Nieuwe bepalingen betreffende het verduisteren
De afscherming van rijwiellampeneen 3 cm
lange en 0,4 hreeie opening in de
bovenste helft
Reorganisatie E.H.B.O. „Het Oranje Kruis".
Tweede blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Donderdag 28 November 1940
Kroniek van den dag
HET SPAANSCHE FRONT
De afzonderlijke Middellandsche Zee
fronten, waarvan wij in onze Kroniek van
gisteren gewag hebben gemaakt, verdie
nen een nadere beschouwing. Zonder deze
partjjen is de strijd om de posities in de
Middellandsche Zee niet zuiver te beoor-
deelen. Immers, hier zijn niet uitsluitend
Britsche en Italiaansche belangen in het
geding, de andere aangrenzende staten
ztjn bij de ontwikkeling en het resultaat
.van dezen strijd ten nauwste betrokken.
Hun belangen grijpen veelal in elkander
en evenmin als men de gebeurtenissen in
Griekenland als geheel op zich zelf staand
kan beschouwen, doch slechts in het groo-
te verband der Europeesche ordening naar
waarde kan beoordeelen, zoo is het ook
met dat Middellandsche Zee-front, waar
aan wij vandaag onze aandacht willen
schenken Spanje.
De politiek van Spanje er kan niet
aan worden getwijfeld wordt bepaald
door de verhoudingen op het Europeesche
continent. Spanje heeft zijn lot verbonden
aan dat van Italië en Duitschland, niet
alleen op grond van de overweging, dat
de hulp dezer landen wezenlijk heeft bij
gedragen tot een beslissing van den bur
geroorlog, ten gunste van Franco, door
zijn geografische en economische ligging
is het voor Spanje van het grootste be
lang, dat het zijn politiek richt naar die
van de as-mogendheden, wijl hun over
winning Spanje kan verlossen uit een iso
lement en het de bevrediging kan schen-
aspiraties.
Zoolang Engeland den toegang tot de
Middellandsche Zee controleert door de
bezetting van Gibraltar blijft de koloniale
expansie van Spanje een illusie. Zoolang
Engeland bovendien den. toegang tot den
Atlantischen Oceaan vanuit de Middel
landsche Zee beheerscht kan Spanje zich
slechts economisch uitleven bij de gratie
van Londen.
Zoo beschouwd is de burgeroorlog mede
een voorspel geweest tot de groote
machtsworsteling, waaruit een nieuw en
beter Europa te voorschijn moet komen.
Afgezien van de ideologische overwegin
gen, welke aan dezen strijd ten grondslag
lagen, die door het aandeel dat Rusland,
Duitschland en Italië er in hebben geno
men een nog sterker accent kregen, had
de strijd in Spanje voox-al ook als inzet,
de machtsverhoudingen in ons werelddeel.
Deze machtsverhoudingen liggen veran
kerd in de aandeelen en om een herver-
deeling dezer aandeelen ging het in we
zen ook op het Iberisch schier-eiland.
Men denke daartoe slechts aan het niet-
inmengingsdrama, aan de Evian-confe-
rentie, aan de wijze ook waaróp Engeland
op alle gebeurtenissen heeft gereageerd.
De kans was geenszins gering, dat het
conflict van Spanje zich zou uitbreiden
over Europa. Het is niet geschied, maar
zulks neemt niet weg, dat Spanje, nu de
brand toch in Europa is uitgebroken,
partij is in het conflict.
Spanje vervult de rol van niet-neutrale.
niet-oorlogvoerende mogendheid. Het heeft
tot nog toe om alleszins begrijpelijke rede
nen deze politiek kunnen handhaven, maar
er behoeft geen moment &an te worden
getwijfeld, dat Spanje volledig de oog
merken van de as-mogendheden onder
schrijft.
