Nieuwe bepalingen betreffende het verduisteren De afscherming van rijwiellampeneen 3 cm lange en 0,4 hreeie opening in de bovenste helft Reorganisatie E.H.B.O. „Het Oranje Kruis". Tweede blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Donderdag 28 November 1940 Kroniek van den dag HET SPAANSCHE FRONT De afzonderlijke Middellandsche Zee fronten, waarvan wij in onze Kroniek van gisteren gewag hebben gemaakt, verdie nen een nadere beschouwing. Zonder deze partjjen is de strijd om de posities in de Middellandsche Zee niet zuiver te beoor- deelen. Immers, hier zijn niet uitsluitend Britsche en Italiaansche belangen in het geding, de andere aangrenzende staten ztjn bij de ontwikkeling en het resultaat .van dezen strijd ten nauwste betrokken. Hun belangen grijpen veelal in elkander en evenmin als men de gebeurtenissen in Griekenland als geheel op zich zelf staand kan beschouwen, doch slechts in het groo- te verband der Europeesche ordening naar waarde kan beoordeelen, zoo is het ook met dat Middellandsche Zee-front, waar aan wij vandaag onze aandacht willen schenken Spanje. De politiek van Spanje er kan niet aan worden getwijfeld wordt bepaald door de verhoudingen op het Europeesche continent. Spanje heeft zijn lot verbonden aan dat van Italië en Duitschland, niet alleen op grond van de overweging, dat de hulp dezer landen wezenlijk heeft bij gedragen tot een beslissing van den bur geroorlog, ten gunste van Franco, door zijn geografische en economische ligging is het voor Spanje van het grootste be lang, dat het zijn politiek richt naar die van de as-mogendheden, wijl hun over winning Spanje kan verlossen uit een iso lement en het de bevrediging kan schen- aspiraties. Zoolang Engeland den toegang tot de Middellandsche Zee controleert door de bezetting van Gibraltar blijft de koloniale expansie van Spanje een illusie. Zoolang Engeland bovendien den. toegang tot den Atlantischen Oceaan vanuit de Middel landsche Zee beheerscht kan Spanje zich slechts economisch uitleven bij de gratie van Londen. Zoo beschouwd is de burgeroorlog mede een voorspel geweest tot de groote machtsworsteling, waaruit een nieuw en beter Europa te voorschijn moet komen. Afgezien van de ideologische overwegin gen, welke aan dezen strijd ten grondslag lagen, die door het aandeel dat Rusland, Duitschland en Italië er in hebben geno men een nog sterker accent kregen, had de strijd in Spanje voox-al ook als inzet, de machtsverhoudingen in ons werelddeel. Deze machtsverhoudingen liggen veran kerd in de aandeelen en om een herver- deeling dezer aandeelen ging het in we zen ook op het Iberisch schier-eiland. Men denke daartoe slechts aan het niet- inmengingsdrama, aan de Evian-confe- rentie, aan de wijze ook waaróp Engeland op alle gebeurtenissen heeft gereageerd. De kans was geenszins gering, dat het conflict van Spanje zich zou uitbreiden over Europa. Het is niet geschied, maar zulks neemt niet weg, dat Spanje, nu de brand toch in Europa is uitgebroken, partij is in het conflict. Spanje vervult de rol van niet-neutrale. niet-oorlogvoerende mogendheid. Het heeft tot nog toe om alleszins begrijpelijke rede nen deze politiek kunnen handhaven, maar er behoeft geen moment &an te worden getwijfeld, dat Spanje volledig de oog merken van de as-mogendheden onder schrijft. De Spaansche minister van buitenland- sche zaken, Suner, heeft eenige reizen ondernomen naar Berlijn en Rome, de chef van de Gestapo, Rijksminister Himm- ler bracht een bezoek aan het bevriende Spanje en tenslotte heeft Hitier nog een ontmoeting gehad met Franco. Moeten er meer bewijzen worden bijgebracht voor de verbondenheid van Spanje met de spil? Beschouwingen in de Italiaansche pers hebben niet zonder reden gewag gemaakt van een anti-Britsch wereldfront dat zich van Tokio tot Madrid uitstrekt en deze schildering kan allerminst met een schou derophalen worden terzijde geschoven. Er zijn inderdaad onweerlegbare