DE LABORATORIA VAN DE B.P.M. IN DIENST DER GEMEENSCHAP. Mr. Stevens uit Detroit Wetenschappelijk speurwerk voor Nederlandsche bedrijven. '[Van onzen specialen verslaggever.) I Met een korte, droge knal knapt een staaf ijzer in tweeën, en nauwkeurig re gistreert een wijzer, hoe groot de krachten waren, die er aan trokken. De breukvlak ken worden met een bepaald zuur behan deld, en vervolgens onder de microscoop bekeken. Een klep gaat open, en een geweldige hitte slaat oris tegenin een gloeiende oven liggen vurig-roode cylinderkoppen, die straks zullen dienen als afsluiting van buizen met samengeperst gas. Een ijze ren plaat, beschilderd met een verf zon der lijnóliebestanddeélen wordt aan een kunstzon blootgesteld, dan krijgt ze een kunstmatige regenbui te verduren, ver volgens breekt de kunstzon weer door de kunstwolken, en op die manier gaat men na, <9f de 'verf inderdaad van deugdelijke kwaliteit is. Een buis wordt niet bestreken met asfaltbitumen, maar met koolteerpek, en dan \n het zonnetje of onder druk gezet. Hoe zal de koolteerpek zich hóuden; zal zij van de buis afdruipen of ingedrukt worden onder het er 'op gezette gewicht? EEN BELANGRIJK INITIATIEF. Wij bevinden ons in de laboratoria van de Bataafsche Petroleumniaatscliappij, dat imposante gebouwencomplex aan den overkant van het IJ te Amsterdam, waar sedert jaren wetenschappelijk speurwerk wordt verricht in den breedstén zin des woQrds. Men kan dit werk niet vergeleken met den arbeid in een gewoon fabrielisla- boratorium, waar men zich geheel wijdt aan de directe taak het waarborgen van een goeden gang van zaken in de fabriek. In de laboratoria van de B.P.M. te Am sterdam houdt men zich sinds jaren bezig met het „researchwerk" in het algemeen, namelijk hetuitvoei'en van toegepaste na tuurwetenschappelijk onderzoek op groote schaal, zoomede de bestudeering van fun- damenteele problemen van wetenschap en techniek. Dit speurwerk, dat zoowel gericht is op verbetering van productiemethoden en van de eigenschappen der producten zelf, als op het voortbrengen van geheel nieuwe stoffen, welke gebruikt kunnen worden als grond- of hulpstoffen voor andere bedrijven, of aanleiding geven tot geheele niéuwe takken van bedrijf, vormt een onmisbare schakel in de industrie. Fabriekslaboratoria zijn voor dit zeer speciale werk; dat bijzondere eischen stelt ten aanzien van instrumentarium en per soneel, minder geschikt practischer is het, dezen arbeid te concentreeren in een spe ciaal daarvoor ingericht centraal laborato rium. Hier weet de leiding door jarenlange ervaring snel en scherp de voor de oplos sing van ieder' gesteld probleem bepalende factoren te analyseeren en den weg uit te stippelen, waarlangs de oplossing in eerste instantie gezocht moet worden. Zij heeft de mogelijkheid om, uit een staf van specia listen op velerlei gebied, die persoon of groep van personen met de uitvoering der werkzaamheden te belasten, die er van ge val tot geval het meest geschikt voor is. Op hun beurt kunnen de onderzoekers zich uitsluitend op de oplossing der ge stelde opgaven concentreeren. Zij beschik ken daarbij over een instrumentarium voor zien van alle hulpmiddelen, een uitgebreide bibliotheek en documentatiedienst en, wat zeer belangrijk is, over de gezamenlijke kennis en ervaring van den geheelen staf. Het is dan ook begrijpelijk, dat onder deze omstandigheden het grootste nuttige effect van de aan researchwerk besteede kosten bereikt wordt. Alleen een onderneming van een zooda nige veelzijdigheid en omvang, dat er een onafgebroken stroom van problemen uit ha ar eigen bedrijf voortvloeit, kan zich het in stand houden van zulk een groot on derzoekingslaboratorium veroorloven. In welke mate dit bij het oliewinnings- en