Jeugdwerkloozenzorg in West-Zeeuwsch- Vlaanderen. Winning van meer dan 100.000 H.A. cultuur grond in Noord-Brabant. Mr. Stevens uit Detroit Jonge landarbeiders kunnen zich op vele manieren bekwamen Cursussen en kampen. Eén van de beroepen, waarin de werk loosheid periodiek terug keert, ls zeker wel het beroep van landarbeider, welk beroep uitermate afhankelijk is van het jaargetijde. De meeste landarbeiders zyn gemiddeld een derde gedeelte van het jaar werkloos, nl. gedurende de wintermaan den. Voor de oudere landarbeiders is dit verschijnsel heel gewoon, men heeft het nooit anders gekend, zoo is het altijd ge weest, van vader op zoon, enz. Gedurende deze maanden van gedwongen rust her stelde men wat in zijn eigen huisje, men verzorgde zooveel mogelijk het eigen stukje grond en de eigen dieren en voor het overige hield men rust totdat het voor- jaar weer de noodige drukte bracht. Zoo was het vroeger, zoo is het thans nog, althans wat betreft de oudere landarbei ders. Met de jeugd is het gelukkig nu iets anders gesteld. Zeer terecht zijn er enkele jaren terug stemmen opgegaan om deze de jeugd een andere gedachte bij te bren gen, om deze gedwongen rustperiode te benutten om zich in hun beroep te bekwa men. Zoo ook in Zeeuwsch-Vlaanderen waar een comité voor jeugdwerkloozenzorg is. Dit comité gaat allereerst van de gedach te uit, dat lediggang voor de jeugd funest is, doch daarnaast heeft men een open oog voor de veranderde toestanden ook op het gebied van den landbouw, in welk be drijf ook de theorie meer en meer een voorname plaats naast de praktijk gaat innemen. De oudere landarbeider kan een bekwaam arbeider zijn, hij kan het land op de, volgens hem, juiste wijze bewerken, opdat er een zoo groot mogelijke produc tie van komt. Hoe deze productie ontstaat is hem over het algemeen minder hekend en meestal is hij tevens onbekend met het feit dat hetzelfde land, mits een andere bewerking plaats heeft, heel wat meer kon opleveren. Speciaal in dezen tijd is dit laatste vraagstuk bijzonder actueel gewor den. Daarom is het van zoo'n groot be lang dat de mogelijkheid bestaat, dat althans de jeugdige landarbeider ook de theorie van zijn vak kan leeren. Daarvoor bestaan weliswaar .landbouwscholen, doch deze scholen oworden toch grootendeels alleen bezocht door de beter gesitueerden, dus niet door de jongens van de gewone landarbeiders. Voor hen bestaat thans gelukkig ook deze gelegenheid, gedurende de maanden van gedwongen werkloosheid. Reeds eenige winters zijn in West Zeeuwsch-Vlaanderen voor deze jeugdige werkloozen cursussen gehouden, nl. een vlascursus en een land arbeiderscursus. Ook dezen winter bestaat het plan deze cursussen te houden, waar voor het comité voor jeugdwerkloozenzorg in West-Zeeuwsch-Vlaanderen Zaterdag middag een vergadering belegde met af gevaardigden van de plaatselijke landar beidersorganisaties, in het hotel van den heer Rosevelt te Schoondyke. De voorzitter, burgemeester A. P. Kos- tense van Biervliet, zeide dat speciaal de vlascursus is gebleken van groot nut te zijn, omdat in Zeeuwsch-Vlaanderen veel vlas wordt verbouwd eh verwerkt. Er zijn echter nog lang niet genoeg vakbekwame vlasbewerkers. Hoewel de deelname aan dezen cursus bevredigend kan genoemd worden, was spr. van oordeel dat er toch nog heel wat meer jeugdige werkloozen zich daarvoor hadden kunnen aanmelden. Ook voor de landarbeiderscursussen was de deelname te gering. Juist in dezen tijd, nu er zulke hooge eischen aan den land bouw worden gesteld, is deze cursus van zoo'n groot belang, omdat de leerstof zeer waardevol is. Het bestuur vraagt daarom de medewerking van de landarbeidersorga nisaties om hunne