le Spin De lindeboomen van Wemeldinge. SPORT ATS S LEI!IS ontvangen cfe tot 1OetQbera.s. ver schijnende Hom mers GHATSS Hoe goede burgerzin ze eenmaal tegen uitroeiïng behoedde. Toen eenige jaren geleden een klas schoolkinderen bij gelegenheid van een schoolreisje ook een bezoek bracht aan den z.g. berg van Wemeldinge schreef een der kleine toeristen daarover in een op stel, dat men, op dezen berg staande, de heele provincie Zeeland kon overzien. Kin derlijke overdrijving! Dat neemt intusschen niet weg, dat men van dezen vluchtheuvel af een uitzicht heeft, dat alle andere overtreft, zooals de duizenden bezoekers, die de moeite deden de klimpartij van 12 meter te doen, U dit kunnen meedeelen. In zuidelijke en westelijke richting de talrijke boom gaarden, begrensd door een uit de vijftien de eeuw datéerende kerk; in noordelijke richting de wijde, blauwe zee in dé vei te; in oostelijke richting de beide molens op den achtergrond en vlak bij de rood en blauw gekleurde daken der huizen van de dorpsstraat, voor welke huizen als trouwe wachters geschaard staan de dub bele ,ry lindeboomen, een sieraad van het dorp, zooals men zelden aantreft. Die lindenboomen. Indien ze konden spreken, ze zouden ons heel veel kunnen vertellen over wat ze hebben gezien en gehoord. Geslacht na geslacht hebben ze zien komen en gaan; zij bleven de trouwe wachters. Eenmaal hing hun leven aan een zijden 'draad: we schrijven het jaar 1870. Met meerderheid van stemmen besluit den Raad om de lindeboomen te rooien. Het is als de knuppel in een hoenderhok. De gemeente komt in rep en roer over een zoo snood besluit, waartegen met kracht moet geprotesteerd. En dat ge beurt. Het is de landbouwer-dichter Wabeke, die „een opwekkend woord aan de Wemel- dingsche Burgerij" richt in verband met het genomen besluit de dubbele rij linde boomen van de dorpsstraat te verwijderen: De mond van eenen grijzen vader Bracht mij onlangs de tijding nader Van een besluit, met meerderheid Door ons geacht Bestuur genomen Om op ons dorp de Lindeboomen Te vellen binnen korten tijd. Zoodra hij dit besluit mij spelde Trok ik party voor d'oude helden In lange rijen daar geschaard, Die, zonder dat hen iets mocht treffen, Nog fier en moedig 't hoofd verheffen, Als kloeke wachters, onvervaard. En zoo verder in dichtmaat vervolgende vraagt hij hartstochtelijk aan de burgerij, of ze zonder meer zal kunnen gedogen, dat Wemeldinge van haar schoonheid zal wor den beroofd. Die Linden met haar breede bladeren, Die zijn het erfgoed onzer vaderen Zy plantten die voor u en mij. Waarom, zoo vraagt hij, waarom dat besluit. Om geldelijk voordeel kan het niet zijn. Waren het olmen, het vellen zou te billijken zijn. Waarom dan wel? De notulen der Raadsvergadering van 12 December 1870 geven mogelijk daarop antwoord. We lezen toch daarin, dat be sloten wordt straatverlichting aan te bren gen en over te gaan tot aankoop van 6 straatlantaarns uit de ijzergieterij „De Prins van Oranje te 's-Gravenhage vol gens ontvangen afbeeldingen, waarmee een som is gemoeid van 130,80. Of zwoer men om die lantaarnlichten, Die men hier eerlang op zal richten Die grijze Linden nu den dood? Laat ons dan vrij in 't donker dwalen, Te duur zou men dat licht betalen, Een offer brengen veel te groot. Of zou er nog een enkele wanen: Het licht dat zal geen doortocht banen, Door 't dor en bladerloos geboomt; Ook dit bezwaar is ras verdreven, Plaatst 't licht daar boven, of daameven, Opdat het vrij door 't luchtruim stroomt. Laat ons vereenigd protesteeren, Kalm en bescheiden reclameeren, Aan het regeerende Bestuur. De opwekking tot protesteeren heeft resultaat. Een verzoekschrift tot behoud der boomen, geteekend door 145 personen, wordt den Raad aangeboden: Geachte Leden van den Raad Neemt het de Burgerij niet kwaad Dat zij vereenigd reclameeren. 