Het vraagstuk van den stand van den galden Mr. Stevens uit Detroit Berde Blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 19 October 1940 Financieel Economisch Overzicht De beurs is weer vaster geworden. Dezer da gen heeft de firma. Heldring en Pierson te 's-Gravenhage een interessante beschouwing het licht doen zien over het vraagstuk betreffende den stand van den gulden. Daar dit vraagstuk wel iedereen zal interesseeren, ook hen, die slechts zij delings of in het geheel niets met finan- cieele zaken te maken hebben, willen wü trachten in het kort eenige daarin ver werkte denkbeelden te verduidelijken. De schrijver trekt daarin een vergelijking tusschen den toestand hier te lande tijdens den wereldoorlog en dien van thans. Ook in den vorigen oorlog kende men het distributiestelsel, maar dit werkte zeer ge brekkig en zij, die deze' periode hebben meegemaakt zullen zich nog levendig her inneren, dat indien men slechts over vol doende geld beschikte, in den z.g. ketting- handel de meeste goederen wel tegen zeer hooge prijzen verkrijgbaar waren. Zij, die onbemiddeld waren, bleven hiervan ver stoken. En de prijzen, ook van de goede ren, die werden gedistribueerd stegen aan zienlek, In den huldlgep. oorlog heeft znen ge tracht een systeem te scheppen, waardoor een dergelijk euvel zich niet zou kunnen, herhalen. Men heeft dit middel gevonden in een beter werkend distributiesysteem, gepaard gaande met een scherpe prijscon trole. Men kan dan ook wel veilig zeggen, dat al de goederen, die in distributie zjjn gelijkelijk over de bevolking worden ver deeld. Dit beteekent dus, dat men met geld alleen deze goederen niet koopen kan, doch dat men daarvoor ook over bonnen moet beschikken. De schrijver van boven bedoelde beschouwingen merkte dan ook terecht op, dat indien iemand bijv. een inkomen heeft van 10.000 per jaar, en slechts zooveel goederen, die gedistribu eerd worden kan koopen, dat hij niet meer dan 6000 van dit inkomen verteert, een bedrag van 4000 overblijft, dat als zui vere besparing is te beschouwen. Tegen over dit geld staan geen verbruiksgoe- deren van directe behoefte, omdat de meeste daarvan in distributie zijn. Voor dit surplus aan inkomen kan hy dus feitelijk niets meer koopen, behalve goe deren, die buiten de distributie vallen, doch Waaraan de behoefte uit den aard. der zaak minder groot zijn. In deze bespreking wordt nu toevallig een inkomen van 10.000 genoemd, doch men kan het wil lekeurig ook lager stellen. Ook by een la ger inkomen zal er een zeker overschot blijven bestaan, al zal het dan in die ge vallen minder groot zijn. Uit het boven staande volgt echter wel, dat onder de tegenwoordige omstandigheden een naar verhouding grooter deel van het totale volksinkomen noodgedwongen zal worden gespaard dan vroeger het geval was. De schryver noemt dit de „zwevende koop kracht" en uit de aanwezigheid daarvan zouden zekere gevaren kunnen voortvloeien, indien geen wegen worden gevonden om deze geldmiddelen, waartegenover op het oogenblik geen goederen beschikbaar zjjn weder af te voeren naar den Staat. Men zou dit kunnen doen door een zoodanige helastingverhooging, dat nagenoeg al deze middelen in de Schatkist vloeien. Terecht merkt de schrijver op, dat niemand er dan meer belang bij zou hebben om zijn inkomen te vergrooten. Daarvoor zou het particuliere initiatief worden gedood en wij kunnen in dezen tijd. een dergelijke stuwende kracht allerminst missen. Naast een matige belastingv.erhooging zou het echter mogelijk zijn om zulke gelden in den vorm van leeningen aan den Staat ter beschikking te stellen. Hoewel de schrijver dit punt niet- aan roert, willen wij hier toch de opmer king plaatsen, dat zoolang een dergelijke afvoering van middelen, die' niet voor normalen aankoop kunnen