veredelingsbedrijf van de Bataafsche Pe troleum Maatschappij het geval was, moge blijken uit het feit, dat de personeelsbe zetting der Amsterdamsche laboratoria tot ongeveer 1800 man was gestegen. Hier onder zijn een 150-tal academici, die de meest uiteenloopende vakgebieden op het terrein der pure en toegepaste chemie en natuurkunde vertegenwoordigen. EEN NIEUWE TAAK. Wjj kunnen ons indenken, dat de aan dachtige lezer ons hier in de rede zou wil len vallen met de zeer begrypelijke vraag „Maar op het oogenblik zal er, gezien de tydsomstandigheden, in de kringen van de B. P. M. toch wel weinig animo bestaan voor dergelijk onderzoekingswerk?" Inderdaad, het laboratorium is momen teel afgesneden van de olievelden, fabrieken en laboratoria in andere deelen van de we reld men is totaal onkundig van den stand van zaken elders. Bovendien kon een belangrijk deel van het in behandeling zijnde werk niet worden voortgezet, omdat in .het grondstoffenmateriaal voor een aan tal onderzoekingen niet langer kon worden voorzien. Dus het werk staken en het laboratorium sluiten Het is een feit', dat met de instandhou ding van dit in lange jaren van zorgzamen arbeid opgebouwde apparaat naast een be- drijfs en wetenschappelijk, ook een groot sociaal belang gemoeid is. De Nederland sche overheid en de leiding van tal van in- dustrieele ondernemingen in ons land zien zich thans voor een vloed van onverwachte problemen geplaatst, welke dringend om oplossing vragen. Meer dan ooit moet thans overal de uiterste zuinigheid betracht worden en vele bedrijven moeten zich instellen op de ver werking van andere tot dusverre, niet ge bruikte grondstoffen, op (le fabricatie van vervangingsgoederen en moeten zich aan passen aan sterk veranderde marktomstan digheden. Een en ander heeft de leiding van de Bataafsche Petroleum Maatschappij doen besluiten het laboratorium en de arbeidskrachten van deze organisatie beschikbaar te stellen voor de geheele Nederlandsche technische en economi sche gemeenschap. Door dit initiatief stelt het Laboratorium zich op een basis, waarvoor in Europa niet licht een parallel te vinden is, maar die in Amerika reeds lang haar bestaans recht heeft bewezen. Men denke aan het befaamde Mellon Institute, in Pittsburgh, gegrondvest met het doel om het Ameri- kaansche bedryfsleven in al zjjn geledingen in staat te stellen wetenschappelijk speur werk te laten uitvoeren in een groot, goed geoutilleerd en rationeel georganiseerd la boratorium. De doelstelling van het insti tuut is om door beschikbaarstelling van een organisatie, die groote ervaring bezit op het terrein van toegepast natuurweten- schappeiyk research-werk, de grootst mo gelijke baten te bereiken voor de ontwikke ling van wetenschap en techniek, terwijl door doeltreffendheid van organisatie de kosten zoo laag mogelijk gehouden worden. Het ligt geenszins in de bedoeling, in concurrentie te treden met bestaande ana lytische laboratoria of met de chemisch- technische laboratoria inzake materiaal onderzoek, noch met de bestaande officieele of particuliere studiediensten en proefsta tions. De physlsch-chemische en technologische werkzaamheden, die het Laboratorium in opdracht van derden uitvoert, zyn van den meest uiteenloopenden aard. Zij omvatten: Het uitwerken van fabricatie-methodes van vervangingsmiddelen voor producten of materialen, die schaarsch zijn gewor den of niet meer te krygen zyn. Het uitwerken van nieuwe werkwezen voor de bereiding van producten, waar voor de tot dusverre gebruikte methode niet meer kan worden toegepast. Het opsporen van de oorzaken van be- drijfsstoornissen of fabricatie-fouten bij industrieën. Het verbeteren van de eigenschappen van fabrikaten en half-fabrikaten. Het verrichten van natuurwetenschappe- De