De Raad van Zuidzande vergaderde.
De schoolkwestie opgelost.
WAT NU?
Begrooting voor 1941
goedgekeurd.
ZUIDZANDE. De Raad van Zuidzande
Icwam Vrijdagmiddag in openbare vergade
ring bijeen onder voorzitterschap van bur
gemeester Beelaerts van Emmichoven.
Ten aanzien van hét z.g.n. afvalbesluit
deelde de voorzitter mede dat op het ver
zoek om ontheffing nog geen antwoord
was ontvangen, waarom hg voorstelde deze
verordening zoo lang te laten rusten. Al
dus besloten.
De schoolkwestie.
Van Ged. Staten was mededeeüng ont
vangen dat, volgens den inspecteur van de
volksgezondheid, de openbare lagere school
tot de verouderde inrichtingen wordt ge
rekend en niet meer voldoet aan de
eischen, wegens de ongunstige ligging,
het ontbreken van een speelplaats, slechte
verlichting, slechte vloeren, oude banken,
slechte en vochtige wanden, te smalle
gang en nog meer gebreken, zoodat het
hoog noodlg is dat ingrijpende verbeter-
ringen worden aangebracht. Daar herstel
echter niet meer mogelijk is, is nieuw
bouw noodig, daar deze school de gezond
heid van de kinderen nadeelig beïnvloedt.
De voorzitter zeide, dat er thans twee mo
gelijkheden waren, n.l. ten eerste om te
gen dit besluit in beroep te gaan, hetgeen
binnen dertig dagen moet gebeuren, of, in
principe te besluiten om tot nieuwbouw
over te gaan. Zou de raad tot dit laatste
besluiten, dan wilde spr. voorstellen om
aan B. en W. een blanco crediet te ver-
leenen voor de voorbereidende plannen.
Hoewel het nog niet zeker is dat in dezen
tjjd tot nieuwbouw mag worden overge
gaan, is het volgens de voorzitter, toch
wel waarschijnlijk dat voor dit geval ont
heffing verleend zal worden. De raad be
sloot daarop eenstemmig om niet in be
roep te gaan tegen het besluit van Ged.
Staten, waaruit dus bleek dat thans maat
regelen voor nieuwbouw moeten worden
genomen. De heer LUTEIJN-LEEN-
HOUTS drong aan op den grootst mogelij-
ken spoed. De heer VERBUYT vroeg, of
het niet mogelijk was het gebouw naast
de school af te breken, waarmede een aan
tal arbeiders dezen winter geruimen tijd
aan werk geholpen zou zijn. De VOOR
ZITTER zeide dat deze plannen er inder
daad waren. Het bewuste huis is n.l. gruw
zaam verwaarloosd en vervallen, waardoor
het nagenoeg onbewoonbaar is geworden.
In principe was spr. er dan ook voor om
het huis af te breken, waarover de be
slissing bjj den Raad ligt. De grond bljjft
natuurlijk eigendom van de gemeente en
de bouwmaterialen die er af komen, kun
nen voor den nieuwbouw gebruikt worden.
Mede uit een oogpunt van werkverschaf-
fing is afbraak zeer aan te bevelen, daar
de betreffende arbeiders daardoor in de ge
meente zullen kunnen blijven, arbeiders die
in het voorj&ar hard nooaig zullen zijn in
den landbouw. Men moet er immers, aldus
de VOORZITTER, rekening mee houden
dat in het a.s. voorjaar, meer handenar
beid in den landbouw zal moeten verricht
worden daar er waarschijnlijk minder
paarden disponibel zullen zijn. Wethouder
RISSEEUW vroeg of, wanneer dit pand
wordt afgebroken, de materialen goed be
waard zullen kunnen worden. De VOOR
ZITTER antwoordde daarop bevestigend,
daar de afbraak met de grootste zorg zal
dienen te geschieden. Tenslotte bracht de
VOORZITTER het voorstel Verbuyt (af
braak van het pand) in stemming, dat
met algemeene stemmen werd aangenomen.
