Limfdmin De speculatieve beweging is doodgeloopn. Mr. Stevens uit Detroit Vierde blad PRO ma ALE ZEEUW SCHE COURANT Zaterdag 23 November 1940 De stemming op de beurs was in de afgeloopen week overt algemeen gedrukt. Amerikaansche waarden lager. De speculatieve beweging ter beurze, die in den loop der weken„tót zeer belang rijke koersverheffingen beeft geleid, is doodgeloopen nadat bij monde van dr. Flschböck, uitdrukkelijk was verklaard dat een wijziging van de waardeverhou ding tusschen den gulden en de Rijksmark geenszins in het voornemen lag en ook niet voor een meer verwijderde toekomst wordt overwogen. Deze verklaring was daarom van zooveel belang, omdat er den laatsten tijd geruchten hadden geloopen, dat Duitschland tot de gelijkstelling van den gulden en de mark zou willen over gaan. Er is reden om aan te nemen, dat de kooplust op de aandeelenmarkt, die te voren tot uitdrukking kwam, voor een niet gering deel wqrd gedragen door verwach tingen van dien aard. Een ander belang rijk punt, dat in hetzelfde persgesprek, waarover wij reeds hebben geschreven, werd aangeroerd', betreft de verzwaring van de belasting, waarop voor de naaste toekomst mag worden gerekend. Het yoor- uitzicht is zeer zeker geen verrassing, maar nu er nog eens de nadruk op werd gelegd, werkt het toch verkoelend op de haussespeculatie in. Over het algemeen kan worden verwacht, dat niettegenstaan de sommige takken van bedrijf na den oorlog belangrijke winsten zullen blijken te hebben gemaakt en alsdan ook waar schijnlijk een goede toekomst tegemoet zul len gaan (o.a. kan zulks van de scheep vaart en sommige Indische cultures wor den verwacht) dividenden over 1940 on getwijfeld aan den matigen kant zullen blijven, omdat een gróót deel van de win sten, hetzij zal worden gereserveerd voor nieuwe investeering (bijv. voor aanbouw van nieuwe schepen) of voor betaling van hoogere belasting noodig zal zijn. Ook moet nog met de mogelijkheid rekening worden gehouden, dat afgezien van deze categorie in een maatschappij met een meer geleide economie dan vroeger het geval was de dividenduitkeeringen aan zekere beperkingen onderworpen zullen worden. Op al deze overwegingen leek dan ook de overdreven koersstijging van de laatste weken niet verantwoord en nu er een scherpe reactie is ingetreden, is er op liet verlaagde koerspeil niet op nieuw kooplust ontstaan. Eerst Donderdag werd de stemming iets vaster, zonder dat men evenwel van een algemeen krachtige beweging kon spreken. De houding van het publiek ten aan zien van de fondsenmarkt heeft zich voor al tegenover Amerikaansche waarden ge wijzigd. Zooals men weet, heeft de koop lust van de vorige weken een zoodanige koersstijging te weeg gebracht, dat de noteeringen hier ver uitgingen boven het geen op grond van den wisselkoers van 1.88% als de New-Yorksche pariteit kan worden beschouwd, zelfs indien men er rekening mee hield, dat in de Amster- damsche koersen de opgeloopen dividenden zgn inbegrepen. Over het algemeen kan men zeggen, dat op grond van deze notee- ringen de werkelijke koers van den dollar op minstens 2,50 wordt aangenomen, terwijl de omrekeningskoers, zooals gezegd, 1,88% is. Wij hebben er al meer den na druk op gelegd, dat er naar onze meening vooralsnog geen aanleiding bestaat om de dollar hooger of wel de gulden lager dan den vroegeren wisselkoers aan te nemen. Zelfs indien men de vroegere verhouding tusschen de beide valuta's niet meer als geldig zou willen aannemen, dan nog ont breekt iedere grondslag voor de bereke ning van de waarde, die men er wel- aan zou willen toekennen. Maar wij zijn er nog allerminst van overtuigd, dat inder daad na den oorlog de oude. pariteit zal moeten worden losgelaten. De kans zou inderdaad bestaan, indien