bedoeling van het agrarisch front. Te Amsterdam heeft de vakgroep sla gers van het agrarisch front een druk be zochte propaganda-by eenkomst gehouden. Dr. J. J. Meier, directeur van het abat toir te Breda, gaf een uiteenzetting over de bedoeling- van het agrarisch front Het vaststellen van de maximum-pryzen van vleesch is in handen geweest van de burgemeesters. Deze zyn geen deskundi gen in het slagersvak, met alle gevolgen van dien. Nu heeft Den Haag het vaststel len der pry'zen ter hand genomen. De nieuwe pryslyst toont ons onmiddellijk de bevoorrechte positie der vleeschwarenfa- brieken. De veehoudery-centrale heeft de slagers op de tweede plaats gezet. Ook hier bUjkt men niet geheel op dé hoogte der zaken te zyn. Aan de hand van verschillende cyfers besprak dr. Meier de gemaakte fouten in het verleden, waarvan de slager de dupe was. Het vleeschgebruik ging omlaag en de prijzen liepen omhoog. De verdeeldheid onder de slagers heeft de bevoorrechting der vleeschfabricken tot gevolg gehad. Ook de vestigingswetten, hoewel in prin cipe juist, hebben een verkeerde uitwer king gehad. De slagers zyn door dit alles in de put geraakt en moeten' noodig ver lost worden. Dit eischt een zeer lange ont wikkelingsperiode. Het moet groeien. De corporatieve ordening aldus spreker kan uitkomst bieden. Deze verschaft ons de noodzakelijke samenwerking en maakt een einde aan de concurrentie. Laten de slagers een hechte eenheid vormen. Slechts een eenheid kan ons e n redeiyk bestaan brengen, aldus spr. De heer Den Hertog, landeiyk propa gandaleider weer in een toespraak er op, dat overproductie, teveel aan arbeids krachten, begrippen waren, die hoogtij vierden en werkloosheid veroorzaakten. Ook de middenstand werd in dezen nood toestand getrokken. Nederland, de model boerderij van Europa, kan ons geheele land van voedsel voorzien. Met daden wil het boeren front laten zien, dat eenheid noodig is om een betere maatschappij te doen ontstaan. Het werk van de Belgische rehabilisatiecommissie. De rehabilisatiecommissie die op grond van de bekende verordening van den mili tairen bevelhebbér belast is met het rechts herstel voor de in België wegens samen werking met de Duitsche bezettingsmacht in den wereldoorlog vervolgde personen, is naar het A.N.P. uit Brussel meldt, reeds wekenlang bezig met de bewerking der in gekomen verzoeken. Van toonaangevende Duitsche zgde in België wordt thans nog maals de beteekenis dezer rehabilisatie- actie uiteengezet. De taak van 'de com missie bestaat er in die Belgen te rehabili- teeren, die om zuiver ideëele redenen in het belang van hun land of hun landslieden een loyaal standpunt hebben ingenomen tegenover de bezettingsautoriteiten in Bel gië en die schade hebben geleden tenge volge van in verband hiermede door de Belgische autoriteiten genomen maatrege len. Hier vallen dus de gevallen buiten, waarin blijkt, dat dé verzoeker zich alleen om economische redenen vrijwillig aan den kant van de bezettende mogendheid heeft geplaatst en voor haar heeft gewerkt. Een zelfde beoordeêling ondergaan gevallen van spionnage, die toenterty'd noodzakelijker wijze tegen België moestén zijn gericht. Verder wordt er op gewezen, dat alleen Belgische onderdanen zich op de verorde ning kunnen beroepen. Een uitzondering geldt alleen voor hen, die in 1918 als Bel gische onderdanen zyn gevlucht om zich te onttrekken, aan vervolgingen en die daar na een andere nationaliteit aanvaard heb ben. Van Duitsche zyde wordt er de nadruk op gelegd, dat alle verzoeken door de re habilisatiecommissie met de grootste con sciëntie bestudeerd worden, en dat vooral aan de in dienen stukken de strengste eischen worden gesteld. ïyk onderzoek voor het oplossen van vraagstukken, die zich