DE LABORATORIA VAN DE B.P.M. IN
DIENST DER GEMEENSCHAP.
Mr. Stevens uit Detroit
Wetenschappelijk speurwerk voor
Nederlandsche bedrijven.
'[Van onzen specialen verslaggever.)
I
Met een korte, droge knal knapt een
staaf ijzer in tweeën, en nauwkeurig re
gistreert een wijzer, hoe groot de krachten
waren, die er aan trokken. De breukvlak
ken worden met een bepaald zuur behan
deld, en vervolgens onder de microscoop
bekeken.
Een klep gaat open, en een geweldige
hitte slaat oris tegenin een gloeiende
oven liggen vurig-roode cylinderkoppen,
die straks zullen dienen als afsluiting van
buizen met samengeperst gas. Een ijze
ren plaat, beschilderd met een verf zon
der lijnóliebestanddeélen wordt aan een
kunstzon blootgesteld, dan krijgt ze een
kunstmatige regenbui te verduren, ver
volgens breekt de kunstzon weer door de
kunstwolken, en op die manier gaat men
na, <9f de 'verf inderdaad van deugdelijke
kwaliteit is.
Een buis wordt niet bestreken met
asfaltbitumen, maar met koolteerpek, en
dan \n het zonnetje of onder druk gezet.
Hoe zal de koolteerpek zich hóuden; zal
zij van de buis afdruipen of ingedrukt
worden onder het er 'op gezette gewicht?
EEN BELANGRIJK INITIATIEF.
Wij bevinden ons in de laboratoria van
de Bataafsche Petroleumniaatscliappij, dat
imposante gebouwencomplex aan den
overkant van het IJ te Amsterdam, waar
sedert jaren wetenschappelijk speurwerk
wordt verricht in den breedstén zin des
woQrds. Men kan dit werk niet vergeleken
met den arbeid in een gewoon fabrielisla-
boratorium, waar men zich geheel wijdt
aan de directe taak het waarborgen van
een goeden gang van zaken in de fabriek.
In de laboratoria van de B.P.M. te Am
sterdam houdt men zich sinds jaren bezig
met het „researchwerk" in het algemeen,
namelijk hetuitvoei'en van toegepaste na
tuurwetenschappelijk onderzoek op groote
schaal, zoomede de bestudeering van fun-
damenteele problemen van wetenschap en
techniek. Dit speurwerk, dat zoowel gericht
is op verbetering van productiemethoden
en van de eigenschappen der producten
zelf, als op het voortbrengen van geheel
nieuwe stoffen, welke gebruikt kunnen
worden als grond- of hulpstoffen voor
andere bedrijven, of aanleiding geven tot
geheele niéuwe takken van bedrijf, vormt
een onmisbare schakel in de industrie.
Fabriekslaboratoria zijn voor dit zeer
speciale werk; dat bijzondere eischen stelt
ten aanzien van instrumentarium en per
soneel, minder geschikt practischer is het,
dezen arbeid te concentreeren in een spe
ciaal daarvoor ingericht centraal laborato
rium. Hier weet de leiding door jarenlange
ervaring snel en scherp de voor de oplos
sing van ieder' gesteld probleem bepalende
factoren te analyseeren en den weg uit te
stippelen, waarlangs de oplossing in eerste
instantie gezocht moet worden. Zij heeft de
mogelijkheid om, uit een staf van specia
listen op velerlei gebied, die persoon of
groep van personen met de uitvoering der
werkzaamheden te belasten, die er van ge
val tot geval het meest geschikt voor is.
Op hun beurt kunnen de onderzoekers
zich uitsluitend op de oplossing der ge
stelde opgaven concentreeren. Zij beschik
ken daarbij over een instrumentarium voor
zien van alle hulpmiddelen, een uitgebreide
bibliotheek en documentatiedienst en, wat
zeer belangrijk is, over de gezamenlijke
kennis en ervaring van den geheelen staf.
Het is dan ook begrijpelijk, dat onder deze
omstandigheden het grootste nuttige effect
van de aan researchwerk besteede kosten
bereikt wordt.