jeugdige leden op te wekken de a.s. cursussen te bezoeken. De cursussen zijn géheel 'kosteloos en ook zy die bijv. steun trekken, mogen deze cursus sen bezoeken zonder dat zij daardoor scha de zullen lijden. De cursussen zullen ver deeld worden In dag- en avondcursussen en zullen waarschijnlijk aanvangen half December en tot half Maart duren. De deelname is opengesteld voor jongens van 16 tot 25 jaar. Dè vlascursussen zullen gehouden worden te Schoondijke, IJzen- dijke en Biervliet en de landarbeiders cursus te Schoondijke en te IJzendy'ke of Biervliet. Mocht er echter ook in andere gemeenten behoefte aan zoo'n cursus zijn, dan zullen gaarne pogingen worden aange wend ook aldaar tot de stichting van een cursus te komen. De kampen. Het comité tracht tevens te bevorderen dat meer jeugdige werkloozen de kampen bezoeken. Ook dit jaar zullen er weer kampen worden gehouden, zoowel R.K., Chr. als neutrale kampen, waar de jongens drie maanden kunnen verblijven en welk verblijf 'voor hen geheel gratis zal zijn. Zelfs reiskosten, ook voor vacantie, worden vergoed en daarnaast krijgen de jongens nog zakgeld. Het kamp te Bakkeveen in Drente bijv., is geheel opgesteld naar de modellen in Denemarken en Zweden. Daar is niet zoo'n spitsing als in ons land. In deze landen zyn ettelijke van deze volkshoogescholen. Hier in ons land slechts twee, terwijl er nog eenige in voor-bereiding zijn. De be doeling van deze kampen is, dat aldaar jongelui van allerei .standen en richtingen bij elkaar komen en daar bewijzen dat ze bij elkaar behooren. In Bakkeveen gaan allen zeer vriendschappelijk met elkaar om, daai- allen gelijk zijn. 's Morgens is er practische arbeid, zooals grondwerk, waaraan allen meedoen. Dan is de land arbeider meestal ver in het voordeel bij den student, 's Middags zyn er theore tische cursussen, zoowel speciale vakcur sussen, als gewoon vóortgezet lager onder wijs. Ieder doet dit op zijn eigen wijze, wat van zeer veel belang is. 's Avonds zijn er gemeenschappelijke avonden, waar over allerlei onderwerpen, door deskundige menschen, op eenvoudige wijze wordt ge sproken, waarna er tenslotte gemeen schappelijk zingen is. Het leuke van zoo'n kamp is, dat ieder zijn kans krijgt om datgene wat hij het mooiste vindt, bij een ander te bepleiten, waardoor in die drie maanden de gemeenschap groeit. Samen werkt men daar aan de uitbreiding van de volkshoogeschool. Het geheele kamp is door eigen krachten opgebouwd. Begonnen werd op zeer slechten grond, die thans vruchtbaar is gemaakt. Dat alles is ook voor de jeugdige werk- looze landarbeiders in West-Zeeuwsch- Vlaanderen te verkrijgen. De afgevaardigden van de landarbeiders- organisaties zegden tenslotte gaarne hunne volle medewerking toe om de noodige cur sisten te krijgen. De jongens, ook de onge organiseerden, kunnen zich aanmelden bij hun organisaties of wel bij den secretaris van het comité ds., M. R. Pliester te Hoofdplaat. Dat da jongens hun kans grijpen. Doodvonnissen in Spanje. Tegen voormalige spionnagebende. Op vijftien November zijn te Valencia. 21 doodvonnissen en 17 uitspraken van dertig jaar gevangenisstraf elk geveld te gen vroegere leden van de spionnageorgani- satie Siepp. Dit vonnis is thans bevestigd en men houdt rekening met spoedige vol trekking. De agenten van de Siepp werk ten tijdens den burgeroorlog tegen Franco. De legerberichten van gisteren. HET DUITSCHE, Het opperbevel van de Duitsche .weer macht maakt bekend Het luchtwapen viel in den nacht van 16 op 17 November en op 17 November Londen en voor den oorlog belangrijke doelen in het Zuiden van .het Britsche eiland, alsmede bewapeningsdoelen in Midden-Engeland met succes