voordoen by land aanwinning en by land- en tuinbouw. Daarnaast zyn er belangryke problemen voortgekomen uit de burgeriyke bouw kunde, zooals het onderzoek van de eigen schappen van nieuwe of tot dusverre wei nig toegepaste bouwmaterialen, en de be studeering van de meest doelmatige wijze van toepassing van die materialen by den bouw. De Amsterdamsche beurs had een onzeker verloop. Na prijshoudende opening lichtelijk reageerend. Het weekend was verloopen zonder dat zich gebeurtenissen van, voor de effecten beurs, storenden aard hadden voorgedaan. Het zakenverkeer was niet van omvang- ryken aard, maar in enkele afdeelingen ging nog wat om. Een bepaalde stemming kon niet worden opgegeven. De markt had een onzeker voorkomen en een onregel matig verloop. By de opening werd op de meeste afdeelingen gehandeld tegen onge veer de prijzen, waarop Zaterdag de notee ring werd verlaten en daarna volgden de koersen een opwaartsche richting. Deze verbetering was echter niet van duurzamen aard, want middenbeurs kwam opnieuw materiaal aan de markt in verband waar mee verscheidene aandeelen daalden tot be neden het peil van den openingsprys. Olies .werden tegen ongeveer 256 ingezet, stegen daarna een zevental punten, maar liepen vervolgens een tiental procenten ach teruit, terwyl tegen het slot opnieuw weer stand werd geboden. Evenals de laatste dagen werd het koersverloop van het toon aangevende petroleumaandeel nauwlettend gadegeslagen en ook thans was de koers ontwikkeling daarvan van invloed op de geheele markt. Van de suikerfondsen liepen H.V.A.'s na iets lager te zyn ingezet, eenige procenten naar boven, waarna de aldus ontstane koerswinst weer moest worden prijsgegeven. De incourante soorten waren onregelmatig. Op de rubberrubriek liepen Amsterdam rubbers kort na de opening eenige punten naar boven, doch de beste prijzen bleven niet gehandhaafd. Diverse minder courante soorten werden iets hooger genoteerd. De affaire in tabakken was ge ring. De Sumatra aandeelen waren onregel matig zonder dat groote koersverschillen voorkwamen. Voor Scheepvaartpapieren be stond oorspronkelyk een vaste stemming en scheepvaartunies gaven hiervan een goede weerspiegeling door tot 164% op te loopen, terwijl Oude Booten tot 148% werden afgedaan. Later op den middag echter kon ineens een kleine inzinking wor den waargenomen. De affaire in indus- trieelen was van bescheiden omvang. Aku's waren vrywel onveranderd en het zelfde kon dienen van de Unilevers en de Philipsaandeelen. In de overige soorten was weinig te doen. De koersbeweging was on regelmatig, waarby over het algemeen slechts bescheiden variaties vielen op te merken. Voor Amerikaansche waarden werd slechts matige belangstelling aan den dag gelegd. Ook hier was de stemming aan vankelijk pryshoudend en werd meeren- deels afgedaan op of een kleinigheid boven de vorige slotpryzen, geleidelijk aan kon echter een lichte verzwakking worden waargenomen.De grootste omzetten von den plaats in de staalaandeelen en Ana conda's. De Nederlandsche beleggingsmarkt was stil. De Nederlandsche staatsobligatiën wa ren niet of niet noemenswaard veranderd. Gem. en Prov. obligatiën waren pryshou dend. Pandbrieven vrijwel zonder affaire. Prolongatie 2% PRIJZENBUREAU VOOR VERLICHTIN GS- EN AANVERWANTE ARTIKELEN. Ter uitvoering van de in de pryzenbe- schikkingen gegeven voorschriften werd op Donderdag 21 November 1.1. te Amster dam opgericht het prijzenbureau voor den detailhandel in veriichtings- en aanver wante artikelen. Dit bureau, hetwelk in samenwerking met de sectie electrotech- nische industrie van het departement van economische zaken is opgericht, heeft ten doel prysregelend in deze branche te wer ken. Het burèau staat onder leiding van de heeren H. J. Erb