DE LOONSVERBETERING VAN HET
RIJKSPERSONEEL.
WAT NU?
Tweede blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Woensdag 15 Januari 1941
Kroniek van den dag
Neutraliteit op de helling.
Op het vraagstuk, hoe levensrecht en
volkerenrecht met elkander in overeen
stemming zijn te brengen worden heftige
discussies gevoerd. Daarvoor is het nu
eenmaal oorlog, waarin er behalve de
oorlogvoerenden ook nog neutralen zijn.
Deze°neutralen, zij zijn dat bij de gratie
der oorlogvoerenden en zij verkeeren daar-
dpor in een allesbehalve benijdenswaardige
positie. Zij kunnen er toch op rekenen, dat
htm neutraliteitsthese wordt aangevoch
ten en dat de neutraliteitspolitiek reeds bij
voorbaat kan geacht worden in discrediet
te zijn bij een der oorlogvoerende partijen
of bij allen. Naarmate de oorlog vordert,
wordt <te positie der neutralen er niet
eenvoudiger op, hetzij doordat zij huns
ondanks in het blokkade-systeem worden
betrokken, hetzij hun neutraliteit door
overvliegende vijandelijke vliegtuigen
wordt geschonden.
In een zoodanige positie verkeert op dit
oogenblik Portugal. De aandacht werd
daarop gevestigd door een redevoering
van den secretaris van het Portugeesche
ministerie van koloniën, betoogend, dat
Engeland op het oogenblik voor zijn be
staan vecht en de blokkade heeft inge
steld, waarbij het principieel voor den
Portugeeschen vriend geen uitzonderingen
kan maken. Portugal kan slechts aan
Engeland verzoeken voor de Portugeesche
belangen begrip te toonen en daaraan geen
noodelooze moeilijkheden in den weg te
leggen.
Voor een neutraal land is een dergelijk
standpunt op zijn zachtst gezegd aan
vechtbaar, omdat Portugal daardoor af
stand doet van het recht der neutralen op
volstrekte en effectieve eerbiediging van
zijn neutraliteit. De verklaringen van
dezen officieelen zegsman ondermijnen de
neutraliteitsopvattingen en daarmede
komt dan ooit het neutraliteitsbeginsel op
de helling. Zij luiden mede het einde van
het beginsel der vrije zee in.
Blokkade moet in neutrale landen pro
test uitlokken, omdat zg een aanslag
vormt op de heiligste goederen. Ook in ons
land bleven de protesten niet uit het
was de consequentie van een bewuste
neutraliteitspolitiek.
Geenszins is het zoo, dat een oorlog
voerende op grond van zyn vermeende
oorlogsrechten de neutralen kan ringel-
ooren naar believen, ook al heeft men in
de 18e eeuw zoodanige opvattingen in En
geland gehuldigd. Voor den neutralen
staat in dezen tijd zrjn deze stellingen
zonder meer verwerpelijk en daarom doet
deze Portugeesche knieval voor Engeland
ietwat zonderling aan. Neutraliteit is ook
een vorm van oorlogvoering;- zq veroor
looft den beoefenaar ervan niet, zich
heimelijk te vereenzelvigen met de opvat
tingen van een der oorlogvoerenden,
noch gedoogt zij, dat een neutrale staat
poogt van beide wallen te eten, gelijk
Noorwegen tot zijn schade moest ervaren.
Het Hbld., dat aan het blokkade-stelsel
een beschouwing wijdt, schrijft te dien
aanzien o.m.
