De strijd aan de grenzen van Albanië. Mr. Stevens uk Detroit Griekenland, het land met gebrekkige wegen en weinig spoorwegen (Van onzen correspondent). Rome, November 1940. Er kan geen twjjfel aan bestaan, of de Italiaansche soldaten zullen het niet gemakkelijk hebben bjj den opmarech tegen Athene. Niet alleen, dat zjj zich den weg zien versperd door hooge, woeste bergen, doch ook de wegen la ten in dit Zuidelijke land veel te wen- schen over. Meer en meer wordt het waarschijnlijk, dat de oorlog in Grie kenland zich zal ontwikkelen tot een guerilla, welke de voortdurende aanwe zigheid vereischen van een groot aan tal Italiaansche troepen. In verband met het verward raken van Griekenland in het oorlogsnet komt aller eerst dat gebied, waarop zich op het oogen- blik de eerste ontmoetingen met de Itali anen afspelen, in aanmerking voor bespre king. Het blijkt dat de Grieken, in overeen stemming met hun bondgenoot Engeland, een groot aantal troepen hebben samenge trokken tegenover de Italiaansch-Albanee- sche grens in den sector van Koritza. Het blijkt thans ook, dat zij zelfs twee divisies uit de garnizoenen in den Zuidelijken Pe loponnesus, Patria en Nauplia, hebben laten oprukken naar het Noorden. Aan Italiaansche zijde liggen, in de rich ting Zuidwest-Noordoost, de plaatsen Art- vokastro, Premeti en Koritza. Aan de Grieksche zijde in dezelfde richting Phi- liates, Joanina, Metsowon, Kanitsa, Smo- tika, Lapsista, Castoria en Fiorina. De grensscheiding loopt hier door zeer moei lijk terrein. De hooge, scherpe Pindos gaat hier, in de richting van de Albaneesche .grens, over in het grammosgebergte. NATUURSCHOON EN OUDE GEDENKTEEKENEN MAAR GEEN GOEDE WEGEN. Griekenland is rijk gezegend met na tuurschoon en met gedenkteekenen uit de grijze oudheid, maar voor den aanleg van een fatsoenlijk wegennet hebben de zonen van het oude Hellas niet gezorgd. Op den vlakken grond zijn zij reeds zeldzaam, doch in het gebergte heerschen nog aarts vaderlijke toestanden paarden en muil ezels zijn er nog de middelen van vervoer bij uitnemendheid. Hoe het in Griekenland staat met de verkeersverhoudingen, kan wel blijken uit het feit, dat Griekenland eerst sedert den wereldoorlog is aange sloten aan het Europeesche spoorwegnet. Het Grieksche spoorwegnet heeft een lengte van 1300 km., daarbij komt dan nog 150 km. smalspoor en dat is alles. De weinige spoorlijnen verbinden Piraeus en Athene met SalonikI in het Noorden en Alexandropoelis in het Noordoosten. Ver der is het net in handen van verschillende particuliere maatschappijen. De afstand tusschen de Grieksche grens en de hoofdplaatsen is niet zoo bijzonder groot, maar men moet rekening houden 'met de afschuwelijke wegen. Van Koritza in Albanië is het in rechte lijn naar Sa- loniki slechts 180 kilometer en van Koritza naar Alexandropoulos 450 kilometer. Naar Athene is het in Zuidoostelijke richting 400 kilometer. De Golf van Corinthe wordt na 250 kilometer en de Thessalische vlakte met de steden Kaditza en Lari^sa na on geveer 150 km. bereikt. SALONIKI, DE WERELDHAVEN WAARVAN DE GRIEKEN DROOMDEN. De weg van Koritza naar Saloniki voert over moeilijk begaanbare bergröutes eerst vijftig kilometer Oostelijk naar Fiorina, dan verder veertig kilometer naar Edessa, Hier DOOR R. ARDEN. 