ROODKAPJE.
Tweede blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Dinsdag 24 December 1940
Kroniek van den dag
Het rapport van Graziani.
ïn het diplomatieke kamp is eenige dei
ning veroorzaakt door de redevoering van
den Britschen minister Cross. Wij hebben
er reeds in het kort op gewezen, doch thans
is op zijn verklaringen van Duitsche zijde
een commentaar geleverd, dat in breede
kringen de aandacht heeft getrokken. In
een officieuze Duitsche verklaring werd
zooveel te verstaan gegeven, dat er aan het
Duitsche geduld grenzen zijn. Cross, de
Britsche blokkademinister heeft, tjjdens zjjn
verblijf in de Vereenigde Staten, in een ver
klaring voor persvertegenwoordigers gewe
zen op de bedenkelijke leemten in de En-
gelsche handelstonnage en in verband daar
mede den raad gegeven, op korten termijn
een aantal in de Vereenigde Staten aan
wezige vijandelijke handelsschepen ter be
schikking van Groot-Brittannië te stellen.
Een woordvoerder van het Duitsche mini
sterie van buitenlandsche zaken heeft
daarop te kennen gegeven, dat men er
weliswaar aan gewend was geraakt, dat
men in den plaatsten tjjd van zekere han
delingen, ovér welker volkenrechtelijke on
aanvaardbaarheid men niet in twijfel be
hoefde te verkeeren, verdraaide voorstellin
gen lanceerde, maar dat zulks voor het
Derde Rijk op den duur onverdragelijk Was.
Zulks temeer, waar men van Duitsche
zijde steeds ten aanzien van de betrekkin
gen tot de Vereenigde Staten de grootste
reserve heeft betracht, terwijl aan de an
dere zijde daarvan in geen enkel opzicht
sprake was.
Een duidelijke waarschuwing en men
wacht nu in Berljjn met eenige spanning
af, hoe men in de Vereenigde Staten op de
suggesties van minister Cross zal reagee-
ren. De laatste berichten over de industri-
eele capaciteit in de Vereenigde Staten
maken duidelijk, dat er inderdaad sprake is
van een verhoogde activiteit ten gunste
van de Britsche oorlogvoering. Deining in
het diplomatieke kamp. Het is zeker niet
voorbarig om te zeggen, dat de Duitsch-
Amerikaansche betrekkingen thans in de
actueele discussie zijn betrokken. En dit is
van te grooter beteekenis, wijl in de be
trekkingen tusschen Engeland en Amerika
juist een nieuwe fase valt te signaleeren
door de benoeming van Halifax tot ambas
sadeur, van Eden tot leider van het Fo
reign Office en van Margeson tot minister
van oorlog. Ook in Duitsche kringen be
schouwt men deze mutaties als een aanwij
zing, dat de oorlogszuchtige tendentie der
Engelsche kringen een nog scherper inslag
heeft gekregen. De Berliner Börsenzeitung
verwacht een straffere houding van Lon
den tegenover de vrienden van de as. Af
gezien van de veronderstelling in Berljjn-
sche kringen, dat deze Britsche hoop ook
wel zal worden vernietigd, zal een en an
der toch niet zjjn invloed missen op de hou
ding van de Vereenigde Staten en tevens
op de houding van Duitschland ten aanzien
van "Washington. Het zoo juist gegeven
commentaar wijst overigens reeds in deze
richting.