worden aange wend, niet plaats heeft, de betreffende personen deze middelen toch waarschijn lijk zullen aanwenden tot aankoop van goederen, die buiten de distributie vallen en tot belegging in huizen en effecten. Hieruit verklaren wij dan ook voor een deel de groote koopbeweging, die sinds geruimen tijd op de beurs aan den dag is getreden en die tot zulke sterke koers stijgingen heeft gevoerd, al moeten wy hier onmiddellijk opmerken, dat ,het in den allerlaatsten tyd bovendien bepaalde speculatieve groepen zijn geweest, die de aandeelen hebben gekocht, en dat het pu bliek naarmate de koersen stegen een meer afwachtende houding aannamen. Toch is het zeer goed mogelijk, dat binnen afzien- baren tijd ook zulke personen effecten zul len gaan koopen, die vroeger weinig of geen papieren bezaten, alleen omdat hun inkomen in geld grooter is, dan zij op den duur kunnen besteden voor aankoop van levensmiddelen en andere noodzakelijke verbruikggoederen. In bet bovengenoemde overzicht wordt verder nog de meening uitgesproken, dat de uitzetting van den biljettenomloop tot nu toe niet zulk een omvang heeft aange nomen, dat daarin een onmiddellijk gevaar voor den gulden moet worden gezien. Ook wordt er aan het slot op gewezen, dat Nederland nog altijd een aanzienlijke re serve heeft in den vorm van het bezit aan Amerikaansche effecten. Deze zouden in de toekomst, d.w.z. na den oorlog even tueel indien zulks noodig zou zijn tot handhaving van den gulden of tot aan koop van grondstoffen In overzeesche lan den, naar Amerika kunnen worden ver-, kocht. Ook hebben wij nog een stootkussen in de aanwezige goudschat, die grooten- deels in het .buitenland ligt. En tenslotte bestaat er een krachtig steunpunt in het overzeesche gebied van Nederland. De schryver zegt, dat van Europeesch stand punt bekeken het van het grootste be lang is voor alle belanghebbenden, dat Nederland dit overzeesche gebied behoudt, waarbij hy wijst op de aanwezigheid van allerlei grondstoffen, zooals rubber, tin, petroleum enz.- Wij hebben by deze bespreking wat uitvoerig stilgestaan, omdat het een onder werp is, dat tenslotte iedereen zal interes seeren. Ook is er nog eens duidelijk uit gebleken, hoe uit de huidige situatie een niet geheel gezonde kooplust op de fond- senmarkt voorspruit. In die gevallen, waarin met tijdelijk braak liggende bedrijfsmiddelen en spaar gelden werden gekocht, zal men geneigd gelden effecten werden verkocht, zal men geneigd zijn om na den oorlog tot verkoop van dit effectenbezit over te gaan, zoodat een koersdaling dan niet zal kunnen uit blijven. In de afgeloopen week is dit besef hier en daar doorgedrongen en het gevolg was dan ook, dat er na de omvangrijke koers stijging van den Iaatsten tijd een reactie intrad. In het bijzonder was dit het geval met de verschillende Duitsche fondsen, ook de Duitsche aandeelen, die hier korte lings waren geïntroduceerd. Verschillende industrieele waarden kwa men deze week op lager niveau. Daar na trad weer eenige verbetering in, maar de koersen van de vorige week werden toch in de meeste gevallen niet meer be reikt. Het dezer dagen gepubliceerde jaar verslag van de Amsterdamsche Super- fosfaatfabrielc en de Chemische Fabrieken maakte een gunstigen indruk, waarby wel in aanmerking moet worden genomen, dat de huidige situatie in verband met het gebrek aan grondstoffen vermoedelijk min der bevredigend is, dan uit de cijfers van het afgeloopen jaar zou mogen worden afgeleid. De wist bedroeg 540.000 tegen vorig jaar 380.000. Hieruit werd een di vidend van 4 op de cumulatief prefe rente aandeelen en 5 op de gewone aan deelen Vereenigde Chemische Fabrieken uitgekeerd, tegen resp. 5 en 6 het vorige jaar, alsmede 5 (onv.) op de aandeelen Amsterdamse!:^ Superfosfaat. Op de preferente