bewijzen aan te voeren voor de lotsverbondenheid. Nu heeft- het feit, dat Spanje na de gevoerde besprekingen in Rome en Berlijn niettemin niet den oorlog aan Engeland verklaard heeft, de Britsche propaganda tot de veronderstelling verleid, dat de be sprekingen op een fiasco waren uitgeloo- pen. Zulks zou Londen niet anders dan aangenaam zijn en al heeft Churchill sinds dien eenige hoofsche buigingen gemaakt in de richting van Madrid, de Britsche premier zal er anderzijds ook wel van doordrongen zijn, dat Duitschland en Italië om meer dan één reden grooter belang hebben bij een Spanje, dat zich officieel afzydig houdt, dan by een oorlogvoerend Spanje. Het land van Franco is bezig zich te herstellen van de zware slagen van den burgeroorlog en het is op grond daarvan de vraag of het waardevolle militaire bij dragen zou kunnen leveren tot een spoe dige beslissing van den strijd. Maar dat wil niet zeggen, dat Spanje geen aandeel neemt, evenmin als dat gezegd kan wor den van Hongarije en Roemenië. Hun politieke gedragingen worden be paald door het pact van drie en zoo is het in wezen ook met Spanje. Spanje kan eerst beteekenis hebben, wanneer het zich inschakelt in de door Berljjn en Rome uitgestippelde Europee sche ordening. Zonder Rome en Berlijn, kan Madrid zich niet roeren, kan Spanje evenmin zijn koloniale aspiraties bevredi gen. Het niet-oorlogvoerende Spanje heeft voor de as-mogendheden vooral economi sche beteekenis en daarmede zal men in Londen ter dege rekening hebben te hou den. Daarbij komt, zoowel voor Spanje als voor de spilstaten de overweging, dat de Vereenigde Staten achter de schermen staan, gelijk reeds gebleken is, toen Ma drid inzake het statuut van Tanger eenige wijzigingen doorvoerde. De omsingeling van Gibraltar via Spanje zou de beducht heid in Amerika voor Engelands positie nog meer doen toenemen. Spanje's positie in het huidige conflict is er een van afwachten. Afwachten, tot dat de as-mogendheden hun ordenings project naar Centraal en Zuid-oost Europa hebben verwezenlijkt. Spanje, welks poli tieke koers toch wel zal vastliggen, zal Elke reclame- en etalageverlichting ook overdag verboden. De langer wordende nachten en de tot dusver opgedane practische ervaringen hebben nieuwe en aanvullende bepalingen op het gebied van de verduistering noodzakelijk gemaakt. Om deze reden is er thans een verordening van den Rijkscommissaris verschenen, die als aanvulling van de verduisteringsverordening 4 Juli, 1940 bedoeld is en de volgende buitengewoon belangrijke nieuwe bepa lingen bevat taren kunnen worden aangebracht om aan de nieuwe voorschriften te voldoen, in den handel brengt. De aanduiding van winkels, hotels, enz., eelame en eta lageverlichting. Er zijn in den laatsten tijd groote moei lijkheden opgedoken in verband met de verduistering op het gebied van reclame- en étalageverlichting. Meestal werd deze verlichting lichtvaardigerwijze niet op den juisten tijd gedoofd en brandde dan nog lang na zonsondergang door. De nieuwe verordening verbiedt nu elke reclame- en étalage-verlichting ook op den dag. Aangezien de duisternis tydens de wintermaanden reeds geruimen tijd voor winkelsluiting intreedt, Iaat de nieuwe verordening de aanduiding van winkels, hotels, café's, theaters en biosco pen, enz. toe, door middel van verlichte aanduidingen. Voor deze aanduidingen mag eveneens slechts donkerblauw licht ge bruikt worden. Zij mogen slechts den aard van het be drijf en den naam van den eigenaar ver melden, alleen bij theaters en bioscopen mag bovendien de titel van hetgeen ver toond wordt, aangegeven worden. De af metingen en de lichtsterkte van deze ver lichte aanduidingen zullen door de rijks inspectie voor de luchtbescherming nog nader worden vastgesteld. Deze verlichte aanduidingen moeten ge doofd worden a) By winkels by winkelsluiting b) B\j hotels, Restaurants en café's bU het ingaan van den sluitingstijd c) By theaters en