O
De deining in diplomatieke kringen
wordt ongetwijfeld in niet geringe mate
beïnvloed door het rapport, dat maar
schalk Graziani aan Mussolini heeft uit
gebracht over het verloop van den strijd
in Libye. Zijn de Britten door het succes,
dat zij dank zij een overweldigende meer
derheid op de Afrikaansche fronten kon
den behalen, wellicht overmoedig gewor
den? De Britsche oorlogsleiding heeft nog
niet al te veel successen kunnen aanwij
zen. Integendeel Engeland is geheel in het
offensief gedreven, niet slechts im het
Westen, maar ook in het Oosten, waar
het behalve met de gevolgen op militair
terrein, rekening moest houden met het
effect in de koloniën. Hebben zij thans
hun prestige hersteld Het is zeker te
voorbarig, om te dien aanzien conclusies te
trekken. De Britten hebben hun beste
troepen in den strijd geworpen, uit alle
deelen van het imperium bijeengebracht en
zij zijn, dank zjj deze hulp in staat geble
ken, de terugtrekkende manoeuvre van
een paar maanden geleden, toen zij de
woestijn aan de Italianen lieten, te rectifi-
ceeren. De Italianen hebben verwoeden
tegenstand geboden, maar de technische
superioriteit van de Engelsche troepen
dwong Graziani het gewonnen terrein
weer prijs te geven.
Dit alles wil echter geenszins zeggen,
dat de Italianen voor het verdere verloop
van den oorlog zouden zjjn uitgeschakeld.
In den vorigen oorlog hebben zij ook zeer
veel tegenslagen moeten incasseeren,
zoo hebben de Italiaansche commentaren
nog onlangs te verstaan gegeven en toch
beleefde datzelfde verslagen Italië zijn Vitto
rio Veneto. Italië is niet verslagen, aldus
luidt ook de conclusie van vandaag. De
diplomatieke redacteur van Stefani heeft
deze conclusie uitvoerig toegelicht en ook
hij komt tot de slotsom, dat Engeland in
een doodeljjken greep zit en dat het uur
der Britsche ineenstorting zal slaan.
Deze conclusie ziet er inderdaad nog al
gewaagd uit, voor wie slechts rekent met
het onmiddellijk waarneembare en met de
incidenteels gebeurtenissen. De Italiaan
sche commentator wijst echter op den ach
tergrond van de gebeurtenissen en hjj be
toogt, dat het niet dit enkele succes is,
waardoor Engeland alle vroeger ontvan
gen slagen zal kunnen compenseeren.
Moest Engeland niet oude afgedankte
scheepsrompen in Amerika koopen, om dit
verlies goed .e maken. Italië daarentegen
aldus de redacteur van Stefani, kan nog
viervijfden van zjjn strijdmacht in den
strijd werpen, terwijl Engeland reeds een
groot deel van zjjn manschappen en zijn
materiaal heeft verbruikt, zonder dat het
er tastbare voordeelen voor in de plaats
heeft gekregen. Het is te vroeg om con
clusies te trekken, te vroeg ook, om re
kening met een uitschakeling van Italië te
houden. De as is ongebroken en daarvan
zal het nieuwe Europa zeker merken. Gra-
ziani's rapport moge deining hebben ver
oorzaakt, er is geen aanleiding, om reke
ning te houden met een uitschakeling,
daarvoor is de as te hecht, daarvoor is ook
het Britsche succes van een te weinig be-
teekenenden omvang. De Italiaansche
commentaren hebben daarover geen twij
fel laten bestaan.
BI] HMW®
verzacht era geneest
Doos 30, Tube 45 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
KERSTFEEST 1940.
Kunnen wij nog Kerstfeest vieren,
Nu de tijd zoo donlcer is,
Mogen wij ons huis versieren,
Gasten nooden aan den discli f
Zullen tusschen donWre wanden,
Witte kaarsen stralend branden
In hun reine, teere pracht?
Stille nacht, Heil'ge nacht.
Op de aarde, door den aether,
Klinkt het donderend gerucht.
Uit de harten stijgt naar boven
Menig bange droeve zucht.
Binnen 's harten donkfre wanden
Kan nochtans het kerstlicht branden,
In een stille reine pracht
Stille nacht, Heil'ge nacht.
Over verre donk're velden,
Gingen herders haastig voort.
Aan den hoogen wijden hemel
Heeft een gouden ster gegloord.
Wijzen uit zoo verre landen,
Brachten gaven, offeranden,
Engelen zongen rein en zacht
Stille nacht, Heil'ge nacht.
EEN" VARKEN VAN PL1VL 500 POND
CLANDESTIEN GESLACHT.
