ER KOMEN NIEUWE BELASTINGEN Tweede blad PROVINCIALE ZEEVWSCHE COURANT Maandag 16 December 1940. Kroniek van den dag De Japansche Amerikaansche wrijving. Met een enkel woord hebben wij reeds melding gemaakt van de toespitsing in de betrekkingen tusschen Japan en de Ver. Staten. In de laatste maanden is die ver houding geleidelijk slechter geworden en er zou geen aanleiding zijn daarop thans de aandacht te vestigen, ware het niet, dat uit enkele overigens vage symptomen valt af te leiden, dat dit conflict niet langer een sluimerde aangelegenheid is. De politiek van Japan wordt thans be paald door het Driemogendhedenverdrag en vooral waar de bepalingen van dit ver drag betrekking hebben op de ontwikkeling der verhoudingen in het Verre Oosten, daar raken de belangen van Japan en de Vereenigde Staten elkaar. Deze belangen Zijn uitermate kwetsbaar. Welke zijn de bedoelingen van Japan en tot welke hoogte is Tokio bereid de consequenties van dit pact met Berlijn en Rome te aanvaarden? De Japansche minister van buitenlandsche Zaken, Mat- soeoka heeft te dien aanzien een opzien barende verklaring afgelegd. Tijdens een persconferentie zeide hij: zouden de Ver eenigde Staten Duitschland den oorlog verklaren dan zal Japan onmiddellijk krachtens de bepalingen van het Drie- mogendhedenpact aan de zijde van de spil in den oorlog komen. Is 't reeds merkwaardig, dat Matsoeoka de mogelijkheid oppert van een Amerikaan sche oorlogsverklaring hoewel daarvan, naar voor en na te verstaan werd gege ven, geen sprake schijnt te zijn, zulks op grond van de overigens vage berichtge ving uit Amerika zeer opvallend is, dat hij aan artikel drie van het pact een veel scherpere interpretatie heeft ge geven dan destijds te Berlijn bij monde van von Ribbentrop geschiedde. Japan zal zich, naar uit Matsoeka's ver klaring valt op te maken, niet bepalen tot „steun met alle politieke-, economische- en militaire middelen", het wil zich blij kens deze uitlating ook nog verder binden. En daaruit blijkt reeds hoe slecht de ver houding tusschen Tokio en Washington inderdaad geworden is. Want Japan ducht Amerika's invloed in het Verre Oosten. Bovendien moet er de aandacht op worden gevestigd, dat de 'houding van Japan ook in ander opzicht blgk geeft van een groote geprikkeldheid ten aanzien van de Ver eenigde Staten. De politiek van Washing ton heeft daartoe ongetwijfeld aanleiding gegeven, doordat de stem van Groot Brit- tannië ook in het Verre Oosten daarin als no. 1 op het programma stond. Amerika moest er mei? ophouden zich in de zaken Van andere volken te mengen, alleen dan was een ernstig conflict te voorkomen. Wanneer bijvoorbeeld in Singapore Ameri kaansche oorlogsschepen zouden worden gestationneerd, dan zou dit Japan tot ernstige overwegingen aanleiding geven. Dat tenslotte op grondslag van het pas gesloten verdrag met Nanking. Janpan in overleg zou willen treden met Washing ton tot het doen van tegemoetkomingen, werd door Matsoeoka nadrukkelijk ontleend. Van de Vereenigde Staten richt zich de belangstelling op Rusland. De politiek van Moskou "blijft onveranderd, ook na het verdrag van Nanking, naar nadrukkelijk werd betoogd. Ook daarin schijnt zich een contravene te openbaren, welke afwijkt van de opvatting, dat er in de Japansch- Russische betrekkingen een verbetering is ingetreden. Het moet wel sterk de aan dacht trekken, dat Moskou een groot crediet aan Tsjoeng King heeft verstrekt. Het nieuwe crediet, dat zich voegt bij het pas verleende Amerikaansche, geeft weer eenigen indruk van de Russische werkzaamheid in China, nadat men daar van in lang niets had vernomen. Een medewerker aan het