Schrijfmachines schaatsen GEPELD STRANDVONDERIJ. Gas- en Electriciteits- r®rsfs@@[T0©©riii3g« TRIUMPH L. VAN SPAÜRENTAK de Fa, W. P. 1ALJERS 0HS ATELIER! Orkest- en Tooneelvereeniging „Kunstvrienden" - Ooes. v JADg 0_j TEMIVIE AANBESTEDING. Fa„ Meliié en SCunst Heden ontsliep in vollen vrede, tot onze diepe droef heid, na een kortstondige ziekte, onze geliefde Vader, Behuwd-, Groot- en Over grootvader, Broeder, Be- huwdbroeder, Oom en Neef, WILLEM CORNELIS TAZELAAR, Weduwnaar van Anna Elisabeth Landman, in den ouderdom van ruim 70 jaar. Mede namens de Familie: Middelburg: P. A. TAZELAAR. P. TAZELAAR— LOUWERSE. N.O.I: - H. A. TAZELAAR. A. TAZELAAR VERKOUTEREN.' Dordrecht: A. H. J. A. v. d. LINDE— TAZELAAR. A. v. d. LINDE. Buenos Aires W. C. TAZELAAR. B. TAZELAAR— v. d. BERG. Penang: E. j. j. J. TAZELAAR. M. TAZELAAR— GEURINK. Kleinkinderen en Achterkleinkind. Dordrecht, 23 Dec. 1940. Henriette Ronnerstraat 2. Liefst geen bezoek. ATTENTIE. Eersten Kerstdag 10.30, n.m. 2.30; tweeden Kerstdag 10.30, hoopt voor de Gemeente der Chr. Geref. Kerk te Middelburg voor te gaan Cand. M. JONKER van Zierikzee. De Burgemeester-strandvonder van RITTHEM is voornemens Maandag 30 December 1940, des namiddags 2 uur, in de Dorps straat te Ritthem, publiek contant te verkoopen EEN VAT, Inhoudende ongeveer 203 k.g. rithographie vamish (standolie) Fabrikaat Pieter Schoen Zoon, Zaandam. Als koopers komen in aanmer king degenen, die in het bezit zijn van de vereischte toewij zingsbon (nen) en/of rantsoenbon (nen) voor het geheele of een gedeeltelijk kwantum. Ritthem, 24 December 1940. De Burgemeester-strandvonder voornoemd, P. DANIELSE. Ondergeteekende deelt hierbij mede, dat iedere verbruiker omtrent deze rantsoeneering, welke ingaat na de meter- opname in Januari 1941, tevoren de noodige gegevens zal ontvangen. De Directeur der Gemeente Bedrijven, B. C. ROETERS VAN LENNEP. ®e beste methea CONTINENTAL TRIUMPH en JLYMPIA en... nog laag in prijs K&NTOORWiaCHINEH&MOEL Koodwinkel Houfkade 60 Middelburg Brandewijn. Jenever, Cognac, Advocaat, Bissehopwp, Port, Vermouth en Vruchtenwijn Dam 36, Middelburg, Tel. 567 is den len en 2en Kerstdag v. d. BOUDT'S F0T0HAIDEL, JOHN MERK NEDERSIRAAT 29-31 MIDDELBURG UITVOERING op DONDERDAG 26 DECEMBER a.s. (2e Kerstdag), des namiddags 6.30 uur, in de Schouwburgzaal „De Prins van Oranje" te Goes. Opvoering van: „OP 'T KANTJE AF", Komedie in 3 bedrijven door JAN FABR1C1US. De pauze's worden verzorgd door de Accordeon-afdeeling. Entrée 0.75 p. p. pl. bel. Plaatsbespreking aan de zaal of tel. 2463. Na afloop Bal, te verzorgen door „The New Rythm Players".. "Renauiod? Een electrische ventilator brengt uitkomst. Vooral nu de huizen af gesloten en ver duisterd zijn. Bijzonder handig, zeer zuinig. Lange Noordstr. 47, Middelburg, Tel 757 - tegenover Postkantoor. Leger des Hells, Vllsslngen Bezoekt 1ste Kerstmorgen onze KERSTWIJDINGSDIENST. Toegang vrij. Aanvang 6 uur. Namens Gedeputeerde Staten van Zeeland zal op Woensdag 22 Januari 1941 te 11 uur, te Mid delburg, in het gebouw der voor malige S.D.O.A. worden aanbe steed het uitvoeren eener verbete ring van het bij de gemeente Driewegen in onderhoud zijn de deel van den weg Drie- wegen-EIlewoutsdijk, no. 21a van het Tertiair wegenplan. Het bestek ligt van ten minste tien dagen voor den dag der aan besteding ter lezing ter Provin ciale Griffie van Zeeland te Mid delburg, Koepoortstraat 6, en bij den Hoofdingenieur, den Inge nieur en den Technisch ambtenaar van den Provincialen Waterstaat, onderscheidenlijk te Middelburg (gebouw der voormalige S.D;0. A.), Göes en Goes. Het is van gelijk tijdstip, zoo lang de voorraad strekt, ter Pro vinciale Griffie verkrijgbaar voor .