le Spin
De lindeboomen van Wemeldinge.
SPORT
ATS S
LEI!IS
ontvangen cfe tot
1OetQbera.s. ver
schijnende Hom
mers GHATSS
Hoe goede burgerzin ze eenmaal tegen
uitroeiïng behoedde.
Toen eenige jaren geleden een klas
schoolkinderen bij gelegenheid van een
schoolreisje ook een bezoek bracht aan
den z.g. berg van Wemeldinge schreef een
der kleine toeristen daarover in een op
stel, dat men, op dezen berg staande, de
heele provincie Zeeland kon overzien. Kin
derlijke overdrijving!
Dat neemt intusschen niet weg, dat men
van dezen vluchtheuvel af een uitzicht
heeft, dat alle andere overtreft, zooals
de duizenden bezoekers, die de moeite
deden de klimpartij van 12 meter te
doen, U dit kunnen meedeelen. In zuidelijke
en westelijke richting de talrijke boom
gaarden, begrensd door een uit de vijftien
de eeuw datéerende kerk; in noordelijke
richting de wijde, blauwe zee in dé vei te;
in oostelijke richting de beide molens op
den achtergrond en vlak bij de rood en
blauw gekleurde daken der huizen van
de dorpsstraat, voor welke huizen als
trouwe wachters geschaard staan de dub
bele ,ry lindeboomen, een sieraad van het
dorp, zooals men zelden aantreft.
Die lindenboomen.
Indien ze konden spreken, ze zouden
ons heel veel kunnen vertellen over wat
ze hebben gezien en gehoord. Geslacht na
geslacht hebben ze zien komen en gaan;
zij bleven de trouwe wachters.
Eenmaal hing hun leven aan een zijden
'draad: we schrijven het jaar 1870.
Met meerderheid van stemmen besluit
den Raad om de lindeboomen te rooien.
Het is als de knuppel in een hoenderhok.
De gemeente komt in rep en roer over
een zoo snood besluit, waartegen met
kracht moet geprotesteerd. En dat ge
beurt.
Het is de landbouwer-dichter Wabeke,
die „een opwekkend woord aan de Wemel-
dingsche Burgerij" richt in verband met
het genomen besluit de dubbele rij linde
boomen van de dorpsstraat te verwijderen:
De mond van eenen grijzen vader
Bracht mij onlangs de tijding nader
Van een besluit, met meerderheid
Door ons geacht Bestuur genomen
Om op ons dorp de Lindeboomen
Te vellen binnen korten tijd.
Zoodra hij dit besluit mij spelde
Trok ik party voor d'oude helden
In lange rijen daar geschaard,
Die, zonder dat hen iets mocht treffen,
Nog fier en moedig 't hoofd verheffen,
Als kloeke wachters, onvervaard.
En zoo verder in dichtmaat vervolgende
vraagt hij hartstochtelijk aan de burgerij,
of ze zonder meer zal kunnen gedogen, dat
Wemeldinge van haar schoonheid zal wor
den beroofd.
Die Linden met haar breede bladeren,
Die zijn het erfgoed onzer vaderen
Zy plantten die voor u en mij.
Waarom, zoo vraagt hij, waarom dat
besluit. Om geldelijk voordeel kan het
niet zijn. Waren het olmen, het vellen zou
te billijken zijn. Waarom dan wel?
De notulen der Raadsvergadering van
12 December 1870 geven mogelijk daarop
antwoord. We lezen toch daarin, dat be
sloten wordt straatverlichting aan te bren
gen en over te gaan tot aankoop van 6
straatlantaarns uit de ijzergieterij „De
Prins van Oranje te 's-Gravenhage vol
gens ontvangen afbeeldingen, waarmee een
som is gemoeid van 130,80.
Of zwoer men om die lantaarnlichten,
Die men hier eerlang op zal richten
Die grijze Linden nu den dood?
Laat ons dan vrij in 't donker dwalen,
Te duur zou men dat licht betalen,
Een offer brengen veel te groot.
Of zou er nog een enkele wanen:
Het licht dat zal geen doortocht banen,
Door 't dor en bladerloos geboomt;
Ook dit bezwaar is ras verdreven,
Plaatst 't licht daar boven, of daameven,
Opdat het vrij door 't luchtruim stroomt.
