WAT NU? Derde Blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 30 November 1940 Financieel Economisch Overzicht Handel in Duitsche fondsen nog niet hervat. Ondanks de geblokkeerde markenbelasting. Terughoudende stemming ter beurze. Verleden week hebben wij reeds de ver wachting uitgesproken, dat er nog een toelichting zou volgen op de toepassing van de z.g. geblokkeerde mavkenbelasting. Wij brengen in herinnering, dat deze be lasting wordt geheven van hen, die Duit sche fondsen naar Duitschland verkoopen en de opbrengst daarvan naar Nederland doen overmaken. Zooals men weet be draagt deze belasting tot einde 1941 70 het daarop volgende jaar 60 in 1943 40 en in 1944 20%. Daarna zullen der gelijke verkoopen geheel vrij zijn. De eigen lijke opzet van deze belasting is om de omvangrijke aankoopen van Duitsche fond sen in Nederland voor Duitsche rekening te remmen, omdat als gevolg van de vor deringen, die wij op deze wijze op Duitsch land kregen, de clearing in te sterke mate wordt belast. De Ver, v. d. Effectenhandel heeft, omdat een verkooper nooit de ze kerheid kan hebben of de kooper van zijn fonds wellicht 'n Duitschers is, de bepaling gemaakt, dat de ltoopers (dat zijn dus in dit g.val Nederlandsche firma's), die de orders uitvoeren een garantie moeten ver strekken, dat zr| de belasting, die de ver kooper eventueel zou moeten betalen voor hun rekening nemen. De koopers toonden zich hiertoe evenwel niet bereid en het gevolg, was toen, dat de handel volkomen stagneerde. De verwachte uiteenzetting is thans af gekomen en er is nog eens uitdrukkelijk gezegd, dat indien de handel plaats vindt tusschen ingezetenen en de kooper de order uitvoert voor rekening van een ingezetene geen belasting verschuldigd zal zijn. Men zou nu denken, dat alle onzekerheid hier mede zou zijn opgeheven. Het blijkt ech ter, dat ook daarna geen noteeringen in Duitsche fondsen zijn tot stand gekomen. De reden daarvan is" voornamelijk wel deze, dat de voorafgaande koersstijging vrijwel uitsluitend het gevolg is geweest van Duitsche aankoopen. Zonder deze aankoo pen zouden de koersen veel lager zijn ge weest. Nu spreekt het vanzelf, dat een Nederlandsche firma of bank die een koop order voor Duitsche rekening in Duitsche fondsen heeft uit te voeren, van den prijs, die de Duitsche kooper wenscht te betalen het bedrag van de belasting zal aftrekken, omdat hij deze belastingplicht van den ver kooper moet overnemen. De prijs, die hij dus op de beurs voor zulke fondsen zal besteden, zal aanzienlijk lager zijn dan de Duitsche kooper wil betalen. De geheele zaak zou er dus op neer komen, dat tengevolge van de getroffen maatregelen hot prijsniveau voor Duitsche fondsen aanzienlijk is verlaagd. Men had gemeend, dat de kortelings gepubliceerde Duitsche verordening betref fende de verruiming van het betalingsver keer, waarbg aan koopen van goederen en effecten voor Duitsche rekening zonder toestemming van het Duitsche Deviezen- instituut konden plaats vinden tot een maximum van Mk. 5000 per persoon per maand, tot een verdere verlevendiging van de Duitsche vraag naar Nederlandsche aandeelen zou leiden. Dit is evenwel niet het geval geweest en integendeel schijnt deze vraag meer en meer naar den ach tergrond gedrongen. De oorzaak is waar schijnlijk deze, dat, naar ons thans biykt, nog steeds de toestemming van het Ne derlandsche Deviezeninstituut noodig is. Deze heeft het dus vrijwel in de hand om deze aankoopen naar wenschelgkheid te remmen, waarschijnlijk ook al weer op grond van den wensch om het tekort op de clearing niet onnoodig verder te doen stijgen. Het gevolg hiebvan Is dus geweest, dat er vrijwel niet meer van een kooplust voor Duitsche rekening kan worden gesproken, terwijl ook het Nederlandsche publiek don laatsten tijd minder gedisponeerd schijnt om op de verhoogde koersen te blijven koo pen. Er behoeft nauwelijks