V.' Tweede blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Vrijdag 20 December 1940 Kroniek van den dag Strijd om petroleum. Eenige jaren geleden verscheen er van de hand. van den hekenden journalist Anton Zischka een interessant boek onder den titel de strijd om de petroleum. De schrij ver, die behalve over een uitgebreide ken nis van de door- hem behandelde onderwer pen over een voortreffelijke pen beschikt - al laat hij zich wel eens door al te fantas tische overwegingen leiden heeft het pé- troleumvraagstuk zeer uitvoerig belicht en ons in. zijn beschouwingen ingeleid in de intrigenwereld, waarin zich de strijd om 'deze grondstof afspeelt. De strijd om petroleum beheerscht de situatie van het oogenblik en het gaat er nu maar om, in hoeverre de oorlogvoeren den er in zullen slagen een eventueel te kort aan deze voor de oorlogvoering on misbare grondstof te ondervangen, hetzij door het uitbreiden van hun invloeden, hetzy door toepassing van synthetische me thoden. Naarmate deze oorlog voortduurt, wordt dit probleem van meer beteekenis. De theoretische mogelijkheid van een uit putting der voorraden beteekent tevens het einde van den oorlog. Vandaar dat de oor logvoerende partijen er in de eerste plaats op uit zijn, hun afhankelijkheid in dit op zicht tot zoo klein mogelijke proporties te rug te brengen. De Duitschers en de Itali anen hebben hun toevlucht genomen tot de wetenschap en tegelijk zijn zij er op be dacht geweest, gebruik makend van hun overheerschende positie in Europa zich den toegang te verschaffen tot de voor de petroleumleverantie belangrijke gebie den in ons werelddeel. Dat is him niet in een handomdraai gelukt. Zij hebben hun geheele diplomatieke apparaat in bewe ging moeten zetten, om het zoo ver te krijgen. Immers, zij moesten daar optor nen tegen Britsche invloeden en 'tegen de Britsche geldmarkt moest, daarvan waren zy te voren reeds lang doordrongen, een zwaren strijd gevoerd worden. Door de synthetische aanmaak van benzine hebben de centraal Europeesche mogendheden hun positie ongetwijfeld zeer versterkt. Boven dien hebben zij hun invloed in alle deelen van Europa aanzienlijk uitgebreid en tegen over de Britsche blokkade was dit onge twijfeld een hunner krachtigste wapenen. Maar de synthetische productie kan toch niet de oplossing brengen van de moeilijk heden. Er moest hun veel aan gelegen zijn, den weerstand van den rijken tegen stander te breken. Daarvoor is te meer reden, omdat de macht van Engeland in hoofdzaak gebaseerd is op de petroleum. Die weerstand te winnen is voorwaar geen gemakkelijke opgave, wijl, gelijk wel ge bleken is, ook in voorafgaande jaren, de uitwisseling van grondstoffen petrole um tegen rubber mede de basis en het bindmiddel is van de BritschAmerikaan- sche verbondenheid. Want dit strekt zich niet alleen uit over de onmiddellijke BritschAmerikaansche transacties, maar ook de positie van Nederlandsch-Indië wordt daardoor min of meer bepaald. Zoo staan Duitschland en Italië dan ook voor de oplossing van een probleem van wereld formaat. Engeland beschikte voor den oor log over de belangrijkste oliebronnen en al zijn er nu eenige en zeer belangrijke af gevallen, met name waar de spil zich vas ten voet heeft weten te verwerven in het Balkanbekken, nog steeds heeft het Brit sche imperium belangrijke hulpbronnen. Om die bronnen is het in dezen, gelijk in den vorigen oorlog begonnen. De achter grond van den slag om Engeland en den slag om Egypte is in het kort samenge vat de petroleum. De spilmogendheden streven naar een billiker verdeeling van den wereldolievoorraad, doch om daartoe te geraken is het noodig, dat zij den tegen