aandeelen Ver. .Chemische Fabrieken blijft per 1 Mei 1940 'nog 10 achterstallig. De bevredigende resultaten werden verkregen, niettegenstaande de af zet in- verband met deh beperkten aan voer van grondstoffen 25 lagerwas dan het vorige jaar. Aandeelen Koninklijke hebben in de afgeloopen week bet rekkelijk weinig ge fluctueerd en ook Amsterdam Rubber slui ten ongeveer op 'het niveau van de voor afgaande periode. Daarentegen geven scheepvaartaandeelen over het algemeen een reactie te zien, waarby' in aanmerking moet worden genomen, dat in deze afdee- ling den Iaatsten tijd ook vrij veel specu latieve vraag aan den dag is getreden, zoodat door" een tijdelijke inkrimping van deze kooplust noodzakelijk een terugslag moest plaats vinden. Eenigen tijd geleden was het publiek voor Amerikaansche waarden eerder ver- kooper, omdat men in het onzekere ver keerde of deze waarden eveneens moesten worden aangemeld en of er op een derge lijke aanmelding later wellicht een ver plichte inlevering zóu volgen. Zooals men weet behoeven deze certificaten door de 'individueele houders niet te worden aange meld, en bovendien heeft de opvatting veld gewonnen, dat van een inlevering nooit sprake zal kunnen zijn, omdat Amerika hiertoe zijn medewerking niet zou verlee- nen, zoolang de oorlog duurt. Later is er dan ook weer eenige vraag gekomen in verband met de steeds stijgende winst cijfers. Dividenden, die geleidelijk worden betaalbaar gesteld, kunnen hier natuur lijk op bet oogenblik niet worden geïnd, doch zij zijn als het ware in de koersen verdisconteerd, en later volgt natuurlijk, zooals mag- worden aangenomen de be taling in Europa. Aan den anderen kant ontveinst 'men zich niet, dat de toestand op financieel gebied in Amerika uiterst onzeker is in verband met de groote krachtsinspanning, die het land zich moet getroosten voor de bewapening. Er be staat alle aanleiding te verwachten, dat een groot deel van de winsten later zul len worden opgeslokt door zwaardere hef fingen Ook komt het vraagstuk aan de orde, of de productiecapaciteit in ver schillende takken van bedrijf, o.a. de staal industrie niet te klein is, om aan de be hoefte voor eigen leveranties en die aan Engeland te voldoen. De bouw van nieuwe fabrieken vergt echter kapitaal en tijd. Een beslissing daaromtrent is op het oogenblik nog niet genomen. Wel worden de fabrieken van vliegtuigen regelmatig uitgebreid. Maar de bouw is natuurlijk minder gecompliceerd dan die voor staal fabrieken en hoogovens. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop in de afgeloopen week. 4% Nederland 1940 H, 96%, 97. 3—3% Nederland 1937 87%, 88V2ö- 88% 3 Ned. Indië 1938, 83%, 83%, 83<>/ls. Youngleening 43%, 35%, 37%, 40 Aku 125%, 126, 112, 119%. Lever Bros 139%, 140, 127, 131%, 133%. Philips 200%, 201, 188, 193%, 197%. Beth. Steel 66%, 68, 66%, 68. U. S. Steel 4915/ls, 51%, 51%. Koninklijke Petroleum 239, 243, 236, 237. Amsterdam Rubber 219%, 224, 215, 220. Holland Amerika Lijn 116, 100%, 104. Ned. Scheepvaart Unie 149, 140, 145%, H. V. A. 395, 405, 392, 400. Ver. Vorstenlandsche Cultuur 107, 116, 106%, 110% Deli Batavia My 145, 147%, 142%, 147. Deli Mij '206%, 210, 202%, 208, Senembah 171, 174%, 170, 174. KOLENDAMPVERGIFTIGING IN DEN „MEIHOF". In den „Meihof", de woning van den bekenden folklorist D. J. van der Ven te Oosterbeek, heeft zich gisternacht een geval van kolendampvergiftiging voorge daan Omstreeks half vier hoorden buren een luid geschreeuw en toen zy gingen kijken, vonden zij het echtpaar Van der Ven be wusteloos in den tuin. Kort daarop arri veerden een dokter en de politie, die, nog vóór de heer Van der Ven het huis uit liep, door hem werden gewaarschuwd. De toestand van het echtpaar is redelijk wel. Men vermoedt, dat vóór het zich ter ruste