Amerikaansche tijd schrift Foreign Affairs had dit voorjaar in Singkiang, waardoor de weg uit het Sovjetgebied voert, teekenen geconstateerd van groote Russische activiteit. Honderden vrachtauto's, die beschikten over talrijke herstel- en tankplaatsen langs den weg, brachten de wapens in Oostelijke richting. Een staf van personeel bediende deze organisatie. Bij Tsjengtoe, niet ver van de Tibetaansche grens, hielpen de Russen bij den bouw van een centrum voor het luchtwapen. In Tsjoenking waren op dat oogenblik militaire instructeurs werkzaam, evenals op andere plaatsen in China. Daar bij moet in aanmerking worden genomen, dat wel is waar het Chineesche Roode leger in verschillende gedaanten samen werkt met de nationale Chineesche regee ring, maar dat het.niettemin onderworpen is aan de Chineesche communistische partij en zoodanig, ondanks zekere onafhankelijke opvattingen, op de Russische politiek ge oriënteerd blijft. Japan heeft lang geaarzeld de regeering in Nanking te erkennen en zoo de tegen stelling met de mogendheden, die Tsjiang Kai-sjek blijven steunen, te markeeren. Nog in October werd gemeld, dat voor onbepaalden tijd van Wang's erkenning werd afgezien om Rusland niet voor het hoofd te stooten. Zelfs nu nog, zoo con stateert de N.R.C., mag men na zorgvul dige lezing van het verdrag tusschen Nan king en Tokio vragen, of het wel een definitieve erkenning beteekent. Allen, ook in Japan, ook in de Europeesche landen, moeten erkennen, dat de maarschalk de eenige werkelijke figuur van formaat, zij het voornamelijk ook slechts een geestelijke kracht, in China is. Misschien is onder invloed van de opnieuw scherp gestelde standpunten in de Aziatische aangelegen heden de draad tusschen Tokio en Tsjoen king nog altijd niet geheel afgebroken. ZWEEDSCH SCHEP GEZONKEN. Achttien opvarenden omgekomen. Naar Reuter meldt, is het in Engelschen dienst varende Zweedsche s.s. „Daphne" (1514 ton) in den Atlantischen Oceaan ge zonken. Slechts één lid van de uit 19 kop pen bestaande bemanning kon gei'ed wor den. KOUDEGOLF IN FINLAND. Een in Finland heerschende koudegolf heeft in het noox-den van Lapland tempe raturen doen ontstaan tot 29 graden onder nul. Inkomstenbelasting wordt vervangen door heffing op het loon. OPCENTEN OP WINST- EN GRONDBELASTING. Belasting op waardevermeerdering van onroerend goed. Het Verordeningenblad van 'Zaterdag bevatte eenige besluiten van den secretaris-generaal van het departement van financiën nopens heffing van belas tingen, waarvan er vier beoogen de inkomsten van den Staat te verhoogen. Ten eerste is een loonbelasting Ingesteld, die de bestaande belastingen op het inkomen (rijksinkomstenbelasting en gemeentefondsbelasting, beide met alle opcenten) zal vervangen. De loonbelasting zal van 1 Januari, a.s. af van alle werknemers worden geheven door inhouding op het loon en het pensioen. Voorts zullen met ingang van 1 Januari 1941 in het algemeen 200 opcenten op de Winstbelasting worden geheven. Vennootschappen die over eenig jaar niet meer dan 8 winst van het gestorte kapitaal maken, krijgen een heffing van 150 opcenten. Het derde besluit behelst een heffing van opcenten op de grondbelasting, nl. 100 extra-opcenten (dus in totaal 120) op de aanslagen wegens gebouwde eigendommen en 100 extra-opcenten op de aanslagen wegens ongebouwde eigen dommen, die niet op pachters en huurders mogen worden verhaald. Tenslotte komt er een waardevermeerderingsbelasting van onroerende zaken. Hierbij moet een deel van de winst worden afgestaan-die verkregen is bij den verkoop van onroerend goed waarvan de waarde tengevolge van den oorlogs toestand is gestegen. EEN