stander het zoolang lastig maliën, dat deze in een herverdeeling toestemt. Zoo komt men dan ook tot de conclusie, dat het belangrijkste vraagstuk van dezen oorlóg is: beschikken Duitschland en Ita lië over voldoende hoeveelheid olie om den strijd om de petroleum tot een goed einde te brengen. Daarmede zitten we dan met een in het groote economische probleem van dezen oorlog. Het zal de moeite loo- nen de positie van de oorlogvoerende par tijen te beschouwen, met name waar het gaat om de ressoucres, waarover de spil- Btaten de beschikking hebben. Personeele belasting motorrijtuigen. De K.N.AC. schrijft ons: Binnenkort zullen de houders van motorrijtuigen (ook van de opgelegde) wederom de noodige gegevens moeten verstrekken voor den aanslag in de Personeele Belasting 1941 voor motorrijtuigen. Indien men gedurende het geheele jaar 1941 geen gebruik maakt van het voer tuig, kan men, indien men daarom tydig verzoekt, na afloop van het belastingjaar restitutie verkrijgen van het belasting bedrag, dat echter eerst volledig moet worden voldaan. Aangezien thans vele motorrijtuigen niet kunnen worden gebruikt en derhalve een groot aantal verzoeken als bovenbedoeld kan worden verwacht, hebben K.N.A.C., de A.N.W.B., de R.A.I., de B.O.V.A.G. en de voorzitter van het Instituut van Auto mobiel-Experts zich gezamenlijk tot het Departement van Financiën gewend met het verzoek te willen bevorderen, dat het voor dergelijke voertuigen vastgestelde be lastingbedrag voorloopig buiten de invor dering zal worden gelaten. WEDEROM FRANSCHE GEMEENTERADEN ONTBONDEN. Volgens een bericht uit Vichy zijn bij decreet van den minister van binnenland- sche zaken de gemeenteraden van vier steden ontbonden. Daartoe behoort de Raad! van Lesparre in het departement Gironde, waar de vroegere minister van binnenlandsche zaken, Mandel, burge meester is geweest. WINTERHULP NEDERLAND. Hedenavond zal ir. J. Th. Westhoff, di recteur van den rijksdienst der werkvei*- ruiming om 20.15 uur, als lid van het eerecomité der Winterhulp Nederland over de radio een kort woord richten, tot het Nederlandsche volk. Vrijgeven van gevogelte voor de Kerstdagen. Vaststelling van maximumprijzen. Het rijksbureau voor voedselvoorzie ning in oorlogstijd maakt bekend Met het oog op de komende Kerstdagen zal de Nederlandsche centrale voor eieren en- pluimvee op beperkte schaal voor de binnenlandsche consumptie ontheffing ver- leenen van het verbod tot het slachten en afleveren van gevogelte (artikel 4 en 6 gevogelte-inventarisatiebesluit)Voorzoo- ver ganzen en kalkoenen betreft, wordt deze ontheffing geacht zonder nadere for maliteit te zijn verleend. Betrokkenen mogen deze dieren dus zonder verdere vergunning slachten en afleveren. Dit geldt ook voor de reeds bij genoemde cen trale opgegeven voorraden ganzen en kal koenen. In verband hiermede zijn tevens maxi mumprijzen vastgesteld. Voor den consu ment is de maximumprijs voor alle soor ten 1.50 per k.g. geslacht gewicht. Er wordt voor gewaarschuwd, dat tegen overtreding van de maximumprijsvoor schriften krachtige maatregelen worden genomen. Nadere bijzonderheden omtrent een en ander zyn opgenomen in een officieele pu blicatie. Voorzoover kippen en eenden betreft, welke vóór 16 December zijn geslacht en geregistreerd by deze centrale, wordt aan iederen houder, die zijn voorraad aan de centrale heeft opgegeven, schriftelijk me degedeeld, welk gedeelte van zijn voorraad voor het binnenland mag worden afgele verd. Hiervan zal een gedeelte worden ge reserveerd voor ziekenhuizen, die zich te dezer zake met hun leverancier kunnen verstaan. Bovendien mogen de kippen en eenden die sinds 16 December zijn