ROODKAPJE. Tweede blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Dinsdag 24 December 1940 Kroniek van den dag Het rapport van Graziani. ïn het diplomatieke kamp is eenige dei ning veroorzaakt door de redevoering van den Britschen minister Cross. Wij hebben er reeds in het kort op gewezen, doch thans is op zijn verklaringen van Duitsche zijde een commentaar geleverd, dat in breede kringen de aandacht heeft getrokken. In een officieuze Duitsche verklaring werd zooveel te verstaan gegeven, dat er aan het Duitsche geduld grenzen zijn. Cross, de Britsche blokkademinister heeft, tjjdens zjjn verblijf in de Vereenigde Staten, in een ver klaring voor persvertegenwoordigers gewe zen op de bedenkelijke leemten in de En- gelsche handelstonnage en in verband daar mede den raad gegeven, op korten termijn een aantal in de Vereenigde Staten aan wezige vijandelijke handelsschepen ter be schikking van Groot-Brittannië te stellen. Een woordvoerder van het Duitsche mini sterie van buitenlandsche zaken heeft daarop te kennen gegeven, dat men er weliswaar aan gewend was geraakt, dat men in den plaatsten tjjd van zekere han delingen, ovér welker volkenrechtelijke on aanvaardbaarheid men niet in twijfel be hoefde te verkeeren, verdraaide voorstellin gen lanceerde, maar dat zulks voor het Derde Rijk op den duur onverdragelijk Was. Zulks temeer, waar men van Duitsche zijde steeds ten aanzien van de betrekkin gen tot de Vereenigde Staten de grootste reserve heeft betracht, terwijl aan de an dere zijde daarvan in geen enkel opzicht sprake was. Een duidelijke waarschuwing en men wacht nu in Berljjn met eenige spanning af, hoe men in de Vereenigde Staten op de suggesties van minister Cross zal reagee- ren. De laatste berichten over de industri- eele capaciteit in de Vereenigde Staten maken duidelijk, dat er inderdaad sprake is van een verhoogde activiteit ten gunste van de Britsche oorlogvoering. Deining in het diplomatieke kamp. Het is zeker niet voorbarig om te zeggen, dat de Duitsch- Amerikaansche betrekkingen thans in de actueele discussie zijn betrokken. En dit is van te grooter beteekenis, wijl in de be trekkingen tusschen Engeland en Amerika juist een nieuwe fase valt te signaleeren door de benoeming van Halifax tot ambas sadeur, van Eden tot leider van het Fo reign Office en van Margeson tot minister van oorlog. Ook in Duitsche kringen be schouwt men deze mutaties als een aanwij zing, dat de oorlogszuchtige tendentie der Engelsche kringen een nog scherper inslag heeft gekregen. De Berliner Börsenzeitung verwacht een straffere houding van Lon den tegenover de vrienden van de as. Af gezien van de veronderstelling in Berljjn- sche kringen, dat deze Britsche hoop ook wel zal worden vernietigd, zal een en an der toch niet zjjn invloed missen op de hou ding van de Vereenigde Staten en tevens op de houding van Duitschland ten aanzien van "Washington. Het zoo juist gegeven commentaar wijst overigens reeds in deze richting. O De deining in diplomatieke kringen wordt ongetwijfeld in niet geringe mate beïnvloed door het rapport, dat maar schalk Graziani aan Mussolini heeft uit gebracht over het verloop van den strijd in Libye. Zijn de Britten door het succes, dat zij dank zij een overweldigende meer derheid op de Afrikaansche fronten kon den behalen, wellicht overmoedig gewor den? De Britsche oorlogsleiding heeft nog niet al te veel successen kunnen aanwij zen. Integendeel Engeland is geheel in het offensief gedreven, niet slechts im het Westen, maar ook in het Oosten, waar het behalve met de gevolgen op militair terrein, rekening moest houden met het effect in de koloniën. Hebben zij thans hun prestige hersteld Het is zeker te voorbarig, om te dien aanzien conclusies te trekken. De Britten hebben hun beste troepen in den strijd geworpen, uit alle deelen van het imperium bijeengebracht en zij zijn, dank zjj deze hulp in staat geble ken, de