Op voorstel van den VOORZITTER werd
besloten om een opzichter voor dit werk
aan te stellen, waarna de raad B. en W.
een blanco crediet verstrekte voor het
maken van de voorbereidende plannen tot
bouw van een nieuwe school. De VOOR
ZITTER merkte nog op dat thans ver
strekkende besluiten voor de gemeente
Zuidzande zijn genomen. De schoolkwestie
heeft hier de laatste jaren heel wat stof
doen opwaaien en spr. hoopte dan ook van
ganscher harte dat dit werk in goede har
monie zal worden uitgevoerd, dat men
niet over kleinigheden zal vallen, opdat
het werk goed gedaan wordt en men in de
toekomst eindelijk tot de conclusie zal
kunnen komen dat de Raad een wjjs be
sluit heeft genomen.
Wethouder RISSEEUW zeide gaarne
zijn volle medewerking te geven.
Een gratificatie voor de werk
vrouw.
In verband met de toenemende werk
zaamheden was een verzoek van de
schoonhoudster van het gemeentehuis in
gekomen om salarisverhooging. De VOOR
ZITTER zeide dat deze kwestie in B. en
W. was behandeld en dat gedacht was om
het salaris onveranderd te laten, doch om
daarnaast een gratificatie van 25,-— toe
te kennen over 1940. Deze gratificatie kan
ieder jaar opnieuw vastgesteld worden,
naar verhouding der werkzaamheden.
De heer LUTEIJN-BOUWENS zag lie
ver, gezien de vele extra werkzaamheden,
deze gratificatie verdubbeld, waarop de
heer VERBUYT van meening was dat dan
ook de schoonmaakster van de school om
een gratificatie zou komen. Ook de heer
LUTELTN-LEENHOUTS was voor een
hoogere gratificatie, hoewel hg ook wel
een tusschenweg wilde volgen. Ook de
heer PERDUIJN was voor 50, daar er
in 1940 zeer veel extra werk is geweest.
De heer LE ROY zag liever het salaris
vastgesteld van 125 op 150 en daar
naast een gratificatie van 25. Dit voor
stel vond echter geen steun. Het voorstel
LUTEIJN-BOUWENS werd tenslotte aan
genomen met 4 tegen 3 stemmen. Tegen
stemden de weth. Luteijn en de heeren Le
Roy en Verbuyt, zoodat de schoonhoud
ster een extratje van 50 krijgt.
De pensioensgrondslag van den amb
tenaar van den Burgerlijken Stand werd
vastgesteld. In verband met de besparing
van bouwmaterialen werd een wijziging ge
bracht in de bouwverordening.
Aan de orde was nu een voorstel tot wij
ziging van de gemeente-begrooting, dienst
1940. De VOORZITTER merkte op dat de
ze begrooting nog steeds niet is goedge
keurd, omdat een post van 1600 voor
herstel van de school daar o.a. op voorkomt.
Deze post moet daarop verwijderd worden,
opdat de bouw van een nieuwe school niet
mag stagneeren. De VOORZITTER stelde
tevens voor om 1000 benoodigd voor de
rioleering, uit de begrooting 1940 te ne
men, waardoor ook deze zaak uit de voe
ten zal zijn. De raad kon zich met deze
wijziging vereenigen.
Gemeente-begrooting 1941.
Alsnu kwam in behandeling de gemeen
te-begrooting, dienst 194L
De VOORZITTER merkte op dat diverse
posten op deze begrooting erg onzeker zijn,
in verband met de bijzondere omstandighe
den. Wethouder LUTEIJN vond de post
van 200 voor onderhoud straten en plei
nen, te laag, omdat hij vermoedde dat, in
verband met de aanwezigheid van kabels,
de straten nogal eens zullen moeten wor
den opgebroken. Daarom wilde hij deze
post verhoogen tot 300. De VOORZIT
TER achtte dit niet noodzakelijk omdat,
wanneer bljjkt dat de post niet voldoende
is, er altijd meer op gezet kan worden.