„De gevolgen van. deze wijze van oor
logvoering zien wij thans duidelijk. Cham
berlain zeide bij het begin van oorlog, dat
deze geheel anders zou zijn dan vroegere
oorlogen, omdat men thans een geheel con
tinent zou blokkeeren. Die blokkade wordt
echter doorkruist door het systeem van
navicerts, afgegeven door een Brit-
schen consulairen ambtenaar in de neu
trale haven van vertrek, welk certificaat
dan de lading dekt, en is dus niet effec
tief in den zin van het volkerenrecht,
dat een volkomen afsluiting door station-
neerende oorlogsschepen eischt. Evenwel
laat Engeland thans totaal geen goederen
meer toe naa. het Europeesche continent,
met uitzondering van zeer beperkte hoe
veelheden voor Zweden, Zwitser
land, Spanje en Portugal,
teneinde te voorkomen dat anders zulke
goederen uiteindelijk aan Duitschland ten
goede zouden komen. Zelfs de vroegere
bondgenoot van Frankrijk valt onder deze
blokkade. Naar men zich herinnert, heeft
de regeering van Vichy eenigen tijd ge
leden tot Washington het verzoek gericht
om levensmiddelen te leveren, ter leniging
van den voedselnood in Frankrijk. C o r-
d e 1 1 Huil, de Amerikaansche minis-
De Dultschers in de
Oostzeestaten.
Als uitvloeisel van het op 10 Januari
gesloten Duitsch-Russische accoord be
treffende een nieuwe verhuizing van
Volksduitschers zullen de geheele Duit-
sche volksgroep uit Litauen, die rond
45.000 menschen omvat, en de rest der in
het najaar van 1939 in Estland en Letland
achtergebleven Volksduitschers, ten ge
tale van 12.000, naar het Duitsche rijk
terugkeeren. Nadat deze verhuizing haar
beslag heeft gekregen, zullen bijna een
half millioen Volksduitschers naar het
Groot Duitsche Rijk teruggebracht zijn.
Brazilië weigert ontscheping van
Joodsche emigranten.
Het Japansche s.s. „Montevideo Maru"
wordt in de haven van Rio de Janeiro door
de politie bewaakt Het heeft talrijke uit
Europa gevluchte Joden aan boord, wier
ontscheping door de Braziliaansche auto
riteiten geweigerd werd, daar zij geen
visum bezitten en van valsche passen voor
zien zgn. De „Motevideo Maru" heeft
schipbreukelingen aan boord van een voor
Zuid-Afrika tot zinken gebracht Engelsch
schip.
SPAANSCH SCHIP VERGAAN.
Uit Vigo meldt het D.N.B. Volgens be
richten uit Casablanca heeft het te Vigo
thuis behoorende Spaansche stoomschip
„Gabrie1 Garcia" voor de Marokkaansche
kust schipbreuk geleden. Van de veertien
leden der bemanning worden er tot dusver
drie als vermist opgegeven. Het schip, dat
bij het visschen door den storm verrast
werd en zich niet meer in veiligheid kon
brengen, is gezonken.
ter van buitenlandsche zak^n, met wien
deze besprekingen werden gevoerd, stond
niet onwelwillend tegenover deze leverin
gen, maar Engeland heeft zich er tegen
verzet, zooals ook bleek uit een dezer
dagen gehouden rede van Dalton,
den Britschen arbeidsleider en lid van het
oorlogskabinet. Deze verklaarde dat op
verzoek van president Roosevelt de Brit-
sche regeering besloten had, zekere goede
ren toe te laten tot onbezet Frankrijk, n.l.
vitamine-praeparaten, gecondenseerde melk
en kleeren, voor zuigelingen, welke artike
len door ademen van het Amerikaansche
Roode Kruis z allen worden gedistribueerd.
De blokkade dat blijkt hieruit geldt
dus niet alleen het bezette Fransche
gebied, doch ook het onbezette.
De gevolgen van de blokkade voor
Frankrijk 'blijken uit de uiteenzetting,
welke de Fransche regeering onlangs heeft
gepubliceerd, en waarin wordt betoogd,
dat Frankrijk' langs het zeefront, zich uit
strekkende van Duinkerken tot aan Biar
ritz, niets meer van overzee .ontvangt. De
havens aan de Middellandsche Zee krijgen
nog wel iets uit het koloniale rijk, doch dit
is onvoldoende in verhouding tot de Fran
sche behoeften en tot den vroegeren invoer
die in 1938 bijna 6 millioen ton levensmid
delen en 39 millioen grondstoffen be
droeg.