de goederenprij- zen hier te lande in een zoodanig tempo en in zulke mate mochten stijgen, dat van een sterke vermindering van de koop kracht van den gulden zou kunnen worden gesproken. Er zijn inderdaad prijsstijgin gen, ten deele zelfs vrij belangrijke, maar de toestand verschilt toch bijv. in sterke mate met dien welke in Denemarken be staat. Volgens uit Kopenhagen ontvangen berichten zijn de prijzen in vele gevallen met 100 gestegen, terwijl nog een voor uitzicht bestaat, dat op korten termijn aan deze beweging paal en perk zal kunnen worden gesteld. Men zal er na den oorlog ongetwijfeld voor terugschrikken om zoo danige maatregelen te nemen, dat de goe- derenprijzen weer op een lager niveau ko men, het bekende inflatieproces, (jat wij ook hier in de jaren na de crisis hebben gekend en waarover zooveel te doen is ge weest. Wil men evenwel de prijzen op het hooge niveau handhaven, dan zou in die landen, waar de goederenprijzen sterker zijn gestegen dan in de meeste andere, een aanpassing van de valuta niet kunnen uit blijven. Zoolang zulks van Nederland niet kan worden gezegd, en zoolang bovendien aangenomen moet worden, dat wij een zeer waardevol actief in het buitenland hebben in den vorm van buitenlandsche beleggingen, saldi in Amerika, opgeloopen dividenden, inkomsten van' scheepvaart maatschappijen, die thans niet naar Ne derland kunnen worden overgemaakt enz. lijkt ons de kans op een toekomstige de preciatie van den gulden niet overmatig groot. Al deze overwegingen zijn den laat sten tijd blijkbaar meer tot het publiek doorgedrongen en op grond daarvan heb ben er realisaties in .Amerikaansche fond sen plaats gevonden. De handel in Duitsche fondsen, die eeni- gen tijd geleden moest worden stopgezet, is nog altijd niet hervat. Zooals men weet, is de oorzaak van de stopzetting deze, dat er hier te lande een z.g. geblokkeerde markenbelasting is ingevoerd, die tot het einde van 1941 70 bedraagt. «SS Dezer dagen is een algemeene verga dering .aangekondigd van de Aku, het bekende kunstzijdeconcern. Uit de agenda blijkt, dat, deze maatschappij overweegt om tot vervaardiging van kunstwol over te gaan. Zooals men weet is dit product, dat zoowel uit cellulose (dezelfde grond stof als die voor de kunstzijde) als uit ondexmelk wordt vervaardigd, in Duitsch land onmisbaar geworden voor de instand houding van de textielindustrie. Practisch gesproken wordt daar geen natuurwol meer gebruikt en nu ook het natuurpro duct hier te lande steeds, schaarser be gint te worden, is men gedwongen deze fabricage bij de Aku ter :hand te nemen. Reeds thans wordt door de verwerkende industrieën van 30 tot 70 kunstwol ge bruikt bij de vervaardiging van heeren- costuums, overjassen enz. Bij een langeren duur van den oorlog zal men geheel en al tot het verbruik van deze grondstoffen moeten overgaan. Op de vergadering van de Aku zullen nadere mededeelingen wor den gedaan, vermoèdelijk over den bouw van een nieuwe fabriek en over de wjjze van financiering. Wij besluiten met een waarschuwing te laten hooren om in te gaan op voorstellen van zg. kooplieden, die den laatsten tijd dorpen afreizen om de boerenbevolking te bewegen gouden lijfsieraden van ver schillenden aard aan hen te verkoopen met de mededeeling, dat deze vóór 1 De cember zouden worden opgeëischt. Wij leggen er nog eens de nadruk op, dat van de verplichting tot inlevering van goud, dergelijke sieraden juist zijn uitge sloten cn dat dus dit praatje alleen wordt verteld met het doel, dat onwetenden af stand zullen doen van bezit, op welks be houd zij waarschijnlijk om persoonlijke re denen hoogen prijs stellen. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop in de afgeloopen week: 4 Nederland 1940 H 96%, 96%, 96-%. Lever Bros 133%,136, 131%. Philips 202, 208, "190%, 196i/2> Prijzen voor melkpoeder en gecondenseerde melk vastgesteld. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van landbouw en visscherij deelt mede, dat met ingang van 22 November 1940 een prijsregeling voor melkpoeder en gecondenseerde melk is getroffen. Deze regeling kan als volgt worden samengevat le. Er zijn prijzen vastgesteld waartegen producenten van melkpoeder en geconden seerde melk hun producten ten hoogste aan den groothandel mogen-verkoopen 2e. Er is voorgeschreven, dat de produ centen van melkproducten bij verhandeling van melkpoeder en gecon denseerde melk met en afleve ring aan anderen dan groothandelaren ten hoogste de onder le. bedoelde prijzen mo gen verhoogen met de op 9 Mei 1940 gel dende marges, eventueel verhoogd met het bedrag, waarmede de omzetbelasting is verhoogd 3e. Er is voorgeschreven, dat de hande laren in melkpoeder en gecon denseerde melk hun inkoop prijzen ten hoogste mogen verhoogen met de op 9 Mei 1940 geldende marges, even tueel verhoogd met het bedrag, waarmede de omzetbelasting.is verhoogd; 4e. Er is voorgeschreven, dat voor melkpoeder de vóór 9 Mei 1940 bestaande afzetverhoudingen en handels kanalen. ook thans nog moeten worden ge handhaafd. Dit voorschrift heeft ten doel te voorkomen, dat ongewenschte verschui vingen tusschen de verschillende bij den handel in melkpoeder betrokken onderne mingen optreden. De Nederlandsche Zul- velcentrale, afdeeling zuivel, is bevoegd hieromtrent nadere voorschriften te geven en ontheffingen te verleenen. In een officieele publicatie'zijn de maxi mumprijzen voor melkpoeder en geconden seerde melk nader bekend gemaakt. Amsterdams brandweer commandant zestig jaar. EEN BEKEND BESTRIJDER VAN „DEN ROODEN HAAN", DIE VERSCHILLENDE VINDINGEN DEED. Zondag 24 November a.s. zal het zes tig jaar geleden zijn, dat de brandweer commandant van Amsterdam de heer C. Gordijn jr., het levenslicht aanschouwde. Gordijn heeft Nederland, heeft de sa menleving veel gegè-ven in die zestig ja ren en het is vooral de hoofdstad geweest, welke van zijn energie en werklust heeft mogen profiteeren. Hij werd in 1915 -benoemd tot comman dant van de Amsterdamsche brandweer en hij bouwde in de 25 jaar, dat hij dit korps leidde een organisatie op, welke een voorbeeld mag worden genoemd voor ieder brandweerkorps. Zijn de organisatorische gaven van den commandant belangrijk geweest bij den op bouw van dit voortreffelijke apparaat. Be langrijker is zijn vindihgrijkheid. Liefst 19 van zijn vindingen worden thans met veel succes bij de brandweer gebruikt. Het was bij den beruchten brand In de Looyersstraat vele jaren geleden, dat de brandweer in een pakhuis stond en wist waar de vuurhaarden waren, doch deze niet kon bereiken. Een zoldering zat tus schen het vuur en het water. „Wat wij noo dig hebben is een straalmond, welke wij door deze zoldering kunnen stooten", dacht de commandant. Enkele dagen later was het ontwerp voor de rameistraalpijp gereed. Een pijp met een scherpe punt, welke door een houten vloer gestooten kan worden en waarachter een sproeier zit, die zorgt, dat de vuurhaard gesmoord wordt. Toen kwam de heer Gordijn bij een /f If en alle andere pijnen i|/ verdrijft U snel en zeker met Roker 12 stuks 50ct. Proef doosje 2 stuks 1Öett Beth. Steel 82%, 84%, 77, 79%, 78i/2. Koninklijke 284%, 291%, 264, 266%. A'dam Rubber 250%, 258, 246%, 254. Deli Bat. Rubber 185, 188, 180, 185. Ned. Scheepv. Unie 157, 160, 153%, 151, H.V.A. 428, 430, 413, 430, 426. Deli Batav'a Mij. 187, (191, 184, 185. brand, in een pakhuis, dat 30 meter diep was en een smalle voor- en achtergevel had. De eenige ingang .was een onhandig trapje. Links en rechts van het gebouw kon de brandweer goed