V.'
Tweede blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Vrijdag 20 December 1940
Kroniek van den dag
Strijd om petroleum.
Eenige jaren geleden verscheen er van
de hand. van den hekenden journalist Anton
Zischka een interessant boek onder den
titel de strijd om de petroleum. De schrij
ver, die behalve over een uitgebreide ken
nis van de door- hem behandelde onderwer
pen over een voortreffelijke pen beschikt -
al laat hij zich wel eens door al te fantas
tische overwegingen leiden heeft het pé-
troleumvraagstuk zeer uitvoerig belicht en
ons in. zijn beschouwingen ingeleid in de
intrigenwereld, waarin zich de strijd om
'deze grondstof afspeelt.
De strijd om petroleum beheerscht de
situatie van het oogenblik en het gaat er
nu maar om, in hoeverre de oorlogvoeren
den er in zullen slagen een eventueel te
kort aan deze voor de oorlogvoering on
misbare grondstof te ondervangen, hetzij
door het uitbreiden van hun invloeden,
hetzy door toepassing van synthetische me
thoden. Naarmate deze oorlog voortduurt,
wordt dit probleem van meer beteekenis.
De theoretische mogelijkheid van een uit
putting der voorraden beteekent tevens het
einde van den oorlog. Vandaar dat de oor
logvoerende partijen er in de eerste plaats
op uit zijn, hun afhankelijkheid in dit op
zicht tot zoo klein mogelijke proporties te
rug te brengen. De Duitschers en de Itali
anen hebben hun toevlucht genomen tot de
wetenschap en tegelijk zijn zij er op be
dacht geweest, gebruik makend van hun
overheerschende positie in Europa zich
den toegang te verschaffen tot de voor
de petroleumleverantie belangrijke gebie
den in ons werelddeel. Dat is him niet in
een handomdraai gelukt. Zij hebben hun
geheele diplomatieke apparaat in bewe
ging moeten zetten, om het zoo ver te
krijgen. Immers, zij moesten daar optor
nen tegen Britsche invloeden en 'tegen de
Britsche geldmarkt moest, daarvan waren
zy te voren reeds lang doordrongen, een
zwaren strijd gevoerd worden. Door de
synthetische aanmaak van benzine hebben
de centraal Europeesche mogendheden hun
positie ongetwijfeld zeer versterkt. Boven
dien hebben zij hun invloed in alle deelen
van Europa aanzienlijk uitgebreid en tegen
over de Britsche blokkade was dit onge
twijfeld een hunner krachtigste wapenen.
Maar de synthetische productie kan toch
niet de oplossing brengen van de moeilijk
heden. Er moest hun veel aan gelegen
zijn, den weerstand van den rijken tegen
stander te breken. Daarvoor is te meer
reden, omdat de macht van Engeland in
hoofdzaak gebaseerd is op de petroleum.
Die weerstand te winnen is voorwaar geen
gemakkelijke opgave, wijl, gelijk wel ge
bleken is, ook in voorafgaande jaren, de
uitwisseling van grondstoffen petrole
um tegen rubber mede de basis en het
bindmiddel is van de BritschAmerikaan-
sche verbondenheid. Want dit strekt zich
niet alleen uit over de onmiddellijke
BritschAmerikaansche transacties, maar
ook de positie van Nederlandsch-Indië
wordt daardoor min of meer bepaald. Zoo
staan Duitschland en Italië dan ook voor
de oplossing van een probleem van wereld
formaat. Engeland beschikte voor den oor
log over de belangrijkste oliebronnen en al
zijn er nu eenige en zeer belangrijke af
gevallen, met name waar de spil zich vas
ten voet heeft weten te verwerven in het
Balkanbekken, nog steeds heeft het Brit
sche imperium belangrijke hulpbronnen.
Om die bronnen is het in dezen, gelijk in
den vorigen oorlog begonnen. De achter
grond van den slag om Engeland en den
slag om Egypte is in het kort samenge
vat de petroleum. De spilmogendheden
streven naar een billiker verdeeling van
den wereldolievoorraad, doch om daartoe
te geraken is het noodig, dat zij den tegen
stander het zoolang lastig maliën, dat deze
in een herverdeeling toestemt.