aan te worden getwijfeld, dat de voorafgaande sterke koersverheffing van aandeelen voor een goed deel is veroorzaakt door de ver wachting, dat in een meer verwijderde toe komst aan den gulden niet meer ,-e vroe gere waarde zal kunnen worden toegekend. Wö" hebr-m deze opvatting reeds eenige malen bestreden in zooverre, dat althans voor het oogenblik geen positieve aanwij zing bestaat voor een lagere waardeering van den gulden. En mocht dan de koop kracht van ons geld tengevolge van de algemeene prijsstijging van de goederen biyvend op een lager niveau komen, dan zou men zich hiertegen toch door het koo pen van aandeelen alleen dan kunnen wa penen, indien er redelijke grond bestaat te verwachten, dat ook de dividenduitkee- ring op de aandeelen niet' onbelangryk zou stijgen. Zooals wg al meer hebben ge schreven is dit niet het geval. Over het algemeen is men dan ook in financieele kringen tot een meer gematigde zienswijze gekomen, zoodat er van een koortsachtige speculatie op grond van monetaire over wegingen niet meer kan worden gespro ken. Èr bestond in de afgeloopen week in tegendeel een vrij sterke terughouding, die ook tot gevolg heeft gehad, dat het agio voor Amerikaansche waarden vergeleken met de New Yorksche koersen is inge krompen. Maar indien men de Amsterdam- sche koersen vergelijkt met die in New York dan komt het er toch op nfeer, dat hier voor den dollar een belangrijk hooge- ren prijs wordt betaald dan den ouden wisselkoers van 1.88%, die zooals men weet, officieel is gehandhaafd en die ook als maatstaf dient voor betalingen, die met toestemming van het Deviezeninstituut van Nederland naar Amerika plaats vin den. De prijs, die op deze wyze voor den dollar wordt besteed varieert naar de ver schillende fondsen vrij sterk, maar mee- rendeels beweegt deze waarde zich tus schen 2.20 2.50. Men is ter beurze intusschen min of meer teleurgesteld door het verloop van de New Yorksche beurs. Men had ver wacht, dat de enorme bedrijvigheid, die de uitvoering van het bewapeningsprogram heeft te weeg gebracht op den duur tot een sterke koopbeweging voor aandeelen zou moeten leiden. Zulks temeer, omdat de mogelijkheid van een inflatie in Amerika, zulks op grond van de financiering van het bewapeningsprogram niet mag worden onderschat. De opvatting bestaat, dat het voteeren van uitgaven tot oen bedrag van 13 milliard door het Congres slechts als een begin moet worden beschouwd en dat bin nen enkele jaren de totale schuld vnn de Federale regeering met nog eens 5 mil liard zal zijn gestegen, dat beteekent' een vermeerdering van de jaarlijksche rente last van ruim 5 3 milliard, die door be lastingen zullen moeten worden opgebracht. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop in de afgeloopen week: 4 Nederland 1940 96-%, 96%. SNed. ïndië 1937 A. 82%, 83%. Unilever 128%, 132%, 131%. Philips 194, 204. Beth. Steel 78%, 82%, 80, 80%. U.S. Steel 64%, 68%, 66, 67%. Kon. Petroleum 256, 253, 270.- A'dam Rubber 258, 257. 266, 272. Serbadjadi 126, 124, 129. Ned. Schcepv. Unie 162, 161%, 166%, 167%. H.V.A. 424, 418, 437, 433, 437. Deli Batavia Mij. 180, 177, 3 89, 191%. Senembah 193, 204, 199, 200. Huldiging van moedige zeelieden. De XJmuidensche zeelieden G. Zwart en D. Groeneveld zijn door de hoogste Duit sche autoriteiten in ons land op sympa thieke wijze te Scheveningen gehuldigd. Eigen veiligheid voorbijziende hebben zij koelbloedig hun krachten gegeven om menschenlevens te redden en dit is dank zg hun offervaardigheid gelukt. Namens Rykscommissaris, Rijksminister Seyss-ïn- quai-t werd hen byzondere fraaie zilveren horlog s, waarin als inscriptie de naam van den oppersten Duitschen leider in Ne derland voorkomt, overhandigd. Vervolgens werd een diner aangeboden, waar verschei dene Duitsche autoriteiten met de dappere zeelieden aanzaten. De heldendaad. In den namiddag van 23 October, bericht te een