Er dient voorts op te worden gewezen,
dat de blokkade op den duur een wapen is,
dat zich ook tegen de hanteerders en'an
keert. Zulks ondervindt ook Engeland,
waar reeds tal van maatregelen moesten
worden genomen, om aan de moeilijkheden
van de voedselvoorziening en van de in-
dustrieele ravitailleering het hoofd te bie
den.
Sterker dan het betoog van den Portu
geeschen minister spreken de feiten, die in
tal van landen aanwijsbaar zijn. Feiten,
welke een gevolg zijn van een stillegging
der onomische activiteit, ook in niet-
oorlog\ oerende landen. Waar die economi
sche activiteit werd opgevoerd staat men
voor een kunstmatig proces, dat geenszins
een getrouwe afspiegeling van het totale
wereldbeeld kan worden geacht.
Want dit wereldbeeld vertoont slechts
een algemeene verarming, waarbij allen ten
slotte in het gedrang komen. Dat is het
trieste perspectief van dezen oorlog.
K0N0JE OVER DE GEVAAR
LIJKE POSITIE VAN JAPAN.
De eerste minister van Japan, prins
Konoje heeft het woord gericht tot ruim
70 vertegenwoordigers vaii het Lagerhuis
in de eerste bijeenkomst van een gemeen
schappelijke conferentie van vier dagen
tusschen de leiders der regeering en de
vertegenwoordigers van het parlement, de
pers, financieele en industrieele kringen.
Strevende naar samenwerking der aanwe
zigen met de regeering in het bewijzen
van nationale diensten aan den staat om
door de crisisperiode heen te komen, sprak
Konoje uitvoerig over de ontwikkeling van
den internationalen toestand na de slui
ting van het Driemogendhedenpact tus
schen Japan, Duitschland en Italië. Tevens
wijdde hij aandacht aan de Engelsch-Ame-
rikaansche houding jegens Japan en China,
de betrekkingen tusschen Japan en de
Sovjet-Unie, de erkenning door Japan van
de Nanking-regeering, den weerstand van
het regime van Tsjoengking tegen Japan,
den opbouw van een geheel van gemeen
schappelijke welvaart in een grooter Oost-
Azië, en aan de problemen betreffende
Fransch Indo-Chïna en Ned.-Indië.
Bij zijn schets van den internationalen
toestand heeft Konoje, volgens Domei,
den nadruk gelegd op het gevaar van een
de wereld omspannende verstoring, welke
dreigt door den toenemenden druk op
Japan van den kant van de Vereenigde
Staten en ook door de krachtige Ame
rikaansche hulp aan Engeland en het
Tsjoengkingregime. Konoje maakte van
de gelegenheid gebruik om opheldering te
geven omtrent de leidraad van de buiten
landsche politiek.
De Zweedsche pers over de
Engelsche luchtaanvallen.
DUITSCHE PERS OEFENT CRITIEK UIT
De Berliner Börsenzeitung richt zich op
scherpen toon tegen een bericht van den
Londenschen correspondent van het te
Stockholm verschijnende dagblad „Afton-
bladet". Deze Zweedsche journalist had zrjn
blad gemeld, dat de laatste Engelsche aan
vallen op de Fransche Kanaalhavens bewe
zen hebben, dat het Britsche en het Duit
sche luchtwapen op het punt staan hun
rollen om te keeren. De Engelsche oorlog
voering in de lucht heeft, volgens dezen
correspondent, met den aanval op Calais,
Boulogne en Duinkerken bewijs geleverd
van haar offensieven geest. De correspon
dent geeft ten slotte de meening te ken
nen, dat een afnemen der Duitsche aan
vallen kan worden opgemerkt.
De Börsenzeitung wijst den Zweedschen
journalist er op, dat hij zich op grond van
de Duitsche weermachtberichten gemakke
lijk zou hebben kunnen oriënteeren ten aan
zien van den waren stand van zaken. De
feiten zijn aldus, dat de aanval van de
Royal Air Force op de door de Duitsche
troepen bezette kustgebieden door de Duit
sche jagers en het luchtafweergeschut ter
stond werd verijdeld. Na het verlies van
negen machines werdén de Engelschen ge
dwongen om te keeren, zonder dat zij ook
maar de mogelijkheid hadden gehad tot
.welgericht neerwerpen van bommen.