't Geldt hier een algemeen belang Daar wij de pracht en roem en rang Van 't dorp niet gaarne zien verneëren. De poging heeft succes. Iri de Raads zitting van 29 December 1870 wordt me- dedeeling gedaan van een schrijven van Gedeputeerde Staten, dat een adres bij dit College is binnen gekomen, geteekend door een 20-tal personen om het besluit tot het vellen der boomen in de- Dorpsstraat niet goed te keuren en dat genoemd College om advies vraagt. Bovendien nog een adres van gelijke strekking, ingediend door ongeveer 150 personen aan het Ge meentebestuur. De voorzitter, 't een en ander toelichtende, zei volgens de no tulen dat het ging om het bekende rooibesluit, dat door ziekte van den Secre taris verzuimd was in het Notulenboek te plaatsen, ('t Ging gemoedelijk in die da gen). Het Raadsbesluit is ingetrokken, de boomen -bleven, wat zeker den voorzitter minder aangenaam is geweest. Tenminste er wordt beweerd, dat evenals eenmaal over de oude wereldzee klonk: „Cartha go moet verwoest worden!" 's Raads voor zitter woedend uitriep: „En ze (de boo men) zullen er uitgaan!" Zooals reeds is gezegd, de lindenryen bleven en bestaan nog, hoewel hier en daar door nieuwe boomen verjongd. Geen wonder, dat er blijdschap heersch- te in de Wemeldingsche klingen met het behaalde succes: Zoo dreef de donkere wolk dan henen, Die 't Lindental een wijl omgaf, Het licht der hoop heeft haar beschenen, Verhief haar uit den nacht van 't graf. Ons kroost, dat rond uw stammen spele, Zie dit hun kinderkroost nog doen; 'Wyl musch en vink al zingend kweelen Op tak en twijg, in 't lommen-ijk groen. De wensch van den dichter is vervuld. Zoowel de kinderen, klein- en achterklein kinderen hebben gekend en kennen nog de sierlijke lindenlaan, 'die in 1870 reeds bijna een eeuw bestond en onder welks schaduw de jeugd thans nog ravot en- speelt, precies zooals dit gebeurde in den tijd, toen schrijver dezes ook tot de jeugd behoorde en daar meespeelde en stoeide Om en by het sieraad van Wemelding's dorpstraat, voor welks behoud in hooge mate is geijverd door hem, dien hy eens zijn goeden buurman mocht noemen. H. RADIOTOESPRAAK VAN KAPITEIN VERSLUYS. De reserve-kapitein L. J. Versluys heeft na de demobilisatie zyn mannen van 2-1-13 R.A. nog eens in een „open brief" toege sproken. In dezen brief kwamen zooveel behartigenswaardige en mannelyke denk beelden tot uiting, dat de wensch werd geuit den inhoud van dezen brief voor de radio in breederen kring- bekend te maken. De A.V.R.O. is daarvoor beschikbaar ge bleken, zoodat de heer Versluys op 28 Sep tember tusschen 7.45 en 8 uur 's avonds de stof uit zijn brief voor de radio zal behan delen. Onregelmatige handel op de Amsterdamsche beurs. De belangstelling voor de locale indus trieels fondsen op de Amsterdamsche effec tenbeurs was gisteren, vergeleken met de vorige dagen, èterk geluwd. Nu de „goud gerande waarden" in deze afdeeling gedu rende den laatsten tyd aanzienlyk in koers zyn opgeloopen, gaat de aandacht zoowel van het publiek, alsook van den beroeps- handel, zich richten op andere