Zoo komt men dan ook tot de conclusie,
dat het belangrijkste vraagstuk van dezen
oorlóg is: beschikken Duitschland en Ita
lië over voldoende hoeveelheid olie om den
strijd om de petroleum tot een goed einde
te brengen. Daarmede zitten we dan met
een in het groote economische probleem
van dezen oorlog. Het zal de moeite loo-
nen de positie van de oorlogvoerende par
tijen te beschouwen, met name waar het
gaat om de ressoucres, waarover de spil-
Btaten de beschikking hebben.
Personeele belasting
motorrijtuigen.
De K.N.AC. schrijft ons: Binnenkort
zullen de houders van motorrijtuigen (ook
van de opgelegde) wederom de noodige
gegevens moeten verstrekken voor den
aanslag in de Personeele Belasting 1941
voor motorrijtuigen.
Indien men gedurende het geheele jaar
1941 geen gebruik maakt van het voer
tuig, kan men, indien men daarom tydig
verzoekt, na afloop van het belastingjaar
restitutie verkrijgen van het belasting
bedrag, dat echter eerst volledig moet
worden voldaan.
Aangezien thans vele motorrijtuigen niet
kunnen worden gebruikt en derhalve een
groot aantal verzoeken als bovenbedoeld
kan worden verwacht, hebben K.N.A.C., de
A.N.W.B., de R.A.I., de B.O.V.A.G. en de
voorzitter van het Instituut van Auto
mobiel-Experts zich gezamenlijk tot het
Departement van Financiën gewend met
het verzoek te willen bevorderen, dat het
voor dergelijke voertuigen vastgestelde be
lastingbedrag voorloopig buiten de invor
dering zal worden gelaten.
WEDEROM FRANSCHE
GEMEENTERADEN ONTBONDEN.
Volgens een bericht uit Vichy zijn bij
decreet van den minister van binnenland-
sche zaken de gemeenteraden van vier
steden ontbonden. Daartoe behoort de
Raad! van Lesparre in het departement
Gironde, waar de vroegere minister van
binnenlandsche zaken, Mandel, burge
meester is geweest.
WINTERHULP NEDERLAND.
Hedenavond zal ir. J. Th. Westhoff, di
recteur van den rijksdienst der werkvei*-
ruiming om 20.15 uur, als lid van het
eerecomité der Winterhulp Nederland over
de radio een kort woord richten, tot het
Nederlandsche volk.
Vrijgeven van gevogelte voor de
Kerstdagen.
Vaststelling van maximumprijzen.
Het rijksbureau voor voedselvoorzie
ning in oorlogstijd maakt bekend
Met het oog op de komende Kerstdagen
zal de Nederlandsche centrale voor eieren
en- pluimvee op beperkte schaal voor de
binnenlandsche consumptie ontheffing ver-
leenen van het verbod tot het slachten en
afleveren van gevogelte (artikel 4 en 6
gevogelte-inventarisatiebesluit)Voorzoo-
ver ganzen en kalkoenen betreft, wordt
deze ontheffing geacht zonder nadere for
maliteit te zijn verleend. Betrokkenen
mogen deze dieren dus zonder verdere
vergunning slachten en afleveren. Dit
geldt ook voor de reeds bij genoemde cen
trale opgegeven voorraden ganzen en kal
koenen.
In verband hiermede zijn tevens maxi
mumprijzen vastgesteld. Voor den consu
ment is de maximumprijs voor alle soor
ten 1.50 per k.g. geslacht gewicht.
Er wordt voor gewaarschuwd, dat tegen
overtreding van de maximumprijsvoor
schriften krachtige maatregelen worden
genomen.
Nadere bijzonderheden omtrent een en
ander zyn opgenomen in een officieele pu
blicatie.
Voorzoover kippen en eenden betreft,
welke vóór 16 December zijn geslacht en
geregistreerd by deze centrale, wordt aan
iederen houder, die zijn voorraad aan de
centrale heeft opgegeven, schriftelijk me
degedeeld, welk gedeelte van zijn voorraad
voor het binnenland mag worden afgele
verd. Hiervan zal een gedeelte worden ge
reserveerd voor ziekenhuizen, die zich te
dezer zake met hun leverancier kunnen
verstaan.
