De schoonheid bij Middelburg's wederopbouw.
Tweede Blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Maandag 23 September 1940
Kroniek van den dag.
DE STRIJD OM HET SUEZ-
KANAAL.
Wij hebben de vorige week te dezer
plaatse een korte historische schets gepu
bliceerd van Egypte, waar zich de groote
slag tusschen Engeland en Italië schijnt
te ontwikkelen. Wij laten thans een kort
geografisch overzicht van het gebied vol
gen.
Bij de militaire acties in Afrika moeten
geweldige afstanden wordèn overbrugd.
De Middellandsche Zee snijdt aan de Oos
telijke grens van het Italiaansch-Libysche
Cyrenaica met de golf van Solloem diep
in het Afrikaansche kustgebied in. Van
deze golf uit gaat de grens tusschen
Lybië en Egypte, na enkele zwakke krom
mingen, lijnrecht naar het zuiden en stoot
na 1063 kilometer op den van Oost naar
West loopende grens van den Engelsch-
Egyptischen Soedan. Van hier uit loopt
ze naar het Oosten en eindigt na 960 kilo
meter aan de Roode Zee. Even lang als
de Westelijke en Zuidelijke grens is ook
de afstand, die in het Noorden Solloem
scheidt van Palestina en na nog 1000 ki
lometer in het Westen van Egypte door
Sinaï, de golf van Akaba en de Roode Zee
afsluit. De door deze grenzen afgesloten
ruimte beslaat een oppervlakte van
995.000 vierkante kilometer, waarvan ech
ter slechts 35.000 vierkante k.m. bebouwd
zijn, dus 3.5 Dit zijn de oevers van de
Nijl, de Nijldelta en eenige weinige vlak
ten in de dun gezaaide oases in het bin
nenland. Voor de rest is alles zand en
rotsachtige hoogvlakte. Egypte wordt be
woond door 15 millioen menschen, voor het
grootste deel Mohammedanen.
De levensader van Egypte.
De Nijl is de levensader van Egypte. Zij
levert het noodige water voor de katoen-
cultuur en op haar berust de geheele eco
nomische welstand des lands. In de ge
weldige stuwdammen van Kalliub, As-
soean, Asioet, Esna, Sifta en Nag Hamadi
worden tijdens den vloed de watermassa's
verzameld, die in den tijd van laag water
weder worden vrijgegeven.
Cairo, de hoofdstad, is met haar
1.100.000 inwoners niet alleen de grootste
stad van Egypte, doch ook de grootste
stad van geheel Afrika. Zij ligt aan den
rechteroever van de Nijl, ongeveer 25 ki
lometer van het punt, waar deze rivier
zich verdeelt in den Rosette- en den Da-
miate-arm. Van dat punt af vormt de ge
heele Njjldelta niets anders dan een on
ontwarbaar net van smalle en bijna on
bevaarbare kanalen.
De Egyptische steden, die aan de kus
ten van de Middellandsche Zee liggen, zijn
door de Italiaansche legercommuniqué's
reeds bekend geworden. Solloem, Ras
Haleima, Sidi Barani en Marsa Matroeh
waren bereids het doelwit van de Italiaan
sche bommenwerpers. Teneinde een beeld
te geven van de moeilijkheden, waarmede
een militaire operatie in dit verkeerstech
nisch opzicht toch niet misdeelde gebied
van Noord-Afrika te kampen heeft, her
inneren wij er slechts aan, dat van de
Lybische grens tot aan Marsa Matroeh
slechts primitieve kustwegen zijn aange
legd. Eerst te Marsa Matroeh begint een
spoorweg, die over Ralem-Ram, Ramel-
el-Khamais en Ghoeka naar Alexandrië en
vervolgens naar het Suezgebied voert.
Deze spoorweg heeft speciale beteekenis,
daar hierlangs de materiaal- en troepen
transporten van Engelsche zijde van Suez
en Alexandrië in de richting van de Ita-
liaansch-Lybische grens plaats vinden.
Alexandrië, de belangrijkste
vlootbasis.