aan. In het zeegebied voor de Engelsche Oostkust gelukte het een koopvaardijschip en een mynenlegger tot zinken te brengen en een ander koopvaardijschip zwaar te treffen. Vèrdragende batterijen van het leger en de marine namen een vijandelijk convooi onder vuur, dat onder de bescherming van de duisternis dicht onder de Engelsche kust het Kanaal trachtte te passeeren. Het convooi werd uit elkaar geslagen. De schepen vluchtten verschillende Engelsche havens binnen. In den nacht van 17 op 18 November wierpen Britsche vliegtuigen in West-Duitschland op verscheidene plaat sen bommen neer. De in een ijzerfabriek en in een pannenfabriek ontstane branden konden door het krachtige 'optreden van de fabrieksbrandweer onmiddellijk ge- bluscht worden. Verder waren twee be graafplaatsen en opnieuw woonwijken het doel van de Britsche bomaanvallen. Hier bij werden eenige huizen beschadigd en een gering aantal personen gewond. In de luchtgevechten boven het Kanaal werden Zondag drie Britsche vliegtuigen neerge schoten. Zeven Duitsche vliegtuigen wor den vermist. Een jachteskader onder bevel van ma joor von Maltzahn behaalde op 15 Novem ber zijn 50ste overwinning in de lucht. HET ITALIAANSCHJE. In zyn weermachtsbericht no. 164 maakt het Italiaansche hoofdkwartier het vol gende bekend Aan het Grieksehe front was de bedrij vigheid Zondag niet bijzonder groot. In de zóne van Konica werd een geheele vijandelijke afdeeling cavalerie vernietigd. In namve samenwerking -met de troepen ontwikkelde cnze luchtmacht een herhaal delijke intensieve bombardementsactie in de zones van Kalibaki en Konitza, waarbij bruggen en wegen onbruikbaar werden gemaakt. Voorts troffen zij verdedigings werken en barakken, waarbij hevige bran den en ontploffingen ontstonden. Vijande lijke pantserwagens, troepen en luchtdoel stellingen werden met machinegeweren bestookt. Andere vliegtuigen bombardeer den de basis op Korfoe. Twee van onze toestellen zijn niet teruggekeerd. Een vlieg tuig van het type Blackburn-Shark werd nabij Sicilië neergehaald. De uit een offi cier en een onderofficier bestaande beman ning werd krijgsgevangen gemaakt. Onze vliegtuigen bombardeerden de vlootbases van Soeda en Alexandrië, waarbij in laatstgenoemde haven een voor anker lig gend schip getroffen werd. Een kruiser van het type Leanöer werd bij. het ver trek uit de haven van Alexandrië door torpedo's van een onzer vliegtuigen ge troffen. In Noord-Afvika bombardeerden onze vliegtuigen de spoorlijn van Foeka el Daba en de spoorlijn van Mersa Matroe. Vijandelijke" vliegtuigen lieten bommen vallen op de stad- Benghazi, waarbij een vrouw en een olifant gedood werden. Zes personen werden gewond, onder wie twee vrouwen en een kind. Woonhuizen leden schade. Op Bardia werden bommen ge worpen, welke geen schade aanrichtten. In Oost-Afrika trachtte een vijandelijke kruiser de haven van Mogadiscio te bom bardeeren. Het vaartuig werd getroffen door het vuur van onze kustbatterijen en verwijderde zich onder bescherming van een rookgordijn. Vijandelijke vliegtuigen bombardeerden Agordat zonder slachtof fers te maken. Er ontstond lichte schade. Een vijandelijke machine werd in de om geving van het Rudolfmeer neergehaald. De Neder/andsche SgJlfindenrug? ~PVptW,r Siheumartek? y|) Lendenpijn? Neetn'n Bestaansmogelijkheid voor 150.000 personen. In verband met een voorstel aan de Provinciale Staten van Noord-Brabant om in de vergadering van 26 November a.s. de noodige maatregelen te nemen tot het vormen van een bodemcommissie ten einde te komen tot de zoozeer rioodige, intensie ve cultiveering van de gronden in het gewest, heeft het A.N.P. een onderhoud gehad men den