terugtrekkende manoeuvre van een paar maanden geleden, toen zij de woestijn aan de Italianen lieten, te rectifi- ceeren. De Italianen hebben verwoeden tegenstand geboden, maar de technische superioriteit van de Engelsche troepen dwong Graziani het gewonnen terrein weer prijs te geven. Dit alles wil echter geenszins zeggen, dat de Italianen voor het verdere verloop van den oorlog zouden zjjn uitgeschakeld. In den vorigen oorlog hebben zij ook zeer veel tegenslagen moeten incasseeren, zoo hebben de Italiaansche commentaren nog onlangs te verstaan gegeven en toch beleefde datzelfde verslagen Italië zijn Vitto rio Veneto. Italië is niet verslagen, aldus luidt ook de conclusie van vandaag. De diplomatieke redacteur van Stefani heeft deze conclusie uitvoerig toegelicht en ook hij komt tot de slotsom, dat Engeland in een doodeljjken greep zit en dat het uur der Britsche ineenstorting zal slaan. Deze conclusie ziet er inderdaad nog al gewaagd uit, voor wie slechts rekent met het onmiddellijk waarneembare en met de incidenteels gebeurtenissen. De Italiaan sche commentator wijst echter op den ach tergrond van de gebeurtenissen en hjj be toogt, dat het niet dit enkele succes is, waardoor Engeland alle vroeger ontvan gen slagen zal kunnen compenseeren. Moest Engeland niet oude afgedankte scheepsrompen in Amerika koopen, om dit verlies goed .e maken. Italië daarentegen aldus de redacteur van Stefani, kan nog viervijfden van zjjn strijdmacht in den strijd werpen, terwijl Engeland reeds een groot deel van zjjn manschappen en zijn materiaal heeft verbruikt, zonder dat het er tastbare voordeelen voor in de plaats heeft gekregen. Het is te vroeg om con clusies te trekken, te vroeg ook, om re kening met een uitschakeling van Italië te houden. De as is ongebroken en daarvan zal het nieuwe Europa zeker merken. Gra- ziani's rapport moge deining hebben ver oorzaakt, er is geen aanleiding, om reke ning te houden met een uitschakeling, daarvoor is de as te hecht, daarvoor is ook het Britsche succes van een te weinig be- teekenenden omvang. De Italiaansche commentaren hebben daarover geen twij fel laten bestaan. BI] HMW® verzacht era geneest Doos 30, Tube 45 ct. Bij Apoth. en Drogisten. KERSTFEEST 1940. Kunnen wij nog Kerstfeest vieren, Nu de tijd zoo donlcer is, Mogen wij ons huis versieren, Gasten nooden aan den discli f Zullen tusschen donWre wanden, Witte kaarsen stralend branden In hun reine, teere pracht? Stille nacht, Heil'ge nacht. Op de aarde, door den aether, Klinkt het donderend gerucht. Uit de harten stijgt naar boven Menig bange droeve zucht. Binnen 's harten donkfre wanden Kan nochtans het kerstlicht branden, In een stille reine pracht Stille nacht, Heil'ge nacht. Over verre donk're velden, Gingen herders haastig voort. Aan den hoogen wijden hemel Heeft een gouden ster gegloord. Wijzen uit zoo verre landen, Brachten gaven, offeranden, Engelen zongen rein en zacht Stille nacht, Heil'ge nacht. EEN" VARKEN VAN PL1VL 500 POND CLANDESTIEN GESLACHT. Twaalf arrestaties te Wormer- veer en omstreken. Eenigen tijd geleden ontving de politie van Wormerveer mededeeling, dat een var ken van plm. 500 pond vervoerd zou zijn, onder opgave, dat het hier om het ver voer van een fokzeug ging, hetwelk zou zjjn toegelaten. Het bleek evenwel, dat het varken vervoerd moest zjjn met het oogmerk het te slachten. Na een vrjj uitgebreid onder zoek kon worden vastgesteld, dat het varken van Purmerend, via Wormerveer en Krommenie werd getransporteerd naar Uitgeest, waar het werd gebracht bjj een veehouder, die voor het houden van var kens erkenning bezat. Van Uitgeest ging men met 't varken naar Assendelft. Hier werd het dier de vorige week clandestien geslacht. Ongekeurd' werd-, het vleesch naar Wormerveer vervoerd, waar het aan particulieren tegen zeer hooge prijzen van 1.20 tot 1.40 per pond werd verkocht. Bjj het verder onderzoek kwam aan het licht, dat dezelfde