Na de voortdurend voortgezette bom
bardementen op Malta en na de verzame
ling van een groot deel van hun vroeger
in Gibraltar gestationneerde vloot hebben
de Engelschen Alexandrië tot hun voor
naamste vlootbasis uitverkoren. De op de
reede en in de binnenhaven van Alex
andrië liggende Engelsche oorlogsschepen
zjjn reeds herhaalde malen door Italiaan
sche bommenwerpers aangevallen. Enge
land verzamelt steeds meer onderdeelen
van zijn vloot in Alexandrië, Rosette,
Damiettï en Port Said, daar het van de
Middellandsche Zee uit met alle middelen
den toegang tot het Suezkanaal wil ver
dedigen. De verdediging van den zeeweg
naar Indië via Suez vormt in den grond
de kern van alle maatregelen, die Enge
land in Egypte heeft genomen.
Bij een marsch door het binnenland van
Egypte leidt de weg over karavaanwegen.
Het belangrijkste knooppunt ligt ongeveer
200 kilometer ten Zuiden van de Middel
landsche Zee, dicht achter de Italiaansch-
Lybische grens, bij de oase Siwa. Als de
stralen van een spinneweb verspreiden
zich van hier de wegen, die naar het Ita
liaansche Cyrenaica en naar de Egyptische
oases van Chargha, Dachla en Baharija
voeren. Van daar uit spreidt zich het
wegennet uit naar de kustplaatsen en
naar de handelscentra aan de Njjl.
De Soedan.
De Engelsch-Egyptische Soedan strekt
zich onder Italiaansch Lybië en Egypte
700 k.m. ver uit in de richting van Ita
liaansch Oost-Afrika. Aan den oever van
de Roode Zee bevinden zich de uitgangs
punten voor den spoorweg Port Soedan
en Soeakin. Van Italiaansch Oost Afrika
uit zijn reeds weken geleden aanvallen
ondernomen in het gebied van den Soe
dan, die hebben geleid tot de verovering
van Cassala en den terugtocht van de
Britsche troepen. Het schijnt, dat daar
mee de operaties in deze buurt voorshands
tot stilstand zijn gekomen.
Inspecteur-generaal der
Nederlandsche politie.
Kolonel de Koningh benoemd.
Door den Rijkscommissaris voor het be
zette Nederlandsche gebied is voorloopig
belast met de functie van inspecteur-gene
raal der Nederlandsche politie, de kolonel
der marechaussee A. W. de Koningh, die
tevens voorloopig belast blijft met de func
tie van inspecteur der marechaussee.
Van bevoegde zijde zal zeer binnenkort
een toelichting op deze benoeming worden
verstrekt,
Als cultureel en administratief centrum moet
de Zeeuwsche hoofdstad haar taak Mijven
vervullen
„Er waren eens bij den bouw eener
Kathedraal drie arbeiders..'...." en met dat
typeerend schetsje over het inzicht in ge
meenschapszin besloot Burgemeester Van
Walré de Bordes zijn aardig radio-inter
view over den wederopbouw van Middel
burg, onder het devies": „Wij gaan een
mooier en doelmatiger Middelburg bou
wen."
En zoo moet het worden: mooier en
doelmatiger. De uiteenzettingen en plannen
van jhr. ir. de Ranitz hebben ons reeds
eenig inzicht gegeven in de bedoeling en
nadere preciseering van deze schoone be
lofte. Maar wij achten het hier de plaats
ons nog eens nader te bezinnen op het
karakter van de architectuur onzer nieu
we binnenstad.
Architectuur toch is dat geheimzinnig
samengaan van schoonheid en nuttigheid,
van geest en stof, van ziel en lichaam, van
gevoel en verstand, van uiterlijke beval
ligheid en innerlijke doelmatigheid, die een
kunstwerk eerst in den vollen zin des
woorda „schoon" maakt. En dat dat ge
heimzinnig samengaan, dat volledig vol
doen aan al die gestelde en vaak te
genstrijdige eischen, die én het gevoel
én het verstand stellen, niet zoo eenvou
dig is, niet zoo maar vanzelf tot stand
komt, kunnen we allerwegen om ons heen
betreuren en verfoeien, en hebben we ook
kunnen betreuren aan vele gebouwen in
onze binnenstad, die nu verwoest zijn en
wachten op een schooner wederopstanding.
Maar er zijn toch ook vele gebouwen ge
sneuveld, aie een sieraad waren voor de
stad, en voor een goed deel mede het
karakter van de stad hielpen bepalen;
dat karakter, die eigen sfeer, die zöo'n
aantrekkingskracht op zoovelen uitoefende.