Twaalf arrestaties te Wormer-
veer en omstreken.
Eenigen tijd geleden ontving de politie
van Wormerveer mededeeling, dat een var
ken van plm. 500 pond vervoerd zou zijn,
onder opgave, dat het hier om het ver
voer van een fokzeug ging, hetwelk zou
zjjn toegelaten.
Het bleek evenwel, dat het varken
vervoerd moest zjjn met het oogmerk het
te slachten. Na een vrjj uitgebreid onder
zoek kon worden vastgesteld, dat het
varken van Purmerend, via Wormerveer
en Krommenie werd getransporteerd naar
Uitgeest, waar het werd gebracht bjj een
veehouder, die voor het houden van var
kens erkenning bezat. Van Uitgeest ging
men met 't varken naar Assendelft. Hier
werd het dier de vorige week clandestien
geslacht. Ongekeurd' werd-, het vleesch
naar Wormerveer vervoerd, waar het aan
particulieren tegen zeer hooge prijzen van
1.20 tot 1.40 per pond werd verkocht.
Bjj het verder onderzoek kwam aan het
licht, dat dezelfde veehouder uit het com
plot reeds eerder varkens clandestien had
geslacht.
In totaal heeft de politie een twaalftal
verdachten uit Wormerveer en omstreken
gearresteerd.
Een hoeveelheid vleesch kon de rijks
veldwachter uit Assendelft in de slacht
plaats in beslag nemen.
De koopers van het te drre varkens-
vleesch zijn eveneens strafbaar. De politie,
die bekend is met de namen van de koo
pers heeft het onderzoek op dit punt nog
niet beëindigd.
Een rechercheur van politie uit Am
sterdam heeft gistermorgen tezamen met
enkele distributieambtenaren en den ge
meenteveldwachter te Oostzaan een hoe
veelheid frauduleus geslacht vleesch we
ten te achterhalen.
Het was den politie ter oore gekomen
dat in Oostzaan vleesch geslacht was
dat vermoedelijk naar de hoofdstad zou
worden gebracht om daar voor Kersmis
verkocht te worden.
De ambtenaren gingen gistermorgen op
pad dit vleesch te achterhalen. Zjj onder
zochten o.a. ook den wagen van een
vrachtrjjder, welke een bodedienst tus
schen Oostzaan en Amsterdam onder
houdt. Inderdaad trof men in dezen wagen
een groote hoeveelheid vleesch, in totaal
een koe en twee schapen, aan.
Het is in beslag genomen en per af
zonderlijke auto naar het abattoir over
gebracht.
Zoowel de bode als de verzender van
het vleesch zjjn beiden aan een uitvoerig
verhoor onderworpen. Laatstgenoemde, die
op aanwjjzingen van den bode is aange
houden, ontkent iets met het vleesch te
maken te hebben.
HIJ KWAM VAN DE BELASTINGEN
Een bejaard echtpaar, dat In Den Haag
een winkel drjjft, is het slachtoffer gewor
den van een handigen oplichter.
De winkelier is 72 jaar en zjjn vrouw,
die bovendien nog slecht van gezicht is,
65 jaar. Dezer dagen kregen zij bezoek
van een man, die voorgaf van de be
lastingen te zjjn. Hjj stelde het echtpaar
enkele vragen, o.m. hoe groot hun vermo
gen was, hoeveel zij per week verdienden
enz. De oude menschen, die de zaak blijk
baar niet geheel vertrouwden, vroegen den
man naar een legitimatiebewijs, waarop
deze brutaalweg antwoordde „II: stel hier
vragen en u hebt maar te antwoorden",
Vervolgens haalde hjj een dik boek te
voorschjjn, legde hun dit voor en zei, dat
zjj even teekenen moesten. Het echtpaar,
dat door het zelfverzekerde optreden van
den man nogal geïntimideerd werd, vol
deed hieraan, waarop de „belastingambte
naar" drie honderd gulden eischte.
