Provinciale Zeeuwsche Qourant J Middelburgsche, Vlissingsche, Goesche en Breskensche Courant r~r laag li.000 ex. J^Opla MAANDAG 2 DECEMBER 1940 183ste JAARGANG NUMMER 280 waarin opgenomen de Uitgave der Firma's F. van de Velde Jr. en G. W. den Boer ABONNEMENTSPRIJS; 13 cent par weak o* f 2.30 per kwartaal Franco pst post 12.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIEPRIJS; Van 1 —5 regel# f 1.50, tedere regeï m&ar 30 coot Eg oboonoment opeclale prijs. Kielno advertenties vaa 1 5 regels f0.50. Iedere rog©! meer 10 et (ma*. 8 regels), POSTREKENING 359300 (MIDDELBURG). Dit nummer bestaat uit twee bladen AANGESLOTEN B IJ H E T BUREAU VOOR PUBLICITE1TSWAARDE, INGESTELD DO ORDE VEREE NI GING „D E. NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS" Toelichting op de vordering inzake de loonregeling. De staat moet leiding kunnen geven bij de totstandkoming der loonen. Op de Zaterdag in het Verordeningen blad opgenomen verordening van den rijks commissaris betreffende regelingen van loonen, salarissen en andere arbeidsvoor waarden heeft de leider van de afdeeling sociale zaken van het rijkscommissariaat het volgende commentaar gegeven. De totstandkoming van loonen, salaris sen en andere arbeidsvoorwaarden voor groepen van ondernemingen was totnutoe uitsluitend voorbehouden aan de regeling door collectieve arbeidsovereenkomsten. Volgens de wet op de collectieve ai-beids- overeenkomst van 1927 konden collec tieve arbeidsovereenkomsten slechts door de in de wet speciaal genoemde partijen, in den regel de werkgevers- en werknemers organisaties, worden gesloten. De staat zelf was slechts bevoegd, wanneer het al gemeen belang het eischte, gesloten collec tieve arbeidsovereenkomsten of afzonder lijke bepalingen algemeen verbindend, d.w.z. ook voor de niet-aangesloten onderne mingen verbindend, te verklaren, de on verbindendheid van collectieve arbeidsover eenkomsten of van afzonderlijke bepalingen uit te spreken of verbindendverklaringen in te trekken. De staat had echter niet de mogelijkheid zelf regelend in te grijpen in de totstandkoming van de loonen en ar beidsvoorwaarden. De nieuwe verordening houdt in het algemeen aan het principe vast, dat slechts de partijen bij de C.A.O. meestal dus de werkgevers- en werknemersorganisaties, bevoegd zijn een C.A.O. te sluiten. Zooals echter het bedrijfsleven en de economie van een volk door den staat moet worden geleid, willen zij aan de belangen der gemeenschap geheel dienstbaar worden ge maakt,. kan ook de totstandkoming van de loonen leiding van staatswege niet ont beren. De verordening heeft dan ook de algeheele vrijheid van de loonvorming door collectieve overeenkomsten in zekere mate moeten beperken. Zij maakt collectieve ar beidsovereenkomsten afhankelijk van goed keuring van hoogerhand, voor zoover zg loon- en salarisverhoogingen betreffen. Bo vendien verbiedt zij, bepalingen op te ne men, welke loon- en salarisverhoogingen automatisch van voorwaarden afhankelijk maken, welke de arbeidsverhouding niet onmiddellijk raken, bijv. van de ontwikke ling der prijzen. Dezelfde bepalingeil als voor collectieve arbeidsovereenkomsten gelden natuurlijk ook voor arbeidsovereenkomsten, welke op andere wgze tot stand zijn gekomen. Ver der maakt de verordening alle andere loons- en salarisverhoogingen afhankelijk van een vergunning, welke niet reeds als collectieve regelingen aan vergunning zijn onderworpen. De verordening vervangt het tot nu toe geldende verbod van loons- verhoogingen van den Duitschen Heeres- gruppebefehlshaber van 17 Mei 1940. Zij verruimt echter dit verbod met in acht neming van de door de prijsstijging ver anderde economische en sociale toestanden in zooverre, dat zij loonsverhoogingen toe laat, wanneer zg goedgekeurd worden door den staat, vertegenwoordigd door de rijks bemiddelaars. Mede