Bovendien mogen de kippen en eenden
die sinds 16 December zijn geslacht, zon
der nadere ontheffing van de centrale
worden afg leverd, terwijl ook in den ver
volge geen individueele ontheffing voor
het slachten van kippen en eenden meer
behoeft te worden aangevraagd, mits van
de vóór 16 December aanwezige voorra
den op de by artikel 3 van het gevogelte-
inventarisatiebesluit voorgeschreven wijze
aan de Nederlandsche centrale voor eieren
en pluimvee opgave „is gedaan.
Deze ontheffingen worden steeds geacht
te zijn verleend onder de voorwaarde, dat
de vastgestelde maximumprijzen voor ge
vogelte (zie de desbetreffende publicatie)
worden in acht genomen.
De houders van voorraden, die tot dus
verre de „weekstaten slachtgevogelte"
aan de centrale plachten in te zenden, die
nen hiermede te blyven voortgaan.
ONBEWAAKTE OVERWEG EISCHT
TWEE DOODEN.
Gistermiddag is op den onbewaakten
overweg aan de Hulk, onder de gemeente
Berkhout, een ernstig ongeluk gebeurd,
dat twee slachtoffers heeft geëischt.
De personentrein van Amsterdam naar
Enkhuizen passeerde omstreeks twee uur
dezen overweg. Op hetzelfde oogenblik
wilde een lichte personenauto, eveneens
uit dJe richting Amsterdam komend den
overweg kruisen. Er ontstond een botsing,
waarvan de gevolgen vreeselijk waren.
Het lichte wagentje werd 500 meter door
den locomotief meegesleurd. De twee in
zittenden waren op slag dood. Op gerui-
men afstand voorbij den overweg kwam de
trein tot stilstand.
De lijken van beide slachtoffers, die uit
Amsterdam afkomstig zijn, waren totaal
verminkt. Bestuurder was de 55-jarige
aannemer L. v. d. Vliet, terwijl naast hem
co 55-jarige J. M. Kelder plaats had ge
nomen.
Vervoederverbod voor koolrapen
en pastlnaken.
Bij beschikking van den secretaris-ge
neraal van het departement van landbouw
en visschery is, behoudens de in bepaalde
gevallen door de Nederlandsche groenten-
en fruitcentrale te verleenen ontheffing,
een verbod ingesteld op het vervoederen en
'het doen vervoederen van koolrapen en
pastinaken. Een dergelijk verbod bestond
reeds voor roode peen.
;i"'I
üe strijd tusschen Italië en Griekenland. Een gecamoufleerde Italiaansche luchtvaartbasis in Albanië. (Foto Weitbild)]
Wiet de 3 Dampo producten bestrijdt O aSSe verkoudheden
zoowel bij U zelf als bij Uw kinderen. Dampo-verkoudheïds-balsera, hiermede 's avonds keel, borst en rug inwrijven, dit lucht op
en 's morgens is Uw verkoudheid weer verdwenen. Pot 50. Tube 40 ct. Doos 30 ct. Dampo-bonbons bij schorheid, pijnlijke
keel en hoest. Doos 25 ct. Dampo-neusdruppels bij neus-catarrh en verstoptheid in het hoofd. Flacon met druppelspuitje
60 ct. Uw waarborg: 't Komt van Mijnhardt
Werkzaamheden In den zin der
ongevallenwet.
Bij besluit van den waarnemend secre
taris-generaal van het departement van
sociale zaken zijn, met ingang van 1
Januari a.s. als werkzaamheden, bedoeld in
het 3e lid van artikel 2a der ongevallenwet
1921, aangewezen:
le. het bezorgen van en venten met voe
dingsmiddelen, genotmiddelen en gebruiks
voorwerpen; 2e. het bezorgen en col-
porteeren van couranten, bladen en tijd
schriften; 3e. het bezorgen van reclame
artikelen en drukwerken, voor zoover dit
min of meer periodiek geschied; 4e het
vervoeren van veldvruchten en zuivelpro
ducten ten behoeve van de fabriekmatige
verwerking pn vervoeren van de afval
producten; 5e. het laden en lossen in
groepsverband van goederen; 6. het schil
len, schoonmaken, sorteeren en pellen van
land- en tuinbouwproducten, lezen van
peulvruchten en krenten van druiven; 7e.
het pellen van garnalen; 8e. het schoon
maken en verwannen van gebouwen. e.d.;
9. het demonstreeren met of geven van
onderricht in het gebruik van apparaten;
10e. het boeten van netten; 11e. het slach
ten van runderen, kalveren, schapen, paar
den, varkens o.d. met bybehoorende werk
zaamheden.
