De schoonheid bij Middelburg's wederopbouw. Tweede Blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Maandag 23 September 1940 Kroniek van den dag. DE STRIJD OM HET SUEZ- KANAAL. Wij hebben de vorige week te dezer plaatse een korte historische schets gepu bliceerd van Egypte, waar zich de groote slag tusschen Engeland en Italië schijnt te ontwikkelen. Wij laten thans een kort geografisch overzicht van het gebied vol gen. Bij de militaire acties in Afrika moeten geweldige afstanden wordèn overbrugd. De Middellandsche Zee snijdt aan de Oos telijke grens van het Italiaansch-Libysche Cyrenaica met de golf van Solloem diep in het Afrikaansche kustgebied in. Van deze golf uit gaat de grens tusschen Lybië en Egypte, na enkele zwakke krom mingen, lijnrecht naar het zuiden en stoot na 1063 kilometer op den van Oost naar West loopende grens van den Engelsch- Egyptischen Soedan. Van hier uit loopt ze naar het Oosten en eindigt na 960 kilo meter aan de Roode Zee. Even lang als de Westelijke en Zuidelijke grens is ook de afstand, die in het Noorden Solloem scheidt van Palestina en na nog 1000 ki lometer in het Westen van Egypte door Sinaï, de golf van Akaba en de Roode Zee afsluit. De door deze grenzen afgesloten ruimte beslaat een oppervlakte van 995.000 vierkante kilometer, waarvan ech ter slechts 35.000 vierkante k.m. bebouwd zijn, dus 3.5 Dit zijn de oevers van de Nijl, de Nijldelta en eenige weinige vlak ten in de dun gezaaide oases in het bin nenland. Voor de rest is alles zand en rotsachtige hoogvlakte. Egypte wordt be woond door 15 millioen menschen, voor het grootste deel Mohammedanen. De levensader van Egypte. De Nijl is de levensader van Egypte. Zij levert het noodige water voor de katoen- cultuur en op haar berust de geheele eco nomische welstand des lands. In de ge weldige stuwdammen van Kalliub, As- soean, Asioet, Esna, Sifta en Nag Hamadi worden tijdens den vloed de watermassa's verzameld, die in den tijd van laag water weder worden vrijgegeven. Cairo, de hoofdstad, is met haar 1.100.000 inwoners niet alleen de grootste stad van Egypte, doch ook de grootste stad van geheel Afrika. Zij ligt aan den rechteroever van de Nijl, ongeveer 25 ki lometer van het punt, waar deze rivier zich verdeelt in den Rosette- en den Da- miate-arm. Van dat punt af vormt de ge heele Njjldelta niets anders dan een on ontwarbaar net van smalle en bijna on bevaarbare kanalen. De Egyptische steden, die aan de kus ten van de Middellandsche Zee liggen, zijn door de Italiaansche legercommuniqué's reeds bekend geworden. Solloem, Ras Haleima, Sidi Barani en Marsa Matroeh waren bereids het doelwit van de Italiaan sche bommenwerpers. Teneinde een beeld te geven van de moeilijkheden, waarmede een militaire operatie in dit verkeerstech nisch opzicht toch niet misdeelde gebied van Noord-Afrika te kampen heeft, her inneren wij er slechts aan, dat van de Lybische grens tot aan Marsa Matroeh slechts primitieve kustwegen zijn aange legd. Eerst te Marsa Matroeh begint een spoorweg, die over Ralem-Ram, Ramel- el-Khamais en Ghoeka naar Alexandrië en vervolgens naar het Suezgebied voert. Deze spoorweg heeft speciale beteekenis, daar hierlangs de materiaal- en troepen transporten van Engelsche zijde van Suez en Alexandrië in de richting van de Ita- liaansch-Lybische grens plaats vinden. Alexandrië, de belangrijkste vlootbasis. Na de voortdurend voortgezette bom bardementen op Malta en na de verzame ling van een groot deel van hun vroeger in Gibraltar gestationneerde vloot hebben de Engelschen Alexandrië tot hun voor naamste vlootbasis uitverkoren. De op de reede en in de binnenhaven van Alex andrië liggende Engelsche oorlogsschepen zjjn reeds herhaalde malen door Italiaan sche bommenwerpers