-ƒ 2.50. Aanwijzing ter plaatse volgens bestek. De Nota van inlichtingen ligt van Maandag 20 Januari 1941 af ter inzage bij den Ingenieur en in afschrift bij den Technisch amb tenaar voornoemd. Middelburg, 20 December 1940. SE1SSINGEL 18-20 - TELEFOON 206 - MIDDELBURG Alle soorten als Batavas, Nooltgedagt, Ruiter enz. enz. Speciale electrische slijperij voor hol- en vlakslijpen. BOOMENVERKOOPING. De Notaris W. HAMELYNCK te Goes zal op Maandag 30 De cember 1940, des voorm. 11 uur (torentijd) in het Schuttershof te Goes, ten verzoeke van het Ge meentebestuur van Goes con tant publiek verkoopen 88 iepen staande a. d. Wilhel- minastr., Terwelstr., Westsingel, v. d. Spiegelstr., Scheldestr., 's-Heer-Hendrikskinderendijk, Westwal, Oostwal, Ganzepoort- brug, Keizersdijk, terrein Gem. Reiniging Westhavendijk, langs het sportterrein, terrein v. Noort en havenkant t.o. terrein v. Noort. 7 Kastanjes staande a. d. Gan- zepoortbrug. 79 Wilgen staande a. d. Oost singel. Te veilen in 10 perceelen. Inl. over de boomen en aanwij zing der perc. geeft de Heer A. de Dreu, Gem. Opzichter. Nadere inl. te bekomen ten kantore van den Notaris Wijn gaardstraat 53. BIJ INSCHRIJVING TE KOOP: (behoudens de noodige vergunning), 28 OLMEN- EN 6 ESSCHEN- BOOMEN, staande op de Hofstede „De Gre nadier", aan den Nieuwlandschen Weg te Middelburg, bewoond door den Heer W. Reijnierse Cz. Inlichtingen ten kantore van waarnemend Notaris F. G. HOE- FER, Houtkaai 5 te Middelburg, alwaar inschrijvingsbiljetten wor den ingewacht tot uiterlijk Za terdag 28 December a.s. De Notaris H. JONKERS te Goes, zal op Vrijdag 27 Decem ber 1940, n.m. 2 uur, te Wol- phaartsdijk, in de herberg van j. Poley, ten verzoeke van de familie A. Wissekerke publiek verkoopen: Het WOONHUIS met Erf en Tuin te Wolphaartsdijk, in Nazareth, groot 1 Are 0.4 c.A. Te aanvaar den bij de betaling. Bezichtiging te bevragen bij Jan Wissekerke, A 169, aldaar. BIJ INSCHRIJVING TE KOOPi (behoudens de noodige vergunning) 6 Olmen en 2 Populieren, staande op de Hofstede bewoond door den Heer W. Reijnierse aan den Grijpskerkschen Straatweg bij Grijpskerke. Inlichtingen ten_ kantore van waamdtnend Notaris F, G. Hoefer te Middelburg, Houtkaai 5, al waar inschrijvingsbiljetten wot< den ingewacht tot uiterlijk Zater dag 28 December 1940. Bij Inschrijving te koop! (behoudens de noodige vergunning) 18 Olmen, 7 Eiken en 1 Eschdoom staande op de Buitenplaats „Ber kenbosch" te Oostkapelle, en 3 gerooide Olmen, en 1 groote Spar op stam op „Eikenoord" aldaar. Inlichtingen ten kantore van waarnemend Notaris F. G. Hoefer te Middelburg, Houtkaai 5, alwaar inschrijvingsbiljetten worden in gewacht tot uiterlijk Zaterdag 28 December 1940. Aanwijzing door L, Tavenier op „Duinbeek". BIJ INSCHRIJVING TE KOOP op buitenplaats „Westhove" te Oostkapelle 17 OLMENBOOMEN 8 ZACHTE BOOMEN. Omvang 1.40 tot 1.75 meter. Allen gerooid. Briefjes tot 6 Jan. 1941 bij den Burgemeester te Oostkapelle. Aanwijzing door Boschbaas P„ Schoe. Notaris R. BATTEN te Middel burg is voornemens op Vrijdag 27 December 1940, des namiddags 2 uur in het café Dorpzicht te Oost- Souburg, publiek te verkoopen i Een HUIS met ERF en TUIN aan den Nieuwen Vlissingschen weg 227 te O. en W. Souburg, groot 1 a. 62 c.a. Verhuurd voor J 4.per week. Bezichtiging op Dinsdag 24 De cember a.s. van 1012 en van 24 uur en op den verkoopdag van 1012 uur. „Klets J" zei de nachtwaker. „Als je maar weet, dat ik geen vinger meer uit steek. Als de boel hier straks in het hon derd