De Spaansche minister van buitenland-
sche zaken, Suner, heeft eenige reizen
ondernomen naar Berlijn en Rome, de
chef van de Gestapo, Rijksminister Himm-
ler bracht een bezoek aan het bevriende
Spanje en tenslotte heeft Hitier nog een
ontmoeting gehad met Franco. Moeten er
meer bewijzen worden bijgebracht voor de
verbondenheid van Spanje met de spil?
Beschouwingen in de Italiaansche pers
hebben niet zonder reden gewag gemaakt
van een anti-Britsch wereldfront dat zich
van Tokio tot Madrid uitstrekt en deze
schildering kan allerminst met een schou
derophalen worden terzijde geschoven. Er
zijn inderdaad onweerlegbare bewijzen
aan te voeren voor de lotsverbondenheid.
Nu heeft- het feit, dat Spanje na de
gevoerde besprekingen in Rome en Berlijn
niettemin niet den oorlog aan Engeland
verklaard heeft, de Britsche propaganda
tot de veronderstelling verleid, dat de be
sprekingen op een fiasco waren uitgeloo-
pen. Zulks zou Londen niet anders dan
aangenaam zijn en al heeft Churchill sinds
dien eenige hoofsche buigingen gemaakt
in de richting van Madrid, de Britsche
premier zal er anderzijds ook wel van
doordrongen zijn, dat Duitschland en Italië
om meer dan één reden grooter belang
hebben bij een Spanje, dat zich officieel
afzydig houdt, dan by een oorlogvoerend
Spanje.
Het land van Franco is bezig zich te
herstellen van de zware slagen van den
burgeroorlog en het is op grond daarvan
de vraag of het waardevolle militaire bij
dragen zou kunnen leveren tot een spoe
dige beslissing van den strijd. Maar dat
wil niet zeggen, dat Spanje geen aandeel
neemt, evenmin als dat gezegd kan wor
den van Hongarije en Roemenië.
Hun politieke gedragingen worden be
paald door het pact van drie en zoo is het
in wezen ook met Spanje.
Spanje kan eerst beteekenis hebben,
wanneer het zich inschakelt in de door
Berljjn en Rome uitgestippelde Europee
sche ordening. Zonder Rome en Berlijn,
kan Madrid zich niet roeren, kan Spanje
evenmin zijn koloniale aspiraties bevredi
gen. Het niet-oorlogvoerende Spanje heeft
voor de as-mogendheden vooral economi
sche beteekenis en daarmede zal men in
Londen ter dege rekening hebben te hou
den.
Daarbij komt, zoowel voor Spanje als
voor de spilstaten de overweging, dat de
Vereenigde Staten achter de schermen
staan, gelijk reeds gebleken is, toen Ma
drid inzake het statuut van Tanger eenige
wijzigingen doorvoerde. De omsingeling
van Gibraltar via Spanje zou de beducht
heid in Amerika voor Engelands positie
nog meer doen toenemen.
Spanje's positie in het huidige conflict
is er een van afwachten. Afwachten, tot
dat de as-mogendheden hun ordenings
project naar Centraal en Zuid-oost Europa
hebben verwezenlijkt. Spanje, welks poli
tieke koers toch wel zal vastliggen, zal
Elke reclame- en etalageverlichting ook
overdag verboden.
De langer wordende nachten en de tot dusver opgedane practische ervaringen
hebben nieuwe en aanvullende bepalingen op het gebied van de verduistering
noodzakelijk gemaakt. Om deze reden is er thans een verordening van den
Rijkscommissaris verschenen, die als aanvulling van de verduisteringsverordening
4 Juli, 1940 bedoeld is en de volgende buitengewoon belangrijke nieuwe bepa
lingen bevat
taren kunnen worden aangebracht om aan
de nieuwe voorschriften te voldoen, in den
handel brengt.
De aanduiding van winkels,
hotels, enz., eelame en eta
lageverlichting.
Er zijn in den laatsten tijd groote moei
lijkheden opgedoken in verband met de
verduistering op het gebied van reclame-
en étalageverlichting. Meestal werd deze
verlichting lichtvaardigerwijze niet op den
juisten tijd gedoofd en brandde dan nog
lang na zonsondergang door.