geslacht, zon der nadere ontheffing van de centrale worden afg leverd, terwijl ook in den ver volge geen individueele ontheffing voor het slachten van kippen en eenden meer behoeft te worden aangevraagd, mits van de vóór 16 December aanwezige voorra den op de by artikel 3 van het gevogelte- inventarisatiebesluit voorgeschreven wijze aan de Nederlandsche centrale voor eieren en pluimvee opgave „is gedaan. Deze ontheffingen worden steeds geacht te zijn verleend onder de voorwaarde, dat de vastgestelde maximumprijzen voor ge vogelte (zie de desbetreffende publicatie) worden in acht genomen. De houders van voorraden, die tot dus verre de „weekstaten slachtgevogelte" aan de centrale plachten in te zenden, die nen hiermede te blyven voortgaan. ONBEWAAKTE OVERWEG EISCHT TWEE DOODEN. Gistermiddag is op den onbewaakten overweg aan de Hulk, onder de gemeente Berkhout, een ernstig ongeluk gebeurd, dat twee slachtoffers heeft geëischt. De personentrein van Amsterdam naar Enkhuizen passeerde omstreeks twee uur dezen overweg. Op hetzelfde oogenblik wilde een lichte personenauto, eveneens uit dJe richting Amsterdam komend den overweg kruisen. Er ontstond een botsing, waarvan de gevolgen vreeselijk waren. Het lichte wagentje werd 500 meter door den locomotief meegesleurd. De twee in zittenden waren op slag dood. Op gerui- men afstand voorbij den overweg kwam de trein tot stilstand. De lijken van beide slachtoffers, die uit Amsterdam afkomstig zijn, waren totaal verminkt. Bestuurder was de 55-jarige aannemer L. v. d. Vliet, terwijl naast hem co 55-jarige J. M. Kelder plaats had ge nomen. Vervoederverbod voor koolrapen en pastlnaken. Bij beschikking van den secretaris-ge neraal van het departement van landbouw en visschery is, behoudens de in bepaalde gevallen door de Nederlandsche groenten- en fruitcentrale te verleenen ontheffing, een verbod ingesteld op het vervoederen en 'het doen vervoederen van koolrapen en pastinaken. Een dergelijk verbod bestond reeds voor roode peen. ;i"'I üe strijd tusschen Italië en Griekenland. Een gecamoufleerde Italiaansche luchtvaartbasis in Albanië. (Foto Weitbild)] Wiet de 3 Dampo producten bestrijdt O aSSe verkoudheden zoowel bij U zelf als bij Uw kinderen. Dampo-verkoudheïds-balsera, hiermede 's avonds keel, borst en rug inwrijven, dit lucht op en 's morgens is Uw verkoudheid weer verdwenen. Pot 50. Tube 40 ct. Doos 30 ct. Dampo-bonbons bij schorheid, pijnlijke keel en hoest. Doos 25 ct. Dampo-neusdruppels bij neus-catarrh en verstoptheid in het hoofd. Flacon met druppelspuitje 60 ct. Uw waarborg: 't Komt van Mijnhardt Werkzaamheden In den zin der ongevallenwet. Bij besluit van den waarnemend secre taris-generaal van het departement van sociale zaken zijn, met ingang van 1 Januari a.s. als werkzaamheden, bedoeld in het 3e lid van artikel 2a der ongevallenwet 1921, aangewezen: le. het bezorgen van en venten met voe dingsmiddelen, genotmiddelen en gebruiks voorwerpen; 2e. het bezorgen en col- porteeren van couranten, bladen en tijd schriften; 3e. het bezorgen van reclame artikelen en drukwerken, voor zoover dit min of meer periodiek geschied; 4e het vervoeren van veldvruchten en zuivelpro ducten ten behoeve van de fabriekmatige verwerking pn vervoeren van de afval producten; 5e. het laden en lossen in groepsverband van goederen; 6. het schil len, schoonmaken, sorteeren en pellen van land- en tuinbouwproducten, lezen van peulvruchten en krenten van druiven; 7e. het pellen van garnalen; 8e. het schoon maken en verwannen van gebouwen. e.d.; 9. het demonstreeren met of geven van onderricht in het gebruik van apparaten; 10e. het boeten van netten; 11e. het slach ten