bioscopen een kwartier na den aanvang van de laat ste voorstelling d) By luchtalarm onder alle omstan digheden onmiddeliyk. Het is den bevoegden instanties bekend, dat het verbod van étalage-verlichting bij dag voor bepaalde bedrijven bijzondere moeilijkheden met zich medebrengt. De nieuwe verordening laat derhalve voor ze kere zaken, wier étalage-artikelen ook bij dag niet te onderscheiden zijn, b.v. in don kere passages enz., toe, dat bij uitzonde ring toestemming wordt gegeven voor eenige verlichting der étalages. De richt lijnen hiervoor zullen nog door de rijks inspecteur voor de luchtbescherming wor den vastgesteld. Er wordt echter nu reeds op gewezen, dat zulk een uitzonderings vergunning slechts in hoogst zeldzame ge vallen zal worden gegeven. Aan zaken, welker étalages aan open straten'en plei nen liggen, zal onder geen voorwaarde een vergunning worden verleend. Met het oog op het a.s. Sinterklaasfeest, dat met zyn voorafgaande dagen voor de Nèderlandschie zakenwereld van zoo groot belang is, zal tot en met 5 December overdag nog een zwakke étalageverlich ting (geen reclame-lichten) zyn toege staan. Hierbij wordt echter nadrukkelijk opge merkt, dat hiermede geen normale groote verlichting bedoeld is. Alleen maar de ge ringste mate van belichting mag worden toegepast. Wordt door winkeliers tot en met 5 De cember 1940 overdag étalage-verlichting ontstoken, dan moet er ten strengste op gelet worden, dat dit alleen maar tus- schen zonsopgang en zonsondergang ge schiedt. Tegen hen, die uit nalatigheid hun étalagelichten in den genoemden over gangstijd nog na zonsondergang hebben branden, zal op de meest drastische wijze worden opgetreden. Er wordt derhalve met den meesten nadruk gewaarschuwd tegen het misbruik van deze voor de bijzondere Sinterklaas-periode toegestane tegemoet koming. De tijden van zonsop- en zonson dergang, die dagelijks in de krant bekend worden gemaakt, dient men dus nauwlet tend In het oog te houden. Met Ingang van 6 December mag étalage-verlichting al leen nog maar in de bovenbedoelde uitzon deringsgevallen en alleen met byzondere schriftelijke vergunning worden ontstoken. Invoering van blauw Hcht. Voortaan mag voor üe volgende onder- deelen der verduistering alleora nog don kerblauw licht gebruikt worden a) Voor die deelen van gebouwen en woningen, welke onmiddeliyk ln de open lucht uitkomen, b.v. hallen, vesti bules, voorportalen, gangen enz. Deze ruimten moeten evenzeer als totnogtoe volkomen verduisterd zijn. Het blauwe licht is alleen voorgeschreven, op dat er bü het openen van de deuren niet te veel licht naar buiten zal vallen. b) Voor binnenvertrekken, welker vensters en buitendeuren weliswaar lichtdicht moeten zyn afgeschermd, doch van tjjd tot tyd geopend moeten worden, terwyl in die vertrekken een zwak licht brandt, zooals byv. ln zie kenhuizen voor het ventileeren der ziekenzalen enz. Zulke vertrekken dienen naast de nor male ook van een verlichting door middel van blauwe lampen te zijn voorzien, welke laatste telkenmale voor het wegnemen der afscherming van de vensters of buitendeu ren in plaats van de normale verlichting moet worden ontstoken. c) Donkerblauw licht is verder voor geschreven voor de blnnenverlichting van spoortreinen, trams, autobussen en motorrijtuigen, voorzoover een bln nenverlichting noodzakelyk is. In spoorwegcoupés', welker vensters en deuren lichtdicht afgeschermd zijn, kan de normale verlichting blijven branden, voor zoover deze coupé's bovendien van een verlichting door middel van blauwe lampen voorzien zyn. Deze laatste moet telkenmale voor het openen der deuren of het afnemen van de afscherming der ven sters in plaats van de gewone verlichting worden ontstoken. d) Verkeersaanduidingen en licht bronnen, welke voor de veiligheid van het verkeer dienen (verlichte richtings borden on waarschuwingsteekens, ver- keersschildpadden, zuilen by tramhal tes, obstakellichten by bouwwerken