Dat DUitschlands strijd om leven en vrij
heid slechts weinig begrip vindt in de
Zweedsche pers, aldus gaat de Börsen
zeitung verder, kan verdragen worden.
Maar dat in de Zweedsche pers voortdu
rend pogingen worden gedaan om de Brit
sche leugenpropaganda op de been te hel
pen, is een zaak van ernstiger aard. Men
begeeft zich in Stockholm daarmede bui
ten de zóne der neutraliteit op een gebied,
waar de wetten van den strijd heerschen,
waar niets vergeven en vergeten en waar
iedere op Duitschland gedoelde steek met
krachtige slagen vergoldenwordt. In ieder
geval spreekt uit dergelijke leugenberich-
ten een fundamenteele houding tegen
Duitschland, die niet te onderscheiden is
van vijandigheid. Zij, die zich in het neu
trale Stockholm inspannen om tusschen
hun land .en het Duitsche Rijk, en daar
mede ook het vasteland, een kloof te doen
ontstaan, moeten niet de dwaze meening
krijgen, dat deze kloof ooit breed genoeg
zou kunnen zijn om reacties op zoo drieste
tendentieuze leugens als die van „Afton-
bladet" te verhinderen.
Zij draagt het karakter van duurtebijslag.
De persdienst van het N.V.V. meldt
In het verordeningenblad voor het bezette
Nederlandsche gebied wordt afgekondigd
de verordenjng van den Rijkscommissaris,
d.d. 13 Januari 1941, waarbij voor de lagere
groepen rijkspersoneel een loonsverbetering
is vastgesteld.
Deze beschikking luidt als volgt
Artikel 1. Met ingang van 1 December 1940
■wordt aan het gehuwde rijkspersoneel in vasten
en tijdelijken dienst of op arbeidsovereenkomst
naar burgerlijk recht werkzaam, een «JdeluKe
toelage verleend van zes ten honderd van ae
bruto-wedde of het bruto-loon, voor zoover ae
bruto-wedde of het bruto-loon. vermeerderd met
deze toelage een bedrag van 1900 s jaars niet
overschrijdt. Het bovenstaande is niet van toe
passing, wanneer ingevolge een algemeene loons-
verhooglng na SI December 19S7 de wedde of
het loon van vorenbedoeld rijkspersoneel is
verhoogd.
Artikel 2. Met ingang van 1 Januari 1941
wordt, bij wijze van tijdelijken maatregel, het
minimum-bedrag van de kindertoelage, bedoeld
in artikel 21, eerste lid, onder a. en in artikel
24, zevende lid, van het bezoldigingsbesluit bur
gerlijke rijksambtenaren 1934, van 60 's jaars,
1.15 per week of 5 per maand, per kind opge
voerd tot 75 's jaars, 1.45 per week of 6.25
per maand per kind.
Deze loonsverbetering draagt het karak
ter van duurtebijslag en door den getroffen
maatregel is eenige leniging gebracht in
den noodtoestand, welke onder het rijks
personeel en in het bijzonder onder de la
gere groepen, heerscht.