Het voorstel van wethouder LUTEIJN
wordt tenslotte aangenomen met alleen de
stem van den heer Lutejjn-Leenhouts te
gen.
Wethouder RISSEEUW stelde voor om
het salaris van de kweekeling met akte
te verhoogen van 500 tot 600. Spr.
was van meening dat deze kweekeling zeer
goed voldoet en hoewel spr. was overtuigd
dat door deze salarisverhooging zijn werk
nog lang niet genoeg is betaald, wilde spr.
dit doen als een bewijs van erkentelijkheid.
Er wordt, volgens spr., misbruik gemaakt
van de onmacht van den onderwijzer. De
VOORZITTER was van meening dat deze
salarisverhooging een rem zal zijn voor den
betreffenden persoon om te solliciteeren,
hoewel spr. is overtuigd van zijn goede
werk. De heer LE ROY wilde met salaris
verhooging liever nog wachten, aangezien
er een verbetering in da salarisregeling
van den kweekeling met akte te verwach
ten is. Ook di heer PERDUIJN wilde lie
ver wachten. Het voorstel Risseeuw vond
dan ook geen steun en werd verworpen.
De lieer PERTUIJN, zoomede de heer
Eenheid in het land
bouworganisatiewezen
De heer H. D. Louwes uit UI rum, voor
zitter van het Kon. Ned. Landbouwcomité
heeft in een algemeene vergadering van de
Geldersch-Overijsselsche maatschappij van
landbouw gesproken over „Eenheid in het
landbouworganisatiewezen". Het ideaal is
één Nederlandsche landbouworganisatie.
Spr. ziet die organisatie gesplitst in twee
sterk gescheiden deelen in wat hij noemde
ijet beleid door den boer en het beleid
over den boer.
Het beleid door den boer besprekend,
wees spr. op de plaatselijke landbouwver-
eeniging te Leens, waarvan spr. lid is.
Deze vereeniging vergadert trouw eenige
malen gedurende het winterseizoen, waarbij
de boerenbelangen in den breede worden
besproken. Daar, in zijn eigen organisatie,
kan de boer zich uiten en zijn meening door
vertrouwensmannen laten uitdragen in het
provinciaal en landelijk verband.
Ook in de toekomst moet er zoo op onze
dorpen zijn een vrije organisatie, die geheel
van de boeren is en door de boeren wordt
geregeerd en bestuurd, waar de boer zich
Van onder uit kan uitspreken.
Voor confessioneels splitsing zal daarbij
geen plaats behoeven te zijn. Katholieken
én orthodox-protestanten kunnen zich in
eigen kring terugtrekken voor gezamenlijke
bespreking der algemeene vraagstukken,
d!pch zij zullen hun meéning niet organisa
torisch, doch slechts via hun indivldueele
léden in de algemeene organisatie tot
uiting kunnen brengen.
De dorpslandbouwvereenigingen behoo-
ren te worden samengevat in provinciale
landbouw maatschappijen en deze in één
nationale landbouworganisatie, welke met
één nationale landarbeldersorganisatie en
één nationale organisatie van de specifieke
landbouw-industrieën dient samen te wer
ken in een „kamer van landbouw" te ver
gelijken met het thans bestaande Nederl.
landbouw-secretariaat, welker werkzaam
heden door genoemde kamer zouden kun
nen worden overgenomen.
Naast de organisatie van de zelfwerk
zaamheid der boeren is sedert de crisis
jaren gekomen het apparaat der crisiswet
geving. In de toekomst zal de uitvoering
daarvan kunnen worden overgelaten aan
een organisatie, waaraan behalve door de
boeren ook door de overheid wordt mede
gewerkt.
De nieuwe organisatie moet krijgen pu
bliekrechtelijke bevoegdheid en kan dan
wetskrachtige besluiten nemen, waaraan de
leden gebonden zijn. Deze organisatie zou
de landbouwwelvaartspolitiek kunnen uit
voeren.
Als naam voor deze organisatie stelde
spr. voor „de Nederlandsche Boerschap".