Laat ons vereenigd protesteeren,
Kalm en bescheiden reclameeren,
Aan het regeerende Bestuur.
De opwekking tot protesteeren heeft
resultaat. Een verzoekschrift tot behoud
der boomen, geteekend door 145 personen,
wordt den Raad aangeboden:
Geachte Leden van den Raad
Neemt het de Burgerij niet kwaad
Dat zij vereenigd reclameeren.
't Geldt hier een algemeen belang
Daar wij de pracht en roem en rang
Van 't dorp niet gaarne zien verneëren.
De poging heeft succes. Iri de Raads
zitting van 29 December 1870 wordt me-
dedeeling gedaan van een schrijven van
Gedeputeerde Staten, dat een adres bij dit
College is binnen gekomen, geteekend door
een 20-tal personen om het besluit tot het
vellen der boomen in de- Dorpsstraat niet
goed te keuren en dat genoemd College
om advies vraagt. Bovendien nog een
adres van gelijke strekking, ingediend
door ongeveer 150 personen aan het Ge
meentebestuur. De voorzitter, 't een en
ander toelichtende, zei volgens de no
tulen dat het ging om het bekende
rooibesluit, dat door ziekte van den Secre
taris verzuimd was in het Notulenboek te
plaatsen, ('t Ging gemoedelijk in die da
gen).
Het Raadsbesluit is ingetrokken, de
boomen -bleven, wat zeker den voorzitter
minder aangenaam is geweest. Tenminste
er wordt beweerd, dat evenals eenmaal
over de oude wereldzee klonk: „Cartha
go moet verwoest worden!" 's Raads voor
zitter woedend uitriep: „En ze (de boo
men) zullen er uitgaan!"
Zooals reeds is gezegd, de lindenryen
bleven en bestaan nog, hoewel hier en
daar door nieuwe boomen verjongd.
Geen wonder, dat er blijdschap heersch-
te in de Wemeldingsche klingen met het
behaalde succes:
Zoo dreef de donkere wolk dan henen,
Die 't Lindental een wijl omgaf,
Het licht der hoop heeft haar beschenen,
Verhief haar uit den nacht van 't graf.
Ons kroost, dat rond uw stammen spele,
Zie dit hun kinderkroost nog doen;
'Wyl musch en vink al zingend kweelen
Op tak en twijg, in 't lommen-ijk groen.
De wensch van den dichter is vervuld.
Zoowel de kinderen, klein- en achterklein
kinderen hebben gekend en kennen nog
de sierlijke lindenlaan, 'die in 1870 reeds
bijna een eeuw bestond en onder welks
schaduw de jeugd thans nog ravot en-
speelt, precies zooals dit gebeurde in den
tijd, toen schrijver dezes ook tot de jeugd
behoorde en daar meespeelde en stoeide
Om en by het sieraad van Wemelding's
dorpstraat, voor welks behoud in hooge
mate is geijverd door hem, dien hy eens
zijn goeden buurman mocht noemen.
H.
RADIOTOESPRAAK VAN KAPITEIN
VERSLUYS.
De reserve-kapitein L. J. Versluys heeft
na de demobilisatie zyn mannen van 2-1-13
R.A. nog eens in een „open brief" toege
sproken. In dezen brief kwamen zooveel
behartigenswaardige en mannelyke denk
beelden tot uiting, dat de wensch werd
geuit den inhoud van dezen brief voor de
radio in breederen kring- bekend te maken.
De A.V.R.O. is daarvoor beschikbaar ge
bleken, zoodat de heer Versluys op 28 Sep
tember tusschen 7.45 en 8 uur 's avonds de
stof uit zijn brief voor de radio zal behan
delen.
Onregelmatige handel op de
Amsterdamsche beurs.
De belangstelling voor de locale indus
trieels fondsen op de Amsterdamsche effec
tenbeurs was gisteren, vergeleken met de
vorige dagen, èterk geluwd. Nu de „goud
gerande waarden" in deze afdeeling gedu
rende den laatsten tyd aanzienlyk in koers
zyn opgeloopen, gaat de aandacht zoowel
van het publiek, alsook van den beroeps-
handel, zich richten op andere afdeelingen,
waar na verhouding de noteeringen nog
niet noemenswaardig zijn gestegen. Kon
men eergisteren reeds een uitgesproken
neiging waarnemen, tot winstnemingen
over te gaan, gisteren was dit in nog ster
kere mate het geval. Het naar voren ko
mend aanbod werd evenwel goed opgeno
men. Dat sommige leidende fondsen echter
zooals Aku en Unilever zich een koersver
lies moesten getroosten, is, gezien de bo
vengenoemde omstandigheden, zonder meer
begrijpelijk.