veehouder uit het com plot reeds eerder varkens clandestien had geslacht. In totaal heeft de politie een twaalftal verdachten uit Wormerveer en omstreken gearresteerd. Een hoeveelheid vleesch kon de rijks veldwachter uit Assendelft in de slacht plaats in beslag nemen. De koopers van het te drre varkens- vleesch zijn eveneens strafbaar. De politie, die bekend is met de namen van de koo pers heeft het onderzoek op dit punt nog niet beëindigd. Een rechercheur van politie uit Am sterdam heeft gistermorgen tezamen met enkele distributieambtenaren en den ge meenteveldwachter te Oostzaan een hoe veelheid frauduleus geslacht vleesch we ten te achterhalen. Het was den politie ter oore gekomen dat in Oostzaan vleesch geslacht was dat vermoedelijk naar de hoofdstad zou worden gebracht om daar voor Kersmis verkocht te worden. De ambtenaren gingen gistermorgen op pad dit vleesch te achterhalen. Zjj onder zochten o.a. ook den wagen van een vrachtrjjder, welke een bodedienst tus schen Oostzaan en Amsterdam onder houdt. Inderdaad trof men in dezen wagen een groote hoeveelheid vleesch, in totaal een koe en twee schapen, aan. Het is in beslag genomen en per af zonderlijke auto naar het abattoir over gebracht. Zoowel de bode als de verzender van het vleesch zjjn beiden aan een uitvoerig verhoor onderworpen. Laatstgenoemde, die op aanwjjzingen van den bode is aange houden, ontkent iets met het vleesch te maken te hebben. HIJ KWAM VAN DE BELASTINGEN Een bejaard echtpaar, dat In Den Haag een winkel drjjft, is het slachtoffer gewor den van een handigen oplichter. De winkelier is 72 jaar en zjjn vrouw, die bovendien nog slecht van gezicht is, 65 jaar. Dezer dagen kregen zij bezoek van een man, die voorgaf van de be lastingen te zjjn. Hjj stelde het echtpaar enkele vragen, o.m. hoe groot hun vermo gen was, hoeveel zij per week verdienden enz. De oude menschen, die de zaak blijk baar niet geheel vertrouwden, vroegen den man naar een legitimatiebewijs, waarop deze brutaalweg antwoordde „II: stel hier vragen en u hebt maar te antwoorden", Vervolgens haalde hjj een dik boek te voorschjjn, legde hun dit voor en zei, dat zjj even teekenen moesten. Het echtpaar, dat door het zelfverzekerde optreden van den man nogal geïntimideerd werd, vol deed hieraan, waarop de „belastingambte naar" drie honderd gulden eischte. De oudjes voerden hiertegen aan, dat zjj een dergelijke som niet ineens konden betalen. „Betaalt u dan nu maar 1C0, dan kom ik de rest wel in Januari halen", was het antwoord van den man. Helaas volde den de winkelier en zijn vrouw aan dit verzoek zjj stelden hem 10 briefjes van tien gulden ter hand, waarop de mijnheer van de belastingen verdween. Er leefden eens heel lang geleden in een leuk huisje aan de rand van een groot bos een flinke jager met zijn vrouw en hun enig kind1, een dochtertje van zeven jaar. Het was een allerliefst meisje met blonde krullen en heldere blauwe kjjkers. Haar moeder had haar een rood manteltje en 'n bijpassend mutsje gemaakt en alle mensen in de omtrek noemden haar „Roodkapje". Zelfs de dieren in het bos kenden die naam. Wanneer het kleine meisje onder de hoge bomen, liep, dan floten de vogels „Roodkapje, Roodkapje, goede dag", en Roodkapje zong vrolijk terug„Dag lieve vogeltjes". Niet alleen de vogeltjes kenden Rood kapje ook de eekhoorntjes, de wezeltjes en alle andere dieren zeiden, bromden, piep ten of floten het meisje met het blonde haar, dat onder een grappig rood kapje uitgluurde, vriendelijk goede dag. Zo ken de ook die oude deugniet, de wolf, die in een donlcer hol onder een oude eikenboom woonde, het dochtertje van den jager, die hem al zo dikwijls de schrik cjp het lijf had gejaagd. Het gebeurde, dat de grootmoeder van Roodkapje ziek werd. Iedere dag bracht nu de jager een pannetje soep en een mandje met gebak, en vruchten naar de oude vrouw, die alleen in haar huisje aan de andere kant van het bos