Het vraagstuk van den stand van den galden
Mr. Stevens uit Detroit
Berde Blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Zaterdag 19 October 1940
Financieel Economisch Overzicht
De beurs is weer vaster geworden.
Dezer da gen heeft de firma. Heldring en
Pierson te 's-Gravenhage een interessante
beschouwing het licht doen zien over het
vraagstuk betreffende den stand van den
gulden. Daar dit vraagstuk wel iedereen
zal interesseeren, ook hen, die slechts zij
delings of in het geheel niets met finan-
cieele zaken te maken hebben, willen wü
trachten in het kort eenige daarin ver
werkte denkbeelden te verduidelijken. De
schrijver trekt daarin een vergelijking
tusschen den toestand hier te lande tijdens
den wereldoorlog en dien van thans. Ook
in den vorigen oorlog kende men het
distributiestelsel, maar dit werkte zeer ge
brekkig en zij, die deze' periode hebben
meegemaakt zullen zich nog levendig her
inneren, dat indien men slechts over vol
doende geld beschikte, in den z.g. ketting-
handel de meeste goederen wel tegen zeer
hooge prijzen verkrijgbaar waren. Zij, die
onbemiddeld waren, bleven hiervan ver
stoken. En de prijzen, ook van de goede
ren, die werden gedistribueerd stegen aan
zienlek,
In den huldlgep. oorlog heeft znen ge
tracht een systeem te scheppen, waardoor
een dergelijk euvel zich niet zou kunnen,
herhalen. Men heeft dit middel gevonden
in een beter werkend distributiesysteem,
gepaard gaande met een scherpe prijscon
trole. Men kan dan ook wel veilig zeggen,
dat al de goederen, die in distributie zjjn
gelijkelijk over de bevolking worden ver
deeld. Dit beteekent dus, dat men met
geld alleen deze goederen niet koopen kan,
doch dat men daarvoor ook over bonnen
moet beschikken. De schrijver van boven
bedoelde beschouwingen merkte dan ook
terecht op, dat indien iemand bijv. een
inkomen heeft van 10.000 per jaar, en
slechts zooveel goederen, die gedistribu
eerd worden kan koopen, dat hij niet meer
dan 6000 van dit inkomen verteert, een
bedrag van 4000 overblijft, dat als zui
vere besparing is te beschouwen. Tegen
over dit geld staan geen verbruiksgoe-
deren van directe behoefte, omdat de
meeste daarvan in distributie zijn. Voor
dit surplus aan inkomen kan hy dus
feitelijk niets meer koopen, behalve goe
deren, die buiten de distributie vallen, doch
Waaraan de behoefte uit den aard. der
zaak minder groot zijn. In deze bespreking
wordt nu toevallig een inkomen van
10.000 genoemd, doch men kan het wil
lekeurig ook lager stellen. Ook by een la
ger inkomen zal er een zeker overschot
blijven bestaan, al zal het dan in die ge
vallen minder groot zijn. Uit het boven
staande volgt echter wel, dat onder de
tegenwoordige omstandigheden een naar
verhouding grooter deel van het totale
volksinkomen noodgedwongen zal worden
gespaard dan vroeger het geval was. De
schryver noemt dit de „zwevende koop
kracht" en uit de aanwezigheid daarvan
zouden zekere gevaren kunnen voortvloeien,
indien geen wegen worden gevonden om
deze geldmiddelen, waartegenover op het
oogenblik geen goederen beschikbaar zjjn
weder af te voeren naar den Staat. Men
zou dit kunnen doen door een zoodanige
helastingverhooging, dat nagenoeg al deze
middelen in de Schatkist vloeien. Terecht
merkt de schrijver op, dat niemand er
dan meer belang bij zou hebben om zijn
inkomen te vergrooten. Daarvoor zou het
particuliere initiatief worden gedood en
wij kunnen in dezen tijd. een dergelijke
stuwende kracht allerminst missen. Naast
een matige belastingv.erhooging zou het
echter mogelijk zijn om zulke gelden in
den vorm van leeningen aan den Staat
ter beschikking te stellen.