De nieuwe verordening verbiedt nu elke
reclame- en étalage-verlichting ook
op den dag. Aangezien de duisternis
tydens de wintermaanden reeds geruimen
tijd voor winkelsluiting intreedt, Iaat de
nieuwe verordening de aanduiding van
winkels, hotels, café's, theaters en biosco
pen, enz. toe, door middel van verlichte
aanduidingen. Voor deze aanduidingen mag
eveneens slechts donkerblauw licht ge
bruikt worden.
Zij mogen slechts den aard van het be
drijf en den naam van den eigenaar ver
melden, alleen bij theaters en bioscopen
mag bovendien de titel van hetgeen ver
toond wordt, aangegeven worden. De af
metingen en de lichtsterkte van deze ver
lichte aanduidingen zullen door de rijks
inspectie voor de luchtbescherming nog
nader worden vastgesteld.
Deze verlichte aanduidingen moeten ge
doofd worden
a) By winkels by winkelsluiting
b) B\j hotels, Restaurants en café's
bU het ingaan van den sluitingstijd
c) By theaters en bioscopen een
kwartier na den aanvang van de laat
ste voorstelling
d) By luchtalarm onder alle omstan
digheden onmiddeliyk.
Het is den bevoegden instanties bekend,
dat het verbod van étalage-verlichting bij
dag voor bepaalde bedrijven bijzondere
moeilijkheden met zich medebrengt. De
nieuwe verordening laat derhalve voor ze
kere zaken, wier étalage-artikelen ook bij
dag niet te onderscheiden zijn, b.v. in don
kere passages enz., toe, dat bij uitzonde
ring toestemming wordt gegeven voor
eenige verlichting der étalages. De richt
lijnen hiervoor zullen nog door de rijks
inspecteur voor de luchtbescherming wor
den vastgesteld. Er wordt echter nu reeds
op gewezen, dat zulk een uitzonderings
vergunning slechts in hoogst zeldzame ge
vallen zal worden gegeven. Aan zaken,
welker étalages aan open straten'en plei
nen liggen, zal onder geen voorwaarde een
vergunning worden verleend.
Met het oog op het a.s. Sinterklaasfeest,
dat met zyn voorafgaande dagen voor de
Nèderlandschie zakenwereld van zoo groot
belang is, zal tot en met 5 December
overdag nog een zwakke étalageverlich
ting (geen reclame-lichten) zyn toege
staan.
Hierbij wordt echter nadrukkelijk opge
merkt, dat hiermede geen normale groote
verlichting bedoeld is. Alleen maar de ge
ringste mate van belichting mag worden
toegepast.
Wordt door winkeliers tot en met 5 De
cember 1940 overdag étalage-verlichting
ontstoken, dan moet er ten strengste op
gelet worden, dat dit alleen maar tus-
schen zonsopgang en zonsondergang ge
schiedt. Tegen hen, die uit nalatigheid hun
étalagelichten in den genoemden over
gangstijd nog na zonsondergang hebben
branden, zal op de meest drastische wijze
worden opgetreden. Er wordt derhalve met
den meesten nadruk gewaarschuwd tegen
het misbruik van deze voor de bijzondere
Sinterklaas-periode toegestane tegemoet
koming. De tijden van zonsop- en zonson
dergang, die dagelijks in de krant bekend
worden gemaakt, dient men dus nauwlet
tend In het oog te houden. Met Ingang
van 6 December mag étalage-verlichting al
leen nog maar in de bovenbedoelde uitzon
deringsgevallen en alleen met byzondere
schriftelijke vergunning worden ontstoken.
Invoering van blauw Hcht.
Voortaan mag voor üe volgende onder-
deelen der verduistering alleora nog don
kerblauw licht gebruikt worden
a) Voor die deelen van gebouwen en
woningen, welke onmiddeliyk ln de
open lucht uitkomen, b.v. hallen, vesti
bules, voorportalen, gangen enz.