WERKLOOZE LANDARBEIDERS
Moeilijkheden bij de werkloozen-
kasuitkeeringen.
De voorgaande week hebben wij mede
gedeeld, dat in verschillende gemeenten
moeilijkheden waren gerezen inzake de
uitkeeringen uit de werkloozenkassen van
de landarbeidersbonden aan werkloos ge
worden landarbeiders. Slechts die werklooze
arbeiders, die zich bereid verklaarden ar
beid in Duitschland te aanvaarden, moch
ten z.g. stempelen en kwamen voor uit-
keering in aanmerking. Zeer vele arbei
ders, die niet naar Duitschland kunnen
gaan omdat ze in het vroege voorjaar
van 1941 weer naar hun landbouwers moe
ten of kunnen terugkeeren, maakten be
zwaar tegen de gevraagde.bereidyerklaring.
In verband met bovenstaande moeilijk
heden heeft het departement van sociale
zaken thans aan de gemeentebesturen me
degedeeld, dat de meening niet juist is
dat leden van werkloozénkassen van land-
arbeidersbonden geengjiitkeering mogen
ontvangen en zelfs geen aanmeldingslijsten
mogen teekenen, voordat ze zich bereid
hebben verklaard arbeid in Duitschland
te aanvaarden, welke hun eventueel zal
worden aangeboden. Die bereidverklaring
geldt slechts ten aanzien van de plaat
sing bij cultuur-technische werken of an
dere werkverruimingsobjecten.
Ten aanzien van de werkloosheidsverze
kering gelden de bepalingen van de regle
menten van de werkloozenkassen. Indien
volgens de reglementaire bepalingen aan
spraak op uitkeering bestaat, mogen de
leden uitkeering ontvangen zoolang het
nog niet vast staat, dat ze in Duitschland
kunnen gaan werken en hun dienovereen
komstig persoonlijk arbeid in Duitschland
onder daarbij medegedeelde arbeidsvoor
waarden is aangeboden en zij dien arbeid
hebben geweigerd.
Na deze aanvullende circulaire mag ze
ker verwacht worden dat de ontstane moei
lijkheden zullen zijn opgeheven.
In aansluiting met het bovenstaande kan
nog worden medegedeeld, dat aan de
gemeentebesturen is verzocht, er op toe te
zien, dat de werklooze landarbeiders, waar
onder ook te verstaan zijn zuivelarbeiders,
tuinbouwarbeiders, niet in een ander be
roep, hetzij in Duitschland, hetzij hier te
lande worden geplaatst.
FRANSCHE SCHEPEN UIT NEW YORK
VERTROKKEN.
Het Fransche tanlischip „Merope", groot
7011 b.r.t. en het Fransche vrachtschip
„Fort de France", groot 4279 b.r.t., zyn
Woensdag uit New York vertrokken. De
bestemming van de „Merope", die geen
lading aan boord lieeft, is onbekend. De
„Fort de France" gaat naar Martinique.
De Britsche regeering heeft hiertegen
geprotesteerd, aangezien zij op grond van
een eisch tot schadevergoeding tegen de
Fransche scheepvaart maatschappij dit
stoomschip in. beslag wilde laten nemen.
Koning Carol naar Amerika?
Naar in politieke kringen te Boekarest
verluidt, heeft ex-koning Carol, die in Se-
villa verbïyft houdt, het voornemen via
Portugal naar Amerika te vertrekken. Zijn
vroegere hofminister en vertrouweling,
Urdarianu, zou zich reeds in Lissabon be
vinden en daar tezamen met den vroegeren
Roemeenschen gezant Pangal de reisplan
nen voorbereiden.
De Roemeensche staatsleider, generaal
Antonescu, heeft thans, naar bekend wordt,
den koning laten weten, dat het legion
naire Roemenië niet werkeloos zou toezien,
wanneer Carol zijn tot dusverre in acht ge
nomen reserve zou laten varen. Iedere po
litieke activiteit van zyn kant zou, naar
men in Boerakest opmerkt, ernstige ge
volgen met zich mede sleepen.
Inschrijving van 36-jarigen In
Engeland.