afdeelingen, waar na verhouding de noteeringen nog niet noemenswaardig zijn gestegen. Kon men eergisteren reeds een uitgesproken neiging waarnemen, tot winstnemingen over te gaan, gisteren was dit in nog ster kere mate het geval. Het naar voren ko mend aanbod werd evenwel goed opgeno men. Dat sommige leidende fondsen echter zooals Aku en Unilever zich een koersver lies moesten getroosten, is, gezien de bo vengenoemde omstandigheden, zonder meer begrijpelijk. In het centrum van de algemeene aan dacht stond de Amerikaansche afdeeling. In de eerste plaats kan de oorzaak hiervan worden gevonden in de willige stemming, die de beurs te New York eergisteren te zien had gegeven. Voor binnenlandsche industrieele fondsen was, zooals reeds gezegd, de animo aan zienlijk gedaald. Het jaarverslag van de Unilever geeft weliswaar een van 28.9 tot 31.7 gestegen winst te aanschouwen, ech ter wordt dit jaar geen slotdividend uit gekeerd, hetgeen op het koersverloop een ongunstigen invloed uitoefende. Een vry vrij vast verloop gaven aandeeleri Philips te aanschouwen. Scheepvaartaandeelen waren aanvanke lijk goed prijshoudend, voor sommige waar den zelfs iets hooger, maar ook hier trad onder beurs een minder geanimeerde stem ming naar voren. Voor de cultuuraandeelen bestond weinig belangstelling. Vrij flauw waren H.V.A. Rubberaandeelen en tabaksfondsen waren vergeleken met eergisteren nauwelijks ver anderd. Eenige affaire bestond in olies. 'Per saldo werd een winst van 4 behaald. Een zeer vaste houding leggen Ned. staatsfondsen aan den dag. Blijkbaar was flinke beleggingsvraag aanwezig, hetgeen zich vooral in de nieuwe schuld openbaarde. Bat. Petr. Mij. Obl. 3% 80% 83 A Amsterdamsche Bank 96 97 A Ned. Gist- en Spiritusfabr. 380% 390 A K.M. De Schelde Nat. Bez. 58% 55 C CheS. en Ohio 17% C Union Pac Rr. 77% 77 Ned. Ie lng 1940 4 99 100 Ned. 2e lng 1940 4 93 95 Ned. met bel. fac. 1940 4 99 100 Ned. k f 1000 '38 (3%) 3 83% 84%—85 A Koloniale Bank 157 155 A Ned. Ind. Handelsb. 97% 98 C Ned. Handel Mij. 90 92% A Van Berkels Pat. 52 49 C Calvé Delft 83% 81 A Lever Bros en Unil. 120% 114%08% A Philips Gl. Gem. Bez. 182% 189%—82% C Am. Car. Foundry 21% 22%7/a C Anaconda Copper 21% 22%23% C Bethlehem Steel: 68% 69%70% C General Motor 41% 43%. C Kennec. Copper 28% 29%30% C North Am. Aviation 14% 15% C Rep. Steel 16% 17%—18 C Un. States Steel 48% 50%—52 C North Am. Cy. 16% 17 A Kon. Petroleum Mij. 238 24236% C Contin. Oil Cy. 16 16 C Philips Petrol. 29% 29% C Shell Union 8% 8% C Tide Water Ass. Oil. 8% 8%—% A Ned. Scheepv. Unie 139% 139%—37% A Handelsver. A'dam 376% 37066 A Ned. Ind. Suiker U 216% A Deli My. a 1000 206 209—07 A Senembah Mij. 106 165% C Pennsylv. Rr. 18% 19 C Amsterdam Rubb. 209% 209%06% A Deli Bat Rubb. Mij. 153 148%50 A Hessa Rubber Mij. 98% A Serbadjadi Sum Rubb. 89% 90 LIJK OPGEHAALD. Bij Roosteren (L.) is uit de Maas het lijk opgehaald van een tot nu toe onbekend gebleven man van middelbaren leeftyd. Omtrent de oorzaak en omstandigheden, onder welke de man te water is geraakt, tast men in het duister. VOETBAL Indeeling competitie onderafdeeling Zeeland. Voor de competities van de Onderafdee ling Zeeland van den N.V.B. is door 35 elf tallen ingeschreven en hebben zich voorts 4 adspiranten elftallen aangemeld. Het aantal gewone elftallen kan nog eenige uitbreiding ondergaan, als enkele vereeni- gingen, welke zich voor aansluiting aan melden worden toegelaten. Voorts is het