Jeugdwerkloozenzorg in West-Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Winning van meer dan 100.000 H.A. cultuur
grond in Noord-Brabant.
Mr. Stevens uit Detroit
Jonge landarbeiders kunnen zich op vele
manieren bekwamen
Cursussen en kampen.
Eén van de beroepen, waarin de werk
loosheid periodiek terug keert, ls zeker
wel het beroep van landarbeider, welk
beroep uitermate afhankelijk is van het
jaargetijde. De meeste landarbeiders zyn
gemiddeld een derde gedeelte van het jaar
werkloos, nl. gedurende de wintermaan
den. Voor de oudere landarbeiders is dit
verschijnsel heel gewoon, men heeft het
nooit anders gekend, zoo is het altijd ge
weest, van vader op zoon, enz. Gedurende
deze maanden van gedwongen rust her
stelde men wat in zijn eigen huisje, men
verzorgde zooveel mogelijk het eigen
stukje grond en de eigen dieren en voor
het overige hield men rust totdat het voor-
jaar weer de noodige drukte bracht. Zoo
was het vroeger, zoo is het thans nog,
althans wat betreft de oudere landarbei
ders. Met de jeugd is het gelukkig nu iets
anders gesteld. Zeer terecht zijn er enkele
jaren terug stemmen opgegaan om deze
de jeugd een andere gedachte bij te bren
gen, om deze gedwongen rustperiode te
benutten om zich in hun beroep te bekwa
men. Zoo ook in Zeeuwsch-Vlaanderen waar
een comité voor jeugdwerkloozenzorg is.
Dit comité gaat allereerst van de gedach
te uit, dat lediggang voor de jeugd funest
is, doch daarnaast heeft men een open
oog voor de veranderde toestanden ook op
het gebied van den landbouw, in welk be
drijf ook de theorie meer en meer een
voorname plaats naast de praktijk gaat
innemen. De oudere landarbeider kan een
bekwaam arbeider zijn, hij kan het land op
de, volgens hem, juiste wijze bewerken,
opdat er een zoo groot mogelijke produc
tie van komt. Hoe deze productie ontstaat
is hem over het algemeen minder hekend
en meestal is hij tevens onbekend met het
feit dat hetzelfde land, mits een andere
bewerking plaats heeft, heel wat meer kon
opleveren. Speciaal in dezen tijd is dit
laatste vraagstuk bijzonder actueel gewor
den. Daarom is het van zoo'n groot be
lang dat de mogelijkheid bestaat, dat
althans de jeugdige landarbeider ook de
theorie van zijn vak kan leeren. Daarvoor
bestaan weliswaar .landbouwscholen, doch
deze scholen oworden toch grootendeels
alleen bezocht door de beter gesitueerden,
dus niet door de jongens van de gewone
landarbeiders.
Voor hen bestaat thans gelukkig ook
deze gelegenheid, gedurende de maanden
van gedwongen werkloosheid. Reeds eenige
winters zijn in West Zeeuwsch-Vlaanderen
voor deze jeugdige werkloozen cursussen
gehouden, nl. een vlascursus en een land
arbeiderscursus. Ook dezen winter bestaat
het plan deze cursussen te houden, waar
voor het comité voor jeugdwerkloozenzorg
in West-Zeeuwsch-Vlaanderen Zaterdag
middag een vergadering belegde met af
gevaardigden van de plaatselijke landar
beidersorganisaties, in het hotel van den
heer Rosevelt te Schoondyke.
De voorzitter, burgemeester A. P. Kos-
tense van Biervliet, zeide dat speciaal de
vlascursus is gebleken van groot nut te
zijn, omdat in Zeeuwsch-Vlaanderen veel
vlas wordt verbouwd eh verwerkt. Er zijn
echter nog lang niet genoeg vakbekwame
vlasbewerkers. Hoewel de deelname aan
dezen cursus bevredigend kan genoemd
worden, was spr. van oordeel dat er toch
nog heel wat meer jeugdige werkloozen
zich daarvoor hadden kunnen aanmelden.