Alleen een onderneming van een zooda
nige veelzijdigheid en omvang, dat er een
onafgebroken stroom van problemen uit
ha ar eigen bedrijf voortvloeit, kan zich het
in stand houden van zulk een groot on
derzoekingslaboratorium veroorloven. In
welke mate dit bij het oliewinnings- en
veredelingsbedrijf van de Bataafsche Pe
troleum Maatschappij het geval was, moge
blijken uit het feit, dat de personeelsbe
zetting der Amsterdamsche laboratoria tot
ongeveer 1800 man was gestegen. Hier
onder zijn een 150-tal academici, die de
meest uiteenloopende vakgebieden op het
terrein der pure en toegepaste chemie en
natuurkunde vertegenwoordigen.
EEN NIEUWE TAAK.
Wjj kunnen ons indenken, dat de aan
dachtige lezer ons hier in de rede zou wil
len vallen met de zeer begrypelijke vraag
„Maar op het oogenblik zal er, gezien de
tydsomstandigheden, in de kringen van de
B. P. M. toch wel weinig animo bestaan
voor dergelijk onderzoekingswerk?"
Inderdaad, het laboratorium is momen
teel afgesneden van de olievelden, fabrieken
en laboratoria in andere deelen van de we
reld men is totaal onkundig van den
stand van zaken elders. Bovendien kon een
belangrijk deel van het in behandeling
zijnde werk niet worden voortgezet, omdat
in .het grondstoffenmateriaal voor een aan
tal onderzoekingen niet langer kon worden
voorzien.
Dus het werk staken en het laboratorium
sluiten
Het is een feit', dat met de instandhou
ding van dit in lange jaren van zorgzamen
arbeid opgebouwde apparaat naast een be-
drijfs en wetenschappelijk, ook een groot
sociaal belang gemoeid is. De Nederland
sche overheid en de leiding van tal van in-
dustrieele ondernemingen in ons land zien
zich thans voor een vloed van onverwachte
problemen geplaatst, welke dringend om
oplossing vragen.
Meer dan ooit moet thans overal de
uiterste zuinigheid betracht worden en vele
bedrijven moeten zich instellen op de ver
werking van andere tot dusverre, niet ge
bruikte grondstoffen, op (le fabricatie van
vervangingsgoederen en moeten zich aan
passen aan sterk veranderde marktomstan
digheden.
Een en ander heeft de leiding van
de Bataafsche Petroleum Maatschappij
doen besluiten het laboratorium en de
arbeidskrachten van deze organisatie
beschikbaar te stellen voor de geheele
Nederlandsche technische en economi
sche gemeenschap.
Door dit initiatief stelt het Laboratorium
zich op een basis, waarvoor in Europa
niet licht een parallel te vinden is, maar
die in Amerika reeds lang haar bestaans
recht heeft bewezen. Men denke aan het
befaamde Mellon Institute, in Pittsburgh,
gegrondvest met het doel om het Ameri-
kaansche bedryfsleven in al zjjn geledingen
in staat te stellen wetenschappelijk speur
werk te laten uitvoeren in een groot, goed
geoutilleerd en rationeel georganiseerd la
boratorium. De doelstelling van het insti
tuut is om door beschikbaarstelling van
een organisatie, die groote ervaring bezit
op het terrein van toegepast natuurweten-
schappeiyk research-werk, de grootst mo
gelijke baten te bereiken voor de ontwikke
ling van wetenschap en techniek, terwijl
door doeltreffendheid van organisatie de
kosten zoo laag mogelijk gehouden worden.
Het ligt geenszins in de bedoeling, in
concurrentie te treden met bestaande ana
lytische laboratoria of met de chemisch-
technische laboratoria inzake materiaal
onderzoek, noch met de bestaande officieele
of particuliere studiediensten en proefsta
tions.
De physlsch-chemische en technologische
werkzaamheden, die het Laboratorium in
opdracht van derden uitvoert, zyn van den
meest uiteenloopenden aard. Zij omvatten:
Het uitwerken van fabricatie-methodes
van vervangingsmiddelen voor producten
of materialen, die schaarsch zijn gewor
den of niet meer te krygen zyn.
Het uitwerken van nieuwe werkwezen
voor de bereiding van producten, waar
voor de tot dusverre gebruikte methode
niet meer kan worden toegepast.
Het opsporen van de oorzaken van be-
drijfsstoornissen of fabricatie-fouten bij
industrieën.
Het verbeteren van de eigenschappen
van fabrikaten en half-fabrikaten.
Het verrichten van natuurwetenschappe-
De bedoeling van het agrarisch
front.
Te Amsterdam heeft de vakgroep sla
gers van het agrarisch front een druk be
zochte propaganda-by eenkomst gehouden.