33) Peters dacht koortsachtig na. Dat men hier zijn revolver gestolen had, stond vast, maar alleen maar voor hem. Het was niet te bewijzen verder b;j de waarheid blij ven, beteeken de zichze'f nog verder be lasten. Wat moest hg dan doen? Peters veegde zijn vochtige voorhoofd af en zei met beslistheid in zijn stem: „Nu dan, Beverly, ik heb Grïzzard dood geschoten. Ik ging hier wandelen en toen ik terugkwam, kwam ik Grizzard tegen. Grizzard hield mij voor Stevens en hij schoot het eerst. Ik weifelde niet langer. U weet immers, dat ze me al eerder naar het leven hebben gestaan nu dan, ik weifelde niet en schoot tei-ug. Toen moest Grizzard er aan gelooven. En nu weet je alles en laat me nu met rust.'" Ben Beverly wierp een vragenden blik op Legrand. Kapitein Legrand knikte hem toe. „Zoo ongeveer zal het gebeurd zijn, monsieur alleen met dit onderscheid, dat Stevens op dien Grizzard geloerd heeft. Bjj een toevallige ontmoeting zou Grizzard niet zooveel treffers ontvangen hebben!" „Ik schiet heel goed," zei Peters ver moeid. „Laat me nu eindelijk met rust. Ik was in noodweer en schoot. Ik heb er geen zin meer in, hier met jullie te blijven redetwisten." Op dat oogenblik kwam de politie beambte naar Legrand en reikte hem een revolver over. „Dit wapen lag twintig meter hier van daan in een boschje op een kleine open plek, kapitein. Kapitein Legrand zette groote verbaasde oogen op, bekeek het Mauserpistool nauw keurig en gaf het wapen dan aan Ben Beverly. daalt het gebergte af naar het stroomge bied van Warda en Wistritza. Na veertig kilometer wordt dan de stad 'Jenitse be reikt en dan, na nog vijftig kilometer, Sa loniki, een havenstad van 250.000 inwoners. Het verlangen van de Grieken, een we reldhaven te bezitten die zich met Rotter dam of Antwerpen zou kunnen meten, heeft zich geconcentreerd op Saloniki. Er zijn twee vrijhavens uitgestippeld, een in het Oosten en een in het Westen en daar tus- schenin ligt een groot havenbekken, dat als vrijhaven voor Joego-Slavië is bestemd. De havenplannen zijn buitengewoon grootsch opgezet zjj overtreffen zelfs die van de haven van Triest. Het komt er nu nog slechts op aan, de gebouwen op te richten, zonder dewelke men aan de ha vens niet veel heeft. Dit gaat echter bui tengewoon langzaam het ontbreekt den Grieken het noodige geld. DE GRIEKSCHE REGEERING KAN GEEN SPECIALE RECH TEN HEFFEN. De rechten, die in de haven van Salo niki worden geheven, vloeien grootendeels in de zakken van de Iraneesche concessio narissen, die de haven exploiteeren. Toen de Grieksche regeering het plan opvatte om ten behoeve van den havenbouw een alge meen speciaal recht van vier procent en sommige speciale rechten van acht procent te heffen, kon zij dit niet uitvoeren, omdat zoowel de Joego-Slavische regeering als de Grieksche handel en de concessionarissen luide protesten verheven. De bouw wordt nu dus in slakkentempo voortgezet. Onder de steden, die ten oosten van Sa loniki liggen, steekt vooral Kawalla uit, met zijn 150.000 inwoners, omdat van hier de meeste Grieksche (Macedonische) en Bulgaarsche tabak wordt uitgevoerd. Daar nevens zijn ook de steden Xanthe, Drama, Komotin en Alexandropoulos met een ge middeld inwonertal van 40.000 zielen van economische beteekenis voor Griekenland. Frauderisico-onderlinge van gemeente. Dezer dagen is te 's-Gravenhage de alge meens ledenvergadering gehouden van de frauderisico-onderlinge van