Hoewel de schrijver dit punt niet- aan
roert, willen wij hier toch de opmer
king plaatsen, dat zoolang een dergelijke
afvoering van middelen, die' niet voor
normalen aankoop kunnen worden aange
wend, niet plaats heeft, de betreffende
personen deze middelen toch waarschijn
lijk zullen aanwenden tot aankoop van
goederen, die buiten de distributie vallen
en tot belegging in huizen en effecten.
Hieruit verklaren wij dan ook voor een
deel de groote koopbeweging, die sinds
geruimen tijd op de beurs aan den dag
is getreden en die tot zulke sterke koers
stijgingen heeft gevoerd, al moeten wy
hier onmiddellijk opmerken, dat ,het in
den allerlaatsten tyd bovendien bepaalde
speculatieve groepen zijn geweest, die de
aandeelen hebben gekocht, en dat het pu
bliek naarmate de koersen stegen een meer
afwachtende houding aannamen. Toch is
het zeer goed mogelijk, dat binnen afzien-
baren tijd ook zulke personen effecten zul
len gaan koopen, die vroeger weinig of
geen papieren bezaten, alleen omdat hun
inkomen in geld grooter is, dan zij op den
duur kunnen besteden voor aankoop van
levensmiddelen en andere noodzakelijke
verbruikggoederen.
In bet bovengenoemde overzicht wordt
verder nog de meening uitgesproken, dat
de uitzetting van den biljettenomloop tot
nu toe niet zulk een omvang heeft aange
nomen, dat daarin een onmiddellijk gevaar
voor den gulden moet worden gezien. Ook
wordt er aan het slot op gewezen, dat
Nederland nog altijd een aanzienlijke re
serve heeft in den vorm van het bezit
aan Amerikaansche effecten. Deze zouden
in de toekomst, d.w.z. na den oorlog even
tueel indien zulks noodig zou zijn tot
handhaving van den gulden of tot aan
koop van grondstoffen In overzeesche lan
den, naar Amerika kunnen worden ver-,
kocht. Ook hebben wij nog een stootkussen
in de aanwezige goudschat, die grooten-
deels in het .buitenland ligt. En tenslotte
bestaat er een krachtig steunpunt in het
overzeesche gebied van Nederland. De
schryver zegt, dat van Europeesch stand
punt bekeken het van het grootste be
lang is voor alle belanghebbenden, dat
Nederland dit overzeesche gebied behoudt,
waarbij hy wijst op de aanwezigheid van
allerlei grondstoffen, zooals rubber, tin,
petroleum enz.-
Wij hebben by deze bespreking wat
uitvoerig stilgestaan, omdat het een onder
werp is, dat tenslotte iedereen zal interes
seeren. Ook is er nog eens duidelijk uit
gebleken, hoe uit de huidige situatie een
niet geheel gezonde kooplust op de fond-
senmarkt voorspruit.
In die gevallen, waarin met tijdelijk
braak liggende bedrijfsmiddelen en spaar
gelden werden gekocht, zal men geneigd
gelden effecten werden verkocht, zal men
geneigd zijn om na den oorlog tot verkoop
van dit effectenbezit over te gaan, zoodat
een koersdaling dan niet zal kunnen uit
blijven.
In de afgeloopen week is dit besef hier
en daar doorgedrongen en het gevolg was
dan ook, dat er na de omvangrijke koers
stijging van den Iaatsten tijd een reactie
intrad. In het bijzonder was dit het geval
met de verschillende Duitsche fondsen,
ook de Duitsche aandeelen, die hier korte
lings waren geïntroduceerd.