Dr. J. J. Meier, directeur van het abat
toir te Breda, gaf een uiteenzetting over
de bedoeling- van het agrarisch front
Het vaststellen van de maximum-pryzen
van vleesch is in handen geweest van de
burgemeesters. Deze zyn geen deskundi
gen in het slagersvak, met alle gevolgen
van dien. Nu heeft Den Haag het vaststel
len der pry'zen ter hand genomen. De
nieuwe pryslyst toont ons onmiddellijk de
bevoorrechte positie der vleeschwarenfa-
brieken. De veehoudery-centrale heeft de
slagers op de tweede plaats gezet. Ook
hier bUjkt men niet geheel op dé hoogte
der zaken te zyn.
Aan de hand van verschillende cyfers
besprak dr. Meier de gemaakte fouten in
het verleden, waarvan de slager de dupe
was. Het vleeschgebruik ging omlaag en
de prijzen liepen omhoog. De verdeeldheid
onder de slagers heeft de bevoorrechting
der vleeschfabricken tot gevolg gehad.
Ook de vestigingswetten, hoewel in prin
cipe juist, hebben een verkeerde uitwer
king gehad. De slagers zyn door dit alles
in de put geraakt en moeten' noodig ver
lost worden. Dit eischt een zeer lange ont
wikkelingsperiode. Het moet groeien. De
corporatieve ordening aldus spreker
kan uitkomst bieden. Deze verschaft ons
de noodzakelijke samenwerking en maakt
een einde aan de concurrentie.
Laten de slagers een hechte eenheid
vormen. Slechts een eenheid kan ons e n
redeiyk bestaan brengen, aldus spr.
De heer Den Hertog, landeiyk propa
gandaleider weer in een toespraak er op,
dat overproductie, teveel aan arbeids
krachten, begrippen waren, die hoogtij
vierden en werkloosheid veroorzaakten.
Ook de middenstand werd in dezen nood
toestand getrokken. Nederland, de model
boerderij van Europa, kan ons geheele
land van voedsel voorzien.
Met daden wil het boeren front laten
zien, dat eenheid noodig is om een betere
maatschappij te doen ontstaan.
Het werk van de Belgische
rehabilisatiecommissie.
De rehabilisatiecommissie die op grond
van de bekende verordening van den mili
tairen bevelhebbér belast is met het rechts
herstel voor de in België wegens samen
werking met de Duitsche bezettingsmacht
in den wereldoorlog vervolgde personen, is
naar het A.N.P. uit Brussel meldt, reeds
wekenlang bezig met de bewerking der in
gekomen verzoeken. Van toonaangevende
Duitsche zgde in België wordt thans nog
maals de beteekenis dezer rehabilisatie-
actie uiteengezet. De taak van 'de com
missie bestaat er in die Belgen te rehabili-
teeren, die om zuiver ideëele redenen in
het belang van hun land of hun landslieden
een loyaal standpunt hebben ingenomen
tegenover de bezettingsautoriteiten in Bel
gië en die schade hebben geleden tenge
volge van in verband hiermede door de
Belgische autoriteiten genomen maatrege
len. Hier vallen dus de gevallen buiten,
waarin blijkt, dat dé verzoeker zich alleen
om economische redenen vrijwillig aan den
kant van de bezettende mogendheid heeft
geplaatst en voor haar heeft gewerkt. Een
zelfde beoordeêling ondergaan gevallen van
spionnage, die toenterty'd noodzakelijker
wijze tegen België moestén zijn gericht.
Verder wordt er op gewezen, dat alleen
Belgische onderdanen zich op de verorde
ning kunnen beroepen. Een uitzondering
geldt alleen voor hen, die in 1918 als Bel
gische onderdanen zyn gevlucht om zich te
onttrekken, aan vervolgingen en die daar
na een andere nationaliteit aanvaard heb
ben. Van Duitsche zyde wordt er de nadruk
op gelegd, dat alle verzoeken door de re
habilisatiecommissie met de grootste con
sciëntie bestudeerd worden, en dat vooral
aan de in dienen stukken de strengste
eischen worden gesteld.
ïyk onderzoek voor het oplossen van
vraagstukken, die zich voordoen by land
aanwinning en by land- en tuinbouw.
Daarnaast zyn er belangryke problemen
voortgekomen uit de burgeriyke bouw
kunde, zooals het onderzoek van de eigen
schappen van nieuwe of tot dusverre wei
nig toegepaste bouwmaterialen, en de be
studeering van de meest doelmatige wijze
van toepassing van die materialen by den
bouw.