En dat karakter nu, die eigen sfeer,
dat onbepaalde samenstel van factoren
waardoor Middelburg nu juist óns schoone
Middelburg was, dat moet behouden blij
ven en dat kan ook behouden blijven. De
nieuwe architectuur onzer stad moet
daarop voortbouwen, geënt worden op het
historisch karakter, zich aanpassen aan
sfeer en omgeving, rekening houden met
de traditie.
Nu kunnen wij ons voorstellen dat som
migen dit niet kunnen inzien, zooals b.v.
de schrijver van een artikel óver het
stadhuis van Middelburg in het maandblad
„Succes" waarin beweerd wordt: „Nu is
het zeker interessant te weten, dat enkele
honderden jaren geleden Middelburg zoo
welvarend was en de arbeiders zoo goed
koop waren, dat het voor de stad mogelijk
was een raadhuis te bouwen met duizend
en een tierlantijntjes aan de gevels en
een zeer bewerkelijk torentje ter versie
ring. Het waren fraaiigheden die toender-
tjjd buitengewoon mooi werden gevonden.
Maar de tegenwoordige smaak is ver
anderd, en Middelburg kan. nu beter een
efficient zakelijk kantoorgebouw neerzet
ten. Enz
Maar een dergelijke eenzijdige gedach-
tengang houdt met té weinig factoren re
kening. Het erkent niet voldoende het
zooeven genoemde „geheimzinnig samen
gaan"; het stelt de suprematie van het
verstand boven het gevoel, een even ge
vaarlijke dwaling als het tegenovergestel
de; het aanvaardt geen invloed van het
voorafgaande op het volgende; en boven
dien houdt het geen rekening met het
verband tusschen stadsplan en bebouwing,
noch met financieele mogelijkheden, of mo
gelijkheden van restauratie.
Maar waar toch het karakter, de sfeer
van Middelburg van voor den oorlog zijn
invloed deed gelden op de bewoners, zoo
is het logisch dat ook de mentaliteit dezer
bewoners weer wederkeerig op de nieuwe
stad zijn stempel moet gaan drukken. Niet
vergeten moet worden, dat met de weder
opbouw van Middelburg een zeer speciale
opgave gesteld wordt. Het is niet den
bouw van een nieuwe, snel-opbloeiende
stad als Hilversum of Eindhoven. Ook niet
de stadsuitbreiding van een grootstad als
b.v. Amsterdam of Den Haag. En ten slot
te ook niet de heropbouw van een afschu
welijk gebouwen conglomeraat zooals het
drukke handelscentrum Rotterdam te zien
gaf. Rotterdam kan met jong elan en met
gebruikmaking van de modernste midde
len en zijn gunstige natuurlijke ligging
aan de monding van de grootste West-
Europeesche rivier, de modernste haven
stad ter wereld worden.
Maar hier geldt het de wederopbouw van
wat in Middelburg verwoest werd.
Onze stad heeft als cultureel en admini
stratief centrum van Zeeland en van
Walcheren zijn beteekenis, en ook zijn
groote verdienste, geschiedenis en traditie.
En juist als cultureel en administratief
centrum moet Middelburg zijn taak ook
in de toekomst bljjven vervullen, naar- mijn
meening in nog veel grooter mate dan het
tot nu toe gedaan heeft. (Op dit onder
werp kan hier nu niet nader worden inge
gaan, maar hierover^ zou nog heel wat
te zeggen zijn)Daarmede zal het zich
zelf en de geheele provincie dienen. Maar
dan blijve ook het algemeen karakter, de
sfeer van Middelburg behouden.
Tot goed begrip diene, dat hierboven
nergens geschreven staat, noch bedoeld is,
dat nu overal laat-Gothische. trapgeveltjes
moeten verschijnen of 18e eeuwsche patri
ciërswoningen. Integendeel. Het zal naar
mijn meening moeten worden een stijl
Middelburg 1940 waarin al boven aange
stipte factoren tot één logisch, schoon
en doelmatig geheel zijn verwerkt, en
waarbij in het stadsplan in de eerste
plaats een ruim aandeel wordt gegeven aan
die gebouwen die Middelburg maken tot
het echte centrum van Zeeland, in alle op
zichten.
En nu willen wjj eens nagaan of die
sfeer, dat karakter der oude stad niet
een weinig nader is te omschrijven, de
samenstellende factoren te ontbinden. En
dan beginnen we gaarne met het belang
rijkste, met het stadsplan, de stratenloop,
de plaatsing der gebouwen ten opzichte
van elkaar. Ieder cultuur tijdperk heeft
daarover zjjn eigen gedachten gehad: de
Gothische stadsvorm met zijn centrale aan
leg, afgeslotenheid, gebogen smalle straten.