De oudjes voerden hiertegen aan, dat
zjj een dergelijke som niet ineens konden
betalen. „Betaalt u dan nu maar 1C0, dan
kom ik de rest wel in Januari halen", was
het antwoord van den man. Helaas volde
den de winkelier en zijn vrouw aan dit
verzoek zjj stelden hem 10 briefjes van
tien gulden ter hand, waarop de mijnheer
van de belastingen verdween.
Er leefden eens heel lang geleden in een
leuk huisje aan de rand van een groot
bos een flinke jager met zijn vrouw en hun
enig kind1, een dochtertje van zeven jaar.
Het was een allerliefst meisje met blonde
krullen en heldere blauwe kjjkers. Haar
moeder had haar een rood manteltje en 'n
bijpassend mutsje gemaakt en alle mensen
in de omtrek noemden haar „Roodkapje".
Zelfs de dieren in het bos kenden die
naam. Wanneer het kleine meisje onder de
hoge bomen, liep, dan floten de vogels
„Roodkapje, Roodkapje, goede dag", en
Roodkapje zong vrolijk terug„Dag lieve
vogeltjes".
Niet alleen de vogeltjes kenden Rood
kapje ook de eekhoorntjes, de wezeltjes en
alle andere dieren zeiden, bromden, piep
ten of floten het meisje met het blonde
haar, dat onder een grappig rood kapje
uitgluurde, vriendelijk goede dag. Zo ken
de ook die oude deugniet, de wolf, die in
een donlcer hol onder een oude eikenboom
woonde, het dochtertje van den jager, die
hem al zo dikwijls de schrik cjp het lijf
had gejaagd.
Het gebeurde, dat de grootmoeder van
Roodkapje ziek werd. Iedere dag bracht
nu de jager een pannetje soep en een
mandje met gebak, en vruchten naar de
oude vrouw, die alleen in haar huisje aan
de andere kant van het bos woonde, 's
Zaterdags moest de vader echter altijd
naar de markt in de naburige stad. Heel
vroeg in de morgen, na zijn. vrouw en
dochtertje goededag gekust te hebben,
vertrok hij. Het geweer hing aan een ste
vige leren riem om 'zijn schouder, een
groot jagersmes in een schede bungelde
aan zijn broeksriem en Snel, de hond,
stapte naast hem.
Nu was het de taak van Roodkapje om
naar Grootmoeder te gaan en haar het
voedsel te brengen. Ze deed het graag,
wamt die lieve oude oma kon zulke mooie
sprookjes vertellen over feeën en kabou
ters en over betoverde prinsessen en prin
sen. En al die sprookjes waren echt ge
beurd 1
Roodkapje deed haar rode manteltje aan
en zette het kapje op haar wilde krullen,
terwijl haar moeder allerlei voedzame
spijzen in een mandje pakte en haar doch
tertje op het hart drukte, 'vooral langs
het brede pad te gaan en niet door de slin
gerende zijwegjes. Roodkapje beloofde
haar'moeder regelrechtnaar grootmoe-
der's huisje te gaan, pakte het korfje op
en haar klein rood figuurtje verdween door
de groengeschilderde deur.
Het was prachtig weer. De zon wierp
warme stralen door de openingen in het
bladerenrak op de weg, die het meisje
ging. In de stralen dansten millioenen in
secten en hoog in de bomen kweelden de
vogels. Alles en iedereen was blij. Het mos
geurde kruidig en de bloemen met hun
mooie kleuren lokten Roodkapje naar zich
toe. Het meisje week van het grote pad
af en ging onder de bomen bloemen pluk
ken voor haar grootmoeder. Steeds verder
raakte ze in. het bos en toen ze eindelijk
met de armen vol bloemen om zich heen
keek, bemerkte ze, dat ze verdwaald was.
Roodkapje was echter een flink meisje en
ging moedig op zoek naar bekende paden.
Terwijl ze zocht, ontmoette ze de wolf.
Dit heerschap leek heel vriendelijk en zjjn
stem klonk zo grappig-brommend lief, dat
Roodkapje helemaal niet bang voor hem
was.