niet onwaarschijnlijk dat enkele in Zuid- Beveland gevestigde elftallen, welke vroe ger in het district Zeeland van den Dioce- sanen Haarlemschen Voetbalbond uitkwa men, ook nog worden ingedeeld. Het ié te voorzien, dat nog verschillende moeilijkheden in verband met de reis-be- zwarenzullen moeten worden overwonnen. Zoo liggen byv. Yerseke en Kortgene zeer ongunstig momenteel, terwyl ook Braak man Boys te Philippine precies op de schei ding Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen voor de verst gelegen West-Zeeuwsch Vlaamsche clubs Aardenburg en Sluis nog wel de noodige moeilijkheden zal opleveren. De indeeling is als volgt vastgesteld le Klasse A E.M.M. 2, Kortgene 1, Yerseke 1, R.C.S. 2, Vlissingen3, Middel burg 3, De Zeeuwen 3. le Klasse B Hontenisse 1, Steensche Boys 1, S.V.O. 1, Clinge 1, Ria 1. le Klasse C Aardenburg 2, Breskens 2, Groede 1, Oostburg 2, Braakman Boys 1, Schoondijke 2, Sluis 1, Sluis 2, Biervliet 2. 2e Klasse A E.M.M. 3, Middelburgsche Boys 1, R.C.S. 3, Zeelandia 3, Walcheren 2. 2e Klasse B Hontenisse 2, Clinge 2, Corn Boys 2, Steensche Boys 2. 3e Klasse A E.M.M. 4, Vlissingen 4, Walcheren 3, Zeeuwen 4, Middelburg 4. Adspiranten Vlissingen, De Zeeuwen, Middelburg A, Middelburg B. Op Schouwen en Duiveland kon, gezien de omstandigheden, geen afdeeling worden samengesteld. Zierikzee heeft zich uit den N.V.B. teruggetrokken, zoodat alleen de vereenigingen Burgh en Renesse daar over bleven. Burgh kon ook niet in de N.V.B.- competitie worden ingedeeld. „DOMBURG" UIT DEN VOETBAL BOND. De voetbalvereeniging „Domburg" heeft het lidmaatschap van de N.V.B.-Onderafd. Zeeland opgezegd, by gebrek aan voldoende animo om aan de competitie deel te nemen. De vereeniging is niet ontbonden en zal by terugkeer tot normale omstandigheden op nieuw aan de competities gaan deelnemen. IDENTITEITSBEWIJZEN VOOR VOETBALLERS. Reeds jai'enlang werd de behoefte gevoeld aan identiteitsbewyzen voor voetballers. In het oude reglement van den voormaligen Zeeuwschen Voetbalbond was dan ook een bepaling opgenomen, welke het bezit van dergelijke bewyzen voorschreef. De kosten daaraan verbondën hebben echter gemaakt, dat deze bepaling nimmer in werking is getreden. Thans is echter door het bestuur van de .Onderafdeeling Zeeland bepaald, dat de aan alle Nederlanders van 15 jaar en ouder uitgereikte of nog uit te reiken identiteitsbewijzen ook voor de leden-spelers van deze afdeeling geldig zullen zyn. Ieder voetballer, die deelneemt aan de wedstrijden moet de kaart bij zich hebben en desge- wenscht aan de met controle belaste bonds- officials toonen. DE COMPETITIE ONDERAFD. ZEELAND BEGINT. Als aanvangsdatum voor de competities van de onderafdeeling Zeeland van den N.V.B. is vastgesteld Zondag 7 October a.s. Goesche Boys IMiddelburg II 33. In dezen eersten competitiewedstrijd voor de 3e klasse heeft de Goesche Boys een behoorlijk figuur geslagen. Reeds spoe dig na den aanvang wist Middelburg II te doelpunten, terwyl kort hierop de Boys door Westdorp gelijk maakten en even later zelfs de leiding namen (21), welke; stand tot kort voor de rust behouden bleef, toen, tijdens een misverstand in de Boys- achterhoede de Middelburg-linksbinnen van Zij, die zich van heden af voor 3 maanden op ons blad abonneeren Oprichting van de „orde van geneesheeren". Men schrijft ons Na voelingname met een belangrijk aan tal beroepsgenooten in den lande is opge richt de „Orde van geneesheeren". Het