Meer dan aan het groote publiek bekend
is, heeft het ambtenarencorps in den loop
der jaren offers moeten brengen als gevolg
van den nood van de schatkist. Om maar
bij het jaar 1934 te beginnen, werden alle
wedden en toelagen van het bezoldigings
besluit 1928 met 10 procent verlaagd, en
bovendien werd het pensioenverhaal voor
eigen pensioen gebracht van 3 procent op
é/2 procent, zoodat de pensioenpremie in
totaal bedroeg 10 procent. Voorts werd
voor de ongehuwden het salaris beperkt
tot 90 procent van het maximum, terwijl
de 3 procent doorloopende korting bleef
gehandhaafd. Met ingang van 1 Juli 1935
werd voor de zgn. maand- en weeklooners
een verscherpte standplaats-regeling inge
voerd door de toevoeging van een vierde
klas standplaats. Voor de 4e klassers betee-
kende dat een extra verlaging van 6
Met ingang van 1 Januari 1936 werden
alle volgens het bezoldigingsbesluit 1934
toegekende of toe te kennen wedden, toe
lagen, inhoudingen, periodieke verhoogin
gen, enz. nogmaals verminderd met 5
Deze salarisverlaging van 1936 was, naar
destijds door de regeering in de memorie
van toelichting werd medegedeeld, te be
schouwen als tijdelijke maatregel en om
in den nood der schatkist te voorzien. De
depreciatie van den gulden maakte dezen
zgn. tijdelijken maatregel voor het lagere
personeel bijzonder moeilijk te dragen. In
bepaalde categorieën heerscht dan ook
ongetwijfeld bitteren nood.
Bij „salarissen" van 60, 70 en 80
per maand, die bij het rijk geen zeldzaam
heid vormen, is het vooral in de huidige
tijdsomstandigheden niet mogelijk een ge
zin naar behooren te onderhouden. De tot
stand gekomen loonsverbetering wordt
door het N.V.V. dan ook ten zeerste toege
juicht, mede wijl de tegemoetkoming aan
den nood der lagere groepen de eerste
stap vormt op den weg naar herstel van
het salaris-onrecht het overheidspersoneel
door de vorige regeering aangedaan.
Het spreekt vanzelf, dat de getroffen
maatregel nog niet afdoende is om het
salaris der laagstbezoldigde groepen en der
ongehuwde ambtenaren weder op een be
hoorlijk peil te brengen. Men moet echter
bedenken, dat thans tengevolge van den
oorlog; door iedereen offers moeten worden
gebracht, dus ook door het overheidsper
soneel. Mede daarom is het niet zonder
meer mogelijk om het oude onrecht met
één slag te herstellen.
Niettemin hoopt de bij het N.V.V. aan
gesloten Ambtenaarsbond, dat het hem
met den kraehtdadigen steun van de lei
ding van het N.V.V. zal gelukken in de
naaste toekomst een verdere verbetering
in de positie van het overheidspersoneel
tot stand te kunnen brengen.
SALARISSEN TUSSCHEN 1792 EN
1899 WORDEN 1900.
Het Vad. geeft nog de volgende toelich
ting op de beschikking over tijdelijke toe
lagen voor het rijkspersoneel en verhoo
ging van het minimum van de kinder
toelage;
Op alle salarissen beneden een bepaalde
grens de grens blijkt bij berekening te
liggen op 1792 van gehuwde ambte
naren wordt een tijdelijke toelage verleend
van 6 procent. Hierbij mag salaris plus
toelage het maximum van 1900 niet te
boven gaan. Wie bijv. 1500 verdient,
krijgt 1590, wie 1792 verdient, precies
1900, wie 1793, 1800, 1850, 1890
enz. verdient, ook 1900.
Onder de regeling vallen b.v. alle ar
beiders, postbestellers, de arbeidscontrac
tanten, de schrijvers en van de hoogere
rangen allen die een aanvangssalaris ont
vangen, dat lager is dan 1900.
De toelage is tijdelijk. Voor het oogen
blik beteekent dit, dat er geen pensioen
aftrek af gaat. De beschikking spreekt van
bruto-loon en bruto-wedde. Wat men hier
onder dient te verstaan, zal een uitvoe
ringsregeling, te denken valt o.a. aan
standplaatsenaftrek uitgaande van het
departement van hinnenlandsche zaken
uitmaken. Naar wij vernemen ligt de des
betreffende circulaire ten departemente
reeds voor de verzending gereed. O.a. zal
men bij de berekening pensioenaftrek hièt
van het salaris aftrekken.
Wat betreft de kindertoelage het volgen
de. Hiervan hebben voordeel zij die minder
dan 2500 verdienen. Boven deze grens
was er reeds een toelage van 75, of
meer; daar onder is dus thans een tijdelijk
minimum gesteld van 75.