voorsteller, den heer P. J. Jansen, burgemeester der gemeenten Hoe ven en Standdaardbuiten. Het gaat hier om het winnen van meer dan 100.000 H.A. cultuurgrond in de pro vincie Noord-Brabant, waardoor een be staansmogelijkheid zal worden geschapen voör niet minder dan 150.000 medemen- schen, hetgeen een jaaijyksch bruto volks inkomen beteekent van 30 millioen gulden. Toen burgemeester Jansen ruim twaalf jaar geleden in zijn gemeente Hoeven kwam, ging hij met den veldwachter rond om de grenzen van zijn gebied nauwkeurig in oogenschouw te nemen. Alles ging goed, tot men op een zeker moment plotseling niet verder kon. Men stond voor een moerassig stuk grond, dat geheel onder water was geloopen. „Niet verder kunnen, dat is te gek", zei de nieu we burgemeester, „dan komen we morgen terug met waterlaarzen aan". Zoo gebeurde het, dat den volgenden morgen burgemeester en veldwachter, midden in het verdronken gebied, de situ atie stonden op te nemen. De veldwachter vertelde daar, dat midden door dit moe- rasland de grens van twee waterschappen liep. De burgemeester ging zich de volgende dagen op de hoogte stellen, hoe ver dit natte gebied 'zich eigenijk wel uitstrekte. Daarbij kwam hy tot de ontdekking, dat de bestaande waterschappen in het geheel niet in overeenstemming waren met de natuurlijke afwateringsgebleden. Dat daar door van de afwatering zelf ook niets te recht kwam, ligt voor de hand. Het ge volg was, dat op verscheidene plaatsen, voor de cultuur zeer waardevollen grond, al sedert eeuwen niets anders dan moeras was. Hierin moest verandering komen. Nauwkeurig werden de scheidingen van de natuurlijke afwateringsgebieden vast gesteld en door technici van de Nederland- sche Heidemaatschappij werd de hoogte van de verschillende gronden precies aan- geteelcend. Op deze wijze kwam men tot geheel andere waterschappepindeeling. Bij cle vorming van deze logische gemeenschap pen, stuitte de burgemeester op tegenstand, doch ten slotte kwam het waterschap de „Hoevensche Beemden" stand, zoodat met de ontginning van de verdronken gron den kon worden begonnen. Alleen in dit' ge bied kon niet minder dan 1000 H.A. cul tuurgrond worden gewonnen, hetgeen. neer komt op een verhooging van het jaarlijltsch volksinkomen met 300.000. Wat nog gewonnen kan worden. Volgens het in 1938 uitgebrachte rap port van ir. Mesu, directeur van den cul- tuur-technischen dienst, kan in heel Noord-Brabant, op verschillende wijze ruim 100.000 H.A. worden gewonnen. Dit houdt bestaansmogelijkheid in voor 150.000 medemenschen en beteekent een verhoo ging van het jaarlijlcsch volksinkomen met 30 millioen gulden. Duizenden jonge boe ren, die thans op het bedrijf van hun ouders rondhangen, zullen dan zelf een plaatsje kunnen krijgen, kunnen trouwen en een gezin stichten. Ook in andere gewesten is nog veel te verbeteren. Volgens nauwkeurige bereke ningen en goed gefundeerde rapporten van deskundigen is in ons geheele land op ver schillende wijze niet minder dan 375.000 H.A. cultuurgrohd te winnen. Dat is vijfmaal deoppervlakte van de Wieringermeer, dat is ook een evenredige uitbreiding van het nationale inkomen met honderden millioenen, direct en indirect. Want het gaat niet om de vermeerderde bodemopbrengst alleen. De zijdelingsche baten zijn niet te overzien, als men be- denkt, dat alleen door de uitvoering van het werk in de gemeente Hoeven, een leve rancier van smalspoormateriaal al zijn vroegere personeel kon terug nemen. Bij uitbreiding van cultuurgrond wordt het algemeen belang en de volkswelvaart vaak nog heel slecht verstaan. Een typisch voorbeeld Toen met de werken in de gemeente Hoeven werd be gonnen, waren de lage, verdronken