Behalve de overheid zal ook de kamer
van landbouw aan de organisatie van de
Nederlandsche boerschap en haar onder
afdelingen meewerken. Zoo zal een orga
nisatie ontstaan die van bovenaf over de
boeren regeert en waarvan het lidmaat
schap voor deboeren verplicht is, gelijk
ook thans over de landbouwcrisisorganisa
tie.
■5* Hoofdpijn en Kiespijn
Veilig en vliig als geen ander hel
pen hierbij altijd een poeder of ca
chet van Mijnhardt. Mjjnhardt's Poeders
per stuk 8 ct- Doos 45 ct. Cachets, genaamd
„Mijnhardtjes" Doos 10 en 50 et.
LUTEIJN BOUWENS wilden de post voor
kleeding der brandweerlieden verhoogd
zien. De VOORZITTER was het er mee
eens dat deze kleeding veel te wenschen
overlaat, doch betuigde de moeilijkheid om
betere kleeding te verkrijgen. Daarvoor
zijn en worden pogingen aangewend. De
heeren PERDUIJN en LUTEIJN-BOU
WENS konden zich daarmede vereenigen.
De begrooting, sluitende met een bedrag
aan inkomsten en uitgaven, wat den" ge
wonen dienst betreft van 27.824,12, met
een post onvoorzlén groot 2464,42 en
een kapitaaldienst groot 1667,werd
daarna met algemeene stemmen aangeno
men.
Het bedrag, bedoeld in artikel 55bia der
L. O. wet 1920 werd voor het jaar 1941
per leerling der O. L. School vastgesteld
op 20.63.
De VOORZITTER wenschte de raadsle
den en hunne huisgenooten een zaliguit
einde.
De samenstelling van
het brood.
Gistermiddag werd voor de radio een
vraaggesprek gehouden met dr. C. Ban
ning over het brood. Wij ontleenen daar
aan het volgende:
1. Samenstelling van het brood.
De samenstelling van het tegenwoordi
ge oorlogsbrood is: Van wittebrood: 85
tarwe en 35 rogge,
Tegelijkertijd uitgemalen tot 80
Van bruinbrood: 75 tarwe en 25
rogge, ongebuild.
Van roggebrood: 100 rogge.
Het verschil met vroeger is dus, dat
voor het wittebrood /ordt gebruikt tarwe
en rogge, en dat het graan dat vroeger
werd uitgemalen tot 60 nu verder
wordt uitgemalen, nL tot 80 Dit laat
ste beteekent, dat niet meer de zuivere
bloem ter beschikking is. Maar het is al
gemeen bekend, dat die volstrekt niet on
gunstig is voor de voedingstoffen. Integen
deel, het huidige broodmeel bevat meer
waardevolle vitaminen (bl) en mineralen
(ijzer, kalk) dan de bloem.
2. Verteerbaarheid van bet oorlogs-witte-
brood.
Proeven, door verschillende hoogleeraren
genomen, hebben uitgewezen, dat door de
gewijzigde samenstelling de verteerbaar
heid van het wittebrood niet is vermin
derd. Het geeft geen maagbezwaren; tal
rijke maaglijders gebruiken het regelmatig
zonder de minste klacht er over te heb
ben. In het begin is er een stroom van
klachten geweest, maar deze waren onge
twijfeld niet voldoende gefundeerd. We
kunnen gerust zeggen, dat ook een zwak
ke maag het oorlogswittebrood heel goed
kan verdragen.
3. Voedingswaarde van het brood.
Omtrent de voedingswaarde heb ik al
opgemerkt, dat deze in zeker opzicht hoo-
ger is dan die van het wittebrood, dat van
zuivere bloem is gebleken, omdat het ge
halte aan vitamine bl en aan ijzer en
kalk hooger is. Overigens Is er geen ver
schil met vroeger: het gehalte aan eiwit,
vet en koolhydraten is nagenoeg hetzelf
de. Alleen hebben we met waterbrood te
maken, en hiervan is de voedingswaarde
natuurlijk lager dan van melkbrood.