Volgens een bericht van Associated Press
uit Londen is Woensdag medegedeeld, dat
den 36-parigen zich op 17 en 18 Januari op
naamlijsten moeten laten inschrijven. Men
schat het aantal dergenen, die voor in
schrijving in aanmerking komen, op
250.000.
Poolsche arbeiders In
Duitschland.
Op een in Krakau gehouden vergadering
der arbeidsbureaus van het gouvernement
generaal is in een overzicht over 1940 me
degedeeld, dat door de twintig arbeids'bu-
reaux tot einde September in totaal 340.000
Poolsche arbeiders naar Duitschland zijn
gezonden. Deze Poolsche arbeiders zyn niet
alleen te werk gesteld in den landbouw,
maar hebben ook in grooten getale werk
kunnen vinden in nyverheidsbedrrjven.
De gruwelijke moord op den Bredaschen
koopman opgehelderd.
Dader verborg het lijk onder een steenen keldervloer.
Knap speurderswerk van de
politie.
In een persconferentie te Rotterdam
heeft inspecteur B. Mei les, nadere bijzon
derheden gegeven over den moord op den
Bredaschen koopman P. van Aart, die se
dert 12 November jl. vermist werd en
wiens lijk men in den kelder van een wo
ning in de Franschelaan te Rotterdam
heeft teruggevonden.
Van Aart was Dinsdagmorgen 12 No
vember naar Den Haag gegaan om een
partij textielgoederen, welke buiten de
distributie om werd aangeboden, te koo-
pen.
Toen hij des avonds niet terugkeerde
steide de familie de politie va t d: verdwij
ning in kennis. Uit de verklaringen van
familieleden bleek, dat de koopman dien
morgen naar Den Haag was vertrokken in
gezelschap van den heer J. Van de B. uit
Bussum. Deze had van Aart medegedeeld,
dat de goederen in Den Haag waren opge
slagen en dat men daar twee mannen zou
ontmoeten.
Inderdaad maakte men in Den Haag
kennis met J. F. J. D., een man die bij de
politie als misdadiger bekend staat. Deze
deed zich voor als eigenaar van de goe
deren en na langdurige besprelöngen
deelde hij mede, dat de goederen in Rot
terdam lagen.
De vier mannen begaven zich nu naar
Rotterdam, om öe goederen te bekijken.
In een café op de Westkruiskade werd
koffie gedronken en tijdens de onderhan
delingen kreeg de Bussumer den indruk,
dat hg te veel was en dat de mannen het
verder liever zonder zijn aanwezigheid
zouden stellen. Toen de anderen dan ook
weggingen, bleef hij in het café achter met
de afspraak, dat hij zou wachten.
Toen de man echter den gëheelen mid
dag in het café had gezeten en de anderen
om 7 uur des avonds nog niet terug waren,
gaf hij het op en vertrok naar Bussum.
Den dader op het spoor.
Na dien tijd hoorde men van den koop
man van Aart niets meer. De politie nam
de zaak in onderzoek en vroeg aan den
Bussumschen koopman de B. bijzonder
heden. De eenige naam, dien hy kon noe
men was die van den beruchten J. F. J. D.,
die in Amsterdam moest wonen en de Am-
sterdamsche politie deed moeite om achter
de verblijfplaats van D. tv. komen, tot
dusverre is dit echter niet gelukt.
Van de Amsterdamsche politie kreeg de
Rotterdamsche recherche, die het onder
zoek nu had overgenomen, aanwijzingen
dat de onvindbare D. vroeger wel omgang
had gehad met den 35-jarigen T. A. F. S.,
die in de Franschelaan te Rotterdam
woonde.
Deze S. was in. dienst geweest van een
woningbureau, waar men hem echter ont
slagen had. Hij was nu verzekeringsagent
en woonde alleen in het benedenhuis in de
Franschelaan. Wel had hij een tijdje sa
mengewoond met een vrouw, maar deze
was eenigen tijd geleden vertrokken.
De Rotterdamsche politie, die tegen S.
in het geheel geen argwaan koesterde,
probeerde zich met hem in verbinding te
stellen in de hoop, dat S. iets zou weten
van de verblijfplaats van D., die men eer
der verdacht.
S. was echter vrijwel nooit thuis en ten
slotte werd hij schriftelijk op het hoofd
bureau van politie ontboden. Dinsdagmor
gen 18 December verscheen S. prompt op
tijd in het hoofdbureau, waar inspecteur
Melles hem verschillende bijzonderheden
over D. vroeg.