gron den belast met S waterschapslasten per H.A. Het lag voor de hand dat dit bedrag bij betere ontwatering en cultiveering be langrijk verhoogd zou moeten worden. Tal van eigenaren verkochten' daarom den grond. Doch nu de vroeger nagenoeg waar- delooze gronden 45.000 tot 60.000 KG. sui kerbieten per H.A. opbrengen, hebben ze spijt, want de lasten zijn per slot slechts met 10 per H.A. verhoogd. De burgemeester kreeg bij zijn werk bijval van deskundige zijde. Ir. J. Th. Westhoff, de samensteller van het beken de werkverruimingsplan, schreef den bur gemeester, dat hij het volkomen met diens conclusies eens is. Ook jhr. ir. G. E. W. van Panhuys, oud-directeur van het rijks bureau voor ontwatering en onder-voorzit ter der cultuur-technische commissie, is van meening, dat het idee van den burge meester de moeilijkheden, welke onze bo demproductie tegenhouden, in de kern aantast. Ten slotte constateert prof. L. van Vuuren over zijn in deze aangelegen heid uitgebracht omvangrijk rapport, dat de gegeven richtlijnen inderdaad de op- lossing brengen. Burgemeester Jansen heeft in Juni jï. over dit onderwerp een uitvoerig rapport opgezonden bij den secretaris-generaal van het departement van sociale zaken, en in September bij de secretarissen-generaal van de andere hierbij betrokken departe menten. Voor de vergadering van 26 November a.s. van de Provinciale Staten van Bra bant heeft de burgemeester als lid der Staten omlijnde voorstellen tot uitvoering van een en ander ingediend. De Biesbosch ligt als erfenis van den rampzaligen Elisabethsvloed van 1421 nog steeds daar ten bewijze van het gebrek kige inzicht van die dagen. Maar ook staan nog heden ten dage boven Breda negen gebieden, die men „waterschappen" noemt, compleet onder water. Hier is een gelegenheid om ons kléine land grooter te maken. De kosten mogen geen bezwaar zijn, want voor deze jaarlijksche winning van 80 millioen gul den aan volksinkomen is slechts ruim 27 millioen als uitgave ineens noodig. Geen onvoordeelige kans dus om te bouwen aan het nieuwe Nederland. DE ROTTERDAMSCHE VRIJWILLIGE BRANDWEER WORDT NEET ONTBONDEN. In verband met de reorganisatie van de Rotterdamsche brandweer zal uit personeel van de gemeentelijken vervoer- en motor- dienst, aangevuld met leden van de vrij willige .brandweer, die voor de nieuwe functie worden aangenomen, een beroeps brandweer van voorloopig 120 man worden gevormd. Volgens van het departement ont vangen mededeelingen zal uiteindelijk de Rotterdamsche beroepsbrandweer 300 man moeten tellen, maar voorloopig acht men de kern van 120 personen voldoende. Het ligt niet in cle bedoeling om de vrijwillige brandweer, die gedurende een lange reeks van jaren dienst gedaan heeft, te ontbinden, Voorloopig zal de vrijwillige brandweer dienst doen naast de beroepsbrandweer, aan gezien deze de vereischte sterkte niet heeft, bereikt. DOOR R. ARDEN. 44) „Neen," zei Peters, „dat kunnen we niet, jammer genoeg kunnen we dat niet Heb jePeters moest er verder het zwij gen toe doen, want een nieuwe breker sloeg over het achterdek en maakte alles doornat, wat tevoren nog droog mocht zijn gebleven. Peters schudde zich uit en. vloekte. Zóu hij ons met opzet zoo nat laten worden?" „Ik geloof met water," knorde Ben Be verly. „Goed gezegd," grijnsde Peters. „Maar örn op ons onderwerp terug te komen „weet je wat een vlootsteunpunt is Het humeur van Ben Beverly was door de natheid waarmee hij nu al voor de tweede maal op dezen dag had kennis ge maakt, een paar graden gedaald. Hij tikte een paar maal met zijn wijsvinger tegen zijn voorhoofd. „Wou je me nu op dit oogenblik een lesje in de maritieme krijgskunde geven Peters