WAT NU?
Derde Blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Zaterdag 30 November 1940
Financieel Economisch Overzicht
Handel in Duitsche fondsen nog niet hervat.
Ondanks de geblokkeerde markenbelasting.
Terughoudende stemming ter
beurze.
Verleden week hebben wij reeds de ver
wachting uitgesproken, dat er nog een
toelichting zou volgen op de toepassing
van de z.g. geblokkeerde mavkenbelasting.
Wij brengen in herinnering, dat deze be
lasting wordt geheven van hen, die Duit
sche fondsen naar Duitschland verkoopen
en de opbrengst daarvan naar Nederland
doen overmaken. Zooals men weet be
draagt deze belasting tot einde 1941 70
het daarop volgende jaar 60 in 1943
40 en in 1944 20%. Daarna zullen der
gelijke verkoopen geheel vrij zijn. De eigen
lijke opzet van deze belasting is om de
omvangrijke aankoopen van Duitsche fond
sen in Nederland voor Duitsche rekening
te remmen, omdat als gevolg van de vor
deringen, die wij op deze wijze op Duitsch
land kregen, de clearing in te sterke mate
wordt belast. De Ver, v. d. Effectenhandel
heeft, omdat een verkooper nooit de ze
kerheid kan hebben of de kooper van zijn
fonds wellicht 'n Duitschers is, de bepaling
gemaakt, dat de ltoopers (dat zijn dus in
dit g.val Nederlandsche firma's), die de
orders uitvoeren een garantie moeten ver
strekken, dat zr| de belasting, die de ver
kooper eventueel zou moeten betalen voor
hun rekening nemen. De koopers toonden
zich hiertoe evenwel niet bereid en het
gevolg, was toen, dat de handel volkomen
stagneerde.
De verwachte uiteenzetting is thans af
gekomen en er is nog eens uitdrukkelijk
gezegd, dat indien de handel plaats vindt
tusschen ingezetenen en de kooper de order
uitvoert voor rekening van een ingezetene
geen belasting verschuldigd zal zijn. Men
zou nu denken, dat alle onzekerheid hier
mede zou zijn opgeheven. Het blijkt ech
ter, dat ook daarna geen noteeringen in
Duitsche fondsen zijn tot stand gekomen.
De reden daarvan is" voornamelijk wel deze,
dat de voorafgaande koersstijging vrijwel
uitsluitend het gevolg is geweest van
Duitsche aankoopen. Zonder deze aankoo
pen zouden de koersen veel lager zijn ge
weest. Nu spreekt het vanzelf, dat een
Nederlandsche firma of bank die een koop
order voor Duitsche rekening in Duitsche
fondsen heeft uit te voeren, van den prijs,
die de Duitsche kooper wenscht te betalen
het bedrag van de belasting zal aftrekken,
omdat hij deze belastingplicht van den ver
kooper moet overnemen. De prijs, die hij
dus op de beurs voor zulke fondsen zal
besteden, zal aanzienlijk lager zijn dan de
Duitsche kooper wil betalen.
De geheele zaak zou er dus op neer
komen, dat tengevolge van de getroffen
maatregelen hot prijsniveau voor Duitsche
fondsen aanzienlijk is verlaagd.
Men had gemeend, dat de kortelings
gepubliceerde Duitsche verordening betref
fende de verruiming van het betalingsver
keer, waarbg aan koopen van goederen en
effecten voor Duitsche rekening zonder
toestemming van het Duitsche Deviezen-
instituut konden plaats vinden tot een
maximum van Mk. 5000 per persoon per
maand, tot een verdere verlevendiging
van de Duitsche vraag naar Nederlandsche
aandeelen zou leiden. Dit is evenwel niet
het geval geweest en integendeel schijnt
deze vraag meer en meer naar den ach
tergrond gedrongen. De oorzaak is waar
schijnlijk deze, dat, naar ons thans biykt,
nog steeds de toestemming van het Ne
derlandsche Deviezeninstituut noodig is.