Duitsch onderofficier, dat er een schip in nood verkeerde, De Z.R.D. 50 voer uit onder kapitein Bilderbeek. Men kon de ln nood verkeerende boot tot op een twee- honderdvijftig meter benaderen. Nu moest er een verbinding tot stand gebracht wor den tusschen de twee schuiten. De kapitein overlegde kalm en rustig met zijn mannen. Matroos Zwart sprak „Pak .een stuk touw". Intusschen ontdeed hij zich van zijn zware kleeren en verwisselde ze voor een badpak. Niemand zei iets. Ieder begreep den ernst van deze oogenbliltken. Hij nam het touw tusschen de tanden. Het andere einde bielden zijn kameraden vast. Hij sprong in zee. Het gevecht met de golven begon. Zyn toestand was zeer ge vaarlijk. Het touw was droog en er stond een bijzonder sterke stroom. Deze nam de drgvende lijn mee. Er kwam een boog in. De mannen op de boot lieten de lijn gelei- deiyic vieren. En de boog werd grooter. Met al zyn krachten moest Zwart zwem men. De stroom trok hem mee. Het zag er slecht uit. „Kom terug schreeuwde de kapitein. Maar hy Weid vol en vorderde zoowaar. Tenslotte had hij het doel be reikt Hij klampte zich vast aan het schip. Het touw nog steeds stevig in zijn mond. De schipbreukelingen waren hun ont roering niet langer meestei'. Met volle over gave hadden zij meegeleefd met den stout moedige, die bij een feilen Oostenwind voor hen zijn leven waagde. Zij drukten Zwart de hand, maar deze bemerkte het al baast niet meer. Hij was volkomen uit geput De opvarenden van het verongelukte schip, elf mannen in totaal, werden aan boord van de Z.R.D. 50 gebracht. Zg kre gen warme koffie met cognac en dat deed hun goed. Zij wilden aan hun dankbaarheid „lucht" geven, maar dat ging niet. Woor den konden hun gevoelens niet vertolken. Zwart is bijna drie uren op het gestrande schip gebleven, in badpak, in de felle kou de. Toen was hij eindelijk weer in staat, aan boord van zgn eigen boot te gaan. INBRAAK IN EEN PASTORIE. Gisternacht hebben ongewenschte bezoe kers een bezoek gebracht aan de pastorie van de R.K. kerk O.L.V. ter Eom te Amersfoort. Vermoedelgk hebben do da ders zich laten insluiten, hoewel het ook mogelijk Is, dat zij over een muur zijn ge klommen. De geheele pastorie Is doorzocht, uit een kast is een bedrag van eenige hon derden guldens ontvreemd, AANSLUITING BIJ EEN BINNENV AART-CENTRALE. Blijkens het nieuwe reglement houdende nadere bepalingen van het besluit van den secretaris-generaal van het departement van waterstaat, betreffende de internatio nale binnenvaart, moeten eigenaren van 1 t.m. 3 schepen voor de internationale bin nenvaart zich aansluiten bij de stichting Nederlandsche particuliere Rijnvaart-cen trale, eigenaren van meèr dan 8 schepen bij de Vereeniging centraal bureau voor de Rijn- en binnenvaart en eigenaren van 4 t.m, 8 schepen al naar nun vervoer- nomische functie bij een van beide organi saties. TWEE DOODEN BIJ TREINBOTSING IN ROEMENIË. Uit Boekarest meldt het D.N.B. dat te Chitila bij Boekarest tengevolge van verkeerden wisselstand twee treinen op elkaar zijn gereden. Twee menschen zgn om het leven gekomen, tien gewond. BULGAARSCHE SIGARETTEN VOOR DUITSCHE SOLDATEN. De bond van Bulgaarsche tabakshandela ren heeft 3.680 kg. sigaretten als geschenk voor Duitsche soldaten beschikbaar gesteld. De minister van financiën heeft in de Sobranje een wetsontwerp ingediend, ten einde deze sigaretten vrij van rechten te kunnen uitvoeren. De legerberichten van gisteren. HET DUITSCHE. Het opperbevel van de Duitsche weer macht deelt mede: Duitsche torpedojagers drongen door in den Westelijken uitgang van het Kanaal tot dicht onder de Engelsche kust. Hierbg ontstond een gevecht met Engelsche tor pedojagers. Het gelukte twee vijandelijke torpedojagers te torpedeeren. Andere Duitsche torpedojagers brachten aan de Zuidkust van Engeland twee schepen van 9000 en 13.000 b.r.t. 6n twee andere kleine vyandelijke vaartuigen