hegeven, de haard te veel werd ge temperd, waardoor de kolendamp door een lek in het roökkanaal kon ontsnappen. De legerberlchten van gisteren. HET DUITSCHE. Het opperbevel van de Duitsche, weer macht maakte gisteren bekend Aan den uitgang van het Kanaal van Bristol is by een opdringen van Duitsche torpedojagers een zeegevecht ontstaan met een formatie Britsche kruisers welke door torpedojagers werd beschermd. Onze tor pedojagers vielen den vyand, die in de meerderheid was, aan, en plaatsten een torpedotreffer op een vijandelijk oorlogs schip. De vijand brak daarop het gevecht af. Vliegtuigen gingen den vijand achter volgen. De Duitsche torpedojagers zyn heelhuids op him steunpunten terugge keerd. Zooals reeds gemeld gelukte het van nacht bij een opdringen van Duitsche tor- pedomotorbooten naar de Engelsche Zuid oostkust twee bewapende vijandelijke koopvaardijschepen en twee vijandelijke tankschepen van in totaal 33.000 b.r.t. tot zinken te brengen. Een duikboot, onder be vel van den eersten luitenant ter zee Bleiehrodt, van wie reeds twee gedeelte lijke resultaten gemeld zijn, heeft op zijn laatste reis in totaal 42.000 b.r.t. vijande lijke scheepsruimte tot zinken gebracht. Daarmede heeft de eerste luitenant ter zee Bleichrodt 93.862 b.r.t. vernietigd. Lichte gevechtsformaties deden opnieuw aanvallen op de Britsche hoofdstad en op belangrijke militaire doelen in Zuidoost- Engeland. Ondanks de moeilijke weersge steldheid gelukte het in het Oosten van Londen het station by de Victoria Docks alsmede in het stadsgebied ten Noorden van de Theems belangrijke installaties te treffen. Er ontstonden daarbij verscheidene luchtgevechten, waarin onze jagers de meerderheid behielden. Bij Le H&vre be schoot een legerbatterij een vijandelijke duikboot. Duikbommenwerpers deden daar na nog een aanval op het vaartuig met bommen. Onder hevige ontploffingen wer den deelen van de boot naar de opper vlakte, geslingerd, zoodat de vernietiging van de duikboot als zeker kan worden aangenomen. Marine-artillerie dwong vijandelijke tor pedobooten, die de Vlaamsche kust tracht ten te naderen terug te keeren. Concen traties van schepen in de haven van Dover werden door de marine-artillerie onder krachtig vuur genomen. Des nachts waren hevige voortdurende luchtaanvallen weer gericht op Liverpool en Birmingham. Het leggen van mijnen voor Britsche havens werd voortgezet. Britsche vliegtuigen vlogen het Rijksge bied niet binnen. In de luchtgevechten van Donderdag verloor de vijand 17 vliegtui gen. Zeven Duitsche toestellen worden ver mist. HET ITALIAANSCHE. In zijn legerbericht nr. 133 maakt het Italiaansche 1 hoofdkwartier het volgende bekend: De commandant van het torpedovlieg tuig, dat den Engelschen kruiser „Liver pool" torpedeerde, is de bestuurder kapi tein Massimiliahó Erasi. In Noord-Afrika hebben onze luchtfor- maties, ondanks de ongunstige weersge steldheid, met succes haar bombardemen ten hervat op de vliegvelden van El Daba en Mersa Matroeh. Zij hebben het vlieg veld El Dikheila (Alexandria) getroffen en langs den weg van Mersa Matroeh naar El Daba vijandelijke installaties en autocolonnes. Al onze vliegtuigen zijn op hun basis teruggekeerd. In Oost-Afrika hebben onze vliegtuigen het vliegveld en de haven van Aden ge bombardeerd, waarby in beide doelen groo te branden ontstonden. De vijandelijke luchtmacht bombardeerde woonhuizen in Neghelli waarby lichte - schade werd ver oorzaakt. Adressen van de famffle van geïnterneerden. Familiebetrekkingen van Nederlandsche geïnterneerden in Buclienwald, wordt ver zocht voor zoover zulks nog niet heeft plaats gehad hun adres in Nederland, schriftelijk op te geven aan het informatie bureau van het Nederlandsche Roode Kruis (4e afdeelihg), Zwarteweg 75, Den Haag. Onze Bureaux