Deze heeft het dus vrijwel in de hand om
deze aankoopen naar wenschelgkheid te
remmen, waarschijnlijk ook al weer op
grond van den wensch om het tekort op
de clearing niet onnoodig verder te doen
stijgen.
Het gevolg hiebvan Is dus geweest, dat
er vrijwel niet meer van een kooplust voor
Duitsche rekening kan worden gesproken,
terwijl ook het Nederlandsche publiek don
laatsten tijd minder gedisponeerd schijnt
om op de verhoogde koersen te blijven koo
pen. Er behoeft nauwelijks aan te worden
getwijfeld, dat de voorafgaande sterke
koersverheffing van aandeelen voor een
goed deel is veroorzaakt door de ver
wachting, dat in een meer verwijderde toe
komst aan den gulden niet meer ,-e vroe
gere waarde zal kunnen worden toegekend.
Wö" hebr-m deze opvatting reeds eenige
malen bestreden in zooverre, dat althans
voor het oogenblik geen positieve aanwij
zing bestaat voor een lagere waardeering
van den gulden. En mocht dan de koop
kracht van ons geld tengevolge van de
algemeene prijsstijging van de goederen
biyvend op een lager niveau komen, dan
zou men zich hiertegen toch door het koo
pen van aandeelen alleen dan kunnen wa
penen, indien er redelijke grond bestaat
te verwachten, dat ook de dividenduitkee-
ring op de aandeelen niet' onbelangryk
zou stijgen. Zooals wg al meer hebben ge
schreven is dit niet het geval. Over het
algemeen is men dan ook in financieele
kringen tot een meer gematigde zienswijze
gekomen, zoodat er van een koortsachtige
speculatie op grond van monetaire over
wegingen niet meer kan worden gespro
ken. Èr bestond in de afgeloopen week in
tegendeel een vrij sterke terughouding, die
ook tot gevolg heeft gehad, dat het agio
voor Amerikaansche waarden vergeleken
met de New Yorksche koersen is inge
krompen. Maar indien men de Amsterdam-
sche koersen vergelijkt met die in New
York dan komt het er toch op nfeer, dat
hier voor den dollar een belangrijk hooge-
ren prijs wordt betaald dan den ouden
wisselkoers van 1.88%, die zooals men
weet, officieel is gehandhaafd en die ook
als maatstaf dient voor betalingen, die
met toestemming van het Deviezeninstituut
van Nederland naar Amerika plaats vin
den. De prijs, die op deze wyze voor den
dollar wordt besteed varieert naar de ver
schillende fondsen vrij sterk, maar mee-
rendeels beweegt deze waarde zich tus
schen 2.20 2.50.
Men is ter beurze intusschen min of
meer teleurgesteld door het verloop van
de New Yorksche beurs. Men had ver
wacht, dat de enorme bedrijvigheid, die de
uitvoering van het bewapeningsprogram
heeft te weeg gebracht op den duur tot een
sterke koopbeweging voor aandeelen zou
moeten leiden. Zulks temeer, omdat de
mogelijkheid van een inflatie in Amerika,
zulks op grond van de financiering van
het bewapeningsprogram niet mag worden
onderschat.
De opvatting bestaat, dat het voteeren
van uitgaven tot oen bedrag van 13
milliard door het Congres slechts als een
begin moet worden beschouwd en dat bin
nen enkele jaren de totale schuld vnn de
Federale regeering met nog eens 5 mil
liard zal zijn gestegen, dat beteekent' een
vermeerdering van de jaarlijksche rente
last van ruim 5 3 milliard, die door be
lastingen zullen moeten worden opgebracht.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop in de afgeloopen week:
4 Nederland 1940 96-%, 96%.
SNed. ïndië 1937 A. 82%, 83%.
Unilever 128%, 132%, 131%.
Philips 194, 204.
Beth. Steel 78%, 82%, 80, 80%.
U.S. Steel 64%, 68%, 66, 67%.
Kon. Petroleum 256, 253, 270.-
A'dam Rubber 258, 257. 266, 272.
Serbadjadi 126, 124, 129.
Ned. Schcepv. Unie 162, 161%, 166%,
167%.
H.V.A. 424, 418, 437, 433, 437.