Ook voor de landarbeiderscursussen was
de deelname te gering. Juist in dezen tijd,
nu er zulke hooge eischen aan den land
bouw worden gesteld, is deze cursus van
zoo'n groot belang, omdat de leerstof zeer
waardevol is. Het bestuur vraagt daarom
de medewerking van de landarbeidersorga
nisaties om hunne jeugdige leden op te
wekken de a.s. cursussen te bezoeken. De
cursussen zijn géheel 'kosteloos en ook zy
die bijv. steun trekken, mogen deze cursus
sen bezoeken zonder dat zij daardoor scha
de zullen lijden. De cursussen zullen ver
deeld worden In dag- en avondcursussen
en zullen waarschijnlijk aanvangen half
December en tot half Maart duren. De
deelname is opengesteld voor jongens van
16 tot 25 jaar. Dè vlascursussen zullen
gehouden worden te Schoondijke, IJzen-
dijke en Biervliet en de landarbeiders
cursus te Schoondijke en te IJzendy'ke of
Biervliet. Mocht er echter ook in andere
gemeenten behoefte aan zoo'n cursus zijn,
dan zullen gaarne pogingen worden aange
wend ook aldaar tot de stichting van een
cursus te komen.
De kampen.
Het comité tracht tevens te bevorderen
dat meer jeugdige werkloozen de kampen
bezoeken. Ook dit jaar zullen er weer
kampen worden gehouden, zoowel R.K.,
Chr. als neutrale kampen, waar de jongens
drie maanden kunnen verblijven en welk
verblijf 'voor hen geheel gratis zal zijn.
Zelfs reiskosten, ook voor vacantie, worden
vergoed en daarnaast krijgen de jongens
nog zakgeld.
Het kamp te Bakkeveen in Drente bijv.,
is geheel opgesteld naar de modellen in
Denemarken en Zweden. Daar is niet zoo'n
spitsing als in ons land. In deze landen
zyn ettelijke van deze volkshoogescholen.
Hier in ons land slechts twee, terwijl er
nog eenige in voor-bereiding zijn. De be
doeling van deze kampen is, dat aldaar
jongelui van allerei .standen en richtingen
bij elkaar komen en daar bewijzen dat ze
bij elkaar behooren. In Bakkeveen gaan
allen zeer vriendschappelijk met elkaar
om, daai- allen gelijk zijn. 's Morgens is
er practische arbeid, zooals grondwerk,
waaraan allen meedoen. Dan is de land
arbeider meestal ver in het voordeel bij
den student, 's Middags zyn er theore
tische cursussen, zoowel speciale vakcur
sussen, als gewoon vóortgezet lager onder
wijs. Ieder doet dit op zijn eigen wijze,
wat van zeer veel belang is. 's Avonds
zijn er gemeenschappelijke avonden, waar
over allerlei onderwerpen, door deskundige
menschen, op eenvoudige wijze wordt ge
sproken, waarna er tenslotte gemeen
schappelijk zingen is. Het leuke van zoo'n
kamp is, dat ieder zijn kans krijgt om
datgene wat hij het mooiste vindt, bij een
ander te bepleiten, waardoor in die drie
maanden de gemeenschap groeit. Samen
werkt men daar aan de uitbreiding van
de volkshoogeschool. Het geheele kamp is
door eigen krachten opgebouwd. Begonnen
werd op zeer slechten grond, die thans
vruchtbaar is gemaakt.
Dat alles is ook voor de jeugdige werk-
looze landarbeiders in West-Zeeuwsch-
Vlaanderen te verkrijgen.
De afgevaardigden van de landarbeiders-
organisaties zegden tenslotte gaarne hunne
volle medewerking toe om de noodige cur
sisten te krijgen. De jongens, ook de onge
organiseerden, kunnen zich aanmelden bij
hun organisaties of wel bij den secretaris
van het comité ds., M. R. Pliester te
Hoofdplaat. Dat da jongens hun kans
grijpen.
Doodvonnissen in Spanje.
Tegen voormalige spionnagebende.
Op vijftien November zijn te Valencia.
21 doodvonnissen en 17 uitspraken van
dertig jaar gevangenisstraf elk geveld te
gen vroegere leden van de spionnageorgani-
satie Siepp. Dit vonnis is thans bevestigd
en men houdt rekening met spoedige vol
trekking. De agenten van de Siepp werk
ten tijdens den burgeroorlog tegen Franco.
De legerberichten van gisteren.
HET DUITSCHE,
Het opperbevel van de Duitsche .weer
macht maakt bekend
Het luchtwapen viel in den nacht van
16 op 17 November en op 17 November
Londen en voor den oorlog belangrijke
doelen in het Zuiden van .het Britsche
eiland, alsmede bewapeningsdoelen in
Midden-Engeland met succes aan. In het
zeegebied voor de Engelsche Oostkust
gelukte het een koopvaardijschip en een
mynenlegger tot zinken te brengen en een
ander koopvaardijschip zwaar te treffen.