en gevaarlyke plaatsen enz.), alsmede perrons, wachtkamers en telefooncel len mogen voortaan eveneens slechts van een verlichting met donkerblauw licht voorzien zyn. Hiervan zijn uitgezonderd verlceerssei- nen en verkeerslichten. e) De richtingsborden en lynnum- mers van autobussen, trams en andere locale spoorwegen, alsmede de lampen van taximeters in huurauto's en ry- tuigen moeten ook donkerblauw ver licht zyn. Het gebruik van voet gangerslantarens. De nieuwe verordening brengt ingrypen- de bepalingen met betrekking tot hot ge bruik van voetgangerslantarens. Vanaf de uitvaardiging der verordening mogen deze lantarens alleen nog gebruikt worden met donkerblauw licht. Zy mogen bovendien een bepaalde lichtsterkte, welke door do ryksinspectie voor de luchtbescherming nog nader zal worden vastgesteld, niet over schrijden. De sterk verbreide slechte gewoonte om met zaklantaarns naar boven te schijnen of andere verkeersdeelnemers te verblinden, is door de nieuwe verordening eveneens strafbaar gesteld. Van groot belang "is, dat, afgezien van een bestraffing van den schuldige, in de open lucht gebruikte voet gangerslantarens (hang- en handlanta rens) die niet aan de voorschriften der nieuwe verordening voldoen, in beslag ge nomen kunnen worden. Ieder, die graag in het bezit van zyn zaklantaren wil blijven, doet er daarom verstandig aan, deze voor schriften stipt in acht te nemen. Hierbij dient nog vermeld te worden, dat de Ne- derlandsche industrie reeds een aantal goedgekeurde zaklantarens alsmede hulp middelen, die op iedere normale zaklan- Rijwielen. het sluitstuk moeten worden. Wellicht dat Spanje dan de laatste dolkstoot van de as-mogendheden tegen het Britsche impe rium wordt. Want wie Spanje zegt, zegt Gibraltar. Gibraltar, dat een sleutel is in Britsche handen, kan het slot worden van de deur, die Engeland den toegang moet ontsluiten naar zyn koloniën. Afgezien van het feit, dat juist onder wielrijders in de laatste maanden een massa overtredingen van de verduisterings voorschriften moest worden vastgesteld, hebben na het van kracht worden dei- huidige voorschriften de groote omvang van het rywlelverkeer in Holland en de hier gebruikelijke sterke lampen zulk een overvloed van licht tengevolge gehad, dat nu ook voor de afscherming der rijwiel lampen een radicale verscherping der be palingen noodig is. Volgens do nieuwe verordening moeten de rijwiellampen thans zoo danig afgeschermd zijn, dat slechts e8n S cm. lange en 0,4 breede opening in de bovenste helft het licht door laat. Bovendien moeten de lampen, van boven worden afgedekt. Voor de ten uitvoerlegging van deze bepaling wordt een termijn van 8 dagen gegeven. Met ingang van 4 December moeten dus alle fietsers him lampen volgens het nieuwe voorschrift hebben verduisterd. In dit verband wordt er bijzonder op gewezen, dat de Nederlandsche industrie regds een heele serie practische en goede verduisteringsartikelen voor rijwiellampen in den handel heeft gebracht, die dooi de rijksinspectie voor de luchtbescherming zijn onderzocht en goedgekeurd. Deze arti kelen hebben weliswaar niet altijd de nieuw voorgeschreven opening, maar des ondanks zijn zij overeenkomstig de voor schriften, wat betreft hun lichtsterkte, in dien zij het contróleteeken der rijksinspec tie voor de luchtbescherming dragen, t.w. een ingestempelde of opgedrukte rechthoek met daarin de letters I.L.B. gevolgd door het keuringsnummer. Dergelijke artikelen zijn in alle behoorlijke zaken op dit ge bied voor slechts weinige centen te ver krijgen. Deze kleine uitgave behoedt den wielrijder voor moeilijkheden, daar bij zelfgemaakte vex duisteringsmiddelert altijd het gevaar bestaat, dat zij niet volgens de voorschriften zijn. Goedkeuring vereischt. Van groote beteekenis voor industrie en handel is de bepaling in de nieuwe veror dening, dat in de toekomst verduisterings artikelen voor alle soort voertuigen met inbegrip van