Deli Batavia Mij. 180, 177, 3 89, 191%.
Senembah 193, 204, 199, 200.
Huldiging van moedige
zeelieden.
De XJmuidensche zeelieden G. Zwart en
D. Groeneveld zijn door de hoogste Duit
sche autoriteiten in ons land op sympa
thieke wijze te Scheveningen gehuldigd.
Eigen veiligheid voorbijziende hebben zij
koelbloedig hun krachten gegeven om
menschenlevens te redden en dit is dank
zg hun offervaardigheid gelukt. Namens
Rykscommissaris, Rijksminister Seyss-ïn-
quai-t werd hen byzondere fraaie zilveren
horlog s, waarin als inscriptie de naam
van den oppersten Duitschen leider in Ne
derland voorkomt, overhandigd. Vervolgens
werd een diner aangeboden, waar verschei
dene Duitsche autoriteiten met de dappere
zeelieden aanzaten.
De heldendaad.
In den namiddag van 23 October, bericht
te een Duitsch onderofficier, dat er een
schip in nood verkeerde, De Z.R.D. 50 voer
uit onder kapitein Bilderbeek. Men kon de
ln nood verkeerende boot tot op een twee-
honderdvijftig meter benaderen. Nu moest
er een verbinding tot stand gebracht wor
den tusschen de twee schuiten. De kapitein
overlegde kalm en rustig met zijn mannen.
Matroos Zwart sprak „Pak .een stuk
touw".
Intusschen ontdeed hij zich van zijn
zware kleeren en verwisselde ze voor een
badpak. Niemand zei iets. Ieder begreep
den ernst van deze oogenbliltken.
Hij nam het touw tusschen de tanden.
Het andere einde bielden zijn kameraden
vast. Hij sprong in zee. Het gevecht met de
golven begon. Zyn toestand was zeer ge
vaarlijk. Het touw was droog en er stond
een bijzonder sterke stroom. Deze nam de
drgvende lijn mee. Er kwam een boog in.
De mannen op de boot lieten de lijn gelei-
deiyic vieren. En de boog werd grooter.
Met al zyn krachten moest Zwart zwem
men. De stroom trok hem mee. Het zag er
slecht uit. „Kom terug schreeuwde de
kapitein. Maar hy Weid vol en vorderde
zoowaar. Tenslotte had hij het doel be
reikt Hij klampte zich vast aan het schip.
Het touw nog steeds stevig in zijn mond.
De schipbreukelingen waren hun ont
roering niet langer meestei'. Met volle over
gave hadden zij meegeleefd met den stout
moedige, die bij een feilen Oostenwind
voor hen zijn leven waagde. Zij drukten
Zwart de hand, maar deze bemerkte het
al baast niet meer. Hij was volkomen uit
geput
De opvarenden van het verongelukte
schip, elf mannen in totaal, werden aan
boord van de Z.R.D. 50 gebracht. Zg kre
gen warme koffie met cognac en dat deed
hun goed. Zij wilden aan hun dankbaarheid
„lucht" geven, maar dat ging niet. Woor
den konden hun gevoelens niet vertolken.
Zwart is bijna drie uren op het gestrande
schip gebleven, in badpak, in de felle kou
de. Toen was hij eindelijk weer in staat,
aan boord van zgn eigen boot te gaan.
INBRAAK IN EEN PASTORIE.
Gisternacht hebben ongewenschte bezoe
kers een bezoek gebracht aan de pastorie
van de R.K. kerk O.L.V. ter Eom te
Amersfoort. Vermoedelgk hebben do da
ders zich laten insluiten, hoewel het ook
mogelijk Is, dat zij over een muur zijn ge
klommen. De geheele pastorie Is doorzocht,
uit een kast is een bedrag van eenige hon
derden guldens ontvreemd,
AANSLUITING BIJ EEN
BINNENV AART-CENTRALE.