In het centrum van de algemeene aan
dacht stond de Amerikaansche afdeeling.
In de eerste plaats kan de oorzaak hiervan
worden gevonden in de willige stemming,
die de beurs te New York eergisteren te
zien had gegeven.
Voor binnenlandsche industrieele fondsen
was, zooals reeds gezegd, de animo aan
zienlijk gedaald. Het jaarverslag van de
Unilever geeft weliswaar een van 28.9 tot
31.7 gestegen winst te aanschouwen, ech
ter wordt dit jaar geen slotdividend uit
gekeerd, hetgeen op het koersverloop een
ongunstigen invloed uitoefende. Een vry
vrij vast verloop gaven aandeeleri Philips
te aanschouwen.
Scheepvaartaandeelen waren aanvanke
lijk goed prijshoudend, voor sommige waar
den zelfs iets hooger, maar ook hier trad
onder beurs een minder geanimeerde stem
ming naar voren.
Voor de cultuuraandeelen bestond weinig
belangstelling. Vrij flauw waren H.V.A.
Rubberaandeelen en tabaksfondsen waren
vergeleken met eergisteren nauwelijks ver
anderd.
Eenige affaire bestond in olies. 'Per saldo
werd een winst van 4 behaald.
Een zeer vaste houding leggen Ned.
staatsfondsen aan den dag. Blijkbaar was
flinke beleggingsvraag aanwezig, hetgeen
zich vooral in de nieuwe schuld openbaarde.
Bat. Petr. Mij. Obl. 3% 80% 83
A Amsterdamsche Bank 96 97
A Ned. Gist- en
Spiritusfabr. 380% 390
A K.M. De Schelde
Nat. Bez. 58% 55
C CheS. en Ohio 17%
C Union Pac Rr. 77% 77
Ned. Ie lng 1940 4 99 100
Ned. 2e lng 1940 4 93 95
Ned. met bel. fac. 1940 4 99 100
Ned. k f 1000 '38 (3%) 3 83% 84%—85
A Koloniale Bank 157 155
A Ned. Ind. Handelsb. 97% 98
C Ned. Handel Mij. 90 92%
A Van Berkels Pat. 52 49
C Calvé Delft 83% 81
A Lever Bros en Unil. 120% 114%08%
A Philips Gl. Gem. Bez. 182% 189%—82%
C Am. Car. Foundry 21% 22%7/a
C Anaconda Copper 21% 22%23%
C Bethlehem Steel: 68% 69%70%
C General Motor 41% 43%.
C Kennec. Copper 28% 29%30%
C North Am. Aviation 14% 15%
C Rep. Steel 16% 17%—18
C Un. States Steel 48% 50%—52
C North Am. Cy. 16% 17
A Kon. Petroleum Mij. 238 24236%
C Contin. Oil Cy. 16 16
C Philips Petrol. 29% 29%
C Shell Union 8% 8%
C Tide Water Ass. Oil. 8% 8%—%
A Ned. Scheepv. Unie 139% 139%—37%
A Handelsver. A'dam 376% 37066
A Ned. Ind. Suiker U 216%
A Deli My. a 1000 206 209—07
A Senembah Mij. 106 165%
C Pennsylv. Rr. 18% 19
C Amsterdam Rubb. 209% 209%06%
A Deli Bat Rubb. Mij. 153 148%50
A Hessa Rubber Mij. 98%
A Serbadjadi Sum Rubb. 89% 90
LIJK OPGEHAALD.
Bij Roosteren (L.) is uit de Maas het
lijk opgehaald van een tot nu toe onbekend
gebleven man van middelbaren leeftyd.
Omtrent de oorzaak en omstandigheden,
onder welke de man te water is geraakt,
tast men in het duister.
VOETBAL
Indeeling competitie
onderafdeeling Zeeland.