„Dag Roodkapje, mooie meisje", vlei
de de wolf.
„Dag meneer de wolf" antwoordde
Roodkapje beleefd.
„Waar ga je heen meisje?"
„Ik ga naar grotmoeder, zij is ziek en
nu ga ik haar allerlei lekkers brengen".
Onmei'kbaar likte de wolf met zijn tong
langs zijn snoet
„Maar ik ben verdwaald, leunt u me
misschien de goede weg" wijzen", ging
Roodkapje verder.
„Ja zeker, lief kind", en brommend duid
de hij haar aan, hoe ze moest wandelen.
„Dank u wel" zei Roodkapje en ging
vlug op weg. Even nog keek de wolf haar
na, maar toen zette hij er een vaartje
achter. Binnen enkele minuten had hij
grootmoeder's huisje bereikt. Hij liet de
blinkende koperen klopper zachtjes tegen
de deur vallen en op de vraag van de oude
vrouw, wie daar was, antwoordde hij met
een hoge stem „Roodkapje, lieve oma".
„Trek maar aan het touwtje, dam zal de
deur wel open gaan".
Handig deed de wolf de deur open, nam
van de drempel af een grote sprong, dat
hij boven op Grootmoeders bed terecht
kwam en slokte de arme vrouw met één
hap naar binnen. Daarna haalde h\j uit de
ouderwetse gebeeldhouwde linnenkast een
schone nachtpon en een slaapmuts met
lila en rose strikjes te voorschijn, kleedde
zich daarmee aan en ging in Grootmoeders
bed liggen slapen.
Na vele uren werd de wolf wakker door
een voortdurend kloppen op de deur. 't
Was Roodkapje, die na een lange wande
ling eindelijk het huisje van haar groot
moeder bereikte. De wolf had haar langs
een grote omweg laten lopen.
Met een oude vrouwestemmetje riep de
wolf „Roodkapje binnen. Trek maar aan
het touwtje, dan zal de deur wel open
gaan.
Roodkapje deed de deur open en stapte
binnen. Zij zette het mandje op de tafel
en liep met haar bloemen op het bed van
Oma toe, maar inplaats van het lieve oude
gezicht zag ze daar, onder de witte slaap
muts, de ruige wolvensnoet. Roodkapje
schrok vreselijk en wilde weglopen. De
wolf stak zijn poot uit en pakte het meisje
om haar middel. Juist wilde hjj haar naar
zjjn mond brengen, toen de deur openge-
DE KERSTKAART VAN
ANTON PIECK.
HOE DE TEEKENAAR ER TOE
GEÏNSPIREERD WERD.
Bij de prentbriefkaarten voor het Kind,
welke dit jaar worden uitgegeven, zijn er
twee, welke door den bekenden teekenaar
A. F. Pieck geteekend zjjn, en waarvan
er één de Kerstkaart met bijzondere
graagte door het publiek gekocht wordt,
gezien de alom gToote vraag er naar.
Een vertegenwoordiger van de Centrale
Propaganda Commissie voor den verkoop
der kinderpostzegels en prentbriefkaarten
voor het Kind, heeft met den heer Pieck,
die te Overveen woont, een onderhoud ge
had. De Commissie verzoekt ons, aam dit
onderhoud bekendheid te willen geven.
