Provinciale Zeeuwsche Courant Middelburgsche, Vlissingsche, Goesche en Breskensche Courant OORLOGSSCHADE. DONDERDAG 5 DECEMBER 1940 183ste JAARGANG NUMMER 283 waarin opgenomen de Uitgave der Firma's F, van de Velde Jr. en G. W. den Boer ABONNEMENTSPRÜS: 18 cerrt per «reek of f 2.30 per kwarteaL Franco per post f 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 5 cent, ADVERTENHEPRUSü Van 1—5 regels f 1.50, tedere regel meer 30 cent Bij abonnement speciale prijs. Kleine advertenties van 1—5 regels 10.50, Iedere regel meer 10 et (max. 8 regels). POSTREKENING 359300 (MIDDELBUHG). Dit nummer bestaat uit twee bladen De wapenschouw der Z.L.M. Gisteren hielden de Zeeuwsche hoeren hun wapenschouw. De wapenschouw van dé Zeeuwsche Landbouwmaatschappij. Dat is telkenjare een Imponeerende gebeurtenis, maar dit jaar droeg deze bijeenkomst toch jvel een heel bijzonder karakter. Er is een storm over het Zeeuwsche land gegaan en nog heeft deze niet uitgewoed. "Wij zien een duistere toekomst voor ons; in de harten van allen leeft bezorgdheid en ook onze boeren deelen in deze onzekerheid. Een oude tijd verging, een nieuwe tijd kon digt zich aan. Wat zal die toekomst bren gen, ook voor onze landbouwende bevol king? Moet zij de dingen, die komen gaan, die onherroepelijk komen gaan, in gelaten heid en passiviteit afwachten? Dein kent ge den Zeeuwschen boer niet; hij is kloek en vastberaden, hij ziet met klaren blik en met een helder begrip voor de werkelijk heid de toekomst in, hoe duister die soms ook moge schijnen, omdat hij leeft uit het bewustzijn, dat hij in zijn strijd niet alleen staat. Onze Zeeuwsche boer heeft bovenal een geestelijk fundament, zijn ge loof is geen frase, het is de grondslag van zijn werk en daaruit put hij de kracht en den moed, om ook de tegenheden van zijn wisselvallig bedrijf te aanvaarden. Daarom ook kan een tijd, als dien wij beleven hem lnspireeren tot stager arbeid tot ver hoogde activiteit. Zijn geloof is geen illusie. De Zeeuwsche boer vraagt geen medelijden, hij heeft recht op respect. Als de zware kluiten van den grond, dien hij bewerkt zoo is dë Zeeuw sche boer. Op den toogdag van gisteren hebben wij dit besef sterker nog gekregen, Ook uit de hooggestemde rede van mr. Die leman. Deze openingsrede was een belangwek kend document, door de wijze, waarop mr. Dleleman de problemen belichtte, ook 'door de heldere richtlijnen, die daarin voor de toekomst werden aangegeven. De boerenstand in de wending der tijden, moet zich zijn plaats zoeken. Hij moet reeds thans weten, waar zijn plaats is en uit dezen tijd moet hij zijn winst weten te putten. Die winst ligt er inder daad; mr. Dieleman heeft niet verzuimd daarop met nadruk te wijzen en zijn woor den: de Zeeuwsche leeuw leeft nog en hij zal overwinnen, waren meer dan een rhe- torlsche zinswending. De bijeenkomst van de Z.L.M. stond ge heel in het teeken van den druk dezer tijden, maar van deze vergadering heeft ieder toch deze overtuiging kunnen mede- dragen, dat de gebeurtenissen ieder en ook onze boeren moeten lnspireeren tot de hoogste activiteit. Gewezen werd op de perspectieven, welke de jongste verorde ning betreffende de vervreemding van land- bouweigendom opent en op de toekomst mogelijkheden, met betrekking tot de ver hooging van den invoer vanuit Duitsch- land. Ook voor Zeeland kan daarvan pro fijt uitgaan. Boerenland in Boerenhand, dat is de roep van dezen tijd. Voor Zeeland is dat maar niet een slagzin, een leuze zonder meer. Kan uit de verwezenlijking daarvan winst uitgaan voor het geheele land, voor Zeeland kan de beteekenis ervan bezwaar lik worden overschat. In een moeilijken tq'd als den huidigen was het wóórd van mr. Dieleman een woord op zijn pas, ook waar hij nader inging op de vele moeilijkheden, waarvoor de boeren zich zien geplaatst. Daarvan heeft deze vergadering ruimschoots stof voor overweging en beschouwing opgele verd. Het deed goed, op deze vergadering den voorzitter een scherp standpunt te hooren formuleeren, met betrekking tot het vraag stuk der schadeloosstellingen. Geen kil zelf zuchtig systeem, maar een regeling, ge baseerd op de beginselen van het ge meenschapsgevoel. Niet, mét hoe weinig kan de staat zich eraf maken, maar hoe veel is billijk om een rechtmatige én vol ledige schadeloosstelling te geven. Inder