aangevallen. Enge land verzamelt steeds meer onderdeelen van zijn vloot in Alexandrië, Rosette, Damiettï en Port Said, daar het van de Middellandsche Zee uit met alle middelen den toegang tot het Suezkanaal wil ver dedigen. De verdediging van den zeeweg naar Indië via Suez vormt in den grond de kern van alle maatregelen, die Enge land in Egypte heeft genomen. Bij een marsch door het binnenland van Egypte leidt de weg over karavaanwegen. Het belangrijkste knooppunt ligt ongeveer 200 kilometer ten Zuiden van de Middel landsche Zee, dicht achter de Italiaansch- Lybische grens, bij de oase Siwa. Als de stralen van een spinneweb verspreiden zich van hier de wegen, die naar het Ita liaansche Cyrenaica en naar de Egyptische oases van Chargha, Dachla en Baharija voeren. Van daar uit spreidt zich het wegennet uit naar de kustplaatsen en naar de handelscentra aan de Njjl. De Soedan. De Engelsch-Egyptische Soedan strekt zich onder Italiaansch Lybië en Egypte 700 k.m. ver uit in de richting van Ita liaansch Oost-Afrika. Aan den oever van de Roode Zee bevinden zich de uitgangs punten voor den spoorweg Port Soedan en Soeakin. Van Italiaansch Oost Afrika uit zijn reeds weken geleden aanvallen ondernomen in het gebied van den Soe dan, die hebben geleid tot de verovering van Cassala en den terugtocht van de Britsche troepen. Het schijnt, dat daar mee de operaties in deze buurt voorshands tot stilstand zijn gekomen. Inspecteur-generaal der Nederlandsche politie. Kolonel de Koningh benoemd. Door den Rijkscommissaris voor het be zette Nederlandsche gebied is voorloopig belast met de functie van inspecteur-gene raal der Nederlandsche politie, de kolonel der marechaussee A. W. de Koningh, die tevens voorloopig belast blijft met de func tie van inspecteur der marechaussee. Van bevoegde zijde zal zeer binnenkort een toelichting op deze benoeming worden verstrekt, Als cultureel en administratief centrum moet de Zeeuwsche hoofdstad haar taak Mijven vervullen „Er waren eens bij den bouw eener Kathedraal drie arbeiders..'...." en met dat typeerend schetsje over het inzicht in ge meenschapszin besloot Burgemeester Van Walré de Bordes zijn aardig radio-inter view over den wederopbouw van Middel burg, onder het devies": „Wij gaan een mooier en doelmatiger Middelburg bou wen." En zoo moet het worden: mooier en doelmatiger. De uiteenzettingen en plannen van jhr. ir. de Ranitz hebben ons reeds eenig inzicht gegeven in de bedoeling en nadere preciseering van deze schoone be lofte. Maar wij achten het hier de plaats ons nog eens nader te bezinnen op het karakter van de architectuur onzer nieu we binnenstad. Architectuur toch is dat geheimzinnig samengaan van schoonheid en nuttigheid, van geest en stof, van ziel en lichaam, van gevoel en verstand, van uiterlijke beval ligheid en innerlijke doelmatigheid, die een kunstwerk eerst in den vollen zin des woorda „schoon" maakt. En dat dat ge heimzinnig samengaan, dat volledig vol doen aan al die gestelde en vaak te genstrijdige eischen, die én het gevoel én het verstand stellen, niet zoo eenvou dig is, niet zoo maar vanzelf tot stand komt, kunnen we allerwegen om ons heen betreuren en verfoeien, en hebben we ook kunnen betreuren aan vele gebouwen in onze binnenstad, die nu verwoest zijn en wachten op een schooner wederopstanding. Maar er zijn toch ook vele gebouwen ge sneuveld, aie een sieraad waren voor de stad, en voor een goed deel mede het karakter van de stad hielpen bepalen; dat karakter, die eigen sfeer, die zöo'n aantrekkingskracht op zoovelen uitoefende. En dat karakter nu, die eigen sfeer, dat onbepaalde samenstel van factoren waardoor Middelburg nu juist óns schoone Middelburg was, dat moet behouden blij ven en dat kan ook behouden blijven. De