4. Huiduitslag door het brood.
Ik heb er reeds op gewezen, dat maag-
bezwaren niet door het oorlogswittebrood
worden veroorzaakt. Hoe is het nu met de
klachten over huidaandoeningen door het
gebruik van het tegenwoordige brood
Men hoort veel spreken over brood-
schurft. Deze naam is natuurlijk geheel
verkeerd. Bedoeld zijr. netelroos-achtige
huidaandoeningen: uitslag, jeuk, brandend
gevoel, etc., die worden toegeschreven aan
overgevoeligheid voor het brood. Nu komt
inderdaad overgevoeligheid voor verschil
lend meelsoorten voor, zoo ook voor rog
gemeel. Maar deze is buitengewoon zeld
zaam.
En theoretisch is niet in te zien, waar
om nu plotseling deze overgevoeligheid zoo
sterk zou toenemen. Blijkens de ervaring
van enkele vooraanstaande huidartsen, die
ik hiernaar heb gevraagd, is ook in de
praktijk niets gebleken van samenhang
tusschen het vóórkomen van urticarleele
huidaandoeningen en de gewijzigde samen
stelling van het brood.
Ik geloof dan ook met stelligheid te
kunnen verklaren, dat we hiervoor niet be
vreesd behoeven te zjjn.
5. Ziekenvoedseldistrlbutie,
Over de ziekenvoedseldistrlbutie valt
mee te deelen, dat de oude reeds bestaan
de regeling met ingang van heden is ge
perfectioneerd, d.w.z. dat de artsen nauw
keurige richtlenen hebben gekregen over
de toewjjzing van zlekenvoedsel, die aan
de patiënten kan worden gedaan. Daar
door hoopt de hoofdinspectie van de
volksgezondheid te bereiken, dat de eene
patiënt niet boven den andere bevoordeeld
kan worden, maar dat de toegestane hoe
veelheid wetenschappelijk volkomen is ver
antwoord.
Goed verzorgd
DRUKWERK
Fa. van de Velde Jr.
Watetraat 5860, Tel. 10 (2 lijnen)
Vlissingen.
Bedrijfsuitkomsten in den Noord
en Zuïd-Hollandschen landbouw.
Het boekhoudbureau van de Holland-
sche Maatschappij van Landbouw heeft
van het boekjaar 1939/1940 de gemeddelde
bedrijfsuitkomsten gepubliceerd van 297
bedrijven in Noord-Holland en van 511 ln
Zuid-Holland. Alle bedrijven zijn omge
rekend als pachtbedrijven, zoodat de ver
kregen „netto-opbrengst" het overschot
aangeeft voor den boer als pachter. Dit
overschot is het loon voor den boer, dat hij
voor zijn arbeid en risico, dus als bedrijfs
leider, heeft verdiend.
In de akkerbouw- en gemengde bedrijven
was üe netto-opbrengst per ha.:
Noord-Holland:
Meerlanden i 132.63
Noord-Oostpolders t, 94.39
Eilanden 44.78
Zuid-Holland:
Hoeksche Waard S 117,60
Goeree en Overflakkee 104,30
Voorne, Putten en Rozenburg 94,40
IJsselmonde, Dordsche Waard 110,60
Rijn- Delf- en SchieL
droogmakerijen 139,90
Voor de weidebedrjjven was de netto
opbrengst per ha.:
Noord-Holland
Middengewest 72,18
Noordelijke Duinstreek 37,43
Noordel. West Friesland 72,85
Meerlanden M 76,71
Zuid Holland:
Alblasserwaard en
Vijfheerenlanden 32,13
Land van Gouda en Woerden 30,36
Krimpenerwaard 87,76
Noordelijke klei- en veengebied 7,65
Delf- en Sehieland 64,26
Westland 86,91
Rijnland 88,18
Uit de cijfers blijkt, dat de netto-op
brengst in do weidestreken ongunstig af
steekt bij die in de bouwstreken. In de
zuivere akkerbouwbedrijven (Meerlanden,
Hoeksche Waard, Goeree en Overflakkee,
enz.) liggen de uitkomsten gemiddeld
50,per hectare hooger dan het vorig
jaar. Deze betere resultaten zjjn grooten-
deels te verklaren door de buitengewoon
goede oogsten van 1939, alsmede door de
prijsverhooging van verschillende pro
ducten-
De uitkomsten in de zuivere weidestre
ken voor Zuid-Holland liggen slechts enkele
guldens per ha. ooven die van 1938/1939.