EXPRESSE BESTELLINGEN.
Voor België en het neutrale buitenland
toegestaan.
Met ingang van gisteren is tusschen
Nederland en België, alsmede tusschen
Nederland en het neutrale ^buitenland, bij
gewone en aangeteekende briefzendingen
van eiken aard, behalve postpakketten, ook
de expressebestelling toegelaten.
Uitbreiding buiten-Europeesch
luchtpostverkeer.
Voor de verzending van luchtpostcor
respondentie van Nederland uit wordt tot
nog toe van twee buiten-Europeesche
luchtpostverbindingen gebruik gemaakt,
n.l. LissabonNew-York (men adresseere
per transatlantische luchtdienst Lissabon
New-York en RomeRio de Janeiro
(adresseer per Italiaanschen lucht
dienst zij geschiedt dus alleen naar
Amerikaansche bestemmingen.
Aan dit buiten-Europeesch luchtpostver
keer wordt thans eenige uitbreiding gege
ven, en wel naar de volgende bestemmin
gen: Angola, Mozambique en Portugeesch
Guinea (tot Lissabon door de lucht, ver
der per boot), de Canarische eilanden
(luchtvervoer tusschen Madrid en Las
Palmas), Italiaansch Oost-Afrika en Lybië
(Tripolis en Cyrenaica), Marokko (Spaan
sche zóne) en tenslotte naar Iran en het
Aziatisch gedeelte der Sovjet-jepublielcen
(tot Moskou door de lucht).
Luchtpostcorrespondentie voor deze be
stemmingen moet gefrankeerd zijn met
het hiervoor vastgestelde extra luchtrecht
en voorzien zijn van de aanduiding: per
luchtpost, par avion. Deze corresponden
tie wordt dagelijks door Nederland aan
Duitschland uitgewisseld. Over den over-
komstduur naar de verschillende bestem
mingen kan echter niets worden medege
deeld. Inlichtingen inzake de luchtrechten
geven de postkantoren.
Door DENIS MACKAIL.
38)
„Nu, ik zal je zooveel mogelijk helpen.
Maar ik moet mijn handen en gezicht niet
vol olie en stof krijgen, als ik een behoor
lijk bedrag van sir Adolf hoop te ontvan
gen. Ik zou wel eens willen weten, waar
we zijn."
„Niet meer dan een paar mijl van Odi-
ham", zei Jim. „Wij zijn daarnet nog een
mijlpaal voorbij gereden."
.Jk wil er liever niet later dan half vijf
aankomen", zei Lush weer.
„Als ik tegen dien tijd aan kom zetten,
is het best, maar als ik na kantoortijd
kom, zal hij denken dat ik erg om geld
verlegen zit en dat zou een flinke duit
schelen. Dit geval moet beschouwd worden
als een handelstransactie, begrijp je."
„Zeg, kijk eens", zei Jim, op den band
van het reservewiel drukkend. „Ik geloof
dat dit lamme ding ook naar de maan is.
Het is toch geen manier van doen om een
auto in zoo'n conditie te verhuren."
„Je hebt volkomen gelijk", beaamde
Lush. „Ik herinner mij nu, dat de chauffeur
mij verteld heeft, dat hij vanmorgen, op
weg naar het hotel, een lekke band had en
dat hij daarom zoo laat was. Zeg kerel,
het spijt mij, maar ik zal het laatste stuk
maar gaan loopen. Aan welken kant van
ftet stadje zou dat buitenverblijf liggen?"
„Ik zie, dat ze er het noodige gereed
schap bij hebben gegeven", zie Jim, die on
der de chauffeursplaats zocht. „Ik kan den
band wel plakken, maar dat zal verduiveld
veel tijd kosten. Wé zullen dien vent eens
vragen waar New Court is. „Hèriep
hij, toen een fietser met een blauw geëmail
leerde bus die aan het stuur bengelde, na
derbij kwam.