woonde, 's Zaterdags moest de vader echter altijd naar de markt in de naburige stad. Heel vroeg in de morgen, na zijn. vrouw en dochtertje goededag gekust te hebben, vertrok hij. Het geweer hing aan een ste vige leren riem om 'zijn schouder, een groot jagersmes in een schede bungelde aan zijn broeksriem en Snel, de hond, stapte naast hem. Nu was het de taak van Roodkapje om naar Grootmoeder te gaan en haar het voedsel te brengen. Ze deed het graag, wamt die lieve oude oma kon zulke mooie sprookjes vertellen over feeën en kabou ters en over betoverde prinsessen en prin sen. En al die sprookjes waren echt ge beurd 1 Roodkapje deed haar rode manteltje aan en zette het kapje op haar wilde krullen, terwijl haar moeder allerlei voedzame spijzen in een mandje pakte en haar doch tertje op het hart drukte, 'vooral langs het brede pad te gaan en niet door de slin gerende zijwegjes. Roodkapje beloofde haar'moeder regelrechtnaar grootmoe- der's huisje te gaan, pakte het korfje op en haar klein rood figuurtje verdween door de groengeschilderde deur. Het was prachtig weer. De zon wierp warme stralen door de openingen in het bladerenrak op de weg, die het meisje ging. In de stralen dansten millioenen in secten en hoog in de bomen kweelden de vogels. Alles en iedereen was blij. Het mos geurde kruidig en de bloemen met hun mooie kleuren lokten Roodkapje naar zich toe. Het meisje week van het grote pad af en ging onder de bomen bloemen pluk ken voor haar grootmoeder. Steeds verder raakte ze in. het bos en toen ze eindelijk met de armen vol bloemen om zich heen keek, bemerkte ze, dat ze verdwaald was. Roodkapje was echter een flink meisje en ging moedig op zoek naar bekende paden. Terwijl ze zocht, ontmoette ze de wolf. Dit heerschap leek heel vriendelijk en zjjn stem klonk zo grappig-brommend lief, dat Roodkapje helemaal niet bang voor hem was. „Dag Roodkapje, mooie meisje", vlei de de wolf. „Dag meneer de wolf" antwoordde Roodkapje beleefd. „Waar ga je heen meisje?" „Ik ga naar grotmoeder, zij is ziek en nu ga ik haar allerlei lekkers brengen". Onmei'kbaar likte de wolf met zijn tong langs zijn snoet „Maar ik ben verdwaald, leunt u me misschien de goede weg" wijzen", ging Roodkapje verder. „Ja zeker, lief kind", en brommend duid de hij haar aan, hoe ze moest wandelen. „Dank u wel" zei Roodkapje en ging vlug op weg. Even nog keek de wolf haar na, maar toen zette hij er een vaartje achter. Binnen enkele minuten had hij grootmoeder's huisje bereikt. Hij liet de blinkende koperen klopper zachtjes tegen de deur vallen en op de vraag van de oude vrouw, wie daar was, antwoordde hij met een hoge stem „Roodkapje, lieve oma". „Trek maar aan het touwtje, dam zal de deur wel open gaan". Handig deed de wolf de deur open, nam van de drempel af een grote sprong, dat hij boven op Grootmoeders bed terecht kwam en slokte de arme vrouw met één hap naar binnen. Daarna haalde h\j uit de ouderwetse gebeeldhouwde linnenkast een schone nachtpon en een slaapmuts met lila en rose strikjes te voorschijn, kleedde zich daarmee aan en ging in Grootmoeders bed liggen slapen. Na vele uren werd de wolf wakker door een voortdurend kloppen op de deur. 't Was Roodkapje, die na een lange wande ling eindelijk het huisje van haar groot moeder bereikte. De wolf had haar langs een grote omweg laten lopen. Met een oude vrouwestemmetje riep de wolf „Roodkapje binnen. Trek maar aan het touwtje, dan zal de deur wel open gaan. Roodkapje deed de deur open en stapte binnen. Zij zette het mandje op de tafel en liep met haar bloemen op het bed van Oma toe, maar inplaats van het lieve oude gezicht zag ze daar, onder de witte slaap muts, de ruige wolvensnoet. Roodkapje schrok vreselijk en wilde weglopen. De wolf stak zijn poot uit en pakte het meisje om haar middel. Juist wilde hjj haar naar zjjn mond brengen, toen de deur openge- DE KERSTKAART VAN ANTON PIECK. HOE DE TEEKENAAR ER TOE