooren, dat onafscheidelijk met de repa ratie van een lekken band verbonden is. Gelukkig bleef hem de gebruikelijke kring van toeschouwers bespaard en hg zou zeker niet zoo fortuinlijk in dit op zicht zijn geweest, als hij dit karweitje in een stad of dorp had moeten doen, want ofschoon hij zich op een hoofdverkeers weg bevond, bestonden de eenige getuigen van zrjn gezwoeg uit de Inzittenden van verschillende gemotoriseerde of door paar den getrokken voertuigen, die geen van allen het de moeite waard achtten hun reis te onderbreken om een warm en stoffig jongmensch met de attributen van het chauffeursberoep te zien worstelen. ÏWordt vervolgcfc)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5