TOELICHTING. Van bevoegde zijde ontvangen wij hier omtrent de volgende toelichting Van den eenen kant zijn de uitgaven van den Staat in de tegenwoordige omstandig heden aanzienlijk gestegen, van den ande ren kant vloeien vex-schillende van zijn bronnen van inkomen (b v. invoeiTechten, motorrijtuigenbelasting) aanmerkelijk min der. Daardoor is de toestand van de schat kist van dien aard geworden, dat spoedige ei» zooveel mogelijk afdoende voorzienin gen moeten worden getroffen. Wil de over heid haar taak naar behooren kunnen ver vullen, dan dienen haar de noodige midde len ter beschikking te staan. Het is niet doenlijk die middelen op andere wijze te verkrijgen dan door belastingverhooging. Trouwens wie leefde nog met de gedachte, dat de staatsmachine zou kunnen blijven draaien zonder belastingverhooging? De mededeeling omtrent verzwaring van be- lastingdi-uk is dan ook eigenlijk voor nie mand iets nieuws. Het zal echter meer de belangstelling trekken in welken vorm deze verzwaring is gegoten. Welnu, voor zoover de belastingbesluiten thans gereed zijn, kan het volgende worden medegedeeld. Voorop dient gesteld dat uiteraard de tot de Nederlandsche staatsgemeenschap be- hoorende personen den vex-hoogden last ge meenschappelijk hebben te dragen en dat die last voor hen moet worden verdeeld in overeenstemming met een rechtvaardige belastingheffing. De loonbelasting. De belasting nu, die gebaseerd Is op het draagkrachtbeginsel is de inkomstenbelas ting. Vandaar dat het belangrijkste besluit wel Is het besluit op de loonbelasting 1940. Dit besluit is belangrijk in velerlei op zicht. Vooreerst omdat in art. 1 wordt vastgesteld, dat do bestaande belastingen naar het inkomen (dat zjjn dus de Rijks inkomstenbelasting met alle opcenten en de gemeentefondsbelasting met alle opcenten), door een enkele inkomstenbelasting zullen worden vervangen. Verder, omdat die nieuwe enkele inkom stenbelasting van 1 Januari 1941 af van alle werknemers zal worden geheven door inhouding op het loon. Van pensioengerech tigden zal de belasting worden geheven door inhouding op het pensioen. Onder het fiegrlp loon valt dus ook het pensioen. Die inhouding op het loon (of kortweg de loonbelasting) is dus niets anders dan een vorm van heffing van de algemeene enkele inkomstenbelasting. Zjj is, met an dere woorden, een voorheffing over de in komsten die gedurende het kalenderjaar 1941 worden genoten. ONTHEFFING VAN BE LASTING 1940/41 TOT 1 MEI Ja, zal men zeggen, alles goed en wel, maar er loopen nog aanslagen in de belas tingen naar het inkomen over het belas tingjaar 1940/41, dus tot 1 Mei 1941. Moet men nu dubbel betalen? Daarin voorziet art. 42 van het besluit. Is in het inkomen waarnaar men over het belastingjaar 1940/41 is aangeslagen, loon begrepen dan krijgt men ontheffing. Hoe dit ontheffing precies zal zjjn, hangt af van de nadere voorschriften van den secretaris-generaal van het departement van financiën. Intusschen kan dit wel worden aangeno men, dat, voor zoover het inkomen van een belastingplichtige voor het belastingjaar 1940/41 alleen bestond uit de inkomsten van zijn dienstbetrekking, hij een onthef fing zal krijgen van l/8e van den aanslag over dat belastingjaar, omdat hij immers door de inhouding zjjn nieuwe inkomsten belasting over 1941 geleidelijk aan voldoet. Ten aanzien van de inkomsten welke niet uit loon voortvloeien bljjft do aanslag 1940/ 41 ongewijzigd gehandhaafd en zal dus moeten worden betaald. De belasting welke hierin is begrepen voor het tijdvak 1 Januari tot en met 1 Mei 1941 zal gelden als. voorheffing voor den eersten aanslag in de nieuwe inkomsten