GEÏNSPIREERD WERD. Bij de prentbriefkaarten voor het Kind, welke dit jaar worden uitgegeven, zijn er twee, welke door den bekenden teekenaar A. F. Pieck geteekend zjjn, en waarvan er één de Kerstkaart met bijzondere graagte door het publiek gekocht wordt, gezien de alom gToote vraag er naar. Een vertegenwoordiger van de Centrale Propaganda Commissie voor den verkoop der kinderpostzegels en prentbriefkaarten voor het Kind, heeft met den heer Pieck, die te Overveen woont, een onderhoud ge had. De Commissie verzoekt ons, aam dit onderhoud bekendheid te willen geven. De heer Pieck, die ongeveer 20 jaar leeraar in het teekenen aan het Kennemer- Lyceum is, zit als het ware de teekenkunst in het bloed reeds op 14-jarigen leeftjjd behaalde hij acte teekenen L. O. en drie jaar later de acte M. O. Elf jaar oud, kreeg hij geregeld in het vak les in Den Helder, waar zijn ouders woonden. Hjj heeft echter niet alleen Nederland uitge kozen, om tot inspiratie voor zijn teeke- ningen, enz. te komen. Drie jaar geleden was Anton Pieck twee maanden in Ma rokko een prachtig en nog ongerept land, zoo zegt hij, als hij er met veel enthousiasme van vertelt, onderwijl zijn kleurplaten toonend. Maar ook in Duitschland, Engeland, Oostenrijk en lan gen tijd in Italië, doch zeer veel in Vlaan deren waar hij vele vrienden en goede bekenden heeft teekende Pieck lange jaren. Ik geloof, dat hij eigenlijk aan het Vlaamsche lamd zoo'n beetje zijn hart ver pand heeftFelix Timmermans bjjv, is van '14 af reeds een zijner beste Vlaam sche vrienden. En men moet hem hooren praten over het Begijnhof in Lier, en zoo veel meer moois van het mooie Vlaamsche landschap, met zijn leutige bevolking Doch Anton Pieck heeft nóg méér goede vrienden een er van is een gynaecoloog in Overveen. En het is deze dokter, die hem eigenljjk op de gedachte van de mooie kerstkaart gebracht heeft, want de vader van dien arts, is dokter op een der Noord- Hollandsche dorpen. Toen zij er met hun beiden over spraken, herinnerde de arts hem er aan, dat liet in Noord Holland een nog typisch gebruik is, tusschen Kerstmis en Driekoningen met de ster te loopen. Van deze gedachte is Pieck bij het maken van de kerstkaart uitgegaan. En de lezer zal zeker niet venvacht hebben, dat de boerderij op den achtergrond van die kaart er een is. die men in Wester-Blokker vindtEvenmin als hjj eenig vermoe den zal hebben, dat op Pieck's tweede kaart de achtergrond het oude Sloten vormt. Ja. nu men het leest en men kent die omgeving, nu komt zij als vanzelf sprekend bekend voorPieck is een aangenaam, een vlot en gezellig causeur, die veel geschilderd heeft, maar die toch ook niet kan nalaten, als wij wat dieper op deze zaak ingaan, op te merken „Ik hou veel van illustraties, maar ik vind het gevaarlijk „om prentjes te maken". Intusschen, wie zijn „prentjes" in veler lei boekén wel eens vluchtig of minder- vluchtig bekeken heeft, zal steeds op nieuw getroffen zjjn door den prachtigen kleuren rijkdom. Thans werkt Pieck aan een over niet al te langen tjjd verschijnen de uitgave van de sprookjes van Grimm (Nederlandsche uitgave). Een buitenstaander kan veel vragen, (Wi/ tfiuL maar als hij van den teekenaar nu eens weten wil, hoe hjj precies tot zijn teeke- ningen komt en de „stuff" daarvoor vindt, dan antwoordt Anton Pieck, dat er geen bepaald systeem is „ieder ding" zoo zegt hij „eischt voorbereiding, je moet het eerst serieus van boven tot onder in elkaar zet ten. Het vooruit documenteeren is zeer be- langrjjk bij dit alles. En dan, men moet vooral niet vergeten, steeds contact te houden met de werkeljjkheid waarop de fantasie kan steunen". Wij konden dit zelf constateereneen Grimm plaat-in-wor- ding is de bevestiging van de zooeven ge sproken woorden. Al pratende, bladeren wij in boeken, die Pieck illustreerde we zien, hoe juist deze illustraties zijn bij Schubert-liederen der Doppelganger, Standchen, die