Voor de competities van de Onderafdee
ling Zeeland van den N.V.B. is door 35 elf
tallen ingeschreven en hebben zich voorts
4 adspiranten elftallen aangemeld. Het
aantal gewone elftallen kan nog eenige
uitbreiding ondergaan, als enkele vereeni-
gingen, welke zich voor aansluiting aan
melden worden toegelaten. Voorts is het
niet onwaarschijnlijk dat enkele in Zuid-
Beveland gevestigde elftallen, welke vroe
ger in het district Zeeland van den Dioce-
sanen Haarlemschen Voetbalbond uitkwa
men, ook nog worden ingedeeld.
Het ié te voorzien, dat nog verschillende
moeilijkheden in verband met de reis-be-
zwarenzullen moeten worden overwonnen.
Zoo liggen byv. Yerseke en Kortgene zeer
ongunstig momenteel, terwyl ook Braak
man Boys te Philippine precies op de schei
ding Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen
voor de verst gelegen West-Zeeuwsch
Vlaamsche clubs Aardenburg en Sluis nog
wel de noodige moeilijkheden zal opleveren.
De indeeling is als volgt vastgesteld
le Klasse A E.M.M. 2, Kortgene 1,
Yerseke 1, R.C.S. 2, Vlissingen3, Middel
burg 3, De Zeeuwen 3.
le Klasse B Hontenisse 1, Steensche
Boys 1, S.V.O. 1, Clinge 1, Ria 1.
le Klasse C Aardenburg 2, Breskens 2,
Groede 1, Oostburg 2, Braakman Boys 1,
Schoondijke 2, Sluis 1, Sluis 2, Biervliet 2.
2e Klasse A E.M.M. 3, Middelburgsche
Boys 1, R.C.S. 3, Zeelandia 3, Walcheren 2.
2e Klasse B Hontenisse 2, Clinge 2,
Corn Boys 2, Steensche Boys 2.
3e Klasse A E.M.M. 4, Vlissingen 4,
Walcheren 3, Zeeuwen 4, Middelburg 4.
Adspiranten Vlissingen, De Zeeuwen,
Middelburg A, Middelburg B.
Op Schouwen en Duiveland kon, gezien
de omstandigheden, geen afdeeling worden
samengesteld. Zierikzee heeft zich uit den
N.V.B. teruggetrokken, zoodat alleen de
vereenigingen Burgh en Renesse daar over
bleven. Burgh kon ook niet in de N.V.B.-
competitie worden ingedeeld.
„DOMBURG" UIT DEN VOETBAL
BOND.
De voetbalvereeniging „Domburg" heeft
het lidmaatschap van de N.V.B.-Onderafd.
Zeeland opgezegd, by gebrek aan voldoende
animo om aan de competitie deel te nemen.
De vereeniging is niet ontbonden en zal by
terugkeer tot normale omstandigheden op
nieuw aan de competities gaan deelnemen.
IDENTITEITSBEWIJZEN VOOR
VOETBALLERS.
Reeds jai'enlang werd de behoefte gevoeld
aan identiteitsbewyzen voor voetballers. In
het oude reglement van den voormaligen
Zeeuwschen Voetbalbond was dan ook een
bepaling opgenomen, welke het bezit van
dergelijke bewyzen voorschreef. De kosten
daaraan verbondën hebben echter gemaakt,
dat deze bepaling nimmer in werking is
getreden. Thans is echter door het bestuur
van de .Onderafdeeling Zeeland bepaald,
dat de aan alle Nederlanders van 15 jaar
en ouder uitgereikte of nog uit te reiken
identiteitsbewijzen ook voor de leden-spelers
van deze afdeeling geldig zullen zyn. Ieder
voetballer, die deelneemt aan de wedstrijden
moet de kaart bij zich hebben en desge-
wenscht aan de met controle belaste bonds-
officials toonen.
DE COMPETITIE ONDERAFD.
ZEELAND BEGINT.
Als aanvangsdatum voor de competities
van de onderafdeeling Zeeland van den
N.V.B. is vastgesteld Zondag 7 October a.s.
Goesche Boys IMiddelburg II 33.
In dezen eersten competitiewedstrijd
voor de 3e klasse heeft de Goesche Boys
een behoorlijk figuur geslagen. Reeds spoe
dig na den aanvang wist Middelburg II
te doelpunten, terwyl kort hierop de Boys
door Westdorp gelijk maakten en even
later zelfs de leiding namen (21), welke;
stand tot kort voor de rust behouden bleef,
toen, tijdens een misverstand in de Boys-
achterhoede de Middelburg-linksbinnen van
Zij, die zich van
heden af voor 3
maanden op ons
blad abonneeren
Oprichting van de „orde van
geneesheeren".