Verschillende industrieele waarden kwa
men deze week op lager niveau. Daar
na trad weer eenige verbetering in, maar
de koersen van de vorige week werden
toch in de meeste gevallen niet meer be
reikt. Het dezer dagen gepubliceerde jaar
verslag van de Amsterdamsche Super-
fosfaatfabrielc en de Chemische Fabrieken
maakte een gunstigen indruk, waarby wel
in aanmerking moet worden genomen, dat
de huidige situatie in verband met het
gebrek aan grondstoffen vermoedelijk min
der bevredigend is, dan uit de cijfers van
het afgeloopen jaar zou mogen worden
afgeleid. De wist bedroeg 540.000 tegen
vorig jaar 380.000. Hieruit werd een di
vidend van 4 op de cumulatief prefe
rente aandeelen en 5 op de gewone aan
deelen Vereenigde Chemische Fabrieken
uitgekeerd, tegen resp. 5 en 6 het
vorige jaar, alsmede 5 (onv.) op de
aandeelen Amsterdamse!:^ Superfosfaat. Op
de preferente aandeelen Ver. .Chemische
Fabrieken blijft per 1 Mei 1940 'nog 10
achterstallig. De bevredigende resultaten
werden verkregen, niettegenstaande de af
zet in- verband met deh beperkten aan
voer van grondstoffen 25 lagerwas
dan het vorige jaar.
Aandeelen Koninklijke hebben in de
afgeloopen week bet rekkelijk weinig ge
fluctueerd en ook Amsterdam Rubber slui
ten ongeveer op 'het niveau van de voor
afgaande periode. Daarentegen geven
scheepvaartaandeelen over het algemeen
een reactie te zien, waarby' in aanmerking
moet worden genomen, dat in deze afdee-
ling den Iaatsten tijd ook vrij veel specu
latieve vraag aan den dag is getreden,
zoodat door" een tijdelijke inkrimping van
deze kooplust noodzakelijk een terugslag
moest plaats vinden.
Eenigen tijd geleden was het publiek
voor Amerikaansche waarden eerder ver-
kooper, omdat men in het onzekere ver
keerde of deze waarden eveneens moesten
worden aangemeld en of er op een derge
lijke aanmelding later wellicht een ver
plichte inlevering zóu volgen. Zooals men
weet behoeven deze certificaten door de
'individueele houders niet te worden aange
meld, en bovendien heeft de opvatting veld
gewonnen, dat van een inlevering nooit
sprake zal kunnen zijn, omdat Amerika
hiertoe zijn medewerking niet zou verlee-
nen, zoolang de oorlog duurt. Later is er
dan ook weer eenige vraag gekomen in
verband met de steeds stijgende winst
cijfers. Dividenden, die geleidelijk worden
betaalbaar gesteld, kunnen hier natuur
lijk op bet oogenblik niet worden geïnd,
doch zij zijn als het ware in de koersen
verdisconteerd, en later volgt natuurlijk,
zooals mag- worden aangenomen de be
taling in Europa. Aan den anderen kant
ontveinst 'men zich niet, dat de toestand
op financieel gebied in Amerika uiterst
onzeker is in verband met de groote
krachtsinspanning, die het land zich moet
getroosten voor de bewapening. Er be
staat alle aanleiding te verwachten, dat
een groot deel van de winsten later zul
len worden opgeslokt door zwaardere hef
fingen Ook komt het vraagstuk aan de
orde, of de productiecapaciteit in ver
schillende takken van bedrijf, o.a. de staal
industrie niet te klein is, om aan de be
hoefte voor eigen leveranties en die aan
Engeland te voldoen. De bouw van nieuwe
fabrieken vergt echter kapitaal en tijd.
Een beslissing daaromtrent is op het
oogenblik nog niet genomen. Wel worden
de fabrieken van vliegtuigen regelmatig
uitgebreid. Maar de bouw is natuurlijk
minder gecompliceerd dan die voor staal
fabrieken en hoogovens.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop in de afgeloopen week.
4% Nederland 1940 H, 96%, 97.
3—3% Nederland 1937 87%, 88V2ö- 88%
3 Ned. Indië 1938, 83%, 83%, 83<>/ls.
Youngleening 43%, 35%, 37%, 40
Aku 125%, 126, 112, 119%.