De Amsterdamsche beurs had
een onzeker verloop.
Na prijshoudende opening lichtelijk
reageerend.
Het weekend was verloopen zonder dat
zich gebeurtenissen van, voor de effecten
beurs, storenden aard hadden voorgedaan.
Het zakenverkeer was niet van omvang-
ryken aard, maar in enkele afdeelingen
ging nog wat om. Een bepaalde stemming
kon niet worden opgegeven. De markt had
een onzeker voorkomen en een onregel
matig verloop. By de opening werd op de
meeste afdeelingen gehandeld tegen onge
veer de prijzen, waarop Zaterdag de notee
ring werd verlaten en daarna volgden de
koersen een opwaartsche richting. Deze
verbetering was echter niet van duurzamen
aard, want middenbeurs kwam opnieuw
materiaal aan de markt in verband waar
mee verscheidene aandeelen daalden tot be
neden het peil van den openingsprys. Olies
.werden tegen ongeveer 256 ingezet,
stegen daarna een zevental punten, maar
liepen vervolgens een tiental procenten ach
teruit, terwyl tegen het slot opnieuw weer
stand werd geboden. Evenals de laatste
dagen werd het koersverloop van het toon
aangevende petroleumaandeel nauwlettend
gadegeslagen en ook thans was de koers
ontwikkeling daarvan van invloed op de
geheele markt. Van de suikerfondsen liepen
H.V.A.'s na iets lager te zyn ingezet, eenige
procenten naar boven, waarna de aldus
ontstane koerswinst weer moest worden
prijsgegeven. De incourante soorten waren
onregelmatig. Op de rubberrubriek liepen
Amsterdam rubbers kort na de opening
eenige punten naar boven, doch de beste
prijzen bleven niet gehandhaafd. Diverse
minder courante soorten werden iets hooger
genoteerd. De affaire in tabakken was ge
ring. De Sumatra aandeelen waren onregel
matig zonder dat groote koersverschillen
voorkwamen. Voor Scheepvaartpapieren be
stond oorspronkelyk een vaste stemming en
scheepvaartunies gaven hiervan een goede
weerspiegeling door tot 164% op te
loopen, terwijl Oude Booten tot 148%
werden afgedaan. Later op den middag
echter kon ineens een kleine inzinking wor
den waargenomen. De affaire in indus-
trieelen was van bescheiden omvang.
Aku's waren vrywel onveranderd en het
zelfde kon dienen van de Unilevers en de
Philipsaandeelen. In de overige soorten was
weinig te doen. De koersbeweging was on
regelmatig, waarby over het algemeen
slechts bescheiden variaties vielen op te
merken. Voor Amerikaansche waarden werd
slechts matige belangstelling aan den dag
gelegd. Ook hier was de stemming aan
vankelijk pryshoudend en werd meeren-
deels afgedaan op of een kleinigheid boven
de vorige slotpryzen, geleidelijk aan kon
echter een lichte verzwakking worden
waargenomen.De grootste omzetten von
den plaats in de staalaandeelen en Ana
conda's.
De Nederlandsche beleggingsmarkt was
stil. De Nederlandsche staatsobligatiën wa
ren niet of niet noemenswaard veranderd.
Gem. en Prov. obligatiën waren pryshou
dend. Pandbrieven vrijwel zonder affaire.
Prolongatie 2%
PRIJZENBUREAU VOOR
VERLICHTIN GS- EN AANVERWANTE
ARTIKELEN.
Ter uitvoering van de in de pryzenbe-
schikkingen gegeven voorschriften werd op
Donderdag 21 November 1.1. te Amster
dam opgericht het prijzenbureau voor den
detailhandel in veriichtings- en aanver
wante artikelen. Dit bureau, hetwelk in
samenwerking met de sectie electrotech-
nische industrie van het departement van
economische zaken is opgericht, heeft ten
doel prysregelend in deze branche te wer
ken. Het burèau staat onder leiding van
de heeren H. J. Erb en mr. P. G. Vos en
is gevestigd Weteringschans 90, Amster
dam, tel. 45012.
AGENDA
MIDDELBURG.
Electro-Bioscoop. Van Vrydag 22 tot en
met Donderdag 28 November „De
verboden vrucht" en „Geheimen van
het oerwoud".
VLISSINGEN.