z\jn gevestigd 8 MIDDELBURG Londensche Kaai 29 Redactie Tel. 269. dminlstratie Tel. 189 VLISSINGEN Redactie en Adm.: Walstraat 58-60 Telefoon 10 (2 L\juen) GOES Redactie en Adm. s Turfkade 15 Telefoon 2863 SOUBURG Kanaalstraat 45, Telefoon 85 O BRESKENS Dorpsstraat S5, Telefoon 21 O OOSTBURG Breedestraat 45, Telefoon 102. J Het beroepsg'oederenvervoer in één organisatie. Zooals bekend, is bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van waterstaat van 1 October, opgenomen, in het verordeningenblad van 5 October, opgericht de rechtspersoonlijkheid bezit tende organisatie, „Nederlandsche Organi satie van het beroepsgoederenvervoer langs den weg" (N.O.B.). Tevoren bestond, ook krachtens besluit van den secretaris generaal, een centrale commissie voor het beroepsgoederenvervoer langs den weg (C.C.B.), gevormd uit den Bond van be- drijfsautoverkeer in Nederland (B.B.N.)j en de centrale organisatie voor het be roepsgoederenvervoer langs den weg (C. O.B.). Oorspronkelijk moest men, om een vergunning te verkrijgen, lid zijn van een dezer organisaties (er bestond organisa- tiedwang), thans is er dwangorganisatie iedere beroepsgoederen: vervoerder is lid van de N.O.B. In verband met deze reorganisatie heb ben wij een onderhoud gehad met eenige leden van het bestuur van den N.O.B. Hierbij vernamen wij, dat de N.O.B. als een der voornaamste maatregelen om tot een nauwere samenwerking te komen tus schen de vervoerders een centrale bevrach- tingsdienst zal instellen, gevestigd te. 's-Gravenhage. De centrale bevrachtingsdienst (C.B.D.), heeft ten doel zorg te dragen, dat het vervoer van goederen per vrachtauto naar den eisch der omstandigheden op de meest economische wijze plaats heeft. In wezen. zal de taak vah den centralen bevrach tingsdienst van de N.O.B., die zijn van een vervoer centrale. In ieder district van een rijksinspecteur van het verkeer zal tenminste één hoofd agent van den C.B.D. ter standplaats van dien rijksinspecteur zyn gevestigd. De hoofdagenten zijn belast met de uitvoering van de taak van den C.B.D. in het dis trict, waarin zij zijn aangesteld. Zij ver richten hun arbeid onder de directe leiding en volgens de aanwijzingen van den C.B. D. in samenwerking met den rijksinspec teur van het verkeer in hun distriet en met de betrokken bevrachtingscommis sarissen. Onder de deskundige leiding van ter zake kundige vervoersexperts zal het ver- voerapparaat in Nederland binnen afzien- baren tijd zoo economisch mogelijk worden benut. De N.O.B. is niet bedoeld als crisis organisatie, doch als een blijvende organi satie, die als een van haar eerste doel einden heeft, voorziening in de vervoers behoeften met zoo weinig mogelijk gebruik van brandstoffen. De benzine zal voortaan niet aan de bedrijven worden toegewezen, doch voor de uitvoering van ritten, door den C.B.D. opgedragen. Het adres van de N.O.B. en vanden C.B.D. zal met ingang van Maandag 21 October zijn Benoordehhoutscheweg 6, 's-Gravenliage, telefoon 1S0070. DOOR R. ARDEN. 20)' „Daar heb je het weer", zei Edna. „Jul lie mannen zyn toch vaak verschrikkelyk primitief. Als hy niet geschoten had, zou het heelemaal niet tot je doorgedrongen zyn, in wat voor gevaar je leeft. Je zou verder net zoo onvoorzichtig geweest zyn als vanavond wie weet, of je er het de volgende maal nog zoo goed afbrengt. Maar nu heb je een waarschuwing gekre gen; die heeft zeker flink pijn gedaan, toen die man in het ziekenhuis, die zoo graag met me flirten wilde, er alcohol op deed. Heb je het gesnapt, mijn beste, groote jongen? Nu weet je tenminste, hoe ernstig de zaak is, waar je je mee ingelaten hebt. En dan nog iets! Nu laat ik je eerst recht niet alleen. Want als ik erbij ben, moet je voor me oppassen. Wan neer je voor my oppast, moet je ook voor jezelf