rijwielen, voor zaklantaarns en voor verlichte aanduidingen van elke soort slechts dan in den handel, of op andere wy/.e aan den man gebracht mogen worden, indien zij door rijksinspectie voor de luchtbescherming zijn onderzocht en goedgekeurd, hetgeen moet blijken uit het bovengenoemde eontröle-teeken: I.L.B. met keuringsnummer in een rechthoek. Het is onnoodig er nogmaals op te wijzen dat de nieuwe bepalingen inzake de ver duistering in het belang van de bescher ming der bevolking tegen luchtaanvallen zijn uitgevaardigd. Het nakomen van de nieuwe bepalingen brengt geen moeilijkheden met zich mede, wanneer ieder maar voor zich zelf een weinig oplettendheid betracht. In den laat sten tijd kon steeds opnieuw worden vast gesteld, dat de overtredingen der verduis teringsbepalingen voor het allergrootste deel uit vergeetachtigheid en nalatigheid werden begaan. En wel vooral in de eerste uren na zonsondergang en in de eerste morgen-uren voor zonsopkomst. Daar wij nu den_ tijd van het jaar. tegemoet gaan, welke het -meest arm aan licht is, moet ter handhaving van een onlierispeiyice verduisteringsdicipline nu eenmaal de strengste maatregelen tegen overtreders worden genomen. In de toe komst kan geen enkele overtreder meer op genade rekenen. Daarom wordt nogmaals aan allen de vermaning gericht: houdt u aan de ver duisteringsvoorschriften en betracht de strengste verduisteringsdicipline. Hes overlijden van LORD BADEN PQWEU, Gisteren meldden wij het overlijden van Lord R. Baden-Powell of Gïllwell, den stichter van de padvindersbeweging. Robert Stephenson Smyth. Baden Powell werd op 22 Februari 1857 in Oxford ge boren als zoon van een theologisch hoog'- leeraar aan den universiteit aldaar. Hij trad in 1876 in krijgsdienst en trok met zijn regiment naar Indië, Afghanistan en Zuid-Afrika. Van 18901898 bevond hij zich op Mal ta' en in 1895 voerde hij bevel over de in- landsche troepen in den Ashanti-oorlog. De verdediging van Mafeking tegen de boeren van October 1899 tot Mei 1900 bezorgde hem groote vermaardheid. Hierna volgde; zijn bevordering tot generaal-majoor en hoofdinspecteur van het politiecorps in de onderworpen Boerenrepublieken. Van 1903 tot 1907 was hij inspecteur- generaal van de Britsche cavalerie. In 191-0 nam hij afscheid van den actie- ven dienst, om zich geheel te kunnen wij den aan de intusschen reeds door hem ge stichte Padvindersbeweging. Tijdens het beleg van Mafeking had hij reeds met goed gevolg de plaatselijke jeugd voor het ver- leenen van militaire hulpdiensten opge leid. De daarmede opgedane ervaringen gebruikte hij sinds 1907 ook in Engeland bij de vooropleiding van de jeugd tot den militairen dienst. Dientengevolge Iconden bij het uitbreken van den wereldoorlog niet minder dan 100.000 oudere padvinders irt het léger worden opgenomen, terwijl 23.000 onmiddellijk gebruikt konden worden voos bewakings- en berichtendienst. De padvin- dersbeweging ontstond ook in andere lan den naar dit voorbeeld. Bij de eerste groo te internationale bijeenkomst der padvin ders te Londen in den zomer van 1920 in Londen waren 27 landen vertegenwoordigde In 1929 waren in Liverpool 50.000 padvin ders van 44 landen bijeen. Hier benoemdë de Engelsche koning den stichter der be weging tot Lord Baden Powell of Gillwell.- Tijdens de Wereldjamboree, die in 1987 in ons land te Vogelenzang werd gehouden, bracht de „Chief Scout" ook een bezoek aan Nederland. Lord Baden Powell schreef 21 boeken meest over vraagstukken betreffende de beweging. Eenheid en samenwerking bij de hulpverleemng in ons land. Dezer dagen heeft de bond voor het reddingswezen en Eerste Hulp bij Onge lukken „Het Oranje Kruis" te Den Haag., zijn jaarvergadering gehouden, onder voorzitterschap ven den heer H. F. M. E. graaf van Limburg Stirum. De voorzitter deelde mede, dat hij om verschillende redenen gemeend heeft als voorzitter en bestuurslid te moeten aftreden. Het bestuur heeft tot zijn