door de reeds eerder uitgevaardigde verordening over het verbod van loons- en salarisverlagingen heeft de staat het thans in de hand de ontwikke ling der loonen naar beneden en naaf boven zoo te leiden, als geëischt wordt door het algemeen belang, met inachtneming van de belangen der werknemers. Evenals de staat ongegronde loonsverlagingen moet verhinderen, moet hij echter ook erop let ten, dat ongecontroleerde loonsverhoogin gen, welke het algemeen belang schaden, achterwege blgven. Dit sluit echter niet uit, dat byv. te laag gebleven loonen, ongerechtvaardigde verschillen tusschen het loonpeil in de verschillende plaatsen of tusschen de verschillende leeftijdsgroepen en dergelijke worden opgeheven. Steeds echter moet er acht op geslagen worden dat ongewenschte terugslag op het econo misch evenwicht en storingen in de prijs verhoudingen worden vermeden. Natuur lek mag daarbij ook niet worden vergeten, dat, evenals de Nederlandsche economie met die van geheel Europa nauw vervloch ten is en vervlochten zal blijven, ook de loonen en salarissen in dit algemeen kader moéten passen. Terwijl de verordening aan den eenen kant het principe aanhoudt, dat de. C.A.O. wordt gesloten door werkgevers en werk nemersorganisaties, legt zij aan den ande ren kant de grondslagen voor de juridische mogelijkheid de loonen en salarissen en an dere arbeidsvoorwaarden ook dan voor hee- le bedrijfsgroepen te regelen, wanneer dit ter bescherming van de bedrijfsgenooten noodig blijkt, doch een C.A.O. niet tot stand komt of bfl gebrek aan wettelijke grondslag niet kan worden gesloten. De staat kan in dergelijke gevallen op eigen initiatief en eigen gezag bindende rege lingen treffen en wel voor heele bedrijven, voor afzonderlijkeondernemingen en voor afzonderlijke arbeidsverhoudingen. Uitdruk kelijk is echter de bepaling opgenomen, dat de regeling van staatswege geëischt moet zijn door het belang van de be scherming der werkenden. De staat grijpt dus in, wanneer gerechtvaardigde belangen van de wernemers zijn bescherming noodig hebben. De taak van den rijksbemiddelaar. Tot het verleenen van de in de verorde ning voorgeschreven vergunning zijn op grond van een uitvoeringsbesluit van den secretaris-generaal van het departement van sociale zaken de rijksbemiddelaars bevoegd. Deze autoriteiten zijn tevens belast met de regeling van loons- en ar beidsvoorwaarden buiten het kader van de C.A.O. De aangeslotenen bij een C.A.O. alsmede iedere werkgever en werknemer kunnën zoodoende zich in de toekomst voor alle kwesties van loon, salaris en andere arbeidsvoorwaarden tot deze in stanties wenden. Speciale richtlijnen van den secretaris-generaal voor de rijksbemid delaars verzekeren de unifonne toepassing van de verordening. Nadere mededeelingen hieromtrent zullen later' nog worden gepu bliceerd. Bij de verregaande inschakeling van de rijksbemiddelaars bij de totstandkoming van de loon- en andere arbeidsvoorwaar den was het consequent, aan dezen ook de tot nu toe aan den secretaris-generaal voorbehouden bevoegdheden tot verbindend en onverbindendverklaring van collectieve arbeidsovereenkomsten over te dragen. De rijksbemiddelaars worden daardoor dragers van een hoogst verantwoordelijke en voor het openbare leven hoogst belang rijke taak. Kortweg gezegd drukt op hen de zorg voor de verzekerine van den ar- beidsvrede. De verordening is tezamen met de ver ordening omtrent het verbod van verlaging van loonen en salarissen geëigend, de noo- dige rust en orde in het arbeidsleven te brengen. De economische ontwikkeling en de veranderingen in het prijsniveau heb ben ook op het gebied der loonen in den laatsten tijd een zekere be weging teweeg gebracht. De verorde ningen scheppen de vereischte juridische basis voor de maatreglen, welke genomen moeten worden om, met inachtneming van de sociale