De Renaissance-aanleg met rechte breede
straten loodrecht op elkaar, decentralisatie.
De saaie 19e eeuwsche stratenloop. En ten
slotte het moderne stadsplan zooals wij dat
kennen in onze nieuwe stadsuitbreidingen.
Op de groote verschillen kunnen wij hier
niet nader ingaan, maar wel het Gothisch
karakter van onze stad eens nader om
schrijven. En dan volgt uit het sociale le
ven der Middeleeuwen een groote afge
slotenheid door afweer en ommuring naar
buiten, een centraal systeem, een besloten
heid. De straten zijn bijna altijd meer
dere malen gebogen, een bron van steeds
wisselende schoonheid, zooals bij geen
andere stratenloop mogelijk is; overal
is het straatbeeld gesloten, nergens kijkt
men „ins Blaue hinein"; in schilderach
tige volgorde wijkt de eene straatwand
terug, terwijl de andere naar voren komt,
en men tenslotte alle gevels aan zich voor
bij heeft kunnen laten gaan. De huizen
werken ook niet enkel als vlakke gevels,
maar door de topgevels en het zichtbaar
dakvlak, en de schuinere opstelling ten
opzichte van het oogas krijgen wij een
ruimtelijke indruk van het gebouw. En
dan temidden dezer stratenloop hier en
daar een marktplein: Markt, Vischmarkt,
Pottenmarkt, Botermarkt enz. Deze voor
Middelburg typeerende kenmerken van het
Gothisch stadsplan moeten in ieder geval
behouden blijven, zij het ook met verschil
lende, voor de tegenwoordige bewoning
noodige verbeteringen van de bestaande
stratenloop. Hiermede is reeds veel te be
reiken.
De bebouwing van de voor-oorlogsche
stad is in den loop van ongeveer zeven
eeuwen tot stand gekomen, waarin de ar
chitectuur-inzichten zich sterk wijzigen. De
gebouwen uit de Middeleeuwen zijn alle
(eenige fragmenten in de Lange Delft en
de Pieterstraat en dan de Sint Joris
uitgezonderd) óf gespaard gebleven óf
worden gerestaureerd. Zij hielpen het ka
rakter der stad bepalen, doch zullen dit
blijven doen, en waarschijnlijk zelfs door
betere plaatsing in de omgeving in nog
grooter mate.
Dan waren er eenige gebouwen in de
stad uit den tijd der Hollandsche Renais
sance. Hiervan zjjn er verscheidene ge
spaard, zooals militair hospitaal, stads-
schuur, gevels aan Vlasmarkt Giststraat
enz. Verwoest werden o.a. „De gouden
zon", het gebouw voor Vreemdelingen-
Verkeer op de Markt, de Steenrots, gevels
aan de Pieterstraat, Wal enz.
Ook het aantal der verwoeste gebouwen
uit den tijd der Hollandsche barock is
gelukkig niet zoo groot, hoewel ook hier
de kwaliteit zeer belangrijk was, zooals
de prachtige pakhuizen van de Oost-In
dische Compagnie en het huis „De Globe"
naast het Entrepot. Van de gespaarden
uit dezen tijd noemen we de Oostkerk, het
bankgebouw aan de Vlasmarkt, het mooie
huis op den Dam bij de Giststraat, het
kantongerecht enz.
Maar van de gebouwen uit de 18e eeuw,
de gouden tijd voor Middelburg zijn er
velen vernield, zooals het Entrepot, de
provinciale bibliotheek en vele groote hui
zen langs den Dam, Dwarslcaai, Rotter-
damsche Kaai, Rouaansche kaai, Noord
straat enz.
Het aesthetisch verlies tenslotte van de
gebouwen uit de vorige en deze eeuw is
in het algemeen zeer klein.
Recapituleerende zal de herbouw van
Middelburg op het stramien van een ver
beterd Gothisch grondplan het schoonst
zijn te vergelijken door in het algemeen
de bouwkundige gedachtengang der 17e
en 18e eeuw op moderne wijze en met
moderne middelen tot uitdrukking te bren
gen. Nog eens wil ik er hier op wjjzen,
dat dit niet behoeft te beteekenen een
copieeren of namaken. Integendeel. Maar
wat dit dan wel beteekent: laat ons dit
overlaten aan hen die Middelburg zullen
helpen herrijzen. Dat is een niet gemak
kelijk, doch waardevolle en dankbare taak,
waarvan wij allen hopen spoedig de resul
taten te mogen zien.