Blijkens het nieuwe reglement houdende
nadere bepalingen van het besluit van den
secretaris-generaal van het departement
van waterstaat, betreffende de internatio
nale binnenvaart, moeten eigenaren van 1
t.m. 3 schepen voor de internationale bin
nenvaart zich aansluiten bij de stichting
Nederlandsche particuliere Rijnvaart-cen
trale, eigenaren van meèr dan 8 schepen
bij de Vereeniging centraal bureau voor
de Rijn- en binnenvaart en eigenaren van
4 t.m, 8 schepen al naar nun vervoer-
nomische functie bij een van beide organi
saties.
TWEE DOODEN BIJ TREINBOTSING
IN ROEMENIË.
Uit Boekarest meldt het D.N.B. dat te
Chitila bij Boekarest tengevolge van
verkeerden wisselstand twee treinen op
elkaar zijn gereden. Twee menschen zgn
om het leven gekomen, tien gewond.
BULGAARSCHE SIGARETTEN VOOR
DUITSCHE SOLDATEN.
De bond van Bulgaarsche tabakshandela
ren heeft 3.680 kg. sigaretten als geschenk
voor Duitsche soldaten beschikbaar gesteld.
De minister van financiën heeft in de
Sobranje een wetsontwerp ingediend, ten
einde deze sigaretten vrij van rechten te
kunnen uitvoeren.
De legerberichten van gisteren.
HET DUITSCHE.
Het opperbevel van de Duitsche weer
macht deelt mede:
Duitsche torpedojagers drongen door in
den Westelijken uitgang van het Kanaal
tot dicht onder de Engelsche kust. Hierbg
ontstond een gevecht met Engelsche tor
pedojagers. Het gelukte twee vijandelijke
torpedojagers te torpedeeren. Andere
Duitsche torpedojagers brachten aan de
Zuidkust van Engeland twee schepen van
9000 en 13.000 b.r.t. 6n twee andere kleine
vyandelijke vaartuigen tot zinken.
Het luchtwapen zette in den nacht van
27 op 28 November en in den loop van 28
November zijn vergeldingsaanvallen op
voor den oorlog belangrijke doelen in het
stadsgebied van Londen voort. Nieuwe
branden en hevige ontploffingen werden
waargenomen. Sterke afdeelingen deden
in den nacht van 27 op 28 November,
zooals reeds gemeld, een concentrischen
aanval op Plymouth en op de haveninstal
laties van deze stad en veroorzaakten ver
scheidene hevige ontploffingen, alsmede
groote en kleine branden. Bovendien wer
den spoorweg- en industrieele installaties
van een andere groote stad in Schotland
doeltreffend met bommen bestookt.
Vèrdragend geschut van het leger en
de marine beschoten ook Donderdag
vijandelijke schepen en andere doelen in
het gebied van Dover. In den nacht van
28 op 29 November wierpen verscheidene
Britsche vliegtuigen in Noord- en West-
Duitschland dynamiet- en brandbommen
neer. Aan eenige huizen werd aanzienlgke
schade toegebracht. Zolderbranden kon
den snel gebluscht worden.
De verliezen van den vijand bedroegen
Donderdag in totaal 13 vliegtuigen, waar
van 11 in luchtgevechten en twee door de
luchtdoelartillerie en artillerie van de
marine.
Vier eigen vliegtuigen worden vermist.
HET ITALIAANSCHE.
In zijn weermachtsbericht no. 175
maakt het Jtaiiaansche hoofdkwartier het
volgende bekend:
Aan het Grieksche front hebben Don
derdag de divisies Ferrara, Siena en Cen-
tauro van het lefde leger tegenaanvallen
ondernomen en elke aanvalspoging van
den vijand verijdeld. Aan het front van
het negende leger valt niets bijzonders te
vermelden. Ongeveer 300 vliegtuigen van
onze formaties bombardeerden centra en
wegen, waarbij zg hun doelen herhaalde
malen raakten, vooral in de zones van
Erseke en Sopiki. Er ontstonden ontplof
fingen en branden.