komen, doch daar was een muur, waarachter het vuur on bereikbaar woedde. Waar is de vuurhaard en hoe bereikt men die, waren de vragen welke toen niet opgelost konden worden. Met het thermoelement, dat door een klein, in de muur geboord gaatje de temperaturen op verschillende plaatsen aanwijst kan de brandhaard worden vastgesteld en met behulp van een zware rameistraalpijp wordt het vuur bestreden. De werking van de eveneens door den heer Gordijn uitgevon den elevator berust op het principe van de waterstraalpomp en is een apparaat, dat wel zeer nuttig is. Het is oorspronke lijk bedoeld om het de brandweer mogelijk te maken water op te pompen uit een sloot, kanaal of gracht, welke op flinken af stand van de plaats waar de motorspuit staat, is gelegen. Bij voorbeeld in drassige terreinen kan dat noodzakelijk zijn. Iedere motorspuit beschikt over tien meter zuig stang doch dat kan niet voldoende zijn. Meer kan niet meegenomen worden van dit soort stijve slang. De elevator waar een gewone slappe slang op gekoppeld kan worden is de ge zochte oplossing. Bovendien kan de eleva tor gebruikt worden bij het oppompen van water van groote diepte of bij het leeg pompen van een zinkend schip. De brandmelders, zooals wij die kennen zijn oorspronkelijk een unicum geweest. Thans hebben verschillende steden ze over genomen. De brandmelders bestonden reeds, doch waren niet voorzien van een aelefoon en een morsesleutel. Gevolg: de uitrukkende branweer reed eerst naar de melder en hoorde dan daar waar de brand was. Nu kan onmiddellijk het adres wor den opgegeven en wordt een omweg be spaard. Bovendien is nu echter met be hulp van de ingebouwde telefoon voort durend contact met de centrale seinzaal mogelijk, er kan om versterking worden gevraagd etc. Daarnaast kan het publiek den geneeskundigen dienst of de politie nu ook met behulp van deze brandmelders waarschuwen, wanneer die gewenscht zijn, In plaats van de brandweer. Een van de belangrijkste verbeteringen, welke de commandant heeft ingevoerd, is wel de stafwagen. Dit is een aparte auto, die ter beschikking staat van den brand meester en waarin hij alle mogeijke gege vens over de plaats waar de brand woedt, aantreft, waar hij een telefoon vindt, wel ke hij mede kan nemen en waardoor hij midden in het brandende huis contact met iedere instantie kan krijgen en dat een verzamelplaats is voor de bevelvoering. Een brandweerofficier, die zich op het ter rein van den brand bevindt, kan niet ieder een bereiken, heeft ook moeilijk een over zicht over het geheel. Hij geeft dus zijn bevelen aan den stafwagen, die voor de uitvoering zorgt en ontvangt van den wacht in dezen wagen mededeelingen om trent andere punten van het brandende ge bouw. De stafwagen heeft zulke goede re sultaten afgeworpen, dat hij thans ook in Duitschland wordt ingevoerd en allenvege navolging krijgt. En zoo zijn er nog talrijke vindingen op het gebied der vuurbestrijding en daarbuiten, welke uit het vruchtbare brein van den jarige zijn ontsproten. NOORSCH SCHIP VERMIST. Uit New York meldt het D.N.B.: Vol gens het scheepvaartregister is het 8998 ton metende Noorsche s.s. „Storstad", dat op weg was van Daïren naar de Westkust van de Vereenigde Staten, 20 dagen over tjjd. Het schip wordt als verloren be schouwd. DE GEMEENTERAAD VAN NIEUW EN ST. JOQSIANB VERGADERDE. De dokterswoning wordt niet herbouwd. NIEUW- EN ST. JOOSLAND. Dezer dagen vergaderde de gemeenteraad van deze gemeente onder voorzitterschap van burgemeester mr. S. K. J. Graaf van Randwijck. Afwezig de heer van Strien. Ingekomen is een dankbetuiging van den gem.bode J. de Kurjper voor de toegekende gratificatie voor extra werk. De VOORZ. leest een brief voor van den directeur der Districts-Arbeidsbeurs