gemeenten (F. O. G.) Uit de toelichting, welke de directie gaf bij het jaarverslag, blijkt, dat de ontwikke ling der onderlinge in haar driejarig bestaan gunstig is geweest. Reeds zijn 558 gemeen ten en 20 intercommunale instellingen tot de F. O. G. toegetreden, terwijl het verze kerd bedrag tot 7.5Ó0.000 is gestegen. In 12 gevallen werd in 1939 tot uitkeering van schadevergoeding overgegaan in zes gevallen had dit betrekking op fraudes, in vier gevallen op inbraak of diefstal, terwijl in twee gevallen geld bij vervoer verloren was gegaan. De financieele uitkomst over 1939 is gun stig. Ruim twaalf procent van het ingeko men premiebedrag kon worden bestemd voor delging van de oprichtingskosten, als mede voor vergrooting van het waarborg kapitaal en voor storting in de statutaire reserve, welke ten name der leden wordt geboekt. In de vacatures, ontstaan door het aftre den van de heeren K. Gerrits, burgemeester van Onstwedde, B. W. Th. van Slobbe, bur gemeester van Breda, mr. H. P. C. M. de Witt Wijnen, wethouder van Gouda, welke heeren niet herkiesbaar waren, alsmede in de vacature, ontstaan door het overlijden van mr. R. M. van Dusseldorp, burgemees ter van Goes, werden tot leden van den raad van toezicht benoemd mr. E. L. H. M. van Mierlo, wethouder van Breda, A. H. S. Stemerding, burgemeester van Oost en West Souburg, J. Tjalma, burge meester van Hoogeveen en mr. G. C. van der Willigen, burgemeester van Lekkerkerk. „Wel allemachtig!" zei Ben Beverly. „Straks word ik er nog gek van.' Laat ons de plaats eens zien, waar deze revolver lag!" De politiebeambte bracht de mannen die per het boschje in. Tenslotte bleef hij staan en wees op een kleine open ruimte, nau welijks een vierkanten meter groot. „Hier lag de revolver, kapitein." „Voorzichtig nu," riep Ben Beverly, al lemaal blijven staan! Als de revolver hier lag, moet een mensch hem daar hebben neergelegd. Vliegen kan dat ding niet!" „Ten hoogste geworpen worden," zei ■Peters boos, „dan vliegt hij in ieder geval ook." „Tjonge, wat slim," hoonde Ben Bever ly. „Wat een geluk, dat jij er bij bent, Stevens, ik zou er anders nooit achter gekomen zijn, dat je een revolver ook gooien kunt! Heb je misschien ook ont dekt, dat de man, die het wapen wegge gooid heeft, niet in Dakar stond? De af stand kan tien, twintig meter bedragen, dus moet het spoor van den man in een omtrek van tien tot twintig meter te vin den zijn. Als dat spoor niet bestaat, dan blijft alleen nog de mogelijkheid, dat je de revolver zelf in het boschje hebt ge slingerd. „Ben Beverly werd plotseling toornig en zijn gezicht werd rood. „Want zooals ik zei," brulde hij, „een wapen vliegt iet vanzelf! Begrepen?" „Ik versta het beter, als je rustig spreekt!" Peters kon, ondanks zjjn be narde positie, een grijnslach niet onder drukken. „Ben je er soms ook al achter gekomen, waarom ik mijn wapen, waar van het nummer genoteerd is, naast den doode heb gelegd en deze vreemde revol ver, die ik immers net zoo goed gebruiken kon, heb weggegooid?" „Het is nog heelemaal niet zeker, dat jij die revolver hebt weggegooid", bromde Ben Beverly. „Dat zal binnen tien minu ten wel worden opgehelderd. Maar één ding zeg ik je by voorbaat: Ik kom wel Flinke omzetten op de Amsterdamsche effectenbeurs. De belangstelling waarin de fondsen- markt zich de laatste dagen kon verheu gen was