belasting en zal dus te zijner tijd met dien aanslag worden verrekend. ONGEHUWDEN MOETEN AANZIENLIJK MEER BE TALEN. De verdeeling van den druk overeenkom stig liet beginsel der rechtvaardigheid is behalve in een progressief tarief hierin ge zocht, dat een ongehuwde meer, ja aan zienlijk meer, betaalt dan een gehuwde en dat in ruime mate is rekening gehouden met de lasten die op een gezin met kinde ren drukken. De belastingplichtigen zijn daartoe inge deeld in drie groepen. Groep I omvat de ongehuwden die geen kinderaftrek genie ten en den leeftijd van 65 jaar nog niet hebben bereiktgroep H de gehuwden die geen kinderaftrek genieten en de ongehuw den die den leeftijd van 65 jaar hebben be reikt; groep Hl de gehuwden en ongehuw den die kinderaftrek genieten. De aftrek is niet beperkt tot minderjarigen ook voor meerderjarigen is aftrek mogelijk, n.l. in dien de kinderen nog geen 25 jaren oud zijn en grootendeels op kosten van den belas tingplichtige worden onderhouden en on derwijs genieten of voor een beroep worden opgeleid. WAT AFGETROKKEN WORDT. Doordien de loonbelasting van het loon wordt ingehouden, en'dus het uitbetaalde loon maatstaf voor de inhouding moet zijn, zal men zich afvragen, hoe het nu moet gaan met kosten die men heeft moeten ma ken om de inkomsten uit de betrekking te verwerven (b.v. aanschaffing van gereed schap, boeken en dienstkleeding, contribu ties voor vakvereenigingen, enz.) en met persoonlijke verplichtingen (rente van schulden, periodieke uitkeexingen), waar van de werkgever niets weet. Welnu bij het opstellen van het belastingtarief der loon belasting is er van uitgegaan, dat iedere werknemer een bedrag van 100 per jaar aan zulke kosten besteedt. Dit bedrag is bij de berekening van de bij een bepaald loon verschuldigde belasting, in mindering van het loon gebracht. Is dit bedrag van 100 in een bepaald geval te laag, dan kan de werknemer tot den inspecteur over zijn woonplaats het verzoek i'ichten om op de loonbelastingkaart (zie hieronder) een be drag aan te teekenen, dat als hoogste kos ten in mindering van het loon kan worden gebracht. De werkgever dient dan de be lasting in te houden die blijkens de belas tingtabel verschuldigd is voor een loon gelijk aan het genoten loon verminderd met het door den inspecteur aangeteekende bedrag. Het kan verder voorkomen, dat de werk nemer buitengewone lasten heeft, die zijn draagkracht aanzienlijk beïnvloeden, b.v. onderhoud van kinderen waarvoor hij geen kinderaftrek geniet onderhoud van ouders of schoonouders of broers en zusters uit gaven wegens ernstige of langdurige ziekte van hemzelf of van gezinsleden; sterfge val invaliditeit, enz. Ook in zulk een ge val kan de werknemer den inspecteur ver zoeken een aanteekening op de loonbelas tingkaart te stellen, dat een bepaald bedrag wegens buitengewone lasten in mindering van het loon kan worden gebracht, en waarmede dus 'de werkgever rekening moet houden. Zooals gezegd moet de last buiten gewoon zjjn en moet hij een daadwerkelij- ken invloed op de draagkracht van den belastingplichtige oefenen. Dit laatste nu men moet nu eenmaal een maatstaf aanleggen wordt eerst geacht het geval te zijn, indien die buitengewone lasten 10 bedragen van het geschatte jaarlijksche loon, nadat dit is verminderd met de ver moedelijke kosten tot verwerving en de vermoedelijke persoonlijke verplichtingen en 10 van het loon voor ieder kind waar voor kinderaftrek wordt genoten. DE POSITIE VAN DEN WERKGEVER. Slechts de hoofdpunten van de nieuwe belasting komen voor bespreking in aan merking. Als laatste daarvan willen we de positie van den werkgever in oogenschouw nemen. De