belangen van de werknemers het evenwicht tusschen loonen en prijzen te doen ontstaan en daarmede storingen in het economische en openbare leven te voorkomen. DE DISTRIBUTIE VAN VASTE BRANDSTOFFEN. Geldigheidsduur verlengd tot 14 December, De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart maakt het volgende bekend. In verband met het' feit, dat reeds 1/3 gedeelte van de bonnen op. de vaste brand- stoffenkaarten is aangewezen voor het koo- pen van brandstoffen, terwijl in den regel na 31 December nog ongeveer 65 van de brandstoffenbehoefte gedurenpe een stookseizoen wordt verbruikt, is besloten den geldigheidsduur van de thans reeds aangewezen bonnen en. toewijzingen voor de 2e periode te verlengen tot en met 14 December 1940. Derhalve geven gedurende het tijdvak van 1 November 1940 tot en met 14 De cember 194.0 de met 04, 05, 06 en 07 ge merkte bonnen van de „bonnenkaart dis tributie vaste brandstoffen, haarden, kachels", alsmede de met 07, 08, 09, 10, 11, 12, 13 en 14 gemérkte-bonnen van de „bon nenkaart distributie. vaste brandstoffen centrale verwarming" en voorts de met „brandstoffen, één eenheid tweede periode" en de met „cokes, één. eenheid, tweede pe riode"., gemerkte bonnen, elk recht op het koopen van één eenheid vaste brandstoffen. De geldigheidsduur der met „brandstof fen" of „cokes" gemerkte toewijzingen, welke tot 14 December 1940 of een vroege- ren, mits na 14 Nov. 1940 gelegen da tum xvaren geldig verklaard, is eveneens verlengd tot en met 14 December 1940. Voorts wordt aangeraden, de bonnen, welke thans geldig zgn, voor den verval dag, dat wil zeggen vóór 14 December a.s., bjj de kolenhandelaren in te leveren, ook in dien op deze bonnen- niet aanstonds brand stoffen kunnen wof-^n afgeleverd. Deze aflevering zal dan later alsnog kunnen plaats vinden. Amerika leent TsjoengMng 100 millioen dollar. Roosevelt heeft bekend gemaakt, dat de V. S. aan de regeering te Tsjoengking een nieuwe leening ten bedrage van 100 mil lioen dollar zal toestaan. Hiervan zijn 50 millioen door de import- en exportbank „voor algemeene doeleinden" ter beschik king gesteld. De overige 50 millioen moe ten dienen tot steun van de Chineesehe valuta en zijn afkomstig uit het stabilisa tiefonds van het ministerie van financiën, dat over 2 millard dollar beschikt. De mi nister van Financiën, Morgenthau, zal van daag het plan tot steun,, aan de Chineesehe valuta bekend maken aan de bank- en valutacommissie van het Congres. De 50 millioen dollar van den import- en expoi 'bank zullen, naar vernomen wordt, op de rekening voor aankoop van voor den oorlog belangrijke metalen in China ge plaatst worden. Het Witte Huis heeft voorts, naar het D.N.B. verneemt een brief gepubliceerd van den directeur der federale leeningen, Jones, aan Roosevelt. Deze behelst een plan voor rneuwe metaalaankoopen der Amerikaansche regeering in China. Het plan omvat opslag van Wolfram, antimo nium en tin van Chineesehe herkomst met een totale waarde van 60 millioen dollar. De levering moet zoo luidt de brief „binnen de eerstvolgende jaren" geschie den. Noodstallen in de weide. Door het hoofdbestuur der Nederlandsche Vereeniging tot bescherming van dieren is "aan alle burgemeesters in Nederland een schrijven gericht, waarin o.m. het volgende wordt gezegd Nu èr door het tekort aan stalvoeder groote kans bestaat, dat het vee dit jaar langer buiten zal moeten blijven dan an dere jaren, zouden wij met aandrang uw medewerking willen verzoeken om dezen toestand voor Öe dieren zoo min mogelijk nadeelig te doen zijn. In het algemeen gesproken behoeft het verblijf in de weide, zelfs bij strenge koude, voor jonge paarden, jonge runderen, scha pen e.d. geen kwelling te beteekenen. Onze vereeniging heeft zich evenwel steeds op het standpunt gesteld, dat niettemin voor een behoorlijke beschutting tegen