Te Erseke werd een benzlne-opslag-
plaats met machinegeweervuur beschoten
en geraakte in brand. Tijdens luchtge
vechten werden vier vijandelijke jachttoe-
stellen neergehaald. Twee van onze ma
chines zijn niet teruggekeerd. Aan het
front van het negende léger haalde onze
luchtdoelartillerie twee vliegtuigen bran
dend omlaag. Een ander bombardements
vliegtuig deed een landing in de bedding
van "de rivier Devoli, De uit 'h officier en
twee onderofficieren bestaande bemanning
werd gevangen genomen.Andere luchtfor-
maties bombardeerden doelen op Korfoe.
Op den ochtend van 28 November heb
ben onze vlooteenheden de militaire wer
ken van de basis Korfoe aan een lang
durig bombardement van korten afstand
onderworpen. Met duidelijk vernietigend
resultaat werden getroffen: de battergen
van San Salvatore, San Stefano, Cultura
en Roda, de verdedigingswerken en de ka
zerne van Sidari, het radiostation van Tig-
nola en de ligplaats van patrouilleschepen.
De reactie van den vijand was wanorde
lijk en zonder effect. Onze eenheden leden
in het geheel geen schade.
In de omgeving van Malta deden onze
luchtformaties een aanval op eefi vijan
delijke vlootformatie. Een groot oorlogs
schip werd midscheeps getroffen door een
bom van zwaar kaliber. Er ontstonden
hevige gevechten tusschen onze bommen
werpers, vergezeld door jagers, en de vg-
andelijke jachttoestellen. Vijf vijandelijke
machines werden neergehaald en vier wer
den zwaar beschadigd. Een van onze toe
stellen is niet teruggekeerd. Des nachts
bombardeerden onze vliegtuigen de haven
la Valletta (Malta).
In Oost-Afrika deed de vijand luchtaan
vallen op Tessenei, doch zonder eenig ge
volg, alsmede op Ei Oeak, waarbij twee
personen gewond werden en op Comar
(Metemma) waarbij twee inlanders ge-
Rechtszaken
Overrtredingen uitgaansverbod
en legitimatieplicht.
Ter terechtzitting van het kantongerecht
te Eindhoven van 27 November jl. I'ó een
persoon veroordeeld wegens het zich tus
schen 24 uur en 4 uur in de openlucht op
houden, waarbij een boete van 10 is op-
Op deze zitting is verder ook een persoon
veroordeeld wegens het niet kunnen toonen
van een identiteitsbewijs. Hij kreeg j; 5
boete.
Voor het kantongerecht te Tilburg zgn 26
November jl. acht personen veroordeeld
wegens het zich tusschen 24 uur en 4 uur
in de openbare lucht ophouden.
Deze personen werden o.a. veroordeeld
tot boeten varieerende van 5 tot 15.
Negen personen werden op deze zitting
veroordeeld wegens overtreding van de
identificatieplicht. Zij werden veroordeeld
tot boeten van 2 en van 3.
Ter terechtzitting van het kantongerecht
te 's-Hertogenbosch van 25 November en
27 November zgn 12 personen veroordeeld
wegens het niet kunnen toonen van een
identiteitsbewijs. De boeten varieerden van
1 tot 15.
Bovendien zijn op de zitting van 25 No
vember jl, voor dit kantongerecht vijf per
sonen veroordeeld wegens het zich tus
schen 24 uur en 4 uur in de openlucht op
houden. Deze personen werden veroordeeld
tot boeten varieerende van 10 tot 25.
LASTERING DER DUITSCHE
WEERMACHT.
VROUW GESTRAFT.
Een Duitsch krijgsgerecht heeft een Ne
derlander uit Amsterdam gestraft wegens
lastering der Duitsche weermacht. Het be
trof hier een vrouw, die de lasterlijke be
wering had verspreid, dat een Engelscli
bombardement van Amsterdam in werke
lijkheid door Duitsche vliegers V7as ge
schied. Het vonnis luidde 6 weken gevan
genisstraf. De Straf is alleen wegens den
hoogen ouderdom van de verdachte zoo bij
zonder mild uitgevallen.
NOODLOTTIGE AANRIJDING.
Koopman uit 's Heerenhoek veroordeeld.