loopt, is dat jöüw schuld, niet de mij ne!" Hy stopte een pyp, tuurde in de dichte, donkere takken boven z'n hoofd en begon te rooken. „Help 1" riep het gepermanente hoofd van tweehoog. „De kerstboom groeit het raam binnen l" Intusschen werden er ook op de andere étages ramen opengeschoven. Een paar huizen verder gilde een jongetje „Moe der Moeder. Vadertje Kerstmis heeft de heele kamer vol dennetakken gemaakt Ze groeien zoomaar door het raam Ut kan mijn bed niet uit!!!" Een oude grootmoeder gelykvloers huil de op de stoep omdat de boomen alle beeldjes van de étagère aan gruizels had den gegroeid. Ergens uit een zolderluik hing een man met een bijl naar de dennen te hakken. De baas van het kroegje op den hoek stuurde z'n zoon naar de brandweer. De schoolmeester, die op kamers woonde aan den overkant van de gracht, kwam in een roode badjas aangeloopen om gauw aan iedereen te vertellen, dat er in Indië fakiers werden gevonden, die in één uur uit een zaadje een boom konden laten groeien. „Waarom zouden wjj, Westerlin gen, geen fakiers hebben?" riep de school meester naar het mannetje kijkend. „Waar om kan hij geen fakir zijn?" „Ben fakir 1" riepen de menschen, die nu van alle Jtanten waren komen opdagen. „Dat wou ie welHy een fakir Het mannetje stond te kijken naar zfjn boomen, die aldoor maar hooger en bree der uitgroeiden. Het werden woudreuzen. De duizendjarige aloë was er een klein kind bij. .„Ik weet het niet", fluisterde ie. „Ik weet het werkelijk niet meer Als een dikke, donkere heg groeide het dennegroen over de straat. Het sneeuwde nu niet meer, er waren sterren in de lucht en een stukje maan. „Het vriestriep de nachtwaker onder den boom. „Het vriest vijftien graden I" Het verkeer op de gracht lag heelemaal stop. Er stonden al twee arresleden, een man en een vrouw met een kinderwagen, vjjf handkarren en een daaiorgel te wach ten voor de dennenhaag. „Laat ons er doorriep iedereen. Maar roepen gaf niets, de boomen wéren waar ze wéren. „Ik zit vastschreeuwde de nachtwa ker onder den. boom ineens, „Het is alle maal zijn schuld Het is allemaal Maar de menschen op straat konden fei telijk niets hooren van wat ie zei. En zién konden ze hem óók niet meer, de takken waren heelemaal om hem heen gegroeid als een dicht prieel. De nachtwaker zat zoo'n beetje als Doornroosje in het betoo- verde slot. In de witte sneeuw, onder het lantaren licht, stonden de menschen te kijken. „Het is lang niet gewoonzeien ze. „Als het niet gauw ophoudt gebeuren er ongeluk kenEn ze gingen een beetje ach teruit. Een politieagent verscheen en maakte proces-verbaal op en verbood 't verder groeien van de boomen, wat niets hielp. De brandweer kwam in een roodgelakt karretje aangereden en gaf den raad alles óm te hakken, wat weer niet kon omdat de nachtwaker onder z'n boom dan méé zou worden omgehakt, wat jammer van hem zou zijn geweest. Een houthandelaar zei, dat ie, na Kerst, de boomen in gedeelten kon vervoeren, en hij bood het mannetje, dat nog steeds met verbaasde oogen omhoog stond te kijken, duizend gulden. Maar het mannetje wilde niet méér voor de boomen hebben dan eenvijftig het stuk. „Dan maak ik zeventien kwartjes winst. Dat is genoeg", een redeneering, die iedereen weer heel verdacht van hem vond. Het was nu zwart van de menschen op de gracht. Ze tuurden allemaal naar de enorme boomen, die als een torenhoog, warrig silhouet tegen de lichte nachtlucht stonden. „Het is erg angstigfluisterde een juffrouw. De Oostenwind, die naar gebraden kal koen en plumpudding rook, zwiepte voorbij. De menschen rilden. Het geruite mannetje keerde zich