Vèrdragende batterijen van het leger en
de marine namen een vijandelijk convooi
onder vuur, dat onder de bescherming van
de duisternis dicht onder de Engelsche
kust het Kanaal trachtte te passeeren.
Het convooi werd uit elkaar geslagen. De
schepen vluchtten verschillende Engelsche
havens binnen. In den nacht van 17 op 18
November wierpen Britsche vliegtuigen in
West-Duitschland op verscheidene plaat
sen bommen neer. De in een ijzerfabriek
en in een pannenfabriek ontstane branden
konden door het krachtige 'optreden van
de fabrieksbrandweer onmiddellijk ge-
bluscht worden. Verder waren twee be
graafplaatsen en opnieuw woonwijken het
doel van de Britsche bomaanvallen. Hier
bij werden eenige huizen beschadigd en
een gering aantal personen gewond. In de
luchtgevechten boven het Kanaal werden
Zondag drie Britsche vliegtuigen neerge
schoten. Zeven Duitsche vliegtuigen wor
den vermist.
Een jachteskader onder bevel van ma
joor von Maltzahn behaalde op 15 Novem
ber zijn 50ste overwinning in de lucht.
HET ITALIAANSCHJE.
In zyn weermachtsbericht no. 164 maakt
het Italiaansche hoofdkwartier het vol
gende bekend
Aan het Grieksehe front was de bedrij
vigheid Zondag niet bijzonder groot. In
de zóne van Konica werd een geheele
vijandelijke afdeeling cavalerie vernietigd.
In namve samenwerking -met de troepen
ontwikkelde cnze luchtmacht een herhaal
delijke intensieve bombardementsactie in
de zones van Kalibaki en Konitza, waarbij
bruggen en wegen onbruikbaar werden
gemaakt. Voorts troffen zij verdedigings
werken en barakken, waarbij hevige bran
den en ontploffingen ontstonden. Vijande
lijke pantserwagens, troepen en luchtdoel
stellingen werden met machinegeweren
bestookt. Andere vliegtuigen bombardeer
den de basis op Korfoe. Twee van onze
toestellen zijn niet teruggekeerd. Een vlieg
tuig van het type Blackburn-Shark werd
nabij Sicilië neergehaald. De uit een offi
cier en een onderofficier bestaande beman
ning werd krijgsgevangen gemaakt. Onze
vliegtuigen bombardeerden de vlootbases
van Soeda en Alexandrië, waarbij in
laatstgenoemde haven een voor anker lig
gend schip getroffen werd. Een kruiser
van het type Leanöer werd bij. het ver
trek uit de haven van Alexandrië door
torpedo's van een onzer vliegtuigen ge
troffen.
In Noord-Afvika bombardeerden onze
vliegtuigen de spoorlijn van Foeka el
Daba en de spoorlijn van Mersa Matroe.
Vijandelijke" vliegtuigen lieten bommen
vallen op de stad- Benghazi, waarbij een
vrouw en een olifant gedood werden. Zes
personen werden gewond, onder wie twee
vrouwen en een kind. Woonhuizen leden
schade. Op Bardia werden bommen ge
worpen, welke geen schade aanrichtten.
In Oost-Afrika trachtte een vijandelijke
kruiser de haven van Mogadiscio te bom
bardeeren. Het vaartuig werd getroffen
door het vuur van onze kustbatterijen en
verwijderde zich onder bescherming van
een rookgordijn. Vijandelijke vliegtuigen
bombardeerden Agordat zonder slachtof
fers te maken. Er ontstond lichte schade.
Een vijandelijke machine werd in de om
geving van het Rudolfmeer neergehaald.
De Neder/andsche
SgJlfindenrug? ~PVptW,r
Siheumartek? y|)
Lendenpijn?
Neetn'n
Bestaansmogelijkheid voor 150.000 personen.
In verband met een voorstel aan de
Provinciale Staten van Noord-Brabant om
in de vergadering van 26 November a.s.
de noodige maatregelen te nemen tot het
vormen van een bodemcommissie ten einde
te komen tot de zoozeer rioodige, intensie
ve cultiveering van de gronden in het
gewest, heeft het A.N.P. een onderhoud
gehad men den voorsteller, den heer P. J.