De arr.-rechtbank te Breda deed uit
spraak in een zaak tegen den 33-jarigen
koopman J. M. uit 's-Heerenhoek, die op 5
Augustus jl., toen hij op den rijksweg van
Moerdijk naar Breda, onder de gemeente
Terheyden een voor hem rijdende auto
passeerde, een tegenligger te laat opmerk
te, waardoor hij met zijn auto met laatst-
bedoelden wagen in aanraking kwam, met
het gevolg dat hij met zgn auto tegen een
langs dien weg staanden boom botste.
Hierbij werd verdachte ernstig, hoewel niet
levensgevaarlijk gewond, doch twee der 3
inzittenden liepen hierbij zulke ernstige
verwondingen op, dat zij korten tijd later
overleden, terwijl de derde ook ernstig
Verwond werd, doch gelukkig herstelde.
Omdat dit ongeluk aan verdachte's on
voorzichtigheid te wijten zou zijn geweest,
eischte de officier van justitie 14 Novem
ber jl." tegen den koopman 2 maanden hech
tenis met 1 jaar intrekking van Zijn rij
bewijs.
De rechtbank gisteren uitspraak doen
de, veroordeelde verdachte tot een boete
van 50 subs. 20 dagen hechtenis met 1
jaar intrekking van zijn rijbewijs, beide
straffen onvoorwaardelijk en voorts tot 2
maanden hechtenis voorwaardelijk met 2
jaar proeftijd.
POLITIERECHTER TE MIDDELBURG.
W. S., 48 jaar, kruidenier IJzendijke,
wegens op 11 October pogen tot verboden
uitvoer te IJzendijke: 18 bollen kaas en
1 blik biskwie.
Eisch en uitspraak: 15 of 10 d.h. met
verbeurdverklaring.
wond werden en een kind den dood vond.
Een van onze duikbooten „Marconi"
bracht in den Atlantischen Oceaan een
E igelsch schip met een lading van 10.000
ton tot zinken.
Vijandelijke vliegtuigen probeerden de
steden Brindisi en Tarente te bereiken.
Ontvangen door een hevig spervuur van
het luchtdoelgeschut wierpen zg brand
en brisantbommen alleen in de omgeving
van Brindisi, welke terecht Kwamen in
het open veld of in zee.
Door DENIS MACKAIL.
3)
Puxley Zonen en Bimberton hebben
een welbekend en zeer goed aanschre
ven procureurskantoor en hun kantoor op
de derde verdieping van Canterbury Hou
se kan aanspraak maken, zooals slechts
weinigen onder die van him confraters,
op een ongewonen graad van vuilheid en
ongerief. Men treedt er binnen door een
deur met het opschrift „Inlichtingen" en
komt dan in een kantoorruimte, waar de
minder belangrijke werkzaamheden, die een
onderdeel vormen van een procureurs
praktijk, worden uitgevoerd. Een kleine
jongen hamert op een schrijfmachine, een
grootere maakt een geweldigen smeerboel
met een copieerpers en een derde leest in
snel tempo en met een hooge stem den
inhoud van een op perkament geschreven
document voor aan een kaalhoofdig ie
mand op een kantoorkruk, die daarbij zijn
lippen beweegt of lig een gebed pre
velt, terwgl hg het opgelezene vergelijkt
met een daarvan gemaakte copie. Het be
hang qp de muren is een nabootsing van
een onbekende houtsoort en in dat lokaal
bevinden zich ook de gewone blikken ef
fectentrommels en de kartonnen brief-
mappen, die over verschillende planken,
tafels en stoelen verdeeld zyn. Op alles,
behalve den kalen schedel van den
klerk, waarop het schynsel van een dag
en nacht brandende gaslamp zich zacht
weerspiegelt, ligt een dikke stoflaag. Deze
verlichting is noodzakelgk, doordat de
architect van Canterbury House blijkbaar
vergeten heeft, dat ramen aan de Noord
zijde van zgn schitterend bouwsel nog
geen meter tusschenruimte van den muur
van Bucklemongers' Hall zouden hebben.