oppassen, en dan ben je .vanzelf wat voorzichtiger totdat de reis is afge loopen." „Ik heb je toch net al gezegd, dat we daarmee zullen wachten tot New York!" „Dat wil jy, maar dat wil ik niet! Je zult je met me verloven!" „Neen, dat doe ik niet; Je moet eerst weten, wie ik ben!" „Dat komt er vooi'eerst niet zqq op a an. Re ga tn ieder geval morgen naar den kapitein en ik vertel hem, dat ik met jou verloofd ben. Dan kan ik natuurlijk geen schermlecrares meer blijven, ik betaal mijn passage en heb den heelen dag den tijd om op je te passen." Edna lachte, 's Avonds breng ilt je naar je hut en sluit ik je op en 's morgens laat ilt je er weer uit!" „Daar denk ik niet aan!" antwoordde Peters boos. „Na het gebeurde van van avond komt daar niets van in! Ik wil jou piet ook nog in gevaar brengen- Waarom stopt de chauffeur nu?" „Omdat we er zijn," zei Edna. „Als je je niet met mij wilt verloven, dan houd je niet van me. Dan trouw ik maar met een ander!" Peters stapte uit, hielp Edna uit den auto en rekende af. Zijn besluit stond vast. Zijn been deed hem bovendien hevig pijn. „Trouw dan maar met een ander", zei hi) boos. „Vrouwen, die daar voortdurend mee dreigen, hangen me de keel uit!" „Naarling!" zei Edna, bevend van woede. Ze gingen in de sloep zitten en lieten zich naar üe „Santa Barbara" brengen. Ze spraken geen woord meer en aan boord gaven ze elkaar slechts vluchtig de hand. Waaruit men zien kan, dat de liefde de menschen heftiger en hartstochtelijker maakt zoowel in het goede als in het booze» HOOFDSTUK XIV- Peters of Stevens H wanneer men hem zoo noemen wil liet den volgen den morgen by den kapitein belet vragen en had een lang onderhoud met hem. Hy vertelde van den aanslag op zijn leven en wilde weten, of Grizzard dien avond aan land geweest was. Kapitein Sherman moest daar bevestigend op antwoorden. Grizzard had beweerd, dat hy met den prefect van politie in Casablanca moest spreken. Sherman trommelde woedend op de tafel, „Ik kan hem natuurlyk niet in ernst vasthouden, mr. Stevens. Ik kon hem niet verhinderen aan land te gaan. Hij heeft me gezegd, dat er maar twee mogelijk heden zijn; politie of heelemaal niets. U kunt begrijpen wat politie op een toeris tenschip beteekent. Er zyn verschillende passagiers, die incognito willen blyven en de maatsohappy eerbiedigt hun verlan gens. Als ik nu terwille van dien man, van wien niemand veel notitie nam, ik bedoel Norton de politie in den aim neemt, dan komt er misschien een groot schandaal van. Want de politie zal een onderzoek instellenals ze wat bereiken wil, moet ze dat doen, mr. Stevens, dan moet ze alle passagiers het hemd van het lyf vragen! Daarby komen natuurlijk privé-aangelegenheden te voorschyn, die niemand iets aangaan, maar die voor de betrokkenen erg pynlyk zyn. Zooals ik zeg, die Grizzard is een gewiekste kerel. Hy zei woordelylc tegen me Of u pakt de zaak-Nor ton hier uit, met het gevolg, dat de havenautoriteiten en de politie zich ermee bemoeien, of u laat me ongemoeid. U hebt in ieder geval het, recht niet, al leen maar op een bloote verdenking rech ter spelen en my myn bewegingsvryheid te ontnemen. Dat kunt u midden op zee, maar dan is het ook uw plicht, de zaak in de eerstvolgende haven in handen van de politie te geven Dat waren zijn eigen woorden en helaas heeft de kerel nog gelyk ook. Wat zou u in mijn plaats gedaan hebben?" „Die vraag is in het algemeen een ouden kapitein niet waardig!" Sherman trommelde heftiger op de tafel. „Wanneer het hier een vraag in het al gemeen betrof, dan zou ik die ook niet behoeven te stellen. Maar een geval als dit is me nu de hemel zij dank pas voor het eerst overkomen. Drie jaren ge leden heeft eens een passagier een ander onder het kaartspel met een whisky- flesch doodgeslagen. Dat was