Deze ruimten moeten evenzeer als
totnogtoe volkomen verduisterd zijn. Het
blauwe licht is alleen voorgeschreven, op
dat er bü het openen van de deuren niet te
veel licht naar buiten zal vallen.
b) Voor binnenvertrekken, welker
vensters en buitendeuren weliswaar
lichtdicht moeten zyn afgeschermd,
doch van tjjd tot tyd geopend moeten
worden, terwyl in die vertrekken een
zwak licht brandt, zooals byv. ln zie
kenhuizen voor het ventileeren der
ziekenzalen enz.
Zulke vertrekken dienen naast de nor
male ook van een verlichting door middel
van blauwe lampen te zijn voorzien, welke
laatste telkenmale voor het wegnemen der
afscherming van de vensters of buitendeu
ren in plaats van de normale verlichting
moet worden ontstoken.
c) Donkerblauw licht is verder voor
geschreven voor de blnnenverlichting
van spoortreinen, trams, autobussen
en motorrijtuigen, voorzoover een bln
nenverlichting noodzakelyk is.
In spoorwegcoupés', welker vensters en
deuren lichtdicht afgeschermd zijn, kan de
normale verlichting blijven branden, voor
zoover deze coupé's bovendien van
een verlichting door middel van blauwe
lampen voorzien zyn. Deze laatste moet
telkenmale voor het openen der deuren of
het afnemen van de afscherming der ven
sters in plaats van de gewone verlichting
worden ontstoken.
d) Verkeersaanduidingen en licht
bronnen, welke voor de veiligheid van
het verkeer dienen (verlichte richtings
borden on waarschuwingsteekens, ver-
keersschildpadden, zuilen by tramhal
tes, obstakellichten by bouwwerken en
gevaarlyke plaatsen enz.), alsmede
perrons, wachtkamers en telefooncel
len mogen voortaan eveneens slechts
van een verlichting met donkerblauw
licht voorzien zyn.
Hiervan zijn uitgezonderd verlceerssei-
nen en verkeerslichten.
e) De richtingsborden en lynnum-
mers van autobussen, trams en andere
locale spoorwegen, alsmede de lampen
van taximeters in huurauto's en ry-
tuigen moeten ook donkerblauw ver
licht zyn.
Het gebruik van voet
gangerslantarens.
De nieuwe verordening brengt ingrypen-
de bepalingen met betrekking tot hot ge
bruik van voetgangerslantarens. Vanaf de
uitvaardiging der verordening mogen deze
lantarens alleen nog gebruikt worden met
donkerblauw licht. Zy mogen bovendien
een bepaalde lichtsterkte, welke door do
ryksinspectie voor de luchtbescherming nog
nader zal worden vastgesteld, niet over
schrijden.
De sterk verbreide slechte gewoonte om
met zaklantaarns naar boven te schijnen of
andere verkeersdeelnemers te verblinden,
is door de nieuwe verordening eveneens
strafbaar gesteld. Van groot belang "is, dat,
afgezien van een bestraffing van den
schuldige, in de open lucht gebruikte voet
gangerslantarens (hang- en handlanta
rens) die niet aan de voorschriften der
nieuwe verordening voldoen, in beslag ge
nomen kunnen worden. Ieder, die graag in
het bezit van zyn zaklantaren wil blijven,
doet er daarom verstandig aan, deze voor
schriften stipt in acht te nemen. Hierbij
dient nog vermeld te worden, dat de Ne-
derlandsche industrie reeds een aantal
goedgekeurde zaklantarens alsmede hulp
middelen, die op iedere normale zaklan-
Rijwielen.
het sluitstuk moeten worden. Wellicht dat
Spanje dan de laatste dolkstoot van de
as-mogendheden tegen het Britsche impe
rium wordt. Want wie Spanje zegt, zegt
Gibraltar. Gibraltar, dat een sleutel is in
Britsche handen, kan het slot worden van
de deur, die Engeland den toegang moet
ontsluiten naar zyn koloniën.