nieuwe architectuur onzer stad moet daarop voortbouwen, geënt worden op het historisch karakter, zich aanpassen aan sfeer en omgeving, rekening houden met de traditie. Nu kunnen wij ons voorstellen dat som migen dit niet kunnen inzien, zooals b.v. de schrijver van een artikel óver het stadhuis van Middelburg in het maandblad „Succes" waarin beweerd wordt: „Nu is het zeker interessant te weten, dat enkele honderden jaren geleden Middelburg zoo welvarend was en de arbeiders zoo goed koop waren, dat het voor de stad mogelijk was een raadhuis te bouwen met duizend en een tierlantijntjes aan de gevels en een zeer bewerkelijk torentje ter versie ring. Het waren fraaiigheden die toender- tjjd buitengewoon mooi werden gevonden. Maar de tegenwoordige smaak is ver anderd, en Middelburg kan. nu beter een efficient zakelijk kantoorgebouw neerzet ten. Enz Maar een dergelijke eenzijdige gedach- tengang houdt met té weinig factoren re kening. Het erkent niet voldoende het zooeven genoemde „geheimzinnig samen gaan"; het stelt de suprematie van het verstand boven het gevoel, een even ge vaarlijke dwaling als het tegenovergestel de; het aanvaardt geen invloed van het voorafgaande op het volgende; en boven dien houdt het geen rekening met het verband tusschen stadsplan en bebouwing, noch met financieele mogelijkheden, of mo gelijkheden van restauratie. Maar waar toch het karakter, de sfeer van Middelburg van voor den oorlog zijn invloed deed gelden op de bewoners, zoo is het logisch dat ook de mentaliteit dezer bewoners weer wederkeerig op de nieuwe stad zijn stempel moet gaan drukken. Niet vergeten moet worden, dat met de weder opbouw van Middelburg een zeer speciale opgave gesteld wordt. Het is niet den bouw van een nieuwe, snel-opbloeiende stad als Hilversum of Eindhoven. Ook niet de stadsuitbreiding van een grootstad als b.v. Amsterdam of Den Haag. En ten slot te ook niet de heropbouw van een afschu welijk gebouwen conglomeraat zooals het drukke handelscentrum Rotterdam te zien gaf. Rotterdam kan met jong elan en met gebruikmaking van de modernste midde len en zijn gunstige natuurlijke ligging aan de monding van de grootste West- Europeesche rivier, de modernste haven stad ter wereld worden. Maar hier geldt het de wederopbouw van wat in Middelburg verwoest werd. Onze stad heeft als cultureel en admini stratief centrum van Zeeland en van Walcheren zijn beteekenis, en ook zijn groote verdienste, geschiedenis en traditie. En juist als cultureel en administratief centrum moet Middelburg zijn taak ook in de toekomst bljjven vervullen, naar- mijn meening in nog veel grooter mate dan het tot nu toe gedaan heeft. (Op dit onder werp kan hier nu niet nader worden inge gaan, maar hierover^ zou nog heel wat te zeggen zijn)Daarmede zal het zich zelf en de geheele provincie dienen. Maar dan blijve ook het algemeen karakter, de sfeer van Middelburg behouden. Tot goed begrip diene, dat hierboven nergens geschreven staat, noch bedoeld is, dat nu overal laat-Gothische. trapgeveltjes moeten verschijnen of 18e eeuwsche patri ciërswoningen. Integendeel. Het zal naar mijn meening moeten worden een stijl Middelburg 1940 waarin al boven aange stipte factoren tot één logisch, schoon en doelmatig geheel zijn verwerkt, en waarbij in het stadsplan in de eerste plaats een ruim aandeel wordt gegeven aan die gebouwen die Middelburg maken tot het echte centrum van Zeeland, in alle op zichten. En nu willen wjj eens nagaan of die sfeer, dat karakter der oude stad niet een weinig nader is te omschrijven, de samenstellende factoren te ontbinden. En dan beginnen we gaarne met het belang rijkste, met het stadsplan, de stratenloop, de plaatsing der gebouwen ten opzichte van elkaar. Ieder cultuur tijdperk heeft