De man stopte en hield daarbij een voet
op den grond, blijkbaar gereed onmiddel
lijk het hazenpad te kiezen, als de vreem
delingen mochten blijken gevaarlijk te zijn.
„Weet u soms waar New Court is?"
vroeg Jim.
„Eh?" zei de fietser.
Jim herhaalde zijn vraag.
„Nai", zei de fietser, die hierop onmid
dellijk zijn onderbroken rit voortzette,
waarbij de emaille bus tegen het frame
van zijn stalen ros botste, totdat hij in
de verte verdween.
„Geen mensch op het platteland", zei
Lush, „die ooit den naam van een huis
kent, anders dan bij den achternaam van
den voorlaatsten bewoner.
„Zeer juist opgemerkt", zei Jim, „maar
jammer genoeg geloof ik dat de tegen
woordige bewoner zelf het huis heeft la
ten bouwen."
„Nou", zei Lush, „als dan de brieven
besteller niet voorbij komt, zrjn wij in den
aap gelogeerd."
Doch gelukkig voor hen hoefden zij daar
niet op te wachten, want juist op dat
oogenblik verscheen een oud huurrijtuig om
den hoek. Het voorste deel van het deksel
of dak van dit ouderwetsche voertuig was
opgeklapt, zoodat niet te zien was of er
iemand in zat, doch in ieder geval zou de
koetsier hen wel kunnen vertellen, wat zij
wilden weten.
„Hé riep Lush.
Het was niet noodig te stoppen of zelfs
maar het paard in te houden, want hoe
wel het dier, zijn klaarblijkelijk hoogen
leeftyd in aanmerking nemend, zijn voor-
beenen op bewonderenswaardige wijze
hoog ophief, liep hg zeker niet harder dan
drie kilometer per uur.
„Kunt u mg zeggen, waar New Court
is?" vervolgde Lush.
„Eh?" zei. de koetsier.
Lush moest zgn vraag herhalen, waarop
de koetsier met zijn zweep over de heg
wees naar een punt, dat voor zijn onder
vrager, die niet zoo'n verheven plaats in
nam, onzichtbaar was.
„Daar ginds", zei de koetsier in een dia
lect, waarvoor nog geen geschikte pho-
netische schrijfwijze gevonden is.
„Hoe kom ik daar?" vroeg Lush.
„Eerste hek links", antwoordde de koet
sier. „Kijk maar waar ik in sla."
„Dank u", zeiden Lush en Jim in koor
en bleven kijken waar het rijtuig den
hoofdweg zou verlaten. Toen het voorbij
reed, keken beiden naar binnen, pe ach
terste en gemakkelijkste zitplaats was
leeg, maar op het kleine bankje, met haar
rug naar den koetsier en daardoor beschut
door het voorste deel van de kap, zat een
vrouw. Haar keuze van zitplaats, die voor
een man exentriek genoemd had kunnen
worden, is voor vrouwen geenszins onge
woon, wanneer zij bang zijn dat anders de
elementen hun haar of hoed in wanorde
zullen brengen. Weliswaar waren de ele
menten op dezen dag zoo gunstig gestemd
als maar mogelijk was, maar zóu dit oude
vehikel ooit een vrachtje vervoerd hebben
met een meer bewerkelijken hoofdtooi?
Haar gelaatstrekken werden ten deele door
een witte voile verborgen, doch daarboven
reeds de kleurige vederdos van de een of
andere zeldzame vogel in weelderigen over
vloed, terwijl een groot aantal helkleurige
krullen onder voile en hoed uitkwam en op
artistieke'wijze losjes op haar achterhoofd
gerangschikt waren. Het overige deel van
haar toilet, voor zoover zichtbaar, was
hiermede geheel in overeenstemming, en
men mag wel aannemen, dat een meer on
verwacht en wereldsch visioen zelden of
nooit op een landweg zal zijn gezien.
Jim en Lush, geheel hun'manieren ver
getend, bleven met open mond het won
der aanstaren, totdat het rijtuig plotseling
linksaf sloeg, waardoor het visioen aan
hun oog onttrokken werd.