loonbelasting als bijzondere hef- flngsvorm van de nieuwe inkomstenbelas ting, is daarom ook bijzonder, omdat de eigenlijke inning van de belasting niet door de belastingadministratie maar door den werkgever geschiedt. Hjj dient voor eiken werknemer een loonbelastingkaart aan te leggen, waarop hij de gegevens die voor het te heffen, bedrag aan belasting van belang zijn (b.v. de groep waartoe de werk nemer behoort, het aantal kinderen) aan- teekent. Deze gegevens vindt hg vermeld in een opgaaf (z.g. werknemersverklaring) die de wei'knemer hern in tweevoud moet vei'strekken, op een formulier, dat de werk- gever hem ter hand stelt. De werkgever ontvangt de noodige formulieren en loon- belastingkaarten van den inspecteur. Op de loonbelastingkaart worden door den inspecteur in voorkomende gevallen ook de hiervoor genoemde bedragen ver meld, die in aftrek van het genoten loon komen. De belasting over het genoten loon, eventueel verminderd met de door den in specteur op de loonbelastingkaart vermelde bedragen, kan de werkgever vinden, door iix de bij het besluit behoorende loonbelasting tabel het overeenkomstige loon op te zoe ken en. het daarachter vermelde belasting bedrag respectievelijk voor de groepen 1, 2 en 3 in aanmerking te nemen. De belas tingtabel die bij het besluit behoort, is een tabel voor maandloonen, voor loonen over een ander loontijövak moet een herleiding plaats vinden. Ten gerieve van de werk gevers worden echter tabellen voor week-, dag- en uurloonen verstrekt. Natuurlijk wordt hiermede een belang rijke taak op de schouders van de werk gevers gelegd, en uiteraard dient deze pu bliekrechtelijke taak naar behooren te worden vervuld. De nieuwe inkomstenbe lasting zal in de toekomst een aanmerkelijk deel van de staatsinkomsten gaan opbren gen en van de opbrengst zal weer een belangrijk deel op rekening van de loon belasting komen. Er volgt uit, dat de werkgevers door de inhouding tot de juiste bedragen vlot te doen verloopen, den Staat aan een belangrijk deel van zijn benoodigde middelen zullen helpen. Vol vertrouwen doet de overheid een beroep op alle werkgevers, omdat zjj er van ovex-- tuigd is, dat zij er grooten prijs op zullen stellen het noodige bij te dragen voor het behoud van een gezonden financieelen toestand van den Nederlandschen Staat, en ook op. deze wijze werkzaam te zijn ten bate van de gemeenschap. (De lijst komt in ons blad van morgen.) Opeenten op de Winstbelasting. Het zal geen vexwondering wekken, dat, nu de belasting van de natuurlijke perso nen aanmerkelijk wordt verzwaard, ook de belasting van de rechtspersonen (naaml. vennootschappen, coöperatieve vereenigin- gen enz.) hetzelfde lot ondergaat. Deze ver hooging is gegoten in den vorm van op centen op de winstbelasting, te heffen op de. aanslagen over dp jaren, aanvangende met of na I Januari 1940. In hefc algemeen zullen 200 opcenten worden geheven; dit aantal wordt echter verminderd tot ISO voor die vennootschap pen, enz. waarvan de winst over eenig jaar niet meer bedraagt dan 8 van het gestorte kapitaal. Opcenten op de Grondbelasting. Het derde van de bedoelde besluiten be treft de heffing van opcenten op de grond belasting, te weten 100 extra-opcenten (met de tegenwoordige dus 120) op de aanslagen wegens gebouwde eigendommen en 100 extra-opcenten op de aanslagen wegens ongebouwde eigendommen. De aan dacht zjj er op gevestigd, dat het niet in de bedoeling ligt, dat deze belastingver hooging op pacliters en huurders mag worden afgewenteld. Opcenten op de grondbelasting. Waardevermeerderingsbelasting van onroerende zaken. Ten slotte nog een enkel woord over het vierde