opvolger be noemd den heer J. E. Feisser, arts, direc teur van den gemeentelijken en genees kundigen gezondheidsdienst te Rotterdam, thans penningmeester van den bond. Vervolgens stelde hij de belangrijke voorstellen tot reorganisatie van den bond aan de orde, waardoor vooral de georga niseerde E.H.B.O. in het openbaar aan merkelijk zal worden verbeterd. Aan de toelichting tot deze voorstellen ontleenen wy het volgende In Nederland bestaat een groot aantal vereenigingen op het onderlinge gebied. Er zijn er, die landelijk zijn georganiseerd, andere, die zich tot een plaatselijken bond hebben vereenigd en weer andere, die ge heel los staan. De belangrijkste landelijke organisaties zijn de Nederlandsche ver- eeniging „Eerste Hulp bij Ongelukken", de nationale federatie „het Wit-gele Kruis" en in mindere mate de Algemeene Nederlandsche vereeniglng „Het Groene Kruis". Naast de genoemde vereenigingen bestaan er nog enkele, die zich met een bijzonder onderdeel van hulpverleening bezig houden, zooals de Nederlandsche bond tot redden van drenkelingen, de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaat schappij, de Zuid-Hollandsche Maatschap pij tot redding van schipbreukelingen. „Het Oranje Kruis", waarbij vrijwel alle landelijk georganiseerde lichamen op dit gebied (ook die bij rampen hulp verlee- nen in den vorm van geldelijlcen steun, enz.) benevens de geneeskundige diensten van de belangrijkste steden, zijn aangeslo ten, kan men als de mantelvereeniging van al dezè vereenigingen en lichamen beschouwen. Het Oranje Kruis, dat reeds jaren de op leiding in E.H.B.O. behartigde, (het vei'- sti'elcken van leermiddelen, de uitgifte van het bekende Oi'anje-Ki'uis-boekje, het vei'leenen van subsidies) heeft steeds ge streefd naar verbetering dier opleiding en vooral naar het verkrijgen van eenheid, vooral ook in de examineering en de di plomeering. Reeds geruimen tijd is er van de zydé van „Het Oranje Kx-uis" op gewezen, dat aan E.H.B.O.'ers, die in het openbaar by grootere rampen en catastx'ophen moeten, optreden, hoogere eischen, vooral wat de practische opleiding en meer nog de prac tische ervaring betreft, dienen te worden gesteld dan tot heden het geval Ls. Wil men de zoo gewenschte wettelijke exken- ning van het diploma verkrijgen, dan zijn deze waarborgen dubbel noodzakelijk. Dat daarvoor een centraal orgaan noodig is, is vanzelfsprekend en dat dit hetzelfde or gaan dient te zijn, dat in Nederland de algemeene leiding op het gebied van het reddingwezen en de eersto hulp by onge lukken geeft, ligt voor de hand. Logisch is het, dat dit centx'ale orgaan tevens leiding geeft bij de regeling der georganiseerde hulpverleening in ons land, teneinde te dezen opzichte de noodzakelijke eenheid en samenwerking te verkrijgen en te behou den. Wat dit laatste beti'eft, zal in groote steden met een ambtelyken E.H.B.O.- dienst de in het openbaar werkende eerste-hulporganisatie moeten komen te staan onder leiding en toezicht van den directeur van den gemeentelijken genees kundigen- en gezondheidsdienst, in klei nere steden en grootere dorpen onder lei ding van den gemeente-arts, c.q. van een arts, die van zyn bijzondere belangstelling in het E.H.B.O.-vraagstuk heeft blijk ge geven. In kleinere dorpen zal men zich tot hetzelfde doel met naby liggende moe ten vereenigen tot een organisatie, welke verscheidene dorpen bestx-ijkt, maar ook in dit geval onder een verantwoordelijk medisch leider. In het belang dezer organisatie en om een In-achtige samenwerking te verkrijgen stelde het bestuur voor, dat de belangrijk ste vereenigingen op het gebied der di recte hulpverleening het reclxt vei'krijgen vertegenwoordigers in het bestuur aan te wijzen. Met algemeene stemmen zijn de betref fende voorstellen aangenomen en de daax-- voor noodige wijzigingen van de statuten ei: van het huishoudelijk reglement goed gekeurd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 5