Jansen, burgemeester der gemeenten Hoe
ven en Standdaardbuiten.
Het gaat hier om het winnen van meer
dan 100.000 H.A. cultuurgrond in de pro
vincie Noord-Brabant, waardoor een be
staansmogelijkheid zal worden geschapen
voör niet minder dan 150.000 medemen-
schen, hetgeen een jaaijyksch bruto volks
inkomen beteekent van 30 millioen gulden.
Toen burgemeester Jansen ruim twaalf
jaar geleden in zijn gemeente Hoeven
kwam, ging hij met den veldwachter rond
om de grenzen van zijn gebied nauwkeurig
in oogenschouw te nemen.
Alles ging goed, tot men op een zeker
moment plotseling niet verder kon. Men
stond voor een moerassig stuk grond, dat
geheel onder water was geloopen. „Niet
verder kunnen, dat is te gek", zei de nieu
we burgemeester, „dan komen we morgen
terug met waterlaarzen aan".
Zoo gebeurde het, dat den volgenden
morgen burgemeester en veldwachter,
midden in het verdronken gebied, de situ
atie stonden op te nemen. De veldwachter
vertelde daar, dat midden door dit moe-
rasland de grens van twee waterschappen
liep.
De burgemeester ging zich de volgende
dagen op de hoogte stellen, hoe ver dit
natte gebied 'zich eigenijk wel uitstrekte.
Daarbij kwam hy tot de ontdekking, dat
de bestaande waterschappen in het geheel
niet in overeenstemming waren met de
natuurlijke afwateringsgebleden. Dat daar
door van de afwatering zelf ook niets te
recht kwam, ligt voor de hand. Het ge
volg was, dat op verscheidene plaatsen,
voor de cultuur zeer waardevollen grond,
al sedert eeuwen niets anders dan moeras
was. Hierin moest verandering komen.
Nauwkeurig werden de scheidingen van
de natuurlijke afwateringsgebieden vast
gesteld en door technici van de Nederland-
sche Heidemaatschappij werd de hoogte
van de verschillende gronden precies aan-
geteelcend. Op deze wijze kwam men tot
geheel andere waterschappepindeeling. Bij
cle vorming van deze logische gemeenschap
pen, stuitte de burgemeester op tegenstand,
doch ten slotte kwam het waterschap de
„Hoevensche Beemden" stand, zoodat
met de ontginning van de verdronken gron
den kon worden begonnen. Alleen in dit' ge
bied kon niet minder dan 1000 H.A. cul
tuurgrond worden gewonnen, hetgeen. neer
komt op een verhooging van het jaarlijltsch
volksinkomen met 300.000.
Wat nog gewonnen kan worden.
Volgens het in 1938 uitgebrachte rap
port van ir. Mesu, directeur van den cul-
tuur-technischen dienst, kan in heel
Noord-Brabant, op verschillende wijze
ruim 100.000 H.A. worden gewonnen. Dit
houdt bestaansmogelijkheid in voor 150.000
medemenschen en beteekent een verhoo
ging van het jaarlijlcsch volksinkomen met
30 millioen gulden. Duizenden jonge boe
ren, die thans op het bedrijf van hun
ouders rondhangen, zullen dan zelf een
plaatsje kunnen krijgen, kunnen trouwen
en een gezin stichten.
Ook in andere gewesten is nog veel te
verbeteren. Volgens nauwkeurige bereke
ningen en goed gefundeerde rapporten van
deskundigen is in ons geheele land op ver
schillende wijze niet minder dan 375.000
H.A. cultuurgrohd te winnen.
Dat is vijfmaal deoppervlakte van de
Wieringermeer, dat is ook een evenredige
uitbreiding van het nationale inkomen met
honderden millioenen, direct en indirect.
Want het gaat niet om de vermeerderde
bodemopbrengst alleen. De zijdelingsche
baten zijn niet te overzien, als men be-
denkt, dat alleen door de uitvoering van
het werk in de gemeente Hoeven, een leve
rancier van smalspoormateriaal al zijn
vroegere personeel kon terug nemen.
Bij uitbreiding van cultuurgrond wordt
het algemeen belang en de volkswelvaart
vaak nog heel slecht verstaan.