gisteren noggeenszins verdwe nen. Wederom moest een groote hoeveel heid opdrachten ten uitvoer worden ge bracht en er vonden dan ook flinke om zetten plaats. De affaire was desniettemin toch niet zoo omvangrijk dan de laatste dagen het geval is geweest, tenminste moest zulks uit het uiterlijke marktver- loop worden opgemaakt, want niet kan onmiddellijk worden nagegaan welke transacties door de groote instellingen, welke veelal het leeuwendeel van de ef fectenorders hebben, in elkander worden gezet. Bij de opening werd over het al gemeen gehandeld boven het peil van de vorige slotkoersen en daarna openbaai-de zich vrijwel onmiddellijk een vaste stem ming, want bijna allerwege werd een op- waartsche lijn gevolgd en stegen de koer sen zelfs in een tamelijk snel tempo. Hier door werden behoorlijke koerswinsten ver kregen maar op het opnieuw verhoogde niveau kwamen winstnemingen los in ver band waarmede een daling intrad, zoodat tenslotte werd gehandeld op het peil van de opening en in sommige gevallen zelfs nog iets daar beneden. Ondanks alle schommelingen maakte de markt toch den indruk dat zy een stevigen ondergrond heeft en bovendien dat zij in weerwil van de recente koersstijging nog over een groot opnemingsvermogen beschikt. Op de petroleumafdeeling ging het weer levendig toe in Olies, die een achttal punten boven het virige slot werden ingezet, daarna stegen tot omstreeks 294 procent, terwyl zich vervolgens een inzinking voltrok tot ongeveer den openingsprjjs. Het Ameri- kaansche petroleummateriaal werd ver handeld tegen circa de toppryzen van Maandag, waarbij vrij veel omging in Shell Unions en Tidewater. Van de suikerwaar den openden H.V.A.'s een zestal punten boven het vorige slot en daarna liep de koers vrij vlug een tiental punten naar boven tot 466 procent. Het hoogste punt bleef echter niet gehandhaafd. De affaire in rubberaandeelen was van matigen om vang. Amsterdam rubbers bewogen zich voornamelijk omstreeks het peil van de vorige topprijzen. Voor diverse incourante soorten bestond goede kooplust en in ver scheidene gevallen konden aanzienlijke koerswinsten worden gemaakt. De handel in tabakken was van kalmen aard. Deli Batavia's waren in staat een zevental pun ten te avanceeren tot omstreeks 190 pro cent. In de scheepvaartrubriek werd de aandacht getrokken door Oude Vaarten, die druk verhandeld werden en in doorsnee iets hooger lagen. Scheepvaart Unies wa ren gemiddeld weinig verhandeld en ook de handel in dit fonds was minder om vangrijk dan de laatste dagen. Onder de industrieelen werden Aku's druk verhan deld. Na een aanvankelijke stijging tot 125 procent zakte de koers weer in tot om streeks 123 procent. Unilevers en Philips- aandeelen waren, vergeleken met de vo rige sloLnoteeringen prijshoudend en na be trekkelijk geringe fluctuaties weinig ge wijzigd. De handel in Amerikanen droeg een le vendig karakter en in het bijzonder voor de Staatsaandeelen. Bij de opening werd meerendeels afgedaan tegen ongeveer de pi-ijzen waarbij Maandag tegen het slot werd gehandeld. Spoedig echter stegen de noteeringen tot ongeveer de beste prijzen van Maandag, maar later op den middag moest een kleine achteruitgang worden op- geteekend. Ook de spoorwegaandeelen wer den nog al druk verhandeld, terwijl ook in Public Utilities het noodige omging. Anaconda's waren goed