lachte, omdat hij hoopte, op die manier ook de rillende Edna wat te kun nen opmonteren. „Neen Beverly, die bedoeling heb ik hee- lemaai niet. Maar desondanks moet ik je heel veel vertellen. Nu dan, een vloot steunpunt dient daarvoor dat een schip het kan opzoeken, als het water aan de lippen staat Beverly schudde zijn hoofd. „Als. men je zoo hoort praten, dan zou men kunnen twijfelen „Ik weet het aan mijn verstand", ging Peters voort. „Maar laat me eens uitspre ken De oude zeeroovers van de echte soort hadden ook steunpunten. Daar had den ze hun proviandmagazijn, hun buit en hun vrouwen. De moderne piraten moeten daar eigenlijk benzine tanks en dergelijke dingen in reserve hebben. Neem nu eens dit schip, dat twee of drie vlaggen voert en naar het uiterlijk visschen vangt. Deze kotter ligt dus met de Franschen over hoop. De Franschen zeggen het aan de Engelschen en beiden laden ze hun kanon nen en willen aan de „Dolfijn" eens en voor altijd een einde maken. De „Dolfijn" zegt echter bp zichzelf; ik -vil liever niet met een groofe mogendheid te doen hebben, maar liever verdwijnen. Wat dan, Be verly?" „Dan verdwijnt het schip „Neen", schreeuwde Peters, want de wind was plotseling weer beginnen te hui len, „fout, klopt niet! Dan zoekt het eerst zijn vlootsteunpunt op en maakt zich voor een poosje onzichtbaar, tot de douane booten him onderzoek staken en dan verdwijnt het pas. Om te verdwijnen moet het goed weer afwachten, proviand en brandstof innemen hé, daar is land in zicht!" Ben Beverly en Edna zagen eveneens land. „Die groote zwarte vlek daar vooraan is een eiland", verklaarde Peters, „en de donkere streep daarachter is het vaste land. Nu, Ben Beverly, wat doen we, als Lopez ons met zijn „Dolfijn" naar het vlootsteunpunt van de piraten brengt?" „Dan dan moge de duivel ons halen", riep Ben Beverly, die nu zijn goede hu meur heelemaal kwijt was. Hij dacht, dat Peters wel eens gelijk kon hebben en de toekomst zag er voor het dz-ietal nog heelemaal niet rooskleurig uit. Het werd moeilijk nog een gesprek te voeren. De storm begon te huilen, zoodat er geen woord meer te verstaan was. De kokende zee wierp de „Dolfijn" heen en weer, alsof het scheepje een notedop was. Van de zijde van Lopez en de bemanning was op dat oogenblik niets meer te vree- zen, want ze voerden een zwaren strijd ter wille van hun schip en van hun leven. Peters nam het touw, dat de grens had gevormd van hun „neutrale zone", en hond Edna aan de verschansing vast. Toen dat gebeurt was, kuste hy haar en riep haar in het oor, dat het hem speet, haar in dit avontjiur te hebben gewikkeld. Edna glimlachte zwakjes. „Ik heb nooit het sterke verlangen ge had zeventig te willen worden!" „Moed," brulde Ben Beverly, die alles gezien had, „moed, juffrouw Bosch, wij leven nog! Dct piz-ateneiland zal eerst met Ben Beverly kennis maken, dan zullen we eens zien, wat de centrale reEen nieuwe breker maakte een einde aan zijn toespraak. De kotter kreunde, alsof het schip ten onder zou gaan. Het eiland lag nu aan stuurboordzijde. De motor werkte met uiterste kracht, maar men merkte er alleen iets van, wan neer de schroef suizend in de vrije lucht ronddraaide. Beverly en Stevens klampten zich bij lederen nieuwen breker kramp achtig aan de verschansing vast. Zoo ging een half uur voorby. Daarna veegde er plotseling geen breker meer over het dek, daar het eiland nu tusschen het schip en de kokende zee in lag. De kotter koerste thans naar het Westen en voer langzaam in de richting van een bocht, die, door een gordel van kale rot sen beschei-md achter het eiland lag. HOOFDSTUK XL. Toen de „Dolfijn" de bocht was bin nengevaren, had de plotseling