Een typisch voorbeeld Toen met de
werken in de gemeente Hoeven werd be
gonnen, waren de lage, verdronken gron
den belast met S waterschapslasten per
H.A. Het lag voor de hand dat dit bedrag
bij betere ontwatering en cultiveering be
langrijk verhoogd zou moeten worden. Tal
van eigenaren verkochten' daarom den
grond. Doch nu de vroeger nagenoeg waar-
delooze gronden 45.000 tot 60.000 KG. sui
kerbieten per H.A. opbrengen, hebben ze
spijt, want de lasten zijn per slot slechts
met 10 per H.A. verhoogd.
De burgemeester kreeg bij zijn werk
bijval van deskundige zijde. Ir. J. Th.
Westhoff, de samensteller van het beken
de werkverruimingsplan, schreef den bur
gemeester, dat hij het volkomen met diens
conclusies eens is. Ook jhr. ir. G. E. W.
van Panhuys, oud-directeur van het rijks
bureau voor ontwatering en onder-voorzit
ter der cultuur-technische commissie, is
van meening, dat het idee van den burge
meester de moeilijkheden, welke onze bo
demproductie tegenhouden, in de kern
aantast. Ten slotte constateert prof. L.
van Vuuren over zijn in deze aangelegen
heid uitgebracht omvangrijk rapport, dat
de gegeven richtlijnen inderdaad de op-
lossing brengen.
Burgemeester Jansen heeft in Juni jï.
over dit onderwerp een uitvoerig rapport
opgezonden bij den secretaris-generaal van
het departement van sociale zaken, en in
September bij de secretarissen-generaal
van de andere hierbij betrokken departe
menten.
Voor de vergadering van 26 November
a.s. van de Provinciale Staten van Bra
bant heeft de burgemeester als lid der
Staten omlijnde voorstellen tot uitvoering
van een en ander ingediend.
De Biesbosch ligt als erfenis van den
rampzaligen Elisabethsvloed van 1421 nog
steeds daar ten bewijze van het gebrek
kige inzicht van die dagen.
Maar ook staan nog heden ten dage
boven Breda negen gebieden, die men
„waterschappen" noemt, compleet onder
water. Hier is een gelegenheid om ons
kléine land grooter te maken. De kosten
mogen geen bezwaar zijn, want voor deze
jaarlijksche winning van 80 millioen gul
den aan volksinkomen is slechts ruim 27
millioen als uitgave ineens noodig. Geen
onvoordeelige kans dus om te bouwen aan
het nieuwe Nederland.
DE ROTTERDAMSCHE VRIJWILLIGE
BRANDWEER WORDT NEET
ONTBONDEN.
In verband met de reorganisatie van de
Rotterdamsche brandweer zal uit personeel
van de gemeentelijken vervoer- en motor-
dienst, aangevuld met leden van de vrij
willige .brandweer, die voor de nieuwe
functie worden aangenomen, een beroeps
brandweer van voorloopig 120 man worden
gevormd. Volgens van het departement ont
vangen mededeelingen zal uiteindelijk de
Rotterdamsche beroepsbrandweer 300 man
moeten tellen, maar voorloopig acht men
de kern van 120 personen voldoende. Het
ligt niet in cle bedoeling om de vrijwillige
brandweer, die gedurende een lange reeks
van jaren dienst gedaan heeft, te ontbinden,
Voorloopig zal de vrijwillige brandweer
dienst doen naast de beroepsbrandweer, aan
gezien deze de vereischte sterkte niet heeft,
bereikt.
DOOR R. ARDEN.
44)
„Neen," zei Peters, „dat kunnen we niet,
jammer genoeg kunnen we dat niet Heb
jePeters moest er verder het zwij
gen toe doen, want een nieuwe breker
sloeg over het achterdek en maakte alles
doornat, wat tevoren nog droog mocht zijn
gebleven. Peters schudde zich uit en.
vloekte. Zóu hij ons met opzet zoo nat
laten worden?"
„Ik geloof met water," knorde Ben Be
verly.
„Goed gezegd," grijnsde Peters. „Maar
örn op ons onderwerp terug te komen
„weet je wat een vlootsteunpunt is
Het humeur van Ben Beverly was door
de natheid waarmee hij nu al voor de
tweede maal op dezen dag had kennis ge
maakt, een paar graden gedaald. Hij tikte
een paar maal met zijn wijsvinger tegen
zijn voorhoofd.
„Wou je me nu op dit oogenblik een lesje
in de maritieme krijgskunde geven
Peters lachte, omdat hij hoopte, op die
manier ook de rillende Edna wat te kun
nen opmonteren.