prijshoudend. Voor Duitsche waarden bestond weder om een goede stemming. Diverse aandee- len werden niet onbelangrijk hooger af gedaan. De Youngleening werd een drietal punten beneden het vorige slot ingezet en hoewel naderhand een kleine verbetering intrad, was er toch geen sprake van een afdoend herstel na de recente inzinking. De Nederlandsche belegglngsmarkt was kalm en onregelmatig, met slechts geringe koersverschillen, zoowel voor de Neder landsche staatsschuldbrieven als voor het overige eerste klasse-materiaal. Prolongatie 2% procent. Amsterdam 1936 3J^ 88% 88 Bataafsche Petr. Mij. Obl. 3/2 82% 821/2 A Amsterdamsche Bank 116 117% A Ned. Gist en Spriritusfabr. 405 409% achter je streken; man, daar kun je ge rust op zijn'." Peters ging op een ontwortelden boom stam zitten. „All right, ik verlaat me op jou, Bever ly HOOFDSTUK XXIX. Terwijl Legrand en de politie-beambte bij Peters bleven, zocht Ben Beverly in den omtrek van de vindplaats den grond af. Hij deed dat met de handigheid van een ervaren spoorzoeker. Telkens ging hg op de knieën liggen om den grond heel precies te bekijken. Hij vond echter steeds alleen de schoenafdrukken, die de politie beambte had achtergelaten. Ben Beverly kon daar geen verklaring voor vinden. Een vage verdenking kwam bij hem op. Zou die verduivelde Stevens met het vreemde wapen al voor zijn ontmoeting met Grizzard onheil hebben gesticht? Ben Beverly overwoog heel rustig en koel de mogelijkheden, die er iemand toe zouden kunnen brengen, zijn wapen weg te wer pen. Stel het geval, dat Stevens tevoren zijn secretaris had doodgeschoten, met diens eigen wapen. Om geen verdenking te laten rijzen, ging hij hierheen en wierp de revolver weg. Op den terugweg zag hij dan toevaUig Grizzard aan komen sluipen, verstopte zich en moest toen noodge dwongen zijn eigen revolver gebruiken om Grizzard neer te leggen Maar waarom liet een man, die met zulk een berekening en koelbloedigheid een daad tot uitvoering bracht dan zijn wapen op de plaats van den strijd liggen? Als aanwijzing tegen zichzelf? Hij had niet de geringste verwonding opgeloopen, niets waarom liet hij dan zijn revolver bij het lijk van Grizzard liggen? Waarom probeerde hij niet Dakar in een groote boog te bereiken, waarom verliet hij, toen al die schoten gevallen waren, bloedig en verschrikt het boschje langs den naasten weg, die direct naar ue inboorlingenwyk leidde? Zulk een koelbloedige knaap als CALICO, DE DOODE STAD IN CALIFORNIE. •Vervallen huizen, leege straten, verdwenen Inwoners. HET ERTS BRACHT GEEN GELUK. (Van onzen correspondent.) New-York, November 1940. Acht blokhutten telde het dorp Calico, 35 jaar geleden, waarin 37 menschen ver blijf hielden, die van jacht en vischvangst leefden en gelukkig waren. Tot op zekeren dag Tommy. Sullivan en O'Kea steen m vinden, die zij niet thuis kunnen brengen. Zij zijn zwaar en ontzaglijk hard. Erts! Zij hebben geen idee van den rijkdom, dien zij hebben ontdekt. Zij gooien de steenen weg, doch vertellen terloops van hun avon tuur. Kort daarop komen er een paar nuchtere zakenlieden naar Calico, onder zoeken den grond en het erts en laten met het werk beginnen. Er wordt gehakt en geboord, er worden stokken in den grond gestoken, er wordt gemeten, gerekend, ontwerpen gemaakt. Weder een week later komen er nieuwe arbeiders, die een huis bouwen en weer een