Lever Bros 139%, 140, 127, 131%, 133%.
Philips 200%, 201, 188, 193%, 197%.
Beth. Steel 66%, 68, 66%, 68.
U. S. Steel 4915/ls, 51%, 51%.
Koninklijke Petroleum 239, 243, 236, 237.
Amsterdam Rubber 219%, 224, 215, 220.
Holland Amerika Lijn 116, 100%, 104.
Ned. Scheepvaart Unie 149, 140, 145%,
H. V. A. 395, 405, 392, 400.
Ver. Vorstenlandsche Cultuur 107, 116,
106%, 110%
Deli Batavia My 145, 147%, 142%, 147.
Deli Mij '206%, 210, 202%, 208,
Senembah 171, 174%, 170, 174.
KOLENDAMPVERGIFTIGING IN DEN
„MEIHOF".
In den „Meihof", de woning van den
bekenden folklorist D. J. van der Ven
te Oosterbeek, heeft zich gisternacht een
geval van kolendampvergiftiging voorge
daan
Omstreeks half vier hoorden buren een
luid geschreeuw en toen zy gingen kijken,
vonden zij het echtpaar Van der Ven be
wusteloos in den tuin. Kort daarop arri
veerden een dokter en de politie, die, nog
vóór de heer Van der Ven het huis uit
liep, door hem werden gewaarschuwd. De
toestand van het echtpaar is redelijk wel.
Men vermoedt, dat vóór het zich ter
ruste hegeven, de haard te veel werd ge
temperd, waardoor de kolendamp door
een lek in het roökkanaal kon ontsnappen.
De legerberlchten van gisteren.
HET DUITSCHE.
Het opperbevel van de Duitsche, weer
macht maakte gisteren bekend
Aan den uitgang van het Kanaal van
Bristol is by een opdringen van Duitsche
torpedojagers een zeegevecht ontstaan met
een formatie Britsche kruisers welke door
torpedojagers werd beschermd. Onze tor
pedojagers vielen den vyand, die in de
meerderheid was, aan, en plaatsten een
torpedotreffer op een vijandelijk oorlogs
schip. De vijand brak daarop het gevecht
af. Vliegtuigen gingen den vijand achter
volgen. De Duitsche torpedojagers zyn
heelhuids op him steunpunten terugge
keerd.
Zooals reeds gemeld gelukte het van
nacht bij een opdringen van Duitsche tor-
pedomotorbooten naar de Engelsche Zuid
oostkust twee bewapende vijandelijke
koopvaardijschepen en twee vijandelijke
tankschepen van in totaal 33.000 b.r.t. tot
zinken te brengen. Een duikboot, onder be
vel van den eersten luitenant ter zee
Bleiehrodt, van wie reeds twee gedeelte
lijke resultaten gemeld zijn, heeft op zijn
laatste reis in totaal 42.000 b.r.t. vijande
lijke scheepsruimte tot zinken gebracht.
Daarmede heeft de eerste luitenant ter zee
Bleichrodt 93.862 b.r.t. vernietigd.
Lichte gevechtsformaties deden opnieuw
aanvallen op de Britsche hoofdstad en op
belangrijke militaire doelen in Zuidoost-
Engeland. Ondanks de moeilijke weersge
steldheid gelukte het in het Oosten van
Londen het station by de Victoria Docks
alsmede in het stadsgebied ten Noorden
van de Theems belangrijke installaties te
treffen. Er ontstonden daarbij verscheidene
luchtgevechten, waarin onze jagers de
meerderheid behielden. Bij Le H&vre be
schoot een legerbatterij een vijandelijke
duikboot. Duikbommenwerpers deden daar
na nog een aanval op het vaartuig met
bommen. Onder hevige ontploffingen wer
den deelen van de boot naar de opper
vlakte, geslingerd, zoodat de vernietiging
van de duikboot als zeker kan worden
aangenomen.