tot zinken. Het luchtwapen zette in den nacht van 27 op 28 November en in den loop van 28 November zijn vergeldingsaanvallen op voor den oorlog belangrijke doelen in het stadsgebied van Londen voort. Nieuwe branden en hevige ontploffingen werden waargenomen. Sterke afdeelingen deden in den nacht van 27 op 28 November, zooals reeds gemeld, een concentrischen aanval op Plymouth en op de haveninstal laties van deze stad en veroorzaakten ver scheidene hevige ontploffingen, alsmede groote en kleine branden. Bovendien wer den spoorweg- en industrieele installaties van een andere groote stad in Schotland doeltreffend met bommen bestookt. Vèrdragend geschut van het leger en de marine beschoten ook Donderdag vijandelijke schepen en andere doelen in het gebied van Dover. In den nacht van 28 op 29 November wierpen verscheidene Britsche vliegtuigen in Noord- en West- Duitschland dynamiet- en brandbommen neer. Aan eenige huizen werd aanzienlgke schade toegebracht. Zolderbranden kon den snel gebluscht worden. De verliezen van den vijand bedroegen Donderdag in totaal 13 vliegtuigen, waar van 11 in luchtgevechten en twee door de luchtdoelartillerie en artillerie van de marine. Vier eigen vliegtuigen worden vermist. HET ITALIAANSCHE. In zijn weermachtsbericht no. 175 maakt het Jtaiiaansche hoofdkwartier het volgende bekend: Aan het Grieksche front hebben Don derdag de divisies Ferrara, Siena en Cen- tauro van het lefde leger tegenaanvallen ondernomen en elke aanvalspoging van den vijand verijdeld. Aan het front van het negende leger valt niets bijzonders te vermelden. Ongeveer 300 vliegtuigen van onze formaties bombardeerden centra en wegen, waarbij zg hun doelen herhaalde malen raakten, vooral in de zones van Erseke en Sopiki. Er ontstonden ontplof fingen en branden. Te Erseke werd een benzlne-opslag- plaats met machinegeweervuur beschoten en geraakte in brand. Tijdens luchtge vechten werden vier vijandelijke jachttoe- stellen neergehaald. Twee van onze ma chines zijn niet teruggekeerd. Aan het front van het negende léger haalde onze luchtdoelartillerie twee vliegtuigen bran dend omlaag. Een ander bombardements vliegtuig deed een landing in de bedding van "de rivier Devoli, De uit 'h officier en twee onderofficieren bestaande bemanning werd gevangen genomen.Andere luchtfor- maties bombardeerden doelen op Korfoe. Op den ochtend van 28 November heb ben onze vlooteenheden de militaire wer ken van de basis Korfoe aan een lang durig bombardement van korten afstand onderworpen. Met duidelijk vernietigend resultaat werden getroffen: de battergen van San Salvatore, San Stefano, Cultura en Roda, de verdedigingswerken en de ka zerne van Sidari, het radiostation van Tig- nola en de ligplaats van patrouilleschepen. De reactie van den vijand was wanorde lijk en zonder effect. Onze eenheden leden in het geheel geen schade. In de omgeving van Malta deden onze luchtformaties een aanval op eefi vijan delijke vlootformatie. Een groot oorlogs schip werd midscheeps getroffen door een bom van zwaar kaliber. Er ontstonden hevige gevechten tusschen onze bommen werpers, vergezeld door jagers, en de vg- andelijke jachttoestellen. Vijf vijandelijke machines werden neergehaald en vier wer den zwaar beschadigd. Een van onze toe stellen is niet teruggekeerd. Des nachts bombardeerden onze vliegtuigen de haven la Valletta (Malta). In Oost-Afrika deed de vijand luchtaan vallen op Tessenei, doch zonder eenig ge volg, alsmede op Ei Oeak, waarbij twee personen gewond werden en op Comar (Metemma) waarbij twee inlanders ge- Rechtszaken Overrtredingen uitgaansverbod en legitimatieplicht. Ter terechtzitting van het kantongerecht te Eindhoven van 27 November jl. I'ó een persoon veroordeeld wegens het zich tus schen 24 uur en 4 uur in de openlucht op houden, waarbij een boete van 10 is op- Op deze zitting is verder ook een persoon veroordeeld