waar in den landbouwers met nadruk gewaar schuwd worden tegen het lichtvaardig ont slaan van landarbeiders gedurende de win termaanden, omdat deze werkloos geko men personen zullen worden bemiddeld als grondwerkers e.d. naar Duitschland, zoodat de kans zeer groot is dat het volgende voorjaar niet over voldoende landarbeiders beschikt zal kunnen worden. Er wordt daarom verwacht dat de landbouwers hun arbeiders gedurende den winter in het werk zullen houden, zulks mede In hun. eigen belang. De VOORZ. deelt mede dat ingevolge de verkregen machtiging van den raad een verzekering tegen molest is afgesloten bij het Algemeen plattelands molestverzeke- ringsfonds. De verzekerde waarde bedraagt 855000,voor gebouwen en inventarissen der gemeente. Op voorstel van B. en W. wordt met algemeene stemmen aangenomen een wijzi ging der bouwverordening, waarin B. en W. gemachtigd worden andere materialen of een andere bouwconstructie toe te staan, in verband met de huidige materialen- positie. De herbouw der dokterswoning. De VOORZ. leest daarna een brief van Ged. Staten voor, waarin deze mededeelen dat zij bezwaar hebben tegen den herbouw der dokterswoning met het oog op het zeer groote bedrag dat daarmee gemoeid is en omdat de gemeente daartoe niet wettelijk verplicht is en de gemeente-ge neesheer thans in een gemeentewoning woont. De VOORZ. deelt mede dat het college van B. en W. met Ged. Staten over deze zaak beraadslaagd hebben en dat voorna melijk bezwaren zijn gerezen in verband met de gehouden aanbesteding, waarbij de inschrijvingen zeer belangrijk boven de raming lagen. De heer DE GOFFAU Is blij dat de ge meente deze kosten kan besparen. Wethouder VERLARE zegt dat alle gedane moeite vergeersch is geweest. Daar bij komt nog dat de vergoeding van 80 der -verkoopwaarde, welke aan particu lieren wordt verstrekt als zij gaan her bouwen, aan publiekrechtelijke lichamen waarschijnlijk niet verstrekt 'zal worden. Gezien het schrijven van Ged. Staten wordt daarna besloten niet tot herbouw der dokterswoning over te gaan, Bij de rondvraag vraagt de heer van' EENENNAAM of B. en W. al werkob- jecten voor den komenden winter op het oog hebben, waarop de VOORZ. antwoordt dat B. en W. dit zullen bespreken met den Inspecteur voor de werkverruiming. De VOORZ. deelt mede, dat van de Rijksinspectie voor de luchtbescherming bericht is ontvangen dat 4 werklooze hoof den van gezinnen kunnen worden aan gesteld als vaste ploeg voor de luchtbe scherming. Op een vraag van den heer DE GOFFAU of de omheining rond de kerk in orde ge maakt kan worden, deelt de VOORZ. mede dat daarmee nog gewacht wordt met het oog op de aanwezige schuilkelders. De heer KLOMPE vraagt toezicht bij de afrastering achter de openbare school. De VOORZ. zal een en ander met het schoolhoofd bespreken. De heer EIKENHOUT vraagt of de steenen op den Molendijk nog niet op geruimd kunnen worden. Met het oog op de verduistering acht hg die steenen ge vaarlijk. Wethouder VERLARE antwoordt dat door benzinegebrek van den betreffen- den vrachtrijder en het moeilijk bereikbaar zijn van de opslagplaats aan de haven, deze steenen nog zijn blijven liggen. Ex- zal nu evenwel spoed achter gezet worden. DOOR R. ARDEN. 