Alhambra-Thoater. Van Vrydag 22 tot
en met Dinsdag 26 November „Wie
ner Geschichten".
GOES.
Grand-Theater. Vrijdag 22, Zaterdag 23,
Zondag 24 en Dinsdag 26 November
„Vadertje Langbeen".
De legerberichten van gisteren.
HET DUITSCHE.
Het opperbevel van de Duitsche weer
macht deelde gisteren mede:
Een van de in overzeesche wateren
opereerende oorlogsschepen meldt als
totaal resultaat van zyn bedryvigheid het
tot zinken brengen van 95.000 brt. vyan-
delijke handelsscheepsruimte.
De vergeldingsaanvallen van het lucht-
wapen tegen Londen duurden ook in den
nacht van 23 op 24 November voort Bat-
tersea, Southwark en andere stadswyken
waren het doel van succesvolle bombarde
menten. Talryke Duitsche gevechtseska
ders bestookten bovendien, zooals reeds
gemeld, in onophoudelyke aanvallen
Southampton met bommen van alle kali
bers. In de haven- en industrieels instal
laties braken geweldige branden uit, die
tot in Frankrijk te zien waren. Ook ver
schillende voor den oorlog belangrijke doe
len aan de West- en Zuidkust van Enge
land werden met succes gebombardeerd.
Het leggen van mynen voor de Britsche
kust werd voortgezet.
Overdag vielen Duitsche vliegtuigen tfl-
dens bewapende verkenning Londen en
eenige plaatsen aan de kanaallcust met
bommen aan.
In den nacht van 24 op 25 November
wierpen Britsche vliegtuigen in Noord-
Duitschland eenige bommen neer, zonder
noemenswaardige uitwerking. Het bericht
van het Britsche ministerie van voorlich
ting, dat in den nacht van 23 op 24 No
vember in Beriyn stations met bommen
hebben bestookt, is onjuist. Geen enkel vy-
andely'k vliegtuig heeft in dezen nacht bo
ven Beriyn gevlogen.
In een luchtgevecht werd een Britsch
vliegtuig neergeschoten. Drie Duitsche
vliegtuigen worden vermist.
HET ITALÏAANSOHE.
Het 171ste communiqué van het Itali-
aansche hoofdkwartier luidt:
„Aan het Grieltsche front doeltreffen
de tegenaanvallen van onze afdeelingen.
Onze luchtmacht heeft de vyandelijke stel
lingen gebombardeerd, vooral langs de
kust van Epirus. Vyandelyke vliegtuigen
hebben een aanval gedaan op Durazzo,
waarby eenige menschen gewond werden
en lichte schade werd aangericht. Een
vyandelyk vliegtuig werd neergehaald.
Onze jagers hebben een tweemotorig
vliegtuig van het type Wellington ach
tervolgd en het ten Noorden van Malta in
zee geschoten. Een onzer jachtescadrllles
heeft in duikvlucht een aanval gedaan op
het vliegveld Micabba. Talryke aan den
rand van het veld staande vliegtuigen
werden met machinegeweervuur bestookt,
drie geraakten onmiddellijk in brand. Het
vuur breidde zich snel uit, waarvan ont
ploffingen het gevolg waren. Het vuur
nam zulk een omvang aan, dat het van
de Siciliaansche kust af gezien kon wor
den. Alle vliegtuigen zijn teruggekeerd.
Onze vliegtuigen hebben een aanval on
dernomen op de vlootbasis te Alexandria
en vele malen doelen in de haven getrof
fen. Andere vliegtuigen keerden zich te
gen de. militaire .verleen in het gebied ten
Zuiden van Mersa Matroe. Vijandelyke
vliegtuigen wierpen bommen op Tobroek
en Bardia,, waar lichte schade werd toe
gebracht. In Bardia werden eenige men
schen gewond. Een aanval werd ook ge
daan op Derna, waar een vacantiehuis
werd getroffen. Er zijn vyf dooden en twee
gewonden. Te Apollonia is een hospitaal,
dat duidelijk van het Rood.- Kruisteeken
was voorzien, door vyandelyke vliegtui
gen gebombardeerd en van zeer dichtbij
met mo.ch' ïegeweervuur bestookt. Hier is
iemand gewond. Ten oosen van Amseat is
een Blenheim-vliegtuig dat door onze ja
gers was ngehaald, neergeschoten, en
stortte brandend omlaag.
DOOR R. ARDEN.