ein delijk om. „Ik ga naar binnen", zei ie. „Ik ga poffertjes voor jullie bakken. Het spijt me, dat de nachtwaker niet mee kan. Maar hij zit tenminste warm onder al die takken. Wij bevriezen hier buiten. Het geeft toch niks of we al staan te kijken..." Hij stapte het keldertje binnen. Een heele stoet buren volgde zwijgend. Het was iets heel vreemds daar op die grachtZe waren natuurlijk met z'n zoovelen, maar anders waren ze toch echt bang ge weest Ze gingen zitten langs de groene muren. Het potkacheltje snorde. Het mannetje zette de poffertjespan op het vuur. Nie mand zei wat, De juffrouw van tweehoog, met de kroespermanent dekte de tafel onder de petroleumlamp, met twee schoone stukken krant. De grootmoeder gelijkvloers zette koffie. Ai de anderen keken maar zoo'n beetje voor zich uit. Dat er daar buiten een wonder aan het gebeuren was, stond als een paal boven water. Het was nu maai de vraag of het wonder nog eens op zou houden ja of nee. „Nouzei het mannetje onder het bakken, „ik geloof wel, dat ik best weet wat het isDe boomen zijn niet ge- gröèid, maar wij zijn gekrompen De juffrouw van tweehoog kreeg een kleur van ontzetting. „Maar dat hoeven we toch niet te némen riep ze schril. „Ik schrik me naar Ze schrokken allemaal. Wij gekrompen Onze huizen, onze straten, alles méége- krompen Een paar wouwen begonnen op slag te huilen. Een klein meisje stampte van woede „Ik wil niet krimpen Een man maakte met een warm halfcentje een kijkgaatje in de bevroren ruit. „De boomen zijn wéér gegroeidconstateerde hij somber. „Wij zijn dus wéér gekrompen Het mannetje schepte de poffertjes op de borden. „We kunnen in elk geval nooit kleiner worden dan het allerkleinste dat er bestaat", zei ie gelaten. „Nou ja, we zullen wel zien. Smakelijk eten. Ut ga even wat warms aan den nachtwaker brengen. Die zit daar maar tusschen de takken „Ik kom liever niet zoo dicht bij dien engen boom", zei de dochter van den baas van het kroegje, opstaand. „Maar ik zal toch even met je mee moeten om 't bordje vast te houden terwijl jij de takken uit elkaar buigt." „Ik zal je bijlichten met een lantaren", zei de man van het halve-centje. ,,Mjjn eigen poffertjes eet ik straks wel op. Zonder lantaren vind je den weg niet in dat wirwar van takken." „Ik haal eventjes een bijl van huis", zei iemand met een verbonden duim. „Mag ik de kolenschep van u leenen?" vroeg de schoolmeester, z'n roode badjas hooger dichtknijpend. De oude grootmoeder gelijk vloers, diepte een groote schaar op uit haar reticule. „Ik zal de kleine takjes weg knippen. Ik ga met jullie mee." Het slot was, dat ze allemaal samen met bijlen, stokken, scharen en poken naar de griezelige boomen trokken. „Hier ben ikschreeuwd de onzicht bare nachtwaker. „Ilc rammel van den honger, en ilc ruik jullie poffertjes boven alles uit. „Als ik niet gauw wat krijg, val ik flauw Het mannetje boog een tak opzij. Achter dien tak zat weer een tak, en daarachter weer een en weer een en weer een. De takken waren taai en ruw en koud. De scherpe dennennaalden prikten in z'n half bevroren handen. „Wil iemand zoolang het poffertjesbord voor me vast houden? Waar is de man met de lantaren? Waar is de man met de bijl Waar i<" de schoolmeest°r met de kolenschep Waar is ouwe grootmoeder met de schaar? Waar zjjn jullie allemaal?" „Hier riepen de menschen. Ze stroop ten hun mouwen op en trokken aan het werk. Ze bezeerden hun handen, ze kregen schrammen op hun gezichten, ze scheurden hun nagels bij het ruwe werk. En onder- tusschen werden ze draaierig van den Oostenwind, die nog steeds rook naar kal koen en plumpudding. En