van runderen, kalveren, schapen, paar den, varkens o.d. met bybehoorende werk zaamheden. WERKLOOZE LANDARBEIDERS Moeilijkheden bij de werkloozen- kasuitkeeringen. De voorgaande week hebben wij mede gedeeld, dat in verschillende gemeenten moeilijkheden waren gerezen inzake de uitkeeringen uit de werkloozenkassen van de landarbeidersbonden aan werkloos ge worden landarbeiders. Slechts die werklooze arbeiders, die zich bereid verklaarden ar beid in Duitschland te aanvaarden, moch ten z.g. stempelen en kwamen voor uit- keering in aanmerking. Zeer vele arbei ders, die niet naar Duitschland kunnen gaan omdat ze in het vroege voorjaar van 1941 weer naar hun landbouwers moe ten of kunnen terugkeeren, maakten be zwaar tegen de gevraagde.bereidyerklaring. In verband met bovenstaande moeilijk heden heeft het departement van sociale zaken thans aan de gemeentebesturen me degedeeld, dat de meening niet juist is dat leden van werkloozénkassen van land- arbeidersbonden geengjiitkeering mogen ontvangen en zelfs geen aanmeldingslijsten mogen teekenen, voordat ze zich bereid hebben verklaard arbeid in Duitschland te aanvaarden, welke hun eventueel zal worden aangeboden. Die bereidverklaring geldt slechts ten aanzien van de plaat sing bij cultuur-technische werken of an dere werkverruimingsobjecten. Ten aanzien van de werkloosheidsverze kering gelden de bepalingen van de regle menten van de werkloozenkassen. Indien volgens de reglementaire bepalingen aan spraak op uitkeering bestaat, mogen de leden uitkeering ontvangen zoolang het nog niet vast staat, dat ze in Duitschland kunnen gaan werken en hun dienovereen komstig persoonlijk arbeid in Duitschland onder daarbij medegedeelde arbeidsvoor waarden is aangeboden en zij dien arbeid hebben geweigerd. Na deze aanvullende circulaire mag ze ker verwacht worden dat de ontstane moei lijkheden zullen zijn opgeheven. In aansluiting met het bovenstaande kan nog worden medegedeeld, dat aan de gemeentebesturen is verzocht, er op toe te zien, dat de werklooze landarbeiders, waar onder ook te verstaan zijn zuivelarbeiders, tuinbouwarbeiders, niet in een ander be roep, hetzij in Duitschland, hetzij hier te lande worden geplaatst. FRANSCHE SCHEPEN UIT NEW YORK VERTROKKEN. Het Fransche tanlischip „Merope", groot 7011 b.r.t. en het Fransche vrachtschip „Fort de France", groot 4279 b.r.t., zyn Woensdag uit New York vertrokken. De bestemming van de „Merope", die geen lading aan boord lieeft, is onbekend. De „Fort de France" gaat naar Martinique. De Britsche regeering heeft hiertegen geprotesteerd, aangezien zij op grond van een eisch tot schadevergoeding tegen de Fransche scheepvaart maatschappij dit stoomschip in. beslag wilde laten nemen. Koning Carol naar Amerika? Naar in politieke kringen te Boekarest verluidt, heeft ex-koning Carol, die in Se- villa verbïyft houdt, het voornemen via Portugal naar Amerika te vertrekken. Zijn vroegere hofminister en vertrouweling, Urdarianu, zou zich reeds in Lissabon be vinden en daar tezamen met den vroegeren Roemeenschen gezant Pangal de reisplan nen voorbereiden. De Roemeensche staatsleider, generaal Antonescu, heeft thans, naar bekend wordt, den koning laten weten, dat het legion naire Roemenië niet werkeloos zou toezien, wanneer Carol zijn tot dusverre in acht ge nomen reserve zou laten varen. Iedere po litieke activiteit van zyn kant zou, naar men in Boerakest opmerkt, ernstige ge volgen met zich mede sleepen. Inschrijving van 36-jarigen In Engeland. Volgens een bericht van Associated Press uit Londen is Woensdag medegedeeld, dat den 36-parigen zich op 17 en 18 Januari op naamlijsten moeten laten inschrijven. Men schat het