50)
„Laveeren is een mooi woord," grynsde
Ben Beverly. „Makkelyk gezegd, maar niet
zoo makkelyk gedaan. Zeg, Peters, ik wil
liever zonder verstand ervan zeilen, dan
met verstand ervan naar den dujvel
gaan." Hij zweeg een oogenblik, om te
luisteren. „Bijlslagen, nu werken er al
ten minste zes man. Dan sleepen ze de
stammen naar de kust, beginnen te bou
wen, richten een verschansing op van
middag kunnen ze ermee klaar zijn. Vóór
den middag moeten we door dat smalleo
kanaal weg zien te komen, anders komen
we in een vechtparty terecht, die we niet
overleven. Ik wilde, dat ik een paar hand
granaten had! Dat zou nog eens sport
zyn!"
Nu rekte ook Edna zich uit en ze kwam
liit haar deken te voorschijn.
„Ik ben er ook voor, liever te zeilen, dan
hier te blyven wachten, tot ze ons eronder
hebben! Liever buiten op de open zee ver
ongelukken, dan aan deze kerels ten offer
te vallen."
„Misschien komen we nog met motor
kracht door het kanaal naar zee," zei Pe
ters. „rk hen alleen bang, dat deze smalle
strook water links en rechts door schut
ters bezet is, die ons het vuur na aan de
schenen zullen leggen, als we er door
willen."
Ben Beverly snoof eens.
„Ik mik den goeden wind. VooruitWe
moeten het probeeren!"
HOOFDSTUK XLV.
Peters snelde naar de, machinekamer en
probeerde den motor aan te slaan. Maar
het bleek een ruwoliemotor te zyn, zoodat
er een bijzondere kennis voor noodig was
om hem op gang te brengen. Peters klopte
tegen de tank. Het ding was werkelijk
leeg. Het had dus geen doel, hier onnoo-
dig zijn tyd te verdoen, want het zou, zelfs
als het gelukken zou, den motor aan te
slaan, een poosje duren, voordat hy warm
werd en dan was het resje brandstof,
dat zich misschien hog in den vergasser
bevond, beslist op. Maar als de motor mid
den in de vaart zou uitscheiden, dan zou
de kotter vermoedelyk naar een kant wor
den gedreven en stranden.
Peters snelde weer naar het dek om
melding, te maken van hetgeen by had
vastgesteld. Ben Beverly knikte.
„Dan trekken we dus het anker op en
hijschen het voorzeil.Ik zal wel aan het
stuur gaan staan!"
„Neen," zei Peters, „laat my maar stu
ren. Ik heb een vriend gehad, die me
tweemaal heeft meegenomen om te zeilen.
Ik heb er dus meer verstand van dan
Jij".
Ben Beverly was al bezig, de anker
ketting op te winden. Daarna begon hy
aan de verschillende touwen te prutsen,
die keurig aan de mast waren vastge
snoerd. Hy vond eindelyk ook het goede
en met hulp van Edna gleden kluiver,
fok en vlieger omhoog. De briesch bolde de
zeilen en de kotter begon zich te keeren.
Peters stuurde, maar hy moest inmid
dels tot zyn teleurstelling vaststellen, dat
er niet veel resultaat van was te merken.
„Het geeft allemaal niets," riep hy Ben
Beverly toe. „We moeten ook het groote
zeil hyschen. Ik bedoel dat groote daar!
Edna neem jy even het stuurrad!"
Edna nam gehoorzaam het stuurrad over
en daarna begonnen Peters en Beverly
het groote zeil te hyschen. Daar waren"
eigenlyk vier man voor noodig en dan nog
vier, die er verstand van hadden. By Ben
Beverly en Peters moest de lichaams
kracht voor twee man en een groote hoe
veelheid vakkennis in de plaats komen.
Maar ze kregen het zeil omhoog. Wel sloeg
daarby de dwarsboom uit en als hy
iemand getroffen had, zou dat tot een
catastrofe hebben geleid. Toen de dwars
boom met de schoot vastgemaakt was,
snelde Peters weer naar het stuurrad.
„Ik denk er nu ineens aan," riep Edna.
„De regel zegt: de stand van het zeil hal
veert den hoek die door de windrichting
in de kielltfn gevormd wordt. Nu liggen
we voor den wind!"
„Onzin," zei Peters. „Je kunt sturen of
niet. Kan jy het?"
„Neen", zei Edna. „Ik moest eerst over
die formule nadenken."