Marine-artillerie dwong vijandelijke tor
pedobooten, die de Vlaamsche kust tracht
ten te naderen terug te keeren. Concen
traties van schepen in de haven van Dover
werden door de marine-artillerie onder
krachtig vuur genomen.
Des nachts waren hevige voortdurende
luchtaanvallen weer gericht op Liverpool
en Birmingham. Het leggen van mijnen
voor Britsche havens werd voortgezet.
Britsche vliegtuigen vlogen het Rijksge
bied niet binnen. In de luchtgevechten van
Donderdag verloor de vijand 17 vliegtui
gen. Zeven Duitsche toestellen worden ver
mist.
HET ITALIAANSCHE.
In zijn legerbericht nr. 133 maakt het
Italiaansche 1 hoofdkwartier het volgende
bekend:
De commandant van het torpedovlieg
tuig, dat den Engelschen kruiser „Liver
pool" torpedeerde, is de bestuurder kapi
tein Massimiliahó Erasi.
In Noord-Afrika hebben onze luchtfor-
maties, ondanks de ongunstige weersge
steldheid, met succes haar bombardemen
ten hervat op de vliegvelden van El Daba
en Mersa Matroeh. Zij hebben het vlieg
veld El Dikheila (Alexandria) getroffen
en langs den weg van Mersa Matroeh
naar El Daba vijandelijke installaties en
autocolonnes. Al onze vliegtuigen zijn op
hun basis teruggekeerd.
In Oost-Afrika hebben onze vliegtuigen
het vliegveld en de haven van Aden ge
bombardeerd, waarby in beide doelen groo
te branden ontstonden. De vijandelijke
luchtmacht bombardeerde woonhuizen in
Neghelli waarby lichte - schade werd ver
oorzaakt.
Adressen van de famffle van
geïnterneerden.
Familiebetrekkingen van Nederlandsche
geïnterneerden in Buclienwald, wordt ver
zocht voor zoover zulks nog niet heeft
plaats gehad hun adres in Nederland,
schriftelijk op te geven aan het informatie
bureau van het Nederlandsche Roode
Kruis (4e afdeelihg), Zwarteweg 75, Den
Haag.
Onze Bureaux z\jn gevestigd 8
MIDDELBURG
Londensche Kaai 29
Redactie Tel. 269.
dminlstratie Tel. 189
VLISSINGEN
Redactie en Adm.: Walstraat 58-60
Telefoon 10 (2 L\juen)
GOES
Redactie en Adm. s Turfkade 15
Telefoon 2863
SOUBURG
Kanaalstraat 45, Telefoon 85
O
BRESKENS
Dorpsstraat S5, Telefoon 21
O
OOSTBURG
Breedestraat 45, Telefoon 102.
J
Het beroepsg'oederenvervoer in
één organisatie.
Zooals bekend, is bij besluit van den
secretaris-generaal van het departement
van waterstaat van 1 October, opgenomen,
in het verordeningenblad van 5 October,
opgericht de rechtspersoonlijkheid bezit
tende organisatie, „Nederlandsche Organi
satie van het beroepsgoederenvervoer
langs den weg" (N.O.B.). Tevoren bestond,
ook krachtens besluit van den secretaris
generaal, een centrale commissie voor het
beroepsgoederenvervoer langs den weg
(C.C.B.), gevormd uit den Bond van be-
drijfsautoverkeer in Nederland (B.B.N.)j
en de centrale organisatie voor het be
roepsgoederenvervoer langs den weg (C.
O.B.). Oorspronkelijk moest men, om een
vergunning te verkrijgen, lid zijn van een
dezer organisaties (er bestond organisa-
tiedwang), thans is er dwangorganisatie
iedere beroepsgoederen: vervoerder is lid
van de N.O.B.
In verband met deze reorganisatie heb
ben wij een onderhoud gehad met eenige
leden van het bestuur van den N.O.B.
Hierbij vernamen wij, dat de N.O.B. als
een der voornaamste maatregelen om tot
een nauwere samenwerking te komen tus
schen de vervoerders een centrale bevrach-
tingsdienst zal instellen, gevestigd te.