JACQUES VAN VELZEN.
DE VORDERING VAN
ONROERENDE GOEDEREN.
Ten behoeve van de Duitsche weermacht
De regeling der schadeloosstelling.
De verordening van den Rijkscommis
saris betreffende de ingebruikneming van
bebouwde en onbebouwde erven voor doel
einden van de Duitsche weermacht, sluit
den kring der verordeningen, waarbij de
vergoedingen voor verrichtingen ten be
hoeve van de Duitsche weermacht worden
geregeld. In tegenstelling tot de z.g. ver
richtingen-verordening gaat deze veror
dening ervan uit, dat de weermacht erven
slechts voor tijdelijk gebruik noodig heeft,
en niet voor goed aan den eigendom be
hoeft te onttrekken. De vordering van een
zoodanig erf geschiedt door schriftelijke
mededeeling aan de gemeente, waarin
het erf gelegen is, welke gemeente den
eigenaar en den directen gebruiker hier
van onverwijld in kennis moet stellen.
Voor het in gebruik nemen kan de
weermacht een schadevergoeding betalen
en wel aan den tot direct gebruik van het
erf gerechtigde.
Deze schadeloosstelling bedraagt voor
landbouwgronden het bedrag van de jaan-
lijksche pachtwaarde, voor andere gronden
twee derde deel van de jaarlijksche huur
waarde, en voor alles wat zich op het erf
bevindt zes procent van de waarde. De
waarde wordt volgens een vrij oordeel,
echter na raadpleging van Nederlandsche
instanties, zooals de pachtbureaux en be
lastinginstanties, vastgesteld. Hjj die aan
spraak maakt op schadeloosstelling moet
het verzoek daartoe by den burgemeester
van de gemeente, waarin het erf is ge
legen indienen. De gemeente kan als voor
schot maandelijks de helft van het waar
schijnlijk per maand als schadevergoeding
uit te betalen bedrag beschikbaar stellen.
Is de schadevergoedinglager als een
vergoeding (pacht, huur, enz.), welke de
tot direct gebruik gerechtigde voor het
gebruik van het erf betalen moet, dan
wordt deze vergoeding verminderd tot het
bedrag van de door de weermacht betaal
de schadeloosstelling.
Geen schadeloosstelling wordt betaald
voor het in gebruik nemen van erven van
Nederlandsche regeeringsorganen en Ne
derlandsche regeeringsinstanties, van ver-
sterkings-, verdedigings- en vlieghavenin-
stallaties der vroegere Nederlandsche zee-
en landmacht, alsmede van erven, waarvan
de eigenaar zich buiten het bezette Neder
landsche gebied bevindt. In het laatste ge
val kan de chefintendant bij wijze van uit
zondering een billijke schadeloosstelling
toestaan. Vanzelfsprekend geldt deze ver
ordening niet voor verrichtingen, welke als
inkwartiering vallen onder de verordening
nr. 50/1940, alsmede in gevallen waarin
de Duitsche weermacht volgens privaat
rechtelijke overeenkomst gehuurd of ge
pacht heeft. Een schadeloosstelling wordt
slechts verleend voor ingebruiknemingen
na den 29en 'Mei 1940. Een verdere schade
loosstelling van de betrokkenen door Ne
derlandsche instanties wordt door deze
verordening niet uitgesloten.
Overzicht van i vereenigingen en
stichtingen zonder economisch
doei.
Het verordeningenblad bevat een veror
dening van den rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied, houdende
bepalingen ter verkryging van een over
zicht (Erfassung) van vereenigingen van
personen en stichtingen zonder economisch
doel.
Door deze verordening wordt voor alle
niet-economische vereenigingen van perso
nen, hetzjj vereenigingen, verbonden, orga
nisaties en dergeljjke instellingen en voor
alle stichtingen van niet-economischen aard
de verplichting in het leven geroepen van
haar bestaan binnen 20 dagen na het in
werking treden der verordening bij den be
voegden directeur van politie (procureur-
generaal) aangifte te doen. Deze aangifte
moet geschieden door inlevering van een
bij den procureur-generaal verkrijgbare
vragenlijst, die door de betrokkenen moet
worden ingevuld, alsmede door inlevering
van een vermogensstaat. Over vermogens-
bestanddeelen der betrokken vereenigingen
en stichtingen mag tot nader order slechts
in het kader van het loopende zakenverkeer
worden beschikt. Op overtredingen der'ver
ordening zjjn straffen gesteld.