De heer Pieck, die ongeveer 20 jaar
leeraar in het teekenen aan het Kennemer-
Lyceum is, zit als het ware de teekenkunst
in het bloed reeds op 14-jarigen leeftjjd
behaalde hij acte teekenen L. O. en drie
jaar later de acte M. O. Elf jaar oud,
kreeg hij geregeld in het vak les in Den
Helder, waar zijn ouders woonden. Hjj
heeft echter niet alleen Nederland uitge
kozen, om tot inspiratie voor zijn teeke-
ningen, enz. te komen. Drie jaar geleden
was Anton Pieck twee maanden in Ma
rokko een prachtig en nog ongerept
land, zoo zegt hij, als hij er met veel
enthousiasme van vertelt, onderwijl zijn
kleurplaten toonend. Maar ook in
Duitschland, Engeland, Oostenrijk en lan
gen tijd in Italië, doch zeer veel in Vlaan
deren waar hij vele vrienden en goede
bekenden heeft teekende Pieck lange
jaren. Ik geloof, dat hij eigenlijk aan het
Vlaamsche lamd zoo'n beetje zijn hart ver
pand heeftFelix Timmermans bjjv, is
van '14 af reeds een zijner beste Vlaam
sche vrienden. En men moet hem hooren
praten over het Begijnhof in Lier, en zoo
veel meer moois van het mooie Vlaamsche
landschap, met zijn leutige bevolking
Doch Anton Pieck heeft nóg méér goede
vrienden een er van is een gynaecoloog
in Overveen. En het is deze dokter, die
hem eigenljjk op de gedachte van de mooie
kerstkaart gebracht heeft, want de vader
van dien arts, is dokter op een der Noord-
Hollandsche dorpen. Toen zij er met hun
beiden over spraken, herinnerde de arts
hem er aan, dat liet in Noord Holland een
nog typisch gebruik is, tusschen Kerstmis
en Driekoningen met de ster te loopen.
Van deze gedachte is Pieck bij het maken
van de kerstkaart uitgegaan. En de lezer
zal zeker niet venvacht hebben, dat de
boerderij op den achtergrond van die kaart
er een is. die men in Wester-Blokker
vindtEvenmin als hjj eenig vermoe
den zal hebben, dat op Pieck's tweede
kaart de achtergrond het oude Sloten
vormt. Ja. nu men het leest en men kent
die omgeving, nu komt zij als vanzelf
sprekend bekend voorPieck is een
aangenaam, een vlot en gezellig causeur,
die veel geschilderd heeft, maar die toch
ook niet kan nalaten, als wij wat dieper
op deze zaak ingaan, op te merken „Ik
hou veel van illustraties, maar ik vind het
gevaarlijk „om prentjes te maken".
Intusschen, wie zijn „prentjes" in veler
lei boekén wel eens vluchtig of minder-
vluchtig bekeken heeft, zal steeds op
nieuw getroffen zjjn door den prachtigen
kleuren rijkdom. Thans werkt Pieck aan
een over niet al te langen tjjd verschijnen
de uitgave van de sprookjes van Grimm
(Nederlandsche uitgave).
Een buitenstaander kan veel vragen,
(Wi/ tfiuL
maar als hij van den teekenaar nu eens
weten wil, hoe hjj precies tot zijn teeke-
ningen komt en de „stuff" daarvoor vindt,
dan antwoordt Anton Pieck, dat er geen
bepaald systeem is „ieder ding" zoo zegt
hij „eischt voorbereiding, je moet het eerst
serieus van boven tot onder in elkaar zet
ten. Het vooruit documenteeren is zeer be-
langrjjk bij dit alles. En dan, men moet
vooral niet vergeten, steeds contact te
houden met de werkeljjkheid waarop de
fantasie kan steunen". Wij konden dit zelf
constateereneen Grimm plaat-in-wor-
ding is de bevestiging van de zooeven ge
sproken woorden.
Al pratende, bladeren wij in boeken, die
Pieck illustreerde we zien, hoe juist deze
illustraties zijn bij Schubert-liederen der
Doppelganger, Standchen, die Post, e.a.,
ofwel, tal van Gysbrecht-teekeningen (met
initialen) een Vondeluitgave van het Von
deljaar. En niet te vergeten Jacob Bicker
Raye (1732—1774) „Notitie van het
merkwaardigste meyn bekent" (de titel
van een dagboek), in 1935 verschenen. Of
het onlangs uitgekomen prachtwerk ,,De
tuin der Goden", een verzameling mythen.
Maar naast deze schatten, bezit Pieck
nog iets merkwaardigs„Gaat u mee'
naar mijn werkkamer, boven Op die
werkkamer, vol behangen met kleurteeke-
ningen en olieverven, staat een fraaie,
ouderwetsche ets-pers. Verder tientallen
gesneden houtblokken (een soort palm
hout), eigenljjk, dus gewone houtsneden.