wegens het niet kunnen toonen van een identiteitsbewijs. Hij kreeg j; 5 boete. Voor het kantongerecht te Tilburg zgn 26 November jl. acht personen veroordeeld wegens het zich tusschen 24 uur en 4 uur in de openbare lucht ophouden. Deze personen werden o.a. veroordeeld tot boeten varieerende van 5 tot 15. Negen personen werden op deze zitting veroordeeld wegens overtreding van de identificatieplicht. Zij werden veroordeeld tot boeten van 2 en van 3. Ter terechtzitting van het kantongerecht te 's-Hertogenbosch van 25 November en 27 November zgn 12 personen veroordeeld wegens het niet kunnen toonen van een identiteitsbewijs. De boeten varieerden van 1 tot 15. Bovendien zijn op de zitting van 25 No vember jl, voor dit kantongerecht vijf per sonen veroordeeld wegens het zich tus schen 24 uur en 4 uur in de openlucht op houden. Deze personen werden veroordeeld tot boeten varieerende van 10 tot 25. LASTERING DER DUITSCHE WEERMACHT. VROUW GESTRAFT. Een Duitsch krijgsgerecht heeft een Ne derlander uit Amsterdam gestraft wegens lastering der Duitsche weermacht. Het be trof hier een vrouw, die de lasterlijke be wering had verspreid, dat een Engelscli bombardement van Amsterdam in werke lijkheid door Duitsche vliegers V7as ge schied. Het vonnis luidde 6 weken gevan genisstraf. De Straf is alleen wegens den hoogen ouderdom van de verdachte zoo bij zonder mild uitgevallen. NOODLOTTIGE AANRIJDING. Koopman uit 's Heerenhoek veroordeeld. De arr.-rechtbank te Breda deed uit spraak in een zaak tegen den 33-jarigen koopman J. M. uit 's-Heerenhoek, die op 5 Augustus jl., toen hij op den rijksweg van Moerdijk naar Breda, onder de gemeente Terheyden een voor hem rijdende auto passeerde, een tegenligger te laat opmerk te, waardoor hij met zijn auto met laatst- bedoelden wagen in aanraking kwam, met het gevolg dat hij met zgn auto tegen een langs dien weg staanden boom botste. Hierbij werd verdachte ernstig, hoewel niet levensgevaarlijk gewond, doch twee der 3 inzittenden liepen hierbij zulke ernstige verwondingen op, dat zij korten tijd later overleden, terwijl de derde ook ernstig Verwond werd, doch gelukkig herstelde. Omdat dit ongeluk aan verdachte's on voorzichtigheid te wijten zou zijn geweest, eischte de officier van justitie 14 Novem ber jl." tegen den koopman 2 maanden hech tenis met 1 jaar intrekking van Zijn rij bewijs. De rechtbank gisteren uitspraak doen de, veroordeelde verdachte tot een boete van 50 subs. 20 dagen hechtenis met 1 jaar intrekking van zijn rijbewijs, beide straffen onvoorwaardelijk en voorts tot 2 maanden hechtenis voorwaardelijk met 2 jaar proeftijd. POLITIERECHTER TE MIDDELBURG. W. S., 48 jaar, kruidenier IJzendijke, wegens op 11 October pogen tot verboden uitvoer te IJzendijke: 18 bollen kaas en 1 blik biskwie. Eisch en uitspraak: 15 of 10 d.h. met verbeurdverklaring. wond werden en een kind den dood vond. Een van onze duikbooten „Marconi" bracht in den Atlantischen Oceaan een E igelsch schip met een lading van 10.000 ton tot zinken. Vijandelijke vliegtuigen probeerden de steden Brindisi en Tarente te bereiken. Ontvangen door een hevig spervuur van het luchtdoelgeschut wierpen zg brand en brisantbommen alleen in de omgeving van Brindisi, welke terecht Kwamen in het open veld of in zee. Door DENIS MACKAIL. 3) Puxley Zonen en Bimberton hebben een welbekend en zeer goed aanschre ven procureurskantoor en hun kantoor op de derde verdieping van Canterbury Hou se kan aanspraak maken, zooals slechts weinigen onder die van him confraters, op een ongewonen graad van vuilheid en ongerief. Men treedt er binnen door een deur met het opschrift „Inlichtingen" en komt dan in een kantoorruimte, waar de minder belangrijke werkzaamheden, die een onderdeel vormen van een procureurs praktijk, worden uitgevoerd. Een kleine jongen hamert op een schrijfmachine, een grootere maakt een geweldigen smeerboel met een