en mr. P. G. Vos en is gevestigd Weteringschans 90, Amster dam, tel. 45012. AGENDA MIDDELBURG. Electro-Bioscoop. Van Vrydag 22 tot en met Donderdag 28 November „De verboden vrucht" en „Geheimen van het oerwoud". VLISSINGEN. Alhambra-Thoater. Van Vrydag 22 tot en met Dinsdag 26 November „Wie ner Geschichten". GOES. Grand-Theater. Vrijdag 22, Zaterdag 23, Zondag 24 en Dinsdag 26 November „Vadertje Langbeen". De legerberichten van gisteren. HET DUITSCHE. Het opperbevel van de Duitsche weer macht deelde gisteren mede: Een van de in overzeesche wateren opereerende oorlogsschepen meldt als totaal resultaat van zyn bedryvigheid het tot zinken brengen van 95.000 brt. vyan- delijke handelsscheepsruimte. De vergeldingsaanvallen van het lucht- wapen tegen Londen duurden ook in den nacht van 23 op 24 November voort Bat- tersea, Southwark en andere stadswyken waren het doel van succesvolle bombarde menten. Talryke Duitsche gevechtseska ders bestookten bovendien, zooals reeds gemeld, in onophoudelyke aanvallen Southampton met bommen van alle kali bers. In de haven- en industrieels instal laties braken geweldige branden uit, die tot in Frankrijk te zien waren. Ook ver schillende voor den oorlog belangrijke doe len aan de West- en Zuidkust van Enge land werden met succes gebombardeerd. Het leggen van mynen voor de Britsche kust werd voortgezet. Overdag vielen Duitsche vliegtuigen tfl- dens bewapende verkenning Londen en eenige plaatsen aan de kanaallcust met bommen aan. In den nacht van 24 op 25 November wierpen Britsche vliegtuigen in Noord- Duitschland eenige bommen neer, zonder noemenswaardige uitwerking. Het bericht van het Britsche ministerie van voorlich ting, dat in den nacht van 23 op 24 No vember in Beriyn stations met bommen hebben bestookt, is onjuist. Geen enkel vy- andely'k vliegtuig heeft in dezen nacht bo ven Beriyn gevlogen. In een luchtgevecht werd een Britsch vliegtuig neergeschoten. Drie Duitsche vliegtuigen worden vermist. HET ITALÏAANSOHE. Het 171ste communiqué van het Itali- aansche hoofdkwartier luidt: „Aan het Grieltsche front doeltreffen de tegenaanvallen van onze afdeelingen. Onze luchtmacht heeft de vyandelijke stel lingen gebombardeerd, vooral langs de kust van Epirus. Vyandelyke vliegtuigen hebben een aanval gedaan op Durazzo, waarby eenige menschen gewond werden en lichte schade werd aangericht. Een vyandelyk vliegtuig werd neergehaald. Onze jagers hebben een tweemotorig vliegtuig van het type Wellington ach tervolgd en het ten Noorden van Malta in zee geschoten. Een onzer jachtescadrllles heeft in duikvlucht een aanval gedaan op het vliegveld Micabba. Talryke aan den rand van het veld staande vliegtuigen werden met machinegeweervuur bestookt, drie geraakten onmiddellijk in brand. Het vuur breidde zich snel uit, waarvan ont ploffingen het gevolg waren. Het vuur nam zulk een omvang aan, dat het van de Siciliaansche kust af gezien kon wor den. Alle vliegtuigen zijn teruggekeerd. Onze vliegtuigen hebben een aanval on dernomen op de vlootbasis te Alexandria en vele malen doelen in de haven getrof fen. Andere vliegtuigen keerden zich te gen de. militaire .verleen in het gebied ten Zuiden van Mersa Matroe. Vijandelyke vliegtuigen wierpen bommen op Tobroek en Bardia,, waar lichte schade werd toe gebracht. In Bardia werden eenige men schen gewond. Een aanval werd ook ge daan op Derna, waar een vacantiehuis werd getroffen. Er zijn vyf dooden en twee gewonden. Te Apollonia is een hospitaal, dat duidelijk van het Rood.- Kruisteeken was voorzien, door vyandelyke vliegtui gen gebombardeerd en van zeer dichtbij met mo.ch' ïegeweervuur bestookt. Hier is iemand gewond. Ten oosen van Amseat is een Blenheim-vliegtuig dat door onze ja gers was ngehaald, neergeschoten, en stortte brandend omlaag. DOOR R. ARDEN. 