huis en nog meer huizen; de ertswin ning is in vollen gang. Een jaar later, in 1904, wonen er 4590 menschen in Ca lico. Het is een stad geworden met een burgemeester, een sheriff, politie, water leiding - - ende zetel van het erts syndicaat. De zaken gingen prachtig. By het begin van den wereldoorlog telde Ca lico reeds byna 50.000 inwoners. Het geld scheen geen rol te spelen; met volle han den werd het uitgegeven. Nu zou er eerst een gouden tijd aan breken! De Oude Wereld schreeuwde om lood, tin, zink, ijzer, staalEr werden nieuwe schachten geboord. Tevergeefs! Men vond geen erts meer. En ook de oude schachten waren uitgeput! De stad raakte in verval. Bioscopen en schouwburgen wer den gesloten of voor spotprijs overgedaan. Hotels sloten hun deuren. De bevolking ebde weg. Steeds meer menschen kwamen zonder werk. De huizen vervielen, de kan toren liepe; leeg, de trein deed het plaatsje niet meer aan, de couranten hielden op te verschijnen. In 1926 was Calico een doode stad. Het had zyn' roem overleefd. Thans zou men kunnen wanen, dat de oude .tijden zijn te ruggekeerd. Er wonen nog 45 menschen. 8 meer dan 35 jaar geleden. Zfj kweeken groenten en vruchten en leiden een af gezonderd leven in Zuid-Californië. Zij slaan de gestorven stad gade-, de leege straten, de nvallende huizen.' En voor zijn hut zit de thans 77-jarige Sullivan en schrijft zyn mémoires. A K.M. De Schelde Nat. Bes 59% 59% C Kansas City South 7% C Union Pac. Rr. 90% Nederland le lng 1940 4 100% 101% Nederland 2e lng 1940 4 951/, 95% Nederland m. bel. fac. 1940 4 100% 101% Ned. 1000 1938 (3J/2) 3 85% 85% Indië 1000 1937 3 84% 84% A Koloniale Bank 182 180 A Ned. Ind. Handelsbank 141% 140 C Ned. Handel 'Mij. 120 121 A Van Berkels Patent 50 49 C Calvé Delft 87% 83% A Lever Bros en Unilever 1381/2 137% A Philips Gloeil. Gem. Bezit 214 210 C Am. Car Foundry 33% 33% A Anaconda Copper 29% 29% C Bethlehem Steel 86 86% C General Motor 54 54% C Kennec. Copper 38 37% C North Am. Aviation 20 19% C Rep. Steel 25% 25% C Un. Stat es Steel 72 71% C North Am. Cy. 22% 22% A Kon.'Petroleum My. 288% 291% C Contin. Oil Cy. 20% 21 C Philips Petrol. 36% 36 C Shell Union 12% 12% C Tide Water Ass. Oil 11% 11% A Ned. Scheepvaart Unie 166% 165% A Handelsver. Amsterdam 458 461% A Ned. Ind. Suiker U. 258 A Deli Batavia My. 183 188 C Deli Mij. k 1000 247 249% A Senembah My. 193 195 C Pennsylv. Rr. 27 26% 17 y2 A South Railway 17% C Amsterdam Rubb. 255 257% A Deli Batavia Rubb. My. 188% 192% A Serbadjadi Sum. Rub. 119 "20 die Stevens was toch niet makkelijk uit zijn evenwicht te brengen! Waarom dan? Hier steekt nog heel wat anders achter, dacht Ben Beverly bij zichzelf, nadat hy alle mogeiykheden had overwogen. Maar wat steekt hier achter? Ben Beverly werd wederom woedend, zooals altyd wanneer hy niet verder kwam. „Beroerde geschiedenis!" zei hij luid. Peters ving de woorden op. „Dat komt alleen daarvan, dat je me niet gelooven wilt, Beverly. Probeer er nu eens aan te wennen, dat ik niet Stevens, maar Peters ben". „Goed", antwoordde Beverly, „ik neem aan, dat je de waarheid zegt. Kun je me dan verklaren hoe die revolver hier komt, als je hem niet hebt weggeslingerd". Of je nu Stevens bent of Peters, het wonder met de revolver blijft hetzelfde. Maar er be staan geen wonderen man Of wel soms? Peters zweeg. Ben Beverly had gehjk, daaraan