daarover zjjn eigen gedachten gehad: de Gothische stadsvorm met zijn centrale aan leg, afgeslotenheid, gebogen smalle straten. De Renaissance-aanleg met rechte breede straten loodrecht op elkaar, decentralisatie. De saaie 19e eeuwsche stratenloop. En ten slotte het moderne stadsplan zooals wij dat kennen in onze nieuwe stadsuitbreidingen. Op de groote verschillen kunnen wij hier niet nader ingaan, maar wel het Gothisch karakter van onze stad eens nader om schrijven. En dan volgt uit het sociale le ven der Middeleeuwen een groote afge slotenheid door afweer en ommuring naar buiten, een centraal systeem, een besloten heid. De straten zijn bijna altijd meer dere malen gebogen, een bron van steeds wisselende schoonheid, zooals bij geen andere stratenloop mogelijk is; overal is het straatbeeld gesloten, nergens kijkt men „ins Blaue hinein"; in schilderach tige volgorde wijkt de eene straatwand terug, terwijl de andere naar voren komt, en men tenslotte alle gevels aan zich voor bij heeft kunnen laten gaan. De huizen werken ook niet enkel als vlakke gevels, maar door de topgevels en het zichtbaar dakvlak, en de schuinere opstelling ten opzichte van het oogas krijgen wij een ruimtelijke indruk van het gebouw. En dan temidden dezer stratenloop hier en daar een marktplein: Markt, Vischmarkt, Pottenmarkt, Botermarkt enz. Deze voor Middelburg typeerende kenmerken van het Gothisch stadsplan moeten in ieder geval behouden blijven, zij het ook met verschil lende, voor de tegenwoordige bewoning noodige verbeteringen van de bestaande stratenloop. Hiermede is reeds veel te be reiken. De bebouwing van de voor-oorlogsche stad is in den loop van ongeveer zeven eeuwen tot stand gekomen, waarin de ar chitectuur-inzichten zich sterk wijzigen. De gebouwen uit de Middeleeuwen zijn alle (eenige fragmenten in de Lange Delft en de Pieterstraat en dan de Sint Joris uitgezonderd) óf gespaard gebleven óf worden gerestaureerd. Zij hielpen het ka rakter der stad bepalen, doch zullen dit blijven doen, en waarschijnlijk zelfs door betere plaatsing in de omgeving in nog grooter mate. Dan waren er eenige gebouwen in de stad uit den tijd der Hollandsche Renais sance. Hiervan zjjn er verscheidene ge spaard, zooals militair hospitaal, stads- schuur, gevels aan Vlasmarkt Giststraat enz. Verwoest werden o.a. „De gouden zon", het gebouw voor Vreemdelingen- Verkeer op de Markt, de Steenrots, gevels aan de Pieterstraat, Wal enz. Ook het aantal der verwoeste gebouwen uit den tijd der Hollandsche barock is gelukkig niet zoo groot, hoewel ook hier de kwaliteit zeer belangrijk was, zooals de prachtige pakhuizen van de Oost-In dische Compagnie en het huis „De Globe" naast het Entrepot. Van de gespaarden uit dezen tijd noemen we de Oostkerk, het bankgebouw aan de Vlasmarkt, het mooie huis op den Dam bij de Giststraat, het kantongerecht enz. Maar van de gebouwen uit de 18e eeuw, de gouden tijd voor Middelburg zijn er velen vernield, zooals het Entrepot, de provinciale bibliotheek en vele groote hui zen langs den Dam, Dwarslcaai, Rotter- damsche Kaai, Rouaansche kaai, Noord straat enz. Het aesthetisch verlies tenslotte van de gebouwen uit de vorige en deze eeuw is in het algemeen zeer klein. Recapituleerende zal de herbouw van Middelburg op het stramien van een ver beterd Gothisch grondplan het schoonst zijn te vergelijken door in het algemeen de bouwkundige gedachtengang der 17e en 18e eeuw op moderne wijze en met moderne middelen tot uitdrukking te bren gen. Nog eens wil ik er hier op wjjzen, dat dit niet behoeft te beteekenen een copieeren of namaken. Integendeel. Maar wat dit dan wel beteekent: laat ons dit overlaten aan hen die Middelburg zullen helpen herrijzen. Dat is een niet gemak kelijk, doch waardevolle