's-Gravenhage.
De centrale bevrachtingsdienst (C.B.D.),
heeft ten doel zorg te dragen, dat het
vervoer van goederen per vrachtauto naar
den eisch der omstandigheden op de meest
economische wijze plaats heeft. In wezen.
zal de taak vah den centralen bevrach
tingsdienst van de N.O.B., die zijn van een
vervoer centrale.
In ieder district van een rijksinspecteur
van het verkeer zal tenminste één hoofd
agent van den C.B.D. ter standplaats van
dien rijksinspecteur zyn gevestigd. De
hoofdagenten zijn belast met de uitvoering
van de taak van den C.B.D. in het dis
trict, waarin zij zijn aangesteld. Zij ver
richten hun arbeid onder de directe leiding
en volgens de aanwijzingen van den C.B.
D. in samenwerking met den rijksinspec
teur van het verkeer in hun distriet en
met de betrokken bevrachtingscommis
sarissen.
Onder de deskundige leiding van ter
zake kundige vervoersexperts zal het ver-
voerapparaat in Nederland binnen afzien-
baren tijd zoo economisch mogelijk worden
benut.
De N.O.B. is niet bedoeld als crisis
organisatie, doch als een blijvende organi
satie, die als een van haar eerste doel
einden heeft, voorziening in de vervoers
behoeften met zoo weinig mogelijk gebruik
van brandstoffen. De benzine zal voortaan
niet aan de bedrijven worden toegewezen,
doch voor de uitvoering van ritten, door
den C.B.D. opgedragen.
Het adres van de N.O.B. en vanden
C.B.D. zal met ingang van Maandag 21
October zijn Benoordehhoutscheweg 6,
's-Gravenliage, telefoon 1S0070.
DOOR R. ARDEN.
20)'
„Daar heb je het weer", zei Edna. „Jul
lie mannen zyn toch vaak verschrikkelyk
primitief. Als hy niet geschoten had, zou
het heelemaal niet tot je doorgedrongen
zyn, in wat voor gevaar je leeft. Je zou
verder net zoo onvoorzichtig geweest zyn
als vanavond wie weet, of je er het de
volgende maal nog zoo goed afbrengt.
Maar nu heb je een waarschuwing gekre
gen; die heeft zeker flink pijn gedaan, toen
die man in het ziekenhuis, die zoo graag
met me flirten wilde, er alcohol op deed.
Heb je het gesnapt, mijn beste, groote
jongen? Nu weet je tenminste, hoe ernstig
de zaak is, waar je je mee ingelaten
hebt. En dan nog iets! Nu laat ik je
eerst recht niet alleen. Want als ik
erbij ben, moet je voor me oppassen. Wan
neer je voor my oppast, moet je ook voor
jezelf oppassen, en dan ben je .vanzelf
wat voorzichtiger totdat de reis is afge
loopen."
„Ik heb je toch net al gezegd, dat we
daarmee zullen wachten tot New York!"
„Dat wil jy, maar dat wil ik niet! Je
zult je met me verloven!"
„Neen, dat doe ik niet; Je moet eerst
weten, wie ik ben!"
„Dat komt er vooi'eerst niet zqq op a an.
Re ga tn ieder geval morgen naar den
kapitein en ik vertel hem, dat ik met jou
verloofd ben. Dan kan ik natuurlijk geen
schermlecrares meer blijven, ik betaal
mijn passage en heb den heelen dag den
tijd om op je te passen." Edna lachte,
's Avonds breng ilt je naar je hut en sluit
ik je op en 's morgens laat ilt je er weer
uit!"
„Daar denk ik niet aan!" antwoordde
Peters boos. „Na het gebeurde van van
avond komt daar niets van in! Ik wil jou
piet ook nog in gevaar brengen- Waarom
stopt de chauffeur nu?"
„Omdat we er zijn," zei Edna. „Als je je
niet met mij wilt verloven, dan houd je
niet van me. Dan trouw ik maar met een
ander!"