regen, sneeuw en natte koude behoort te worden gezorgd. De omstandigheden dreigen in den ko menden winter moeilijker te worden dan andere jaren en daarom achten wij ons ver plicht met te meer klem aan deze eischen vast te houden. In verband met het vorenstaande wen den wg ons tot UEdelachtbare met het vriendelijk 'verzoek, het tot stand komen te bevorderen van maatregelen, waarbij het hebben van noodstallen ter beschutting van het vee in de wei verplicht wordt gesteld. De stagnatie in de vleeschvoorziening. NIET NOODIG, WANNEER DE VEEHOUDERS MEDEWERKEN, Een oproep van de landbouw organisaties. Het A.N.P. ontving een reeds eenige dagen geleden opgestelde oproep van de drie centrale landbouworganisaties, welke als volgt luidt De besturen der drie centrale landbouw organisaties wenden zich langs dezen weg tot de vèehouders in Nederland en dringen er bg hen op aan, om in het frelang van de regelmatige vleeschvoorziening van het Nederlandsche volk, den aanvoer van slachtvee voor de binnenlandsche consump tie op de normale wijze voort te zetten. Al is het een jaarlijks terugkeerend ver schijnsel, dat in het begin van den staltijd de afzet van slachtvee tijdelijk vermindert, thans is gebleken, dat het aanbod daarvan zoo sterk teruggaat, dat de vleeschvoor ziening van de bevolking, op een wijze zoo als die gewenscht wordt en gelet op de omstandigheden ook mogelijk ,zou zijn, in gevaar dreigt te worden gebracht. De centrale landbouworganisaties zijn van meening, dat verstoring van de regel matige vleeschvoorziening niet behoeft voor te komen indien de veehouders daar toe hun medewerking verleenen. Weliswaar kan het aanhouden van vee in bepaalde gevallen wenschelijk zijn met liet oog op het bedrijfsbelang, maar er moge op gewezen worden, dat er mede rekening dient te worden gé- houden, dat de ongunstige veevoeder positie aanleiding kan zijn, dat niet allo dieren, die de veehouders zouden wenschen aan te houden, in zoodanige conditie gebracht of gehouden kunnen worden, dat zij -zoowel voor het bedrijf als voor de vleeschvoorziening de hoog ste waarde vertegenwoordigen. Het zal dan, zoowel in het algemeen als in het veehoudersbelang, beter zijn een deel van die dieren eerder op te ruimen. De centrale landbouworganisaties ver trouwen, dat de veehouders aan dezen op roep gehoor zullen geven. Zg" dienen daar mede ook hun eigen belang, omdat dan voorkomen kan worden, dat de overheid noodgedwongen ingrijpt en tot vordering van slachtvee overgaat, hetgeen onafwend baar vele moeilijkbeden en onaangenaam heden voor de veehouders met zich mede brengt. Er moge in verband hiermede aan herinnerd worden, dat blijkens eeri officieel persbericht, indien onverhoopt toch tot verplichte levering van rundvee zou moe ten worden overgegaan, er ciaarbg reke ning gehouden zal worden met de runde ren, welke van 25 November jl. af zijn ge leverd. Etalageverlichting ook overdag verboden. IN BIJZONDERE GEVALLEN KAN ONTHEFFING WORDEN VERLEEND. De rijksinspectie voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen heeft de volgende voorschriften betreffende de verlichting met kunstlicht van uitstal kasten en daarmede gelijk te stellen ruim ten voor de periode tusschen. zonsopgang en zonsondergang uitgevaardigd: Ontheffing van het verbod om bij dag (tusschen zonsopgang en zonsondergang) in uitstalkasten verlichting ontstoken te hebben kan slechts door den burgemeester worden verleend in die gevallen, waar in de uitstalkasten aanwezige voorwerpen bij helder daglicht niet te onderscheiden zijn, zooals bijv. bij winkels in donkere over dekte passages en diepe donkere portieken het geval kan zijn. Winkels en bedrijven welker uitstal kasten aan open straten of pleinen liggen komen voor een dergelijke ontheffing niet in aanmerking. Slechts indièn zulks met inachtneming van bovenstaande voor