Jim's taxi had hem vlug en zeker naar
dit duistere hol gebracht, en hg had on
derweg met groote belangstelling verschil
lende punten van de stad geïdentificeerd.
Hy had voldoenden tgd tgdens zgn trans
port ln de hydraulische lift, om zich
nogmaals af te vragen, wat de heeron
Puxley hem wel zouden hebben mede te
deelen, zonder hierop een bevredigend ant
woord te kunnen vinden. Hy vond zyn weg
naar de deur met „Inlichtingen" en trad
binnen. De jongen, die zooals gewoonlijk,
een perkamenten document aan het op
lezen was, hield onmiddellgk op met zijn
declamatie en Jim kon hem mededeelen,
dat hij verwacht werd. De jongen greep
hem den brief, dien hg weer uit zgn zak
had gehaald, uit zyn vingers en ver
dween er mee in een aangrenzend kan
toor. Jim had nauwelijks tijd gehad zich
te kunnen herstellen van den schok, die
het verlies van zijn brief, waardoor zyn
zelfvertrouwen een gevoeligen knak had
gekregen, hem had bezorgd, toen de jon
gen als by een tooverslag door een andere
deur weer verscheen en zich naar een
vierden klerk begaf, dien hy den brief voor
hield en zei: „Mgnheer Cash wil u even
spreken, mijnheer."
Jim was er zoo vast van overtuigd, dat
hy een van de heeren Puxley of den heer
Bimberton te spreken zou krijgen, niet
wetende dat allen reeds jaren geleden dit
leven vaarwel hadden gezegd, dat hij een
oogenblik zyn mond opende om te pro-
testeereh tegen het feit, dat hg met den
heer Cash genoegen moest nemen; doch
voor hij iets had kunnen zeggen, had de
jongen" hem op zoo'n beslisten toon „Hier
heen, als 't u blieft, mijnheer" toege
voegd, dat hg zich na een oogenblik de
deur in zag gaan en daar den heer Cash
de hand schudde, voor hy tyd had gehad
zijn mond weer te sluiten.
De heer Cash liet zgn bezoeker plaats
nemen in een stoel tegenover het raam,
dat uizicht gaf op een muur van Ver
blindend witte tegels en ging zelf tus
schen den bezoeker en het raam zitten,
zoodat het voor een cliënt, zelfs al be
schikte hij over de sterkste zenuwen en
het beste gezichtsvermogen, onmogelijk
was, iets meer van hem te onderscheiden
dan de omtrek van zgn hoofd met de
buitengewoon ver uitstaandeooren.
Na verloop van ongeveer vijf minuten
drong het plotseling tot Jim door, dat de
heer Osh al dien tijd aan het woord was
geweest. Hg kwam tot dit besef, doordat
hij zichzelf „Zeker" hoorde zeggen, in
antwoord op een zin van den heer Cash,
die eindigde met de woorden: ,,U begrijpt
dit zeker volkomen, nietwaar?" Hg be
greep, dat hij nu toch werkelijk zgn aan
dacht tot het onderwerp van gesprek
moest bepalen en vond dat hij er al aar
dig in kwam, hoewel hg niet veel begreep
van dat gedeelte over de overschrijving
van de volmacht, toen een tweede „Zeker"
uit zijn eigen mond hem weer tot de ont
dekking bracht, dat hij eigenlijk te veel
z(jn aandacht had laten afleiden door de
bestudeering van een leelgke blauwe plek
op den nagel van mijnheer Cash' duim,
Hg schrok nogmaals op, waarna de heer
Cash vervolgde: de zaak wel dulde-
ïyic heb gemaakt, moet ik u toch waar
schuwen, dat de positie voor u niet zoo
onverdeeld gunstig is, als op het eerste
gezicht ïyict. Volgens het testament van
onzen overleden cliënt is u benoemd tot
eenig erfgenaam, hetgeen, als ik mag op
merken, een felicitatie waard is, ware het
niet dat er zekere condities aan verbon
den zgn."