50) „Laveeren is een mooi woord," grynsde Ben Beverly. „Makkelyk gezegd, maar niet zoo makkelyk gedaan. Zeg, Peters, ik wil liever zonder verstand ervan zeilen, dan met verstand ervan naar den dujvel gaan." Hij zweeg een oogenblik, om te luisteren. „Bijlslagen, nu werken er al ten minste zes man. Dan sleepen ze de stammen naar de kust, beginnen te bou wen, richten een verschansing op van middag kunnen ze ermee klaar zijn. Vóór den middag moeten we door dat smalleo kanaal weg zien te komen, anders komen we in een vechtparty terecht, die we niet overleven. Ik wilde, dat ik een paar hand granaten had! Dat zou nog eens sport zyn!" Nu rekte ook Edna zich uit en ze kwam liit haar deken te voorschijn. „Ik ben er ook voor, liever te zeilen, dan hier te blyven wachten, tot ze ons eronder hebben! Liever buiten op de open zee ver ongelukken, dan aan deze kerels ten offer te vallen." „Misschien komen we nog met motor kracht door het kanaal naar zee," zei Pe ters. „rk hen alleen bang, dat deze smalle strook water links en rechts door schut ters bezet is, die ons het vuur na aan de schenen zullen leggen, als we er door willen." Ben Beverly snoof eens. „Ik mik den goeden wind. VooruitWe moeten het probeeren!" HOOFDSTUK XLV. Peters snelde naar de, machinekamer en probeerde den motor aan te slaan. Maar het bleek een ruwoliemotor te zyn, zoodat er een bijzondere kennis voor noodig was om hem op gang te brengen. Peters klopte tegen de tank. Het ding was werkelijk leeg. Het had dus geen doel, hier onnoo- dig zijn tyd te verdoen, want het zou, zelfs als het gelukken zou, den motor aan te slaan, een poosje duren, voordat hy warm werd en dan was het resje brandstof, dat zich misschien hog in den vergasser bevond, beslist op. Maar als de motor mid den in de vaart zou uitscheiden, dan zou de kotter vermoedelyk naar een kant wor den gedreven en stranden. Peters snelde weer naar het dek om melding, te maken van hetgeen by had vastgesteld. Ben Beverly knikte. „Dan trekken we dus het anker op en hijschen het voorzeil.Ik zal wel aan het stuur gaan staan!" „Neen," zei Peters, „laat my maar stu ren. Ik heb een vriend gehad, die me tweemaal heeft meegenomen om te zeilen. Ik heb er dus meer verstand van dan Jij". Ben Beverly was al bezig, de anker ketting op te winden. Daarna begon hy aan de verschillende touwen te prutsen, die keurig aan de mast waren vastge snoerd. Hy vond eindelyk ook het goede en met hulp van Edna gleden kluiver, fok en vlieger omhoog. De briesch bolde de zeilen en de kotter begon zich te keeren. Peters stuurde, maar hy moest inmid dels tot zyn teleurstelling vaststellen, dat er niet veel resultaat van was te merken. „Het geeft allemaal niets," riep hy Ben Beverly toe. „We moeten ook het groote zeil hyschen. Ik bedoel dat groote daar! Edna neem jy even het stuurrad!" Edna nam gehoorzaam het stuurrad over en daarna begonnen Peters en Beverly het groote zeil te hyschen. Daar waren" eigenlyk vier man voor noodig en dan nog vier, die er verstand van hadden. By Ben Beverly en Peters moest de lichaams kracht voor twee man en een groote hoe veelheid vakkennis in de plaats komen. Maar ze kregen het zeil omhoog. Wel sloeg daarby de dwarsboom uit en als hy iemand getroffen had, zou dat tot een catastrofe hebben geleid. Toen de dwars boom met de schoot vastgemaakt was, snelde Peters weer naar het stuurrad. „Ik denk er nu ineens aan," riep Edna. „De regel zegt: de stand van het zeil hal veert den hoek die door de windrichting in de kielltfn gevormd wordt. Nu liggen we voor den wind!" „Onzin," zei Peters. „Je kunt sturen of niet. Kan jy het?" „Neen", zei Edna. „Ik moest eerst over die formule nadenken." Maar daar was nu geen tyd meer voor. De