„Neen Beverly, die bedoeling heb ik hee-
lemaai niet. Maar desondanks moet ik je
heel veel vertellen. Nu dan, een vloot
steunpunt dient daarvoor dat een schip
het kan opzoeken, als het water aan de
lippen staat
Beverly schudde zijn hoofd.
„Als. men je zoo hoort praten, dan zou
men kunnen twijfelen
„Ik weet het aan mijn verstand", ging
Peters voort. „Maar laat me eens uitspre
ken De oude zeeroovers van de echte
soort hadden ook steunpunten. Daar had
den ze hun proviandmagazijn, hun buit en
hun vrouwen. De moderne piraten moeten
daar eigenlijk benzine tanks en dergelijke
dingen in reserve hebben. Neem nu eens
dit schip, dat twee of drie vlaggen voert en
naar het uiterlijk visschen vangt. Deze
kotter ligt dus met de Franschen over
hoop. De Franschen zeggen het aan de
Engelschen en beiden laden ze hun kanon
nen en willen aan de „Dolfijn" eens en
voor altijd een einde maken. De „Dolfijn"
zegt echter bp zichzelf; ik -vil liever niet met
een groofe mogendheid te doen hebben,
maar liever verdwijnen. Wat dan, Be
verly?"
„Dan verdwijnt het schip
„Neen", schreeuwde Peters, want de
wind was plotseling weer beginnen te hui
len, „fout, klopt niet! Dan zoekt het eerst
zijn vlootsteunpunt op en maakt zich voor
een poosje onzichtbaar, tot de douane
booten him onderzoek staken en dan
verdwijnt het pas. Om te verdwijnen
moet het goed weer afwachten, proviand
en brandstof innemen hé, daar is land
in zicht!"
Ben Beverly en Edna zagen eveneens
land.
„Die groote zwarte vlek daar vooraan
is een eiland", verklaarde Peters, „en de
donkere streep daarachter is het vaste
land. Nu, Ben Beverly, wat doen we, als
Lopez ons met zijn „Dolfijn" naar het
vlootsteunpunt van de piraten brengt?"
„Dan dan moge de duivel ons halen",
riep Ben Beverly, die nu zijn goede hu
meur heelemaal kwijt was. Hij dacht, dat
Peters wel eens gelijk kon hebben en de
toekomst zag er voor het dz-ietal nog
heelemaal niet rooskleurig uit.
Het werd moeilijk nog een gesprek te
voeren. De storm begon te huilen, zoodat
er geen woord meer te verstaan was. De
kokende zee wierp de „Dolfijn" heen en
weer, alsof het scheepje een notedop was.
Van de zijde van Lopez en de bemanning
was op dat oogenblik niets meer te vree-
zen, want ze voerden een zwaren strijd
ter wille van hun schip en van hun leven.
Peters nam het touw, dat de grens had
gevormd van hun „neutrale zone", en
hond Edna aan de verschansing vast. Toen
dat gebeurt was, kuste hy haar en riep
haar in het oor, dat het hem speet, haar
in dit avontjiur te hebben gewikkeld.
Edna glimlachte zwakjes.
„Ik heb nooit het sterke verlangen ge
had zeventig te willen worden!"
„Moed," brulde Ben Beverly, die alles
gezien had, „moed, juffrouw Bosch, wij
leven nog! Dct piz-ateneiland zal eerst met
Ben Beverly kennis maken, dan zullen we
eens zien, wat de centrale reEen
nieuwe breker maakte een einde aan zijn
toespraak. De kotter kreunde, alsof het
schip ten onder zou gaan.
Het eiland lag nu aan stuurboordzijde.
De motor werkte met uiterste kracht,
maar men merkte er alleen iets van, wan
neer de schroef suizend in de vrije lucht
ronddraaide. Beverly en Stevens klampten
zich bij lederen nieuwen breker kramp
achtig aan de verschansing vast.
Zoo ging een half uur voorby. Daarna
veegde er plotseling geen breker meer
over het dek, daar het eiland nu tusschen
het schip en de kokende zee in lag. De
kotter koerste thans naar het Westen en
voer langzaam in de richting van een
bocht, die, door een gordel van kale rot
sen beschei-md achter het eiland lag.
HOOFDSTUK XL.