„Zelf maken en drukken, waarbij je de fa
briek dus feitelijk moet uitschakelen en
terugkeert tot de techniek van omstreeks
1500", zoo glimlacht Pieck. Ook deze
kunst is hem volkomen toevertrouwd.
Zooals hem evenzeer toevertrouwd was,
om een uitzonderlijk fraaie kerstkaart te
schenken.. Wie zou deze kaart niet willen
bezitten, ofwei er vriend -of familielid"
mee willen verrassen voor een prettig
Kerstfeest? Endit is misschien wel
het allerbelangrijkste door het koopen
bij te dragen tot leniging van den nood
onzer misdeelde Nederlandsche jeugd
De kerstkaart van Anton Pieck kome In
duizenden handen Uzelf heeft er plezier
van, enmaar vult u dit zelf maar in
Wij willen niet in herhalingen vervallen
DE KERSTKAART VAN ANTON PIECK.
(Foto Centr. Prop. Commissie v. d. Kinderpostzegels
gooid werd en de jager binnenkwam. Vlug
bevrijdde de vader Roodkapje uit de vaste
greep van de wolf en sneed met één haal
van zjjn scherp mes de buik van de wolf
open. Grootmoeder kwam er ongedeerd,
maar wel erg geschrokken uit te voor
schijn. Vader deed de buik van de wolf vol
met zware keien en gooide hem zo in een
diepe wel, waarin de wolf verdronk. Rood
kapje moest nu haar vader vertellen hoe
het kwam, dat ze zo laat was. Haar moe
der was ongerust geworden en had haar
man onmiddellijk na zjjn thuiskomst naar
de andere kant van het bos gestuurd.
„Ik zal je geen straf geven", zei de
vader tegen zjjn dochtertje, „want je bent
genoeg gestraft door de hevige schrik,
maar voortaan Roodkapje, langs het brede
pad".
„Ja vader", mompelde het meisje zacht
en verlegen. Ze begreep wel, dat ze stout
geweest was en had een flinke straf ver
wacht. Samen met haar vader verzorgde
Roodkapje haar grootmoeder en toen
stapten ze hand ln hand naar. moeder de
vrouw, die hen wachtte met zoetemelkse
pap en honingkoeken.
AARDENBURG
Abonnementen en advertenties voor de
Provinciale Zeeuwsche Courant worden
aangenomen door den Agent
J. BRUIJNOOGE, Langstraat 37.
Een gebonden prijsregeling in
het Hotel-Cafè-Restaurant- en
Pensionbedrijf.
Op grond van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Neder
landsche gebied no. 161/1940 is het voor de
hotels en pensions verplicht gesteld zich
bjj het rijksbureau voor het Hotel-, Café,
Restaurant- en Pensionbedrjjf te doen in
schrijven. Omtrent de wijze van inschrij
ving geschiedt nog een nadere bekendma
king vanwege dit bureau.
Tevens worden met het oog op de prrjs-
contróle voorbereidingen getroffen om ook
voor die bedrjjven een gebonden prijsrege
ling in te voeren.
Voor beide doeleinden zullen de hotel-
en pensionhouders behalve commercieele
gegevens welke vanzelfsprekend ge
heim blijven ook details moeten ver
strekken over de accommodatie in deze
gelegenheden. Na vaststelling der prijzen
zal dus het Rijksbureau beschikken over
een index van .alle hotels en pensions in
Nederland, met alle volledige gegevens,
zooals bedoeld in de A.N.V.V.
Richtlijnen voor V.V.V. Propaganda-
drukwerk.
Deze gegevens wil het Rijksbureau, met
machtiging van het departement van Han
del, Nijverheid en Scheepvaart ter beschik
king stellen van organisaties als het A.
N.V.V., A.N.W.B., Hore'caf, K.N.A.C.,
welke als toeristische vereenigingen voor
deze inlichtingen belangstelling hebben.