en dankbare taak, waarvan wij allen hopen spoedig de resul taten te mogen zien. JACQUES VAN VELZEN. DE VORDERING VAN ONROERENDE GOEDEREN. Ten behoeve van de Duitsche weermacht De regeling der schadeloosstelling. De verordening van den Rijkscommis saris betreffende de ingebruikneming van bebouwde en onbebouwde erven voor doel einden van de Duitsche weermacht, sluit den kring der verordeningen, waarbij de vergoedingen voor verrichtingen ten be hoeve van de Duitsche weermacht worden geregeld. In tegenstelling tot de z.g. ver richtingen-verordening gaat deze veror dening ervan uit, dat de weermacht erven slechts voor tijdelijk gebruik noodig heeft, en niet voor goed aan den eigendom be hoeft te onttrekken. De vordering van een zoodanig erf geschiedt door schriftelijke mededeeling aan de gemeente, waarin het erf gelegen is, welke gemeente den eigenaar en den directen gebruiker hier van onverwijld in kennis moet stellen. Voor het in gebruik nemen kan de weermacht een schadevergoeding betalen en wel aan den tot direct gebruik van het erf gerechtigde. Deze schadeloosstelling bedraagt voor landbouwgronden het bedrag van de jaan- lijksche pachtwaarde, voor andere gronden twee derde deel van de jaarlijksche huur waarde, en voor alles wat zich op het erf bevindt zes procent van de waarde. De waarde wordt volgens een vrij oordeel, echter na raadpleging van Nederlandsche instanties, zooals de pachtbureaux en be lastinginstanties, vastgesteld. Hjj die aan spraak maakt op schadeloosstelling moet het verzoek daartoe by den burgemeester van de gemeente, waarin het erf is ge legen indienen. De gemeente kan als voor schot maandelijks de helft van het waar schijnlijk per maand als schadevergoeding uit te betalen bedrag beschikbaar stellen. Is de schadevergoedinglager als een vergoeding (pacht, huur, enz.), welke de tot direct gebruik gerechtigde voor het gebruik van het erf betalen moet, dan wordt deze vergoeding verminderd tot het bedrag van de door de weermacht betaal de schadeloosstelling. Geen schadeloosstelling wordt betaald voor het in gebruik nemen van erven van Nederlandsche regeeringsorganen en Ne derlandsche regeeringsinstanties, van ver- sterkings-, verdedigings- en vlieghavenin- stallaties der vroegere Nederlandsche zee- en landmacht, alsmede van erven, waarvan de eigenaar zich buiten het bezette Neder landsche gebied bevindt. In het laatste ge val kan de chefintendant bij wijze van uit zondering een billijke schadeloosstelling toestaan. Vanzelfsprekend geldt deze ver ordening niet voor verrichtingen, welke als inkwartiering vallen onder de verordening nr. 50/1940, alsmede in gevallen waarin de Duitsche weermacht volgens privaat rechtelijke overeenkomst gehuurd of ge pacht heeft. Een schadeloosstelling wordt slechts verleend voor ingebruiknemingen na den 29en 'Mei 1940. Een verdere schade loosstelling van de betrokkenen door Ne derlandsche instanties wordt door deze verordening niet uitgesloten. Overzicht van i vereenigingen en stichtingen zonder economisch doei. Het verordeningenblad bevat een veror dening van den rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, houdende bepalingen ter verkryging van een over zicht (Erfassung) van vereenigingen van personen en stichtingen zonder economisch doel. Door deze verordening wordt voor alle niet-economische vereenigingen van perso nen, hetzjj vereenigingen, verbonden, orga nisaties en dergeljjke instellingen en voor alle stichtingen van niet-economischen aard de verplichting in het leven geroepen van haar bestaan binnen 20 dagen na het in werking treden der verordening bij den be voegden directeur van politie (procureur- generaal) aangifte te doen. Deze aangifte moet geschieden door inlevering van een bij den