daad, geen koehandel. Het ware een mis kenning van de tradities van ons Neder- landsche vólk, het ware een onredelijke aanslag op onze nationale volkskracht. Er zal ongetwijfeld later gelegenheid zijn nader in te gaan op de belangwekkende vraagstukken, welke in de rede van den voorzitter- aan de orde werden gesteld. Voor het oogenblik willen we nog even aandacht schenken aan de belangwekken de uiteenzettingen van ir. van Steen over den Noordoosterpolder. Wat de inleider mededeelde over de technische zjjde van dit werk, moest wel de algemeene belang stelling trekken. Wie in de gelegenheid is geweest, het werk van da inpoldering van meer nabjj te bezien, is telkens weer onder den indruk gekomen van de grootschlieid van dezen arbeid. Hier toont Nederland zich op zijn grootst en het is van beteekenis, dat ook in streken, waar - DE VASTSTELLING VAN SCHADEN AAN VOORRADEN. DE TOEPASSS1NG VAN ARTIKEL 5 VAN HET BESLUIT. Het besluit op de materieels oorlogs schaden bepaalt in art. 5 „1. Voor bedrijfs- en handelsvoorraden wordt de waarde voor de beschadiging ge steld op den inkoopsprijs. 2. In geval de ten tijde van de beschadi ging aangehouden voorraad een grooter omvang had dan die, welke met inachtne ming van goed koopmarisgebruik en van de destijds bestaande omstandigheden voor het getroffen bedrijf als redelijk kan. worden aangemerkt, wordt dat meerdere buiten beschouwing gelaten". Naar de beteekenis van het 2e lid van dit artikel heeft het A.N.P. bij. het depar tement van financiën geïnformeerd. Ge antwoord werd, dat het 2e lid slechts bij hooge uitzondering zal worden toegepast. Men weet te bevoegder plaatse zeer wel, dat in het begin van dit jaar de bedrijfs- en handelsvoorraden in vele gevallen hoog waren, mede in verband met de defensie- belangen en met het oog op de voedsel voorziening in oorlogstijd. Alleen het feit, dat een voorraad veel grooter is dan'nor maal, brengt het 2e lid nog niet in toe passing. Slechts indien de voorraad ook voor de destijds bestaande omstandigheden onredelijk groot is geweest, zooals zij dui delijk van speculatieven aard was, zal ge bruik worden gemaakt van de in het 2e lid gegeven mogelijkheid om een gedeelte buiten beschouwing te laten. Geen post meer uit Amerika. S.P.T. uit New York, De Amerikaan- sche autoriteiten hebben bepaald, dat van nu af aan alleen nog mailverzendingen, naar Engeland;1 Ierland, Frankrijk, Spanje, Portugal, Gibraltar, de Azoren, IJsland en de Faroereilanden zijn toegestaan. De ver zending van poststukken naar de overige landen van Europa is verboden. Als reden voor dezen maatregel wordt opgegeven gebrek aan scheepsruimte en transport moeilijkheden. men niet in de gelegenheid is, van nabij keftnis te nemen van de vorderingen, waar men zich ook bezwaarlijk een indruk kan vormen van de moeilijkheden, welke daar bij te overwinnen zijn, op deze wijze van tijd tot tjjd met het Zuiderzee-werk in contact wordt gebracht. En juist op een vergadering van landbouwers kan dit con tact gelegd worden. Het is bovendien van groot belang, wijl immers in dit nieuwe land de Nederlandscbe landbouw een nieu we ontplooiing kan vinden. Uit den aard van zijn werkzaamheden kon de inleider niet ingaan op het kolonisatievraagstuk, al werden daaromtrent wel eenige behar tigenswaardige opmerkingen gemaakt. Wanneer echter de kolonisatie van den Noordoostelijken polder zal worden vast gekoppeld aan wat de Wieringermeer aan ervaringen heeft opgeleverd, dan Is het mogelijk, dat men tot een uitgedragen zaak komt. Maar aangenaam zou het ons zijn geweest, indien de inleider nader was in gegaan op het leidende beginsel voor de kolonisatie in den nieuwen polder. De ko lonisatie is niet uitsluitend een kwestie van techniek, van bekwaamheden, van 'se- lectie en van financieele draagkracht, het vraagstuk: boerenland in boerenhand, toont zich juist bij de kolonisatie in zijn meest qmvattend aspect De inleiding over den Noordoostelijken polder heeft dit probleem ook voor Zee land aan de orde gesteld, het is reeds nu actueel, niet slechts om de vraag van den individueelen landbouwer: zal er voor mij ook een plaats zijn in den polder. Het ls vooral actueel, omdat, ook al ligt de eigen lijke kolonisatiearbeid nog in een vrij ver verschiet, het reeds thans gaat om de be ginselen, welke met betrekking tot