Men schrijft ons
Na voelingname met een belangrijk aan
tal beroepsgenooten in den lande is opge
richt de „Orde van geneesheeren".
Het doel van deze orde is het propa-
geeren van een corporatieve ordening van
de gezondheidszorg onder de geneeshee
ren.
Van deze orde kunnen alle Nederland-
sche medici lid worden. Het is niet de be
doeling de bestaande organisaties te be
strijden of te vervangen, doch door propa
ganda in woord en daad binnen de be
staande organisaties te bevorderen, dat da
Nederlandsche Maatschappij ter bevorde
ring van de geneeskunst, die reeds in
groote mate een voorafbeelding is van wat
een corporatie van gezondheidszorg be
hoort te zijn, Zich geheel in dezen zin ont
wikkelt.
Het is tevens de bedoeling van de
initiatiefnemers naast deze orde van ge
neesheeren de totstandkoming van over
eenkomstige organen voor andere groepen,
die zich met de bevordering der volksge
zondheid bezighouden, te stimuleeren.
Schadevergoeding in verband
met verloren goederen van
militairen.
Bij het departement van defensie is een
aanzienlyk aantal verzoeken van militai
ren ingekomen, strekkende tot vergoeding
van schade wegens het in verband met de
oorlogshandelingen teloor gaan van par
ticuliere eigendommen.
Aan adressanten zal worden medege
deeld, dat, indien zij niet in staat zyn deze
schade geheel of gedeeltelijk te dragen, zij
zich kunnen wenden tot de nationale ver
eeniging tot steun aan miliciens, onder
overlegging van een verklaring als bedoeld
in artikel 857 van het wetboek van bur
gerlijke rechtsvordering. Deze verklaring
bevatte zoo volledig mogelijke gegevens
omtrent het ambt, •beroep of bedrijf en
het gezin van den verzoeker en omtrent
den stand van de inkomsten en het ver
mogen van deze en zyn gezin.
ONVOORZICHTIG DEN WEG
OVERGESTOKEN.
Gistermiddag is op den hoek van den
Provincialen weg en de Julianastraat te
Koog a.d. Zaan een 53-jarige wielrijder uit
Zaandam, die den weg overstak, door een
uit het Noorden komenden auto gegrepen.
Hy was op slag dood.
veraf inschoot (22). Na de rust volg
den een serie aanvallen op het G. Boys-
doel, welke evenwel te kort wei-den ge
houden, zoodat de Boys-achterhoede het
terrein meester kon blijven. Toch wist
Middelburg te doelpunten, waarna ook de
Boys er een schepje oplegden en even
later weer gelijk wisten te maken. Er
volgden wederzijds nog heftige aanvallen,
doch de verdedigingen bleven meester van
het terrein. Goesche Boys miste in deze
wedstrijd zijn twee buitenspelers.
Idoor
JOHNSTON Mc.CTJLLEY
38).
„Ziezoo, daar zyn we weer!" zei hij,
de deur achter zich dicht doende. Hij liet
het licht van zijn lantaarn op den jongen
man vallen en nam hem scherp op,
„Steek je lamp aan," zei hij.
De jonge man gehoorzaamde, bevend.
Daarna trok hij zich zoover mogelijk van
Warwik terug en staarde hem angstig
aan. Warwik gooide zijn pet af en ging
rechtop staan.
„Maak je niet ongerust," zei hij. Ik
hoor niet bij dat boeventuig. Ik ben niet
van zins je aan te vallen of te mishan
delen. Ga zitten en beef niet zoo. Ik wou
je heel even spreken."
De jonge man ging zitten en Warwik
nam een stoel tegenover hem aan tafel.
Hij stak zyii lantaarntje in zijn zak,
maar hield de loop van zyn revolver op
den jongen man gericht.
„Geef hier die papieren, die je van die
jonge dame afgenomen hebt," beval hy
kortaf.
„Geen denken aan!"