Afgezien van het feit, dat juist onder
wielrijders in de laatste maanden een
massa overtredingen van de verduisterings
voorschriften moest worden vastgesteld,
hebben na het van kracht worden dei-
huidige voorschriften de groote omvang
van het rywlelverkeer in Holland en de
hier gebruikelijke sterke lampen zulk een
overvloed van licht tengevolge gehad, dat
nu ook voor de afscherming der rijwiel
lampen een radicale verscherping der be
palingen noodig is.
Volgens do nieuwe verordening
moeten de rijwiellampen thans zoo
danig afgeschermd zijn, dat slechts
e8n S cm. lange en 0,4 breede opening
in de bovenste helft het licht door
laat. Bovendien moeten de lampen,
van boven worden afgedekt.
Voor de ten uitvoerlegging van deze
bepaling wordt een termijn van 8
dagen gegeven. Met ingang van 4
December moeten dus alle fietsers him
lampen volgens het nieuwe voorschrift
hebben verduisterd.
In dit verband wordt er bijzonder op
gewezen, dat de Nederlandsche industrie
regds een heele serie practische en goede
verduisteringsartikelen voor rijwiellampen
in den handel heeft gebracht, die dooi
de rijksinspectie voor de luchtbescherming
zijn onderzocht en goedgekeurd. Deze arti
kelen hebben weliswaar niet altijd de
nieuw voorgeschreven opening, maar des
ondanks zijn zij overeenkomstig de voor
schriften, wat betreft hun lichtsterkte, in
dien zij het contróleteeken der rijksinspec
tie voor de luchtbescherming dragen, t.w.
een ingestempelde of opgedrukte rechthoek
met daarin de letters I.L.B. gevolgd door
het keuringsnummer. Dergelijke artikelen
zijn in alle behoorlijke zaken op dit ge
bied voor slechts weinige centen te ver
krijgen. Deze kleine uitgave behoedt den
wielrijder voor moeilijkheden, daar bij
zelfgemaakte vex duisteringsmiddelert altijd
het gevaar bestaat, dat zij niet volgens
de voorschriften zijn.
Goedkeuring vereischt.
Van groote beteekenis voor industrie en
handel is de bepaling in de nieuwe veror
dening, dat in de toekomst verduisterings
artikelen voor alle soort voertuigen met
inbegrip van rijwielen, voor zaklantaarns
en voor verlichte aanduidingen van elke
soort slechts dan in den handel, of op
andere wy/.e aan den man gebracht mogen
worden, indien zij door rijksinspectie voor
de luchtbescherming zijn onderzocht en
goedgekeurd, hetgeen moet blijken uit het
bovengenoemde eontröle-teeken: I.L.B. met
keuringsnummer in een rechthoek.
Het is onnoodig er nogmaals op te wijzen
dat de nieuwe bepalingen inzake de ver
duistering in het belang van de bescher
ming der bevolking tegen luchtaanvallen
zijn uitgevaardigd.
Het nakomen van de nieuwe bepalingen
brengt geen moeilijkheden met zich mede,
wanneer ieder maar voor zich zelf een
weinig oplettendheid betracht. In den laat
sten tijd kon steeds opnieuw worden vast
gesteld, dat de overtredingen der verduis
teringsbepalingen voor het allergrootste
deel uit vergeetachtigheid en nalatigheid
werden begaan. En wel vooral in de
eerste uren na zonsondergang en in de
eerste morgen-uren voor zonsopkomst.
Daar wij nu den_ tijd van het jaar.
tegemoet gaan, welke het -meest arm aan
licht is, moet ter handhaving van een
onlierispeiyice verduisteringsdicipline nu
eenmaal de strengste maatregelen tegen
overtreders worden genomen. In de toe
komst kan geen enkele overtreder meer op
genade rekenen.