De resultaten in de consumptiemelkstre-
ken ia Noord- en Zuid-Holland, te weten
het Westland, Rijnland en de Meerlanden
zijn met een gemiddelde netto-opbrengst
van 80.per ha. belangrijk beter dan
in 1938/1939. Het Hollandsch Landbouw
weekblad, de iitkomsten besprekende, con
cludeert:
„De bouwbedrijven hebben een behoorlijk
j ,.r gehad. De toestand van de zuivere
veehoudersstreken, speciaal de industrie
gebieden, het zelfkazend gebied van Zuid-
Holland en de Noordelijke Duinstreken van
Noord-Holland moet allerbedroevendst wor
den genoemd. Als een lage uitkomst van
de gemengde streken valt o.m. nog het
eiland Texel op, met een uitkomst van
44,78, dus belangrijk lager dan de uit
komsten van de overige gemengde, streken.
Gemiddeld ia de toestand momenteel van
dien aard, dat een inderdaad grondige ver
betering van eerder genoemde veehouders-
bedrijven uiterst moeilijk zal zijn, aange
zien op deze bedrijven, tengevolge van de
maatregelen, welke thans moeten worden
genomen, een sterk inventaris-verlies
laats vindt, waardoor '".et haast onmo
gelijk is door middel van betere prijsstel
lingen zoodanige opbrengsten te verkrijgen,
dat zij gelijkwaardig aan die van de bouw
bedrijven kunnen worden genoemd.
ERNSTIG ONGEVAL BIJ
NOORD WÏJKERHOUT.
Maandagavond is de 19-jarige dochter
van den heer Vermin bij den Tiltenberg
onder de gemeente Bloemendaal door een
autobus van den dienst Haarlem-Den Haag
overreden. Zij kreeg een der voorwielen
over het hoofd en was op slag dood. Het
lijk is naar het gemeentehuis te Noordwjj-
kerhout vervoerd.
Het ongeluk is vermoedelijk te wijten
aan de duisternis, waardoor het slacht
offer, dat de bus aan wilde houden, niet
zag, dat het voertuig nog een stukje door
reed. Den ehauffeur treft dan ook geen
schuld.
Door DENIS MACKAIL.
16)
Nu, hij moest even terdege nadenken.
Wat hij noodig had, was een goed, nuchter,
onweerlegbaar argument, waarmee hij dat
heele plan den bodem in kon slaan, en
dan zou hij in zijn bed kruipen. Hij had
genoeg van dat gezwam. Als die verve
lende Lush nu maar even ergens anders
heen wilde kijken. Nu, hij moest dan zoo
maar probeeren zijn gedachten te be
palen. Wat was het grootste bezwaar?
Gek, daarnet wist hij het nog en O,
hemel, daar begon hjj weer
„Ik wil volkomen openhartig zijn", zei
hij nu. „Hoewel dit een zakelijke trans
actie is, kan ik u verzekeren, dat ik erg
bltf zou zijn, als ik u zou kruinen helpen
en persoonlijk zou ik geen anderen mede
vennoot wenschen, zelfs al ware ik vol
komen vrij in mijn keuze. Maar laat mg
de verschillende bezwaren opnoemen, die
u van uw standpunt bezien zoudt kunnen
aanvoeren, en probeeren die te weer
leggen."
Jim keek Lush nu met onverholen ver
bazing aan.