„Zoo! Dus je hebt ze wel bij je. Ik had
gehoopt, dat dit het geval zou zijn. Dus je
wilt ze me niet geven Drommels, wat een
vastbesloten jongmensch ben je toch!
Vertel me dan maarwaarom hecht je
zooveel waarde aan die papieren?"
„Waarom hecht jij er waarde aan?"
vroeg de jonge man op zijn beurt.
„Neem me niet kwalijk, maar ik heb de
vraag bet eerst gesteld en behoor dus het
eerst antwoord te krijgen".
Opeens zag hij tranen in de oogen van
den jongen man.
„Ze zyn voor jou niets waard, dan mis
schien een beetje geld, dat-je iemand er
mee kunt afpersen", zei hij, bijna snik
kend. „En voor mij beteekenen ze alles".
„Hoe komt dat?"
„Dat isdat gaat je niets aan".
„Zoo krijgt je wat meer moed?" zei War
wik. „Ik veronderstel, dat je er zelf
iemand geld mee wilt afpersen. Is dat
het geval?"
„Ik heb niets meer te zeggen", ant
woordde de jonge man. „Ik geef ze niet
overaan niemand!"
„Dus zal ik op slot van zaken nog ge
weld moeten gebruiken?" zei Warwik
zuchtend. „Verdraaid vervelendzeg.
Ik heb er een hekel aan, iemand hard aan
te pakken en zoo meer. Geloof je niet, dat
het beter voor je zou zy'n, van meening te
veranderen?"
De jonge man sprong op en ging tegen
den muur staan zonder zich te storen aan
den revolver, dien Warwik op hem had
gericht.
„Ik zal er voor vechten", zei hij
„Geef me die papieren over, of .ik zal
verplicht zijn te schieten".
„Dan kom je op den electrischen stoel".
„Beste jongen, er is hier in het laatste
uur heel wat herrie in huis geweest. Als
je hier dood gevonden wordt, zal de po
litie vermoedelijk den huisbaas en alle be
woners gevangen nemen en al het moge
lijke doen, een van hen die misdaad aan
te wrijven. Ik kan je de verzekering ge
ven, dat de verdenking nooit of nimmer
op mij zal vallen. Wil je me dus die
papieren geven?"
„Neen!"
Warwik stond bedaard op, stak den
revolver in zijn zak en kwam naar den
jonge man toe.
„Wil je ze geven of niet?" vroeg hij.
„Ik wil je niet graag mishandelen, jong
mensch, maar ik moet die papieren heb
ben".'
„Wat moet je er mee doen?"
„Dat is myn zaak. Geef ze over"*
„Neen!"
Plotseling sprong Warwik vooruit en
greep den jonge man bij zijn armen en
duwde hem tegen den muur. De jonge
man vocht zoo goed hij maar kon, sloeg
en schopte en gebruikte zijn hoofd als een
stormram. Maar Warwik deed zelfs geen
poging hem te slaan. Hy hield hem met
een hand vast en doorvoelde met de andere
zyn zakken. Daar vond hij niets, maar
ontdekte eindelijk het pakje tusschen zijn
overhemd.
„Aha, daar heb ik ze!" riep hij uit. „Ik
hoop, dat ik je niet al te hard heb aange
pakt. Dat had je trouwens kunnen ver
mijden, door ze me dadelijk te geven,
toen ik er om vroeg".
„Toe, neem ze me niet af!" riep de
jonge man.
„Ik heb ze al", antwoordde Warwik, een
stap achteruit gaande.
Hij pakte zijn pet op, trok die ver over
zyn oogen en ging naar de deur. De jonge
man stiet een wanhoopskreet uit en wierp
zich op Warwik. Hij vocht als een wilde
kat, bijtend en krabbend. Uit de gang
kwamen twee mannen naar binnen ge
hold. Ze hadden al in de andere' kamer
met elkaar gevochten. Ze vielen hem ter
stond weer aan. Warwik trachtte den jon
gen man van zich af te schudden, maar
die klemde zich met de kracht der wan
hoop aan hem vast. Met een ruk maakte
Warwik hem van zich los en gooide hem
tegen de twee mannen op. Daarop trok
hij zijn revolver en wist hen een oogen-
blik op een afstand te houden. Maar toen
drongen nog twee anderen boeven naar
binnen met zoo'n vaart dat ze zich niet
eens konden inhouden op het gezicht van
Warwik's revolver. Warwik sloeg er met
zijn wapen en zijn vuist op los en week
achteruit naar het venster. Hij wist, dat
het boven den grond was en dat het byna
dag in het steegje was. Maar hij kon niet
aarzelen. Hjj trapte het glas stuk en
sprong er door heen. Achter hem knalde
een revolver en een kogel vloog langs zijn
ooren. Hij kwam met een smak op den
grond terecht, krabbelde overeind en
holde weg.