copieerpers en een derde leest in snel tempo en met een hooge stem den inhoud van een op perkament geschreven document voor aan een kaalhoofdig ie mand op een kantoorkruk, die daarbij zijn lippen beweegt of lig een gebed pre velt, terwgl hg het opgelezene vergelijkt met een daarvan gemaakte copie. Het be hang qp de muren is een nabootsing van een onbekende houtsoort en in dat lokaal bevinden zich ook de gewone blikken ef fectentrommels en de kartonnen brief- mappen, die over verschillende planken, tafels en stoelen verdeeld zyn. Op alles, behalve den kalen schedel van den klerk, waarop het schynsel van een dag en nacht brandende gaslamp zich zacht weerspiegelt, ligt een dikke stoflaag. Deze verlichting is noodzakelgk, doordat de architect van Canterbury House blijkbaar vergeten heeft, dat ramen aan de Noord zijde van zgn schitterend bouwsel nog geen meter tusschenruimte van den muur van Bucklemongers' Hall zouden hebben. Jim's taxi had hem vlug en zeker naar dit duistere hol gebracht, en hg had on derweg met groote belangstelling verschil lende punten van de stad geïdentificeerd. Hy had voldoenden tgd tgdens zgn trans port ln de hydraulische lift, om zich nogmaals af te vragen, wat de heeron Puxley hem wel zouden hebben mede te deelen, zonder hierop een bevredigend ant woord te kunnen vinden. Hy vond zyn weg naar de deur met „Inlichtingen" en trad binnen. De jongen, die zooals gewoonlijk, een perkamenten document aan het op lezen was, hield onmiddellgk op met zijn declamatie en Jim kon hem mededeelen, dat hij verwacht werd. De jongen greep hem den brief, dien hg weer uit zgn zak had gehaald, uit zyn vingers en ver dween er mee in een aangrenzend kan toor. Jim had nauwelijks tijd gehad zich te kunnen herstellen van den schok, die het verlies van zijn brief, waardoor zyn zelfvertrouwen een gevoeligen knak had gekregen, hem had bezorgd, toen de jon gen als by een tooverslag door een andere deur weer verscheen en zich naar een vierden klerk begaf, dien hy den brief voor hield en zei: „Mgnheer Cash wil u even spreken, mijnheer." Jim was er zoo vast van overtuigd, dat hy een van de heeren Puxley of den heer Bimberton te spreken zou krijgen, niet wetende dat allen reeds jaren geleden dit leven vaarwel hadden gezegd, dat hij een oogenblik zyn mond opende om te pro- testeereh tegen het feit, dat hg met den heer Cash genoegen moest nemen; doch voor hij iets had kunnen zeggen, had de jongen" hem op zoo'n beslisten toon „Hier heen, als 't u blieft, mijnheer" toege voegd, dat hg zich na een oogenblik de deur in zag gaan en daar den heer Cash de hand schudde, voor hy tyd had gehad zijn mond weer te sluiten. De heer Cash liet zgn bezoeker plaats nemen in een stoel tegenover het raam, dat uizicht gaf op een muur van Ver blindend witte tegels en ging zelf tus schen den bezoeker en het raam zitten, zoodat het voor een cliënt, zelfs al be schikte hij over de sterkste zenuwen en het beste gezichtsvermogen, onmogelijk was, iets meer van hem te onderscheiden dan de omtrek van zgn hoofd met de buitengewoon ver uitstaandeooren. Na verloop van ongeveer vijf minuten drong het plotseling tot Jim door, dat de heer Osh al dien tijd aan het woord was geweest. Hg kwam tot dit besef, doordat hij zichzelf „Zeker" hoorde zeggen, in antwoord op een zin van den heer Cash, die eindigde met de woorden: ,,U begrijpt dit zeker volkomen, nietwaar?" Hg be greep, dat hij nu toch werkelijk zgn aan dacht tot het onderwerp van gesprek moest bepalen en vond dat hij er al aar dig in kwam, hoewel hg niet veel begreep van dat gedeelte over de overschrijving van de volmacht, toen een tweede „Zeker" uit zijn eigen mond hem weer tot de ont dekking bracht, dat hij eigenlijk te veel z(jn aandacht had laten afleiden door de bestudeering van een leelgke blauwe plek op den nagel van mijnheer Cash' duim, Hg schrok nogmaals op, waarna de heer Cash