viel niet te tornen. Hoe kwam dan de revolver in werkeiykheid hier in dit boschje Legrand onderzocht het wapen nauwkeurig. „Er is één schot uit gelost, monsieur Beverly", zei hy peinzend. „Dat was het schot, waardoor ik ge wekt werd", beweerde Peters. Ben Beverly werd nog boozer. Hy riep dat de duivel hem mocht halen, maar nu had hy er genoeg van, nog langer 'voor den gek gehouden te worden. Peters had het wapen weggeworpen, waarom dat was voorloopig niet uit te vinden. Hy had er nu den buik van vol, Stevens of Peters hoefde niet te denken, dat ze hem zouden laten loopen. Integendeel juist, zoo waar hy Ben Beverly heette, hy zou licht in deze affaire brengen of anders zyn baan tje eraan geven. „Jammer, een man op jouw leeftyd" meende Peters, wiens vrymoedige op treden niet meer was dan galgenhumor. Want dat deze zaak zoo gemakkeiyk en De legerberichten van gisteren. HET DUITSCHE. Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakte gisteren bekend: Ondanks de aanhoudend zeer ongunstige weersgesteldheid deed het luchtwapen over dag en des nachts aanvallen op Engeland en Schotland met Londen als hoofddoel. In den tijd van 19 uur tot 6.30 uur lie ten de gevechtsvliegtuigen zonder ophouden meer dan 1500 bommen van allerlei kaliber op Londen neerkomen. Op 4 November en in den nacht van 4 op 5 November onder namen formaties gevechtsvliegers bovendien talrgke aanvallen op belangrijke militaire doelen, zooals vliegvelden, industrie- en verkeersinrichtingen alsmede op munitie opslagplaatsen en barakken. Daarbij werden o.a. in Wattisham en Ford opnieuw han gars getroffen er. een groot aantal vlieg tuigen op den beganen grond vernield. Na nachteiyke aanvallen op Coventry en Li verpool konden verscheidene hevige ont ploffingen en branden worden waargeno men. In Hillington, Edinborougb-Leith en andere plaatsen van Schotland kregen fa briekscomplexen zware treffers, welke he vige ontploffingen teweegbrachten. Voortgegaan werd met het leggen van mijnen voor Britsche havens. De vijand ondernam geen vluchten naar het gebied van het Duitsche rijk. Een Britsch vliegtuig, dat de kust van het Kanaal naderde, werd neergeschoten. Eén eigen vliegtuig wordt vermist. HET ITALIAANSCHE. In zijn legerbericht no. 151 maakte het Italiaansche opperbevel gisteren het vol gende bekend: De operaties van onze eenheden worden voortgezet in den sector van Epirus, waar onze detachementen, na een levendigen weerstand van den vijand te hebben over wonnen, het bovendeel der vlakte van Vo- jussa hebben bereikt. Onze luchtmacht heeft den geheelen dag krachtige acties van samenwerking met de operaties op den grond tot ontwikkeling gebracht en wegen, troepen- .en autocolon nes, barakken en verdedigingswerken ge bombardeerd in de zones van Fiorina, Kas- toria en Janina. Batterijen en andere doe len op de Noordelgke helling van Janina en langs den weg van Janina naar Kali- baki werden in herhaalde duikbombarde- menten getroffen. Andere vliegtuigen van ons luchtwapen bombardeerden de havens Volos, Preveza en Patras. Tijdens luchtge vechten werd een vijandelijk jachtvliegtuig neergeschoten, een tweede werd waarschijn lijk neergeschoten. Uit hetgeen later is ko men vast te staan blijkt, dat tijdens de luchtacties van 2 November nog zes vijan delijke vliegtuigen werden vernield, behalve de twee, waarvan melding is gemaakt