Daarom wordt nogmaals aan allen de
vermaning gericht: houdt u aan de ver
duisteringsvoorschriften en betracht de
strengste verduisteringsdicipline.
Hes overlijden van
LORD BADEN PQWEU,
Gisteren meldden wij het overlijden van
Lord R. Baden-Powell of Gïllwell, den
stichter van de padvindersbeweging.
Robert Stephenson Smyth. Baden Powell
werd op 22 Februari 1857 in Oxford ge
boren als zoon van een theologisch hoog'-
leeraar aan den universiteit aldaar. Hij
trad in 1876 in krijgsdienst en trok met
zijn regiment naar Indië, Afghanistan en
Zuid-Afrika.
Van 18901898 bevond hij zich op Mal
ta' en in 1895 voerde hij bevel over de in-
landsche troepen in den Ashanti-oorlog. De
verdediging van Mafeking tegen de boeren
van October 1899 tot Mei 1900 bezorgde
hem groote vermaardheid. Hierna volgde;
zijn bevordering tot generaal-majoor en
hoofdinspecteur van het politiecorps in de
onderworpen Boerenrepublieken.
Van 1903 tot 1907 was hij inspecteur-
generaal van de Britsche cavalerie.
In 191-0 nam hij afscheid van den actie-
ven dienst, om zich geheel te kunnen wij
den aan de intusschen reeds door hem ge
stichte Padvindersbeweging. Tijdens het
beleg van Mafeking had hij reeds met goed
gevolg de plaatselijke jeugd voor het ver-
leenen van militaire hulpdiensten opge
leid. De daarmede opgedane ervaringen
gebruikte hij sinds 1907 ook in Engeland
bij de vooropleiding van de jeugd tot den
militairen dienst. Dientengevolge Iconden
bij het uitbreken van den wereldoorlog niet
minder dan 100.000 oudere padvinders irt
het léger worden opgenomen, terwijl 23.000
onmiddellijk gebruikt konden worden voos
bewakings- en berichtendienst. De padvin-
dersbeweging ontstond ook in andere lan
den naar dit voorbeeld. Bij de eerste groo
te internationale bijeenkomst der padvin
ders te Londen in den zomer van 1920 in
Londen waren 27 landen vertegenwoordigde
In 1929 waren in Liverpool 50.000 padvin
ders van 44 landen bijeen. Hier benoemdë
de Engelsche koning den stichter der be
weging tot Lord Baden Powell of Gillwell.-
Tijdens de Wereldjamboree, die in 1987
in ons land te Vogelenzang werd gehouden,
bracht de „Chief Scout" ook een bezoek
aan Nederland.
Lord Baden Powell schreef 21 boeken
meest over vraagstukken betreffende de
beweging.
Eenheid en samenwerking bij de hulpverleemng
in ons land.
Dezer dagen heeft de bond voor het
reddingswezen en Eerste Hulp bij Onge
lukken „Het Oranje Kruis" te Den Haag.,
zijn jaarvergadering gehouden, onder
voorzitterschap ven den heer H. F. M. E.
graaf van Limburg Stirum. De voorzitter
deelde mede, dat hij om verschillende
redenen gemeend heeft als voorzitter en
bestuurslid te moeten aftreden.
Het bestuur heeft tot zijn opvolger be
noemd den heer J. E. Feisser, arts, direc
teur van den gemeentelijken en genees
kundigen gezondheidsdienst te Rotterdam,
thans penningmeester van den bond.
Vervolgens stelde hij de belangrijke
voorstellen tot reorganisatie van den bond
aan de orde, waardoor vooral de georga
niseerde E.H.B.O. in het openbaar aan
merkelijk zal worden verbeterd. Aan de
toelichting tot deze voorstellen ontleenen
wy het volgende
In Nederland bestaat een groot aantal
vereenigingen op het onderlinge gebied.