ingetreden rust op de opvarenden de uitwerking van een verdooving. Nog honderd meter en toen verstomde de motor, de kiel schuur de over het vlakke strand en een vlakte van wit, zuiver zand strekte zich aan den oever uit. Een ruwe brug was een eindweegs in het water gebouwd en pre cies naast deze brug, met een zekerheid waaraan een langdurige oefening ten grondslag moest liggen, zette Lopez den kotter op het strand. Jim en Kill sprongen op de brug en liepen naar den oever terwijl ze een lijn uitrolden, waaraan ze de „Dolfijn" nog eenige meters landwaarts voorttrokken. Op het strand kwamen eenige gestalten te voorschijn. Ze zagen eruit, zooals vis- schers er op deze breedtegraden uitzien. Hun kleeren leken meer op lompen. Het waren vijf of zes blanken en een paar negers. Lopez keek toe, of het touw aan het strand goed werd bevestigd, endaarna schudde hy zich, alsof hy het koud had. Tenslotte wendde hy zich tot de drie passagiers. In zyn oogen was 'een koud sarcasme te lezen, toen hy een kleine buiging maakte. „XJ bent in veiligheidOp dit eiland' zult u geen politie vinden. De Engelschen en de Franschen maken geen ruzies uver dit kleine plekje, omdat het voor hen geen beteekenis heeft. Niemand bekommert zich om dit eiland. Er wonen hier alleen maar een paar visschers en enkele negers zyn er ook by. Een hotel is tot mijn spyt niet aanwezig. We gaan straks Roger be graven, wilt u daar soms by tegenwoor dig zijn? Ik hoop, dat over een paar dagen het weer wat rustiger is, dan hoeven we hier niet al te lang te hiyven liggen. Een hut heb ik wel voor u. Maar wanneer u liever op het schip wilt blijven, dan kunt u uw gang gaan. Alleen zal het niet al te comfortabel voor u zyn. De bemanning slaapt beneden. Of dat de meest geschikte plaats is voor een dame, weet ik niet," Peters was nog bezig, Edna los te ma ken. Ben Beverly keek met een somberen blik Lopez in zyn gezicht. „We zullen natuuriyk aan land gaan en in de hut overnachten. Maar ik waarschuw u, dat er geen verraad gepleegd wordt Laat het u voor gezegd zyn om dezen tyd zoekt de politie al naar ons Ben Beverly bewees, dat hy zich een houding kon geven. Na een korte pauze ging hy voort „By een overval is het natuuriyk moge lijk, dat wy het onderspit delven, maar voordat het zoover is, is het eiland gede cimeerd, daar kunt u zeker van zijn, ka pitein Lopez grynsde. „Wilt u me dan nu maar volgen?" Ben Beverly keek naar Peters en Edna. „Wat «zullen we doen? Zullen we aan land gaan?" Peters schudde langzaam zyn hoofd. „Beverly", fluisterde hy, „op het eiland zyn we heelemaal aan hen overgeleverd. Ze zullen ons waarschijnlijk neerschieten, wanneer we ons op het strand hegeven Het gezicht van Peters toonde, dat hij diep nadacht. Een krygslist, dacht hij, een of ander üstigheidje. Nu komt het eróp aan, slimmer te zyn dan zy, want het leven hangt ex-van af. De duivel mag vyeten, wat ze met ons voor hebben. „Hoe staat het met de bemanning?" vroeg Peters. „Gaat die ook aan land?" Lopez knikte en wees naar Jim en Kill, die juist den dooden Roger opbeurden en met hem over de verschansing klommen. Gomez volgde hen. Lopez keek zyn man nen na en wendde zich daarop weer tot Peters. „Nu, hoe staat het? Willen jullie bij de bemanning overnachten?" Peters ging plotseling naar Lopez toe. „Neen, wy blyven op het schip, maar jy en. de bemanning hebt hier niets meer te zoeken, totdat we weer in zee gaan Over nachten jullie maar rustig in de hut, die voor ons bestemd was. En nu weg Voor uit, marsch Een man can straks aan boord lcpmen om te halen wat jullie noo dig hebben, Smeer 'm man l" Wordt vervolgd.)'

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 6