Toen de „Dolfijn" de bocht was bin
nengevaren, had de plotseling ingetreden
rust op de opvarenden de uitwerking van
een verdooving. Nog honderd meter en
toen verstomde de motor, de kiel schuur
de over het vlakke strand en een vlakte
van wit, zuiver zand strekte zich aan
den oever uit. Een ruwe brug was een
eindweegs in het water gebouwd en pre
cies naast deze brug, met een zekerheid
waaraan een langdurige oefening ten
grondslag moest liggen, zette Lopez den
kotter op het strand.
Jim en Kill sprongen op de brug en
liepen naar den oever terwijl ze een lijn
uitrolden, waaraan ze de „Dolfijn" nog
eenige meters landwaarts voorttrokken.
Op het strand kwamen eenige gestalten
te voorschijn. Ze zagen eruit, zooals vis-
schers er op deze breedtegraden uitzien.
Hun kleeren leken meer op lompen. Het
waren vijf of zes blanken en een paar
negers.
Lopez keek toe, of het touw aan het
strand goed werd bevestigd, endaarna
schudde hy zich, alsof hy het koud had.
Tenslotte wendde hy zich tot de drie
passagiers. In zyn oogen was 'een koud
sarcasme te lezen, toen hy een kleine
buiging maakte.
„XJ bent in veiligheidOp dit eiland'
zult u geen politie vinden. De Engelschen
en de Franschen maken geen ruzies uver
dit kleine plekje, omdat het voor hen geen
beteekenis heeft. Niemand bekommert
zich om dit eiland. Er wonen hier alleen
maar een paar visschers en enkele negers
zyn er ook by. Een hotel is tot mijn spyt
niet aanwezig. We gaan straks Roger be
graven, wilt u daar soms by tegenwoor
dig zijn? Ik hoop, dat over een paar dagen
het weer wat rustiger is, dan hoeven we
hier niet al te lang te hiyven liggen. Een
hut heb ik wel voor u. Maar wanneer u
liever op het schip wilt blijven, dan kunt
u uw gang gaan. Alleen zal het niet al te
comfortabel voor u zyn. De bemanning
slaapt beneden. Of dat de meest geschikte
plaats is voor een dame, weet ik niet,"
Peters was nog bezig, Edna los te ma
ken. Ben Beverly keek met een somberen
blik Lopez in zyn gezicht.
„We zullen natuuriyk aan land gaan en
in de hut overnachten. Maar ik waarschuw
u, dat er geen verraad gepleegd wordt
Laat het u voor gezegd zyn om dezen tyd
zoekt de politie al naar ons
Ben Beverly bewees, dat hy zich een
houding kon geven. Na een korte pauze
ging hy voort
„By een overval is het natuuriyk moge
lijk, dat wy het onderspit delven, maar
voordat het zoover is, is het eiland gede
cimeerd, daar kunt u zeker van zijn, ka
pitein
Lopez grynsde.
„Wilt u me dan nu maar volgen?"
Ben Beverly keek naar Peters en Edna.
„Wat «zullen we doen? Zullen we aan
land gaan?"
Peters schudde langzaam zyn hoofd.
„Beverly", fluisterde hy, „op het eiland
zyn we heelemaal aan hen overgeleverd.
Ze zullen ons waarschijnlijk neerschieten,
wanneer we ons op het strand hegeven
Het gezicht van Peters toonde, dat hij
diep nadacht. Een krygslist, dacht hij, een
of ander üstigheidje. Nu komt het eróp
aan, slimmer te zyn dan zy, want het leven
hangt ex-van af. De duivel mag vyeten, wat
ze met ons voor hebben. „Hoe staat het
met de bemanning?" vroeg Peters. „Gaat
die ook aan land?"
Lopez knikte en wees naar Jim en Kill,
die juist den dooden Roger opbeurden en
met hem over de verschansing klommen.
Gomez volgde hen. Lopez keek zyn man
nen na en wendde zich daarop weer tot
Peters.
„Nu, hoe staat het? Willen jullie bij de
bemanning overnachten?"
Peters ging plotseling naar Lopez toe.
„Neen, wy blyven op het schip, maar jy
en. de bemanning hebt hier niets meer te
zoeken, totdat we weer in zee gaan Over
nachten jullie maar rustig in de hut, die
voor ons bestemd was. En nu weg Voor
uit, marsch Een man can straks aan
boord lcpmen om te halen wat jullie noo
dig hebben, Smeer 'm man l"
Wordt vervolgd.)'