Er zijn er, die landelijk zijn georganiseerd,
andere, die zich tot een plaatselijken bond
hebben vereenigd en weer andere, die ge
heel los staan. De belangrijkste landelijke
organisaties zijn de Nederlandsche ver-
eeniging „Eerste Hulp bij Ongelukken",
de nationale federatie „het Wit-gele
Kruis" en in mindere mate de Algemeene
Nederlandsche vereeniglng „Het Groene
Kruis". Naast de genoemde vereenigingen
bestaan er nog enkele, die zich met een
bijzonder onderdeel van hulpverleening
bezig houden, zooals de Nederlandsche
bond tot redden van drenkelingen, de
Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaat
schappij, de Zuid-Hollandsche Maatschap
pij tot redding van schipbreukelingen.
„Het Oranje Kruis", waarbij vrijwel alle
landelijk georganiseerde lichamen op dit
gebied (ook die bij rampen hulp verlee-
nen in den vorm van geldelijlcen steun,
enz.) benevens de geneeskundige diensten
van de belangrijkste steden, zijn aangeslo
ten, kan men als de mantelvereeniging
van al dezè vereenigingen en lichamen
beschouwen.
Het Oranje Kruis, dat reeds jaren de op
leiding in E.H.B.O. behartigde, (het vei'-
sti'elcken van leermiddelen, de uitgifte
van het bekende Oi'anje-Ki'uis-boekje, het
vei'leenen van subsidies) heeft steeds ge
streefd naar verbetering dier opleiding en
vooral naar het verkrijgen van eenheid,
vooral ook in de examineering en de di
plomeering.
Reeds geruimen tijd is er van de zydé
van „Het Oranje Kx-uis" op gewezen, dat
aan E.H.B.O.'ers, die in het openbaar by
grootere rampen en catastx'ophen moeten,
optreden, hoogere eischen, vooral wat de
practische opleiding en meer nog de prac
tische ervaring betreft, dienen te worden
gesteld dan tot heden het geval Ls. Wil
men de zoo gewenschte wettelijke exken-
ning van het diploma verkrijgen, dan zijn
deze waarborgen dubbel noodzakelijk. Dat
daarvoor een centraal orgaan noodig is,
is vanzelfsprekend en dat dit hetzelfde or
gaan dient te zijn, dat in Nederland de
algemeene leiding op het gebied van het
reddingwezen en de eersto hulp by onge
lukken geeft, ligt voor de hand. Logisch is
het, dat dit centx'ale orgaan tevens leiding
geeft bij de regeling der georganiseerde
hulpverleening in ons land, teneinde te
dezen opzichte de noodzakelijke eenheid en
samenwerking te verkrijgen en te behou
den. Wat dit laatste beti'eft, zal in groote
steden met een ambtelyken E.H.B.O.-
dienst de in het openbaar werkende
eerste-hulporganisatie moeten komen te
staan onder leiding en toezicht van den
directeur van den gemeentelijken genees
kundigen- en gezondheidsdienst, in klei
nere steden en grootere dorpen onder lei
ding van den gemeente-arts, c.q. van een
arts, die van zyn bijzondere belangstelling
in het E.H.B.O.-vraagstuk heeft blijk ge
geven. In kleinere dorpen zal men zich
tot hetzelfde doel met naby liggende moe
ten vereenigen tot een organisatie, welke
verscheidene dorpen bestx-ijkt, maar ook
in dit geval onder een verantwoordelijk
medisch leider.
In het belang dezer organisatie en om
een In-achtige samenwerking te verkrijgen
stelde het bestuur voor, dat de belangrijk
ste vereenigingen op het gebied der di
recte hulpverleening het reclxt vei'krijgen
vertegenwoordigers in het bestuur aan te
wijzen.
Met algemeene stemmen zijn de betref
fende voorstellen aangenomen en de daax--
voor noodige wijzigingen van de statuten
ei: van het huishoudelijk reglement goed
gekeurd.