doel van deze orde is het propa- geeren van een corporatieve ordening van de gezondheidszorg onder de geneeshee ren. Van deze orde kunnen alle Nederland- sche medici lid worden. Het is niet de be doeling de bestaande organisaties te be strijden of te vervangen, doch door propa ganda in woord en daad binnen de be staande organisaties te bevorderen, dat da Nederlandsche Maatschappij ter bevorde ring van de geneeskunst, die reeds in groote mate een voorafbeelding is van wat een corporatie van gezondheidszorg be hoort te zijn, Zich geheel in dezen zin ont wikkelt. Het is tevens de bedoeling van de initiatiefnemers naast deze orde van ge neesheeren de totstandkoming van over eenkomstige organen voor andere groepen, die zich met de bevordering der volksge zondheid bezighouden, te stimuleeren. Schadevergoeding in verband met verloren goederen van militairen. Bij het departement van defensie is een aanzienlyk aantal verzoeken van militai ren ingekomen, strekkende tot vergoeding van schade wegens het in verband met de oorlogshandelingen teloor gaan van par ticuliere eigendommen. Aan adressanten zal worden medege deeld, dat, indien zij niet in staat zyn deze schade geheel of gedeeltelijk te dragen, zij zich kunnen wenden tot de nationale ver eeniging tot steun aan miliciens, onder overlegging van een verklaring als bedoeld in artikel 857 van het wetboek van bur gerlijke rechtsvordering. Deze verklaring bevatte zoo volledig mogelijke gegevens omtrent het ambt, •beroep of bedrijf en het gezin van den verzoeker en omtrent den stand van de inkomsten en het ver mogen van deze en zyn gezin. ONVOORZICHTIG DEN WEG OVERGESTOKEN. Gistermiddag is op den hoek van den Provincialen weg en de Julianastraat te Koog a.d. Zaan een 53-jarige wielrijder uit Zaandam, die den weg overstak, door een uit het Noorden komenden auto gegrepen. Hy was op slag dood. veraf inschoot (22). Na de rust volg den een serie aanvallen op het G. Boys- doel, welke evenwel te kort wei-den ge houden, zoodat de Boys-achterhoede het terrein meester kon blijven. Toch wist Middelburg te doelpunten, waarna ook de Boys er een schepje oplegden en even later weer gelijk wisten te maken. Er volgden wederzijds nog heftige aanvallen, doch de verdedigingen bleven meester van het terrein. Goesche Boys miste in deze wedstrijd zijn twee buitenspelers. Idoor JOHNSTON Mc.CTJLLEY 38). „Ziezoo, daar zyn we weer!" zei hij, de deur achter zich dicht doende. Hij liet het licht van zijn lantaarn op den jongen man vallen en nam hem scherp op, „Steek je lamp aan," zei hij. De jonge man gehoorzaamde, bevend. Daarna trok hij zich zoover mogelijk van Warwik terug en staarde hem angstig aan. Warwik gooide zijn pet af en ging rechtop staan. „Maak je niet ongerust," zei hij. Ik hoor niet bij dat boeventuig. Ik ben niet van zins je aan te vallen of te mishan delen. Ga zitten en beef niet zoo. Ik wou je heel even spreken." De jonge man ging zitten en Warwik nam een stoel tegenover hem aan tafel. Hij stak zyii lantaarntje in zijn zak, maar hield de loop van zyn revolver op den jongen man gericht. „Geef hier die papieren, die je van die jonge dame afgenomen hebt," beval hy kortaf. „Geen denken aan!" „Zoo! Dus je hebt ze wel bij je. Ik had gehoopt, dat dit het geval zou zijn. Dus je wilt ze me niet geven Drommels, wat een vastbesloten jongmensch ben je toch! Vertel me dan maarwaarom hecht je zooveel waarde aan die papieren?" „Waarom hecht jij er