procureur-generaal verkrijgbare vragenlijst, die door de betrokkenen moet worden ingevuld, alsmede door inlevering van een vermogensstaat. Over vermogens- bestanddeelen der betrokken vereenigingen en stichtingen mag tot nader order slechts in het kader van het loopende zakenverkeer worden beschikt. Op overtredingen der'ver ordening zjjn straffen gesteld. ©KATOS LEUN! Zij, die zich van heden af voor 3 maanden op ons blad abonneeren ontvangen de iet 1 Oeteliera.s. ver schijnende num mers ©RATIS Het voorhanden hebben van rundvee. Het Zaterdag verschenen verordeningen* blad bevat een besluit van den secretaris generaal van het departement van Land bouw en visscherij ter uitvoering van de Landbouw-Crisiswet 1933. Deze verordening bevat een volledige ver nieuwing van het Crisis-Rundveebesluit 1934 I. De noodzakelijkheid is n.l. gebleken de in dit besluit vervatte teeltregeling voor rundvee op verschillende punten te wijzi gen. Deze nieuwe regeling is in hoofdzaak de volgende: Het is in beginsel verboden rundvee zon*, der identiteitsbewijs voorhanden te heb ben. De identiteitsbewijzen worden slechts aan diegenen verstrekt, die aangesloten zjjn bij de crisisorganisaties. Daardoor wordt bereikt dat de veehouders voor het geval dit noodig mocht zijn aan het tuchtrecht van deze organisatie onderworpen zjjn. De nadere bepalingen over identiteitsbewijzen worden uitgevaardigd door den secretaris generaal van het departement van landbouw en visscherij. NEDERLANDSCHE EN DUITSCHE OORLOGSGEWONDEN TOONEN HUN DANKBAARHEID, Geschenk aan de verpleegsters van het Academische ziekenhuis te Leiden. In de conversatiezaal van het zuster huis van het Academisch ziekenhuis té Leiden had Zaterdagmiddag een eenvou dige, maar treffende plechtigheid plaats, namelijk de aanbieding van een geschenk door een aantal Nederlandsche en Duit sche oorlogsgewonden aan het verplegend personeel dier inrichting. Namens de verpleegden en oud-verpleegden werd het woord gevoerd door den vroege- ren reserve eerste-luiten^ht P. E, Bos. Deze deelde o.a. mede, dat in overleg met den directeur werd besloten het pand der dankbaarheid den vorm te geven van een schilderij. De kunstschilder Dirk Nij- land werd bereid gevonden dit te vervaar digen en met kuristzijinige hand bracht hij een deel van het ziekenhuis op het doek, waar na volbrachten arbeid de zusters rust en verpoozing zoeken, nl. de vijver. De directeur van het ziekenhuis, dr. H. H. Maas, heeft het geschenk namens de zusters aanvaard. De opheffing der burgerwachten. UITREIKEN VAN HERINNEKINGS- MEDADLLES NIET TOEGESTAAN. In een brief aan de burgemeesters schrijft de secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van Binnenlandsche Zaken, dat van de zjjde der Duitsche autoriteiten er zijn aandacht op gevestigd is, dat door het bestuur eener voormalige burgerwacht zou zijn besloten, aan de vroegere leden medailles (herinneringskruisen) uit te rei ken. Onder verwijzing naar zijn brieven waarin aan de burgemeesters werd mede gedeeld, dat de burgerwachten haar werk zaamheden onmiddelljjk moesten beëindi gen en tot ontbinding overgaan, merkt de secretaris-generaal op, dat deze mededee ling zoo moet worden verstaan, dat ook het uitreiken van medailles als hiervoren ver meld achterwege dient te bljjven. Aan het bovenstaande behoort streng de hand te worden gehouden. Engelsche bommen op Zwitserland. In het Rijndal nabij Au werd door Engelsche bommen in den bodem een trechter geslagen, waarbij echter slechts eenige fi u'tboomen het moesten ontgelden (Foto Weltbild) Meerdere personen werden gedood bij een Engelschen luchtaanval op Bremen, waarbij de bommen op eenige woonhuizen terecht kwamen (Foto Weltbild)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 5