deze materie als leidinggevend moeten worden aanvaard. De kolonisatieis niet uitslui tend een optelsom, ook niet uitsluitend een kwestie van verdeeling van den beschik baren grond onder een aantal gegadigden, hier wegen vooral sociaal-economische overwegingen, ook waar het erom zal gaan, dit nieuwe land zijn aansluiting in econo misch en cultureel opzicht met het oude land te verzekeren. Dit is een groot Nederlandsch belang en het zou ".an uitnemend gewicht zijn, indien "-arover, ook in Zeeland de dis cussie zou. kunnen worden geopend, gelijk zulks thans reeds in andere, dichter bij den polder gelegen deelen van het land in woord en geschrift geschiedt. De vergade ring van ce Z.L.M. heeft het belang daar van in het oog doen springen. Sinterklaasje, kom maar even bij ons aan", een kinderlijke uitnoodiging, welke St. Nicolaas niet afsloeg en die de jeugdige harten sneller deed kloppen van verwachtingen voor het groote feest (Foto Pax-Holland) SCHADE AAN ONROEREND GOED, BEBRIJF3T0ERUSTING EN BEDRIJFSVOORRADEN. Slechts de materïeele schade aan onroe rende goederen en aan zoodanige roerende goederen, die tot een bedrijf of een beroep dienen, alsmede schade aan huisraad, door oorlogsgeweld toegebracht, wordt in begin sel voor vergoeding in aanmerking ge bracht. Het begrip oorlogsgeweld kan in deze ruim worden genomen. Plunderscha- de, voor zoover deze aanwezig is, valt er onder. Ook zal bij de toepassing van het besluit rekening worden gehouden met het feit, dat ons land nog dagelijks in velerlei vormen aan de gevolgen van den oorlog is blootgesteld. De in het besluit vervatte vergoedingsregeling beperkt zich tot goe deren, toebehoorende aan Nederlanders of Nederlandsche rechtspersonen. In verband met de waardeering der schade worden verschillende categorieën goederen onderscheiden onroerende goederen, be- drjjfsuitrustingen, bedrijfs- en handelsvoor raden en huisraad. Bij de vaststelling der schade is zooveel -mogelijk aansluiting ge zocht aan de gewone verzekeringsbeginse- len. De maatstaven voor de waardeering der schade dienen echter ook in overeen stemming te zijn met de van overheids wege gevoerde prijspolitiek. In verband met de groot'e geldbedragen, die bij uitkee- ring in omloop zullen worden gebracht, dreigt deze politiek te worden ondermijnd, indien het streven naar prïjsverhooging in het besluit zelf geen begrenzing zou vin den. Mede in verband daarmede is bepaald, dat de waardeering der schade aan goede ren geleden, ook voor zoover de schade na 9 Mei is ontstaan, op basis van de verkoopwaarde dier goederen op 9 Mei dient te geschieden. Dit beginsel houdt in, dat, in geval van voor herstel in aanmerking ko mende schaden rekening mag worden ge houden met de kosten, die voor het herstel zouden noodig zijn geweest op 9 Mei, met dien verstande, dat de werkelijke kosten van herstel een maximum vormen. Voor de waardeering der schade aan bedrijfstoerus- ting geldt de aanschaffingsprijs op 9 Mei, onder aftrek van de afschrjjvingsbedragen, welke in verband met den ouderdom van het goed overeenkomstig goed handelsge bruik moet worden geacht te zijn toege past. De schade aan bedrijfs- en handels voorraden wordt vastgesteld op basis van den inkoopprijs. Voor de vaststelling van de schade aan de hiervoor genoemde cate gorieën goederen wordt als uitgangspunt genomen een individueel onderzoek van ge val tot geval naar den omvang der werke lijk geleden schade. Hierin vinden de Schade-Enquête-commissies in de eerste plaats haar taak. Zij baseeren zich daarbij op de opgaven en inlichtingen van betrok kenen, die, zoo noodig door deskundigen en accountantsrapporten, op haar betrouw baarheid zullen worden getoetst. Voor de waardeering van schade aan onroerend goed geldt nog in het bijzon der het volgende. Het beschadigde zal als regel den ondergrond hebben be houden. De vergoeding zal derhalve worden vastgesteld in verband met de waarde van het geheel on de waarde Ter toelichting op de verordenin gen tot regeling van de oorlogs schadei, welke toy gisteren, wat de hoofdzaken betreft publiceerden, zullen wij thans in een zestal opeen volgende artikelen een samenvat ting geven, wélke daarop van offi- cieele zijde werd verstrekt. van den ondergrond. De naar den da tum van 9 Mei te waardeeren waarde van den ondergrond zal ook de