„In de eerste plaats", begon Lush te
oreeren, „is u bang de vijfhonderd pond
te verliezen, die uw oom u gegeven heeft
ed behalve dat, ook nog schulden te ma
ken bij uw diverse leveranciers, welke
vrees natuurlijk gerechtvaardigd is. Dat
Is zeer zeker een groot risico. Maar als
ik u mijn woord gaf, dat ik u een voor
schot zou geven van zevenhonderd en
vijftig pond op uw aandeel in de winst,
binnen vier en twintig uur nadat u uw
deel van het aanvangskapitaal had ge
stort, zult u toch moeten toegeven, dat
de zaak een ander aanzien krijgt. Goed.
Be geef u mijn woord, dat ik dat zal
doen. Natuurlijk, het is alleen maar mijn
woord; maar het is ook niet voor langer
dan vier en twintig uur en als ik na ver
loop van dien tijd verdwenen ben, kimt
u, na de nummers van de bankbiljetten
te hebben genoteerd, mij laten arresteeren,
onder beschuldiging ze van u gestolen te
hebben. Voor de wereld zou ik nog uw
bediende zijn en het zou u niet moeüijlk
vallen uw aanspraken te bewijzen. U ziet,
dat ik u ook tot op zekere hoogte moet
vertrouwen.'
„Lush keek Jim vragend aan en deze
wist niets beters te doen, dan hem be
moedigend toe te knikken.
„Uw volgend bezwaar", vervolgde Lush
„is de vrees, dat ik u zou trachten te
dwingen, gebruik te maken van uw maat
schappelijke positie, om mij bjj te staan
In een onderneming, die u andera niet in
overweging zoudt willen nemen; dat ik
u zou gebruiken als strooman voor het
verkrijgen van gelden voor verdachte
zaken, voor het verkoopen van wijnen of
automobielen op commissiebasis, of voor
de een of andere chantage. U voelt zeer
terecht, dat hiervan geen sprake zou kun
nen zijn. Ik verzeker u, dat het niet in
mijn bedoeling ligt, u ooit een dergelijk
voorstel te doen. Ook hiervoor kan ik u
slechts mijn woord geven, doch het is een
woord dat ik nog nooit gebroken heb".
Hier hield Lush even op. Daarna ver
volgde hij:
„Dit lijken mg de voornaamste bezwa
ren, die u zoudt kunnen opperen. Heeft u
nog andere?"
Was het de vrees, Lush woordenstroom
opnieuw te ontketenen, of de slaap die
hem langzaam overmeesterde, of Lush'
onweerstaanbare blik en wilskracht?
Was Jim werkelijk overtuigd door het on
gewone relaas, dat hij had aangehoord,
of meende hg slechts, dat deze sprong
in het duister hem er niet zoo veel slech
ter aan toe kon brengen en er misschien
een heel kleine kans bestond, dat hij er
zijn redding aan te danken zou kunnen
hebben? Was zijn onderscheidingsvermo
gen vertroebeld of verhelderd door de
laatste opflikkering van den portwijn van
zijn Club? Het is niet te zeggen, welke
reden het zwaarste woog; misschien was
het geen der genoemde redenen en
klampte hij zich slechts aan een stroo-
halm vast, die hem nog een paar minuten
in dezelfde wereld zou kunnen houden,
waarin ook Mary Steele vertoefde, voor
dat hij voor goed ten onder ging.
Lush zweeg in afwachting van een ant
woord op zijn laatste vraag en gedurende
een paar minuten heerschte er een on
onderbroken stilte. Het vroege morgen
licht drong reeds door de gordijnen en
de dageraad, die buiten was aangebroken,
vormde een vreemd contrast met de be
nauwde atmosfeer van de zitkamer en de
bleeke gezichten van de beide mannen.
In de verte begroette een stadsche haan
met een heesch gekraai den nieuwen dag.
Jim's hand verdween in zijn binnenzak en
haalde er een portefeuille uit. Hij stond
plotseling op en wierp haar Lush toe, die
haar handig opving.
„Goed Lush", zei hij, „ik doe mee". Na
deze woorden verdween de vastbesloten
uitdrukking van zijn gezicht en hij bleef,
door slaap overmand, op zjjn beenen
zwaaien, als wist hij niet in welke rich
ting hg zich zou laten vallen.
„Dank u", zei Lush. „U zult er geen
spijt van hebben."