besluit. Dit regelt de heffing van een waardevermeerderingsbelasting van onroerende zaken, die tengevolge van de overschrijving van een stuk in do open bare registexS, op een ander overgaan. De belasting bedraagt 50 van de winst, indien deze 3000.of meer be loopt. Is de winst minder dan 3000.dan bedraagt de belasting minder en wel 75 van de winst voor zoover die 1000,te boven gaat. Bedraagt de winst 1000, of minder, dan is geen belasting ver schuldigd. Winst is het bedrag waarmede de verkoopwaarde van het onroerende goed op het tijd tip van overgang te boven gaat de verkoopwaarde die het goed had op 9 Mei 1940. De bedoeling is de voor- deelen te treffen die verkregen zijn door verkoop van onroerend goed waarvan' de waarde als gevolg van den ooi'logstoestand is gestegen. Het heffen van een flinke belasting ter zake van die voordeelen ver dient alle Aanbeveling. In de eerste plaats is het logisch, dat zij die deze bijzondere voordeelen genieten, daarvan een deel af staan aan de gemeenschap, vooral ook omdat de waardestijging in vele gevallen mede een gevolg is van de vele uitgaven die de staat zich ter bestrijding van de werkloosheid en uit andere hoofde ge troost. In de tweede plaats zal zoodanige be lasting de prijsstijging van onroerend goed tegenhouden, De belasting wordt, het zij nadrukkelijk herhaald, alleen geheven in dien onroei'ende goederen worden ver vreemd; dan toch wordt het voordeel ge noten. Een Duitsche zegsman voegde hieraan nog toe dat de nieuwe belastingwetgeving aansluit op de grondgedachten van de Duitsche belastingen. Deze grondgedach ten hebben een sterken socialen inslag doordat de kinderaftrek zeer aanzienlijk is en ook doordat de grenzen van het be lastingvrije inkomen, althans voor gezin nen met kinderen gunstig liggen. DE DRUK KAN NIET GERING ZIJN. Desalniettemin moet men in het oog houden dat het hier in ieder geval om een oorlogsbelasting gaat, zoodat de druk onmogelijk voor iedereen gering kan zijn. Daarbij moet worden opgemerkt, dat de Nederlandsche belastingdruk nog niet het peil van de Duitsche belastingen heeft be reikt. DE FINANCIEELE VERHOUDING TUSSCHEN RIJK EN GEMEENTEN. Het ligt voor de hand dat de financieele verhouding tusschen rijk en gemeenten door de invoering van de nieuwe belasting en de afschaffing van de verschillende op centen en van de gemeentefondsbelasting geheel overhoop wordt geworpen. Er zal een nieuw systeem moeten worden opge- Wat de concentratie Vein de ornroep- vereenigingen beoogt. Uiteenzetting van Ir. Dubois. De dezer dagen benoemde gemachtigde voor de concentratie van de radio-omroep- vereenigingen, ir. A. Dubois, heeft Zater dag in een persconferentie een uiteenzet ting gegeven, waaraan wjj het volgende ontleeneru Men zal zich ongetwijfeld afvragen, wat eigenlijk onder concentratie zal worden verstaan. Het antwoord hierop luidt, dat onder volledige handhaving van de vrij heid op godsdienstig gebied, waarbij in redelijkheid op dezelfde wijze als dit tot nu toe geschiedde de godsdienstige stroo mingen in ons volk tot haar recht zullen komen, een programma zal worden ge bouwd, dat elk wat wils zal geven, waar bij een elk zal kunnen terugvinden, wat hem tot nu toe lief was in deze program ma's, doch waarbij een sterk samenvoe gende en constructieve tendenz op den voorgrond zal staan. Naast deze zuivere samenbindende vraag stukken, za1 ik trachten om ons volk op de snelste en objectiefste wijze in te lich ten over alle gebeurtenissen van dezen tijd, opdat het volledig voor zoover dei omroep hieraan kan bijdragen in staat kan zijn zich eigen te maken en zich ten nutte maken, datgene wat thans in vaak