aantal dergenen, die voor in schrijving in aanmerking komen, op 250.000. Poolsche arbeiders In Duitschland. Op een in Krakau gehouden vergadering der arbeidsbureaus van het gouvernement generaal is in een overzicht over 1940 me degedeeld, dat door de twintig arbeids'bu- reaux tot einde September in totaal 340.000 Poolsche arbeiders naar Duitschland zijn gezonden. Deze Poolsche arbeiders zyn niet alleen te werk gesteld in den landbouw, maar hebben ook in grooten getale werk kunnen vinden in nyverheidsbedrrjven. De gruwelijke moord op den Bredaschen koopman opgehelderd. Dader verborg het lijk onder een steenen keldervloer. Knap speurderswerk van de politie. In een persconferentie te Rotterdam heeft inspecteur B. Mei les, nadere bijzon derheden gegeven over den moord op den Bredaschen koopman P. van Aart, die se dert 12 November jl. vermist werd en wiens lijk men in den kelder van een wo ning in de Franschelaan te Rotterdam heeft teruggevonden. Van Aart was Dinsdagmorgen 12 No vember naar Den Haag gegaan om een partij textielgoederen, welke buiten de distributie om werd aangeboden, te koo- pen. Toen hij des avonds niet terugkeerde steide de familie de politie va t d: verdwij ning in kennis. Uit de verklaringen van familieleden bleek, dat de koopman dien morgen naar Den Haag was vertrokken in gezelschap van den heer J. Van de B. uit Bussum. Deze had van Aart medegedeeld, dat de goederen in Den Haag waren opge slagen en dat men daar twee mannen zou ontmoeten. Inderdaad maakte men in Den Haag kennis met J. F. J. D., een man die bij de politie als misdadiger bekend staat. Deze deed zich voor als eigenaar van de goe deren en na langdurige besprelöngen deelde hij mede, dat de goederen in Rot terdam lagen. De vier mannen begaven zich nu naar Rotterdam, om öe goederen te bekijken. In een café op de Westkruiskade werd koffie gedronken en tijdens de onderhan delingen kreeg de Bussumer den indruk, dat hg te veel was en dat de mannen het verder liever zonder zijn aanwezigheid zouden stellen. Toen de anderen dan ook weggingen, bleef hij in het café achter met de afspraak, dat hij zou wachten. Toen de man echter den gëheelen mid dag in het café had gezeten en de anderen om 7 uur des avonds nog niet terug waren, gaf hij het op en vertrok naar Bussum. Den dader op het spoor. Na dien tijd hoorde men van den koop man van Aart niets meer. De politie nam de zaak in onderzoek en vroeg aan den Bussumschen koopman de B. bijzonder heden. De eenige naam, dien hy kon noe men was die van den beruchten J. F. J. D., die in Amsterdam moest wonen en de Am- sterdamsche politie deed moeite om achter de verblijfplaats van D. tv. komen, tot dusverre is dit echter niet gelukt. Van de Amsterdamsche politie kreeg de Rotterdamsche recherche, die het onder zoek nu had overgenomen, aanwijzingen dat de onvindbare D. vroeger wel omgang had gehad met den 35-jarigen T. A. F. S., die in de Franschelaan te Rotterdam woonde. Deze S. was in. dienst geweest van een woningbureau, waar men hem echter ont slagen had. Hij was nu verzekeringsagent en woonde alleen in het benedenhuis in de Franschelaan. Wel had hij een tijdje sa mengewoond met een vrouw, maar deze was eenigen tijd geleden vertrokken. De Rotterdamsche politie, die tegen S. in het geheel geen argwaan koesterde, probeerde zich met hem in verbinding te stellen in de hoop, dat S. iets zou weten van de verblijfplaats van D., die men eer der verdacht. S. was echter vrijwel nooit thuis en ten slotte werd hij schriftelijk op het hoofd bureau van politie ontboden. Dinsdagmor gen 18 December verscheen S. prompt op tijd in het hoofdbureau, waar inspecteur Melles hem verschillende