ze dachten vaag onder 't hakken en kappen aan hun pof fertjes, die koud stonden te worden in het keldertje aan den overkant. „Ja, ja", rie pen ze tegen den nachtwaker. „We komen, hoor We zijn er al bijnaHou je taai, broer „Hou je taaiHe kan haast niet meer dachten ze allemaal. Het waS of ze een (jskoude, donkere tunnel hakten in een grooten, geheimzinnigen berg. Het licht van de lantaarn viel op hout en denne groen, takken en takjes, sneeuw en ijs en hout. Wét een kerstnachtHet moest b(jna twaalf uur zijn, middernacht. Ineens, heel zacht, begonnen de carillonklokken te luiden. Kerstmis Ouwe grootmoeder knipte een takje af, en toen, plotseling, zagen ze het hoofd van den nachtwaker. De man lachte. „Ge lukkig Kerstfeest", zei ie. „Verdraaid lief van jullie me te komen uithakken met die kou." „We hebben poffertjes voor je meege bracht", zei het mannetje. „Geef het bord eens aan. Of denk je, dat we je uit de tak ken kunnen trekken? Dan gaan we alle maal samen naar den kelder, daar is het warmer." „Stille nacht", pingelden de carillion- klolcken. „Heilige nacht „Hou even je mond", zei de nachtwaker, net of het zoomaar niets was uit de tak ken te voorschijn stappend. „Hc wil luiste ren". Ze luisterden allemaa, ze zongen een beetje mee, schorrig en verkouden en valsch „Stille nacht Tot de juffrouw van tweehoog gilde. „Pas opl Krijg de top niet op je hoofd! Hij komt naar beneden. De boomen krim- pen Het geruite mannetje keek stralend vroolijk. „Ik geloof niet, dat het de boo men zijnzei ie, „Wij zijn het zélf I: We groeien weer een beetje bjjGek, dat die kerstklokken met Stille Nacht zóó van invloed kunnen zijn op iemands lengte „Ja gek", zei ouwe grootmoeder gelyk vloers, haar schaar wegbergend in haar reticule. „Ik heb een kerstkrans van mijn kinderen gekregen",, ging ze toen voort. „Ik zal hem even halen. Als we er héél kleine stukjes van snijden, is er misschien, wel voor ons alemaal genoeg. Als we dan de koffie en de poffertjes opwarmen, heb ben we een echt méél In optocht trokken de buren met den dankbaren nachtwaker en het vroolyke bloemenmannetje voorop, naar den war men, groenen kelder. Ouwe grootmoeder zette haar kerst krans naast de petroleumlamp op tafel. Maar ouwe grootmoeder was niet de eeni- ge geweest, die even gauw wat lekkers van huis had gehaald. De juffrouw van tweehoog kwam met een schotel gebakken botjes. De schoolmeester droeg een gebra den haas aan. De baas van het kroegje tracteerde op warmen wyn. Er kwamen rolletjes pepermunt te voorschyn, en zelf gemaakte krentenkoeken, en gepofte kas tanjes, en haringen, en chocola. Het werd een ontzettend groot feest. Het was zoo prettig weer jezelf te zyn, en te weten dat de denneboomen weer als gewone, nette kerstboomen aan den walle- kant stonden. En het was zoo prettig, dat de nachtwaker niet meer met honger bui ten zat. En het was zoo prettig, dat het bloemenmannetje zoo'n aardig, vriendelijk bloemenmannetje bleek te zyn, en dat ie waarschijnlijk niks gemeens had bedoeld met dat goedkoope verkoopen van z'n boo men, niks gemeens, integendeel De klokken pingelden het eene kerst wijsje na het andere, en als ze ze allemaal gespeeld hadden, begonnen ze van voren af aan. Do menschen pelden apennnootjes en luisterdenZe dronken den warmen wjjn uit theekopjes en bloemvazen. Het potkacheltje snorde als een bezetene. Het mannetje doezelde een beetje in. Een kamp in een oerwoud, een kamp mid denin de wildernis...... Buiten begonnen de kerstklokken voor den zóóveelsten keer aan Stille Nacht HENRIETTE .VAN EYK.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 7