wind wachtte er niet op, dat er een formule werd gevonden. De wind drukte plotseling met groot geweld tegen het zeil en wel met zulk een geweld als g.een van de drie moedige zeevaarders ooit hadden kunnen denken. De kotter helde naar bak boord over en schepte water. Peters draal de als een waanzinnige aan het stuur rad plotseling kreeg de „Dolfyn" een groote vaart en liep regelrecht op het dichte boschje toe, dat een kant van de bocht omsloot. „Andersom," brulde Beverly. „Anders om, man!" Peters draaide vol schrik „andersom", waarop de kotter weer een van zyn diepe buigingen maakte, Edna haar evenwicht verloor en byna over de verschansing werd geslingerd. Maar toen moest de kot ter wel „voor den wind" liggen. De „Dol fyn" zette nu werkelijk koers naar het kanaal, dat naar de open zee leidde, doch daarby dient te worden opgemerkt, dat het minder aan Peters' verdienste dan wel aan het gelukkig toeval was te dan ken. Tot op dit oogenblik waren al deze ma noeuvres aan land waarschynlijk niet be merkt of althans niet ernstig opgevat. Thans echter kwamen de eilandbewoners tot de conclusie, dat de wind het goede met de moedige zeilers voor had en barm hartig uit den goeden kant woei. Er ont stond een wilde schietparty, de kogels sloegen in de mast, doorboorden de zeilen en ontmoetten overigens slechts lucht, het geen, zooals bekend, verder niet gevaar- ïyk is. Edna en Ben Beverly wierpen zich op de planken en keken vol angst' naar Peters, die moest blijven staan, omdat hy anders heelemaal geen koers kon houden. Tydens de vyf minuten, die nu volgden, was Pe ters zónder eenigen twijfel een held. Hy bediende met toegeknepen lippen het stuurrad en links en rechts van hem sloe gen de kogels in. Peters kromp echter zelfs geen enkele maal ineen. Ben Beverly kroop op handen en voeten naar hem toe. „Laat my het stuurrad maar vasthou den. Jy bent tenslotte van plan een familie te stichten." Maar Peters had geen tyd. Thans had de „Dolfijn" de smalle doorvaart bereikt. Was het tot nu toe gevaarlijk, het stuur rad te bedienen, thans werd het een kans spel met den dood. Links zoowel als rechts lagen aan beide zyden twee, drie mannen geknield en mikten op den moedigen stuurman. Gelukkig waren het geen scherpschutters, doch knoeiers uit deze om geving. Niettemin bracht Peters het er niet zonder een schampschot aan zyn bo venbeen af, vlak naast de pas genezen wond, die hy het „souvenir aan Casablan ca" noemde. Hij mei'kt het nauwelyks, hy voelde slechts een lichten slag, want hy waa zoo gespannen, dat hy vooreerst geen druppel bloed 2ag. Ook aan de vreeselykste minuut komt eenmaal een einde de kotter zeilde weg in het vrije water en een reusachtige dei ning nam het scheepje op. Beverly had er spoedig de juiste benaming voor gevon den: hy vergeleek het met een lucht- schommel. Daarby woei hier echter een wind, waarvan men in de beschermde bocht niets kon weten. De kotter kreeg een vaart, die ten hoogste voor een oce aan jacht toelaatbaar was. „Reef het groote zeil!" brulde Peters. „De wind drukt ons omver of hij breekt onze mast! Kap de iyn maar!" De eerste breker veegde Edna en Ben Beverly tot aan den achtersteven. Daar verzamelde Ben Beverly evenwel zyn krachten, hy liep hinkend naar het louw en maakte dat los. Het groote zeil kwam kletterend naar beneden. Nu kon Peters goed voor den wind bly ven. Reeds lag het eiland, dat hun byna noodlottig was geworden, ver achter hen. Voor hem teekende zich de kust duidelyk af. „Je moet een beetje meer rechtsaan houden," zei Ben Beverly, die van bak boord of stuurboord geen verstand had. „Meer naar rechts, anders komen we te dicht bij de kust en raken we in de bran ding verzeild!" (Slot volgt)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 6