bijzonderheden over D. vroeg. Om den man in te lichten omtrent de zaak waarvoor men zijn inlichtingen noo dig had, werd hem verteld, dat de koop man P. van Aart verdwenen was en het laatst in gezelschap van D. en enkele an deren was gezien. De moordenaar beleent. Toen de inspecteur den naam van Aart noemde, schrok de ondervraagde zichtbaar en hij werd zoo zenuwachtig, dat de in specteur argwaan kreeg-. Hy informeerde even verder en plotseling deelde S. mede, dat hij ook in dat gezelschap was geweest. Hij was de onbekende, die in Den Haag den koopman en den Bussummer had op gewacht in gezelschap van D. Hoewel ook toen de politie nog geen, zware verdenking tegen S. koesterde, leg de deze een volledige bekentenis af en ver klaarde dat hij dén koopman had ver moord. Nadat men van de B. in het café had achtergelaten, waren de mannen op weg gegaan naar de Franschelaan, waar vol gens S. de goederen lagen. Or.derweg had hij D. weggezonden, zoq- dat S. met den koopman alleen was. Volgens den moordenaar heeft hij in zijn woning met van Aart ruzie gekregen. S. had den koopman meegetroond naar zijn woning onder het voorwendsel, dat de goederen daar lagen. Toen van Aart hier eenmaal was, moest hij bekennen, dat hij de goederen niet had en er zelfs geen eigenaar van was. Slachtoffer met kolenschop, doodgeslagen. Van Aart voelde zich bedrogen en er volgde uzie welke zoo hoog liep, dat S. den koopman met een kolenschop dood sloeg. Hij moest nu het lijk verbergen en om dat hij een benedenhuis bewoonde, kwam' hij op het idee, het lijk in den kelder tg' begraven. De woningen aan de Franschelaan heb ben echter geen echten kelder, maar een zgn. kruipkelder, een kelder met een hoog te van slechts ongeveer SO era. met een cementen vloer. De moordenaar brak nu den vloer vaiï de voorkamer op en bikte daarna den vloer van den kelder met een houweel open. Dit was een uiterst vermoeiend karwei, omdat hij op zijn knieën moest liggen en zelfs in die houding het hoofd niet recht op kon houden, daar de kelder te laag was. In zijn angst zag hij kans, niet alleen het cement weg te bikken, maar ook een flinke diepe kuil te graven, waarvoor hg ongeveer ...en kubieke meter grondj moest verzetten. Het lyle onder den grond gestopt Na zorgvuldig het lijk beroofd te heb ben van alles wat waarde had en wat dg identiteit zou kunnen vaststellen, schoof hij het lichaam in de kuil en wierp er zand op. Vervolgens metselde hij den cementen vloer dicht, zoodat van het misdrijf geen spoor meer te bekennen was. De ringw-y het horloge en alle andere voorwerpen, die niet te verbranden waren, wierp hij naar hij beweerde, in het water. De portefeuille, waarin zie' tusschen dg 600 en 700 aan bankpapier bevond, zegt hy verbrand te hebben. De politie heeft deze -oorwerpen nog niet terugge vonden. Nadat S. gearresteerd was, heeft men het nieuw gemetselde beton ten tweede male opengehakt. Op 80 cm. diepte werd het lijk gevonden. De politic onderzoekt thans in hoeverre; er sprake is van roofmoord. S. ontleent dat het plan om den koopman te vermoorden, reeds eerder bestaan had. Ook ontkent hij, dat hij de 'extielgoederen slechts als lok middel heeft gebruikt, om het slachtoffer in zijn woning te krijgen. De politie onderzoekt de mogelijkheid of deze moord iets te maliën kan hebben met den moord op den Amsterdam schen koopman Nebig, wiens lijk men dezer da gen in Amsterdam gevonden heeft. Eigenaardig is dat ook deze koopman 'onder voorwendsel van. handel te kunnen doen, was meegelokt, terwijl J. F. J, D., omtrent wiens verblijfplaats men nog in het duister tast, een Amsterdammer is.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 11