waarde aan?" vroeg de jonge man op zijn beurt. „Neem me niet kwalijk, maar ik heb de vraag bet eerst gesteld en behoor dus het eerst antwoord te krijgen". Opeens zag hij tranen in de oogen van den jongen man. „Ze zyn voor jou niets waard, dan mis schien een beetje geld, dat-je iemand er mee kunt afpersen", zei hij, bijna snik kend. „En voor mij beteekenen ze alles". „Hoe komt dat?" „Dat isdat gaat je niets aan". „Zoo krijgt je wat meer moed?" zei War wik. „Ik veronderstel, dat je er zelf iemand geld mee wilt afpersen. Is dat het geval?" „Ik heb niets meer te zeggen", ant woordde de jonge man. „Ik geef ze niet overaan niemand!" „Dus zal ik op slot van zaken nog ge weld moeten gebruiken?" zei Warwik zuchtend. „Verdraaid vervelendzeg. Ik heb er een hekel aan, iemand hard aan te pakken en zoo meer. Geloof je niet, dat het beter voor je zou zy'n, van meening te veranderen?" De jonge man sprong op en ging tegen den muur staan zonder zich te storen aan den revolver, dien Warwik op hem had gericht. „Ik zal er voor vechten", zei hij „Geef me die papieren over, of .ik zal verplicht zijn te schieten". „Dan kom je op den electrischen stoel". „Beste jongen, er is hier in het laatste uur heel wat herrie in huis geweest. Als je hier dood gevonden wordt, zal de po litie vermoedelijk den huisbaas en alle be woners gevangen nemen en al het moge lijke doen, een van hen die misdaad aan te wrijven. Ik kan je de verzekering ge ven, dat de verdenking nooit of nimmer op mij zal vallen. Wil je me dus die papieren geven?" „Neen!" Warwik stond bedaard op, stak den revolver in zijn zak en kwam naar den jonge man toe. „Wil je ze geven of niet?" vroeg hij. „Ik wil je niet graag mishandelen, jong mensch, maar ik moet die papieren heb ben".' „Wat moet je er mee doen?" „Dat is myn zaak. Geef ze over"* „Neen!" Plotseling sprong Warwik vooruit en greep den jonge man bij zijn armen en duwde hem tegen den muur. De jonge man vocht zoo goed hij maar kon, sloeg en schopte en gebruikte zijn hoofd als een stormram. Maar Warwik deed zelfs geen poging hem te slaan. Hy hield hem met een hand vast en doorvoelde met de andere zyn zakken. Daar vond hij niets, maar ontdekte eindelijk het pakje tusschen zijn overhemd. „Aha, daar heb ik ze!" riep hij uit. „Ik hoop, dat ik je niet al te hard heb aange pakt. Dat had je trouwens kunnen ver mijden, door ze me dadelijk te geven, toen ik er om vroeg". „Toe, neem ze me niet af!" riep de jonge man. „Ik heb ze al", antwoordde Warwik, een stap achteruit gaande. Hij pakte zijn pet op, trok die ver over zyn oogen en ging naar de deur. De jonge man stiet een wanhoopskreet uit en wierp zich op Warwik. Hij vocht als een wilde kat, bijtend en krabbend. Uit de gang kwamen twee mannen naar binnen ge hold. Ze hadden al in de andere' kamer met elkaar gevochten. Ze vielen hem ter stond weer aan. Warwik trachtte den jon gen man van zich af te schudden, maar die klemde zich met de kracht der wan hoop aan hem vast. Met een ruk maakte Warwik hem van zich los en gooide hem tegen de twee mannen op. Daarop trok hij zijn revolver en wist hen een oogen- blik op een afstand te houden. Maar toen drongen nog twee anderen boeven naar binnen met zoo'n vaart dat ze zich niet eens konden inhouden op het gezicht van Warwik's revolver. Warwik sloeg er met zijn wapen en zijn vuist op los en week achteruit naar het venster. Hij wist, dat het boven den grond was en dat het byna dag in het steegje was. Maar