een pret tige, eenvoudige zaak. De man werd in de volgende haven aan de politie overgele verd en de zaak was afgeloopen. Wie het gezien had, kon zich opgeven, wie het niet gezien had of het niet gezien wilde heb ben, kon erbuiten biyven. We zyn hier op een toeristenschip, mr. Stevens, ik kan dat niet genoeg herhalen. Het was mis schien het beste, dat u een ander schip zoudt nemen. Rc verreken de passage met u. Wanneer u met uw secretaris pp. een ander schip overgaat en Grizzard volgt u, dan weet u, waar u aan toe bent". Sherman keek Stevens H vol verwach ting aan. „Ik wil U desnoods de heele pas sage terugbetalen, ik wil U graag tege moetkomen!" Hy aarzelde nog een mo ment en daarna sprak hy op gedempten toon: „Ik wil ook juffrouw Bosch wel van haar verbintenis ontslaan, mr. Stevens, natuurlyk alleen, wanneer U dat wenscht!" Peters, die vooral met Stevens I had gesproken, wilde dat niet. Hy gebruikte byna de woorden van Stevens I, toen hij verklaarde, dat een verlaten van het schip op een vlucht zou lyken. Hy dacht er echter niet aan, het veld te ruimen, en nu zeker niet! Het zou hem thans, nu hy zich van het gevaar bewust was, ook wel lukken, den moedwilligen dader te pak ken. Sherman schudde wanhopig zijn hoofd. „Rc kan u niet dwingen, "mr. Stevens, u hebt uw passage betaald. Rc wil u echter eerlylc zeggen, dat ik, wanneer ik dat kon, u en uw secretaris met Grizzard ergens aan land zou willen zetten, want klaar blijkelijk is er toch een oude rekening, die hier vereffend wordt!" „Rc vertegenwoordig een groot con cern." zei Peters plechtig, „in opdracht waarvan ik deze reis maak. Myn belangen zyn van zuiver zakelijken aard en brengen me naar de groote Afrikaansche steden. Dat ik een tegenstander aan boord heb, die door de concurrentie betaald, de zaak tevoren wil verhinderen, is mogelylc. Daar moet men nu eenmaal rekening mee hou den. De reisroute van de „Santa Barbara" bevalt me uitstekend en daarom blyf ik aan boord." Sherman trommelde weer op öe tafel. „Goed, dan blyft u aan boord. Rc dacht niet alleen aan mezelf, maar ik dacht ook aan u en uw veiligheid. Van dien film speler, Don Alvarez, zult u overigens een aanklacht; wegens zware mishandeling te verwachten hebben. Hy heeft al zyn ver wondingen schriftelijk door den scheeps dokter laten vaststellen." Sherman schud de het hoofd, doch daarna kon hij een glimlach niet verbergen. „Wat zijn dat voor methodes? De eene man geeft den anderen een pak slaag en dan geeft de andere het aan en sleept hem voor het gerecht. Dat is tegenwoordig alleen ook maar bij die landratten mogelijk. De menschheid raakt steeds verder achterop- Het was toch een eerlijk gevecht?" „Volkomen eerlylc", bevestigde Peters. „We hebben zoo iets wel eens meer op de „Santa Barbara" gehad. De mannen zyn nu eenmaal niet allemaal engelen, maar niemand is nog ooit naar den rech ter geloopen. Maar in ieder geval, dat die man u over boord gegooid heeft, ge loof ik niet, mr. Stevens! Rc houd het voor uitgesloten. Grizzard was het evenmin, dat is komen vast te staan. Wie dan wel?" „Daaruit valt af te leiden," zei Peters, „dat er nog iemand aan boord is, die het op me voorzien heeft. Misschien een handlanger van Grizzard?" Sherman kneep zyn oogen dicht.- „Misschien was het whisky, mr. Ste vens?" „Ik had dien avond niet gedronken!" Sherman stond op. „Ik heb me nu met de gedachte ver trouwd gemaakt, dat alles met een reuzen- schandaal afloopt. Misschien zal het zoo doende wel myn laatste reis zyn. Maar ik wil alles doen om groote herrie te ver mijden. Als dat niet gaat, dan moet het er maar van komen. Rc had tevoren wel ge dacht, dat u niet zoudt wijken. Past u ten- minste maar goed op; het zou me spyten om u!" "Wordt vervolgd);.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 9