In het huis renden de boeven de trap
af, de gang door en de steeg in. Warwik
had bijna de straat bereikt, maar hy ver
school zich nogmaals tusschen het
schuurtje en een huis en bleef daar staan,
hijgend naar adem, terwijl de vier kerels
met den jongen man hem voorbij holden,
in de hoop hem op straat nog in te halen.
Zoodra ze voorbij waren, rende hij de
steeg in de tegenovergestelde richting uit
naar een andere straat. De dag begon aan
te breken. De straatlantaarns werden ge
doofd. Op den eersten straathoek vond hy
reeds een taxi. De chauffeur zat achter
het stuur te slapen.
„Word eens wakker!" riep Warwik, hem
bij zijn schouder schuddend. „Ik moet
naar de binnenstad. Wie zit er nu achter
het stuur te maffen?"
De chauffeur sloeg zijn oogen op en zag
Warwik in. de oude jas en met de vuile
pet op voor zich staan.
„Schiet op kerel", zei hy. „Het is nog
veel te vroeg om grapjes uit te halen. Het
kost geld om in deze rammelkast te rij
den".
Warwik haalde een bankbiljet te voor-
schyn en gaf dat aan den chauffeur.
„Als je hard rydt, kryg je er nog een",
zei hy, het adres van de Spin opgevend.
„O!" zei de chauffeur, opeens klaar
wakker. „Zit het zoo Nou, stap dan maar
in!"
xxxm.
De wrekende rechtvaardigheid.
Toen Warwik in de taxi bij het huis van
de Spin aan de American Boulevard
aankwam, vond hij daar eenige vreemde
mannen in den tuin. By den ingang ston
den een paar politie-agenten en hij wilde
juist aan den chauffeur bevel geven door
te ryden, toen een van hen op den auto
toestapte, naar het portier greep en dat
opende.
„Wat komt u hier doen?" vroeg hy.
Warwik scheen even zyn tegenwoordig
heid van geest te verliezen. Op een der
gelijke ontvangst was hy niet voorbereid.
Snel herstelde hy zich echter. Hy moest
zeggen, wat hij in dat huis te maken had.
Een smoesje zou gauw worden ontdekt,
maar hy kon toch ook niet den naam van
de Spin tegen den politieman noemen.
„Ik kom hier voor juffrouw Rodney",
antwoordde hy en hij bedacht by zich
zelf dat dit antwoord eigenlijk ook het
meest met de waarheid overeenkwam. „Ze
heeft vannacht een onaangenaam avon
tuur beleefd en ik heb haar uit de handen
van een paar boeven moeten bevrijden.
Myn naam is Warwik".
„Kom maar eens mee", zei de agent, die
het blykbaar niet erg vertrouwde. Daar
aan had hij niet heelemaal ongelyk, want
Warwik zag er in zyn boevenkleeren nu
niet bepaald als iemand van de betere
kringen uit. By den chauffeur had het
bankbiljet wonderen gedaan. Hij begreep,
dat hy het hier met zoo iets niet behoefde
te probeeren. Als om zich te legimiteeren,
knoopte Warwik zijn jas los, waaronder
zyn avondcostuum te zien was, waarvan
evenwel hemd en vest niet meer die
smettelooze witheid vertoonden, die de
drager ervan zoo op prys had gesteld.
„O, zoo, is dat de kwestie," mompelde
de agent, kenneiyk meer tevreden gesteld.
„Gaat u maar naar binnen. De juffrouw is
zoo juist ook aangekomen. Zy is hier door
een Chinees of iets dergelijks gebracht".
Warwik moest onwillekeurig glimlachen
toen hij zyn. trouwen Japanschen bedien
de Togo zoo hoorde betitelen. Iiy haalde
een bankbiljet te voorschyn dat hy aan
den chauffeur gaf, en deze reed er snel
vandoor. .(Slot volgt)