©KATOS
LEUN!
Zij, die zich van
heden af voor 3
maanden op ons
blad abonneeren
ontvangen de iet
1 Oeteliera.s. ver
schijnende num
mers ©RATIS
Het voorhanden hebben van
rundvee.
Het Zaterdag verschenen verordeningen*
blad bevat een besluit van den secretaris
generaal van het departement van Land
bouw en visscherij ter uitvoering van de
Landbouw-Crisiswet 1933.
Deze verordening bevat een volledige ver
nieuwing van het Crisis-Rundveebesluit
1934 I. De noodzakelijkheid is n.l. gebleken
de in dit besluit vervatte teeltregeling voor
rundvee op verschillende punten te wijzi
gen. Deze nieuwe regeling is in hoofdzaak
de volgende:
Het is in beginsel verboden rundvee zon*,
der identiteitsbewijs voorhanden te heb
ben. De identiteitsbewijzen worden slechts
aan diegenen verstrekt, die aangesloten zjjn
bij de crisisorganisaties. Daardoor wordt
bereikt dat de veehouders voor het geval
dit noodig mocht zijn aan het tuchtrecht
van deze organisatie onderworpen zjjn. De
nadere bepalingen over identiteitsbewijzen
worden uitgevaardigd door den secretaris
generaal van het departement van landbouw
en visscherij.
NEDERLANDSCHE EN DUITSCHE
OORLOGSGEWONDEN TOONEN HUN
DANKBAARHEID,
Geschenk aan de verpleegsters van het
Academische ziekenhuis te Leiden.
In de conversatiezaal van het zuster
huis van het Academisch ziekenhuis té
Leiden had Zaterdagmiddag een eenvou
dige, maar treffende plechtigheid plaats,
namelijk de aanbieding van een geschenk
door een aantal Nederlandsche en Duit
sche oorlogsgewonden aan het verplegend
personeel dier inrichting.
Namens de verpleegden en oud-verpleegden
werd het woord gevoerd door den vroege-
ren reserve eerste-luiten^ht P. E, Bos.
Deze deelde o.a. mede, dat in overleg
met den directeur werd besloten het pand
der dankbaarheid den vorm te geven van
een schilderij. De kunstschilder Dirk Nij-
land werd bereid gevonden dit te vervaar
digen en met kuristzijinige hand bracht hij
een deel van het ziekenhuis op het doek,
waar na volbrachten arbeid de zusters
rust en verpoozing zoeken, nl. de vijver.
De directeur van het ziekenhuis, dr. H.
H. Maas, heeft het geschenk namens de
zusters aanvaard.
De opheffing der burgerwachten.
UITREIKEN VAN HERINNEKINGS-
MEDADLLES NIET TOEGESTAAN.
In een brief aan de burgemeesters schrijft
de secretaris-generaal, wnd. hoofd van het
departement van Binnenlandsche Zaken,
dat van de zjjde der Duitsche autoriteiten
er zijn aandacht op gevestigd is, dat door
het bestuur eener voormalige burgerwacht
zou zijn besloten, aan de vroegere leden
medailles (herinneringskruisen) uit te rei
ken. Onder verwijzing naar zijn brieven
waarin aan de burgemeesters werd mede
gedeeld, dat de burgerwachten haar werk
zaamheden onmiddelljjk moesten beëindi
gen en tot ontbinding overgaan, merkt de
secretaris-generaal op, dat deze mededee
ling zoo moet worden verstaan, dat ook het
uitreiken van medailles als hiervoren ver
meld achterwege dient te bljjven.
Aan het bovenstaande behoort streng de
hand te worden gehouden.
Engelsche bommen op Zwitserland. In het
Rijndal nabij Au werd door Engelsche bommen
in den bodem een trechter geslagen, waarbij
echter slechts eenige fi u'tboomen het moesten
ontgelden (Foto Weltbild)
Meerdere personen werden gedood bij een Engelschen
luchtaanval op Bremen, waarbij de bommen op eenige
woonhuizen terecht kwamen (Foto Weltbild)