Post, e.a., ofwel, tal van Gysbrecht-teekeningen (met initialen) een Vondeluitgave van het Von deljaar. En niet te vergeten Jacob Bicker Raye (1732—1774) „Notitie van het merkwaardigste meyn bekent" (de titel van een dagboek), in 1935 verschenen. Of het onlangs uitgekomen prachtwerk ,,De tuin der Goden", een verzameling mythen. Maar naast deze schatten, bezit Pieck nog iets merkwaardigs„Gaat u mee' naar mijn werkkamer, boven Op die werkkamer, vol behangen met kleurteeke- ningen en olieverven, staat een fraaie, ouderwetsche ets-pers. Verder tientallen gesneden houtblokken (een soort palm hout), eigenljjk, dus gewone houtsneden. „Zelf maken en drukken, waarbij je de fa briek dus feitelijk moet uitschakelen en terugkeert tot de techniek van omstreeks 1500", zoo glimlacht Pieck. Ook deze kunst is hem volkomen toevertrouwd. Zooals hem evenzeer toevertrouwd was, om een uitzonderlijk fraaie kerstkaart te schenken.. Wie zou deze kaart niet willen bezitten, ofwei er vriend -of familielid" mee willen verrassen voor een prettig Kerstfeest? Endit is misschien wel het allerbelangrijkste door het koopen bij te dragen tot leniging van den nood onzer misdeelde Nederlandsche jeugd De kerstkaart van Anton Pieck kome In duizenden handen Uzelf heeft er plezier van, enmaar vult u dit zelf maar in Wij willen niet in herhalingen vervallen DE KERSTKAART VAN ANTON PIECK. (Foto Centr. Prop. Commissie v. d. Kinderpostzegels gooid werd en de jager binnenkwam. Vlug bevrijdde de vader Roodkapje uit de vaste greep van de wolf en sneed met één haal van zjjn scherp mes de buik van de wolf open. Grootmoeder kwam er ongedeerd, maar wel erg geschrokken uit te voor schijn. Vader deed de buik van de wolf vol met zware keien en gooide hem zo in een diepe wel, waarin de wolf verdronk. Rood kapje moest nu haar vader vertellen hoe het kwam, dat ze zo laat was. Haar moe der was ongerust geworden en had haar man onmiddellijk na zjjn thuiskomst naar de andere kant van het bos gestuurd. „Ik zal je geen straf geven", zei de vader tegen zjjn dochtertje, „want je bent genoeg gestraft door de hevige schrik, maar voortaan Roodkapje, langs het brede pad". „Ja vader", mompelde het meisje zacht en verlegen. Ze begreep wel, dat ze stout geweest was en had een flinke straf ver wacht. Samen met haar vader verzorgde Roodkapje haar grootmoeder en toen stapten ze hand ln hand naar. moeder de vrouw, die hen wachtte met zoetemelkse pap en honingkoeken. AARDENBURG Abonnementen en advertenties voor de Provinciale Zeeuwsche Courant worden aangenomen door den Agent J. BRUIJNOOGE, Langstraat 37. Een gebonden prijsregeling in het Hotel-Cafè-Restaurant- en Pensionbedrijf. Op grond van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Neder landsche gebied no. 161/1940 is het voor de hotels en pensions verplicht gesteld zich bjj het rijksbureau voor het Hotel-, Café, Restaurant- en Pensionbedrjjf te doen in schrijven. Omtrent de wijze van inschrij ving geschiedt nog een nadere bekendma king vanwege dit bureau. Tevens worden met het oog op de prrjs- contróle voorbereidingen getroffen om ook voor die bedrjjven een gebonden prijsrege ling in te voeren. Voor beide doeleinden zullen de hotel- en pensionhouders behalve commercieele gegevens welke vanzelfsprekend ge heim blijven ook details moeten ver strekken over de accommodatie in deze gelegenheden. Na vaststelling der prijzen zal dus het Rijksbureau beschikken over een index van .alle hotels en pensions in Nederland, met alle volledige gegevens, zooals bedoeld in de A.N.V.V. Richtlijnen voor V.V.V. Propaganda- drukwerk. Deze gegevens wil het Rijksbureau, met machtiging van het departement van Han del, Nijverheid en Scheepvaart ter beschik king stellen van organisaties als het A. N.V.V., A.N.W.B., Hore'caf, K.N.A.C., welke als toeristische vereenigingen voor deze inlichtingen belangstelling hebben.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 5