waarden gerechtvaardigd is te achten kan een naar de straatzijde afgeschermde ver lichting met kunstlicht, welke overigens geheel voldoet aan de in punt 3 nader omschreven eischen, worden toegelaten in dat gedeelte der uitstalkast daarmede gelijk te stellen ruimte, welke ten minste 6 meter binnen de rooilijn gelegen is. Ontheffing van meerbedoeld verbod kan slechts worden verleend met inachtneming der volgende voorwaarden: a. De toegepaste lichtbronnen en arma turen mogen geen directlicht buiten het gebouw werpen en moeten naar buiten zijn afgeschermd. b. Het totaal aantal decalumen van de voor de verlichting te gebruiken lampen mag niet meer bedragen dan 15 maal het grondoppervlak (in vierkante meters), van de uitstalkast. c. De verlichting van de uitstalkast mag niet zoo onregelmatig zijn, dat plaat selijk een te groote verlichtingssterkte van het grondvlak ontstaat (maximum waarde 200 lux. ook overigens mag de verlichting uit een oogpunt van de luchtbescherming geen gebreken vertoonen. d. De verlichting mr l worden gedoofd wanneer de winkel gesloten wordt en in elk geval bij zonsondergang, terwijl onmid dellijke dooving moet plaats vinden bij luchtalarm. De verleende ontheffing kan onmiddellijk worden ingetrokken, zoodra mocht blijken, dat de aan deze ontheffing verbonden voor waarden worden overtreden, dan wel de al gemeen geldende verduisteringsvoorschrif ten onvoldoende worden nageleefd. Het vervreemden van landbouwgronden. REGELING VAN PRINCIPIEELE BETEEKENIS IN HET ECONOMISCHE EN V0LKSCHE LEVEN. EEN TOELICHTING VAN BEVOEGDE ZIJDE. Van bevoegde zijde werd het A.N.P. het volgende commentaar verstrekt op het be sluit van de secretarissen-generaal van de departementen van landbouw en visscherij van financiën en van justitie, houdende re gelen met betrekking tot het vervreem den van landbouwgronden, waarvan men den tekst elders in dit blad kan aantref fen. In de laatste maanden is in het geheele land een gestadige stijging van de prijzen van landbouwgronden op te merken, dat niet in overeenstemming is te brengen met de echte, op de behoeften van de geheele volksgemeenschap afgestemde productie capaciteit van c'cn landbouwgrond. De omzetten en belangrijke prijsverschuivin- gen op de markt van landbouwgronden hebben 'n bijzondere beteekenis, want de nationale bodem is niet zoo maar een koopwaar, doch de grondslag voor 'n ge zonden landbouw en daarmede ook het uitgangspunt voor een gezond volksleven. Op grond van dit inzicht heeft de Rjjks- commissaris voor het bezette Nederland sche gebied die de heele ontwikkeling met bijzondere aandacht heeft gevolgd, gerui- men tijd geleden opdracht gegeven, het verkeer met landbouwgronden te regelen. Het jioel van de dientegevolge uitgevaar diode verordening is daarin gelegen, dat voor de eerste maal in Nederland de 2and bouwgrond aari een regeling wordt onder worpen, die met zijn principieele beteeke nis in liet economische en volksche leven overeenkomt. Daardoor beteekent deze verordening ook een verwerkelijlcing van inzichten zooals zij reeds Vroeger in andere kringen, in de eerste plaats in de kringen van de N.S.B. en van het Agrarische Front, waar men de hooge beteekenis van het boerenland reeds lang had ingezien, steeds naar voren zijn gebracht. Om haar doel te bereiken onderwerpt de verordening iedere eigendomsverande ring van een stuk landbouwgrond, welke naar aanleiding van een verkoop, een ruil of een schenking of wegens executie of een andere openbare verkoop geschiedt, aan een vergunning. De eigendomsoverdracht wordt slechts dan goedgekeurd, als de tegenprestatie, gelet op alle andere voorwaarden, 't prijs niveau van het jaar 1939 niet overschrijdt en als de vérkrijger een zelf-verbouwende boer is bovendien mogen door de eigen- domsverandëring de algemeene en bijzon dere belangen van den landbouw