Maar daar was nu geen tyd meer voor.
De wind wachtte er niet op, dat er een
formule werd gevonden. De wind drukte
plotseling met groot geweld tegen het zeil
en wel met zulk een geweld als g.een van
de drie moedige zeevaarders ooit hadden
kunnen denken. De kotter helde naar bak
boord over en schepte water. Peters draal
de als een waanzinnige aan het stuur
rad plotseling kreeg de „Dolfyn" een
groote vaart en liep regelrecht op het
dichte boschje toe, dat een kant van de
bocht omsloot.
„Andersom," brulde Beverly. „Anders
om, man!"
Peters draaide vol schrik „andersom",
waarop de kotter weer een van zyn diepe
buigingen maakte, Edna haar evenwicht
verloor en byna over de verschansing
werd geslingerd. Maar toen moest de kot
ter wel „voor den wind" liggen. De „Dol
fyn" zette nu werkelijk koers naar het
kanaal, dat naar de open zee leidde, doch
daarby dient te worden opgemerkt, dat
het minder aan Peters' verdienste dan
wel aan het gelukkig toeval was te dan
ken.
Tot op dit oogenblik waren al deze ma
noeuvres aan land waarschynlijk niet be
merkt of althans niet ernstig opgevat.
Thans echter kwamen de eilandbewoners
tot de conclusie, dat de wind het goede
met de moedige zeilers voor had en barm
hartig uit den goeden kant woei. Er ont
stond een wilde schietparty, de kogels
sloegen in de mast, doorboorden de zeilen
en ontmoetten overigens slechts lucht, het
geen, zooals bekend, verder niet gevaar-
ïyk is.
Edna en Ben Beverly wierpen zich op de
planken en keken vol angst' naar Peters,
die moest blijven staan, omdat hy anders
heelemaal geen koers kon houden. Tydens
de vyf minuten, die nu volgden, was Pe
ters zónder eenigen twijfel een held. Hy
bediende met toegeknepen lippen het
stuurrad en links en rechts van hem sloe
gen de kogels in. Peters kromp echter
zelfs geen enkele maal ineen. Ben Beverly
kroop op handen en voeten naar hem toe.
„Laat my het stuurrad maar vasthou
den. Jy bent tenslotte van plan een familie
te stichten."
Maar Peters had geen tyd. Thans had
de „Dolfijn" de smalle doorvaart bereikt.
Was het tot nu toe gevaarlijk, het stuur
rad te bedienen, thans werd het een kans
spel met den dood. Links zoowel als rechts
lagen aan beide zyden twee, drie mannen
geknield en mikten op den moedigen
stuurman. Gelukkig waren het geen
scherpschutters, doch knoeiers uit deze om
geving. Niettemin bracht Peters het er
niet zonder een schampschot aan zyn bo
venbeen af, vlak naast de pas genezen
wond, die hy het „souvenir aan Casablan
ca" noemde. Hij mei'kt het nauwelyks,
hy voelde slechts een lichten slag, want
hy waa zoo gespannen, dat hy vooreerst
geen druppel bloed 2ag.
Ook aan de vreeselykste minuut komt
eenmaal een einde de kotter zeilde weg
in het vrije water en een reusachtige dei
ning nam het scheepje op. Beverly had er
spoedig de juiste benaming voor gevon
den: hy vergeleek het met een lucht-
schommel. Daarby woei hier echter een
wind, waarvan men in de beschermde
bocht niets kon weten. De kotter kreeg
een vaart, die ten hoogste voor een oce
aan jacht toelaatbaar was.
„Reef het groote zeil!" brulde Peters.
„De wind drukt ons omver of hij breekt
onze mast! Kap de iyn maar!"
De eerste breker veegde Edna en Ben
Beverly tot aan den achtersteven. Daar
verzamelde Ben Beverly evenwel zyn
krachten, hy liep hinkend naar het louw
en maakte dat los. Het groote zeil kwam
kletterend naar beneden.
Nu kon Peters goed voor den wind bly
ven. Reeds lag het eiland, dat hun byna
noodlottig was geworden, ver achter hen.
Voor hem teekende zich de kust duidelyk
af. „Je moet een beetje meer rechtsaan
houden," zei Ben Beverly, die van bak
boord of stuurboord geen verstand had.
„Meer naar rechts, anders komen we te
dicht bij de kust en raken we in de bran
ding verzeild!"
(Slot volgt)