„Zoo"! dacht Jim, „dit wordt interes
sant", en hij schoof zijn stoel een klein
eindje vooruit, terwijl het deel van zijn
hersens, dat halsstarrig geweigerd had,
naar den heer Cash te luisteren, roman
tische bepalingen begon te bedenken, zon
der welks uitvoering hij van het geld ver
stoken zou blgven, zooals het huwen van
de dochter van een hertog, of het kweeken
van een baard, of het aanvaarden van een
kerkelijk ambt.
Intusschen scheen de opsomming en
verklaring van die condities een heelen
tijd in beslag te nenien. Jim hoorde uit
drukkingen als „verval van rechten",
„overdracht van concessie" en „mogelijk
misplaatst vertrouwen", waarna de naam
Sir Adolf Lloyd hij herhaling in den mo
noloog van den heer Cash voorkwam.
„Een oogenblik", zei Jim. „Neemt u mij
niet "kwalijk dat ik u in de rede val, maar
die Sir Adolf Lloyd was toch ttign oom's
compagnon, niet waar?'
Het antwoord van den heer Cash op
deze oogenschijnlijlc simpele, vraag was
zoo lang, omslachtig en onbegrijpelijk,
dat het ieder ander rechtsgeleerde genoe
gen zou hebben gedaan hem aan te hoo-
ren. Voor zoover Jim er uit wgs kon Wor
den, begreep hy, dat Sir Adolf en zgn
oom te eeniger tijd een overeenkomst had
den aangegaan,, die echter geen deelge
nootschap uitmaakte. Een vennootschaps-
acte was eens of bij meer dan een ge
legenheid ontworpen, doch de eenige aan
wijzing, die de firma Puxley gekregen had.
dat de mogeiyidieid bestond, dat een van
deze ontwerpen ooit verder was uitge
werkt, was een verzoek geweest van hun
overleden cliënt, kort voor zijn laatste
ziekte, om een klerk te sturen', die aan
wijzingen zou ontvangen omtrent .een of
ander, rechtsgeding, waarin Sir Adolf Lloyd
ook botrokken was. Het verzoek was per
telefoon gedaan en was niet erg duidelijk
geweest. Dit was iets zoo ongewoons, dat
de heer Cash niet verbaasd was, den vol
genden dag te hooren, dat Sir Adolf ziek
was geworden. De klerk was daarom ook
niet gezonden. Na deze mededeeling waagde
Jim het op te merken: „In ieder geval heb
ben zg toch te eeniger tgd samengewerkt?"
„Ik geloof dat ik dit wel mag bevesti
gen", zei de heer Cash. „U zult wel be
grijpen, mijnhejr Grant", vervolgde hij,
„dat in zaken, die een omvang hebben
als die van Sir Alfred, het aanwezige
geldsbedrag vari hetgeen wif nu de na
latenschap kunnen noemen, op verschil
lende perioden aan groote veranderingen
onderhevig is, zoodat het zelfs voor Sir
Alfred zeer moeilijk zou zgn geweest, om
op een bepaald oogenblik precies de
waarden van zijn bezit aan te geven. Bo
vendien kan ik u in vertrouwen mededee
len, dat een groot aantal transacties, spe
culaties zou ik ze haast kunnen noemen,
den laatsten tgd door anderen zgn onder
nomen, met gebruikmaking" van het cre-
diet van uw oom."
De heer Cash, blijkbaar van meening,
dat hg nu lang genoeg gewone taal ge
sproken had, begaf zich hierop in een
doolhof van technische uitdrukkingen,
waardoor Jim's gedachten weer den vrijen
loop namen en hij zich begon af te vra
gen, of dit allemaal ten slotte er op neer
zou komen, dat zijn inkomen werd ver
minderd en hg zgn bediende zou moeten
ontslaan.
Deze gedachte deed hem even glim
lachen, hetgeen iets zoo ongewoons was
in het kantoor van den heer Cash, dat
deze laatste in het midden van het woord
„retourcommissie" ophield en zei: „O,
neemt u mij niet kwalijk. Ik heb mij mis
schien niet duidelijk uitgedrukt."
„Volstrekt niet", zei Jim, die waar
schijnlijk bedoelde „U heeft volkomen ge
lijk".
(Wordt vervolgd.)'