„Hierinschreeuwde de koetsier, met
zgn zweep wijzend, terwijl hij om den hoek
verdween.
„Dank u", zei Jim. „Dat die ouwe bus
van je net zijn achterpoot moest breken
voor het huis waar wij naar zoeken. Als
wij waren doorgereden naar Odiiiam, zou
den wij hebben moeten terugkeeren. Ga nu
maar en handel die zaak af, dan zal ik
intusschen den band onder handen nemen.
En als iemand soms mocht vragen, zou
uw chauffeur niet iets willen drinken?
denk er dan om, dat je het aanbod niet
afslaat. Nu, wat scheelt er aan?" voegde
hij er aan toe, daar Lush geen aanstalten
maakte om te vertrekken. „Zenuwachtig?"
„Neen", zei Lush. „Ik dacht aan dat
vreemdsoortige schepsel, dat ons zoo juist
voorbijreed."
„Dat zal de nieuwe keukenmeid geweest
zijn", meende Jim. „Je zult haar aan
stonds wel weer tegenkomen, met een
maandsalaris"
„Geen koffer", zei Lush laconiek.
„Waarschijnlijk verloren", zei Jim. „Dat
doen ze gewoonlijk."
„Die kleeren waren afschuwelijk", zei
Lush, „maar ze hebben geld gekost. Dat
kon ik wel zien."
„Nou. dan geef ik het op", antwoordde
Jim. „Maar het is eigenaardig, dat ik het
gevoel heb, haar al eens eerder gezien te
hebben."
„Dat moet je toch weten", zei Lush.
„Als je zoo'n vrouw eens gezien hebt, ver
geet je dat nooit weer."
„Maar misschien was zij tóén anders
gekleed", antwoordde Jim, en daar verde
re discussie waarschijnlijk toch geen resul
taat zou opleveren, stapten zij van het
onderwerp af.
„Wel, het doet er ook niets toe", zei
Lush. „Ik zal nu maar gaan. Geef mij je
zegen."
„Geen instructies?" vroeg Jim.
„Neen", zei Lush. „Ik denk dat ik terug
zal zijn, voor jij met dien band klaar bent.
Als ik na een uur nog geen resultaat be
reikt heb, zal ik je bericht sturen."
„Uitstekend mijnheer", zei Jim, salu
eerde met een grooten schroefsleutel, dien
hij in de hand had, en zich direct daarop
afvragend, of dit soort aardigheid door
zijn ex-kamerdienaar niet als een mis
plaatste grap beschouwd zou worden. Hij.
hoefde zich hierover echter geen gewe
tensbezwaren te maken, daar Lush sléchts
geamuseerd grinnikte en zich op weg be
gaf.
„Zie ik er netjes uit?" riep hij, toen hij
den hoek bereikt had, waar hij den hoofd-
wèg moest verlaten.
„Prachtig," schreeuwde Jim terug, met
het handvat van den crick een enthou
siaste aanmoediging wuivend.
Het volgende oogenblik was Lush uit
het gezicht verdwenen.
m.
Er volgde een warm en inspannend half
uurtje voor Jim, die in dien tijd zijn jas
en vest uittrok, zgn hemdsmouwen op
rolde, de achteras van den wagen opcrikte
en daarna aan den arbeid toog met band
afnemers en sleutels en het overige toebe-
hooren, dat onafscheidelijk met de repa
ratie van een lekken band verbonden is.
Gelukkig bleef hem de gebruikelijke
kring van toeschouwers bespaard en hg
zou zeker niet zoo fortuinlijk in dit op
zicht zijn geweest, als hij dit karweitje in
een stad of dorp had moeten doen, want
ofschoon hij zich op een hoofdverkeers
weg bevond, bestonden de eenige getuigen
van zrjn gezwoeg uit de Inzittenden van
verschillende gemotoriseerde of door paar
den getrokken voertuigen, die geen van
allen het de moeite waard achtten hun reis
te onderbreken om een warm en stoffig
jongmensch met de attributen van het
chauffeursberoep te zien worstelen.
ÏWordt vervolgcfc)