Peters stapte uit, hielp Edna uit den
auto en rekende af. Zijn besluit stond
vast. Zijn been deed hem bovendien hevig
pijn.
„Trouw dan maar met een ander", zei
hi) boos. „Vrouwen, die daar voortdurend
mee dreigen, hangen me de keel uit!"
„Naarling!" zei Edna, bevend van
woede.
Ze gingen in de sloep zitten en lieten
zich naar üe „Santa Barbara" brengen.
Ze spraken geen woord meer en aan boord
gaven ze elkaar slechts vluchtig de hand.
Waaruit men zien kan, dat de liefde de
menschen heftiger en hartstochtelijker
maakt zoowel in het goede als in het
booze»
HOOFDSTUK XIV-
Peters of Stevens H wanneer men
hem zoo noemen wil liet den volgen
den morgen by den kapitein belet vragen
en had een lang onderhoud met hem. Hy
vertelde van den aanslag op zijn leven en
wilde weten, of Grizzard dien avond aan
land geweest was. Kapitein Sherman
moest daar bevestigend op antwoorden.
Grizzard had beweerd, dat hy met den
prefect van politie in Casablanca moest
spreken. Sherman trommelde woedend op
de tafel,
„Ik kan hem natuurlyk niet in ernst
vasthouden, mr. Stevens. Ik kon hem niet
verhinderen aan land te gaan. Hij heeft
me gezegd, dat er maar twee mogelijk
heden zijn; politie of heelemaal niets. U
kunt begrijpen wat politie op een toeris
tenschip beteekent. Er zyn verschillende
passagiers, die incognito willen blyven en
de maatsohappy eerbiedigt hun verlan
gens. Als ik nu terwille van dien man,
van wien niemand veel notitie nam, ik
bedoel Norton de politie in den aim
neemt, dan komt er misschien een groot
schandaal van. Want de politie zal een
onderzoek instellenals ze wat bereiken
wil, moet ze dat doen, mr. Stevens, dan
moet ze alle passagiers het hemd van het
lyf vragen! Daarby komen natuurlijk
privé-aangelegenheden te voorschyn, die
niemand iets aangaan, maar die voor de
betrokkenen erg pynlyk zyn. Zooals ik
zeg, die Grizzard is een gewiekste kerel.
Hy zei woordelylc tegen me Of u pakt
de zaak-Nor ton hier uit, met het gevolg,
dat de havenautoriteiten en de politie zich
ermee bemoeien, of u laat me ongemoeid.
U hebt in ieder geval het, recht niet, al
leen maar op een bloote verdenking rech
ter spelen en my myn bewegingsvryheid
te ontnemen. Dat kunt u midden op zee,
maar dan is het ook uw plicht, de zaak
in de eerstvolgende haven in handen van
de politie te geven Dat waren zijn
eigen woorden en helaas heeft de kerel
nog gelyk ook. Wat zou u in mijn plaats
gedaan hebben?"
„Die vraag is in het algemeen een
ouden kapitein niet waardig!"
Sherman trommelde heftiger op de tafel.
„Wanneer het hier een vraag in het al
gemeen betrof, dan zou ik die ook niet
behoeven te stellen. Maar een geval als
dit is me nu de hemel zij dank pas
voor het eerst overkomen. Drie jaren ge
leden heeft eens een passagier een ander
onder het kaartspel met een whisky-
flesch doodgeslagen. Dat was een pret
tige, eenvoudige zaak. De man werd in de
volgende haven aan de politie overgele
verd en de zaak was afgeloopen. Wie het
gezien had, kon zich opgeven, wie het niet
gezien had of het niet gezien wilde heb
ben, kon erbuiten biyven. We zyn hier op
een toeristenschip, mr. Stevens, ik kan
dat niet genoeg herhalen. Het was mis
schien het beste, dat u een ander schip
zoudt nemen. Rc verreken de passage
met u. Wanneer u met uw secretaris pp.
een ander schip overgaat en Grizzard
volgt u, dan weet u, waar u aan toe bent".