basis vormen van de vergoeding, die ingeval van onteigening door den algemeen ge machtigde voor den wederopbouw zal worden vastgesteld. In onteigeningsge- vallen zullen een tweetal commissies voor de regeling der schadevergoedin gen bij onteigening gevestigd resp. te Rotterdam op het bureau van de Schade-Enquête-commissie voor ont eigeningen binnen de gemeente Rotter dam en te Arnhem op de directie van 's rijks belastingen aldaar van de eventueele bezwaren van belanghebben den tegen de waardeering van den on dergrond kermis nemen. Van de waar deering zal aan belanghebbenden mede- deeling worden gedaan. Ten aanzien van overgebleven fundamenten zal met de omstandigheid, of deze al dan niet bij den herbouw zullen kunnen worden benut, bij de toekenning der bijdrage in de geleden schade rekening worden gehouden. De hoegrootheid der bijdragen voor onroerend goed, bedryfstoerustin- geu en bedrijfsvoorraden. Hoewel van den staat niet gevergd kan worden een volledige vergoeding der door het oorlogsgeweld veroorzaakte materieele schade, kan desniettemin worden gezegd, dat de van overheidswege te verleenen bij drage in de schade zoo hoog mogeljjlc zijn opgevoerd. Tot 50.000 wordt op basis dei- waarde per 9 Mei 1940 een bijdrage ver leend tot het volle bedrag. Van het meer dere wordt 90 vergoed. Tenslotte be paalt artikel 8, dat in bijzondere gevallen bijdragen kunnen worden toegekend, in af wijking van de voorafgaande regelen. Het is de bedoeling, dat hierbij zoowel kan wor den afgeweken van de begrenzing der voor vergoeding in aanmerking komende scha den, van de regelen voor de waatdeering daarvan en van de bijdragenregeling. Dit voorbehoud is o.m. gemaakt om te kunnen voorzien in bijzondere omstandigheden waarin het volgen der regelen in het be sluit neergelegd, niet tot een resultaat zou voeren dat voor die bijzondere omstandig heden noodig moet worden geoordeeld. De verkoop van tuinzaden e.d. Bij beschikking van den secretaris-ge neraal, wnd. hoofd van het departement van Landbouw en Visscherij, is de Neder landsche groenten- en fi-uitcentrale aan gewezen als monopoliehoudster van tuin zaden. Voorts zijn in deze beschikking mede aangewezen als monopolieproducten: Beperking in gebruik van sterken drank. Verkoop in het klein tusschen li) en 4 uur verboden. In het verordeningenblad is opgenomen een besluit van de secretarissen-generaal van de departementen van sociale zaken, van justitie en van binnenlandsche zaken betreffende dansvermaak en betreffende den verkoop van sterken drank in het klein. Hierin is bepaald, dat het besluit no* 190/1940 van de secretarissen-generaal van de departementen van justitie, van bin nenlandsche zaken en van sociale zaken be treffende dansvermaak buiten werking treedt (het bedoelde besluit behelsde het dansverbod). Voorts bepaalt dit besluit, dat de ver koop, de aflevering, de verstrekking en het gebruik van sterken drank in het klein in localiteiten, waarvoor vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein is verleend, tusschen 19 uur en 4 uur ver boden is. Ten aanzien van de omschrijving van „sterken drank", van „verkoop van sterken drank in het klein" en van „vergunning" is het bepaalde in de drankwet toepas selijk. Hij, die in strijd handelt met het boven- bepaalde, wordt gestraft met de in artikel 59, lid 1, van de Drankwet genoemde straf fen. De artikelen 59, lid 2 en 64 tot en met 66 van de Drankwet zijn van toepassing. Dit besluit treedt op 5 December 1940 in werking. Luchtmachten waren vannacht actief. LUCHTALARM TE GENÈVE. Woensdag om 21.25 uur is te Genève wegens het overvliegen van Engelsche vliegtuigen luchtalarm gemaakt, dat tot kort na 22 uur duurde. NIEUWE LUCHTAANVALLEN OP ENGELAND. Sedert het invallen der .duisternis heerschte weder groote drukte op de Duit- sche vliegvelden in Noord-Frankrijk. Es kader na eskader bereidde zich op de vlucht naar het vijandelijk gebied voor. Ditmaal waren in de eerste plaats weder Londen en een stad in de Midlands als doel gekozen. Naar het D.N.B. verneemt, werd te Londen luchtalarm gegeven. De eerste vliegtuigen zijn reeds gisteravond weder van hun vlucht haven vijandelijk gebied teruggekeerd, nadat zij hun bommen tref zeker in het Londensche havengebied had den uitgeworpen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 1