zoo toomelooze vaart langs en over ons heen gaat. Deze taak zal het noodzakelijk maken, dat ook vele nieuwe la-achten aan de noodzakelijke verruiming der program ma's zullen kunnen medewerken. Ik hoop in de gelegenheid te zijn, daar toe financieel in staat gesteld, vele goede' Nederlandsche artisten, welke thans niet of onvoldoende in Nederland werk hebben kunnen vinden, aan hun passend werk te helpen. Geenszins is het mijn bedoeling, dat het programma als gevolg van deze con centratie zal moeten vervlakken, en zal moeten worden tot een soort van alge meen, nietszeggend geheel, integendeel, ik ben ervan overtuigd, dat ook, ja zelfs door de nieuwe omstandigheden, een ver dieping tot stand zal kunnen komen, wel ke ongetwijfeld zal bewijzen, dat ook een verdieping van het programma thans een, zeer reëele mogelijkheid is. Een gewichtig ding zal hierbij geleverd worden door een uitgebreide en snellei reportage van alle gebeurtenissen, wier belang zoodanig is, dat de Nedex-lander aan dez. gebeurtenissen zal willen en moeten deelnemen. Op de hem gestelde vraag of de om- roepvereenigingen zouden verdwijnen, antwoordde Je heer Dubois, dat op het oogenblik alleen de concentratie aan de orde is. Er kan nog niet gezegd worden in welken vorm deze zal geschieden. Plaatsing van Nederlandsche bouwvakarbeiders in België en Noord-Frankrijk. Dezer dagen vond op het departement van sociale zaken een bespreking plaats van vertegenwoordigers van het rijksar- beidsbureau met een aantal Nederlandsche aannemex's in de bouwbedrijven, die bin nenkort ten behoeve van de Duitsche weermacht met aanzienlijke groepen van personeel in België en Noord-Frankrijk werken zullen uitvoeren. Van de zijde der Duitsche opdrachtge vers is bepaald, dat de aannemers de voor deze werkzaamheden noodige aantallen bouwvakarbeiders uitsluitend mogen be trekken door tusschenkomst van de orga nen der openbare arbeidsbemiddeling in de plaats, waar zij zijn gevestigd. Deze organen zullen dan in nauwe sa menwerking met het rijksarbeidsbureau, te 's-Gravenhage, zorgen, dat de geATaagde arbeiders ter beschikking staan. Het grootste deel van het loon zal door de werkgevers rechtstreeks aan de familie leden der arbeiders hier te lande worden uitbetaald, terwijl de arbeiders zelf, ter bestrijding van noodzakelijke uitgaven, het resteerende deel ter plaatse, waar zij wer ken, zullen ontvangen. De N.O. polder bedijkt. De dijk, welke den Noordoostpolder zal omringen, is gesloten. Vrijdagmiddag, 13 December, om 13.52 uur, viel het laatste keileem in het gat, dat de dijkvakken tus schen Urk en Overijsel nog van elkaar scheidde. De Noordoostpoldex-werken zijn thans in een belangrijk stadium getreden. Reeds in Februari van het volgend jaar zullen, vol gens de Tel., de eerste stukken grond droogvallen. Student toegang tot colleges ontzegd. De Senaat der Nederlandsche economi sche hoogeschool te Rotterdam heeft een student, wegens overtreding der tucht en wangedrag, den toegang tot de hooge school ontzegd, gedurende een tijdvak van vier maanden. bouwd, hetgeen een taak .al zjjn voor het komende jaar. Binnenkort is er een nieuwe verorde ning te verwachten welke aan de moeilijk heden, waar-voor de gemeenten ziclx bij haar begrootingsarbeid thans geplaatst ziet, zal tegemoet komen. De personeele belasting za. te zijner tjjd worden afgeschaft. Thans echter wordt aan deze belasting nog niet geraakt. Opmex-king verdient nog dat de werk gevers alleen met de belasting op het loon te maken krijgen en niet zullen worden ingeschakeld voor de belasting op inkom sten buiten het loon,-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 5