in legerbericht 150. Het aantal vijandeiyke toestellen, dat op genoemden dag is neer geschoten, bedraagt dus 11, terwijl er waar schijnlijk nog een is neergeschoten. Een van onze formaties jagers, die ver kenningen uitvoerde boven Malta verraste eenige groote, voor anker liggende water vliegtuigen, waarop mitrailleurvuur werd gericht. In Oost-Afrika heeft onze artillerie ge pantserde autotransporten bij den berg Sciusceib (Kassala) vernield. Vyandelijke vliegtuigen wierpen bommen op Cheren, waarby een inboorling werd gedood en vier werden gewond, onder wie een vrouw en een kind. Te Neghelli maakte een vijande lijke aanval slachtoffers noch materieels schade. Een vyandelijk vliegtuig werd neer geschoten door het luchtafweergeschut, de bemanning werd gevangen genomen. Onze duikbooten, die op den Atlantischen Oceaan opereeren, hebben vijandelijke sche pen met een totaal inhoud van 24.000 ton tot zinken gebracht. BROEDERSCHAP VAN DIRECTEUREN, HOOFDCOMMIEZEN EN COMMIEZEN P.T.T. Een dezer dagen kwam de broederschap van directeuren, hoofdcommiezen en com miezen P.T.T. in buitengewone algemeene vergadering bijeen. De vergadering was druk bezocht. Algemeen kwam tot uiting de ontstem ming en verbittering als gevolg van de toepassing van het keuze-stelsel inzake bevordering tot hoogeren rang. Met algemeene stemmen werd een motie aangenomen, die deze gevoelens vertolkte en in opdracht van de vergadering aan den directeur-generaal der P.T.T. toegezonden. snel tot een oplossing gebracht zou kun nen worden, als het op het eerste oogen blik scheen, daaraan geloofde Peters al lang niet meer. Er waren verschillende verzwarende omstandigheden: Hij, Peters, had de rol van Stevens gespeeld. Geen mensch zou gelooven, dat Peters dat zoo maar had gedaan en zich door Stevens had laten beetnemen. Er hadden schoten geknald en Grizzard was op de plaats dood gebleven. Peters kwam vyf minuten later met bloed bedekt en verschrikt uit het boschje te voorschijn en zijn revolver werd op de plaats van het misdrijf ge vonden., Wat zou een rechter van deze fei ten denken? De rechter zou zeggen, dat hy het voor bewezen hield, dat Peters en Stevens hadden samengewerkt. Eveneens was bewezen, dat Peters Grizzard had doodgeschoten. Dat Grizzard een gangster was, was een kwestie op zichzelf daar om bleef een moord nog wel degelijk een moord! Van noodweer kon na al die be wijzen geen sprake zijn; voor noodweer was één kogel genoeg, terwy'1 Grizzard grondig „afgemaakt" werd, zooals dat in de kringen der Amerikaansche onderwe reld gewoonte is. Peters zag reeds het ge zicht van den rechter vol verontwaardi ging op hem gericht: schuldig bevonden aan moord! Peters wischte zich het zweet van zijn voorhoofd. En dat alles had hg aan Stevens te danken, aan dien gemeenen nandiet! „Laten we maar gaan", zei Ben Bever ly na een tijdje. „Het heeft geen zin, hier nog langer rond te hangen. Peters- Stevens getroost zich niet de moeite, een verklaring te geven, hy wil ons de zaak niet gemakkelyker maken. Ik wacht nu nog op het antwoord op mijn telegram ik moet weten of ik mijn beschuldiging tot Stevens of tot Peters moet richten. Maar de beschuldiging blijft, of het nu Peters of Stevens betreft, de moord op Grizzard blyft! Dat is met geen moge lijkheid weg te wasschen!" .(Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 6