48) Plëteitloos, zooals zij beiden nu eenmaal waren, keken zij met booze blikken elkaar aan. Er kwam een stemming van baat, waar eigenlijk een kalm overleg op zijn plaats geweest zou zijn. Alleen Jim, de neger, grijnsde, en bewees daax-mee dat hem de gewelddadige dood van zijn kapi tein en de reeds opkomende strijd over de opvolging tamelijk onverschillig was. Een van de mannen, die tot de vaste bewoners van het eiland behoorde, merkte op, dat men dadelijk naar de bocht moest gaan en dat men vóór alles dadelijk de aanwezige booten in veiligheid brengen, dat wil zeggen, bewaken moest. Natuurlijk, dat was op dit oogenbllk het voornaamste. Vijf, zes mannen ijlden naar het strand, terwijl de anderen allen in de hut bleven, naar het stoffelijk over schot van Lopez kelcen en vermoedens uitten over de vraag, wat zij met den ge vangene moesten doen, als ze hem een maal te pakken hadden! Toen werd hun opmerkzaamheid afgeleid geroep op het strand verkondigde, dat deze ellende ling, die zich niet kalm als een lam wilde laten mishandelen en afpersen, reeds een boot gepakt had en daax-mee de bocht was opgevaren. Dadelijk sprongen een paar onbezonnen mannen in een andere boot en roeiden eveneens de bocht óp, in de hoop, den vluchteling te vatten, voor hij den kotter zou hebben bereikt HOOFDSTUK XT,TTT Het was Ben Bevex-ly volkomen duidelijk, dat alleen de scherpste waakzaamheid de kansen in zich box-g voor een verder ver blijf op deze heerlijke wereld. Daarom liep hij voortdurend zachtjes op het dek heen en weer, luisterde naar alle kanten en probeerde met zijn oogen de duisternis te doorboren. Hij hoorde plotseling lxet zachte plassen van riemslagen, die nader schenen te komen dat was waarschijnlijk de na derende aanval. Er was geen twijfel .asm, nu zou het spel beginnen. Beverly wekte Peters en Edna en een minuut later stonden belden al klaar. Ook Edna hield een geweer in haar arnx. Na eenigen tijd geloofden zij ook de vage omtrekken van de naderende boot te zien. Beverly hief zijn geweer rustig op, mikte lang en zorgvuldig maar Petex-s drukte, het wapen in een andere richting. „Wacht eerst even," zei hij. „We moe ten doen alsof we verrast zijn en dan houden we meteen een grondige oprui ming." Ben'Beverly liet zich overtuigen, want hij voelde eveneens veel voor een grondige opruiming. Terwijl de beide mannen als jagers op hun wild loerden, begaf Edn'a zich naar de andere zijde van den kotter om een verrassing te verhixxderen. Peterssen Beverly waren zeer verbaasd toen ze bemerkten, dat. er slechts één man in de zware boot zat en dat deze man onder het roeien voortdurend zuchtte en hijgde. Na een tijdje scheen hij einde lijk te merken, dat hij zich aan nieuwe gevaren bloot stelde. Hij trok langzaam de riemen op en kondigde zich met half luide stem aan. „Hallo!" „Hallo!" zei Ben Beverly eveneens. „Ik lxeb die menschen hooren vertellen, wat er gebeurd is," zei de man, „en daarop ben ik gevlucht. Laat mij asje blieft aan boord komen!" Peters gaf Ben Beverly een duw in zfln zijde. „Dat is Stevens", fluisterde hij opge wonden. Ben Beverly kuchte eens. „Wie ben je," vroeg hij luid en scherp. „Ik heet Petex-s", antwoordde de man. „Je heet Stevens, mannetje", wierp Ben Bevei-ly hem tegen. „En ik ben Ben Bever ly van de centrale recherche in Washing ton. Ik ben je op het spoor gebleven om je te ax-resteeren", besloot hij, niet zon der zelfbewuste overdrijving. Stevens, de echte, scheen hier geweldig van te schrikken, want hij maakte aan stalten om weer naar zijn xlemen te grij pen. Daax-op dacht hij er waarschijnlijk aan, wat hem aan dén oever wachtte. „Ik kom aan boord", zei hij zwak. „Dan kunnen we over dat alles eens rustig pra ten. Er moeten vergissingen in het spel zijn Nu moest de werkelijke Peters lachen; ondanks al het gevaar en ondanks het merkwaardige avontuur, waaxin hij vex-- wikkeld was, lachte hy luid en sloeg hij zich op de dijen, dat het klapte. „Vergissingen, Stevens! Nu begin je wer kelijk grappig te worden! Jij hebt nota bene Grizzard vennoord!" Stevens dacht' eraan, dat zijn vervol gers ieder oogenblik konden opduiken en dat hij aan boord van de „Dolfijn" verre weg het veiligste was. „Ilt kom eerst aan boord", zei hij nog eens haastig. Maar bij Peters werd zijn vroolijkheid plotseling door