Hü liep naar het venster om wat meer
frissche lucht binnen te laten en toen hij
zijn voormaligen meester en tegenwoor-
digen compagnon voorbij liep, zonk deze
uitgeputte man weer terug in den stoel,
waaruit hg zoo juist was opgestaan. Lush
wierp even een blik op hem. Hij was reeds
in diepen slaap verzonken.
Een paar minuten later sloeg de buiten
deur van de flat dicht.
Einde van het EersteDeel.
WAT NU
TWEEDE DEEL.
Vrijdag.
■L
Jlm sliep lang en vast na zijn vermoeien-
den dag. Om half acht, zooals gewoonlijk,
kwam juffrouw Pretty met haar zwarte
tasch de trap op en vond tot haar ver
wondering de deur van de flat gesloten.
Het is hier misschien noodig te vertel
len, dat Jim's personeel bestond uit Lush,
die Intern was en dienst deed als knecht
en butler, en de bovengenoemde juffrouw
Pretty, die lederen morgen vergezeld van
haar zwarte tasch, uit een onbekend oord
verscheen en de plichten van keuken- en
kamermeisje op zich nam, om later met
de in omvang zeer toegenomen tasch weer
te verdwijnen op een uur, dat wisselde
naar gelang Jim al of niet thuis at. Of
het lag aan een tekort aan huissleutels,
of aan een gebrek aan vertrouwen in het
vrouwelijke verantwoordelijkheidsgevoel
wat dit artikel betreft, zeker is, dat Lush
er nooit aan had gedacht, juffrouw Pretty
een sleutel te geven en de gewoonte had
aangenomen de voordeur 's morgens vroeg
op eén kier te laten staan, zoodat zij ge-
ruischloos binnen kon komen, zonder den
heer Grant in zjjn slaap te storen.
Zoo kwam het, dat zjj dezen morgen
zeer uit het veld was geslagen, toen zij
de deur gesloten vond, en aangezien haar
verscheidene malen op het hart was ge
drukt, dat de heer Grant het uiterst on
aangenaam vond in den vroegen morgen
gestoord te worden, wachtte zij eenigen
tijd voor zij voldoenden moed had ver
zameld om aan te bellen. Na echter een
kwartier vergeefs gewacht te hebben,
drukte zjj nogmaals, resoluut op het knopje
van de electrische bel en wachtte op het
resultaat. Doch Jim sliep rustig door en
ten laatste gaf juffrouw Pretty het op.
Het schoot haar nu te binnen, dat zjj zich
op dezen drempel al eens eerder tegen
over een dergelijk probleem geplaatst had
gezien, en dat zjj bjj die gelegenheid, na
bjj Pink navraag te hebben gedaan, te
weten was gekomen, dat meester en knecht
onverwachts voor het week-einde de stad
hadden verlaten en haar slechts door
middel van een mondelinge boodschap, via
den portier van hun plannen op de hoogte
had kunnen stellen. Zjj daalde daarom de
trap weer af en vond den portier, w.ens
kleeding in hoofdzaak bestond uit een
grijs flanellen hemd en een groen baaien
schort in de vestibule, waar hjj rustig een
pijpje rookte.
„Neen, ma", gaf hü op haar vraag ten
antwoord, „Geen boodschap of iets an
ders. Maar je zult wel gelijk hebben en
ze zjjn er allebei van door en hebben dit
keer vergeten iemand er iets van te zeg
gen. Ze zijn zeker gisteravond laat weg
gegaan, nadat ik hier gesloten heb, want
toen waren ze er nog. Zoo, dus je hebt
vijf minuten lang gebeld Nou, als ze
er waren, zouden zo je wel hebben ge
hoord en de deur was dicht, dus dat is
wel een bewjjs dat er niemand is. Ik zou
het maar opgeven. Kom morgen eerst
maar bjj mjj aanloopen voor je naar boven
gaat, en als ze dan niet terug zijn, kan
ik je vertellen of ik iets van hen heb
gehoord."
(Wordt vervolgd).