niet ge schaad worden. Vooral echter en daarin is de groote beteekenis van de verorde ning voor de toekomst gelegen zijn principieel nlet-boeren van de verkrijging van den grond uitgesloten. In een land als Nederland met een bijzonder groote en ge zonde boerenbevolking moet het verkrij gen van land tegen gepaste en met de op brengstmógelijkheden overeenkomende prijzen den boeren zelf voorbehouden blij ven. Ook de on-economische verbrokkeling van bedrgven door verkoopingen van vi tale perceelen, kan door deze verordening worden verhinderd, \tfant door zulke ge deeltelijke verkoopen worden de algemeene belangen van den landbouw en de bijzon dere belangen van het betrokken bedrijf benadeeld. Ofschoon juist in den begintijd aan een strenge uitvoering van de verordening waarde moet worden gehecht, is toch een al te starre uitvoering bg dé groote scha keeringen der toestanden niet in het alge meen belang. Daarom is in de verordening de mogelijkheid geschapen, dat in afzon derlijke gevallen van bijzonderen aard door den secretaris-generaal van het de partement van Landbouw en Visscherij uitzonderingen kunnen worden toegestaan. Een bijzonder voordeel van de verorde ning is daarin gelegen, dat de nieuwe re geling van het verkeer in landbouwgron den kan worden uitgevoerd, zonder dat een nieuw bestuursapparaat in het leven behoeft te worden geroepen. Als de instan ties, die voor elke eigendomsoverdracht van landbouwgronden vergunning moeten verleenen zijn de pachtbureaux aangewe zen, welke door de pachtwet zijn erkend en die, samengesteld uit rechtsgeleerden en landbouwdeskundigen, reeds twee jaren ervaring hebben met de behandeling van pachtovereenkomsten. De pachtbureaux zullen op grond van de hierbij opgedane ervaring zeker in staat zijn de prijzen voor de verschillende landbouwgronden te bepalen, prijzen, welke aan een bekwa men boer veroorloven met het verkregen stuk land een redelijk bestaan te venver ven. Naast dj pachtbureaux zijn slechts nog de notarissen ingeschakeld, die moe ten vaststellen of men met een stuk land bouwgrond, dat aan *e verordening is on derworpen, te doen heeft of niet, en die verklaringen moeten afleggen, voor Set geval men met eigendomsoverdracht van landbouwgrond te doen heeft, omtrent de verleende vergunning van het pachtbu reau. Slechts wanneer een notaris zulk een verklaring heeft verstrekt, kan de over schrijving van de eigendomsoverdracht in de openbare registers plaats vinden. Om iedere ontduiking van de verordening tegen te gaan, zijn ook de strafbepalingen opgenomen en voorts de bepaling, dat landbouwgronden, die tegen het bestaande verbod of zonder vergunning worden over gedragen, in beslag genouaen kunnen worden. Ongetwijfeld kan verwacht wor den, dat de pachtbureaux, wanneer zij eenigen tijd als vergunningsinstanties voor het verkeer in landbouwgronden werk zaam zjjn geweest, een nieuwe ordening op de markt van het landelijk grondbezit hebben geschapen. Zij zullen dan. met be vrediging kunnen zeggen dat mede door hunne werkzaamheid de Nederlandsche boerenstand in moeilijke tijden gezond ge houden is De Amerikaansche hulp aan Griekenland. In verband met de benoeming van den onderstaatssecretaris van het departement van financiën, Young, wordt, naar het D. N.B. meldt, te Washington verklaard, dat Amerika's houding het vraagstuk van eventueelen steun aan Griekenland door middel van leveranties afhangt van de mate, waarin Engeland en de Vereenigde Staten zelf afstand kunnen doen van de prioriteit. Een directeur van het perswezen. De heer N. Oosterbaan benoemd. Bg besluit van den secretaris-generaal van het departement van volksvoorlichting en kunsten is met ingang van 1 December 1940 benoemd tot directeur van het pers wezen de heer N. Oosterbaan te 's-Gra- venhage,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 1