vervolgde: de zaak wel dulde- ïyic heb gemaakt, moet ik u toch waar schuwen, dat de positie voor u niet zoo onverdeeld gunstig is, als op het eerste gezicht ïyict. Volgens het testament van onzen overleden cliënt is u benoemd tot eenig erfgenaam, hetgeen, als ik mag op merken, een felicitatie waard is, ware het niet dat er zekere condities aan verbon den zgn." „Zoo"! dacht Jim, „dit wordt interes sant", en hij schoof zijn stoel een klein eindje vooruit, terwijl het deel van zijn hersens, dat halsstarrig geweigerd had, naar den heer Cash te luisteren, roman tische bepalingen begon te bedenken, zon der welks uitvoering hij van het geld ver stoken zou blgven, zooals het huwen van de dochter van een hertog, of het kweeken van een baard, of het aanvaarden van een kerkelijk ambt. Intusschen scheen de opsomming en verklaring van die condities een heelen tijd in beslag te nenien. Jim hoorde uit drukkingen als „verval van rechten", „overdracht van concessie" en „mogelijk misplaatst vertrouwen", waarna de naam Sir Adolf Lloyd hij herhaling in den mo noloog van den heer Cash voorkwam. „Een oogenblik", zei Jim. „Neemt u mij niet "kwalijk dat ik u in de rede val, maar die Sir Adolf Lloyd was toch ttign oom's compagnon, niet waar?' Het antwoord van den heer Cash op deze oogenschijnlijlc simpele, vraag was zoo lang, omslachtig en onbegrijpelijk, dat het ieder ander rechtsgeleerde genoe gen zou hebben gedaan hem aan te hoo- ren. Voor zoover Jim er uit wgs kon Wor den, begreep hy, dat Sir Adolf en zgn oom te eeniger tijd een overeenkomst had den aangegaan,, die echter geen deelge nootschap uitmaakte. Een vennootschaps- acte was eens of bij meer dan een ge legenheid ontworpen, doch de eenige aan wijzing, die de firma Puxley gekregen had. dat de mogeiyidieid bestond, dat een van deze ontwerpen ooit verder was uitge werkt, was een verzoek geweest van hun overleden cliënt, kort voor zijn laatste ziekte, om een klerk te sturen', die aan wijzingen zou ontvangen omtrent .een of ander, rechtsgeding, waarin Sir Adolf Lloyd ook botrokken was. Het verzoek was per telefoon gedaan en was niet erg duidelijk geweest. Dit was iets zoo ongewoons, dat de heer Cash niet verbaasd was, den vol genden dag te hooren, dat Sir Adolf ziek was geworden. De klerk was daarom ook niet gezonden. Na deze mededeeling waagde Jim het op te merken: „In ieder geval heb ben zg toch te eeniger tgd samengewerkt?" „Ik geloof dat ik dit wel mag bevesti gen", zei de heer Cash. „U zult wel be grijpen, mijnhejr Grant", vervolgde hij, „dat in zaken, die een omvang hebben als die van Sir Alfred, het aanwezige geldsbedrag vari hetgeen wif nu de na latenschap kunnen noemen, op verschil lende perioden aan groote veranderingen onderhevig is, zoodat het zelfs voor Sir Alfred zeer moeilijk zou zgn geweest, om op een bepaald oogenblik precies de waarden van zijn bezit aan te geven. Bo vendien kan ik u in vertrouwen mededee len, dat een groot aantal transacties, spe culaties zou ik ze haast kunnen noemen, den laatsten tgd door anderen zgn onder nomen, met gebruikmaking" van het cre- diet van uw oom." De heer Cash, blijkbaar van meening, dat hg nu lang genoeg gewone taal ge sproken had, begaf zich hierop in een doolhof van technische uitdrukkingen, waardoor Jim's gedachten weer den vrijen loop namen en hij zich begon af te vra gen, of dit allemaal ten slotte er op neer zou komen, dat zijn inkomen werd ver minderd en hg zgn bediende zou moeten ontslaan. Deze gedachte deed hem even glim lachen, hetgeen iets zoo ongewoons was in het kantoor van den heer Cash, dat deze laatste in het midden van het woord „retourcommissie" ophield en zei: „O, neemt u mij niet kwalijk. Ik heb mij mis schien niet duidelijk uitgedrukt." „Volstrekt niet", zei Jim, die waar schijnlijk bedoelde „U heeft volkomen ge lijk". (Wordt vervolgd.)'

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 9