hij kon niet aarzelen. Hjj trapte het glas stuk en sprong er door heen. Achter hem knalde een revolver en een kogel vloog langs zijn ooren. Hij kwam met een smak op den grond terecht, krabbelde overeind en holde weg. In het huis renden de boeven de trap af, de gang door en de steeg in. Warwik had bijna de straat bereikt, maar hy ver school zich nogmaals tusschen het schuurtje en een huis en bleef daar staan, hijgend naar adem, terwijl de vier kerels met den jongen man hem voorbij holden, in de hoop hem op straat nog in te halen. Zoodra ze voorbij waren, rende hij de steeg in de tegenovergestelde richting uit naar een andere straat. De dag begon aan te breken. De straatlantaarns werden ge doofd. Op den eersten straathoek vond hy reeds een taxi. De chauffeur zat achter het stuur te slapen. „Word eens wakker!" riep Warwik, hem bij zijn schouder schuddend. „Ik moet naar de binnenstad. Wie zit er nu achter het stuur te maffen?" De chauffeur sloeg zijn oogen op en zag Warwik in. de oude jas en met de vuile pet op voor zich staan. „Schiet op kerel", zei hy. „Het is nog veel te vroeg om grapjes uit te halen. Het kost geld om in deze rammelkast te rij den". Warwik haalde een bankbiljet te voor- schyn en gaf dat aan den chauffeur. „Als je hard rydt, kryg je er nog een", zei hy, het adres van de Spin opgevend. „O!" zei de chauffeur, opeens klaar wakker. „Zit het zoo Nou, stap dan maar in!" xxxm. De wrekende rechtvaardigheid. Toen Warwik in de taxi bij het huis van de Spin aan de American Boulevard aankwam, vond hij daar eenige vreemde mannen in den tuin. By den ingang ston den een paar politie-agenten en hij wilde juist aan den chauffeur bevel geven door te ryden, toen een van hen op den auto toestapte, naar het portier greep en dat opende. „Wat komt u hier doen?" vroeg hy. Warwik scheen even zyn tegenwoordig heid van geest te verliezen. Op een der gelijke ontvangst was hy niet voorbereid. Snel herstelde hy zich echter. Hy moest zeggen, wat hij in dat huis te maken had. Een smoesje zou gauw worden ontdekt, maar hy kon toch ook niet den naam van de Spin tegen den politieman noemen. „Ik kom hier voor juffrouw Rodney", antwoordde hy en hij bedacht by zich zelf dat dit antwoord eigenlijk ook het meest met de waarheid overeenkwam. „Ze heeft vannacht een onaangenaam avon tuur beleefd en ik heb haar uit de handen van een paar boeven moeten bevrijden. Myn naam is Warwik". „Kom maar eens mee", zei de agent, die het blykbaar niet erg vertrouwde. Daar aan had hij niet heelemaal ongelyk, want Warwik zag er in zyn boevenkleeren nu niet bepaald als iemand van de betere kringen uit. By den chauffeur had het bankbiljet wonderen gedaan. Hij begreep, dat hy het hier met zoo iets niet behoefde te probeeren. Als om zich te legimiteeren, knoopte Warwik zijn jas los, waaronder zyn avondcostuum te zien was, waarvan evenwel hemd en vest niet meer die smettelooze witheid vertoonden, die de drager ervan zoo op prys had gesteld. „O, zoo, is dat de kwestie," mompelde de agent, kenneiyk meer tevreden gesteld. „Gaat u maar naar binnen. De juffrouw is zoo juist ook aangekomen. Zy is hier door een Chinees of iets dergelijks gebracht". Warwik moest onwillekeurig glimlachen toen hij zyn. trouwen Japanschen bedien de Togo zoo hoorde betitelen. Iiy haalde een bankbiljet te voorschyn dat hy aan den chauffeur gaf, en deze reed er snel vandoor. .(Slot volgt)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 6