Om den man in te lichten omtrent de
zaak waarvoor men zijn inlichtingen noo
dig had, werd hem verteld, dat de koop
man P. van Aart verdwenen was en het
laatst in gezelschap van D. en enkele an
deren was gezien.
De moordenaar beleent.
Toen de inspecteur den naam van Aart
noemde, schrok de ondervraagde zichtbaar
en hij werd zoo zenuwachtig, dat de in
specteur argwaan kreeg-. Hy informeerde
even verder en plotseling deelde S. mede,
dat hij ook in dat gezelschap was geweest.
Hij was de onbekende, die in Den Haag
den koopman en den Bussummer had op
gewacht in gezelschap van D.
Hoewel ook toen de politie nog geen,
zware verdenking tegen S. koesterde, leg
de deze een volledige bekentenis af en ver
klaarde dat hij dén koopman had ver
moord.
Nadat men van de B. in het café had
achtergelaten, waren de mannen op weg
gegaan naar de Franschelaan, waar vol
gens S. de goederen lagen.
Or.derweg had hij D. weggezonden, zoq-
dat S. met den koopman alleen was.
Volgens den moordenaar heeft hij in
zijn woning met van Aart ruzie gekregen.
S. had den koopman meegetroond naar
zijn woning onder het voorwendsel, dat de
goederen daar lagen.
Toen van Aart hier eenmaal was, moest
hij bekennen, dat hij de goederen niet had
en er zelfs geen eigenaar van was.
Slachtoffer met kolenschop,
doodgeslagen.
Van Aart voelde zich bedrogen en er
volgde uzie welke zoo hoog liep, dat S.
den koopman met een kolenschop dood
sloeg.
Hij moest nu het lijk verbergen en om
dat hij een benedenhuis bewoonde, kwam'
hij op het idee, het lijk in den kelder tg'
begraven.
De woningen aan de Franschelaan heb
ben echter geen echten kelder, maar een
zgn. kruipkelder, een kelder met een hoog
te van slechts ongeveer SO era. met een
cementen vloer.
De moordenaar brak nu den vloer vaiï
de voorkamer op en bikte daarna den
vloer van den kelder met een houweel
open.
Dit was een uiterst vermoeiend karwei,
omdat hij op zijn knieën moest liggen en
zelfs in die houding het hoofd niet recht
op kon houden, daar de kelder te laag
was.
In zijn angst zag hij kans, niet alleen
het cement weg te bikken, maar ook een
flinke diepe kuil te graven, waarvoor hg
ongeveer ...en kubieke meter grondj moest
verzetten.
Het lyle onder den grond gestopt
Na zorgvuldig het lijk beroofd te heb
ben van alles wat waarde had en wat dg
identiteit zou kunnen vaststellen, schoof
hij het lichaam in de kuil en wierp er
zand op.
Vervolgens metselde hij den cementen
vloer dicht, zoodat van het misdrijf geen
spoor meer te bekennen was.
De ringw-y het horloge en alle andere
voorwerpen, die niet te verbranden waren,
wierp hij naar hij beweerde, in het water.
De portefeuille, waarin zie' tusschen dg
600 en 700 aan bankpapier bevond,
zegt hy verbrand te hebben. De politie
heeft deze -oorwerpen nog niet terugge
vonden.
Nadat S. gearresteerd was, heeft men
het nieuw gemetselde beton ten tweede
male opengehakt. Op 80 cm. diepte werd
het lijk gevonden.
De politic onderzoekt thans in hoeverre;
er sprake is van roofmoord. S. ontleent dat
het plan om den koopman te vermoorden,
reeds eerder bestaan had. Ook ontkent hij,
dat hij de 'extielgoederen slechts als lok
middel heeft gebruikt, om het slachtoffer
in zijn woning te krijgen.
De politie onderzoekt de mogelijkheid
of deze moord iets te maliën kan hebben
met den moord op den Amsterdam schen
koopman Nebig, wiens lijk men dezer da
gen in Amsterdam gevonden heeft.
Eigenaardig is dat ook deze koopman
'onder voorwendsel van. handel te kunnen
doen, was meegelokt, terwijl J. F. J, D.,
omtrent wiens verblijfplaats men nog in
het duister tast, een Amsterdammer is.