Sherman keek Stevens H vol verwach
ting aan. „Ik wil U desnoods de heele pas
sage terugbetalen, ik wil U graag tege
moetkomen!" Hy aarzelde nog een mo
ment en daarna sprak hy op gedempten
toon: „Ik wil ook juffrouw Bosch wel van
haar verbintenis ontslaan, mr. Stevens,
natuurlyk alleen, wanneer U dat
wenscht!"
Peters, die vooral met Stevens I had
gesproken, wilde dat niet. Hy gebruikte
byna de woorden van Stevens I, toen hij
verklaarde, dat een verlaten van het schip
op een vlucht zou lyken. Hy dacht er
echter niet aan, het veld te ruimen, en
nu zeker niet! Het zou hem thans, nu hy
zich van het gevaar bewust was, ook wel
lukken, den moedwilligen dader te pak
ken.
Sherman schudde wanhopig zijn hoofd.
„Rc kan u niet dwingen, "mr. Stevens, u
hebt uw passage betaald. Rc wil u echter
eerlylc zeggen, dat ik, wanneer ik dat kon,
u en uw secretaris met Grizzard ergens
aan land zou willen zetten, want klaar
blijkelijk is er toch een oude rekening, die
hier vereffend wordt!"
„Rc vertegenwoordig een groot con
cern." zei Peters plechtig, „in opdracht
waarvan ik deze reis maak. Myn belangen
zyn van zuiver zakelijken aard en brengen
me naar de groote Afrikaansche steden.
Dat ik een tegenstander aan boord heb,
die door de concurrentie betaald, de zaak
tevoren wil verhinderen, is mogelylc. Daar
moet men nu eenmaal rekening mee hou
den. De reisroute van de „Santa Barbara"
bevalt me uitstekend en daarom blyf ik
aan boord."
Sherman trommelde weer op öe tafel.
„Goed, dan blyft u aan boord. Rc dacht
niet alleen aan mezelf, maar ik dacht ook
aan u en uw veiligheid. Van dien film
speler, Don Alvarez, zult u overigens een
aanklacht; wegens zware mishandeling te
verwachten hebben. Hy heeft al zyn ver
wondingen schriftelijk door den scheeps
dokter laten vaststellen." Sherman schud
de het hoofd, doch daarna kon hij een
glimlach niet verbergen. „Wat zijn dat
voor methodes? De eene man geeft den
anderen een pak slaag en dan geeft de
andere het aan en sleept hem voor het
gerecht. Dat is tegenwoordig alleen ook
maar bij die landratten mogelijk. De
menschheid raakt steeds verder achterop-
Het was toch een eerlijk gevecht?"
„Volkomen eerlylc", bevestigde Peters.
„We hebben zoo iets wel eens meer op
de „Santa Barbara" gehad. De mannen
zyn nu eenmaal niet allemaal engelen,
maar niemand is nog ooit naar den rech
ter geloopen. Maar in ieder geval, dat
die man u over boord gegooid heeft, ge
loof ik niet, mr. Stevens! Rc houd het voor
uitgesloten. Grizzard was het evenmin, dat
is komen vast te staan. Wie dan wel?"
„Daaruit valt af te leiden," zei Peters,
„dat er nog iemand aan boord is, die het
op me voorzien heeft. Misschien een
handlanger van Grizzard?"
Sherman kneep zyn oogen dicht.-
„Misschien was het whisky, mr. Ste
vens?"
„Ik had dien avond niet gedronken!"
Sherman stond op.
„Ik heb me nu met de gedachte ver
trouwd gemaakt, dat alles met een reuzen-
schandaal afloopt. Misschien zal het zoo
doende wel myn laatste reis zyn. Maar ik
wil alles doen om groote herrie te ver
mijden. Als dat niet gaat, dan moet het er
maar van komen. Rc had tevoren wel ge
dacht, dat u niet zoudt wijken. Past u ten-
minste maar goed op; het zou me spyten
om u!"
"Wordt vervolgd);.