een ongemotiveerden woede aanval gevolgd. „Als wij er niet waren", riep hij heftig. „We zullen je laten, waar je thuis be hoort blijf jij maar bij die halsafsnij— ders!" Stevens kreunde. „Peters", zei hij, „weet je wel, wat ze met inij gedaan hebben? Ik moest een los geld laten betalen en ze hebben me eiken dag mishandeld, omdat ik heelemaal xxlet wist, waar ik dat losgeld vandaan moest halen." „Halt", ondex-brak hem Ben Beverly op een gewichtigen toon. „U noemde daar juist den naam Peters. Geeft u dus toe, dat u Stevens bent?" „Ja", zei Stevens, die vólkernen gede moraliseerd was. „Ut ben Stevens, maar laat me nu aan boord, want die kerels kunnen dadelijk hier zijn". „Neen", riep Petex-s woedend. „Eerst wil ik alles weten Heb jij Grizzard doodge schoten?" Stevens meende iets te hooren. Hij kromp ineen, want hij dacht, dat ieder oogenblik een schot kon knallen, dat een eind aan zgn leven zou maken maar hij zweeg. Edna stond aan den anderen kant van het schip, maar desondanks verstond zij ieder woord, dat gesproken werd. Haar hart klopte heftig. Er verstreek een minuut en Stevens scheen eindelijk tot de conclusie te zijn gekomen, dat Peters en Ben Beverly oix- vermurwbaar waren. Ze bevonden zich zelf in groot gevaar en het liet hun eigen lijk volkomen koud, of Henry Stevens zijn leven verloor of niet. Peters was geheel veranderd. Dat was niet. meer de man, dien hy kort tevoren op een autotocht had leeren kennen. Dat was een koel bloedige avonturier, die om een men- schenleven niet veel gaf. Stevens haalde diep adem. „Goed dan, ik heb Grizzard doodge schoten, ik geef het toe! Kaxx ilt nu aan boord komen?" „Nog niet", zei Ben Beverly. „U doet daar een bekentenis, die u ieder oogen blik weer kunt herroepen. Daarmee kunt u ons niet tevreden stellen. We moeten alle omstandigheden weten! moet ons alles zoo vex-tellen, dat ik den ketting van aanwyzingen kan sluiten. Wat voor een wapen hebt u daarby gebruikt?" „Myn hemel nog toe, jullie willen me hier voor je eigen oogen laten vermoor den", steunde Stevens. „Dat willen we niet", zei Ben Beverly rustig. „Dat kan ons niets schelen. Hoor eens, Stevens, je hebt toegegeven, dat je Stevens bent, en vex-der, dat je Grizzard vermoox-d hebt. Wanneer je nu door die boschjesmannen vermoord wordt, dan kun je niets herx-oepen en dat bespaart me een hoop arbeid. Als je dat xïiet prettig vindt, maakt dan een beetje voort, Stevens, en vertel ons alles precies zooals het ge beurd is, opdat je vex-klaringen ook be wezen worden". „Jullie moeten me aan boord nemen", zei Stevens heesch. „Dat is eenvoudig jullie plicht!" Ben Beverly lachte. „Dat is maar ten deele waar, Stevens. Onze plicht, dat wil zeggen, myn plicht, is het, de gerechtigheid een beetje te helpen. Hoe, dat komt er tenslotte niet op aan. Ik heb me genoeg over jou en over je dubbelganger geërgerd, nu wil ik eindelek een behooxiyke bekentenis. Als ik die niet krijg, laat ik je niet aan boord komen, en daarmee bespaar ik mezelf een hoop werk, dagenlange bekvechtergen met je advocaat en meer zulke beroex-de din gen. Zoo, denk er nu eerst nog maar eens over na!" „Wij hebben den tyd", hoonde Peters, „Reken maar niet op genade. Je weet zelf heel precies, wat je me met je vlucht en je afscheidsbrief hebt aangedaan!" Stevens rilde onder de fxlssche, koude biles, die zelfs hier in deze bocht woei. „Nu dan, vraag dan maar vlug, wat je weten wilt!" „Wie", vroeg Peters scherp, „heeft in Cassablanca op my geschoten? En wie heeft mij tevoren over boord gegooid?" „Dat zal Grizzard wel geweest zijn!" „Dat is een leugen", riep Peters. „Dat ben je zelf geweest ik zou alleen wil len weten, waarom". Steven's weerstandsvermogen was ge broken. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 9